De Limburgse Jager
Voorwoord Regimentscommandant Het is alweer november als ik dit schrijf. De term “time flies when you’re having fun” schiet door m’n hoofd. Helemaal juist, alleen niet volledig. Ook als je dingen moet doen waar je niet blij van wordt, bijvoorbeeld het naar z’n laatste rustplaats brengen van een Limburgse Jager, vliegt de tijd. Van ervaring wordt je wel wijzer, het went gelukkig nooit. Gelukkig zijn er meer dan genoeg mooie zaken die zorgen dat de balans stevig aan de goede kant blijft doorslaan. Bij het maken van een voorwoord begin je meestal met het puntsgewijs opschrijven van een aantal opvallende zaken over de afgelopen en komende periode. Vervolgens begint het opzoeken van achtergrondinformatie, al dan niet via internet. Al snel blijkt dat er heel veel is gebeurd in de afgelopen periode, te veel om allemaal op te noemen. Daarnaast blijkt het internet al een schat aan informatie te bevatten. Alles benoemen is teveel van het goede, overdaad schaadt. Ik ga daarom geen volledige bloemlezing geven van de agenda van het Regiment en ga proberen me te beperken. Het Bataljon heeft de zomerperiode afgesloten met een stevige eindspurt waarbij met name de oefening op het GefechtsÜbungsZentrum Altmark in de herinnering zal blijven. Niet alleen door de opzet, waarbij het Bataljon stevig aan de bak moest, maar ook door de locatie. GüZ Altmark ligt namelijk vlakbij Berlijn in de voormalige DDR. Deze maand is het 20 jaar geleden dat de Muur viel. Voor velen een gedenkwaardige dag die in het geheugen gegrift staat, voor de jongeren onder ons is de Muur iets
wat zij alleen uit de geschiedenisboeken kennen. Na deze oefening heeft het volledige bataljon deelgenomen aan de oefening Basic BLJ in de vorm van een pittig parcours-militair gevolgd door een feestavond op de kazerne te Budel. De dag erop stond in het teken van een herdenking door het Regiment bij het monument in Weert waarbij met name aandacht was voor de nabestaanden van “onze” gesneuvelden. De combinatie van deze activiteiten mag ik inmiddels benoemen als traditie na twee “succesvolle” uitvoeringen. Er is hard gewerkt aan “Saamhorigheid en Daadkracht”, maar ook aan de gedachte achter “Eens Limburgse Jager, altijd Limburgse Jager.” Maar dat was niet alles. Door het organiseren van een omvangrijke beëdiging op, een voor het Regiment historische locatie, het Vrijthof te Maastricht, werd de band met het Limburgse Land weer bestendigd. De bovengenoemde termen kwamen ook hier terug.
Ook het adagium “Niet beter, wel anders” kwam weer goed van pas. Limburgse Jagers gaan prat op het Regiment en de behaalde resultaten en dragen dit ook met gepaste trots uit zonder zich hierbij af te willen zetten tegen anderen. Zoals het hoort krijgen Oud-Limburgse Jagers en Limburgse Jager-veteranen een ereplaats bij herdenkingen. Zo ook tijdens de viering van de “2e Phaff-dag”, die in het teken stond van Korea en de gevallen Limburgse Jagers. De aanwezigheid van Kolonel bd. L. Schreuders en de vele Koreaveteranen waren hiervan de zichtbare exponent. De deelname van Nederland in de vorm van het Nederlands Detachement Verenigde Naties (NDVN) is lang vergeten en wordt ook nu maar weinig genoemd. Ik hoop dat het boek “De Bloedigste Oorlog – het vergeten bataljon Nederlandse militairen in Korea”1 hier verandering in helpt aan te brengen. De uitdagingen waar de leden van het NDVN mee geconfronteerd werden, zijn maar ten dele te vergelijken met de uitdagingen van het huidige optreden in Afghanistan. Het verliezen van een maat is echter universeel. Helaas kunnen de Limburgse Jagers, met inbegrip van onze zojuist teruggekeerde Regimentsoudste, hierover meepraten. Tijdens zijn periode als Commandant van Regional Command South is er veel bereikt in het zuiden van Afghanistan. Helaas heeft dit ook slachtoffers in de vorm van gesneuvelden en gewonden gekost. Ons rest niets dan eerbied.
vervolg op pagina 3 Robert Stiphout - De bloedigste oorlog. Uitgeverij L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen 2009. 1
De Limburgse Jager
REGIMENT LIMBURGSE JAGERS
Voormalige Linie Regiment van Phaff en 2e Regiment Infanterie, opgericht 23 november 1813 en 6e Regiment Infanterie opgericht 4 maart 1814, voortgezet en “herbenoemd” tot Regiment Limburgse Jagers op 1 juli 1950
Wapenfeiten en Inzet
Breda 1813, Naarden 1814, Quatre-Bras 1815, Waterloo 1815, Tiendaagse Veldtocht 1831, Citadel van Antwerpen 1832, Venlo 1940, Roermond 1940, Zutphen 1940, West- en Midden-Java 1946-1949, Noord-Sumatra 1947-1949, Koude oorlog (1950-1989), Bosnië 1995-2003, Irak 2004, Afghanistan 2007-heden Regiments-Commandant: Luitenant-kolonel H. Klein Schaarsberg Kapitein-Adjudant: Kapiten P. Martens, Regiments-Adjudant: Adjudant M. Verbaant Postadres: postbus 33, 5688 ZG Oirschot, 040-2666170
“Zuster” Regiment
Regiment Chasseurs Ardennais te Marche-en Famenne, België , Commandant: Lieutenant-colonel BEM P Gérard
42 Pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers, de Ruyter van Steveninckkazerne te Oirschot Missies: UNPROFOR-4 (Acie) 1995, IFOR-11996, SFOR-4 1998, SFOR-8 (A+Bcie) 2000, KFOR-2 (Verkpel) 2000, SFOR-11 2001, SFOR-15 (C-Cie) 2003, SFIR-3 2004, Fahnenband Bundesrepubliek Deutschland (Seedorf 1963-2006), ISAF TFU III 2007, ISAF TFU VIII (Acie) 2008, TFU IX ( BCie) 2009
Commandant: Luitenant-kolonel H. Klein Schaarsberg, Bataljons-Adjudant: Adjudant M.Verbaant
Patenschaftbataljon
Patenschaftbataljon 92 Panzer Grenadier Lehr Battallion , Munster, Duitsland
Regimentsoudste
Generaal-majoor M. de Kruif
Regimentsraad
Luitenant-kolonel H. Klein Schaarsberg, Luitenant-kolonel (R) bd. C.J.M.van der Ploeg, Adjudant M. Verbaant, Luitenant-kolonel bd N.C.S.Vroom, Majoor bd W.M.J. Pijpers, Luitenant-kolonel (R) bd. L Daems, Majoor bd. G.P.A. Hermans, Luitenant-kolonel dr. J.Komen
Stichting Regiment Limburgse Jagers
Ere-Voorzitter: Kolonel bd. J.W.de Leeuw, Ereleden Mevrouw M. van der Hoeven, Luitenant-kolonel (R) bd .Drs.A.P.Witlox. Kapitein bd K.G.M. van Dreumel Voorzitter: Luitenant-kolonel bd N.C.S.Vroom (
[email protected]), Vice-voorzitter Luitenant-kolonel bd F.M.A.J. Tummers (
[email protected] ) , Secretaris/Penningmeester: Majoor bd W.M.J. Pijpers (
[email protected]) , Commissaris Veteranen vóór ’50: Kapitein bd. L. van der Braken (
[email protected]) Commissaris Jonge Veteranen: Luitenant-kolonel (R) bd C.J.M. van der Ploeg (
[email protected] ) Commissaris Regimentsverzameling : Majoor bd. G. Hermans (
[email protected]) , Commissaris Muziek: LJer muzikant bd R. Jennen (
[email protected]) Commissaris Regimentshistorie: Lkol (R)dr. J. Komen (
[email protected]) , Commissaris Monumentengroep: Luitenant-kolonel (R) bd L. Daems (
[email protected]) , Commissaris Website: LJer bd A.J. Bosch (
[email protected]) , Secretariaat/Penningmeester: Wienkeskoel 94, 6074 HH Melick 0475-492868, e-mail:
[email protected] internet: www.limburgsejagers.nl
Contactgroepen/personen
Tamboer- en Fanfarekorps Limburgse Jagers: Limburgse Jager bd R. Jennen (
[email protected]) Demonstratiecompagnie: Eerste Luitenant (R) bd W. Bulte (
[email protected]), Limburgse Jager B. Vermeulen, Sergeant bd J. van Dok. 432/16 Bataljon Limburgse Jagers: Luitenant-kolonel bd P.van Lieshout, Limburgse Jagers bd F. Poeth en G. van Bun 17 Bataljon Limburgse Jagers: Luitenant-kolonel bd A. van de Loo 42 Mech Bataljon (IFOR), Majoor Jansen, Eerste luitenant Villanueva, Sergeant Kuiper, SFOR 4 Bataljon/ SFOR 11 Bataljon /SFIR 3 /ISAF TUF III(volgen) 13 Pioniercompagnie: volgt 13 Verkenningscompagnie: Limburgse Jager bd Wilgers
Regimentsverzameling - Regiment Limburgse Jagers
Van Hornekazerne Kazernestraat 101 Weert, Openingstijden: elke dinsdag 0930-1500en vrijdag van 0930-1200 en op afspraak Postadres: p/a Lfd Weert MPC 77A, Postbus 976, 6000 AZ Weert, tel 0495-462940 (MDTN 06-578-62940)
[email protected] of
[email protected] Conservator groep: Majoor bd G.P.A. Hermans, Limburgse Jagers W.J.Caris en H.Pook, Kapitein (R) bd G.M.M.Kruijtzer, Adjudanten bd J. Janssen en G. Schrivers, Kapitein bd K.G.M. van Dreumel, Luitenant-kolonels bd. P. Berden en J. van Ommen, Soldaat bd P. Franssen, Eerste Luitenant bd E.Brakel Vereniging Reünieorkest Limburgse Jagers (
[email protected]), www.limburgsejagers.nl/ROLJ Voorzitter: Limburgse Jager muzikant bd. H Gielen, Dirigent: dhr Stoffels, Repetitielokaal: Harmoniezaal Linne Secretariaat
[email protected]
WEB master groep www.limburgsejagers.nl
De Limburgse Jager bd. A.J. Bosch, Korporaals bd C. van Straaten, A. van Dijke en J van den Nieuwenhuyzen , Limburgse Jager bd H. Zwuup.
