Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 2 Van de bestuurstafel (Sape Westra)........................................................................................................ 2 De sores van een teamleider (Theo Janssen) .......................................................................................... 4 VSG 1 verliest ook 2de ronde OSBO (Sape Westra).................................................................................. 6 Ik kan er niks van en ik raak nooit meer een stuk aan (Bas West) .......................................................... 8 VSG-2 tegen De Toren Jeugd (Wim Jongejan) ....................................................................................... 10 Zwartewater – VSG3 (Uri Vecht) ........................................................................................................... 12 VSG 5 speelt weer gelijk (Henry Bosch)................................................................................................. 14 Schaken na Het Witte Paard (Theo Janssen) ......................................................................................... 14 VSG 1 haalt eerste wedstrijdpunt binnen (Sape Westra)...................................................................... 16 VSG 3 - Meppel 4 (Uri Vecht) ................................................................................................................ 18 Een VSG 4 verslag zonder gevatte koptekst? (Willem Booy) ................................................................ 19 De jeugdcompetitie (Sape Westra) ....................................................................................................... 21
1
Voorwoord Het tweede VSG bulletin van dit seizoen is een feit. Een bulletin boordevol leesmateriaal. Leuk en informatief. In dit bulletin staan verschillende wedstrijdverslagen van de 2 de en 3de ronde van de OSBO competitie, waarvoor dank aan de verschillende teamleiders. Er staan ook twee prachtige bijdragen van Theo Janssen in; één waarin hij de problemen van een teamleider verwoordt. Alhoewel hij uit eigen ervaring spreekt moet zijn verhaal herkenbaar zijn voor allen die weleens teamleider zijn geweest. Zijn tweede bijdrage is een verhaal dat oorspronkelijk werd geschreven ten behoeve van het jubileum van Het Witte Paard, de schaakvereniging waar Theo voor zijn VSG tijd lid van was. Bas West doet in zijn partijverslag uit de 2de ronde van de externe competitie een verzuchting die we allemaal zullen herkennen: “ik stop met schaken”. De jeugdafdeling van VSG is vanaf de start van het seizoen goed gevuld. De 5 jeugdleiders geven les aan 16 jeugdschakers. Er wordt gewerkt met de bekende stappenmethode. In november is gestart met de jeugdcompetitie. In 2 groepen van elk 8 spelers wordt fanatiek doch zeer sportief gestreden. De stand van zaken t/m ronde 3 wordt beschreven. Een bulletin om goed te lezen dus. Als redactie hebben we met plezier een en ander voor u uitgewerkt. We genieten van onze redactietaken, temeer wanneer we van leden een bijdrage mogen ontvangen. Uw redactie Wim Jongejan & Sape Westra
Van de bestuurstafel (Sape Westra) Alhoewel het VSG bestuur niet beschikt over een eigen tafel, we vergaderen immers bij bestuursleden thuis en die hebben allen hun eigen tafel, geef ik deze rubriek toch maar deze naam. Gemiddeld vijf keer per jaar komen we bijeen voor een bestuursvergadering. We bespreken in een doorgaans erg ontspannen sfeer onderwerpen die met het organiseren en het wel en wee van VSG te maken hebben. Notulen van deze vergaderingen beschouwen we als werkdocumenten, we verspreiden ze niet en hangen ze ook niet op één of ander prikbord. Relevante besluiten worden via mondelinge berichten aan het begin van de schaakavonden met de leden gedeeld. Toch kan het geen kwaad om ook via het bulletin bepaalde zaken met u te delen. Daarom komt vanaf nu deze rubriek in het bulletin.
Teamindeling externe competitie 2015-2016 Tijdens de bestuursvergadering d.d. 13-11-2015 is besproken dat de communicatie over de teams niet naar behoren is verlopen. De teamindeling wordt door het bestuur gemaakt, in overleg met de teamleiders. Bij het maken van de teamindeling gebruikt het bestuur een rekenkundige formule waarin de resultaten van het vorige seizoen in zowel de interne als externe competitie worden meegewogen. In voorgaande jaren werd eind september een teamindeling op papier ter informatie neergelegd, dit jaar is dat niet gebeurd. Daardoor hebben sommige leden te lang moeten 2
wachten op deze informatie. Wel zijn door de wedstrijdleider leden persoonlijk benaderd met vragen omtrent beschikbaarheid en is door hem met leden gecommuniceerd over de teamindeling. Als bestuur vinden we dat we over de teamindeling duidelijker en op tijd moeten communiceren met de leden. Daarom spreken we af dat in het vervolg op de laatste dinsdag van september de teamindeling op papier beschikbaar moet zijn voor de leden. Rie Timmer toernooi 2016 Het Rie Timmer toernooi vindt plaats op 23 januari 2016. We mikken dit jaar op 80 deelnemers, verspreid over het jeugdtoernooi en het volwassenentoernooi. Het toernooi zal in grote lijnen gelijk zijn aan de voorgaande versies. Schaaktoernooi 2016 voor basisscholen in Ermelo Op 27 januari wordt ’s middags het schaaktoernooi voor leerlingen van basisscholen in Ermelo gehouden. Verwacht wordt dat hier ruim 100 kinderen aan deel zullen nemen. De organisatie is inmiddels gestart. Wij vragen de leden om op de betreffende woensdagmiddag te helpen bij begeleiden en scheidsrechteren. Algemene Vergadering van de OSBO (25/11/2015) Een korte terugmelding van relevante zaken: o Invoering 4de klasse KNSB er zijn gedachten om een 4de klasse KNSB in te voeren dit wordt onderzocht, bij positieve conclusie start het in 2017 voor deze klasse kunnen verenigingen eigen teams of combinatieteams aanmelden de 4de klasse speelt, net als andere KNSB klassen op zaterdag de 4de klasse is een soort instroommogelijkheid voor teams wanneer er veel animo voor is kan er eventueel ook een 5de of 6de klasse worden gestart KNSB klassen worden met dit voorstel losgekoppeld van de competities die de regionale bonden organiseren de promotieklasse verdwijnt daarom de competities van de regionale bonden worden op doordeweekse avonden gespeeld omdat het twee gescheiden competities worden, is het toegestaan dat schakers aan beide competities deelnemen; voordeel hiervan is dat mensen aan beide competities deelnemen, waardoor het niveau van de doordeweekse competities zou stijgen besturen van schaakverenigingen in OSBO wordt gevraagd om leden te informeren en te polsen hoe zij tegenover dit initiatief staan o Overlegvormen tussen OSBO en andere regionale bonden OSBO bestuur is in gesprek met besturen van Sticht Gooise Schaakbond en Schaakbond Overijssel gekeken wordt waar samenwerking mogelijk is gedacht wordt aan indeling van regionale gebieden in districten, waardoor reistijd en afstand voor verenigingen aan de grenzen aanmerkelijk zou worden verkort ook wordt gesproken over samenwerking om efficiëntie te verhogen: 3
