Voorwoord p. 3. Het doel en de middelen p. 4. De twaalf strategische doelstellingen voor de legislatuur p. 7

Beleidsnota bij het ontwerpbudget 2010

Inhoudsopgave

Voorwoord

p. 3

Het doel en de middelen

p. 4

De twaalf strategische doelstellingen voor de legislatuur 2007–2012

p. 7

Overzicht van de bevoegdheden

p. 8

1 Dienstbaar voor alle West-Vlamingen

p. 9

2 Samenwerken over grenzen heen

p. 13

3 Kennis delen, kennis vermeerderen

p. 17

4 Maatwerk leveren

p. 26

5 Streken bovenlokaal ontwikkelen

p. 30

6 West-Vlaanderen verder laten groeien

p. 33

7 De omgevings- en leefkwaliteit verbeteren

p. 37

8 Het welzijns-, sport-, onderwijs- en cultuuraanbod versterken

p. 42

9 Iedereen volwaardig betrekken

p. 48

10 Beter voorbereiden, beter uitvoeren

p. 51

11 Steeds professioneler werken

p. 53

12 Een aangename en stimulerende werksfeer scheppen

p. 59

Bijlage 1: lijst afkortingen

p. 62

2

Voorwoord De provincies staan nog maar eens onder druk. Wie dacht dat er na het kerntakendebat in 2003 en het in 2005 goedgekeurde Provinciedecreet duidelijkheid was over de plaats en opdracht van de provincies in het bestuurlijk landschap, blijkt het verkeerd voor te hebben. In de regeringsverklaring van de nieuwe Vlaamse Regering (juni 2009) wordt een ‘interne staatshervorming’ in het vooruitzicht gesteld om de ‘historisch gegroeide inefficiëntie’ aan te pakken van de ‘veelheid aan bestuurslagen en instanties die over eenzelfde beleidsmaterie beslissingsbevoegdheid hebben’. Per beleidssector zal daarbij onderzocht worden of de versnippering van bevoegdheden over verschillende bestuurslagen aangepakt kan worden om te komen tot meer homogene pakketten en sleuteltaken per bestuurslaag, met als resultaat maximaal twee interveniërende bestuurslagen per beleidssector. In sommige partijen en in sommige media werd dit meteen vertaald als een intentie om de provincies af te schaffen. Voorliggende ‘Beleidsnota bij het ontwerpbudget 2010’ zal duidelijk maken dat de provincie WestVlaanderen klaar is om aan de debatten rond deze interne staatshervorming deel te nemen. Voor de diverse beleidssectoren worden ambitieuze en innovatieve doelstellingen geformuleerd, waardoor de waarde van de provinciale bestuurslaag wordt aangetoond. De belangrijke investeringen in het Provinciaal Domein ’t Zwin, het fietspadennetwerk, de waterbeheersingswerken en het POVLT springen daarbij in het oog. Ook efficiënte en effectieve beleidsvoering, een van de doelstellingen van de interne staatshervorming, zijn sinds lang een aandachtspunt binnen het bestuur. Daarvan getuigt niet alleen het in 2007 opgestarte ‘strategisch planningsproces’, maar ook de implementatie van systemen van interne controle en beheerscontrole. Tevens schrijft de provincie zich in in het project Vlaanderen in Actie, waarmee de Vlaamse Regering wil komen tot een slagkrachtige overheid. Een gezond financieel beleid blijft daarbij een van de provinciale uitgangspunten. Voor het derde jaar op rij is het begrotingssaldo van het eigen dienstjaar positief. Dit is een niet geringe inspanning, zeker in tijden van economische crisis. Dat er daarbovenop een extra economische provisie werd aangelegd, illustreert dat het bestuur extra waakzaam is voor de toekomst.

Brugge, september 2009

Dirk DE FAUW Patrick VAN GHELUWE Marleen TITECA – DECRAENE Gunter PERTRY Bart NAEYAERT Guido DECORTE gedeputeerden

3

Het doel en de middelen Seneca, Romeins filosoof (5 v.Chr.– 65 n.Chr.), zei ooit “De kapitein die zeilt zonder doel klaagt voortdurend dat de wind uit de verkeerde hoek komt”. Met deze boutade gaf Seneca aan dat het belangrijk is om het doel te kennen. Immers, wanneer het doel bekend is kunnen ook de inspanningen afgestemd worden op het bereiken van dat doel. De provincie West-Vlaanderen maakt voor het bepalen van haar doel gebruik van de techniek van de strategische planning. Dat betekent dat zij gebruik maakt van doelstellingen om haar beleid vorm te geven. Deze doelstellingen geven de richting aan die de provincie West-Vlaanderen uit moet om haar doelen te bereiken. Het doel dat de provincie West-Vlaanderen binnen deze legislatuur wil bereiken wordt op het hoogste niveau aangegeven door de strategische doelstellingen. Deze twaalf doelstellingen geven op een bevattelijke en inspirerende manier weer waar de provincie West-Vlaanderen wil staan op het einde van de legislatuur. Ze zorgen ervoor dat alle inspanningen die de provincie WestVlaanderen zal doen een duidelijke richting hebben. Bovendien zorgen de twaalf strategische doelstellingen voor integratie van het beleid over alle provinciale diensten heen. Deze strategische doelstellingen zijn richtinggevend, en worden verder geconcretiseerd voor elke bevoegdheid. Dat gebeurt door het formuleren van tactische doelstellingen per bevoegdheid. De tactische doelstellingen zijn de grote bouwblokken van het beleid voor de legislatuur. Ze hebben een looptijd van minstens één jaar en maximaal zes jaar, de duur van de legislatuur. Ze concretiseren de strategische doelstellingen door op de middellange termijn te omschrijven wat er moet gebeuren om het doel te bereiken. De tactische doelstellingen geven de beleidslijnen weer per bevoegdheid en vormen het raamwerk voor alle activiteiten die de provincie zal ondernemen tijdens de legislatuur. Voor de opmaak van het budget en de beleidsnota ten slotte is nog een laatste niveau van concretisering nodig. Dat laagste niveau zijn de operationele doelstellingen. Deze operationele doelstellingen zijn een verdere detaillering van de tactische doelstellingen en geven weer wat de provincie concreet zal doen tijdens het budgetjaar. Ze geven op die manier concrete invulling aan het raamwerk en zijn gericht op de korte termijn (maximaal één budgetjaar). Deze doelstellingen worden jaarlijks door de provincieraad goedgekeurd bij de bespreking van het budget. Ze zullen vervolgens uitgevoerd, opgevolgd en geëvalueerd worden. Dit hele proces van het formuleren van doelstellingen, het uitvoeren ervan en het evalueren van het resultaat wordt omschreven als de beleidscyclus. Het hele proces, en de samenhang tussen de doelstellingen kan eenvoudig geïllustreerd worden aan de hand van een boom. De strategische doelstellingen vormen de stam, de basis van alles. De takken vormen de tactische doelstellingen. Ze ontstaan uit de stam en vormen het raamwerk waaraan de bladeren zullen groeien. De bladeren symboliseren de operationele doelstellingen. De bedoeling is de doelstellingen te realiseren zoals gepland om de vruchten te plukken. Net zoals de boom de loop der seizoenen doormaakt, moeten ook elk jaar nieuwe operationele doelstellingen worden opgesteld voor het volgende budgetjaar. Naast de beleidscyclus bestaat er ook een financiële cyclus. Dat betekent dat de middelen vooraf gepland worden (budget) om in de loop van het jaar uitvoering te krijgen (boekhouding). Afsluitend wordt ook hier een evaluatie gehouden om te kijken of de besteding is verlopen zoals gepland (audit). Het Provinciedecreet stuurt aan op een koppeling van beide cycli. Of, met andere woorden, voor elke doelstelling moeten de overeenkomstige financiële middelen worden gekoppeld. Dat gebeurt door op het niveau van de operationele doelstellingen jaarlijks te bepalen welke financiële middelen hiervoor ingezet zullen worden. Daarnaast is voor het budget 2010 ook een inschatting gemaakt van de personeelsinzet per operationele doelstelling. Sommige doelstellingen geven niet direct aanleiding tot een rechtstreeks toewijsbare kost of uitgave, maar vertalen zich in het inzetten van personeel.

