Ver kor t eHandl ei di ng
Sur v eyPr o Ver s i e1. 1, 2011
Voorwoord. Deze verkorte handleiding is gebaseerd op Spectra Precision Survey Pro versie 4.8.x. en kan op enkele menu onderdelen afwijken van eerdere versies. In deze verkorte handleiding zijn de meest gebruikte functies uitgelicht, voor een volledige handleiding (Engelstalig) kunt u kijken op de cd die bijgevoegd is bij uw Nomad. Naast een verkorte handleiding zijn er ook enkele stappen kaarten toegevoegd waar stap voor stap beschreven word hoe diverse handelingen uitgevoerd worden, ook hier kunnen enkele schermafbeeldingen en menufuncties afwijken van eerdere versies Survey Pro. Tevens kunt u voor al uw vragen en opmerkingen contact opnemen met onze productspecialisten. Aan deze handleiding kunnen geen rechten worden ontleend.
Verkorte Handleiding Survey Pro
2
Inhoudsopgave. Hoofdmenu Survey Pro Plattegrond bekijken Bestand Openen / Nieuw Import Export Info over Afsluiten Job Instellingen Punten wijzigen Polylijnen wijzigen Auto lijnenwerk DTM bekijken Meten GNSS status Start meting Projectie Inverse Punt naar punt Cogo Punt in richting Oppervlakte berekenen Punten middelen Het maken van een job in Survey Pro Het importeren van uw punten in een job Het exporteren van uw punten naar het CAD programma Het inmeten van punten Het uitzetten van punten Het uitzetten van een lijn
pag. 4
pag. 6
pag. 7 pag. 7 pag. 9 pag. 9 pag. 9
pag. 10 pag. 13 pag. 13 pag. 14 pag. 15
pag. 18 pag. 18 pag. 19
pag. 20
pag. 21 pag. 22 pag. 23
pag. 24
pag. 27
pag. 35
pag. 39
pag. 40
pag. 41
Verkorte Handleiding Survey Pro
3
Hoofdmenu Survey Pro. Het hoofdmenu van Survey Pro ziet er als volgt uit: Geel; Job naam van de actieve job, die op dat moment geopend is. Rood; Hoofd functies. Roze; Sub functies, de functies die onder de knop van de hoofd functies vallen. Blauw; Tabs, als er onder een hoofd functie meerdere subfuncties zijn kan met de tab gewisseld worden tussen de verschillende functies die hier onder vallen. Groen; Status balk, zie verdere toelichting pagina 5.
Verkorte Handleiding Survey Pro
4
De statusbalk A;
Over Survey Pro, hier word getoond welke versie is geïnstalleerd.
B;
Online help menu, uitgebreid help menu binnen Survey Pro.
C; D; D;
Instellingen menu met betrekking tot het instrument dat is aangesloten op het programma, alles met betrekking tot de verschillende verbindingen word in dit menu weergegeven.
F; G;
De plattegrond bekijken van de actieve job, hier word de positie van de punten getoond, ook is het mogelijk om eventueel een onderliggende tekening toe te voegen en te bekijken. (zie ook pagina 6) Favorieten, in dit menu heeft u de mogelijkheid om de meest gebruikte functies onder een snelkoppeling te zetten, zodat u snel toegang heeft tot het gewenste menu. De batterij status van het veldboek. Toetsenbord tonen of verbergen, en de mogelijkheid om te wisselen tussen verschillende toetsenborden.
Overige statusbalk commando’s. Met het groene vinkje geeft u aan dat u een bepaald commando wil bevestigen. Met het rode kruisje geeft u aan dat u terug wil keren naar een vorig scherm zonder een commando te bevestigen.
Survey Pro afsluiten. Om Survey Pro af te sluiten, gaat u naar bestand (hoofd functie), en vervolgens naar afsluiten (subfunctie). Verkorte Handleiding Survey Pro
5
Plattegrond bekijken. Om de plattegrond te bekijken gaat u naar Vervolgens word het volgende scherm getoond; A; Zoom all (het complete werkgebied tonen) B; Inzoomen (het werkgebied vergroten) C; Uitzoomen (het werkgebied verkleinen) D; Zoomen met een venster (op een gericht gebied vergroten) E; Zoom naar punt (gericht een bepaald punt vergroten) F; Plattegrond instellingen (weergave plattegrond) G; Achtergrond (hier kunnen tekeningen aan een job worden toegevoegd, de .DXF bestanden dienen niet zwaarder te zijn dan ca. 1MB)
Verkorte Handleiding Survey Pro
6
Bestand, Openen / Nieuw Hier kan een nieuwe job worden aangemaakt, en hier kan gewisseld worden tussen de verschillende jobs die reeds aangemaakt zijn. Survey Pro start ook altijd op in de openen/nieuw functie. Alle jobs die worden gemaakt worden opgeslagen als een .Job bestand, middels de import‐ en export kunnen andere bestandsformaten worden gemaakt. Zie de stappenkaart op pagina 24 hoe u een nieuwe job kunt aanmaken. Tip: bij het maken van een nieuwe job waar u een .txt of .csv wil importeren kan het makkelijk zijn om dezelfde bestandsnaam toe te kennen aan de job als het te importeren bestand.