websites op elkaar afstemmen toernooien op elkaar afstemmen vrijwilligers over en weer inzetten, waardoor wellicht minder vrijwilligers nodig zijn samen activiteiten organiseren (bijv. [jeugd]toernooien) bestuur heeft gevraagd om ruimte te krijgen voor deze gesprekken, de vergadering heeft ingestemd Financiële situatie KNSB door plotseling teruglopende structurele geldstromen (sponsor GiroLoterij maakt minder geld over, overheid geeft NOC/NSF minder subsidie waardoor aangesloten sportbonden minder geld krijgen) ontstaat een acuut tekort tekort is ter grootte van € 45.000 - € 120.000 KNSB heeft plannen gemaakt om efficiënter te werken, zonder de dienstverlening structureel te verminderen aantal arbeidsplaatsen wordt afgebouwd Leidse schaakbond heeft geopperd om de regionale bonden voor elk lid € 1,00 te laten overmaken aan de KNSB ("problemen bij de KNSB zijn ook onze problemen") vergadering OSBO is akkoord gegaan met het voorstel van de LSB
o
De sores van een teamleider (Theo Janssen) Dit artikel werd vorig schaakseizoen geschreven door Theo. Het is toen niet geplaatst in het bulletin. Alhoewel Theo dit jaar geen teamleider is, is het de moeite waard om zijn ervaringen, we kunnen ze wellicht universeel noemen, alsnog te plaatsen (redactie). We moeten 's avond een uitwedstrijd spelen, en zouden om 7 uur vertrekken. Om 5 uur word ik gebeld door een speler. 'Sorry, ik kan niet komen. Ik mag niet weg van mijn baas. Ik werk aan een klus die vandaag af moet.' Zo laat een bericht had ik nog niet meegemaakt. Wel iemand die in de loop van de middag vertelde dat hij wegens ziekte die avond niet mee kon. Wat doe je dan als teamleider? Je belt invallers. Als voorbereiding op dergelijke situaties maak ik aan het begin van het seizoen een lijst met mogelijke invallers, en vraag die om hun telefoonnummer en email. En dan niet alleen hun thuistelefoonnummer, maar ook hun mobiele nummer. In beide situaties vond ik een invaller. Met het uitnodigen van invallers moet je goed opletten. Je mag drie keer invallen in een hoger team, na een vierde keer tel je als speler van dat team. Dat gevaar dreigt met name de laatste ronde want het hoge team wil juist dan de sterkste invaller. Vorig jaar was het eerste team veilig, en het tweede was in degradatiegevaar. De 4
laatste wedstrijd van het eerste was één dag eerder dan die van het tweede. Toen heb ik de regels uitgelegd aan de teamleider van het eerste. Die heeft toen afgezien van de sterkste spelers van het tweede team (want anders mochten die niet meer meedoen met het tweede) en ook de andere spelers ontzien (twee avonden achtereen schaken zou te vermoeiend kunnen zijn). Hij heeft iemand uit het derde opgesteld. Gelukkig heeft het tweede team zich toen gehandhaafd. Het was in de goede oude tijd toen er nog geen mobieltjes waren, laat staan Tom-Tom's. Daarom reden we in colonne van drie auto's (teams bestonden uit 10-spelers). We moesten in Nijmegen tegen SMB, in hun nieuwe clublokaal. De mondeling geleverde routebeschrijving vertelde dat we in die-en-die straat moesten zijn; bij de dranghekken was het clublokaal. Tijdens de lange reis daarheen raakte de laatste auto wat achterop. Zij reden de juiste straat in, kwamen geen dranghekken tegen, en reden uiteindelijk Nijmegen uit. Gelukkig was er iemand in die auto die het vroegere speellokaal kende. Dat was in een klooster, daar woonde pater Krekelenberg, en die was in de hele OSBO bekend door zijn activiteiten voor het jeugdschaak. Gelukkig was die thuis, en kon uitleggen waar het nieuwe clublokaal was. Zo kwamen ze er toch, maar zeker een half uur na aanvangstijd. Met de dranghekken bleek een bocht in de weg bedoeld te zijn dat beveiligd was door een hek met roodwit geblokte planken. Ik had het ook niet herkend als een dranghek. Sinds ik teamleider ben zorg ik dat in elke auto papieren zijn met een adres van de club en een routebeschrijving. De laatste jaren voel ik me steeds meer een uitslover. De chauffeurs zijn eigenwijs, of beter, rijden liever op hun Tom-Tom dan dat ze op mijn routebeschrijving vertrouwen (meestal gevonden op de clubsite van de tegenstander). Het ging één keer mis. Een generatiegenoot die geen Tom-Tom had, reed achter de andere auto aan. Die leidde ons naar het clublokaal, en wij vonden een parkeerplaats een eindje verderop. Na afloop zagen we de andere auto natuurlijk niet meer. We hebben aardig door Kampen Zuid gedwaald, veel eenrichtingsverkeer, en heel wat tijd verloren. Ik speelde vroeger in de Zaanstreek, bij het Witte Paard, clubavond op vrijdag. Ons team moest tegen Groningen op zaterdagmiddag. Een van hun spelers studeerde in Amsterdam, en had geen zin in zo'n verre reis naar Groningen. Dus vroeg hij aan onze teamleider of hij die vrijdagavond vooruit mocht spelen. Dat werd goed gevonden, ik was zijn tegenstander. Maar hij kwam niet opdagen. Wij vonden dat we een gratis punt hadden gehaald, en dus ging ik de volgende dag niet mee naar Groningen. Mijn tegenstander was het vooruit spelen kennelijk vergeten, maar realiseerde zich de volgende morgen wel de wedstrijd. Hij belde met zijn teamleider, en die vroeg hem om toch maar de reis te maken. En dus kwam hij daar zonder een tegenstander aan te treffen, en Groningen claimde een gratis punt. De competitieleider werd erin betrokken, en die zei dat het een onduidelijke afspraak was. Het had een afspraak tussen teamleiders moeten zijn. Groningen kreeg het punt. Ik werd een paar weken geleden gebeld door een speler van Lelystad. Die wilde zijn partij vooruit spelen. Op de clubavond vond ik een VSG-er die graag vooruit wilde spelen omdat het nog onduidelijk was of hij op de officiële wedstrijddatum wel kon aantreden. Toen heb ik aan de Lelystadse speler laten weten dat in orde zou komen, maar dat het via zijn teamleider 5
moest lopen. Daarbij moest ik nog een klip omzeilen. Wat gebeurt er als een van de twee beoogde spelers ziek wordt - ik wist eigenlijk al dat betrokkenen niet op de officiële tijd konden. Ik ben met hun teamleider overeengekomen dat er één bord vooruit zou spelen, maar zonder namen af te spreken (wel een bordnummer wegens de kleur). Als een beoogd speler verhinderd was, moest de betrokken teamleider zorgen voor een vervanger. Bij het begin van een wedstrijd komen de teamleiders bij elkaar en overhandigen elkaar de opstelling. Bij een eindronde een paar jaar geleden kwam onze tegenstander met een lijstje van slechts zeven spelers, het eerste bord was onbemand. Dus onze sterkste speler had geen tegenstander, en hun sterkste speler zat natuurlijk aan bord twee. Ik voelde me niet happy met de gang van zaken; maar ja, je kunt er wel wat van zeggen, maar er niets tegen doen. Onze topspeler heeft toen wel een mooi wedstrijdverslag geschreven. Bij de afgelopen eindronde was er ook zoiets aan de hand. Er stonden 3 teams op de voorlaatste plaats: VSG, DZC (Dronten-Zeewolde) en de Schaakmaat (Apeldoorn). Eén ervan zou degraderen. Wij speelden tegen de Schaakmaat, en DZC speelde tegen het sterkere Lelystad dat drie matchpunten meer had. DZC gaat al jaren heen en weer: het team is te zwak voor de 2e klasse, omdat aan de laatste borden 1400 spelers zitten, maar te sterk voor de 3e klasse omdat ze daar met zestallen spelen en hun top wel sterk is. DZC zou vast verliezen van Lelystad. Wij hadden van de drie verenigingen de meeste bordpunten, dus zelfs als wij zouden verliezen van de Schaakmaat zouden we niet degraderen, want we bleven vast boven DZC. Maar er gebeurde iets wat ik niet had kunnen verzinnen. Lelystad kwam met 2 man minder naar de eindstrijd, en hield dat niet geheim. Daardoor speelden de beste zes van DZC tegen Lelystad. Ze speelden 3-3, dus won DZC met 5-3. Wij verloren van de Schaakmaat. Door dit alles degraderen we. Voor de volledigheid moet ik er wel aan toevoegen dat de degradatie ook eigen schuld is. We hebben slecht gepresteerd: Roland Bes en Cor Petersen zaten boven de 50 procent, de rest van het team zat eronder.