4

Het proces van strategische planning vertaald in beleidsdocumenten De vorige paragraaf licht toe hoe de provincie West-Vlaanderen vorm geeft aan haar beleid via de verschillende doelstellingen. Maar hoe vertaalt zich dat nu in de beleidsdocumenten van de provincie West-Vlaanderen? Het meerjarenplan is het eerste belangrijke document dat de grondvesten van de beleidscyclus omschrijft. Het wordt opgesteld aan het begin van de legislatuur en bevat de strategische doelstellingen die de provincie wil nastreven. Bij het meerjarenplan hoort tevens een financiële nota die de consequenties op de langere termijn weergeeft. De provincieraad van West-Vlaanderen heeft het meerjarenplan 2007-2010 (Vertrouwen wekt, vertrouwen werkt) goedgekeurd in zijn zitting van 8 november 2007. Een tweede belangrijk beleidsdocument in het proces van strategische planning is de sectorale beleidsnota. De sectorale beleidsnota richt de aandacht op de tactische doelstellingen. De tactische doelstellingen zijn de grote bouwblokken van het beleid voor de legislatuur, en worden per bevoegdheid opgesteld. Er wordt dus een sectorale beleidsnota per bevoegdheid voorgelegd aan de provincieraad, met uitzondering van de beheersdomeinen waarvoor een gebundelde nota is voorgelegd. De sectorale beleidsnota geeft een omstandige uitleg bij de tactische doelstellingen, omdat daar in het meerjarenplan onvoldoende ruimte voor is. De visie en de missie van de bevoegdheid wordt omschreven en er wordt ingegaan op de analyse van de omgeving om van hieruit een verklaring te geven voor de keuze van de tactische doelstellingen, die vervolgens verder worden toegelicht. De sectorale beleidsnota’s zijn door de provincieraad van West-Vlaanderen goedgekeurd in het voorjaar 2008. Deze beleidsnota bij het budget 2010 ten slotte geeft een volledig overzicht van de operationele doelstellingen voor 2010 en de koppeling met de financiële middelen. Het document integreert de beleidskeuzes die zijn gemaakt en de financiële middelen die hiervoor aangewend zullen worden. De financiële middelen worden per budgetartikel weergegeven Op deze manier is er een direct verband tussen de inzet van middelen (financiële cyclus) en de beleidsdoelstellingen die ermee gerealiseerd worden (beleidscyclus).

Hoe efficiënt gebruik maken van deze beleidsnota? Afsluitend wil deze paragraaf toelaten snel en efficiënt te navigeren in deze beleidsnota bij het budget 2010. Het document bevat dus een selectie van de operationele doelstellingen voor het budgetjaar 2010. De doelstellingen zijn geordend per bevoegdheid. De hoofdstukken zijn ook op die manier geconcipieerd. Daarin worden de blikvangers voor het budget 2010 toegelicht. Die worden gegroepeerd per tactische doelstelling voor de bevoegdheid. Anders gezegd, de beleidsnota geeft een samenvatting van de belangrijkste operationele doelstellingen voor 2010 gegroepeerd per groot bouwblok van het beleid. De volledige lijst met alle operationele doelstellingen voor 2010 en de financiële middelen die ervoor voorzien worden staat in de bijlage Beleidsdoelstellingen bij het ontwerpbudget 2010. Per bevoegdheid staan daarin alle operationele doelstellingen, geordend binnen het raamwerk van de strategische en de tactische doelstellingen met hierbij alle acties die voorzien worden. De doelstellingen zijn genummerd volgens de structuur van de sectorale beleidsnota.

Wanneer u op zoek gaat naar een bepaalde doelstelling is de eerste stap de selectie van de bevoegdheid. Vervolgens zoekt u de tactische doelstelling waaronder de gezochte beleidsoptie vermeld staat. De leidraad hiervoor is de sectorale beleidsnota, die duidelijk aangeeft welke grote bouwblokken er zijn. Onder deze doelstelling staat een overzicht van de operationele doelstellingen met hun financiële component, uitgesplitst per budgetartikel.

5

Ter herinnering: een tactische doelstelling heeft een nummer dat bestaat uit twee elementen: een aanduiding van de bevoegdheid en een aanduiding van het nummer van de tactische doelstelling. Zo bijvoorbeeld is doelstelling 5.7 de zevende tactische doelstellingen binnen de bevoegdheid Milieu, Landschap en Natuur. Voor wie een totaaloverzicht wil van alle doelstellingen van het provinciebestuur voor het budgetjaar 2010 is er de bijlage Beleidsdoelstellingen bij het ontwerpbudget 2010. Hierin staat een verklarende tekst over de informatie die bij elk van de doelstellingen is opgenomen, en hoe die het best wordt geïnterpreteerd.

6

De twaalf strategische doelstellingen voor de nieuwe legislatuur 2007-2012 1 Dienstbaar voor alle West-Vlamingen Het garanderen van rechtszekerheid, de principes van behoorlijk bestuur en de basiskwaliteit van de dienstverlening. 2 Samenwerken over de grenzen heen De positionering van de provincie West-Vlaanderen in een Europese context met bijzondere aandacht voor de grensoverschrijdende dimensie. 3 Kennis delen, kennis vermeerderen De selectieve uitbouw van de provincie als kennispartner. 4 Maatwerk leveren Het tot stand brengen van een geïntegreerde, gebiedsgerichte en gedifferentieerde beleidsvoering met bijzondere aandacht voor de verscheidenheid, identiteit én de samenhang binnen en tussen de diverse streken. 5 Streken bovenlokaal ontwikkelen Het bevorderen van de bovenlokale ontwikkeling van de diverse streken op een interactieve wijze. 6 West-Vlaanderen verder laten groeien Het selectief bevorderen van sociaaleconomische ontwikkeling met inbegrip van de sectoren toerisme, landen tuinbouw en visserij. 7 De omgevings- en leefkwaliteit verbeteren Het significant bijdragen tot een kwaliteitsvolle verbetering van de fysieke leefomgeving. 8 Het welzijns-, sport-, onderwijs- en cultuuraanbod versterken Het versterken en selectief verder ontwikkelen van een aanbod op het vlak van welzijn, sport, cultuur en hoger onderwijs d.m.v. het scheppen van voorwaarden en het realiseren van afstemming. 9 Iedereen volwaardig betrekken Het versterken van gelijke kansen en betrokkenheid met het oog op een volwaardige deelname aan het maatschappelijk leven. 10 Beter voorbereiden, beter uitvoeren Het verbeteren van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering en dit als kerncompetentie ontwikkelen. 11 Steeds professioneler werken De organisatieontwikkeling en het professionaliseren van de werking op basis van moderne methodes. 12 Een aangename en stimulerende werksfeer scheppen Het continu verbeteren van een positieve, faire en stimulerende werkomgeving voor alle medewerkers.

7

Overzicht van de bevoegdheden 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

Bestuurlijke organisatie Financiën Gebiedsgerichte werking Externe relaties Milieu, Natuur en Landschap Toerisme en Recreatie Ruimtelijke ordening Mobiliteit en Verkeersinfrastructuur Landbouw en Visserij Integraal waterbeleid Personeel (inclusief preventie op het werk) Welzijn Infrastructuur en Juridische aangelegenheden Comm@ Cultuur Onderwijs Economie Sport

8

1. Dienstbaar voor alle West-Vlamingen Het garanderen van rechtszekerheid, de principes van behoorlijk bestuur en de basiskwaliteit van de dienstverlening.

LEEFOMGEVING Integraal waterbeleid TD 10.01 Garanderen van het behoud en multifunctioneel gebruik van de watersystemen door een integrale benadering van het gevoerde waterbeleid, rekening houdend met betrokken besturen en wensen van verschillende sectoren. Als secretaris van de waterschappen staat de provincie in voor onder meer de opmaak van de deelbekkenbeheersplannen. In de loop van 2010 zal verdere uitvoering gegeven worden aan deze goedgekeurde deelbekkenbeheersplannen. Ter voorbereiding van een volgend planproces zal een noodzakelijk overleg plaatsvinden met betrekking tot de impact van het integraal waterbeleid op het ruimtegebruik, meer bepaald bij de aanduiding van oeverzones en overstromingsgebieden en bij de functietoekenningen van de onbevaarbare waterlopen. De provincie zal ondersteuning bieden aan de partners van het waterschap en ijveren voor de naleving van de doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid. Zowel bij de planvorming als bij de concretisering en uitvoering van maatregelen is dit belangrijk.

ECONOMIE Toerisme en Recreatie TD 06.01 Versterken van de bestuurlijke organisatie. De nieuwe rechtspositieregeling gaat voor het autonoom provinciebedrijf Westtoer in op 1 januari 2010. De belangrijke fase van de voorbereiding zal tegen dan achter de rug zijn. Maar er zal ongetwijfeld in het begin een nauwgezette opvolging nodig zijn m.b.t. de informatie voor het personeel, de toetsing of alle procedures correct verlopen, het uitvoeren van de nodige controles enz. Westtoer wil een systeem van competentiemanagement invoeren. De voorbereiding hiervan start in de tweede helft van 2009. In 2010 wordt het systeem geïmplementeerd op het niveau van het directieoverleg. Westtoer heeft er voor geopteerd om een ERP/CRM-databank (Enterprise Resource Planning/Customer Relationship Management) aan te kopen. Die moet tal van functionaliteiten omvatten die nu verspreid zitten over verschillende programma’s: beheer van adressen, bijhouden van contactgegevens, mailingacties, boekhouding, verkoop van routes, distributie van gratis brochures, aankopen, tijdsregistratie enz. Het CRM-gedeelte gaat van start in 2009, terwijl de opstart van het ERP-luik voorzien is voor 2010. Westtoer heeft in 2008 een systeem van interne controle opgestart. Interne controle is een continu proces dat de bedoeling heeft om de interne werking te verbeteren. In 2010 moeten er nieuwe risicogebieden bepaald worden, die dan weer leiden tot nieuwe controlemaatregelen. In 2009 werden de eerste stappen gezet m.b.t. de implementatie van het communicatieplan. In 2010 is het de bedoeling om deze strategie op een geïntegreerde wijze toe te passen. Belangrijke accenten vormen de organisatie van de Prijs Peuteman in september 2010 en een deelname aan de Open Bedrijvendag in oktober 2010.