Bestand, Import Alle jobs die in Survey Pro worden gemaakt worden opgeslagen als een .Job bestand, maar middels de import functie kunt u bestanden die in een ander formaat zijn gemaakt importeren in uw job. De formaten die door Survey Pro worden ondersteund zijn: ‐ Job bestanden (.Job) ‐ Coördinaten bestanden (.CR5) ‐ GPS bestand (.GPS) ‐ Tekstbestanden (.TXT) ‐ Tekstbestanden (.CSV) ‐ LandXML bestanden (.XML) ‐ JobXML bestanden (.JXL) Indien u Mous Software (MC Start of MC Next) gebruikt, werkt u waarschijnlijk met tekstbestanden, dit zijn bestanden die zijn opgebouwd uit verschillende kolommen. Een voorbeeld van een punt in dit formaat is: Kolom 1 kolom 2 kolom 3 kolom 4 kolom 5 (indien aanwezig) Puntnummer X coördinaat Y coördinaat Z coördinaat beschrijving / code Voorbeeld: 25 163,886.865 564,169.979 0.363 kolk Bij het importeren van tekstbestanden zijn de volgende zaken van belang; ‐ Het scheidingsteken tussen de kolommen. Het bovenstaande voorbeeld is TAB gescheiden. Gebruikt u tekst bestanden in .CSV formaat dan is dit altijd komma gescheiden: puntnummer,X‐coördinaat,Y‐coördinaat,Z‐coördinaat,beschrijving ‐ Kolomvolgorde, in Nederland werken wij eigenlijk altijd in de X, Y, Z volgorde, belangrijk is dat u het juiste kolomnummer aan het juiste coördinaat koppelt: puntnummer: kolom 1 Y coördinaat: kolom 3 X coördinaat: kolom 2 Z coördinaat: kolom 4 Beschrijving: kolom 5 (deze kolom hoeft niet altijd aanwezig te zijn) Verkorte Handleiding Survey Pro
7
‐
De coördinaten zelf, dit dienen altijd coördinaten te zijn in het RD‐stelsel (rijksdriehoek stelsel). Als u werkt met 06‐GPS is dit ook van belang omdat de basisstations ook gepositioneerd zijn in het RD stelsel. De hoogte is altijd in NAP. Tip: in Nederland heeft een punt altijd positieve X‐ en Y coördinaten, en het X coördinaat is altijd kleiner dan het Y coördinaat.
‐
Het scheidingsteken van het coördinaat. Bij de standaard instellingen in Survey Pro word de komma (,) altijd gebruikt als scheidingsteken van duizendtallen: 1,000,000,000,000. De punt (.) word altijd gebruikt als scheidingsteken van de decimalen: xxx,xxx.100 = 10 centimeter xxx,xxx.010 = 1 centimeter xxx,xxx.001 = 1 millimeter
‐
Ook is het mogelijk om een te importeren bestand in een bepaalde laag te importeren, net als in een CAD programma. Standaard doet Survey Pro dit in de laag “Punten”, maar heeft u punten geplaatst om een aslijn van een weg uit te zetten dan kunt u dit ook doen in een gelijknamige laag. Als u nog een bestand wilt importeren in dezelfde job, kunt u de laag “aslijnen” uit zetten. Het is dus mogelijk om meerde (tekst)bestanden te importeren in één job.
‐
Puntnummer: Het is belangrijk dat wanneer er meerdere punten in een job geladen zijn er geen dubbele nummering aanwezig is, dan zal namelijk een foutmelding ontstaan. Importeert u een bestand waar dit wel het geval is, dan zal Survey Pro u vragen of u het punt wil overschrijven, of bij het eerst volgende punt nummer te starten. Zeker wanneer u meerdere bestanden in één job wil laden is het van belang dat u er op let dat er geen dubbele nummering ontstaat.
Tip: het kan makkelijk zijn om te werken in duizendtallen, voorbeeld: 1 – 999: bandenlijn 1000 – 1999: riolering 2000 – 2999: kolken 3000 – 3999: putten Op deze manier is de kans op dubbele puntnummers veel kleiner. In de stappenkaart op pagina 27 word getoond hoe een tekstbestand word geïmporteerd. Verkorte Handleiding Survey Pro
8
Bestand, Export Alle jobs die zijn gemaakt in Survey Pro worden opgeslagen als een .Job bestand, en kunnen hierdoor alleen met Survey Pro worden geopend. Wilt u uw job openen met een ander programma dan biedt de export functie u de mogelijkheid om uw job om te zetten naar een gewenst formaat. Wanneer u werkt met Mous Software is dit een tekstbestand, maar het is bijvoorbeeld ook mogelijk om een bestand rechtstreeks te openen in AutoCAD Civil 3D® d.m.v. een .landxml bestand. Voor het exporteren van een job gelden de zelfde voorwaarden als het importeren, belangrijk is dus wederom uw kolom volgorde: Puntnummer X coördinaat Y coördinaat Z coördinaat beschrijving In de stappenkaart op pagina 34 wordt getoond hoe een tekstbestand wordt geëxporteerd.
Bestand, Info over In dit scherm kunt u zien welke versie op uw veldboek actief is. Uw veldboek is op het moment van uitlevering altijd uitgerust met de meest recente versie van Survey Pro. Nieuwe versies kunnen inhoudelijk afwijken van eerder uitgekomen versies. Als u uw toestel met veldboek aanbiedt voor jaarlijks onderhoud dan word er gekeken of er een nieuwere versie beschikbaar is en wordt deze geïnstalleerd.