De Limburgse Jager Na afloop van een inzet heeft de militair recht op de Herinneringsmedaille Vredesoperaties. Op 23 oktober was dit het geval voor zo’n 1700 militairen,
waaronder de leden van de Bravo-Bulldogcompagnie. Zoals u weet hebben zij goed werk verricht, maar hebben zij het daarbij wel voor de kiezen gehad. Daarnaast kregen 13, tijdens de uitzending gewond geraakte, militairen ook het Draaginsigne Gewonden (DIG). Op de foto ziet u de CDS die zijn erkenning uitspreekt aan een van de vier Bulldogs die niet alleen de herinneringsmedaille heeft gekregen maar ook het Draaginsigne Gewonden. Een erkenning voor de inzet met een hoge prijs tot gevolg. De ceremonie werd, zoals het hoort, onder grote belangstelling in de Brabanthallen in ‘s Hertogenbosch gehouden. Erkenning en waardering was er ook voor de Kolonel bd J.W. de Leeuw toen hij op 14 oktober door de Burgemeester van Roermond de versierselen van het Ridderkruis in de Orde van Oranje Nassau opgespeld kreeg. Zijn inspanningen ten dienste van Nederlandse gesneuvelden en vermisten van niet alleen de Tweede Wereldoorlog maar ook van Indië en Nieuw-Guinea zijn hiermee zichtbaar gewaardeerd. Zoals u heeft gelezen, heeft het Regiment Limburgse Jagers wederom niet stilgezeten. Ook in de toekomst zal dat niet veranderen. Het Diner de Corps Officieren, dat op 22 januari 2010 gaat plaatsvinden, is maar één van de activiteiten maar uiteraard niet de minste. Tijdens dit Diner de Corps zal de waarnemend Regimentsoudste, Bgen T.W.B. Vleugels, het stokje weer overdragen aan de Gen-maj M.C. de Kruif. Gelijktijdig zal ik het Regimentscommando tijdelijk overdragen aan de Kol R.H. van Harskamp als gevolg van de toekomstige inzet van 42 BLJ als kern van de op dit moment nog laatste operationele Battle Group. Het logo dat u in dat kader nog veelvuldig zult tegenkomen heb ik voor de helderheid maar bijgevoegd. U ziet niet alleen het Limburgse Jagers-embleem maar ook het embleem van de Stoottroepen en de Mariniers als indicatie van hun bijdrage. Op 2 november is de formele start geweest van een druk
rijker goede mensen die betrokken zijn bij hun werk. Veelal zijn dit vrijwilligers. Naast bijvoorbeeld de leden van het websiteteam, zijn er nog veel meer vrijwilligers die ik niet tekort wil doen. Ik wil bij deze dan ook mijn dank uitspreken aan al deze vrijwilligers en spreek de hoop uit dat hun aantal de komende tijd alleen maar zal groeien. Afsluitend wens ik u allen een goede afsluiting van 2009 en een voorspoedig 2010 toe. opwerkprogramma dat in februari wordt afgerond. Ter zijner tijd krijgt U hierover meer informatie. Om elkaar goed te kunnen informeren zijn er niet alleen goede communicatiemiddelen nodig maar nog veel belang-
Saamhorigheid en Daadkracht. Eens Limburgse Jager, altijd Limburgse Jager. Niet Beter, Wel Anders. Luitenant-kolonel der Limburgse Jagers H.M. Klein Schaarsberg.
In Memoriam
Sergeant der eerste klasse Roy Maste 31 december 1984 - 27 september 2009
Op zondagmiddag 27 september is sergeant der eerste klasse Roy Maste om het leven gekomen als gevolg van een eenzijdig motorongeval in de omgeving van Roosendaal. Maste was als commandant verkenningsgroep geplaatst bij het verkenningspeloton van 42e Painfbat Limburgse Jagers. Maste kwam op in 2002 bij de KMS. Vervolgens volgde hij de vaktechnische opleiding infanterie (vto). Begin 2005 kwam hij te werken bij de Bravo-compagnie van 42e Bataljon Limburgse Jagers in Seedorf. Later ging hij naar de Charlie-compagnie. Met die eenheid werd hij uitgezonden naar Uruzgan (TFE-3). In september 2007 kwam Maste te werken bij het verkenningspeloton van 42 BLJ, daar was hij tot zijn noodlottig ongeval werkzaam. Zijn collega’s omschrijven de sergeant1 Maste als een rustig persoon, die je eerst moest leren kennen voordat hij zich openstelde. Hij lag erg goed in de groep. Hij was een uitstekend collega en een aanspreekpunt voor de jongens. Hij wist altijd goed wat er speelde binnen de eenheid. Zijn grote hobby was rugby, dat deed hij al twintig jaar. Hij speelde op hoog niveau en stond op het punt om bij Etten-Leur in de Ereklasse te gaan spelen. Naast rugby was sinds een half jaar motorrijden zijn grote passie, van die sport was hij helemaal bezeten. In de toekomst wilde Maste zijn carrière voortzetten bij het KCT in Roosendaal, zijn woonplaats. Helaas heeft het zover niet mogen komen. Wij wensen zijn familie, vriendin, vrienden en collega’s sterkte met het verwerken van dit zware verlies. Tevens gedenken we zij die ons in het afgelopen half jaar zijn ontvallen, Aooi bd S. van Ginderen, Kpl bd F. Wieland, Kap bd J.H. Dijks, Lkol bd B. Kruijssen, Kap bd E van Hecke, Lj bd P.A. Barendregt , Kpl bd W.H.C. Schuller, Lkol bd J.R.J. Rugebregt, Kol bd P.A, Fernig. en zij van wiens overlijden wij niet in kennis zijn gesteld. Regimentscommandant en leden van het 42e Bataljon Limburgse Jagers en (oud)Regimentsleden
De Limburgse Jager
Limburgse Jagers in den vreemde Vanaf 01 november 2008 vervult uw Regimentsoudste de functie van Commandant ISAF Regional Command South (RC-S). Dit commando is verantwoordelijk voor het optreden van alle ISAF-eenheden in het zuiden van Afghanistan, maar doet eigenlijk nog veel meer. De Regimentscommandant heeft mij verzocht om kort uiteen te zetten wat ik hier doe, hetgeen vrijwel onmogelijk is (althans, om dat in het kort weer te geven). Toch zal ik een poging doen, een verzoek van de Regimentscommandant kun je immers niet weigeren en voor een Limburgse Jager is weinig onmogelijk. Daarbij hanteer ik als uitgangspunt dat de lezer in grote lijnen bekend is met de situatie in Afghanisten en de ISAF-operatie. ISAF Regional Command South bestaat uit vier landen die de kern vormen van deze formatie: Het Verenigd Koninkrijk, Canada, Nederland en (sinds kort) de Verenigde Staten. Sinds 2006 opereert RC-S in de zes zuidelijke provincies van Afghanisten, waarvan Uruzgan, Helmand en Kandahar de bekendste zijn. Daarnaast zijn er nog troepen in de provincie Zabul, in het zuid-oosten van Afghanistan. In twee provincies zijn (nog) geen ISAF-troepen. De eerste commandant RC-S was een Canadees, het commando roteerde sindsdien tussen CAN, VK en NLD. In dat kader heeft ook de generaal-majoor van Loon
gedurende zes maanden het commando gevoerd. In die tijd (2006-2007) bestond RC-S uit ongeveer 15.000 militairen. Op 01 november 2008 heb ik het commando aanvaard, waarbij RC-S was uitgebreid tot een sterkte van circa 20.000 militairen. Inmiddels bestaat RC-S uit bijna 45.000 ISAF-militairen, vooral door een belangrijke instroom van extra Amerikaanse middelen. Deze militairen zijn ‘verdeeld’ in een zestal Task Forces, waarvan de Task Force Uruzgan (TF-U) er één is. Daarnaast werkt RC-S nauw samen met andere coalitietroepen in het gebied, waarbij RC-S als ‘battle space owner’ uiteindelijk verantwoordelijk is voor de effecten die worden bereikt. Tenslotte richt RC-S zich niet alleen op veiligheid, sinds 01 november afgelopen jaar heeft RC-S ook een ‘stabilisation division’ die verantwoordelijk is voor regioneel beleid m.b.t. bestuur, reconstructie en ontwikkeling. Hiertoe wordt nauw samengewerkt met de Provincial Reconstruction Teams’ (PRT), UNAMA en uiteraard de Afghaanse overheden. Zuid-Afghanistan is zonder enige twijfel het zwaartepunt van de ISAF-operatie. Daar ligt de thuisbasis van de Taliban, die vooral voortkomen uit de Pashtunstammen. 60% van alle incidenten vindt dan ook in RC-S plaats, 75% van alle IED incidenten gebeuren in deze regio. Het is dan ook logisch dat hier de meeste troepen zijn ontplooid, zowel van ISAF als Afghaanse veiligheidstroepen. Sinds de ontplooiing van extra (vooral Amerikaanse) troepen in RC-S sinds juli afgelopen zomer is de dynamiek in het theater veranderd. Op operationeel niveau zijn de verkiezingen veilig verlopen en heeft ISAF nu het initiatief en bepaalt waar, wanneer en hoe wij opereren. De Taliban kan hier slechts op reageren door het gebruik van intimidatie en Improvised Explosive Devices (IED), in Nederland ook wel ‘bernbommen’ genoemd.
Het hoofdkwartier zelf is een volledige ‘mix’ van vier grote landencontingenten (zie foto) en bijna twintig overige landen. Op 01 november 2009 zal ik het commando overdragen en zal het HQ uit ongeveer 600 militairen en burgers bestaan, inclusief het ‘Staff Support Squadron’, te vergelijken met de ‘oude’ staf-stafverzorgings-compagnie op legerkorpsniveau. Deze is gedurende het afgelopen jaar geleid door Nederland, de kern van de eenheid was afkomstig van respectievelijk 42 Tkbat RHPO en 1 (GE/NL Corps). Afsluitend kan ik alleen maar zeggen dat de functie, zeker voor Nederlandse begrippen uniek is. Het dagelijks leiden van 45.000 mannen en vrouwen in een moeilijke en veeleisende militaire operatie is moeilijk in een paar zinnen te beschrijven en het zal ook nog wel even tijd kosten om het volledig te kunnen doorgronden. Iedere dag maak je het hele spectrum van operaties mee, van gesneuvelden en gewonden, bezoeken door (V)VIP’s tot air assault operaties van brigadegrootte, en dat alles in zeer nauwe samenwerking met onze Afghaanse ‘brothers in Arms’, overige Coalition Forces, UNAMA, het Internationale Rode Kruis en andere internationale organisaties. Uniek voor mij, maar ook uniek voor het Regiment. Ik zie er naar uit met u mijn ervaringen te delen tijdens komende Regimentsactiviteiten.
De Limburgse Jager
Bulldogs in Uruzgan Part II Op 3 maart 2009 stapten de eerste Bulldogs van de Bravo-Compagnie 42 Painfbat LJ op vliegbasis Eindhoven in het vliegtuig om wederom de reis te gaan maken naar Uruzgan. Het was precies twee jaar eerder dat diezelfde compagnie, met ongeveer voor de helft dezelfde mensen, ook al naar de Afghaanse provincie gingen. We hadden een heftig jaar van voorbereiding achter de rug. De Bulldogs voelden zich er klaar voor. Op Kamp Holland in Tarin Kowt wachtte ons een warm onthaal van onze wel bekende Ganzen van de Alfa-Compagnie. Wij zouden van hun het werk en het materiaal overnemen. Voor ons was dit een prettige manier van binnenkomen, bij een eenheid die je kent. Wij hebben de zaken soepel kunnen overnemen. Al snel bleek dat er een flinke klus voor ons in het verschiet zou liggen. We zouden met de drie Bulldogpelotons over een groot gebied gaan optreden. De eerste patrouilles met de Ganzen hebben ons daarop voorbereid. De eerste actie van de Bulldogs vond in de Mirabad vallei plaats, het gebied oost van Tarin Kowt De grote rivier in dat gebied, de Tiri Rud stroomde nog snel. De Bulldogs zouden natte poten krijgen. In deze periode (begin april 2009) Oversteken van de Tiri Rud
werd Kamp Holland op dagelijkse basis bedreigd en regelmatig ook beschoten met raketten vanuit het gebied ten westen van de Dorafshan rivier, ook wel westbank of DRS-W genoemd. Vanwege de slechte bereikbaarheid is het gebied nooit onder controle geweest van ISAF of de Afghaanse regering en heeft de Taliban daar eigenlijk altijd vrij spel gehad.