VSG 1 verliest ook 2de ronde OSBO (Sape Westra) Het 1ste team heeft ook de 2de wedstrijd in de OSBO competitie niet kunnen winnen. Van het sterke ASV 5 werd nipt verloren met 4,5 – 3,5. Een verslag van de spannende wedstrijd leest u hieronder. Op donderdag 12 november reed VSG 1 met twee invallers en een open plaats naar Arnhem. Op een industrieterrein aan de rand van Arnhem huist ASV in een arbeidsmatig activiteitencentrum. De reguliere bezoekers van dit centrum voeren als dagbesteding allerlei activiteiten uit. ’s Avonds wordt het centrum verhuurd aan verenigingen en clubs. De twee invallers Marco ter Meer en Henry Bosch namen de plaatsen in van Jan Lambrechts en Michael van Heuzen. De open plaats werd veroorzaakt door een communicatiestoornis tussen de teamleider en Ernst Keijer. Marco en Henry speelden aan bord 7 en 8, de open plaats werd gecreëerd aan bord 1. De eerste ronde langs de borden vond plaats na bijna een uur spelen en leverde het 6
volgende resultaat op: Sape Westra (bord 2) heeft zijn Marshallvariant maar weer eens van stal gehaald. Er zijn 13 zetten gedaan en op de klok staat een merkwaardige tijd: 1:09 voor wit en 1:39 voor zwart. Sape kent blijkbaar zijn klassieken. De witspeler lijkt op onbekend terrein maar doet wel steeds de gebruikelijke zetten. Zwart heeft een pion gegeven voor een aanzienlijke voorsprong in ontwikkeling. Rob Boterenbrood (bord 3) heeft een onregelmatige opening op het bord gekregen met kenmerken van de Caro Kann. Er zijn 11 zetten gespeeld en Rob zoekt naar initiatief. Gerard de Hoop (bord 4) speelt Dame-indisch. Na 13 zetten is nog weinig te zeggen over de krachtsverhoudingen. Wel lijkt het alsfof wit gemakkelijker het initiatief naar zich toe kan trekken. Bas West (bord 5) heeft 10 zetten gedaan. De partij is begonnen als Konings Indisch. Door de zet 10. …,c5 wordt het echter een heuse Siciliaanse draak. Cor Petersen (bord 6) heeft 9 zetten gespeeld in een Slavische opening. Cor heeft met Lb4 een wit paard gepend, maar de vraag is of dat iets oplevert op termijn; de loper lijkt geen verband met de andere zwarte stukken te hebben. Henry Bosch (bord 7) heeft 12 zetten gedaan in een opening die door zwart Frans is gemaakt. Geen van beide spelers heeft nog gerokeerd. Henry zoekt naar mogelijkheden om zijn stukken te centreren, de vraag is echter of de stukken goed zullen samenwerken. Marco ter Meer (bord 8) is 11 zetten op weg. Na een vroege Siciliaanse draak is het paard op c6 door wit geruild en Marco heeft terug geslagen met de b pion, waardoor een redelijk solide centrum is ontstaan. Om 21.00 uur wordt de eerste nul genoteerd aan het eerste bord. Marco komt in een op het eerste gezicht lastig eindspel terecht met lichte stukken, twee paar torens en ongelijk verdeeld over het bord elk 6 pionnen. Marco heeft met zijn loper een pion op b2 geslagen maar lijkt daarmee de witspeler kansen te hebben gegeven om het initiatief te nemen. Blijkbaar vindt wit het initiatief te weinig en om 22.10 uur wordt tot remise besloten. Sape heeft de witte stelling stevig in de tang gekregen en gaat, geïnspireerd door de tijdnood van zijn tegenspeler over tot blufpoker; hij offert een loper voor de aanval, wit heeft onvoldoende tijd om de gevolgen van het offer door te rekenen en ruilt zijn dame tegen toren en loper, maar komt daarmee in een erg nadelige stelling terecht. Een paar zetten later, om 22.45 uur, wordt hij mat gezet. Daarmee is de stand weer in evenwicht. De gecentreerde stukken van Henry werken minder goed samen dan gedacht. Op f2 lijkt een zwakte te ontstaan. Henry kiest voor dameruil, daarna stukkenruil en daarna wordt remise overeen gekomen. Bas heeft de in een draak getransformeerde stelling het beste begrepen en speelt op het gat d5. Zijn tegenspeelster ziet in dat haar stelling aan alle kanten uit het lood is en forceert waarna Bas een pion wint. Later blijkt, aldus Bas, dat deze pionwinst voorbarig was; met een torenzet om de zwarte dame te verjagen, was spoedig mat gevolgd. Toch weet Bas met kordaat spel het punt geruisloos binnen te slepen, al neemt dat op de manier waarop hij het doet wel iets meer tijd in beslag. We staan voor, zouden we kunnen winnen met een man minder? Cor heeft onnadenkend een pion verspeeld. Om tegenspel te 7
krijgen koerst hij af op een eindspel met ongelijke lopers. Het enige probleem is echter dat op dat moment beide spelers ook nog 2 torens en een dame op het bord hebben staan. Ongelijke lopers hebben bij die materiaalverhouding veel minder effect. Wit toont dat feilloos aan; hij dreigt zijn zware stukken naar goede velden te spelen, Cor let even niet op en raakt een stuk achter. Na nog een paar pionzetten geeft hij om 22.33 uur op. Rob lijkt in het middenspel zijn tactische kansen niet volledig te hebben benut. Zijn geroutineerde tegenstander weet een eindspel te bereiken met 6 pionnen en beide dames. Even lijkt het erop dat Rob na dameruil in tempodwang komt, maar hij kiest voor de juiste afwikkeling waarna om 23.35 uur tot remise wordt besloten. Gerard is via een lastig middenspel in een lastig eindspel gekomen. Hij ziet nog een mogelijkheid om na dameruil en torenruil de pionnenmeerderheid op de damevleugel te krijgen. Wit heeft echter goed uitgerekend dat zijn koning dicht genoeg bij staat om de zwarte pionnen te neutraliseren. De zwarte koning echter is niet bij machte om samen met de g pion de drie witte pionnen op f, g en h tegen te houden. Om 23.38 uur buigt Gerard het moede hoofd. Helaas weer verlies met het meest minimale verschil, maar we laten de moed niet zakken.
Ik kan er niks van en ik raak nooit meer een stuk aan (Bas West) Ik weet niet of anderen dit gevoel ook kennen maar stel je eens voor. Na een avond schaken heb je een mooie overwinning behaald. Je hebt er hard voor gewerkt, je kreeg het niet cadeau, het was heel erg spannend maar dankzij jouw volharding en niet te vergeten superieure intellect heb je de overwinning binnen gesleept. En dan maak je de enige fout in deze partij: je laat Fritz de partij analyseren. Fritz (voor degenen die het niet weten) is een heel sterk schaakprogramma. Alleen de beste grootmeesters kunnen er nog wel eens van winnen, maar ook dat is geen zekerheid. Vroeger kwam het nog wel in de krant als het programma de wereldkampioen versloeg, maar dat is al lang geen nieuws meer. Het programma wordt met elke nieuwe versie sterker en elk jaar komt er een nieuwe versie uit. Om tegen te spelen is dit dus voor ons modale schakers niet leuk meer. Je wordt verslagen op een manier die je doet denken “Ik kan er niks van, en ik raak nooit meer een stuk aan”. Maar het programma heeft ook een hele mooie analyse functie. Je voert de partij in in het programma, je start de analyse en na een tijdje geeft het programma het resultaat terug. En het geeft precies aan wat je fout hebt gedaan. Op ons niveau is dat veel. Heel leerzaam…. en demotiverend. Neem nou mijn volgende partij. Ik speelde deze partij tijdens de OSBO wedstrijd tussen ASV 5 4 en VSG 1 op bord 5 Bas West (1820) – Quirine Naber (1688) 1. d4 d6
2. 3. 8
c4 Pc3
g6 Lg7
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Pf3 Lg5 e3 Le2 0-0 Tc1 Dd2 e4
Pf6 Pbd7 c6 0-0 Dc7 a6 c5 cxd4
20. 21. 22.
c5 Lf3 cxd6
Dxe4? Df5
12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Pxd4 Pb3± Pxc5 Tfd1 Lxf6 Pd5 b4 Pxf6
e5xd4 Pc5 Dxc5 Td8 Lxf6 Kg7 Dc6 Kxf6
Tot nu toe ben ik best tevreden met mezelf. Ik sta beter, zwarts loper op c8 en toren op a8 staan onderontwikkeld, de zwarte koning staat erg raar en wit heeft z'n stukken beter en actiever staan. Straks gaat de toren naar c7 en dan dreigt de witte d pion wel heel snel op te stomen. Fritz heeft wel de nodige opmerkingen (natuurlijk) maar niks schokkends. 22.