Bestand, Afsluiten Het is altijd aan te raden om Survey Pro correct af te sluiten, en op deze manier terug te keren naar het hoofdscherm van Windows. Als Survey Pro is afgesloten dan kunt u uw veldboek uitzetten. Als u een veldboek heeft met een ingebouwde sim module kunt u na het afsluiten van Survey Pro de “phone” uitzetten. En dan uw veldboek uit zetten. Verkorte Handleiding Survey Pro
9
Job, Instellingen In het instellingen menu zijn alle configuraties aan te passen, het menu is opgedeeld in verschillende onderdelen die aan de onderzijde getoond worden d.m.v. verschillende tabs. Met de pijltjes toetsen kan gewisseld worden tussen de verschillende schermen. GNSS ontvangers; In dit menu kunt u een standaard rover aanmaken, deze is te herkennen aan het serienummer wat aan de onderzijde van de rover vermeld staat. Ook de verbinding met het netwerk is hier in te stellen. Netwerken; In dit menu word het gebruikte VRS netwerk getoond. In Nederland is het meest voorkomende netwerk die van 06‐gps, het volgende adres en poort zou aan dit adres gekoppeld moeten zijn; Adres; 195.73.99.122 Poort; 2101 Verkorte Handleiding Survey Pro
10
Meetmodus; Standaard is Survey Pro zo ingesteld dat een meting in de float modus niet mogelijk is, mocht u wel een meting willen verrichten in deze oplossing dan is hier de mogelijkheid om ook de code float te accepteren. Ook kunt u de criteria m.b.t. de naukeurigheid in afstand aanpassen. Postproces; Mocht u de rover willen gebruiken voor een postproces meting dan kunt u hier de criteria instellingen aanpassen. Eenheden; Hier kunt u alle eenheden aanpassen die betrekking hebben op de hoeken en afstanden van de punten in uw job. De meest voorkomende instellingen zijn als volgt; Eenheid voor afstanden: meter Eenheid voor hoeken: graden Richting tonen als: azimut Azimut type: noord azimut Coörd. Volgorde: X, Y, Z Formaat; Hier kan aangepast worden hoe u de coördinaten getoond wil hebben, voor alle onderdelen geldt eigenlijk; 1,234.123 In het bovenstaande voorbeeld is de komma (,) het scheidingsteken van de duizendtallen, en de punt (.) het scheidingsteken van de decimalen. Bestanden; Hier kunt u ervoor kiezen om een feature code bestanden te laden, dit zijn .FEA bestanden waarbij u diverse eigenschappen aan de codes kunt toevoegen. Beschrijvingen; Hier kunnen codebibliotheken aan Survey Pro worden toegevoegd. Deze bestanden worden als tekstbestand ingeladen. Kort voorbeeld van een codelijst kan zijn: 01 bestrating 02 aslijn 03 trottoirs band 04 put 05 kolk Wanneer alle vinkjes aanstaan en bij bladeren is gekozen voor het betreffende code bestand, dan hoeft u tijdens het inmeten niet elke keer beschrijvingen in te voeren, maar zal er automatisch een code verschijnen als het juiste nummer of de eerste letter van een beschrijving wordt ingevoerd. Verkorte Handleiding Survey Pro
11
Inmeten; Hier kunt u een extra prompt instellen voordat het definitief wordt opgeslagen. Survey Pro zal ter bevestiging nog een keer vragen of het aangevinkte onderdeel correct is ingevuld. Uitzetten; Hier kunt u een aantal instellingen aanpassen met betrekking tot het uitzetwerk. Ook kan de tolerantie aangepast worden, voor wat betreft de te accepteren afstand tot het uit te zetten punt. Datum/tijd; Hier kunt u de klok van uw veldboek aanpassen, evenals de datum. Als u gebruikt maakt van uitgebreide uitzetrapporten wordt deze informatie ook aan uw rapport toegevoegd en is het dus van belang dat de correcte tijd en datum is ingesteld. NMEA GPS; Hier kan de interne GPS ontvanger van het veldboek ingeschakeld worden. Wanneer u uw veldboek gebruikt met een Total station i.p.v. een rover zorgt deze instelling ervoor dat uw Total station u eerder kan vinden wanneer u de prisma verloren bent. Knoppen; Hier kunt u functies aan de hardware knoppen toe kennen, deze staan standaard op de Windows configuratie. Algemeen; Hier zijn een aantal algemene instellingen aan te passen, bijvoorbeeld de geluiden bij het opslaan van een punt, of het gebruik van hoofd letters etc. Verkorte Handleiding Survey Pro
12
Job, Punten wijzigen In het menu Job, punten wijzigen kunt u uw punten bekijken. Ook is hier de mogelijkheid om uw punten te bewerken, te verwijderen of handmatig punten in te voeren. Wanneer u aan de hand van een coördinatenlijst een punt aan uw job wilt toevoegen, drukt u op “invoegen” en vervolgens komt u in het scherm waar u een puntnummer en een puntbeschrijving kunt invoeren. In het tweede venster “locatie” kunt u vervolgens de X, Y en Z coördinaten invoeren. Voor een voorbeeld hoe een coördinaat zou moeten worden ingevoerd zie pagina 7.