BEHEERSDOMEINEN Bestuurlijke organisatie TD 01.01 Implementatie van het Provinciedecreet (en andere wetgeving van belang voor de hele provincie) binnen de provinciale organisatie. Deze tactische doelstelling is gericht op het implementeren van zowel het Provinciedecreet als andere relevante wetgeving binnen de provinciale organisatie. Dit omvat onder meer het vorm geven aan de mogelijkheden die geboden worden in het Provinciedecreet voor zelfregulering. Ook

Strategische doelstelling 1. Dienstbaar voor alle West-Vlamingen

9

het hersteldecreet op het Provinciedecreet dat dit jaar werd goedgekeurd, zal geïmplementeerd worden. Daarnaast is de aansturing en evaluatie van de controlecel voor de Europese projecten een belangrijk aandachtspunt, waarmee uitvoering is gegeven aan Europese wetgeving dienaangaande. Een derde, belangrijk element binnen deze doelstelling is het invullen van de opdracht van de administratie met betrekking tot de beheerscyclus (de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van beleid). Dit moet resulteren in een planmatig beleid, ondersteund door strategisch management en een koppeling met het financieel beleid van de provincie. TD 01.02 Ondersteunen van de werking van de bestuursorganen in de provincie. Het provinciebestuur voorziet in het ondersteunen van de werking van de bestuursorganen binnen de provincie. Naast de ondersteuning van de provincieraad, de deputatie en de aanverwante organen omvat dit tevens het streven om instrumenten te onderhouden en verder te ontwikkelen die de democratische controle van de raadsleden op de werking van de deputatie en van het provinciale bestuur verbeteren. Vanuit kennis en expertise op het gebied van bewarings-, ontsluitingsen toegankelijkheidstechnieken voor archief wordt bij de provincie een hedendaags documenten- en archiefbeheer uitgebouwd. Een tweede fase van het projectplan Provinciaal Archiefnetwerk (goedgekeurd door de deputatie, 15 januari 2009) zal worden gerealiseerd. Bedoeling is ‘Probat’ (= Provinciaal Beheerprogramma voor Archieftoepassingen) te converteren naar een webapplicatie met gebruik van de internationale archiefstandaarden. Hierdoor moeten de interne communicatie rond documentenoverdrachten naar de Archiefdienst en de externe communicatie naar de potentiële archiefgebruikers verbeteren. Er wordt een ‘digitaal Provinciaal depot’ operationeel gemaakt voor het permanent te bewaren elektronisch archief. De preservering omvat het goed onderhouden van de bestaande archiefinfrastructuur, het aanwenden van zuurvrij archiefverpakkingsmateriaal en het voortzetten van microfilmings- en digitaliseringsprojecten. TD

01.12

Verzekeren van de operationele werking van de Interne Preventiedienst (legale en extralegale opdrachten). Net als iedere andere werkgever dient het provinciebestuur (voor zijn personeel) over een interne preventiedienst te beschikken, waarvan de taken en opdrachten door de welzijnswetgeving (welzijn van de werknemers op het werk) worden opgelegd. De rol van de Interne Preventiedienst is in hoofdzaak adviserend en ondersteunend, zowel voor het beleid en de leidinggevenden als voor de personeelsleden. Zo verstrekt de dienst o.m. advies i.v.m. de aankoop en het veilig en gezond gebruik van machines en producten, de inrichting van de werkposten en de gebouwen, de brandveiligheid en de maatregelen in geval van nood en de vorming en het onthaal van werknemers. De dienst werkt mee aan de identificatie van de gevaren (permanente risicoanalyse) en aan de voorbereiding van de beleidsplanning m.b.t. het welzijn op het werk (globaal preventieplan en jaaractieplan). Hiertoe worden o.m. de arbeidsongevallen onderzocht, worden regelmatig bezoeken gebracht aan alle werkplaatsen, worden klachten onderzocht en wordt advies gegeven bij nieuwe aankopen en bij (ver)bouw(ings)projecten. Daarnaast vervult de Interne Preventiedienst een aantal aan de welzijnsreglementering gelieerde taken, die vanuit het bestuur naar de dienst werden gedelegeerd: de opvolging van de verzekeringsdossiers arbeidsongevallen, de praktische organisatie van het gezondheidstoezicht, de organisatie van een jaarlijkse griepvaccinatiecampagne, de aankoop en de verdeling van klein veiligheidsmateriaal, het verzorgen van het secretariaat van het basisoverlegcomité PBW (Comité voor Preventie en Bescherming op het werk) enz. TD 01.15 Aanbieden van ondersteuning binnen de provinciale organisatie. Ook de provinciale organisatie wordt terdege ondersteund. Deze ondersteuning neemt de vorm aan van advies met betrekking tot bijvoorbeeld het schrijven van provinciale reglementen of de kwaliteit van de dossiers voor de deputatie en de provincieraad. Daarnaast wordt ook voorzien in een aantal organisatiewijde systemen die de provinciale diensten ondersteunen, zoals de opvolging van het klachtenmanagement. Een belangrijk aspect binnen deze doelstelling is het aanbieden van ondersteuning voor strategische projecten met een juridische component. Deze projecten zijn onder meer het provinciaal olympisch zwembad, het verzelfstandigingstraject binnen het POVLT, de uitbouw van het Zwin en het vliegveld Wevelgem.


10

Personeelsbeleid TD 11.01 Verzekeren van de operationele werking van de personeelsdienst. De dienst Personeel is verantwoordelijk voor een correcte en accurate opvolging van alle facetten van een personeelsdossier. Van instroom tot uitstroom worden van elk personeelslid heel wat gegevens permanent verwerkt en bijgehouden: het aanwervingdossier, de aanstelling, de salarisvaststelling, een administratief dossier, een vormingsdossier, een evaluatiedossier, verlofregelingen enz. Het zijn enerzijds dagelijkse bewerkingen die veeleer routinematig zijn, maar anderzijds ook complexere acties zoals een examen of een selectie in overleg met de diensthoofden. Er wordt ook aandacht besteed aan het gebruik van diverse tewerkstellingsmaatregelen zoals GESCO, WEP, sociale maribel. De procedure m.b.t. WEP is in 2009 grondig gewijzigd en verloopt nu i.s.m. een drietal leerwerkbedrijven. De evaluatie hiervan zal in de loop van 2010 worden opgemaakt. De aanstelling van personeel in het kader van sociale maribel is nieuw en zal verder opgevolgd moeten worden in 2010. Ook in 2010 blijft het belangrijk om de kwaliteit van de personeelsdossiers te blijven garanderen. Hoewel er geen toename is in het totale personeelsbestand zijn er toch heel wat personeelsbewegingen (aanwervingen, bevorderingen, interne mobiliteit enz.) en administratieve wijzigingen (verlofstelsels, vervangingen enz.) die nauwlettend moeten worden opgevolgd. Ook de impact van de nieuwe rechtspositieregeling op de operationele taken van de dienst is niet te onderschatten. Voor het dagelijks personeelsbeheer, inclusief de loonadministratie, doet de dienst Personeel een beroep op ondersteunende systemen en programma’s zoals tijdregistratie, loonadministratie, opvolging van aanstellingen, verlofstelsels enz. In de loop van 2010 wordt begonnen met het zoeken naar een nieuw personeelsbeheersysteem dat naast de loonverwerking ook andere HRtoepassingen integreert, webtoepassingen mogelijk maakt, een degelijke rapportagetool omvat, eHRM voor elk individueel personeelslid mogelijk maakt, een link naar budget voorziet enz. Dit vraagt een grondige voorbereiding en een verkenning van het aanbod op de markt. In de loop van 2011 zou dit moeten resulteren in een nieuw of vernieuwd personeelbeheersysteem. Infrastructuur en Juridische aangelegenheden TD 13.03 Ontwikkelen en verhogen van de kennis binnen het bestuur wat betreft overheidsopdrachten, provinciale reglementen en wetgeving specifiek voor de provinciale organisatie. In 2010 wordt de vorming van de ambtenaren binnen de provinciale diensten die veel in contact komen met overheidsopdrachten voortgezet, vooral omdat de nieuwe regelgeving overheidsopdrachten vanaf 2010 wellicht het actuele kader zal veranderen. Binnen het actieplan voor interne controle zal, wat de opdrachten van werken betreft, aandacht worden geschonken aan risicovermindering door functiescheiding tussen ontwerp en opvolging van uitvoering van werken. Leerpunten uit de ene fase blijven uiteraard van belang voor ambtenaren betrokken bij de tweede fase. In een proefproject zal voor één specifiek soort dienstenopdracht en één soort opdracht van leveringen aandacht besteed worden aan een betere omschrijving van het resultaat en de navenante keuring en controle van het resultaat van deze opdracht. TD

13.04

Ondersteunen van de provinciale diensten inzake overheidsopdrachten, contracten, provinciale reglementen en wetgeving specifiek voor de provinciale organisatie. Door middel van het nodige overleg met de eigenaarsdienst worden beslissingen met betrekking tot de voorbereiding en de uitvoering van de overheidsopdrachten vormgegeven. Daarbij streven we waar mogelijk naar schaalvoordelen, door enerzijds de nodige standaardisering en anderzijds een beroep te doen op raamovereenkomsten. Mogelijk kan ook het autonoom provinciebedrijf Westtoer hierin betrokken worden. Afhankelijk van de evolutie van het e-procurementprogramma van de Vlaamse overheid, en in afspraak met andere provincies, zal verder worden onderzocht of de provincie hierop kan inhaken. Binnen het project De Gavers zone zuid wordt in 2010 de omgevingsaanleg van het watersportcentrum gedeeltelijk aangevat en wordt ook gestart met de heraanleg en aansluiting van de Eikenstraat ter hoogte van het provinciaal domein. Daarnaast worden ook middelen voorzien voor de aanleg van de omgeving van de parking bij het filiaal II.