..
e4??
Zwart probeert iets te forceren maar dit is natuurlijk een slechte zet. Ik vroeg mijn tegenstander waarom ze deze zet speelde, en ze dacht hiermee uiteindelijk na 23. 24. 25.
Dd4+ De5 Lxe4 Dxd4 Txd4 Ke5
de pion op d6 terug te winnen. Echter 26.
Tcd1
en alles staat gewoon verdedigd en zwart heeft nog evenveel problemen als voorheen.
9
Ik speelde dus 23. Dd4 zonder verder goed te kijken want ik was tevreden met een gezonde pion. “Fout!” zegt Fritz genadeloos en schrijft 23. Tc5 voor.
Zwart verliest dan namelijk de dame tegen de toren of gaat mat. Bijvoorbeeld: 23. 24. 25. of 23. 24. 25.
.. De6 Dd4+ Dd5 Dxd5 mat .. De7 Dd4+ Ke6 Dd5 mat
Als zwart de toren slaat mag ze daarna niet ook nog eens de loper op f3 slaan. Na 23 .. Dxc5 24.bxc5 exf3 25. Dd4 verliest zwart namelijk ook nog de toren op d8, of loopt een matnet in. Zwart moet dus de koning op g7 in 'veiligheid' brengen, en heeft helemaal niks meer. De partij had dus uit kunnen zijn. In plaats daarvan duurde het nog ongeveer 20 zetten met complicaties voordat ik in de tijdnoodfase het punt kon binnenslepen. Kortom: voordat ik Fritz mijn spel liet analyseren dacht ik dat ik een goede partij had gespeeld. Maar in werkelijkheid kan ik er niks van, en ik raak nooit meer een stuk aan. (Nou ja, tot volgende week dan….)
VSG-2 tegen De Toren Jeugd (Wim Jongejan) In de tweede ronde van de Osbo competitie mocht VSG 2 tegen het jeugdteam van De Toren. Afgesproken werd dat we zouden spelen in Putten bij PSV Dodo vanwege de vrijdagavond. PSV Dodo stelde gastvrij ruimte ter beschikking. Men vroeg of er bezwaar tegen bestond om twee spelers vooruit te laten spelen. Wij antwoordden daarop dat dat wel kon en we zouden nog horen of het doorging. 10
Een week voor de speelavond zat ik in de bioscoop en las in de mail dat er twee spelers in Putten waren die op ons zaten te wachten. Tja, dat was (nog) niet definitief afgesproken. De volgende week kwamen ze toch met zijn zessen, alleen ze waren er al om half 8 en wij kwamen pas om 8 uur. Vermoedelijk onze fout? Het zou standaard half 8 zijn?Hoe dan ook, we speelden tegen een jeugdig team. Mark de Graaf speelde tegen een meisje dat nauwelijks boven de tafel uit kwam, Sara Martinez. Voor Mark een naam om niet licht te vergeten want in korte tijd was hij een toren kwijt en later verloor hij de partij. Roland Bes speelde tegen Ian Kock, een iets oudere jongen. Verslag van Roland: Mijn tegenstander, één van de groteren, had een rating van 1355 bleek achteraf. Niets van te merken tijdens de partij. Hij speelde met zwart het Londener systeem, hetzelfde wat op de club Sape Westra en Rob Hollman spelen. Alhoewel dat als een beginners opening te boek staat is het een degelijk systeem. Het is niet gericht op voordeel uit de opening, maar wel om een goed speelbare partij op te zetten. Na de opening gaat het dan om het echte schaken. Stukken op de juiste plaats zetten en de positie steeds verder verbeteren. De beste schaker zal waarschijnlijk winnen. Tot zet eenentwintig was er ook niet veel aan de hand. Allerlei min of meer logische zetten. Ik iets ruimte overwicht. Hij een goede loper op f5. Totdat ik even het veld d3 uit het oog verloor. Vrijdagavond? Te snel willen spelen (partijen met jeugd zijn korter)? Concentratieverlies? Kinderen die luidruchtig chips eten achter het bord? Het was in ieder geval geen onderschatting. Ik heb al eens tegen Lisa Schut gespeeld toen ze pas twaalf was. En ook op de schaakclub in Utrecht tegen Erwin l'Ami, toen hij nog jong en geen grootmeester was. En zo ook op enkele toernooien tegen van die talentvolle jeugdspelers (maar dat bleek later pas). Resultaat: steeds een overwinning voor de jeugd. Ik wist dus al wel dat "kleuters" heel sterk kunnen schaken. Maar goed, ik verloor dus even veld d3 uit het oog. Er volgde loper naar d3, daarna naar c4. En de partij was in hogere zin al over. Ik heb nog dertig zetten doorgespeeld. Testen of mijn tegenstander mogelijk iets zou missen. Maar hij speelde steeds de juiste zetten. Mijn stelling was niet te houden, hij deed niets geks, dus heb ik opgegeven. Toen ik hem feliciteerde en hem vertelde dat hij goed gespeeld had, was hij daar zichtbaar heel blij mee. We hebben nog even, zonder bord erbij, geanalyseerd. Daaruit bleek ook al dat hij geen beginner meer was. Hij wist de kritieke stelling, en ook wat voorafgaande schermutselingen, uit z'n hoofd te benoemen. We hebben daarna ook nog wat varianten bekeken met het bord erbij. En bij het opzetten van de door ons gekozen stellingen had hij geen notatieformulier nodig. Ik vermoed dat deze jongen een heel eind kan komen. En voor wat mezelf betreft, weer wat geleerd. Theo Janssen speelde tegen Tom van ’t Hoff, met zwart Konings-Indisch: de opstelling met e5. Na enige voorbereiding speelde hij f5. Tot zijn verrassing sloeg Tom exf5, en als antwoord kwam gxf5. Toen dreigde zowel f4 als e4, beide met stukwinst. Slechts één van de twee dreigingen kon hij oplossen, dus na 15 zetten verloor Tom een stuk. Daarna was het eenvoudig voor Theo en kon hij een punt bijschrijven. Marco ter Meer speelde tegen Arthur Malers en leek aanvankelijk wel overwegend te staan. 11
Tot er een stuk gepend werd en de tegenstander hem dit met een pion afhandig maakte. Daarna ging het bergafwaarts. Wim Jongejan, ondergetekende, speelde tegen Lodewijk Entrop die voortvarend van leer trok tegen de Versnelde Draak die ik met regelmaat speel. Een bloedige aanval op de koningsstelling was het gevolg waarbij Lodewijk toch een foutje maakte. Hij zette een paard in dat niet direct genomen kon worden en probeerde pas toen nog extra stukken in stelling te brengen. Wat hij over het hoofd zag was dat ik achtereenvolgens de kans zag de dames te ruilen én ook verplicht de beide torens. Daarna kon ik het paard wél nemen en hoewel Lodewijk nog een lastig eindspel op het bord bracht met enige gevaarlijke wendingen, kon ik gewoon afwikkelen en na ongeveer 70 zetten het punt verzilveren. Lodewijk bekende dat hij al veel eerder had kunnen opgeven maar dat hij, vanwege het feit dat het een teamwedstrijd was, heeft doorgespeeld. Volstrekt legitiem uiteraard. Wido Sparling (1602) met wit speelde tegen Elmar Roothaan (1287) een Konings-Indische partij. Op de 24e zet won wit zijn tweede pion en hij dacht dat hij daarmee ook de partij al gewonnen had. Het liep iets anders: de jeugdige zwartspeelster won 10 zetten later de kwaliteit, ruilde nog eens 10 zetten later ook haar laatste toren af waardoor er een eindspel ontstond met één witte toren tegen een zwart loperpaar. Wit had nog wel een pion meer, maar zo'n toren doet niet veel tegen twee lopers, behalve rondrennen over het bord en dekking zoeken. Op de 58e zet won wit nog een pion maar veel zin had het niet: de toren dreigde opgesloten te raken op de koningsvleugel. In een poging zijn toren te ontzetten speelde Sparling zijn pion h2-h4, die door zwart en passant geslagen werd, of althans, dat dacht zwart. In werkelijkheid speelde ze pion g4-h3, waarna ze de witte g3-pion van het bord pakte in de veronderstelling dat dat zo moest. Wit protesteerde natuurlijk, de zaak werd rechtgezet. Technisch bezien had wit hier moeten eisen dat zwart de aangeraakte pion zou spelen: de enige mogelijke zet was dan gxh4 e.p., waarna wit zijn toren zou redden en een remise voor de hand zou liggen. Maar wie zou dat nou doen. Het maakte voor het verloop van de partij niet uit: Sparling vond een ander manier om zijn toren te ontzetten en op de 63e zet werd remise overeengekomen (zie diagram na 63. e4 ½-½). Aldus werd VSG 2 verslagen met 2 ½ - 3 ½ wat natuurlijk tegenviel. De jeugd heeft niet alleen de toekomst maar heeft ook het heden al te pakken!