Job, Polylijnen wijzigen Indien u gebruik maakt van polylijnen in uw job, kunt u gebruik maken van dit menu wanneer u een polylijn wilt bewerken. Ook kunt u hier punten verbinden door middel van een polylijn, dit kan door handmatig verschillende punten te selecteren, maar ook door een reeks van punten op te geven. Survey Pro zal vervolgens een polylijn aanmaken, die gebruikt kan worden om een lijn uit te zetten, of om een offset te maken ten opzichte van de gemaakte polylijn. Als u werkt met tekstbestanden is het niet mogelijk om de gemaakte polylijn te exporteren naar het CAD programma, deze mogelijkheid is eventueel wel aanwezig als u gebruik maakt van .landxml bestanden. Verkorte Handleiding Survey Pro
13
Job, Auto lijnenwerk Survey Pro heeft ook de mogelijk om automatisch polylijnen te genereren. In het menu auto lijnenwerk kunt u een eigenschap aan een code/beschrijving koppelen. In het onderstaande voorbeeld is te zien dat wanneer u een punt gaat inmeten, waar u de beschrijving “aslijn” aan meegeeft, er automatisch een polylijn tussen de gemeten punten wordt gemaakt. Deze kan vervolgens gebruikt worden om uit te zetten naar een lijn, of een offset in een richting. Er kunnen meerdere beschrijvingen per job worden gebruikt om een polylijn te maken. Als u op de knop onder “Cmd” tikt, kunt u ook andere eigenschappen aan uw beschrijving koppelen, zoals een punt curve, tangent curve of radius curve. Tevens bestaat de mogelijkheid dat Survey Pro automatisch het 4e punt genereert in een vierkant, wanneer u 3 punten heeft gemeten. Ook hier geldt weer dat wanneer u een polylijn heeft aangemaakt, deze niet geëxporteerd kan worden naar een tekstbestand. De gemaakte polylijn is dus niet zichtbaar in het CAD programma. Verkorte Handleiding Survey Pro
14
Job, DTM bekijken Met de functie DTM (Digital Terrain Model) kunt u de inhoud van bijvoorbeeld een depot berekenen. Survey Pro kan een model met inhoud maken van een aantal gemeten punten in een opgeven laag. Dit houdt in dat alle gemeten punten in dezelfde laag opgeslagen moeten worden. Om in de juiste laag te werken gaat u naar Job → H: lagen beheren. Hier kunt u een nieuwe laag aanmaken, wanneer u deze op actief zet, slaat Survey Pro automatisch het gemeten punt in deze laag op. De actieve laag word gemarkeerd met een groen bolletje voor de laag. Wanneer alle punten zijn ingemeten (in de juiste laag) gaat u naar Job → G: DTM bekijken om de inhoud te berekenen. Tik als eerste op de knop “lagen” om de DTM laag te selecteren. Wanneer u een grens heeft aangemaakt door middel van een polylijn rondom uw depot, kunt u vervolgens op de knop “grens” tikken. Survey Pro zal nu punten die buiten de grens vallen niet meenemen in de berekening. Grens kan alleen geselecteerd worden wanneer deze als polylijn aanwezig is. Wanneer u in uw job alleen punten heeft gemeten naar het depot zullen er ook geen punten buiten het depot aanwezig zijn. Het is in dit geval niet noodzakelijk om een grens aan te maken. Wanneer u meerdere punten heeft gemeten in een andere laag dan de DTM dan gebruikt Survey Pro alleen de door u geselecteerde laag. Verkorte Handleiding Survey Pro
15
Vervolgens tikt u op “3D weergave” Nu wordt uw DTM getoond, met uw stylus kunt u om het depot heen draaien in 3D, de functies in de toolbar aan de linkerzijde zijn het zelfde als beschreven op pagina 6. Verkorte Handleiding Survey Pro
16
Om nu de inhoud te berekenen van het depot is de “datum” belangrijk, dit is een waterpaslijn vanaf welke hoogte de inhoud berekend moet worden. Er kan gekozen worden om de laagste Z waarde als datum hoogte te gebruiken. De inhoud zal dan iets hoger uitvallen dan in werkelijkheid. Er kan ook gekozen worden om de gemiddelde hoogte te nemen van de onderkant van het depot. Als de onderkant is ingemeten van bijvoorbeeld punt 1 t/m 62, dan kan de gemiddelde hoogte van deze punten berekend worden en als datum gebruikt worden. Survey Pro heeft nu een positieve waarde van wat er boven het waterpas vlak bevind, en een negatieve waarde van wat er onder het waterpas vlak aanwezig is. In het onderstaande voorbeeld is de gestippelde lijn de datum; Om de datum juist in te stellen tikt u links boven op de knop “Instell.”. Wanneer u de datum juist heeft ingesteld kunt u op de knop “Volume” tikken. De inhoud van het gemeten depot wordt nu getoond. Wanneer u de datumhoogte heeft ingesteld op de laagste Z waarde van het depot zult u zien dat “ophogen”altijd 0.000 m3 is. Wanneer u een gemiddelde hoogte heeft genomen voor de datum hoogte, worden de kubieke meters boven en onder de datumlijn getoond. Door deze bij elkaar op te tellen heeft u bij benadering de inhoud berekend. Verkorte Handleiding Survey Pro
17
Meten, GNSS status In het menu meten, GNSS status kunt u de gegevens van de rover opvragen. Aan de onderkant van het scherm ziet u weer de verschillende tabs, die verschillende informatie schermen tonen. In het linker tabje “ontvanger” kunt u zien wat de batterij status is, en in welke modus de rover zich bevind; autonoom, float of fixed. Ook word de kwaliteit van de positie getoond, en kan men zien hoeveel satellieten gebruikt worden. In het tabje “Sky View” word ook de positie van de gebruikte satellieten getoond.
Meten, Start meting In het menu meten, start meting, kunt u daadwerkelijk uw meting starten, tikt u op “start meting” dan wordt u door een korte wizard geleid om verbinding te maken met uw VRS netwerk (06GPS) en zal u kunnen starten met het meetwerk. Zodra u bent aangemeld, en u keert terug in het hoofd menu dan kunt u terug gaan naar uw meting door op “data verzamelen” te drukken. Als u “meting hervatten” kiest zal Survey Pro opnieuw verbinding gaan maken en wordt de huidige verbinding afgebroken. Bent u klaar met het meetwerk dan kiest u “meting beëindigen”om de verbinding te verbreken, dit is ten aller tijde noodzakelijk want alleen op deze manier wordt de verbinding juist beëindigd. Zie ook de stappenkaart op pagina 39 hoe stap voor stap wordt getoond, hoe u een meting moet starten. Verkorte Handleiding Survey Pro
18
Meten, Projectie Alle punten die met Survey Pro in Nederland worden gemeten in het VRS netwerk van 06‐GPS worden opgeslagen in het RD stelsel (op dit moment is dat RD2008). Het is dus van belang dat uw job ook ingesteld is op deze projectie, als u een nieuwe job aanmaakt word ook altijd gevraagd of u het laatst gebruikte assenstelsel wil gebruiken, dit is als het goed is altijd RD2008 (of een nieuwere versie). Word deze vraag niet gesteld tijdens het aanmaken van uw job, en is er dus geen assenstelsel actief in uw job dan kunt u in het menu meten, projectie het juiste assenstelsel alsnog selecteren door op “Select. Zone …” te drukken.