11

Als sluitstuk op de buitenrestauratie van de Sint-Salvatorkathedraal te Brugge wordt, in een samenwerkingsverband met de stad Brugge en de kathedrale kerkfabriek, gestart met de heraanleg van de omgeving. Via een investeringstoelage draagt de provincie hier haar deel aan bij in 2010 en 2011. TD 13.05 Verzekeren van een juridisch kwaliteitsvol patrimoniumbeheer. De provinciale meetploeg verzekert de opmeting en afpaling van het provinciale patrimonium binnen een nauwgezette planning. Een coördinatieteam beoogt een passend kwalitatief niveau dat wordt afgestemd op de concrete vraag. De overeenkomstig het Grootschalig Referentiebestand opgemaakte data worden digitaal overgemaakt aan Vlaanderen. Binnen de dienst COOP staat de sectie Patrimonium in voor alle handelingen betreffende de aan- en verkoop en daarmee verbonden contracten betreffende onroerend goed. Met het oog op de realisatie van een multifunctioneel recreatief netwerk zal de provincie van 2009 tot 2012 werk maken van de aankoop van voetwegen en andere trage wegen (zoals kerkwegels) in de Oudlandpolder. Dit gebeurt in het kader van het Vlaamse Kustactieplan III en Interreg IVa. Het programma “verwervingen voor waterwerken” voorziet middelen voor de realisatie van bufferbekkens langs de Vleterbeek en de Robaartbeek in Poperinge en middelen voor lopende projecten zoals de Harelbeek in St.-Eloois-Winkel, de Kasteelbeek in Zwevegem en de Spanjaardbeek in Kortemark. Voor de verwervingen voor de provinciale domeinen wordt het jaarlijks voorziene budget opnieuw ingeschreven; afhankelijk van de evolutie van de aankoopdossiers van spoorwegbeddingen in 2009 zal deze investering nog worden voortgezet in 2010. Comm@ TD 14.01

Uitbouwen van informatie en communicatie door middel van een multikanaalbenadering. De provincie realiseert een nieuwe reeks uitzendingen van enerzijds het provinciale magazine kWestie met getuigenissen over de dienstverlening van de provincie, en brengt anderzijds de verslaggeving van de provincieraad in het maandelijks magazine De Raad. De provincie brengt deze magazines op haar eigen website en onderzoekt de mogelijkheid om deze magazines ook via Digitext (teletekst op digitale televisie) aan te bieden. Het Provinciaal Informatiecentrum Tolhuis, centraal aanspreekpunt voor alle vragen over de provincie, bouwt zijn informatie naar doelgroepen uit met een educatief pakket voor het lager onderwijs.


12

2. Samenwerken over de grenzen heen De positionering van de provincie West-Vlaanderen in een Europese context met bijzondere aandacht voor de grensoverschrijdende dimensie.

LEEFOMGEVING Milieu, Natuur en Landschappen TD 05.03 Genereren van kennisoverdracht en schaalvoordelen ten bate van het provinciale milieu-, natuuren landschapsbeleid door grensoverschrijdende samenwerking. De grensoverschrijdende samenwerking is een belangrijke hefboom voor de realisatie van heel wat provinciale milieudoelstellingen, voornamelijk in de sfeer van landschapszorg en soortenbescherming. Naast Solabio (‘soorten en landschappen als dragers voor de biodiversiteit’) is er ook aandacht voor projecten in dezelfde context in andere Interreg IVa-project programma’s zoals ‘Landschap in verandering’, ‘Leefbare Haven Zeebrugge’, ‘Forten en Linies in Grensbreed Perspectief’ en ‘Leader Tielts Molenland’. Diverse acties in dit verband situeren zich ook in de studiesfeer. In Euregio Scheldemondverband zal een bewustmakingscampagne worden opgebouwd i.v.m. de klimaatproblematiek, onder het motto ‘Neem de mensen mee’.

LEEFCULTUUR Cultuur TD 15.03

Versterken van de culturele uitwisseling en samenwerking met naburige regio’s om te komen tot ervaringsuitwisseling, kennisoverdracht en subregionale ontwikkeling. In de grensregio’s Zeeland, Oost-Vlaanderen en Noord-Frankrijk zal de provincie culturele samenwerkingsinitiatieven verder ondersteunen en ontwikkelen door eigen initiatief, advisering en subsidiëring. In samenwerking met de Franse partners wordt ‘Buren bij kunstenaars/Les couleurs du temps’ tegelijk in West-Vlaanderen en in de departementen Nord en Pas de Calais georganiseerd. Met de Villa Marguerite Yourcenar wordt samengewerkt tijdens het literatuurfestival ‘Par Monts et Par Mots’. Naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van die culturele uitwisseling tussen de provincie WestVlaanderen en de Landschaftsverband Westfalen-Lippe zal de dienst Cultuur in 2010 een cultureel samenwerkingsinitiatief ontwikkelen.

GEBIEDENBELEID Gebiedsgerichte werking TD 03.01 Integreren van een grensoverschrijdende realiteit bij de provinciale beleidsvoering. Grensoverschrijdende samenwerking vormt een inherent onderdeel van de gebiedsgerichte werking. Naast een permanente betrokkenheid bij grensoverschrijdende fora en de uitbouw van netwerken, is in het begin van de nieuwe Europese programmeringsperiode vooral werk gemaakt van het smeden van nieuwe partnerschappen en het opzetten van gemeenschappelijke projecten. In het kader van de grensbrede samenwerking met Nederland wordt verder gewerkt op de valorisatie van forten en linies, de integratie van natuuren landschapsbeheer in de agrarische bedrijfsvoering en rond functioneel groen ter reductie van fijn stof in de kanaalzone Roeselare-Leie. Binnen Interreg IV Vlaanderen-Wallonië-Frankrijk worden o.m. nieuwe methodieken ontwikkeld en afgestemd betreffende biodiversiteit (kartering, databeheer, educatie) en landschapsopbouw (landschapsatlas, agrarische architectuur). Ook de grensoverschrijdende toeristische samenwerking krijgt vorm in het project “Westhoek zonder grenzen”. In het nieuwe ‘2 Zeeën’-programma met Engeland krijgt geïntegreerd kustbeheer de nodige aandacht. Er wordt een langetermijnvisie ontwikkeld voor de baai van Heist en het Kustforum als draagvlak voor beleidsontwikkeling wordt verder uitgebouwd. In samenwerking met East Sussex wordt het patrimonium inzake trage wegen verder geactualiseerd en gevaloriseerd.