Zwartewater – VSG3 (Uri Vecht) Op 10 november reden we op een donkere avond naar schaakclub Het Zwarte Water in Zwartsluis. Klinkt wel heel donker allemaal. Maar afgezien van een kleine omweg op de 12
heenweg met chauffeur Cees, viel dat reuze mee. Niemand verloor, twee remises waar Kees en Uri niet echt bij mee konden zijn, maar als team is 5-1 in een uitwedstrijd natuurlijk een prima resultaat. Moet wel bij gezegd worden dat we qua rating wel verplicht waren te winnen. Dat gebeurde dan ook. Bord 1 Uri Vecht - Teun Troost (1434) remise De tegenstander van Uri speelde na e4 een Hongaarse opening waarbij tot aan zet 20 alle stukken op het bord bleven. Dat was ik niet blij mee. Het had dan ook een zeer gesloten stelling tot gevolg waar later geen doorkomen meer aan was. Grrr. Remise. Bord 2 Dirk van Setten – Jaap Ruschen (1362) 1-0 De tegenstander van Dirk speelde met wit de Greco-variant van het Italiaans en verslond daarbij enorm veel bedenktijd. Na 10 zetten zaten ze nog in de theorie, maar had wit een uur verstookt tegen Dirk met zwart nog geen vijf minuten. Wit offerde een pion, die Dirk in de verwikkelingen terug moest geven. Daarna leek het of de witte koning veilig stond en die van Dirk niet, maar in feite was het omgekeerde het geval. Er stond een zeer actief wit paard op e5, maar de zwarte loper van Dirk op e4 bleek een killer. Na een foutief schaak van wit dacht die te kunnen vervolgen met een mataanval. Dat draaide echter uit op verlies van twee pionnen, waarna Dirk ook nog eens alle stukken kon afruilen om iedere tegenkans in de kiem te smoren. In het resterende pionneneindspel liet Ruschen zich pardoes mat zetten. Bord 3 Henri Bosch – Klaas Jan v.d. Vinne (1326) 1-0 Henri viel in voor Ulbe en speelde met wit weer eens 1. e4. Het resultaat daarvan werd een Spaanse opening wat Henri leuk vindt. Met een schijnoffer kwam hij al vroeg beter in stelling te staan en kwam een pion voor. Daarna hield Henri het initiatief en was zijn tegenstander genoodzaakt om alleen maar te verdedigen. Dat leverde in totaal drie pionnen en een stuk op. Omdat opgeven niet bij hem op kwam moest Henri hem wel ongegeneerd mat zetten. Bord 4 Kees Ferwerda- Jan Wiers (1479) remise De opening was een variant op het Konings-indisch, een beetje gesloten variant waarbij het tot aan het middenspel vrij gelijk op ging. Aan het eind van dit middenspel was Kees in de veronderstelling dat hij, door een stuk tegen 2 pionnen te ruilen, positioneel veel beter zou komen te staan. Na wat verwikkelingen besloot zijn tegenstander tot het aanbieden van remise, wat Kees na wat overpeinzing een goed aanbod leek…. Henri Bosch liet na afloop echter zien dat Kees het aanbod had moeten afslaan, omdat hij na wat omzwervingen met de toren materiaal had kunnen winnen en dus had kunnen winnen. Nu werd het remise. Bord 5 Cees Doets (1526) – Wim Jurgens (1312) 1- 0 Na de opening e4 speelde Jurgens c5. Na Lc4 werden vervolgens van beide kanten de paarden ontwikkeld. Jurgens ontwikkelde daarna vooral de pionnen op de dameflank, waarschijnlijk om de witte loper loper aan te vallen. Hij verzuimde wel om tijdig te rokeren, waardoor Cees het centrum kon aanvallen. Dat kostte zwart een pion. Daarna moest zwart steeds verdedigen en kwam behoorlijk onder druk te staan. Via afruil van dame en toren kon Cees vervolgens een paard winnen. Jurgens bleef daarna wanhopig doorspelen, meende te kunnen promoveren, hetgeen echter simpel te weerleggen was en hem ook nog een toren kostte. Met toren, paard en een paar pionnen achter bleef zijn tegenstander doorspelen tot 13
hij werd mat gezet. Bord 6 Piet Hein Bleeker - Pieter van den Berg 1- 0 Een gedegen Hongaarse opening van Piet-Hein met zwart. Met een klein overwicht in de opening laveerde Piet naar de 9e zet, waarbij zijn tegenstander zomaar pardoes een loper weggaf. Daarna was het achter de feiten aan lopen voor wit. Na nog wat slordige zetten in het middenspel gaf hij de pijp maar aan Maarten.... Daar was Piet Hein heel blij mee. Eindstand 5-1 voor ons! Zo konden we met een prettig gevoel weer langs het Zwartewater naar huis rijden.
VSG 5 speelt weer gelijk (Henry Bosch) Na een prettige ontvangst en een welkomstwoord startten we vrijdag de 13 de november om 20.00 uur onze tweede ronde in de OSBO competitie tegen ZSG 4. Ik speelde op bord 1, Onno op bord 2. William zat dit keer op bord 3 en Robin op bord 4. Ik (Henry Bosch) had niet mijn avond; mijn tegenstander ruilde ieder stuk gelijk af wat mij erg frustreerde. Onno miste een pionzet van zijn tegenstander wat hem een kwaliteit kostte. William stond na een uur nog helemaal gelijk. Maar Robin had er goed zin in en won al gelijk een stuk. Snel daarna moest Robin zijn tegenstander opgeven. Dus 0-1. Goed gespeeld! Al snel daarna kon Onno het tij niet meer keren en moest opgeven. De stand was weer gelijk. Door slecht spel van mijn kant won mijn tegenstander. Gelukkig hadden we William nog, die maar liefst door een 20 tal ZSG-ers, waaronder Andries Mellema, werd bekeken. William toverde een eindspel op het bord met een duidelijk plan. Dit maakte ook het verschil. Met een 2/2 eindstand konden we om 23.00 uur weer naar huis.