Verkorte Handleiding Survey Pro
19
Inverse, Punt naar punt In het menu inverse, punt naar punt kunt u de afstand tussen 2 punten berekenen. Er worden verschillende waarden berekend, de horizontale afstand tussen twee punten, de verticale afstand tussen 2 punten (het hoogte verschil) en de schuine afstand. Ook wordt de richting getoond tussen de twee punten en kan men zien wat het percentage hoogteverschil is. Verkorte Handleiding Survey Pro
20
Cogo, Punt in richting Met de functie “Punt in richting” kunt u een punt in uw job aanmaken ten opzichte van een gemeten punt. Deze functie wordt gebruikt om een punt te verklikken waar u geen meting kunt doen. Bij “Van punt” selecteert u het punt vanaf waar u het nieuwe punt wil aanmaken (het startpunt). Vervolgens selecteert u bij “Azimuth” de richting vanaf waar u het nieuwe punt wil aanmaken. Standaard staat deze in de richting ten opzichte van het Noorden. U kunt in de plattegrond twee punten selecteren om de richting van het gewenste punt te selecteren, druk op het kleine zwarte driehoekje en selecteer “kies op kaart”. Bij +/‐ hoek kunt u er voor kiezen om ten opzichte van de door u gekozen richting een hoek er bij op te tellen of er vanaf te trekken. Druk weer op het kleine driehoekje en selecteer bijvoorbeeld “90° bij optellen”. Typ nu bij “Horz afst” de gewenste afstand in, u kunt er eventueel ook een hoogte richting aan koppelen. Wanneer u alles heeft ingevuld kunt u op “Oplossen” drukken. Er wordt nu in de plattegrond getoond waar het nieuwe punt geplaatst wordt. Indien dit klopt kunt u vervolgens weer op het tabje “invoer” drukken onderin het scherm en kunt u aanvinken dat u het punt wilt opslaan. Kies een punt nummer, en druk weer op “Oplossen” nu is het punt ook daadwerkelijk opgeslagen. Verkorte Handleiding Survey Pro
21
Cogo, Oppervlakte berekenen Hier kunt u het oppervlak, en de omtrek, van een gemeten gebied/object berekenen. In het tabje “invoer” aan de onderzijde van het scherm kunt u aangeven van welke punten u de oppervlakte wil weten. Druk op het kleine driehoekje en selecteer de gewenste manier. Met “druk punten” kunt u handmatig in uw tekening punten selecteren. Als u het gemeten gebied met opvolgende punten heeft gemeten kunt u ook “Van / tm” selecteren. Als u het gewenste gebied geselecteerd heeft drukt u op oplossen. Vervolgens wordt de oppervlakte getoond in vierkante meters en in hectares, en word de omtrek van de het gebied getoond. Onder het commando “Oppervlakte berekenen” staat “Oppervlakte”. In tegenstelling tot het menu “Oppervlakte berekenen” berekend Survey Pro in het menu “Oppervlakte” ook de hoogtes en gemiddelde hoogte van de verschillende punten. Tevens wordt getoond hoe de hoogte ligt ten opzichte van dit horizontale vlak. Wanneer u een oppervlakte wil berekenen waar de punten veel hoogteverschil hebben dan is deze methode iets nauwkeuriger. Verkorte Handleiding Survey Pro
22
Cogo, Punten middelen In het menu “Punten middelen” kunt u de gemiddelde hoogte van een aantal gemeten punten berekenen. Wanneer u bijvoorbeeld een aantal maaiveld hoogtes heeft ingemeten kunt u vervolgens de gemiddelde hoogte berekenen. Als u een DTM (zie pagina 15) wil maken, en u wil voor de datum de gemiddelde maaiveld hoogte gebruiken dan kunt u deze hier berekenen. Selecteer eerst van welke punten u de gemiddelde hoogte wilt weten. U kunt weer op het kleine driehoekje drukken voor de gewenste selectie methode. Vervolgens drukt u op “volgende”, nu worden de gemiddelde X, Y en Z coördinaten getoond, als u deze gegevens ook als een punt wil opslaan vinkt u aan “punt opslaan” en kiest een punt nummer die nog niet in gebruikt is, u kunt dit punt ook gewoon uitzetten. Let wel op dat u het punt VRS uitvinkt om de gemiddelde waarden te berekenen, gezien het punt VRS geen gemeten punt is en de X, Y en Z coördinaten wel. Verkorte Handleiding Survey Pro
23
Het maken van een job in Survey Pro 1. 2.
Druk linksboven in het scherm op “start” en selecteer het programma “Survey Pro”.
Druk nu rechtsonder op “Nieuw”.
Verkorte Handleiding Survey Pro
24
3.
4.
Druk vervolgens op de tekstbalk onder “Job naam” om een naam aan de nieuwe job te geven, door op “Bladeren” te drukken kunt u eventueel de bestandslocatie aanpassen. Als u de juiste naam heeft ingegeven drukt u op “Volgende>”.