B groep van het eerste peloton. Voor de raketaanval. Azdin is de derde van links. Het was zes april 2009. Op deze dag herdachten we dat twee jaren eerder de Bulldog Robert Donkers in Uruzgan om het leven was gekomen. De avondbespreking was geweest, de kaderleden van de compagnie stonden in de rij voor de eetzaal. Het was alsof er een straaljager heel laag over kwam. Een kabaal, een zwarte rookpluim die laag in een flits over onze hoofden suisde en de explosie en stofwolk maakte duidelijk dat het geen straaljager was. Azdin Chadli overleed ter plekke. Vier andere Bulldogs en een officier van de geniecompagnie raakten gewond. De datum zes april is een slechte datum voor de Bulldogs. De week na de aanslag was een frustrerende periode, want de raketaanvallen bleven doorgaan en we konden vanwege de hoge waterstand de overgangen niet gebruiken. De sfeer was gespannen op Kamp Holland. Uiteindelijk zijn we op 14 april vertrokken met twee Bulldogpelotons. Het moest nu echt gaan lukken. We hadden een mogelijkheid gevonden om de Dorafshan rivier over te steken. Het kostte twee dagen voor een stuk van 50km en moesten uiteindelijk via de Baluchivallei om het gebied binnen te raken. Het was voor de Taliban een
De Limburgse Jager
Bulldogs op patrouille in de DRS-W redelijke verassing dat we op die manier het gebied waren binnengegaan. Veel dreigende taal over de Taliban ICOM (radio), maar geen directe gevechtscontacten. Uiteindelijk stonden we op de locatie vanwaar de raketten werden verschoten. Daarmee was die dreiging weggenomen. Met het bezetten van de west bank begon een nieuwe periode, eigenlijk de start van onze missie in Uruzgan. Men wilde in dat gebied een permanente aanwezigheid van de ISAF macht, om later het gebied te kunnen overdragen aan de Afghaanse veiligheidsinstanties (de politie en het leger). Om dit te doen achtte men een grote schoonmaakoperatie van het gebied noodzakelijk en wilde men aansluitend een vooruitgeschoven gevechtspost (Combat Outpost of COP) bouwen. De operatie, waaraan meer dan duizend man deelnamen had de naam Mani Ghar en vond plaats in de periode 14 mei tot en met 18 mei 2009. Het was een aparte periode, omdat het midden in de papaveroogsttijd plaatsvond. De Taliban was in die tijd druk met oogsten om hun eigen inkomsten zeker te stellen en waren niet van plan zich tegen onze aanwezigheid in het gebied te verzetten. De bevolking was variërend van positief tot onverschillig ten opzichte van onze aanwezigheid. Het leek vrij rustig te blijven in het Bulldog gebied. We konden overal komen en waren meer in staat de bevolking te benaderen. Echter eind juni 2009 zou toch ook in de DRS-W de daar aanwezige Taliban zich weer gaan roeren. Eerst begon het met een verhoogde IED dreiging. Ook werden meer geavanceerde bommen gevonden, waaronder speciaal tegen voetpatrouilles gerichte wapens. Maar het was duidelijk dat ook directe
den overdragen aan een compagnie van het korps Mariniers. Tot het eind bleef het echter rommelen in het gebied. Ook het tweede peloton zou nog in de green nabij de COP in gevecht raken met vijandige elementen. Op 9 augustus 2009 zijn de laatste Bulldogs afgehaald van de vliegbasis Eindhoven. Op deze dag zijn al de leden van de Bravo “Bulldog” Compagnie van 42 Painfbat LJ terug in Nederland. Een gesneuveld, de rest in leven. Vier zichtbaar, blijvend gehavend de rest (fysiek) onbeschadigd. Net als in “Bulldogs in Uruzgan – Part I” hebben we ook nu moeten incasseren. Net als toen hebben we onze opdrachten goed uitgevoerd. We kunnen er trots op zijn. We kunnen er blij mee zijn dat het nu achter de rug is. gevechtscontacten niet uit zouden blijven. Op 18 juni kwam het derde peloton van de Bulldogcompagnie voor het eerst in contact met een groepje Taliban die van plan waren een hinderlaag voor ons te leggen. Het kortstondige vuurcontact werd agressief door de Bulldogs beantwoord. De Talibs verscholen zich vervolgens onder de bevolking die angstig aan het wegvluchtten waren. Bij de terugverplaatsing naar onze COP reed een voertuig van het derde op een IED. Vijf Bulldogs moesten worden afgevoerd en uiteindelijk zouden twee daarvan teruggaan naar Nederland. Ook buiten ons gebied werd het grimmiger. Een konvooi wat van TK naar Kandahar zou gaan werd in een zware hinderlaag aangegrepen. Het eerste peloton zou ’s nachts met heli’s worden ingevlogen om het konvooi te versterken en de volgende dag verder te helpen verplaatsen. Op 10 juli 2009 zou actie van de Bulldogcompagnie, uitgevoerd met drie YPR Combined Arms Teams, ervoor zorgen dat het konvooi weer veilig terug kon keren naar TK. De Taliban weerstand was niet tegen deze gevechtskracht opgewassen. Na deze operatie was het tijd om onze opvolgers te verwelkomen. De bulldogs zou-
Kap M.J.Tweehuijsen CC B Bulldogcie 42 BLJ
BLJ en Bcie vlag hoog in top op Kamp Holland.
De Limburgse Jager
Oefening “Hunter Preparation” Als voorbereiding op de uitzending naar Uruzgan in maart volgend jaar heeft het bataljon de oefening “Hunter Preparation”uitgevoerd. Voor het eerst werd er niet staal-op-staal geoefend, maar werden de infanteriepelotons uitgebreid met genie-, geneeskundige-, waarnemings- en logistieke capaciteit. De scenario’s werden afgestemd op het hedendaags optreden in Uruzgan. Ondanks dat het haast onmogelijk is om de provincie Groningen op Uruzgan te laten lijken, deed de projectgroep “Hunter Preparation” toch een poging. Hieronder een weergave van de voorbereiding van een voetpatrouille door het oord Kollum wat voor die week te boek stond als het Afghaanse plaatsje Kesh Khenyak. In Kollum is het een drukke dag. Vele zomersgeklede vrouwen doen hun inkopen. Enkele verveelde toeristen kijken naar de etalages en het kanaal met de bruggen. Dit is een mooie straat voor de gesprekken. Nu nog de locaties vinden voor de gesprekken met de hoofdpersonen. De eerste kerk valt af, te weinig ruimte. Bij de tweede kerk hebben we meer geluk, een klein pleintje en een bankje. Mooie locatie. Nu nog eentje vinden voor het andere gesprek. Een veldje bij de school lijkt een mooie locatie. Als we uitstappen kijken moeders, wachtend op hun kroost, ons aan. Ze durven niets te vragen, maar nieuwsgierig zijn ze wel. Ook de kinderen, die de school uitlopen, kijken ons vragend aan. De locatie blijkt goed genoeg te zijn voor een local en een patrouille.
Nadat het rondje rond de kerk, om de coördinatielijnen te bekijken, gaan we richting het industriegebied. Daar wacht ons de grootste verrassing. Kaart en luchtfotostudie gaven een ander beeld dan de werkelijkheid. Vele bedrijven waren verrezen op de kale stukken. Maar de wegen waren goed en breed genoeg. Niet geschikt als overwatch, want waar vind je een terp die hoog genoeg is om over een dorp heen te kijken EN waar je een peloton op kwijt kunt…… Maar groot genoeg om de drill te kunnen beoefenen en het normale verkeer niet te hinderen. Nadat we klaar waren met een overzichtschets, kwamen de routes van de kazerne naar Kollum aan de beurt. Rekening houdend met de breedte van de voertuigen en de lage snelheid van toch logge groen slang, vielen veel dorpen al af. Uiteindelijk bleek de grote doorgaande weg, met her en der de ventweg, de makkelijkste route. Op 13 oktober was het zover. Het eerste peloton, ook wel Combined Arms Team (CAT) genoemd, stond klaar om te vertrekken. Ook stonden het dorpshoofd, de dorpsgeestelijke en drie locals klaar om te vertrekken naar hun tijdelijke woonplaats. Na de laatste instructies van de commandant van het roleplaypeloton, tlnt Stokking, en het aantrekken van de traditionele Afghaanse kleding, waren ze er klaar voor. Op locatie aangekomen moesten ze hun plekje gaan zoeken en inrichten. De meeste inwoners keken raar op. Wat waren dit voor vreemde snuiters? Zwervers? Sommige jongens hadden nog iets aan wat te herkennen was als een militair uitrustingstuk. Misschien ex-militairen die nu rondzwierven?
Gelukkig bleek dit niet het geval te zijn, want de begeleider liet zich al snel genoeg zien. Zeker toen wij in het dorp kwamen om te kijken, of de spelers op de juiste locatie stonden, begrepen de meeste lokalen wel, dat het geen zwervers waren. Maar meer dan een “goedemorgen” of “hallo” durfden ze toch nog niet te zeggen. Echter toen de eerste hen durfde aan te spreken, een reporter voor de plaatselijke tv en radio, kwamen de vragen los. Ook de spelers kwamen los en gaven aan wat ze misten in het spel. Zo werden er snel nog wat bekers en ice-tea gehaald, om het gesprek tussen de kerkleider en het peloton wat aan te kleden. De ice-tea werd geserveerd. Verschillende oudere inwoners knoopten een gesprek aan met onze spelers. Ze werden netjes te woord gestaan. Ook de dorpsleider was inmiddels naar zijn locatie gelopen. Een vreemde uitdossing zorgde voor wat vragende blikken. Er stonden intussen vele auto’s geparkeerd. En wat deed die man daar bij de huizen, in het plantsoentje en vooral, bij de auto’s? Tot opluchting van de bejaarde inwoners van de lage flat, heeft hij er geen gestolen. Ook brachten de militaire voertuigen, die wat verdekt geparkeerd stonden, wat rust. Maar niet aan de kinderen, die gillend de school verlieten. Enkele kwamen natuurlijk direct op de aanwezige collega’s af. De één wilde stickers, de andere wilde zijn militaire training even bekend stellen. Helaas moesten we de lokale strijdmacht teleur stellen; geen stickers en dus geen aandacht meer. Het peloton kwam er aan. Het was tijd om de scenario’s te gaan draaien…. Ow van Dijk VSCC projectgp Hunter Preparation
10
De Limburgse Jager
PHAFFDAG 2009
De Limburgse Jager
11
Zetes
Motorola
Always Goods ID Het beheren van goederen in de totale supply chain en het verbinden van mobiele medewerkers met informatiesys-temen zijn voor veel organisaties gecompliceerde vraagstukken. De oplossingen van Zetes helpen u hierbij en zijn gebaseerd op technologieën als Barcoding, Spraakherkenning, Labelling, RFID, Industrial Printing of Mobile Computing.
LOGISTIEKE PROCESSEN OP DE FYSIEKE WERKVLOER • Breng Business Execution Logic op de fysieke werkvloer • Integratie van alle vormen van datacollectie • Toepasbaar in meerdere delen van de logistieke keten: • manufacturing • Warehousing • transport & logistics Ketenoptimalisatie In welke markt u ook actief bent, één ding is zeker, u krijgt met steeds meer veranderingen te maken. Door toenemende concurrentie en regelgeving, of door economische en technische ontwikkelingen. Om snel genoeg te kunnen reageren heeft u flexibele systemen en betrouwbare informatie nodig. Verder zijn succesvolle bedrijven ook continu bezig met het reduceren van kosten en fouten in hun logistieke keten, zowel binnen de eigen organisatie als in samenwerking met klanten en toeleveranciers. In een hele waardeketen, vanaf de grondstoffen tot en met afgeleverde producten, zijn betrouwbare identificatie en real-time informatieverwerking kritische succesfactoren. Met Medea Logistics Execution heeft u alle benodigde functies in handen om uw logistieke operaties te stroomlijnen.