Schaken na Het Witte Paard (Theo Janssen) Dit artikel werd 25 jaar geleden geschreven voor 50 jarig het jubileum van het Witte Paard, maar niet gepubliceerd. Nu verschijnt het wel, met een nawoord. Het lijkt me ook aardig voor VSG-ers dit te lezen. Bij Het Witte Paard ben ik als beginner gestart. Geleidelijk klom ik tot de subtop en jarenlang was ik vaste speler in de staart van het eerste dat toen in de 1ste klasse KNSB speelde. Op zeker moment verhuisde ik naar Ermelo, een bekende vakantieplaats op de Veluwe. Na ongeveer een jaar zocht ik contact met de plaatselijke schaakvereniging. De begroeting was allerhartelijkst. "Je had een half jaar eerder moeten komen, we hadden je nodig. Nu hebben we de promotie op een half punt na gemist. Dat waren prettige geluiden nadat ik het seizoen tevoren mijn eerste tientalplaats bij Het Witte Paard was kwijtgeraakt. Hier was ik welkom en werd mijn schaakkunnen gewaardeerd. Het bleek een heel gezellige vereniging. Ik zal een paar leden aan u voorstellen, sommigen van u zullen ze nog kennen. Allereerst mevrouw Timmer, die enige malen kampioen van Nederland is geweest bij de dames. Dan 14
de heer De Gaay Fortman, die parlementair kampioen van Nederland is. En ingenieur Mondria niet te vergeten , een ex hoofdklassespeler afkomstig uit Amsterdam. De hoogste klasse van de vereniging Ermelo was een seizoen 2e klasse KNSB. Dat is lang geleden, ze hebben toen nog tegen ZSC gespeeld (met van het Kaar en Siebeling). Een gebeurtenis uit de geschiedenis van de vereniging wil ik nog speciaal vermelden. Het was voor de 2e were1doorlog. De match om het wereldkampioenschap tussen Euwe en Aljechin zou gehouden worden als er genoeg geld was. In het hele land werden inzamelingsacties gehouden. De match zou door het land trekken, in de plaatsen waar het meeste geld was ingezameld zou een partij van de match gespeeld worden. Ook Ermelo deed mee aan de landelijke schaakkoorts. Ze konden natuurlijk niet voldoende inzamelen om een partij te verwerven maar haalden toch een aanzienlijk bedrag op. Zo'n groot bedrag, dat de KNSB de ene partij waar zij over mocht beslissen in Ermelo liet spelen. En zo hebben Euwe en Aljechin op een dag in het plaatselijke hotel hun matchpartij gespeeld. Natuurlijk ben ik meteen in het eerste team( promotieklasse OSBO) gekomen. Ik speel, in de middenmoot en mijn prestaties wisselden: Soms ben ik topscoorder van het team, soms een der minderen. Maar de sfeer is altijd even gezellig en een slecht seizoen wordt niemand kwalijk genomen. Zou je erbij Het Witte Paard uitgezet worden, hier kwam je hoogstens een bordje lager. Heel prettig voor iemand met een gevestigde reputatie zoals ik, maar minder leuk voor opkomende talenten. Jarenlang was ik een van de hoogste ratinghouders van de vereniging (dankzij de Witte Paard-prestaties, want de promotieklasse telde toch niet mee). Op de jaarvergadering staat de gezelligheid centraal. Eerst worden de notulen voorgelezen van het jaar daarvoor, vervolgens de diverse jaarverslagen. Daarna volgt het hoogtepunt: de leiders van de diverse teams presenteren hun verslag. Eigenlijk is presenteren niet het juiste woord, voordragen is beter. De een vertelt enige anekdotes uit het afgelopen seizoen, de ander heeft een verslag in de vorm van een gedicht en zo komt iedere teamleider met iets creatiefs. Aan het eind van de avond worden de plannen voor het volgende jaar besproken. Dat duurt meestal heel kort: het bestuursvoorstel wordt na enige discussie voor aangenomen verklaard. Twee keer heb ik een bijdrage geleverd aan het verstoren van de traditie. De eerste keer toen de vereniging voor het eerst in haar bijna 50-jarig bestaan statuten en reglementen kreeg .De andere keer betrof de organisatie van de interne competitie. Men speelde een groepensysteem. Een cyclus voor de Kerst en na promotie/degradatie een tweede cyclus. Dat gaf telkenjare complicaties omdat er groepen niet uitgespeeld waren ( afgebroken partijen, ziektes, etc. ). Zulke situaties werden dan op prettige wijze geregeld. Zo werd de eerste groep eens een man groter gemaakt omdat iemand die er in thuishoorde buiten de boot dreigde te vallen . In samenwerking met een andere ex-westerling heb ik toen succesvo1 actie gevoerd om het systeem Keizer te introduceren. U begrijpt, het is heel gezellig om lid te zijn van zo'n vereniging. Maar ook Het Witte Paard had zijn gezelligheid en zal dat ook nu wel hebben. Er is echter één reden om bijna alle leden van Het Witte Paard voor te stellen hun lidmaatschap te beëindigen en lid te worden van een vereniging in hun directe omgeving: dan kan namelijk gebeuren wat mij hier is 15
overkomen. Bij Het Witte Paard zou me dat nooit gelukt zijn, maar hier werd ik clubkampioen! Naschrift 2014. In de 25 jaar daarna is het me nooit meer gelukt. Ik speel inmiddels in de top van het tweede team, tweede klasse OSBO. De leden Timmer en Mondria zijn overleden. Bas de Gaay Fortman is geen lid meer, ik zie hem nog wel eens op het station als hij op reis is naar een groepering christenen elders, bijvoorbeeld in het Oostblok. We spelen nog steeds het systeem Keizer. Toen we het invoerden deed onze wedstrijdleider het in een groot schrift zonder herwaarderen (Jan Rot deed dat indertijd met de hand wel!). Tegenwoordig gebruiken we een computerprogramma dat het automatisch doet. Euwe had zich met zijn secondanten minutieus op de match Euwe-Aljechin voorbereid. Die werd een beetje overschaduwd door het gerucht dat Aljechin altijd dronken was. Dat Aljechin uit ijdelheid geen bril droeg en daardoor soms wat raar liep, hielp ook mee. De wedstrijd Euwe-Aljechin in Ermelo was een keerpunt in de match. Tot dan toe had Euwe soms gelijk gestaan, maar meestal achter. In Ermelo was de stand 9½ -10½ , dus Aljechin 1 punt voor. Jan Timman schreef het volgende over deze partij in Elsevier, 26 November 1988: "De 21ste matchpartij Aljechin-Euwe moet op 19 November 1935 om zes uur 's avonds in Ermelo beginnen. Aljechin verblijft in het Carlton-hotel te Amsterdam. Om kwart over twee rijdt een auto voor om hem naar Ermelo te vervoeren. Onderweg kruist de auto tweemaal het pad van een kat. In paniek staat Aljechin erop de reis verder per trein te vervolgen en gelast de chauffeur hen naar het station te rijden. Niet geheel nuchter komt Aljechin te laat in Ermelo aan. De partij wordt een uur uitgesteld. Euwe wint vervolgens overtuigend." Een keerpunt: daarna heeft Euwe niet meer achter gestaan en wint de match met 15½ - 14½. Euwe heeft later verklaard dat Aljechin altijd hetzelfde, normale drinkgedrag heeft gehad en dat dit zijn prestaties dus niet meer dan anders beïnvloedde.