De instellingen voor deze job worden getoond. Onderstaand voorbeeld is het meest voorkomend. Druk vervolgens weer op “Volgende>”.
Verkorte Handleiding Survey Pro
25
5.
6.
Nu wordt het gebruikte coördinaten stelsel getoond, zorg er altijd voor dat u het juiste assenstelsel gebruikt. Op het moment van schrijven is het onderstaande voorbeeld correct. Druk op “Ja”.
Er wordt nu door Survey Pro een punt aan de job gekoppeld, standaard is dit altijd punt 1. Als u een meetbestand gaat importeren wordt deze overschreven naar uw eigen punt 1. Als u gaat inmeten zorg er dan voor dat u start met punt 1 en overschrijf dit punt. Druk op “Voltooien”
Verkorte Handleiding Survey Pro
26
Het im mporteren van uw p punten in een job 1. Open het pro O ogramma MC Start. 2. Selecteer he S et commando o “Punten vo oorbereiden in CAD tekening” 3. MC Start opeent nu het CAD programma, open ve ervolgens de tekening diee u wilt gebruiken o om uw meet tpunten in aaan te geven. Voordat u d de punten plaaatst zijn de volgende zaaken belangrijk: ‐ ‐
Is uw tekening op schaal getekend (m millimeters // meters)? Co ontroleer ditt met het com mmando “distance” (d di) en meet eeen afstand w waar u de m maat van weeet. Is uw tekening getekend in het RD sttelsel? De me eeste GBKN of RD tekeniingen zijn in dit s stelsel getek kend, is dit niiet het geval dan kunt u deze tekenin ng niet gebru uiken om pun nten in a aan te make en.
4. Klik op de “In nstellingen” knop. C Controleer o of de eenhed den kloppen, pas eventue eel de puntgrootte aan, een geef uw puntnummeer in (zorg ervvoor dat er ggeen dubbele e nummeringg in de teken ningen kome en) Verkorte Haandleiding Surrvey Pro
27
5. Klik vervolgeens op “Plaatts Punten” Nu kunt u in de tekeningg de gewenstte uitzetpuntten plaatsen. Zorg er well voor dat u d N de juiste “ “snap” inste llingen aan h heeft staan (eendpoint, miidpoint, interrsection etc. etc.) zodat u u de p punten prec ies op de juisst positie klikkt. 6. A Als u alle punten heeft aangemaakt kkunt u gaan exporteren, dit kan met of zonder bestand. a achtergrond Als u “exportt achtergrond bestand en punten” kiest moet u eer op letten d A dat uw teken ning niet z zwaarder ma ag zijn dan 1MB. Is dit weel het geval, zet dan een aantal lagen n uit die niet nodig z zijn, of wis ev ventueel een n aantal objeecten uit de ttekening diee niet geëxpo orteerd hoevven te w worden. 7. V Vervolgens kkomt het hoo ofdscherm van MC Start weer tevoorrschijn en zieet u al uw ge eplaatste punten, mett de X, Y en ZZ coördinaten n. Als u niet zeker weet o of de tekenin ngen wel in h het juiste s stelsel zijn ge etekend kun nt u ook linkss onder op “ttools” klikken n. Daar ziet u u een “googlle earth” knop, waar d de punten in n “google earrth” geladen zijn. U kuntt nu zien of d de punten op p de j juiste positie e uitkomen. Verkorte Haandleiding Surrvey Pro
28
8. Klik nu op “export naar Total station” 9. Geef uw punten nu een bestandsnaam en vink als u ook een tekening heeft geselecteerd het hokje “achtergrond bestand toevoegen” aan;
Als u de bestandsnaam heeft ingevuld klikt u op “Project Folder verkennen” vervolgens komt u in een map op uw harde schijf (gebruiker/mijndocumenten/MCStart2010projects). Maak hier een map aan, druk in de juiste map op de rechtermuisknop en selecteer “plakken”. Als u “export punten” in het CAD programma heeft gekozen verschijnt er nu een tekst(.txt) bestand, heeft u “export achtergrond bestand en punten” gekozen dan verschijnt er een tekst(.txt) en een tekening (.dxf) bestand. Deze bestanden moet u nu kopiëren en plakken in: deze computer/mobiel apparaat/ windows mobile gebaseerd apparaat/survey pro jobs Als u Windows XP heeft kunt u ook rechtstreek naar uw mobiel apparaat gaan door op verkennen te klikken i.p.v. projectfolder. U kunt nu rechtstreeks plakken in Survey Pro jobs.
Verkorte Handleiding Survey Pro
29
10. Pak nu uw veldboek en start het programma Survey Pro op. Maak een nieuwe job aan en geef dezelfde naam aan uw job als uw geplakte .txt bestand (zie pagina 23 hoe u een nieuwe job moet maken). 11. Als u de nieuwe job heeft gemaakt klikt u in het hoofd menu op Bestand → Import 12. Selecteer nu bij “Type”: Tekstbestanden (*.TXT) en selecteer dan het tekstbestand wat u heeft geplakt, druk vervolgens op het vinkje.