Asset Management Theorie versus praktijk Veel bedrijven merken pas na een flinke ERP- of WMS-implementatie dat er een gat ontstaat tussen theoretische planning en praktische uitvoering. Ondanks alle inbegrepen logistieke functies blijven ERP- en WMS-systemen de werkvloer namelijk top-down benaderen. Voor Medea hoeven uw mensen zich niet aan administratieve systemen en procedures aan te passen, maar kunnen zij heel flexibel alle productie-, magazijn- en transport- en distributieprocessen bottom-up optimaliseren. Alle handelingen worden automatisch realtime gecommuniceerd, waardoor uw administratie altijd 100% aansluit op de werkvloer. Medea Logistics Execution Met de software Medea Logistics Execution optimaliseert u alle logistieke operaties binnen uw organisatie en dicht u het gat tussen de administratie (ERP, WMS en MES) en de fysieke werkvloer. Alle identificatie en mobility technologieën zoals voice picking, scanning, printing, wireless networking en RFID kunnen worden toegepast, zowel in productieomgevingen, in magazijnen en distributiecentra als tijdens distributie en transport. Medea is ontstaan vanuit de behoefte om binnen organisaties alle logistieke handelingen op de werkvloer te optimaliseren. Elke oplossing heeft als doel om de goederen van bedrijven nauwkeurig en betrouwbaar te identificeren voor het optimaliseren van de totale supply chain. MANUFACTURING Veranderende klantwensen Producten worden gemaakt om invulling te geven aan behoeften van klanten. Omdat mensen door ervaring en technische mogelijkheden nieuwe wensen krijgen, moet steeds een balans worden gezocht tussen procesefficiency en de benodigde flexibiliteit. Door de modulaire opbouw en moderne technologie van Medea kunnen wij snel à la carte logistieke oplossingen leveren en deze volledig op maat inrichten. Daarna kunt u onze software eenvoudig zelf beheren en zonodig aanpassen, om te anticiperen op veranderende klantwensen, of
het toepassen van nieuwe identificatieen communicatietechnieken. Uniforme codering voor ketenintegratie Medea breidt bestaande ERP-systemen uit met eenvoudig te gebruiken functionaliteiten voor het registreren van alle handelingen in uw productieproces en logistieke keten. Uiteraard op basis van de wereldwijd gebruikte uniforme GS1 en SSCC product- en verzendcoderingen. Zo hoeft u alle informatie slechts één keer voor de hele keten in te voeren. Met Medea kunt u producten en hun verpakkingen eenvoudig etiketteren, voor een optimale tracering van alle gebruikte grondstoffen, halffabrikaten, verpakkingsmaterialen en eindproducten, op elke gewenst moment. Bovendien bespaart de codering en labelling in productie veel tijd en geld bij gereedmeldingen en verbruiksregistratie van grondstoffen. Traceren van productie tot recycling In steeds meer markten moeten alle gebruikte grondstoffen en onderdelen van productie tot recycling getraceerd kunnen worden. Om tracking & tracing zo eenvoudig mogelijk te maken, ondersteunt Medea diverse technieken voor de identificatie en registratie, waaronder voice, scanning, printing en RFID. Deze kunt u zowel op vaste locaties in de fabriek als mobiel met handterminals gebruiken. Voor draadloze communicatie ondersteunen wij alle gangbare technieken, waaronder Bluetooth, GPRS en WiFi. Medea zorgt er automatisch voor dat alle handelingen real-time en betrouwbaar worden verwerkt, zodat verschillen tussen productie en administratie zich niet meer voordoen. WAREHOUSING Kortere doorlooptijden Magazijnen hebben een aantal belangrijke functies in de totale supply chain. Ze verhogen de flexibiliteit richting klanten en verlagen de logistieke complexiteit met ontkoppeling en bufferen. Om de toegevoegde waarde van uw magazijnen optimaal te benutten is een effectieve en efficiënte organisatie van alle handelingen van groot belang. Daarom
fase. Daarna vereenvoudigt onze software het controleren op correctheid en volledigheid van de belading en het proactief informeren van uw klanten over alle geplande leveringen. Bijvoorbeeld met een sms-alert of via een webportaal. Bij elke levering of retournering hoort natuurlijk een onomstotelijk bewijs met een digitale handtekening en/of foto. Medea is speciaal ontworpen om uw transport& distributie vanaf belading tot aflevering aan de klant zo efficiënt mogelijk uit te voeren en elke afwijking automatisch te registreren en te melden.
communiceert Medea automatisch de meest actuele informatie real-time met uw backoffice administratiesystemen. Zo kunt u op elk gewenst moment op basis van betrouwbare informatie beoordelen of u voldoet aan het afgesproken serviceniveau en of de doorlooptijd verder te verkorten is. Variatie in ordervolumes Toenemende concurrentie en economische ontwikkelingen hebben variërende ordervolumes tot gevolg. Dat hoeft geen probleem te zijn, zolang u daarop met de juiste manier van orderpicking en informatieverwerking kunt inspelen. Met Medea kunt u flexibel en proactief uw magazijnen aansturen, afhankelijk van de ordergrootte, het type product en veranderende aanvulbehoeften. Daarbij kunt u gebruik maken van barcodescanning, voice picking of RFID, of een combinatie van technieken. Medea zorgt ervoor dat volumeverschillen in uw magazijn nooit een bottleneck voor de starre processen en procedures in administratieve systemen worden. Met onze software sluiten beide werelden altijd 100% op elkaar aan. Ketenintegratie Omdat magazijnen worden gebruikt om afstand-, hoeveelheid- en tijdsverschillen te overbruggen, spelen ze een belangrijke rol bij ketenintegratie. Enerzijds omdat organisaties willen dat elke handeling in de keten wordt geregistreerd en anderzijds omdat magazijnen een belangrijke middel zijn om te komen tot procesoptimalisatie en voldoende flexibiliteit in de totale supply chain. Daarom ondersteunt Medea papierloos werken en het gecombineerd gebruik van barcode en voice-picking in één proces, of voice met visuele ondersteuning. Uiteraard op basis van de wereldwijd gebruikte GS1- en SSCC-codes. Dat
verkleint de kans op fouten aanzienlijk en verhoogt aantoonbaar de efficiency van alle medewerkers! TRANSPORT & LOGISTICS Papierloos werken Net als in het magazijn zijn er in de transport & distributie nog veel efficiencyvoordelen te realiseren door in en rond vrachtwagens en andere transportmiddelen papierloos te werken. Elk proces waarbij eerst informatie op papier wordt geregistreerd en daarna pas in een computer wordt ingevoerd, bevat een stap teveel. Daarom biedt Medea zowel geavanceerde businesslogica voor het efficiënt papierloos plannen van routes en stops als het ondersteunen van de chauffeurs tijdens hun dagelijks werk. Het is een sterk praktijkgerichte oplossing met real-time opvolging en alarmering voor ‘management by exception’. Procesondersteuning Medea ondersteunt het dagelijks werk van uw chauffeurs al vanaf de planning-
Fouten voorkomen Door alle producten, locaties en verzendeenheden uniek te coderen en deze gegevens elektronisch uit te wisselen met uw handelspartners en klanten, kunt u veel fouten en miscommunicatie in de hele logistieke keten voorkomen. Behalve een aanzienlijke reductie van uw herstelkosten, verhoogt u daarmee ook uw kwaliteitsimago bij klanten. Medea is speciaal ontwikkeld om alle handelingen in de transport & distributie eenvoudig en foutloos real-time te registreren. Dat verkort de ‘time-to-market’ en maakt uw logistieke processen voor klanten een stuk inzichtelijker en voor uzelf beter beheersbaar. Zetes Zetes Industries is een vooraanstaand pan-Europees bedrijf dat oplossingen en diensten met een hoge toegevoegde waarde aanbiedt aan de markt voor automatische identificatie van goederen en personen. (Goods-ID en People-ID) Zetes is opgericht in 1984 en heeft de hoofdvestiging in België. Het is zowel organisch als door overnames gegroeid, waardoor het momenteel vestigingen in 12 landen heeft (België, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Israël, Italië, Nederland, Scandinavië, Portugal, Spanje, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk). Het bedrijf telt momenteel meer dan 700 medewerkers (full time); in 2007 bedroeg de geconsolideerde omzet 177 miljoen euro.
Contact info Zetes B.V. Mark Schouten +31 (0)6-5353 62 41
[email protected]
De Limburgse Jager
KOREA 1950-1953 De Phaffdag is vrijdag 20 november voor de tweede maal gehouden. De bedoeling is dat we ieder jaar (op of omstreeks 23 november) de oprichting van ons Stamregiment van Kolonel Phaff (23 november 1813) herdenken. Een onderwerp uit onze Regimentsgeschiedenis zal dan centraal zal staan. Was het vorig jaar het Regiment Phaff zelve die de aandacht mocht krijgen met een lezing van de voorzitter van de re-enactmentgroep Grenadiercompagnie van het 2e Regiment van Linie, dit jaar is gekozen voor de inzet in de Koreaanse oorlog in 1950-1953. De reden hiervan is dat we op 20 november 2009, bijna 60 jaar later, een plaquette met daarop de namen van de negen Limburgse Jagers, die in deze oorlog zijn gesneuveld, hebben geplaatst op ons Regimentsmonument in Weert.
Dit eerbetoon aan de gesneuvelde regimentsgenoten geldt ook voor alle 120 Limburgse Jagers die met zowel het eerste bataljon als de latere naar Korea zijn uitgezonden. Zij waren, evenals alle donateurs van de Stichting RLJ voor deze Phaffdag uitgenodigd. Gelukkig hebben een 50 tal Koreaveteranen de bijeenkomst kunnen bijwonen. Naast het feit dat deze bijenkomst voor hen een kleine reünie was, werd ook hun
optreden belicht in die voor nagenoeg alle Nederlanders onbekende oorlog. Het toeval wilde dat journalist Peter Stiphout afgelopen zomer het boek De Bloedigste Oorlog, het vergeten bataljon Nederlandse militairen in Korea, had gepresenteerd. Hij was bereid om tijdens deze Phaffdag een inleiding te houden over de inzet van de 636 militairen van het eerste bataljon vrijwilligers.
Er zijn parallellen te trekken tussen het voornoemde bataljon en de huidige missie in Uruzgan. Ook die inzet, missie in Korea werd uitgevoerd onder de vlag van de VN in een coalitie van vele landen waaronder Nederland, met een leidende rol van de Verenigde Staten. Ook was er grote discussie in de Nederlandse politiek, eer de troepen, alle vrijwilligers, inscheepten voor een lange zeereis naar een onbekend land, waar-
15
De Limburgse Jager van men dacht dat het er warm zou zijn. Dat bleek heel anders. Van Afghanistan weet men dat het er zeer warm maar ook zeer koud kan zijn. Toen in 1950 ging men naar Korea met een tropenuitrusting, waar eigenlijk winterkleding nodig was. Het gebruik van nieuwe wapens moest nog op het schip de Zuiderkruis worden beoefend in tegenstelling tot de huidige langdurige voorbereiding. En wat men te wachten stond bleek heel anders, een pacificatiemissie werd een echte oorlog. De “oorlogen” in Korea en Afghanistan verschillen wel in het optreden van de vijand. Bleek het in Korea een echte oorlog met stellingen, aanvallen en verdedigen, in Uruzgan treedt, afgezien in de slag bij Chora in 2006 van 42 BLJ, de vijand als enkeling of in kleine groepjes haast onzichtbaar op. Maar in beide missies moest en moet strijd geleverd worden. Wat de verzorging en ontspanning betreft is er een groot verschil tussen beide missies, zoals Robert Stiphout al in zijn artikel in het blad Elzevier beschreef.