VSG 1 haalt eerste wedstrijdpunt binnen (Sape Westra) In twee etappes heeft VSG 1 het eerste wedstrijdpunt binnen gesleept. De bloedstollende wedstrijd tegen ZZS! uit Zwolle werd afgesloten met 4 – 4. Twee partijen werden op 1 december gespeeld, de overige zes op 8 december. Bas West (1/12) wist een knappe stelling op te bouwen tegen de 1ste bord speler van ZZS!. In het eindspel was de Zwollenaar echter, ondanks zijn tijdnood, Bas te slim af. Na een loperoffer leek het nog alsof Bas een pion kon laten promoveren, maar de witspeler had verder gekeken. De tegenstander van 2de bord speler Sape Westra (1/12) speelde op het verkrijgen van centrumvelden. Hierdoor was hij te laat met rokeren. De koning in het midden werd het thema van deze partij. Sape vond het wel een pion waard. De zwartspeler leek zich door lang te rokeren in veiligheid te spelen, maar de witte dame ondersteunde de toren en lopers. Toen zwart even niet oplette en de koning “op een veilig veld” zette sloeg Sape toe. Na ruil van twee stukken bleek een venijnige dubbele aanval op koning en toren beslissend. 16
Rob Boterenbrood speelde een wisselvallige partij. Hij dacht vlak na de opening een pion te winnen, het bleek niet zo te zijn, de stelling van Rob liep een deukje op. Behoedzaam manoeuvrerend leek Rob toch nog kansen te krijgen, totdat hij zijn dame te fanatiek in de witte stelling liet binnendringen. De dame moest worden geruild tegen een toren en verlies lag op de loer. Hoe hij het deed, wat doet het er toe, opeens stond er een eindspel op het bord met koningen, een paar pionnen waarvan twee vrij, een witte loper en een zwart paard. Wit leek de zwarte vrijpion te kunnen afstoppen met zijn koning, maar bij nader inzien bleek het een zelfmat te zijn (zie diagram). Een punt dus voor VSG. Ernst Keijer kreeg een zeer scherpe stelling op het bord. Zijn koning stond weggedrongen op h1, een dubbelpion op f2 en f3 waren geen goede beschermers. Toch wist Ernst zich wat vrij te spelen en hij leek zelfs voordeel te kunnen krijgen. In het middenspel deed hij echter niet de beste zetten en zwart kwam steeds steviger in het zadel te zitten. Uiteindelijk leverde dit verlies op. Jan Lambrechts deed voor de eerste keer dit seizoen mee. Hij was weer voldoende hersteld. Een zeer positionele partij werd het na de Konings-Indische opening, waarin Jan op den duur de beste kansen had. In het eindspel wist hij een pion te winnen en met krachtige zetten liet Jan het lijken alsof zo’n stelling uitspelen helemaal niet moeilijk is. Voor Jan inderdaad niet, hij won. Gerard de Hoop had een lastige partij. De Zwolse zwartspeler gaf hem weinig ruimte en nam de goede velden in beslag. Remise leek op een bepaald moment voor de hand liggend, maar gezien de stand in de wedstrijd liet Gerard zich daartoe niet verleiden. Met risico en geslepen zetten wist hij een gecompliceerde stelling te krijgen. Toen zijn tegenstander even niet goed oplette won Gerard met een mooie combinatie de zwarte dame. De tijdnood liet zich echter ook voelen; het leek alsof Gerard de weg winst met dame, loper en drie pionnen tegen toren, paard en 5 pionnen niet zou kunnen vinden. Gelukkig omzeilde hij de klippen en na een pion te hebben gewonnen was het einde niet echt moeilijk meer. Michael van Heuzen speelde tegen een jeugdvriend; samen hadden ze leren schaken en veel geschaakt. Na een iets te passieve opening van Michael kreeg wit de betere stelling met veel mogelijkheden om plannen te maken waarmee hij voordeel zou krijgen. Na een aantal uren te hebben geschaakt deed de witspeler een remiseaanbod. Gezien de 1 – 3 tussenstand kon hier niet mee worden ingestemd en in het recente verleden had Michael een aantal keren laten zien dat hij stellingen waar hij minder stond toch kon winnen. Achteraf bleek dit een fatale misrekening. Alhoewel Michael zich goed wist te verdedigen was het een ongelijke strijd. In tijdnood zocht Michael zijn heil bij een loperoffer, maar tevergeefs. Cor Petersen was als eerste klaar op 8 december. Zijn tegenstander was erg agressieve zetten aan het bedenken en doen. Dit in de Portugese variant van het Scandinavisch, dat Cor 17
totaal onbekend was. Ondanks een stuk voorsprong wist Cor de stelling in het middenspel niet dicht te houden, zijn koning werd opgejaagd door de zwarte dame, loper en toren. Bij nabeschouwing bleek cor eerst te moeten rokeren maar in plaats daarvan speelde Cor Pg5, wat hem een goede zet leek te zijn. Fritz gaf de tegenpartij na deze zet echter 17 punten voordeel! Cor kon geen goed verdedigingsplan bedenken en ging onderuit. Al met al hebben we ons eerste matchpunt binnen gehaald. Het leek er even niet van te komen, maar door het winnen van de drie laatste partijen gebeurde het toch. Dit moet voor ons een stimulans zijn in de volgende externe wedstrijd.
VSG 3 - Meppel 4 (Uri Vecht) Op 8 december jl. ontving VSG3 Meppel 4. Weer een team waar we, als je naar de ratings kijkt, wel van moesten winnen. Gelukkig lukte dat weer. Bord 1 Uri Vecht - Wiecher Horzelenberg (1404) 1 – 0 Uri met zwart speelde na e4 een Siciliaan. Het werd een Svesjnikov met een wit paard op b4 i.p.v. op b5 en dan kan de zwarte loper prettig naar b4 om paard c3 pennen. Dat had een aantal complicaties tot gevolg die wit niet kon oplossen. Uri won eerst een pion, later een paard en toen na 27 zetten torenverlies voor wit onafwendbaar bleek, konden de stukken weer in het doosje. Bord 2 Dirk van Setten – Theo Pereboom (1437) 1-0 De tegenstander van Dirk koos met zwart de afruilvariant van het Frans, ook wel bekend als Rubinstein variant en zelfs als "bangertjes"-variant (vanwege de relatief grote kans op een rustige remise). Maar al op zet 4 beging hij de eerste onnauwkeurigheid door direct Pf6 te spelen in plaats van het voorbereidende Pbd7. Terwijl hij verder ging met erg lang nadenken per zet en veel passiviteit (c6, Dd8-f6-d8-c7, Pbd7 wat Lc8 helemaal insloot), kon Dirk met recht-toe-recht-aan ontwikkelingszetten een geweldige drukstelling opbouwen tegen de kort gerokeerde zwarte koning: Lc3, batterij Lc2-Dd3 gericht op h7, torens op de goede lijnen. Die druk voelde zwart ook en daarom probeerde hij met een wanhoopspionoffer het tij te keren. Dit werkte echter als een boemerang. Dirk kreeg veel tempowinst, kon verdediger Paard f6 naar een ongunstig veld jagen en dwong zwart zo zijn slecht staande paard te offeren, maar dat hielp ook niet. De ontwikkelingsvoorsprong werd omgezet in een mataanval. Kortom: een eenvoudige winst tegen een "maatje kleiner". Bord 3 Ulbe Brouwer- Bijnze Bakker (1452) remise Een “Brouweriaanse” partij waarin zowel wit als zwart hun stukken ontwikkelden en de stelling voortdurend in evenwicht bleef. Bord 4 Kees Ferwerda- Ton Staarink(1599) 1 – 0 Vanuit een Hollandse opening ( d4, f5, c4, pf6, pf3, g6) kreeg Kees met wit in het middenspel grip op de koningsvleugel van zijn tegenstander. Dit resulteerde in de ruil van een wit paard tegen de zwarte dame. Vanuit deze plus-situatie was het uitspelen niet meer lastig en kon het punt worden toegevoegd aan de teamprestatie. Goede partij van Kees!
18
Bord 5 Cees Doets (1526) – Cor Panhuis (1236) remise Panhuis met wit opende met d4. Cees speelde vervolgens e6. Daarna deed wit twee zinloze zetten met zijn loper (eerst naar g5 en vervolgens naar f4). Dat kostte wat tempo's en kwam wit gedrukt te staan in op het centrum. Met een dubbelpion en moest hij f4 spelen om geen pion kwijt te raken. Wit leek beter te staan , maar er bleven 7 pionnen op het bord staan en met 2 torens, dame en gelijke lopers schoof Panhuis alles dicht, waardoor er op korte termijn geen doorkomen aanwas. In overleg met Uri bood Cees vervolgens remise aan. Verstandig, ook al kost dit ratingpunten. Remise was genoeg voor de teamwinst. Bord 6 Piet Hein Bleeker – Leo Bosma (1202) 0 – 1 Pieter zette zijn partij krachtig op: d4-e6, c4-Pe7,Pf3-Pg6. Kwam beter te staan, kon op een gegeven moment zelfs een stuk winnen. Maar later in de partij vervlakte dat voordeel. Toen leek het remise te worden door herhaling van zetten. Piet-Hein wilde persé winnen, week daarom af van de beste zet en zetherhaling en kwam in problemen die hij niet meer kon oplossen. Hij nam dit zure verlies wel sportief op. Zo wonnen we dus met nu met 4-2. Door dit prima resultaat staan we met twee clubs bovenaan in de derde klasse A: de Combinatie 1 en ZSG3. Op bordpunten staan we tweede. Dat belooft veel voor een spannend vervolg in deze competitie met ons derde team!