Verkorte Handleiding Survey Pro
30
13. Survey Pro vraagt nu in welke laag u de punten wilt importeren. Dit staat standaard in de laag “punten”, u hoeft dit niet aan te passen. Druk nu op het groene vinkje linksonder in het scherm. 14. Vervolgens worden de import instellingen getoond (zie ook pagina 7). Als u werkt met de Mous Software zorg dan dat uw scherm eruit ziet als op de foto en druk op “Volgende” Verkorte Handleiding Survey Pro
31
15. Nu ziet u uw kolom volgorde (zie ook pagina 7) als u werkt met de Mous Software zorg dan dat uw scherm er uit ziet als op de afbeelding en druk op “Voltooien”. 16. Er wordt nu een melding gegeven dat Survey Pro een punt ziet met de zelfde naam, namelijk punt 1, die standaard wordt gemaakt bij elke nieuwe job. Overschrijf dit punt met het nieuwe door op “Ja” te drukken. Verkorte Handleiding Survey Pro
32
17. U keert nu terug in het hoofdmenu en kunt in principe beginnen met uitzetten van uw punten. Wilt u ook uw tekening als achtergrond bestand toevoegen dan druk u op ½ onder in het scherm. (zie ook pagina 6) 18. Druk nu op de knop “Basiskaarten” Verkorte Handleiding Survey Pro
33
19. Druk nu op “Toev…” en selecteer het juiste .DXF bestand, kies een lijnkleur en vulkleur. Vervolgens komt u terug in het basiskaarten scherm en ziet u de door u gekozen basiskaart. Druk nu op het kruisje. 20. U keert nu terug in het plattegrond menu en ziet de meetpunten en basiskaart. Verkorte Handleiding Survey Pro
34
Het exporteren van uw punten naar het CAD programma 1. Wanneer u punten heeft ingemeten en deze wil exporteren naar het CAD programma, gaat u naar Bestand → Export. 2. Selecteer als te exporteren bestand: Tekst (.TXT) bestand, en druk op “Volgende” Verkorte Handleiding Survey Pro
35
3. Druk in het export punten scherm nu op het kleine driehoekje en druk vervolgens op “Selecteer alle punten”. Er wordt nu getoond hoeveel punten worden geëxporteerd. Tik nu op “Volgende”. 4. Controleer het export instellingen scherm (zie voorbeeld) en druk op “Volgende”. Verkorte Handleiding Survey Pro
36
5. Selecteer bij coördinaat volgorde “Naam, X, Y, Z, Beschrijving”, en druk op “Voltooien”. 6. Pas eventueel de bestandsnaam aan, en druk links onder in het scherm op het groene vinkje. Verkorte Handleiding Survey Pro
37
7. Start nu de verkenner op uw pc op en ga via “deze computer” naar “mobiel apparaat” ‐> “Mijn op windows mobile gebaseerd apparaat” ‐> Survey Pro Jobs en selecteer de map waar het tekstbestand is opgeslagen. Selecteer het juiste tekstbestand en kopieer deze naar een schijf (of het bureaublad) op de computer. 8. Start nu het programma MC start, zorg dat het tekstbestand op de achtergrond zichtbaar is en sleep het tekstbestand nu naar het scherm van MC start. Selecteer vervolgens het commando “export naar CAD”. 9. Wanneer u de punten wilt exporteren in een GBKN tekening selecteert u “punten toevoegen aan een bestaande tekening”. Wilt u de punten exporteren in een blanco tekening dan selecteert u “punten exporteren naar een nieuwe tekening”. 10. Let op de tekening eenheden. Wanneer u de punten wil exporteren naar een GBKN tekening dienen de eenheden waarschijnlijk op meters te staan. Als u op “details” klikt kunt u ook aangeven hoe u de punten wil exporteren; ‐ PuntID (alleen het puntnummer) ‐ PuntID + Code (puntnummer met beschrijving) ‐ Code (alleen de beschrijving) ‐ Hoogte (alleen de hoogte) ‐ PuntID + hoogte (puntnummer met hoogte) ‐ Code + hoogte (de beschrijving met de hoogte) Wanneer u de gewenste instellingen heeft geselecteerd klikt u op “volgende”. 11. Selecteer eventueel of u de Z coördinaten op nul wilt zetten, of selecteer eventueel of u een polylijn wil laten trekken tussen te gemeten punten. Druk nu op “export” en uw punten worden in het CAD programma geladen. Verkorte Handleiding Survey Pro
38
Het inmeten van punten Als u een veldboek heeft met ingebouwde sim module zorg er dan wel voor dat de Phone functie van uw veldboek aan staat. Zorg dat de juiste job geopend is in Survey Pro.
>> >> >> >> >>
Druk op Meten → Start meting. Als de juiste rover geselecteerd is (te zien aan het serienummer) drukt u op “Verbinden”. Er wordt nu verbinding gemaakt met de rover en het VRS netwerk. Selecteer nu het juiste mountpoint, en zorg dat uw gebruikersnaam en wachtwoord goed ingevuld staan.
‐ ‐ >>
>>
>>
>>
>> >> >> >>
Epoch25: 06GPSVRS30 Epoch35: 06GPSVRSGLO30
Druk op “Volgende”, er wordt nu verbinding gemaakt met de basis server. Controleer de baak hoogte (standaard is dit 2.000), en wacht tot de rover fixed word, druk nu op “Volgende”. Survey Pro geeft nu aan dat er een punt in de job is toegevoegd, VRS1. Bij de start van elke meting word dit punt aan uw job toegevoegd. Tijdens de tweede keer inloggen noemt Survey Pro dit punt automatisch VRS2 etc. Dit is altijd een virtueel punt wat aangemaakt wordt op ongeveer de positie waar u de meting gestart heeft. Druk tenslotte op “Voltooien”. U komt nu in het menu om te gaan inmeten, aan elk punt wat u gaat meten kunt u een nummer en een beschrijving toekennen. Als u deze heeft ingevuld plaatst u de baak op de positie die u wilt meten, en drukt u op “Punt”. Druk nooit eerder op “Punt” dan wanneer u echt op de positie staat die u wil meten. Nu wordt uw meting gestart. Op het scherm ziet u de X, Y en Z coördinaten, de oplossing van de meting, autonoom, float of fixed, het aantal satellieten (SV) en de precisie waarmee u dit punt kunt opslaan (Hprecisie en Vprecisie). Hoe langer u op de te meten plek blijft staan, hoe nauwkeuriger u deze positie kunt opslaan. Als de H‐, en V precisie nauwkeurig genoeg is kunt u op opslaan drukken. Herhaal de bovenstaande stappen totdat al uw punten zijn ingemeten. Door op het kruisje te drukken keert u terug in het hoofd menu. Drukt u vervolgens op “Data verzamelen” dan keert u terug in het inmeet scherm. Verbreek de verbinding door op Meten → Meting beëindigen te drukken.