bataljon. Iedereen schiet op iedereen. Een handgranaat doodt de commandant, luitenant-kolonel Marinus den Ouden. Hij krijgt een scherf in zijn slaap. Ook de dominee en betaalmeester van de eenheid sneuvelen. De aanval kost zeventien Nederlandse militairen het leven. Zeker dertig raken gewond. De Korea-oorlog (1950-1953) is de eerste operatie onder vlag van de De Korea-oorlog (1950-1953) was Verenigde Naties waaraan Nederland een van de dodelijkste conflicten uit deelneemt. Het is meteen de bloedigste. de geschiedenis. Bijna drie miljoen Van de circa vierduizend Nederlandse burgers en militairen kwamen om. militairen die in verschillende lichtingen Onder hen 123 Nederlanders van het naar Korea vertrekken, sneuvelen er Nederlands Detachement Verenigde 121, raken er 559 gewond en 4 vermist. Naties, ‘het vergeten bataljon’. Hoe Vooral de eerste lichting lijdt zware verNederland zijn eerste en tot nu toe liezen. Van de 636 militairen die op 26 bloedigste uitzending beleefde. oktober 1950 de loopplank van Hr. Ms. Zuiderkruis betreden, zal een op de drie ‘Dit is fout mensen, alarm!’ In de nacht sterven of gewond raken. Zwartomrand van 12 op 13 februari 1951 probeert staan de namen van gesneuvelden die een sergeant de commandopost van dagen in de krant. Erboven: ‘De regering het Nederlandse bataljon in Korea te maakt bekend dat tot haar leedwezen in waarschuwen. Hij is te laat. Zestig ChiKorea gesneuveld zijn...’ nese militairen bestormen de post bij Nu zou het bij zulke grote verliezen het plaatsje Hoengsong en er ontstaat – bijvoorbeeld in Afghanistan – kamereen wild gevecht met de leiding van het vragen regenen. Zo niet in 1950. Hoe komt dat? Wat was en ’s illa err gu , door sluipschutters dit voor missie, die ar Geregeld wordt de troep pa n ee Als . n’ zijn gehaaid de ‘ro de En t. ras zoveel militairen het ver les pie patrouil el tegen over de B-com uv he de op leven kostte? n ne rea d Noord-Ko , verbiedt Clumpkens (ou zijn nd wo ge Als op 25 juni 1950 ze t da en schreeuw t het af te gaan. Hij vertrouw p ero en het communistinn ma zijn J) BC 42 BL de Bfde plek vuur gegeven op zel sche Noord-Korea de f na va rdt wo ter niet. La nden t de zogenaamde gewo da Zuid-Korea binop rk ste er t lijk t He compie. ken. ‘Niet lok ten es mo n ge nenvalt, schrikt llin ste n de Nederlanders uit hu Clumpkens. t zeg ’ ie, sit Nederland. Is dit po je je d terugschieten, dan verraa ar bij het ma n, de on het begin van de sch ge on ijd De B-compie is nog alt uari krijgen jan 9 wereldoorlog tusop g llin ste re de verplaatsen naar een an te betreude do sen de westerse e rst ee de en nn ma ook Clumpkens en zijn at Johannes en communistilda so e rig -ja 22 de t vel ren. Een sluipschutter sche wereld? Sour.(oud LJ)
Vechtmissie: de bloedigste oorlog
Op de Amerikaanse ambassade in Den Haag melden zich honderden mannen om samen met Amerikanen en ZuidKoreanen de Noord-Koreanen terug te slaan. De Verenigde Naties veroordelen de inval en roepen de lidstaten op om de Zuid-Koreanen militair te steunen. Maar de regering van premier Willem Drees (PvdA) voelt weinig voor het sturen van troepen. Nederland is moegestreden na vijf jaar wereldoorlog en vier jaar strijd om behoud van Nederlands-Indië. Daar komt bij dat de helft van de bevolking tegen Nederlandse deelname is, blijkt uit een enquête uit 1950. Het kabinet hoopt er met een symbolische bijdrage vanaf te komen en stuurt de torpedobootjager Hr. Ms. Evertsen. Maar de Amerikanen vinden dat niet genoeg en voeren de druk flink op: ‘One nation let us down, Holland,’ gaf de Amerikaanse omroep CBS als commentaar: één land laat ons vallen, Holland. De Verenigde Staten laten het kabinet weinig keus. Voor de wederopbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) zijn Amerikaanse dollars nodig. En wat als het Rode leger van de Sovjet-Unie Europa binnenvalt? Op 8 september besluit het kabinet toch een bataljon te sturen. Voorwaarde is wel dat militairen zich vrijwillig melden. Aanvankelijk geven zich 1.670 vrijwilligers op, maar na selectie zijn er niet meer dan 634 over, plus twee verpleegsters. Daarmee komt het bataljon 200 man tekort. Veel vrijwilligers zijn Indië-veteranen die niet meer kunnen aarden in het bedaarde Nederland. ‘Ik miste de kameraadschap. In Nederland was het ieder voor zich en God voor ons allen,’ zegt Indië-veteraan Leendert Schreuders,
17
18
De Limburgse Jager
die als luitenant met de eerste lichting naar Korea vertrekt. ‘Bovendien hoopte ik zo meer kans te maken op een functie als beroepsmilitair,’ zegt de nu gepensioneerde kolonel thuis in Weert. Zijn vrouw Eileen: ‘Toen hij dat uniform weer aantrok, fleurde hij helemaal op.’ Maar net als bij veel Koreagangers snappen vrienden en familie niets van zijn besluit. ‘We kregen het stempel vechtersbaas opgedrukt,’ zegt Schreuders, die zijn ervaringen meermaals in een toespraak deelde met de eerste lichting voor Afghanistan. Als premier Drees op 24 oktober 1950 het net opgerichte detachement inspec-
teert op het Binnenhof, kan niemand weten ziet gebeuren, is drama als eerste t dat dit bataljon he e di ie gn pa e kan niet te hulp De com zal worden gedecil de Vries. Maar di re Ka n va e pi om de brand bij de de Ost-c meerd. Amerikanen ies de explosies en Vr De s al ist Ju . schieten mortierpeloton, de en Zuid-Koreanen mandant van het m co de t m ko t, nen. ‘De heuvels staf zie hebben de Noordn Hartog, aanren de n Ja nt na ite lu pie wordt op de26-janKoreanen tot diep in den.’ De Ost-com an vij de n va t ar hier schreeuwen zien zw het noorden teruggen als de staf. Ook lle va er ov r ie an m zelfde h Koreans.’ Als de slagen. De militairen ‘Don’t shoot, Sout en ez in Ch e st or voorste Chinezen de vo op het Binnenhof komen, duiken de af ze op s er nd zijn zelfs bang dat er er handgranaten. Nederla genoten daaracht nd la n hu en oi go niets meer te vechten de Ost-compie af. weg en en de Chinezen op m or st n de er nd valt. Ook het kabinet lichtspoormunitie Met ho ailleurs sproor en itr m se nd rla verwacht niet dat de de BC.n 16 BLJ ) De Ne t de Chinezen. (oud op st n ge lre mannen nog op een ge ko en de
De Limburgse Jager
‘vechtmissie’ gaan, zoals dat tegenwoordig wordt genoemd; zij zouden een bezettende taak krijgen. ‘Gij gaat om de wereldvrede te waarborgen en te zorgen, dat het recht wordt hersteld. Ik hoop dat gij vertrekt in het besef een mooie taak te vervullen en dat gij er toe zult bijdragen de welvaart van Korea weer te doen opbloeien,’ zegt Drees. Als Hr. Ms. Zuiderkruis met het bataljon aan boord zich op 26 oktober losmaakt van de Rotterdamse kade, brullen mensen naar de militairen: ‘Het is al gefikst hoor! Wat gaan jullie er eigenlijk doen?’ De soldaten verheugen zich op het tropische klimaat dat in Korea zou heersen. Schreuders: ‘We zochten op de kaart naar Korea en zagen dat het op dezelfde lijn ligt als Spanje. Warm dus.’ Met kerst zullen ze weer thuis zijn, voorspelt de radio. Nadat het detachement aankomt in de haven van Pusan, Korea, blijkt het optimisme ongegrond. Honderdduizenden Chinese ‘vrijwilligers’ hebben zich bij de Noord-Koreanen aangesloten en de VN-strijdmacht is in een chaotische terugtocht verwikkeld. Het detachement wordt ingedeeld bij het Amerikaanse Achtste Leger en moet de terugtocht helpen dekken. Warm is het ook al niet. In het bergachtige Korea vriest het 30 graden en bij aankomst blijken er niet genoeg winteruitrustingen. Dus liggen de Nederlanders in zomerjassen te kleumen in hun schuttersputten. Een officier
verklaart later. ‘We hebben gewoon rijst en koeien en varkens moeten stelen om eens behoorlijk te kunnen eten in die kou. Eén paar sokken had ik.’ De Chinezen blijken geduchte tegenstanders. ‘We dachten aan een handjevol guerrilla’s, die je vrij gemakkelijk kunt bestrijden,’ schrijft Wim Dussel, die als correspondent in dienst van het bataljon meeging. Maar al gauw komt hij tot een andere conclusie. ‘Wij slepen duizenden dingen mee. IJsmachines, bulldozers, schoenmakerijen, wasserijen, kleermakerijen en douches. Wat doe je met dat alles als er een zee van mensen op je af komt. Mensen bovendien, wier opvattingen ten aanzien van dood en leven zo geheel anders zijn dan de onze.’ Hij verbaast zich over de Chinezen die onder trompetgeschal charges uitvoeren waarbij de voorste gelederen geen wapens hebben. ‘Dat is de vijand: wapens zijn belangrijk, mensen niet.’ De Amerikanen roemen de ‘famous Dutch jungle-fighters’ met hun ervaring uit Indië. Schreuders: ‘Ik kreeg opdracht om een deel van een weg te beveiligen, dus liet ik mijn mannen in het zijterrein patrouilleren, zoals we in Indië hadden geleerd. Op een ander deel van de weg patrouilleerden Amerikanen. Komt er een boze generaal aanrijden die vraagt waarom mijn mannen niet op de weg lopen. Dus ik zeg: generaal, bent u beschoten op dit deel? “Nee,” zegt hij. Bent u beschoten op het Amerikaanse
19
Kapitein van de Veer denkt dat de staf per ongeluk op hem vuurt. ‘Ik weet niet wat er aan de hand is,’ antwoordt Tack (oud BC 42 BLJ). Als hij naar buiten gaat om poolshoogte te nemen, ziet hij Chinezen en Nederlanders door elkaar rennen en vechten. Hij trekt zijn pistool en schiet tot hij een klap onder zijn arm krijgt. Zijn pistool valt uit zijn hand. Tack wil het oprapen, maar hij kan zijn vingers niet meer samenknijpen. De kapitein ziet op zijn arm een grote bobbel. Als hij erin drukt, voelt hij de granaatscherf zitten. In een glimp ziet hij ook de Chinees die de granaat gooide. Tack laat zich vallen en besluit zich dood te houden. De Chinees sluipt op hem af en prikt met de bajonet in Tacks bovenbeen. De kapitein geeft geen krimp. Als de Chinees weg is, strompelt Tack terug naar de veld- telefoon. ‘De commandopost is overvallen,’ zegt hij tegen Van der Veer.‘Wat moeten we doen?’ vraagt hij.‘Ter plaatse blijven en nadere orders afwachten... ik ben gewond... Jam fading away.’‘Tack?’