Een VSG 4 verslag zonder gevatte koptekst? (Willem Booy) Ook een stukje VSG5j Nou dan geven we gewoon een nuchter verslag aan de lezers. In november ontvingen wij Meppel 5, al weken van tevoren voorbereidingen getroffen. Ik had bij de jeugdspelers van het team de naam van de 11 jarige Marit Adema zien staan, die naam kwam me erg bekend voor. Na enkele dagen overdenken waar ik die naam van kende vond ik hem in Schaakmagazine 5 van dit jaar: een rating die hoger was dan die van een onzer teamleden, bij diverse jeugdtoernooien hoge ogen gescoord, enz. Enkele partijen van haar bestudeerd, uit het zelfde exemplaar van SM en ook nog wat op internet gevonden. Na haar partijen te hebben bestudeerd ging ik ook nog de andere spelers na, maar daar was niets of weinig over te vinden, buiten dat zij een redelijke rating hadden. Doordat we op de speeldatum niet op onze vaste stek terecht konden zochten we een alternatieve locatie. Deze vonden we bij ons teamlid Martin van den Broek, waar we hem zeer dankbaar voor zijn. Dit adres doorgegeven aan de ons bekende Sibbele Bonthuis, de captain van het Meppeler team. Hij antwoordde dat het geen probleem was voor het team dat uit alleen vrouwen zou bestaan. Ik, slim, mail terug: "wat drinken ze, koffie of fris, dan kunnen we daar voor zorgen". Antwoord "Koffie of thee". Hierdoor wisten we dat het in ieder geval geen jeugd zou zijn, wat ook niet nodig is omdat het team niet aldus zodanig geregistreerd staat. Op de speelavond ontmoetten wij drie vrouwen en één man, na de kennismaking bleken het de moeders van de jeugdspelers te zijn en één opa. De jeugd speelt daar de thuis en vrijdagavond partijen en in de andere gevallen gaan de (groot)ouders op pad. 19
Het werd een knusse, gezellige en ontspannen avond voor ons team. Bij de tegenstanders gierden de zenuwen door het lijf, voor alle vier was het de eerste bondswedstrijd. Misschien is dat ook een oorzaak van hun 4-0 verlies geweest. De volgende match is weer een ander verhaal. Wij moeten dan als grote kerels tegen de jonkies van onze club. Onze opstelling was prima en die van VSG 5 ook, maar hun teamcaptain kwam op het lumineuze idee een wissel toe te passen. Speler William had namelijk de vorige week al tegen onze man Ralf gespeeld. Of het goed was dat 3 en 2 van plaats wisselden. Prima zei ik, maar besefte te laat dat ik zelf 2 weken daarvoor ook al tegen William gespeeld had. Als Martin en ik ook nog van plaats gewisseld waren had de uitslag er waarschijnlijk anders uit gezien. Voor Henry ben ik niet bang, die durf ik met open ogen tegemoet te treden. Het is niet anders, Piet Vroegindeweij werd al vroeg onder tafel geschoven door Robin Brons. Als volgt moest ik (Willem Booy) het opgeven tegen William Shakhverdian. Ik kwam vrij vroeg in het spel een loper voor. Door de vreugde hierover deed ik een verkeerde zet en verloor een paard. Ik bleef daardoor nog met één pion voorsprong lusteloos achter de strijdvelden zitten. William kwam met zijn dame opeens mijn stelling binnenvallen. Mijn koning kroop in z'n schulp en kwam er pas uit toen ik het opgaf. Martin van den Broek die een goede partij speelde tegen Henry Bosch, hield de stand mooi in evenwicht. Maar ja Henry, een goede vriend, is tijdens een schaakpartij je ergste vijand, hij vermorzelde Martin om een heel klein foutje. In partij tussen Ralf van de Burg en Onno Wolters werd tot een remise besloten zodat Ralf de eer van de senioren nog een klein beetje redde. Al met al eindigde de match tussen VSG 5j en VSG 4 in 3½ - ½.
20
De jeugdcompetitie (Sape Westra) De jeugdige schakers van VSG krijgen wekelijks les. We gebruiken hierbij de bekende stappenmethode. Er wordt les gegeven uit lesboeken waarin de kinderen een klein stukje theorie lezen waarna ze de bijbehorende schaakopdrachten maken. In de methode worden vooral thema’s behandeld. Voorbeelden daarvan zijn:
de gouden regels van de opening dubbele aanval verdediger uitschakelen pennen röntgenaanval
De kinderen zijn ingedeeld in niveaugroepen en krijgen daar les van één van de 5 jeugdleiders. Regelmatig beginnen we de schaakles overigens centraal. Op het grote demonstratiebord wordt een stelling opgezet en leerlingen beantwoorden samen de vragen die over die stelling worden gesteld. Soms wordt een korte partij getoond en wordt ingegaan op belangrijke momenten in die partij. Veel kinderen vinden deze centrale start erg leuk. “Van deze instructie leer ik veel”, hoorde ik één van onze wijsneuzen zeggen. Ik wordt daardoor trots op onze jeugdafdeling. Niet altijd gaat het overigens op deze manier; soms leggen we de zaak stil omdat het zo rumoerig is dat denken niet meer goed mogelijk is. Stil zijn en focussen op schaken zijn leerprocessen die niet ieder kind even snel onder de knie krijgt. In november zijn we gestart met de jeugdcompetitie. In 2 groepen van elk 8 schakers wordt een programma afgewerkt. De schaakpartijen worden steevast voorafgegaan met de mededelingen:
aanraken is zetten stuk loslaten is gezet denk eerst na voordat je een zet doet denk aan de 3 gouden regels van de opening o pion in het centrum o paarden en lopers ontwikkelen o rokeren zodat de koning veilig staat neem de tijd en haast je niet
De jeugd zou de jeugd niet zijn wanneer na deze mededelingen een partij geopend wordt met het revolutionaire 1. h4 gevolgd door 2. g3…. In de nabespreking die soms plaatsvindt komen we hierop natuurlijk terug, maar het effect van zo’n evaluatie is niet altijd direct duidelijk in de volgende ronde. Ondanks dit soort revolutionaire openingsexperimenten zien we ook mooie partijen met zetten waar echt over wordt nagedacht. 21
Wat ik echt heel bijzonder vind is de stilte die tijdens de wedstrijden aanwezig is. De kinderen gunnen elkaar rust en stilte, ook al is hun eigen partij al afgelopen. De stand in de beide groepen na 3 van de 7 rondes is als volgt: 1
1 2 3 4 5 6 7 8
Groep A Joram Vliem Elmar Bakker Wouter Slimmen Justin Velthuijzen Tobias Issing Leonard Gerritsen Mikael Pluister William Shakverdian
1
1 2 3 4 5 6 7 8
Groep B Robert Bonestroo Pieter Wouda Max Jonker Kaj Breeman Koen van den Burg Emiel Priem Aram Brouwer Micha
2 0
3 0
4
5
1 1
0,5 0 1 2 1
0 1 1
0,5 0 0
0
6
7
8 0 0
0
1 1
3 1
4
5
0 0
1 1 0 0 0
1 1
7 1
1
1
6
0 0
0 1 0
1
1 0
Namens de redactie van het VSG bulletin
22
8 0 1
1
Totaal 0 2 1,5 1 0 2,5 1 3 Totaal 2 2 0 3 1 2 0 1
Taxi Centrale Ermelo Voor al uw boeketten
Sinds 1948 betrouwbaar vervoer
Straattaxi Groepsvervoer Ziekenvervoer Luchthavenvervoer Trouwservice Rouwvervoer Chauffeursdiensten Koeriersdiensten Autoverhuur
Romantische boeketten Bloemen en wijn Trouwboeketten Rouwstukken Bloemenbonnen Geboortestukken Internationale leveringen
Kijk op de website voor een compleet overzicht.
Tolweg 35 Ermelo, 0341 55600
De Enk 35 Ermelo, 0341 559590
www.tcermelo.nl
www.floradobloemen.nl
Mensen die zich ontwikkelen maken hun organisatie beter
Topkwaliteit waar u jarenlang plezier aan beleeft
Sleutelveld coacht, traint en adviseert in de branches gezondheidszorg, MKB en onderwijs.
Beterbad Sanitair leverancier van bijna alles voor bad en douche.
Beterbad Renovatie uiterst deskundig in het herstellen van uw bad, whirlpool en douchebak. Beterbad productie maakt kwaliteit op het gebied van (bubbel)bad, whirlpool en douchebak
Persoonlijke ontwikkeling Managementcoach Startende ondernemers Teamtrainingen Strategieontwikkeling Marketingadvies Ontwikkelen projectonderwijs
De Linge 33-35 Dronten, 0321 380028
Postbus 168 3850 AD Ermelo
www.beterbad.nl
www.sleutelveld.nl
23