Als u de verbinding heeft verbroken is het altijd aan te raden een nieuwe meting te starten en nog enkele punten te controleren of deze juist zijn opgeslagen. Verkorte Handleiding Survey Pro
39
Het uitzetten van punten >> >> >>
>> >>
>>
>>
>>
>>
>> >>
Maak verbinding met het VRS netwerk zoals beschreven op pagina 39, als u bent verbonden en in het inmeet menu zit drukt u links onder op het scherm op “sluiten”. U keert nu terug in het hoofdmenu, druk nu op Uitzetten → Punten uitzetten. Druk nu op het kleine driehoekje om een methode te kiezen om het juiste uitzetpunt te selecteren (kies uit lijst / kies op kaart). Als u het puntnummer weet van het uit te zetten punt kunt u het ook als getal ingeven in het witte invoervakje. Druk vervolgens rechts onder op “Oplossen” nu worden de X, Y en Z coördinaat getoond van het door u uit te zetten punt. Ook ziet u het puntnummer en een eventuele beschrijving. Druk nu “Uitzetten”. Vervolgens wordt getoond welke richting u op moet, om het punt uit te zetten. Dit wordt getoond in de windrichtingen (noord, zuid, oost en west). Zorg ervoor dat u deze waarden zo laag mogelijk krijgt, waar 0.000 uiteraard het meest nauwkeurig is. In de praktijk is dit erg lastig en zal een waarde van ca. 0.010 meestal acceptabel zijn. Beweeg tijdens het uitzetten als u bijna op het juiste positie bent niet te snel, kijk ook goed of uw meting een “fixed”oplossing heeft, en let op de HRMS en VRMS (horizontale en verticale precisie). Tijdens het lopen kunt u ook op de afbeelding kijken welke kant u op moet. De rode pijl tussen u (de rover) en het uit te zetten punt (geblokte vierkantje) stuurt u de juiste richting op. Als u in een straal van 20cm van het uit te zetten punt bent zullen de drie lampjes rond de afbeelding oplichten. De pijl is nu minder accuraat en u kunt beter naar de waarden aan de linkerkant kijken. Als u met de juiste precisie op uw positie staat kunt u op “Accepteren” drukken. U kunt vervolgens op “Opslaan” drukken als u het punt wil opslaan, of u kunt op “Volgende punt” drukken als u naar het volgende punt wil. U keert weer terug in het beginscherm van het uitzetmenu. Als u alle uitzetpunten in de juiste volgorde heeft ingegeven kunt u op “Volgende punt”drukken. Wanneer u begonnen bent bij nummer 1, dan zal Survey Pro automatisch naar punt 2 gaan. Dit wordt weer gegeven in het volgende scherm. Is dit het juiste punt, druk dan weer op “Uitzetten” Herhaal de bovenstaande stappen totdat u alle punten heeft uitgezet.
Verbreek de verbinding door op Meten →Meting beëindigen te drukken.
Als u de verbinding heeft verbroken is het altijd aan te raden een nieuwe meting te starten en nog enkele punten te controleren of deze juist zijn uitgezet. Verkorte Handleiding Survey Pro
40
Het uitzetten van een lijn >> >> >>
>> >>
>>
>>
Maak verbinding met het VRS netwerk zoals beschreven op pagina 39. Als u bent verbonden en in het inmeet menu zit, drukt u links onder op het scherm op “sluiten”. U keert nu terug in het hoofdmenu, tik nu op Uitzetten → Uitzetten naar lijn. Druk nu op het kleine driehoekje om een methode te kiezen om de juiste lijn te selecteren. Drukt u op “Druk punten” dan kunt u willekeurig punten selecteren in een job om een lijn te maken. Er kunnen dus meerdere punten geselecteerd worden om bijvoorbeeld een bocht uit te zetten. Als u werkt met polylijnen dan kunt u een lijn selecteren, of op “Van – naar” drukken. Typte u nu bijvoorbeeld; 1 – 12 dan maakt Survey Pro een lijn tussen deze punten die u vervolgens kunt uitzetten. Druk op volgende. De waarden die u nu op het scherm ziet, kunnen als volgt worden omschreven:
Er wordt nu getoond of u links‐ of rechts van de lijn staat, als de offset afstand 0.000 is, staat u precies op de lijn. Met de station afstand kunt u op een lijn bijvoorbeeld om de 5 meter op de lijn punten gaan uitzetten. Het eerst geselecteerde punt word automatisch het “station”, u kunt uw lijn ook verklikken door te zorgen dat uw offset afstand de gewenste waarde heeft. Dit is altijd haaks op de lijn gemeten. Als u punten wilt inmeten op een lijn ziet u de knop “Opslaan”. Nu weet u zeker dat al uw inmeetpunten op een lijn liggen, dit kan bijvoorbeeld bij dwarsprofielen inmeten erg makkelijk zijn, zeker als het een breed profiel betreft.
Verkorte Handleiding Survey Pro
41