deel van de weg? “Ja.”’ Tweemaal krijgt het bataljon de hoogste militaire onderscheiding van de Amerikanen, maar de bewondering is niet wederzijds. De Amerikaanse inlichtingendienst heeft geen idee waar de vijand zich ophoudt en de Amerikanen sturen het detachement van hot naar her. De militairen hebben zich nog niet ingegraven in de bevroren grond of ze moeten hun 20 kilo zware bepakking weer ophijsen om door sneeuwstormen een nieuwe stelling te betrekken. Eenmaal raakt het bataljon zelfs twee dagen zoek tijdens een terugtocht door de bergen. ‘Beter drie jaar in Indië, dan een jaar in Korea,’ klinkt het. Met zwarte humor houden de soldaten de moed erin. Zo lopen militairen langs een gesneuvelde Chinees op de weg. Elke keer als er een vrachtwagen over de man rijdt, komt zijn arm uit de modder omhoog. ‘Hee joh, leg je te liften,’ zeggen de Nederlanders. Minder wrang is de brief die ze vanuit een ruïne schrijven aan een Amsterdamse
De Limburgse Jager loodgieter: ‘Ons dak hier in Chechon lekt schrikbarend. Aangezien wij geen directe telefonische verbinding met U tot stand kunnen brengen mogen wij wellicht U hierbij verzoeken met de meeste spoed een Uwer deskundigen naar hier te zenden.’ De loodgieter reageert: ‘Mocht U een dezer dagen een bakfiets met onze reclame aantreffen dan kunt U ervan verzekerd zijn, dat het onze mensen zijn.’ Een dag na de overval bij Hoengsong, waar commandant Den Ouden het leven laat, krijgt het gehavende bataljon opdracht heuvel 325 te veroveren op de Chinezen. Protesteren helpt niet. ‘Killed or captured, you take that hill’, luidt de reactie: dood of krijgsgevangen, verover die heuvel. Tweemaal bestormen de Nederlanders de helling vergeefs. Tot overmaat van ramp schieten Amerikaanse vliegtuigen op het bataljon. Bij de derde aanval lukt het de heuvel te veroveren. Vier maanden na vertrek uit Rotterdam zijn 150 man gewond of overleden. Tot aan het einde van de oorlog komt het bataljon mensen tekort. Hoe reageerde Nederland? Van politieke verontwaardiging over de forse verliezen was geen sprake. ‘Het was een andere maatschappij,’ zegt Herman Roozenbeek van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie in Den Haag. ‘Nu geldt ieder slachtoffer als één te veel, maar toen was men gewend dat er militairen sneuvelden.’ Daar komt bij dat politiek en publiek weinig belangstelling tonen. Het detachement voelt zich een ‘vergeten bataljon’. ‘Er was nauwelijks contact tussen Den Haag en de bataljonsleiding,’ zegt Roozenbeek. Den Haag gaat ervan uit dat de aansturing van het bataljon een VN-aangelegenheid is. Wanneer de Generale Staf zijn licht wil opsteken over de oorlog vliegt een afvaardiging naar Amerika, niet naar Korea. Slechts eenmaal bezoekt een politicus de troepen: twee jaar na het vertrek van de eerste lichting. Aanvankelijk tonen kranten en Polygoon-journaal veel aandacht voor de Nederlanders, maar ook die belangstelling verdwijnt. ‘Tussen Korea en Nederland bestond letterlijk en figuurlijk een grote afstand,’ zegt Roozenbeek. Het duurde een week voordat berichten in Nederland kwamen en de pers bliefde geen oud nieuws. Polygoon en kranten hebben vooral oog voor de grote lijnen: de Korea-oorlog en de betekenis ervan voor de Koude Oorlog. Als de Nederlanders al in beeld komen in het Polygoon-journaal dan zijn ze aan het voetballen of piepers jas-
Rond zes uur in de ochtend is de frontlijn hersteld, maar de verliezen zijn groot. Meijer is als eerste bij de slapende mannen van zijn peloton. De meesten zijn in hun slaapzak gedood. Sergeant Schoemaker heeft nog één been uit zijn slaapzak kunnen wurmen voordat hij werd neergemaaid met een burpgun. Breeman (oud LJ) is alleen nog te herkennen aan het op zijn jas gespelde Bronzen Kruis. Een soldaat is achter de .30 doodgeschoten. Jongejans heeft het overleefd omdat hij iets verderop lag en ruzie met Schoemaker had, heeft zijn leven gered. In totaal heeft de aanval negentien doden gekost: veertien Nederlanders, een Amerikaanse artillerist, drie ROKS en een Koreaanse drager. Zeker 26 Nederlanders zijn gewond. Rond de stellingen tellen de mannen driehonderd Noord-Koreaanse lijken. Meijer heeft geluk gehad. Als hij in zijn schuttersput kijkt, ziet hij dat zijn spullen zijn doorzeefd.
sen. Het journaal en de kranten tonen nauwelijks schokkende beelden.Met uitzondering van de communistische krant De Waarheid die stukken over de ‘Amerikaanse agressie-oorlog’ en de Nederlandse ‘huurlingen’ illustreert met burgerleed. Onafhankelijke correspondenten laten zich niet bij het bataljon zien. Alleen journalist Alfred van Sprang brengt een kort bezoek. Dus zijn de kranten aangewezen op de stukken van de correspondenten in dienst van het bataljon en die voelen zich ‘aan hun sterren gebonden’, schrijft een van hen. Zij berichten zelden kritisch. Ze kunnen niet anders; de legervoorlichtingsdienst censureert streng en duldt geen kritiek of fatalisme. Tot twee keer toe schrapt de dienst bijvoorbeeld de zin ‘de dood komt voor iedereen’. De aandacht wordt minder en gaat tot woede van de militairen in Korea steeds vaker over schandalen, zoals het tiental oud-SS’ers in de nieuwe lichtingen. Ook schrijft Van Sprang dat bij de aanvullingsdetachementen ‘mislukkelingen’ zitten. Sindsdien associeert Nederland het detachement met een vreemdelin-
genlegioen vol avonturiers. Pas bij terugkeer merken Koreagangers hoe weinig hun oorlog in eigen land losmaakte. Nederland is te druk met de wederopbouw om zich om Korea te bekommeren. Op de kade krijgen de mannen een pluim van prins Bernhard en daarna moeten ze hun plek in de maatschappij heroveren. Nazorg moet nog worden uitgevonden en sommige Koreagangers voelen zich in Nederland niet meer thuis. Een aantal raakt aan lager wal, enkelen keren als militair terug naar Korea. Op 27 juli 1953 tekenen de strijdende partijen een staakt-het-vuren. Om dat te vieren schieten soldaten in de lucht. Tien uur voor de afkondiging van het bestand sneuvelen nog vijf Nederlanders op patrouille. Robert Stiphout Uit: Elsevier d.d. 30 september 2006. Cartografie: Louis Kaulartz / NIMH , foto’s NIMH, Dhr. Meijer, W. Pijpers, Sld bd Meinen.
21
De Limburgse Jager
23
DE KOUDE OORLOG
40 jaar in Vogelvlucht over de inzet in Uruzgan, het moest doen met kleine berichten uit de krant en enkele beelden in het toen populaire Polygoon bioscoopjournaal. In de kranten werden uiteraard de 121 gesneuvelden en overledenen vermeld maar wat daar in het verre Korea exact gebeurde kreeg nauwelijks aandacht. In een afzonderlijk artikel gaan we verder in op deze strijd.
442e BLJ eerste parate Bataljon
De Koude oorlog, die “woede” van 1949-1989, wordt door iedereen gekenmerkt door een gewapende vrede. Dat gold voor de confrontatie van de communistische en kapitalistische systemen, de Sovjet-Unie met zijn Oost-Europese staten en de NATO staten in het West-Europese gebied. Maar in andere delen van de wereld, zoals op het Koreaanse schiereiland, was die confrontatie “warm” of te wel er werd een directe oorlog uitgevoerd tussen het communistische Noord-Korea gesteund door Chinese Volks Republiek en de Verenigde Naties, die een coalitie van Amerikaanse en vele andere staten, waaronder Nederland, in de strijd bracht.
Koreaanse oorlog
Nederlandse militairen, meer dan 5000, waaronder vele Limburgse Jagers van het eerste uur, vochten tussen 1950-
1953 in Korea een harde strijd uit. Een onbekende oorlog voor de Nederlandse samenleving, die niet zoals nu het geval is met een dagelijkse nieuwsvoorziening
De Koude oorlog, die in feite begon direct na de overwinning van de geallieerden over Nazi- Duitsland zorgde voor grote militaire inspanningen. De Krijgsmacht, die in 1950 was teruggekeerd van haar expeditionele inzet in de oude kolonie, het huidige Indonesië, moest gemoderniseerd worden aangepast aan inzet in Europa. Nieuwe organisaties van divisies, regimenten, gevechtsgroepen, bataljons werden opgezet. De vooroorlogse nummer-regimenten werden samengevoegd tot naamregimenten. Zo werd op 1 juli 1950 ons Regiment Limburgse Jagers opgericht met als eerste parate eenheid het 442e Bataljon Limburgse Jagers. Zo nieuw was de organisatie dat zij eerst bij hun herhalingsoefening in 1952 het ons nu bekende baretembleem kregen.
24
De Limburgse Jager
Infrarood team Demcie
De krijgsmacht moest ook gaan samenwerken. De NATO, in Nederland Noord Atlantische Verdrags Organisatie geheten, was in 1949 opgericht. Samenwerken in internationaal verband was een nieuwe dimensie, die nu als heel gewoon wordt ervaren. Samenwerken in opleidingen en materieelaanschaf, oefenen in grotere verbanden. Zo gingen al in 1952 de Limburgse Jagers van de Demonstratiecompagnie naar Frankrijk om de nieuwe door Philips ontwikkelde Infrarood apparatuur aan een groep NATO-officieren te demonstreren. En namen in datzelfde jaar Limburgse Jagers van 322e Bataljon LJ aan de grote NATO-oefening Hold-Fast in West-Duitsland deel. Met in volgende jaren de grote NATO-oefeningen Grand Repulse en Battle Royal wederom op de Noord-Duitse laagvlakte waar het 432e Bataljon LJ uit Oirschot aan deelnam. Die internationale samenwerking is nu een permanent deel van het handelen van onze krijgsmacht.
42e BLJ opgericht
De Koude Oorlog ‘woedde’ koud in ons deel van Europa, maar aan de andere zijde van de nog onzichtbare grens tussen Oost en West, kwamen in 1953 Oostduitsers en Polen in opstand tegen hun regeringen en in 1956 waren de Hongaren hun communistische machthebbers zat. Er werd in de straten van Berlijn, Polen en Hongarije gevochten, soms met de blote hand, tegen hun machthebbers en de Russen die hun vazalstaten te hulp kwamen. En het Westen moest met het gevaar van een Derde Wereldoorlog toekijken. Toch hadden deze opstanden voor de krijgsmacht wel gevolgen. Parate weekenden, consignatie in kazernes, beladen van munitietreinen, reorganisaties en uitbreiding van het leger met nog een parate divisie. En zo werd naast het 432e BLJ, inmiddels geheten 16 BLJ, in 1957 het 42ste Bataljon LJ opgericht.
Het leger was inmiddels voorzien van vele nieuwe wapens en voertuigen, geweer Garand, Tlv´s, mortieren, de DAF-vrachtwagens, de web, de YA 314 en 328. Maar ook nieuwe tactieken en wapensystemen deels gedemonstreerd door de Demcie. Nieuwe procedures, zoals het bekende NATO-spelalfabet werden ingevoerd en nieuwe legerplaatsen als Ermelo, Havelte, Ossendrecht, Schaarsbergen en de alweer afgebroken legerplaats Nunspeet werden gebouwd. Kortom in die eerste tien jaren van de Koude oorlog veranderde er veel in het nieuwe leger.
TLV 106 in La Courtine
Colonneverplaatsingen waren de opmaat voor de vele oefeningen in Duitsland en België. En het huzarenstukje van de driedaagse verplaatsing naar en van het oefenterrein La Courtine in Frankrijk liet zien dat de nieuwe KL wat kon organiseren. Voor velen waren die oefeningen de eerste maal dat men in het buitenland kwam en met andere gewoonten en gerechten te maken kregen.
16 BLJ in Zeeuws Vlaanderen
En het leger bleef oefenen en oefenen in schietvaardigheid, gevechtstechnieken en, procedures. De vele colonnes op de wegen waren voor de samenleving de zichtbare aanwezigheid van het leger alsook de militairen in uniform, wat zij verplicht ook tijdens verlofweekenden moesten dragen. Om het leger ook in delen van het land te brengen, waar ze onzichtbaar waren, gingen begin zestiger jaren bataljons als 16e BLJ op oefening in Zeeuws-Vlaanderen en het 42e BLJ in Ootmarsum in Twente.
Knoflook, olijfolie, stokbrood enz zijn nu niet meer weg te denken uit ons dagelijkse bestaan, maar toen een heel nieuwe ervaring. En nog altijd was het lopen voor de infanterist, soms zitten op de Centurion van de Cavalerie. Daar kwam vanaf 1963 verandering in. Het Franse AMX-pantserin-
De Limburgse Jager fanterievoertuig werd ingevoerd, o.a. bij het 16e en 42e bataljon. Dat pantservoertuig was overigens al in 1960 door een klein team van chauffeurs van 16 BLJ in La Courtine uitgetest en waren de procedures, hoe met het voertuig te handelen, op de Dag der Infanterie in 1962 door leden van de Demcie gedemonstreerd.
Noord-Duitse laagvlakte met zijn oefenterreinen, Hohne, Munster, Sennelager, en meer zuidelijk Vogelsang, kon het zeer hard vriezen en sneeuwen en niet altijd was de fourier op tijd met zijn eten.
IJzeren Gordijn
Het verdedigingsconcept van de jaren vijftig, met een verdediging achter de Rijn- en IJssellinie, was inmiddels gewijzigd in een voorwaartse verdediging in West-Duitsland achter de rivier de Weser en later nog verder tegen de Inner Deutsche Grenze. De Inner
Deutsche Grenze was sinds 1961 echt een afscheiding geworden met prikkeldraad en mijnenvelden aan de Oost-Duitse kant van die grens en de bekende Muur die West- en Oost-Berlijn scheidde. Zo kwamen ook onze troepen in directe confrontatie met de opponent uit het oosten. Dit leidde er toe dat werd besloten een Nederlandse pantserbrigade in de nabijheid van die grens te legeren. Dat werd de 41e Pantserbrigade waartoe ook het 42e Bataljon LJ of kortweg 42 BLJ behoorde. In september 1963 reed het bataljon de Legerplaats Seedorf binnen en zou daar tot 2006 blijven.