Strategische doelstelling 2. Samenwerken over de grenzen heen

13

Externe relaties TD 04.01 Faciliteren en bevorderen van de grensoverschrijdende samenwerking. De grensoverschrijdende samenwerking voltrekt zich intensief in alle beleidssectoren die de streekwerking omvat en in partnerschap met andere actoren in de regio’s. De meerwaarde van de provincie als regiobestuur situeert zich voornamelijk op het vlak van netwerking en bovenlokale belangenbehartiging vanuit een intermediaire positie. Vooral de grensoverschrijdende samenwerking met Noord-Frankrijk is stevig verankerd binnen het bestuur. De provincie behartigt haar coördinerende rol via haar eigen beleid door gedreven politieke en administratieve actieve betrokkenheid in de diverse overlegfora en via de rol van de gouverneur als coördinator Noord-Frankrijk van de Vlaamse Regering. Daarnaast verdiept de provincie haar eigen bilaterale contacten met de verschillende partners in Noord-Frankrijk. In het bijzonder zal de samenwerkingsovereenkomst met het departement Nord nog meer geconcretiseerd worden door het opzetten van gezamenlijke thematische bilaterale projecten rond jeugdwerk, sport, cultuur en toerisme. Sectorale vergaderingen, grensoverschrijdende thematische werkbezoeken (leefmilieu, economie enz.) en ondersteuning bij de politieke besluitvorming dragen eveneens bij tot de verdieping van de samenwerking met de institutionele partners in Noord-Frankrijk. Op subregionaal niveau verdient het volwaardige partnerschap van de Eurometropool Lille-KortrijkTournai de nodige aandacht. Dat partnerschap vertaalt zich in politieke en administratieve vertegenwoordiging in de structuren (o.a. actieve politieke en ambtelijke deelname aan de grensoverschrijdende thematische werkgroepen) en een financiële bijdrage in de werking. Ook in het EGTS (Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking) Flandre/Dunkerque Côte d’Opale/West-Vlaanderen zal verder actief geparticipeerd worden door in te zetten op gezamenlijke projecten en het proces in wording van een grensoverschrijdende structuur voor de Westhoek en de Kust te begeleiden. Het Vlaamse middenveld zal ondersteund worden in zijn samenwerking met Noord-Frankrijk. Voor de grensbevolking zal een soort ‘grenspunt’ gecreëerd worden als baken en ombudsdienst in de grensstreek. De provincie is tevens geassocieerd lid in de Syndicat Mixte de la Côte d’Opale, voorlopig zonder financiële verplichtingen. In dat kader wordt samengewerkt rond het project ‘Preolympische stages voor Londen 2012’. De grensregio met Zuid-Nederland werd door het grensbrede Interreg IVa-programma Vlaanderen– Nederland uitgebreid met de mogelijkheid om, naast Zeeland, ook met de Nederlandse provincies Noord-Brabant en Zuid-Limburg samen te werken. Uiteraard blijft de samenwerking met Zeeland prioritair. Via het Scheldemondraadfonds, gespijsd door de drie provincies en beheerd door de provincie West-Vlaanderen, kunnen eveneens grensoverschrijdende initiatieven buiten Interreg en voortvloeiend uit de Scheldemondraad gesubsidieerd worden. Ook binnen het Rijn-Schelde Delta samenwerkingsverband blijft West-Vlaanderen een actieve rol spelen. Betreffende de samenwerking met Groot-Brittannië worden de contacten met Suffolk, Kent, Essex en Norfolk verder uitgebouwd. Deze contacten concentreren zich hoofdzakelijk op onderwijssamenwerking en sociaaleconomische samenwerking. Tegenover 2009 worden de acties uitgebreid. Zo worden, in het kader van de multilaterale onderwijssamenwerking, meer conferenties georganiseerd en bilateraal meer uitwisselingen opgezet, zowel voor studenten als voor leerkrachten. Dankzij het in 2009 vernieuwde subsidiereglement voor grensoverschrijdende uitwisselingen blijft de provincie West-Vlaamse organisaties en scholen (uit het basis-, secundair of hoger onderwijs) stimuleren om samen te werken met buitenlandse partners, in het bijzonder met de prioritaire regio’s, en dat binnen de domeinen onderwijs, cultuur en welzijn (jeugd). Een financieel zwaar onderdeel binnen de samenwerking over de grenzen heen is en blijft de provinciale cofinanciering van Europese projecten van de provincie, waarvoor in 2009 een duidelijk subsidiereglement uitgewerkt werd.


14

TD 04.02 Selectief uitbouwen van transnationale partnerschappen. Aangezien beleidsvoering in het algemeen en sociaaleconomische ontwikkeling in het bijzonder zich in een ruimere economische context afspelen, is kennisuitwisseling via strategische partnerschappen en projectontwikkeling belangrijk. Dit stimuleren we onder meer met het oog op het bevorderen van een ondernemend en kwalitatief West-Vlaanderen. Transnationaal gaat de aandacht naar het opzetten van nieuwe projecten, zowel in het kader van het Noordzee programma als het Noordwest Europees programma (Interreg IVb). Enerzijds blijft de provincie de West-Vlaamse actoren begeleiden bij de opzet van transnationale projecten. Anderzijds gaat de aandacht naar het ontwikkelen van eigen transnationale projecten om zo een subregionaal innovatief beleid te ondersteunen. Dit veronderstelt de nodige cofinanciering. Voor de uitvoering van de acties in het kader van de samenwerking met Oost-Europa worden de zusterprovincies Bihor, Békés en Arad verder ondersteund bij hun Europese integratie. Dankzij het Vlaams Fonds Centraal- en Oost-Europa krijgt ook de projectsamenwerking met Polen concreet vorm, in het bijzonder met de regio van Lubelskie. Het is de bedoeling om met Lubelskie te evolueren naar een hechtere samenwerking in de vorm van een overeenkomst. Met Kroatië worden eveneens contacten uitgebouwd (in samenwerking met RESOC Midden-West-Vlaanderen). Wat de samenwerking met China betreft, staat de dienst Externe Relaties onder meer in voor de logistieke begeleiding en ondersteuning bij de organisatie van economische missies naar China, alsook bij de ontvangst van Chinese delegaties in West-Vlaanderen. In 2010 zal de aandacht gericht worden op het opzetten van de academische samenwerking en de intensivering van de economische samenwerking. In het kader van deze academische samenwerking willen we studenten, lectoren en docenten de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan uitwisselingen en bedrijfsstages. De versterking van de economische samenwerking heeft twee doelstellingen: enerzijds een kader scheppen om het West-Vlaamse bedrijven mogelijk te maken de Chinese markt te betreden en anderzijds om Chinese bedrijven te overtuigen om in West-Vlaanderen te investeren.

ECONOMIE Toerisme en Recreatie TD 06.02 Ontwikkelen van een strategie voor interne en externe communicatie. In 2009 heeft de afdeling Marketing een grondige evaluatie gemaakt van de eigen werking. De doelstelling van deze evaluatie was te komen tot een grote bijsturing van de globale marketingstrategie. In dit kader wil Westtoer vanaf 2010 de marketingcampagnes voor de vier regio’s en de productlijnen Fietsen-Wandelen en Tafelen geïntegreerd aanpakken. Het is de bedoeling deze campagnes te combineren in één sterke West-Vlaanderen campagne die in lijn ligt met de provinciale campagne ‘Genieten, het zit in ons’. Bij de implementatie van de campagnes zal de CRM (Customer Relationschip Management)databank ons toelaten om op een professionele manier consumentendata te beheren en deze data marketingmatig in te zetten in het kader van campagnes. Verder gaat onze aandacht ook naar websitemarketing: in 2009 werd via de website van de kust gestart met de bijsturing van het hele onlinegebeuren. Bedoeling is om in 2010 dit proces verder te implementeren voor de resterende sites van Westtoer. Ten slotte wil Westtoer in 2010 verder sterk inzetten op de promotie van het MICE-gegeven (Meetings-Incentives-Congressen-Events) in West-Vlaanderen en op de aanpak van de nichemarkt ‘groepen’. In dit kader zal een symposium over het groepstoerisme plaatsvinden, waarin de bevindingen van een eigen marktanalyse aan betrokken actoren voorgesteld worden. In 2010 zal sterk samengewerkt met diverse actoren rond evenementen: x Met De Lijn wordt samengewerkt rond een groots evenement ‘125 jaar Kusttram’; x Met het Davidsfonds komt er een zoektocht in het Tielts Plateau; x In het kader van het Interreg IV-project “De Groote Oorlog herdacht” komt er een grote tijdelijke tentoonstelling in het In Flanders Fields Museum; x In de Leiestreek vormen het fietsfeest en de boottochten vaste waarden. x


15

Economie TD 17.01 Verhogen van de internationalisering van de West-Vlaamse economie. Via Doelstelling 2-projecten participeert de provincie in de materiële en immateriële upgrading van Kortrijk Xpo, dat als een speerpunt voor de economische ontwikkeling van West-Vlaanderen en als hefboom voor internationalisering moet fungeren. In het kader van het Logistiek Platform Westpoort werden in 2009 havenseminaries gehouden voor de promotie van de West-Vlaamse zeehavens Oostende en Zeebrugge. In 2010 is het de bedoeling om vergelijkbare seminaries te houden voor de luchthavens met verladers en logistieke dienstverleners.

OPLEIDING EN ONTWIKKELING Onderwijs TD 16.01 Versterken van de uitwisseling en samenwerking op het vlak van onderwijs met naburige regio’s om te komen tot ervaringsuitwisseling, kennisoverdracht en subregionale ontwikkeling. De samenwerking met Eurodye (textiellabo op de site van het PTI) en de Howest (CNC – ofwel Computer Numerical Control, computergestuurde regeling van werktuigmachines op diverse niveaus, d.i. een automatisatieproces) betekenen een meerwaarde voor de leerlingen en de leerkrachten van het Provinciaal Technisch Instituut in Kortrijk. De participatie aan beurzen en internationaliseringsprojecten zijn voor een vooruitstrevende school zeer belangrijk. Diverse projecten op niveau van internationalisering (improvement to communication, website as a tool for school communication enz.) werden reeds of worden in de toekomst gerealiseerd. Het opzetten van beurzen (leerlingen TBS en textiel) en bezoeken van beurzen (zoals de Kersthappening Brugge, de tuinbouwbeurs Kortrijk, ITMA (International Textile Machinery Association), de week van het ontwerpen enz.) dragen bij tot de volledige ontplooiing van onze leerlingen.


16

3. Kennis delen, kennis vermeerderen De selectieve uitbouw van de provincie als kennispartner.

LEEFOMGEVING Milieu, Natuur en Landschappen TD 05.04 Fungeren als kennispartner van de gemeenten inzake milieu-, natuuren landschapsbeleid. Om een studiedag over de aanpak van zwerfvuil op te zetten, worden de krachten met de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden voor afvalinzameling en –verwerking gebundeld. De focus zal daarbij liggen op een multi-instrumentele aanpak en op goede voorbeelden van diverse gemeenten. Dit hardnekkige probleem kan immers niet getackeld worden enkel en alleen maar met wat communicatieve acties of enkele symbolische zwerfvuilopruimingsacties. De tiendaagse cursus ‘Duurzaam Bouwen’ zal voor de vierde maal kennis en ervaring uitdragen naar een publiek van technische verantwoordelijken en architecten van de gemeenten en de private sector. De loketfunctie van de gemeenten op het vlak van duurzaam bouwen zal versterkt worden door de aansluiting bij het netwerk Duurzaam bouwen op Vlaams niveau. Hierdoor kan immers meer vorming gegeven worden. Dit laat ook toe om aan te sluiten bij centraal georganiseerde, doelgroepgerichte campagnes, om advies te geven bij gemeentelijke bouwprojecten enz. Alle West-Vlaamse gemeenten die gelegen zijn buiten een regionaal landschap (erbinnen biedt het regionaal landschap deze service zelf aan) zullen een beroep kunnen doen op een landschapsconsulent voor het tekenen van concrete plannen omtrent groeninkleding (bijv. van bedrijfsgebouwen) en landschappelijke opwaardering. Proclam neemt dit soort activiteit niet langer op zich. De modelverordening omtrent houtige groenelementen en groeninkleding in het buitengebied wordt verder gepropageerd voor de gemeenten en (beginnend in het Stad-Land-schap Roeselare) er worden impulsen gegeven om het gemeentelijk ondersteuningsbeleid inzake kleine landschapselementen te heroriënteren met het oog op meer complementariteit met andere overheidsstimuli ter zake. Ruimtelijke ordening TD 07.04 Ter beschikking stellen van ruimtelijke plandeskundigheid. Voor de praktische ondersteuning bij het overlegforum ‘Atrium’ (een initiatief van het Vlaamse Gewest) worden algemene werkingskosten voorzien. ‘Atrium’ staat in functie van de ondersteuning van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaren. Samen met de School voor Bestuursrecht worden initiatieven genomen om ook de gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening te informeren. Er wordt samengewerkt met de Vereniging Ruimtelijke Planning (VRP) om inhoudelijk informatieen discussiemomenten te organiseren. Ook deskundige ondersteuning wordt geboden door de VRP aan de dienst ruimtelijke planning. Vandaar dat een toelage wordt voorzien van 15.000 euro. Mobiliteit en Verkeersinfrastructuur TD 08.02 Realiseren van een geografische mobiliteitsdatabank voor eigen gebruik en voor overheden in het algemeen. Het Geoloket Trage Wegen omvat de geactualiseerde Atlas der Buurtwegen. Voor 2010 en de volgende jaren wordt niet alleen een continue actualisering ingebouwd, maar is het de bedoeling om de databank verder uit te breiden met andere potentiële trage wegen (oude spoorbeddingen, boswegels, jaagpaden enz.) die niet het statuut van buurtweg dragen. Deze databanken vormen een basis waarop de gemeenten hun tragewegenbeleid verder kunnen uitbouwen. Hiervoor wordt 5.000 euro voorzien. Het ‘ongevallen GIS’ corrigeert en lokaliseert de verkeersongevallen op het volledige West-Vlaamse wegennet. Deze databank wordt gebruikt voor de opmaak van de veiligheidsplannen van de politiezones, voor de mobiliteitsplanning en voor de investeringsplanning van de wegbeheerders. In 2010 wordt de verwerking van de ongevallengegevens van 2008 en 2009 voorzien. Het Vlaamse

Strategische doelstelling 3. Kennis delen, kennis vermeerderen

17

Gewest werkt aan een inhaaloperatie om de gegevens sneller ter beschikking te kunnen stellen aan de provincies. De Vlaamse betoelaging voor personeels- en werkingskosten bedraagt 26.000 euro. Integraal waterbeleid TD 10.02 Ondersteunen van het lokaal waterbeleid in functie van een samenhangende, efficiënte en kwaliteitsvolle beleidsvoering. De provincie zal de muskusratbestrijding langs de waterlopen van tweede en derde categorie in samenwerking met de gemeente- en polderbesturen op een efficiënte wijze voortzetten. Daartoe coördineert de provincie met behulp van vier provinciale rattenvangers de rattenbestrijding via acht regionale comités die gefinancierd worden door de provincie voor o.a. de aankoop van vangstmaterialen (fuiken, klemmen enz.) en de verbetering van de gemeentelijke mobiliteit (medefinanciering dienstwagens). Binnen de regionale werking zullen meer middelen ingezet worden voor de bestrijding van de toenemende bruinerattenpopulatie. Daarnaast worden de taken van de rattenbestrijders uitgebreid met nieuwe opdrachten zoals het opsporen en verwijderen van invasieve exotische plantensoorten zoals de grote waternavel die de waterafvoer in de waterlopen hinderen en de beheersing van de populatie zomerganzen door het schudden van eieren. Binnen het West-Vlaamse poldergebied (100.000 ha) moet de provincie de onderhoudskosten financieren van 700 km waterlopen van tweede categorie, met 25 bijbehorende pompstations. Deze onderhoudskosten worden terugbetaald aan de polderbesturen die zelf instaan voor het beheer. De provinciale erosieambtenaar heeft in samenwerking met de gemeenten enkele kleinschalige erosieprojecten klaar voor uitvoering. In het kader van het provinciaal erosiebesluit worden in 2010 onder andere projecten voorzien in Poperinge, Heuvelland, Staden, Ardooie en Houthulst.

LEEFCULTUUR Welzijn TD 12.02

Zorg dragen voor integraal toegankelijke informatie en communicatie betreffende het (provinciaal) welzijnsaanbod. In 2009 werd een aanzet gegeven tot de uitbouw van een infoloket rond wonen en huisvesting. In 2010 zal dit loket in eerste instantie inzetten op advies over en behandeling van aanvragen voor woningaanpassing, meegroeiwonen en duurzaamheid. In tweede instantie moet het loket ook evolueren naar een tweedelijnsfunctie voor die vragen waar men in de gemeentelijke woonloketten niet onmiddellijk een antwoord op weet. TD

12.05

Ter beschikking stellen van beleidsrelevante informatie voor (boven)lokale beleidsplanning op maat en op vraag van de klant via een specifiek kennisaanbod inzake de diverse welzijnsterreinen, aangevuld met procesbegeleiding inzake beleidsplanning. De promotie van de (lokale) sociale kaart in samenwerking met de Regionale Welzijnsraden wordt voortgezet. Er zal ook geïnvesteerd worden in gebruikersopleidingen in functie van de lancering van de SOKA (sociale kaart) 2e generatie, voorzien voor het najaar 2009. De vorming Sociaal Landschap, die ondertussen ook in andere provincies wordt georganiseerd op basis van het WestVlaamse initiatief, wordt in 2010 op interprovinciaal niveau geëvalueerd en verwerkt tot een uniform aanbod. Het steunpunt sociale planning zal in het kader van het convenant met Vlaanderen rond lokaal sociaal beleid samen met twee andere provincies onderzoeken hoe een instrument voor beleidsopvolging ontwikkeld kan worden. Daarnaast zal werk gemaakt worden van communicatie over de resultaten van de regioanalyse en de screening van de LSB (Lokaal Sociaal Beleid)plannen. Het steunpunt vrijwilligerswerk zet bovenop de helpdesk en de vrijwilligersverzekering in 2010 speciaal in op de campagne ‘stappen voor vrijwilligers’ ter promotie van vrijwilligerswerk en de hervorming van het vormingsaanbod naar een ‘Vrijwilligersacademie’.


18

TD

12.06

Informeren, al dan niet op vraag van de klant (besturen, middenveld, burgers), omtrent thema’s waar een specifiek provinciaal beleid rond wordt gevoerd. In het kader van de uitbreiding en/of actualisering van het aanbod aan educatieve pakketten wordt werk gemaakt van de ontwikkeling van een aanbod rond diversiteit, afscheid nemen en opvoedingsondersteuning. Samen met de mantelorganisaties wordt gewerkt aan sensibilisering rond mantelzorg. De dienst Welzijn wil deze zorgvorm in de kijker plaatsen, onder andere met een ‘Dag van de Mantelzorg’, een samenwerkingsovereenkomst met palliatieve netwerken en de opmaak van een gezamenlijk vormingsaanbod. Cultuur TD 15.04