Uit de ritselkist koken
Het filler-systeem, waarbij iedere twee maanden nieuwe rekruten in de parate compagnieën instroomden, werd ver-
25
vangen door het compagniesgewijze instromen van de nieuwe lichting wat het uiteindelijk opleidingsniveau opkrikte. En met het nieuwe pantservoertuig waren ook nieuwe wapens ingevoerd, het geweer FAL de mitrailleur MAG, de pistoolmitrailleur UZI, de TLV Carl Gustav en het boordwapen de al beproefde • 50 mitrailleur die zijn waarde al in het eind van Wereldoorlog II had bewezen. De kleding werd ook vernieuwd, echte gevechtskleding en het nieuw tweekleurige uitgaanstenue. Een echte slaapzak, in plaats van een paar dekens met spelden. Maar door het gebruik van het pantservoertuig ontstond ook een andere verhouding van commandanten, kader en jagers. Immers ze zaten nu allemaal in het zelfde “schuitje” of te wel voertuig, dicht opeen gepakt, wat andere omgang vereiste. De ritselkist met gasbrander, koffie, soep en andere etenswaar dook in het voertuig op. De bemanning betaalde deze extra voeding/drank. Deze aanvulling op het dagelijkse gevechtsrantsoen pakte met name in de koude wintermaanden positief uit voor het moreel. Immers op de
Praagse opstand
Dat het daar achter het prikkeldraad en muur in de communistische heilstaten toch niet zo florissant liep bleek in 1968 uit de volksopstand in Tjecho-Slowakije, die volgde op de zgn Praagse Lente. De Tjecho-Slowaken dachten een wat milder regime te installeren, wel op communistische grondslag maar met meer vrijheden. Ook deze poging, om onder de dictatuur van de Communistische Partij uit te komen, werd de kop ingedrukt door de inval van een coalitie van de Warschaupactlanden, het verbond dat Rusland met zijn vazalstaten had gesmeed als tegenhanger van de NATO. En weer stonden onze troepen gereed om te wachten op de dingen die zouden kunnen gebeuren. Paraatheid werd opgeschroefd, munitie geladen en naar vooruitgeschoven gebieden getransporteerd. En gelukkig voor onze zijde ontstond er geen conflict, de arme Tjechen en Slowaken moesten nog ruim 20 !!! jaar wachten tot die Praagse Lente toch doorbrak tot een zomer en men in dezelfde vrijheid zou kunnen gaan leven als wij in het Westen.
26
De Limburgse Jager
Met lang haar in de Compagniesbar
Maar ook in eigen gelederen begon het te broeien, dat wil zeggen de dienstplichtige militair, steeds hoger opgeleid, werd mondiger. De oude verhoudingen tussen commandant/kader en onderhebbenden veranderde. De Nederlandse soldaat dacht ook na en nam initiatieven. Zo ook voor zijn eigen welzijn binnen en buiten de diensturen. Geen verplichting meer om in uniform te reizen, laat staan het in de vrije tijd te dragen. De verplichte reveille verviel, vrije haardracht, wat vooral in het buitenland tot vreemde blikken leidde. De compagniesbar werd het ontmoetingspunt ipv de aloude cantine. Maar de Limburgse Jager en zijn collega’s deden ook in die nieuwe context hun taken. Het kader moest zich aanpassen aan de nieuwe verhoudingen en echt leiderschap werd een vereiste ipv “op de strepen” staan.
pagniescommandant. En ook de vele inspecties, Commandanten-inspecties, de gevreesde MIO, enz, konden bijdragen tot een volgende promotie. Door deze manier van uitdaging ontstond een vreemde wedijver die tot kunstjes kon leiden en niet tot verhoging van het niveau van heel de eenheid.
Laatste verplaatsing per trein van 16 BLJ uit de Eifel
De blijvende spanning tussen het Warschaupact en NATO vereiste een sterke krijgsmacht, doch de kosten daarvan drukten te sterk op ‘s lands financiën. Er werd weer gereorganiseerd en geherstructureerd. De diensttijd werd verkort en eenheden mobilisabel gesteld, waaronder in 1975 ons roemruchte 16e Bataljon Limburgse Jagers uit Oirschot. Met de laatste oefening Tableau werd in de Eifel afscheid genomen van dit kleurrijke bataljon met de Bourgondische faam van toepen en zoepen. Een traan werd door menig kaderlid weggepinkt bij dit verlies van kameraadschap.
YPR -765 met Oerlikon kanon
Bernhard trophee
Waar er gelukkig geen gevechten behoefden te worden gevoerd en toch er een uitdaging nodig was, ontstond een leger van wedstrijden en inspecties. Schieten, sport, tactische vaardigheden, op alle terreinen werden wedstrijden georganiseerd die telden voor een succesvol commando voor bataljon-of com-
Saxon Drive 1978, Atlantic Lion 1983, Free Lion 1988 volgen. Voor de troepen waren deze oefeningen, meestal in september gehouden, het slotstuk van een reeks kortere oefeningen op compagnies-, bataljons-, brigade- en divisieniveau. Deze, in de soldatenmond genoemde “Ruk-en Trek”, oefeningen brachten duizenden militairen en voertuigen naar de vele dorpen en flecken op het Noord-Duitse platteland. Slapen in de openlucht, maar ook in de schuren van een boerderij. Frische Brötchen bij de Backer in het dorp en soms stiekem een biertje in de lokale Kneipe. Verplaatsen, opstelling innemen, verplaatsen, opstelling, rivierovergang , doorschrijding van andere eenheden, alles in het concept van de voorwaartse verdediging van het grondgebied van NATO. Samenwerken met Duitse, Belgische, Engelse en Amerikaanse en Deense eenheden en staven. Oefeningen waar voor de kleinste eenheden en enkele militair soms geen touw aan vast te knopen was. En ze slaagden natuurlijk altijd.
Sticker FreeLion
Twee jaar daarvoor in 1973 had men nog meegedaan aan de eerste van een reeks Legerkorpsoefeningen in Duitsland, Big Ferro. De eerste grote naoorlogse internationale oefening onder Nederlandse leiding. In de daaropvolgende decennia zouden nog
En de good old AMX liep in 1978 tegen het einde van haar levensduur en werd vervangen door de Amerikaanse YPR-765 een neefje van de M113 die al o.a. door de Cavalerie werd gebruikt. 42 BLJ mocht, als eerste bataljon, dit nieuwe voertuig tijdens oefening Saxon Drive gebruiken. Ook werd afscheid genomen van de mitrailleur • 50 en kreeg de infanterist te maken met het Zwitserse Oerlikon snelvuurkanon 25 mm, een nieuwe dimensie. Ook het vrachtwagenpark kreeg een facelift met de 4-tonner YA 4440, waardoor de lastige 1 tons aanhangers konden worden afgevoerd. De TOW, het zware antitankwapen deed zijn intrede in de Pantserondersteuningscompagnie, waar al voordien de Mortier Brand Raye 120 mm was ingevoerd wat de compagnie op een totaal van zes pelotons bracht van verschillende lichtingsploegen.
De Limburgse Jager
Antitank wapen TOW
In de tachtiger jaren ontstond een fundamentele discussie over de nucleaire wapens, die men meende nodig te hebben voor de afschrikking voor een inval van het Warschaupact. Het werd nodig gevonden omdat, ondanks de sterk vernieuwde krijgsmachten in het westen, de immense strijdkrachten van het Oostblok maar deels zouden kunnen weerstaan eer er reserves uit de Verenigde Staten zouden kunnen worden aangevoerd. De discussie over de plaatsing van zgn nucleaire kruisvluchtwapens in Nederland werd fel gevoerd en grote demonstraties tegen deze wapens waren het gevolg. Zelfs onder de beroepsmilitairen ontstond hierover discussie en enkelen verlieten de krijgsmacht vanwege het mogelijk gebruik van nucleaire wapens. Nieuwe tactieken werden ingevoerd waaronder
het invoeren van het teamverband dat wil zeggen dat de infanterie- en cavaleriebataljons in het gevecht werden gemixt. Zo kwamen tankeskadrons onder bevel bij een infanteriebataljon en omgekeerd. Dat vereiste voor de commandanten kennis van zaken met betrekking tot inzetmogelijkheden van de wapensystemen van het eskadron of infanteriecompagnie. Terwijl de KL steeds verder moderniseerde met o.a. de invoering van de Leopard 2 tank, begon het communistische systeem te wankelen. De Sovjetunie kon de economische wedloop met het westen niet bijbenen en maatschappelijk ontstond een crises in de communistische geregeerde landen. Dit liep uit tot hervormingen onder leiding van president Gorbatsjov, die ook het buiten-
landse beleid aanpaste. Dit leidde tot minder spanning tussen beide blokken en uiteindelijk in 1989 tot de val van de Muur en daarmee het hele IJzeren Gordijn dat ons zo lang in de greep had en immense inspanningen had gekost qua opbouw en uitbouw van de KL.
Einde van de Muur
De Koude oorlog was na 40 jaar ten einde, gewonnen op punten met dank aan de honderdduizenden beroeps en dienstplichtigen, waaronder duizenden Limburgse Jagers. En helaas ook slachtoffers, niet alleen de gesneuvelden in Korea, maar ook de tientallen die bij verkeers- of andere ongevallen het leven lieten. Wij zullen blijven gedenken wat zij hebben betekend voor het welslagen van deze missie van de KL nu al weer 20 jaar geleden.
27
De Limburgse Jager
29
BEZOEK AAN OOST-BERLIJN TIJDENS DE KOUDE OORLOG Begin 1986 hadden we met zijn drieën (kamergenoten) het idee opgepakt om naar Oost-Berlijn te gaan. Omdat ik naast mijn chauffeursfunctie ook op de administratie werkzaam was en de andere twee op de sectie, moest er eerst toestemming gevraagd worden of we wel naar Oost-Berlijn mochten. Door de werkzaamheden had iedereen een bepaalde screening die bepaalde of je wel/niet mocht gaan. Zeker voor degene die op de sectie werkzaam waren en nogal wat geclassificeerd papierwerk onder ogen kregen was het de vraag of ze wel mochten gaan. Wij mochten gaan, wel hadden we eerst nog een gesprek met iemand van de CID, die vroeg o.a. waarom we naar Oost-Berlijn wilden gaan. Ons werd gevraagd of de foto’s die we daar maakten achteraf door hen bekeken mochten worden. Ook kregen we het advies om op te letten of we niet gevolgd werden. We vonden het wel raar maar ook wel spannend. Wij met z’n drieën op een zondag vanuit Seedorf naar Berlijn, een ritje van zo’n 350 km Oost-Duitsland, over de transitweg. Onderweg heel veel Russische kazernes voorbij gereden. Grote oude gebouwen met een groene poort en een heel grote rode ster erop. Was toch niet zo’n prettig gevoel. Ik dacht nog effe dat als er oorlog zou komen Seedorf binnen 3 minuten weg zou zijn, zoveel kazernes hebben we gezien. In West-Berlijn aangekomen de auto ergens geparkeerd en te voet verder naar Checkpoint Charlie. Daar aangekomen kreeg je ook meteen het gevoel dat je van alle kanten begluurd werd en daarom kreeg één kamergenoot de zenuwen en zei dat hij niet de grens over ging. Ik zei dat hij dat zelf moest weten maar dat ik in ieder geval wel ging nu ik daadwerkelijk voor de
grens stond. De andere kamergenoot was het daarmee eens. Wij een tijdstip afgesproken dat we terug zouden zijn. Maar toen bedacht hij zich en ging toch mee. Je liep daar naar binnen, een lange gang in, rechts, links, rechts, links en dan de paspoortcontrole. Je moest hier verplicht per persoon minimaal 20 Duitse marken inwisselen en daarvoor kreeg je Oost-Duitse Marken terug. Daar zag je dan ook dat de auto’s die via dit checkpoint gingen bewust tegengehouden werden en lang moesten wachten. De papieren van deze mensen lagen daar op de bureaus en de douanebeambten zaten gezellig te kletsen. Na de paspoortcontrole en geldwissel mocht je verder door de gang lopen en kwam je door een deur in Oost-Berlijn. Liep je eerst langs zo’n half hoog torentje met bovenop allemaal geblindeerd glas. Dat was een verschil, alle gebouwen grijs/grauw en elke auto een Trabant. De eerste persoon die ik zag was een man in een blauwe overal met een touw als broekriem, hij duwde een kruiwagen met een houten wiel! In gedachten ging ik 30 jaar terug in de tijd! Tijdens het rondlopen had je constant het idee dat je in de gaten gehouden werd. We hebben een middag rondgewandeld en wat bezichtigd. Tijdens het rondlopen hebben we, denk ik, net zoveel achterom als voor ons gekeken omdat we echt dachten geobserveerd te worden. We waren zelfs voorzichtig met foto’s maken. Daar nog wat in een soort restaurantje gegeten en we hadden graag cola. Cola hebben we niet zei de bediening,
ranja of bier hadden ze wel! Eind van de middag weer terug naar West-Berlijn. Daar nog wat rondgekeken en met de auto weer naar de grenscontrole om door Oost-Duitsland weer naar West-Duitsland terug te rijden. ‘s Avonds laat waren we weer terug. Een paar dagen later weer een gesprek gehad met de CID of ons nog wat was opgevallen. Het rare ervan was dat ik echt het idee had dat we gevolgd waren maar dit was niet in Oost- maar in West-Berlijn. Het was een geweldige ervaring! Kees van den Nieuwenhof, lichting 852, Chauffeur radiotelefonist Plv bat-commandant van juli 1985 tot mei 1986, 42 BLJ SSV batstaf.
De Limburgse Jager
31
Koninklijke Onderscheiding Tijdens de maandelijkse bijeenkomst van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Eervol Officieren op woensdag 14 oktober in de Oolderhof te Ool-Roermond, werd een volkomen verraste Kolonel der Limburgse Jagers bd Jan Willem de Leeuw (76) bij bevordering benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. De bijbehorende onderscheiding werd hem opgespeld door Burgemeester Henk van Beers in het bijzijn van zijn echtgenote, kinderen en vele belangstellenden. Kolonel bd Jan Willem de Leeuw heeft zijn voetsporen ruimschoots verdiend binnen en buiten ons Regiment. Zijn vele verdiensten, functies en onderscheidingen zijn er het tastbare bewijs van. Zo is de kolonel voor zijn 10 jarig voorzitterschap van de Stichting Vrienden van de Limburgse Jagers benoemd tot Limburgse jager van verdienste en werd hij voordien benoemd tot Lid in de orde van Oranje Nassau. Minder bekend bij velen is zijn inzet voor het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). Na zijn dienstverlating in 1988 startte Jan Willem de Leeuw een zoektocht naar gegevens van militairen, verzetslieden en opvarenden van koopvaardijschepen die tussen 1940 en 1962 zijn gesneuveld.
Jan Willem: “Aanleiding voor het onderzoek vormde de oprichting van het Indië-monument in Roermond. Het stoorde mij dat op het monument nogal wat namen ontbraken van militairen die in Nederlands-Indië waren gesneuveld.” Dankzij het onderzoekswerk van Jan Willem konden 500 namen worden toegevoegd op de zuilen van het Indië-monument. De volgende stap was het verzamelen van gegevens van soldaten die omkwamen tussen 10 en 15 mei 1940 en onbekend bleven als oorlogslachtoffer. Dit leverde 138 namen op die sinds 2005 vermeld staan op het monument
op de Grebbeberg te Rhenen. Daarna wist Jan Willem nog eens 3000 namen te achterhalen van verzetsmensen die om het leven zijn gekomen, waardoor uiteindelijk 10.000 namen bekend werden van gesneuvelde verzetsmensen. Na de verzetsmensen volgden de opvarenden van de koopvaardijschepen. Momenteel is Jan Willem bezig met de gesneuvelden van het Indisch verzet en het KNIL. Voor zijn onderzoek raadpleegt Jan Willem de Leeuw de meest uiteenlopende bronnen, zoals herdenkingsboeken, archieven, interviews met oudgedienden, etc. Nauwgezet worden alle gegevens opgetekend, gecontroleerd en dan pas opgeslagen in een speciaal computerbestand. Het belangrijke onderzoekswerk van ons regimentslid leidde al eerder tot publicaties in verschillende bladen. Dankzij de inzet van Kolonel bd Jan Willem de Leeuw beschikt het NIOD maandelijks over de laatste aanvullingen van zijn onderzoekswerk. De kolonel tenslotte: “Ik vind mijn onderzoek niet alleen boeiend, maar ook van groot belang, vooral voor de nabestaanden en familieleden.” Het Regiment Limburgse Jagers is trots op Kolonel Jan Willem de Leeuw en het belangrijke onderzoek waaraan hij overigens blijft werken. Wim Pijpers.
Antoniwaardering voor Henk Kanters Dat saamhorigheid ook in de zgn dienstplichttijd, de Koude Oorlogperiode, werd bereikt, is te illustreren met de inzet van kruidenierszoon Henk Kanters uit Eindhoven. Populair als hij was in de jaren 1956-1957 als lid van het mortierpeloton van eerst 432 BLJ in 1957 later genaamd 16 BLJ in Oirschot, toen vanwege zijn goede verzorging met koek en zopie voor zijn maten via zijn vaders winkel. En zo doet hij dat nu nog steeds. Niet met koek of chocoladerepen, maar met zijn langdurige en niet aflatende inzet om zijn oude kameraden bijeen te brengen. Dit was een ware zoektocht door heel Nederland, want na 1957 had eenieder zijn burgerleven opgepakt en de wijde wereld ingetrokken althans
verspreid over Nederland. Maar na 10 jaar en even zovele reünies is het Henk Kanters toch gelukt ze allemaal boven water en bijeen te krijgen. Dit jaar konden ze een tweede lustrumreünie vieren in Sevenum. Reden voor een van de echtgenote’s, mevrouw Udo, om Henk voor te dragen voor een waardering. En die heeft hij op vrijdag 20 november jl tijdens de Phaffdag mogen ontvangen uit handen van de Regimentscommandant; de Antoniwaardering. Die gold niet alleen voor Henk zelf maar ook voor zijn echtgenote die Henk in alle opzichten in zijn zoektocht heeft ondersteund. N.C.S. Vroom, Vz Stichting.
32
De Limburgse Jager
Nieuws van de Stichting RLJ Diner de Corps 2010
Vrijdag 22 januari zal het Diner de Corps Limburgse Jagers voor officieren gehouden worden in de Van Hornekazerne te Weert. De deelnamekosten bedragen € 35 per persoon, te betalen op girorekening 72752 t.n.v. Stichting RLJ o.v.v. uw naam + Diner de Corps 2010. Het is NIET mogelijk ter plaatse te betalen. Indien U wenst te overnachten op de KMS, dient U aanvullend een mailbericht te sturen aan secsrlj@ limburgsejagers.nl Sluiting opgave is 8 januari 2010.
Nieuwsbrief
Via onze website geeft de SRLJ regelmatig een digitale Nieuwsbrief uit. Om alle Limburgse Jagers op die wijze te kunnen bereiken is het nodig dat onze websiteredactie beschikt over Uw actuele emailadres. Mocht u geen Nieuwsbrief ontvangen hebben en wilt U de Nieuwsbrief ontvangen, meldt U dan zich aan op de website zodat de ontbrekende gegevens worden opgenomen in de database. Dat geldt ook wanneer U verhuist.
De SRLJ biedt te koop aan
Op onze website www.limburgsejagers. nl vindt U onder De Stichting biedt te koop aan, alle artikelen die momenteel in voorraad zijn. Bestellen kan rechtstreeks op
[email protected] onder gelijktijdige overmaking van het verschuldigde bedrag.
Donateur, Vriend van de Stichting Regiment Limburgse Jagers worden?
Dat kan door jaarlijks een bedrag naar keuze (minimaal € 11) op bankrekeningnummer 1423.59.696 t.n.v. Stichting RLJ te Melick over te maken. Om de incasso te vergemakkelijken, hebben we bij deze uitgave een acceptgirokaart bijgevoegd. Vergeet niet om Uw volledige adresgegevens te vermelden. Gaarne Uw bijdrage overmaken vóór 1 maart 2010. Als donateur ontsteunt U Uw Regiment en leden van het Regiment, actief dan wel niet meer actief in de krijgsmacht. Zo heeft de Stichting RLJ alle missieleden bij terugkeer met een kaart welkom geheten, waar mogelijk is er aandacht voor gewonde collega’s, wordt stilgestaan bij het overlijden van collega’s, organiseert dan wel ondersteunt reünies van oud leden, brengt het blad de Limburgse Jager uit, onder-
steunt met aankopen de historische verzameling, brengt de website uit met een maandelijkse nieuwsbrief, dan wel berichten voor speciale doelgroepen. Verder verzorgt ze publicaties als het boekwerk over 42 BLJ, Cd’s en DvD’s met muziek en historische geluids- en beeldopnamen. En U wordt als begunstiger uitgenodigd voor de jaarlijkse Phaffdag in Weert, komend jaar op vrijdag 19 november 2010. Kortom Uw donatie vindt altijd een goede bestemming.
Machtiging
Reeds enkele malen hebben wij verzocht om ons een machtiging te verstrekken om eenmaal per jaar een bedrag af te boeken van Uw bankrekening als Vriend van de Stichting Regiment Limburgse Jagers. Aangezien onze bank (mogelijk) medio 2010 zal beschikken over een nieuw incassosysteem en er nieuwe eisen gaan gelden, heeft de SRLJ besloten om over te zullen gaan zodra het nieuwe Rabobank-incassosysteem voor machtigingen beschikbaar is. De SRLJ zal de machtigingen opstellen conform de dan geldende bepalingen van de Rabobank. Wij hopen op Uw begrip en bieden onze excuses aan voor dit ongemak.
Regimentsagenda 2010
22 jan. Diner de Corps Officieren in Weert ( zie uitnodiging in blad) Maart Vertrek 42e Bataljon Limburgse Jagers naar Uruzgan 22 april Reünie Demcie , Oranjekazerne te Schaarsbergen, Arnhem 10 mei Herdenkingen inval 1940 , diverse locaties 1 juli 60 jaar Regiment Limburgse Jagers (activiteiten volgen) Juli Terugkeer 42e Bataljon Limburgse Jagers uit Uruzgan 19 nov. Phaff-dag 2010, Weert
Colofon “De Limburgse Jager” is een uitgave van de Stichting Regiment Limburgse Jagers en 42 Painfbat Limburgse jagers ISSN 1567-4320 Jaargang 2009-2 Redactie: N.C.S.Vroom W.M.J. Pijpers Artikelen en fotoverantwoording: Lkol Klein Schaarsberg, Genm de Kruif, Kap Tweehuizen, Kplbd Van den Nieuwenhof, OW van Dijk, Dhr Stiphout, NIMH (foto’s en kaartje), Maj bd Pijpers, Lkol bd Vroom. Grafische vormgeving: TMdesign, Simpelveld Druk: Drukkerij Paesen, Opglabbeek (B) Advertenties: Naber Media Exploitatie, Vlodrop Redactieadres: Volderstraat 103, 6231 LB Meerssen 043 - 3649639
[email protected] Vriend van het Regiment: Ondersteun de uitgave van dit magazine, website, reünieorganisaties, LJ-veteranen, monumenten, historische verzameling door donateur te worden van de Stichting Regiment Limburgse Jagers. Uw donatie (richtbedrag € 11 per jaar) te storten op banknummer 1423.59.696 t.n.v. Stichting Regiment Limburgse Jagers te Melick.
Het bestuur van de Stichting Regiment Limburgse Jagers wenst U prettige feestdagen. Wij hopen U te mogen ontmoeten tijdens de viering van 60 jaar Regiment Limburgse Jagers. Nadere gegevens volgen.