Stimuleren, begeleiden en ondersteunen van de erfgoedactoren (inclusief besturen) bij het behoud en beheer van het West-Vlaamse erfgoed. Ondanks de sluiting van het Provinciaal Museum Stijn Streuvels is het beheer van de collectie van Het Lijsternest noodzakelijk. De collectie moet volledig geregistreerd en gerestaureerd worden in het licht van de toekomstige heropening. Daartoe wordt een collectiebeheerder aangetrokken die onder andere een registratieplan en restauratieplan opmaakt en uitvoert in de loop van 2010-2011. Vanaf 2010 zal de werking van de West-Vlaamse erfgoedsector versterkt worden via een nieuw overkoepelend erfgoedreglement. Daarvoor zijn de subsidiebudgetten verschoven en gebundeld onder vier grote groepen: 1. Convenantsubsidie (vooral voor regionale musea); 2. Werkingssubsidie (vooral voor heemkringen); 3. Projectsubsidie (waaronder ook archeologische projecten); 4. Investeringssubsidie (zowel voor publieksgerichte als voor collectiegerichte investeringsprojecten erfgoed ofwel: de vroegere cultuurtoeristische projecten en museuminrichtingen aangevuld met depotinfrastructuren). Nieuw is ook dat de werkingssubsidie voor regionale musea nu deel uitmaakt van een convenant met de Vlaamse Gemeenschap (samen met het voeren van een regionaal depotbeleid) waarvoor de provincie een subsidie zal ontvangen van 212.000 euro. Een groeiend aantal gemeentebesturen en instellingen toont interesse voor deelname aan de Beeldbank West-Vlaanderen Toen. De Provinciale Bibliotheek begeleidt deze partners bij het ontsluiten en digitaliseren. Ook de uitgebreide eigen fotocollectie van de bibliotheek wordt gedigitaliseerd en voor het publiek toegankelijke gemaakt via internet. Vanuit het nieuwe erfgoeddecreet van mei 2008 krijgen de provincies een regierol toegewezen in de uitbouw van een regionaal depotbeleid. Daarvoor is een subsidie van de Vlaamse Gemeenschap voorzien van 71.000 euro voor ‘aanvullende tewerkstelling’. De provincie trekt zelf een budget van 200.000 euro uit voor het voeren van een regionaal depotbeleid. Een eerste deel daarvan is bedoeld voor het aantrekken van twee consulenten (één voor behoud en beheer en één voor registratie) en bijbehorend werkingsbudget. Een tweede deel van het depotbudget is het variabele gedeelte voor de werkingssubsidie voor regionale musea dat voornamelijk gericht is op het uitbouwen van een regionaal depot rond een bepaald thema (vlas en archeologie). Een derde deel van het depotbudget is bestemd voor overeenkomsten met gemeenten en regio’s voor de uitwerking van een concreet regionaal depotproject in de betrokken regio’s. Het is de bedoeling om te starten met twee of drie regio’s en op middellange termijn uit te breiden naar zes regio’s, op voorwaarde dat de Vlaamse subsidie ook stelselmatig aangevuld wordt met extra subsidies voor aanvullende tewerkstelling. TD 15.05 Ondersteunen bij de verdere professionalisering van het lokaal cultuurbeleid. Het streekgericht bibliotheekbeleid (SBB) wil bibliotheekmanagement en het personeelsbeleid van de West-Vlaamse bibliotheeksector bevorderen door de ondersteuning van het veranderingstraject vraaggericht werken (Delphi-traject), het aanbieden van methodieken om de interne werking van bibliotheken te optimaliseren en de evoluties op het vlak van personeelsbeleid in openbare bibliotheken (o.a. wijzigingen in taak- en beroepsprofielen) op te volgen en te integreren binnen de werking van het SBB.


19

TD

15.06

Realiseren van technologische en organisatorische schaalvergroting binnen de bibliotheeksector. Het SBB wil balieautomatisering (zelfuitleen) in de bibliotheeksector door middel van RFID (Radio Frequency Identification) verder stimuleren en ondersteunen via een impulssubsidie en het aanbieden van expertise en begeleiding aan bibliotheken die overstappen op RFID. Eind 2009 zullen 37 openbare bibliotheken aangesloten zijn op het Provinciaal Bibliotheeksysteem (PBS). In 2010 is er ruimte voorzien voor zes nieuwe aansluitingen. In 2010 zal het PBS als piloot optreden binnen het interbestuurlijk samenwerkingsproject tussen de Vlaamse overheid, de provincies en de VGC met als doel een gemeenschappelijke zoekomgeving voor alle openbare bibliotheken te creëren. Daarnaast zullen acties worden ondernomen om de dienstverlening te optimaliseren: het uitbouwen van de helpdesk, de kwaliteitsverbetering van de catalogus, het ontwikkelen van gebruikersdiensten enz. TD

15.07

Uitbouwen van het Kunstmuseum aan Zee als onderzoekscentrum voor moderne en hedendaagse kunst. In het kader van de uitbouw van het Mu.ZEE als onderzoekscentrum voor moderne en hedendaagse kunst, worden in 2010 een aantal maatregelen genomen. Zo wordt de afstemming met andere kunstmusea in Vlaanderen verder uitgewerkt. De restauratieprioriteiten worden bijgesteld. De ingrepen qua lichtbeheersing worden systematisch aangepakt in functie van de nieuwe collectiepresentaties. Hierbij wordt gestreefd naar een correcte lichtbeheersing én een optimale beleving van de kunstwerken. In 2010 worden de werkzaamheden m.b.t. de uitbreiding en inrichting van het depot voor kunstwerken in de kelderverdieping van het museum begonnen en afgerond.

De geautomatiseerde collectieregistratie wordt verder aangevuld en vormt het basisinstrument voor een volledig collectiebeheer. Daarbij komt de aandacht te liggen op het opstarten van de basisregistratie in ADLIB van de collectie van de stad Oostende. Bij het digitaliseren van het cultureel erfgoed wordt vooropgesteld dat deze digitale gegevens blijvend toegankelijk en leesbaar worden en dat we op collectie- en stukniveau internationaal erkende inhoudelijke en technische standaarden gebruiken. In 2010 zal het James Ensor Onderzoekscentrum geopend worden n.a.v. de 150e verjaardag van James Ensor en Oostende Cultuurstad. Dit onderzoekscentrum zal gekoppeld zijn aan de bibliotheek van het Mu.ZEE. De thans aanwezige archieven worden publiek toegankelijk gemaakt voor wetenschappelijk onderzoek en voor scholieren, en het centrum zal jaarlijks een cahier publiceren met wetenschappelijke essays rond en over Ensor. Verder zal de bibliotheek als kenniscentrum verder worden uitgebouwd als enige gespecialiseerde publiek toegankelijke kunstbibliotheek in de provincie. Daarbij is de ontsluiting van de bibliotheekcollectie prioritair. De invoer van de boekencollectie in VubisSmart werd in 2009 opgevoerd. De accentverschuivingen in het verzamelbeleid van de bibliotheek vloeien voort uit de nieuwe visie/missie zoals omschreven in het beleidsplan 2009-2014. Het zwaartepunt komt te liggen bij de kunstenaars uit de museumcollectie. Daarbij zullen de lacunes in de bibliotheekcollectie, onder meer de Belgische kunst uit zowel de jaren twintig en dertig als de jaren zestig tot en met tachtig van de vorige eeuw een extra aandachtspunt vormen. Deze invalshoek wordt doorgetrokken naar een blijvende aandacht voor de internationale context: discours, theorievorming, monografieën en naslagwerken van moderne en hedendaagse kunstenaars. Het aantal zal worden uitgebreid. Daarnaast werken we aan het wetenschappelijk onderzoek en de voorbereidingen van de door Mu.ZEE geïnitieerde rondreizende overzichtstentoonstelling Jean Brusselmans (voorzien voor 2011). Het wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Ensor-tentoonstelling wordt afgerond. Het resultaat zal worden afgelezen in de tentoonstelling én de catalogus. In 2010 wordt het onderzoek naar de historische aanwezigheid en fascinatie van kunstenaar Joseph Beuys voor Oostende voortgezet. De fascinatie van Joseph Beuys voor Oostende wordt geïllustreerd aan de hand van kunstwerken, edities en talrijke documenten van en over zijn onuitgevoerde ideeën voor een bunkerinstallatie in de duinen en onder de zeespiegel. In samenwerking met het MOMA, New York en de weduwe van Beuys wordt dit kunsthistorisch onderzoek voor het eerst gevoerd. Het wordt gekoppeld aan zowel een catalogus als een symposium. De resultaten zullen uitmonden in een wetenschappelijk artikel en een (collectie-)presentatie in Mu.ZEE (in het najaar 2010).


20

Met het Felix de Boeckmuseum in Drogenbos wordt de oprichting van een wetenschappelijke onderzoekscel rond de historische Belgische avant-garde verder uitgewerkt. Hiermee willen we onder meer onze expertisefunctie op het vlak van moderne Belgische kunst verder ontwikkelen. Het aankoopbeleid van het Mu.ZEE en het Permekemuseum in Jabbeke wordt uitvoerig toegelicht in het eerste Collectieplan geschreven voor de nieuwe beleidsnota 2009-2014. In het collectieplan werden de prioriteiten voor de collectie voor de komende vier jaar voorgesteld. Deze prioriteiten liggen in het verlengde van de nieuwe visie en missie van het museum. Daarbij zijn de aankoopvoorstellen aan de deputatie steeds gebaseerd op een van de volgende criteria: 1. Mu.ZEE wil jonge Belgische kunstenaars promoten. Het is belangrijk om nieuw talent een plek in de collectie te geven. 2. De lacunes in de collectie van het Mu.ZEE, onder meer wat de jaren zestig, zeventig en tachtig van de 20e eeuw betreft, vragen de eerstkomende jaren om extra aandacht. 3. Het museum onderzoekt of de afbakening ‘Belgische’ kunst in de 21e eeuw kan worden verruimd naar kunstenaars die wonen en werken in België. 4. De deelcollectie Constant Permeke in Jabbeke geeft een vrij volledig overzicht van het oeuvre van de kunstenaar. Als zich een unieke kans voordoet om een topwerk of langdurige bruiklenen van particulieren te verwerven, zullen we de mogelijkheden serieus in overweging nemen. Sport TD 18.05

Verbeteren van de interne en externe communicatie via het verzamelen en verspreiden van beleidsinformatie. De provinciale Sportdienst heeft de ambitie om uit te groeien tot het centrale informatiepunt voor sportgerelateerde materies in West-Vlaanderen. Een van de speerpunten hierin is en blijft de website van de provincie (www.vlaanderen.be/sport). Na het wegvallen van het driemaandelijkse tijdschrift Sport West krijgt dit medium een meer vooraanstaande plaats in de verspreiding van relevante sportinformatie naar de sportsector. Een grondige evaluatie en de nodige bijsturing van zowel inhoud als structuur van de huidige sportsite dringen zich echter op. Kritische succesfactor wordt de periodieke, gestandaardiseerde personeelsinzet om de sportsite actueel en kwalitatief te houden. Met steun van de Vlaamse Gemeenschap zal een marktbevraging van de West-Vlaamse sector van de gehandicaptensport gebeuren. De inventarisatie van het huidige aanbod moet leiden tot een unieke brochure van sport voor en door personen met een handicap in West-Vlaanderen. De succesvolle periodieke winter- en zomerkalenders van mountainbiketoertochten zullen opnieuw uitgegeven worden en uitgebreid worden met een kalender van alle recreatieve skeelertochten en van kwalitatieve skeelerpaden in onze provincie.

GEBIEDENBELEID Gebiedsgerichte werking TD 03.02 Uitbouwen van een laboratorium van vernieuwende beleidsvoering. Het gemeentelijk woonbeleid wordt versterkt met de realisatie van intergemeentelijke samenwerkingsverbanden waarbinnen zowel aandacht besteed wordt aan een verbetering van de dienstverlening aan bewoners als aan een sterkere integratie van sociale huisvesting. In de regio Midden-West-Vlaanderen wordt bovendien gewerkt aan een omslag naar duurzame stedenbouw waarbij o.m. aspecten van ruimtelijke planning, mobiliteit en participatie van bewoners in het woonbeleid worden geïntegreerd. In de regio Brugge-Oostende wordt op basis van het gevoerde leefbaarheidsonderzoek een staalkaart opgemaakt van sterke en zwakke punten op het vlak van dorpsontwikkeling en wordt een instrumentarium ontwikkeld en ter beschikking gesteld van de gemeenten om daarmee aan de slag te gaan. In tweede instantie wordt onderzocht of een bovenlokale agenda omtrent leefbaarheid in de beide regio’s aan de orde is. Voor het historische veldgebied 'Bulskampveld' wordt in het kader van de landschappelijke en toeristisch-recreatieve ontwikkeling het concept “regionaal park” uitgewerkt met het oog op het creëren van toegevoegde waarde voor het gebied.


21

Externe relaties TD 04.03 Doelmatig beheren van EU-programma’s en het faciliteren van projecten. De beleidsinitiatieven die tot doel hebben de provincie West-Vlaanderen verder te positioneren in een Europese context - met bijzondere aandacht voor de grensoverschrijdende dimensie - dienen maximaal gefinancierd te worden met de daarop van toepassing zijnde Europese programma’s. Omgekeerd stelt het doelmatige beheer van die programma’s de provincie in staat zich in de Europese context te positioneren. De geografische perifere ligging van West-Vlaanderen, grenzend aan drie buitenlandse regio’s, veronderstelt dat de provincie bij het ontwikkelen van een geïntegreerd ontwikkelingsperspectief voor de provincie en de subregio’s op economisch, sociaal en ecologisch vlak rekening houdt met de Europese en internationale dimensie. Bovendien kan bij de realisatie van deze ontwikkelingsplannen – vooral in de diverse subregio’s – maximaal een beroep gedaan worden op de Europese programma’s. Aangezien de subregionale sociaaleconomische ontwikkeling een kerntaak van de provincie is en gelet op het overwegend economische karakter van de Europese programma’s 2007-2013, is een prominente rol van de provincie hierin belangrijk. Dankzij de expertise en ervaring van de personeelsleden van de dienst Externe Relaties wordt een adequate invulling gegeven aan de Europese programma’s. Er bestaat er ook een wervende kracht om projecten op te zetten met lijndiensten en externen. De territoriale uitbreiding van de Doelstelling 3 (Interreg) programma’s, de aanzienlijke toename van de beschikbare budgetten, het succes van het door de provincie beheerde Fonds voor Microprojecten en de noodzakelijke afstemming met het Interreg IVa-2 Zeeën programma als nieuwkomer, dwingen er ons toe veel aandacht te hebben voor een goede afstemming en een kwalitatieve opvolging. De programma’s vereisen tevens de nodige cofinanciering ten behoeve van de eigen provinciale projecten en projecten van externe actoren die passen binnen de door de provinciale gestelde grensoverschrijdende en transnationale prioriteiten. Nu het EFRO (Europees Programma voor Regionale Ontwikkeling)-Doelstelling 2 programma (met focus op ‘Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid’) niet meer rechtstreeks beheerd wordt door de provincie maar wel door Vlaanderen, is het een uitdaging het Provinciaal Contactpunt optimaal te laten functioneren en zoveel mogelijk kwalitatieve en relevante projecten te genereren voor West-Vlaanderen. Voor de Doelstelling 3 programma’s (met focus op ‘Territoriale samenwerking’) gaat ons engagement nog verder. In het kader van het Interreg IVa programma Frankrijk-WalloniëVlaanderen speelt onze provincie een cruciale rol, omdat zowel het Vlaams secretariaat als de controlecel vanuit het provinciehuis Boeverbos functioneren. Het Interreg IVa-2 Zeeën programma betekent de zoveelste uitdaging, omdat het Vlaamse contactpunt in de provincie West-Vlaanderen is gehuisvest. De facilitator vertegenwoordigt de provincies West- en Oost-Vlaanderen alsook Antwerpen. Ook voor het hertekende grensbreed Interreg IVa Vlaanderen-Nederland programma wordt een vinger aan de pols gehouden om een nauwlettende opvolging te garanderen. Voor de transnationale programma’s (Interreg IVb) wordt vooral ingezet op het genereren van nieuwe projecten, zowel binnen het Noordzee-programma als het Noordwest Europees programma. TD 04.04 Uitbouwen van Europe Direct voor de verdere sensibilisering van de burgers. In samenwerking met het Federale Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Europese Commissie blijft de provincie via Europe Direct op geregelde tijdstippen initiatieven nemen met het oog op het informeren en sensibiliseren van burgers, lokale besturen en scholen over de Europese Unie. De bewustwording verhogen van de West-Vlaamse bevolking ten aanzien van het groeiend belang van de Europese Unie is een constante bekommernis. In 2010 worden daartoe talrijke activiteiten opgezet en/of ondersteund en dat voor diverse doelgroepen. Waar mogelijk of opportuun wordt doorverwezen naar andere instanties die de ‘Europese gedachte’ een warm hart toedragen, zoals Centrum Ryckevelde en het Europacollege.


22

ECONOMIE Toerisme en Recreatie TD 06.08 Uitbouwen van Westtoer als West-Vlaams kennis- en onderzoekscentrum op het vlak van toerisme en recreatie. In 2010 worden twee rapporten gepresenteerd m.b.t. onderzoeken uit 2009. Ten eerste, een onderzoek m.b.t. profiel, gedrag, tevredenheid en bestedingen van dagtoeristen naar de Kust, 2009. Ten tweede werd ook het belang van het tweedeverblijfstoerisme aan de Kust onderzocht. Verder staan een hele reeks nieuwe onderzoeken op het programma: - Onderzoek m.b.t. profiel, gedrag, tevredenheid en bestedingen van verblijfstoeristen in commercieel logies aan de Kust; - Onderzoek profiel, gedrag, tevredenheid en bestedingen van verblijfstoeristen in commercieel logies in groene regio’s in Vlaanderen; - Onderzoek profiel, gedrag, tevredenheid van gasten in plattelandstoerisme in Vlaanderen (en West-Vlaanderen); - Meet- en onderzoeksproject rond bezoekers aan provinciaal domein Palingbeek; - Meet- en onderzoeksproject rond bezoekers aan het wandelnetwerk Bulskampveld; - Bezoekersonderzoek IFFM (In Flanders Fields Museum) 2010 en rapport IFFM met evolutie 1999-2009. Landbouw en Visserij TD 09.02 Uitbouw van kenniscentra voor rationeel beheer van de productiemiddelen in de landen tuinbouw. Naast water vormt de bodem een belangrijk productiemiddel dat op een duurzame manier benut moet worden. Binnen het provinciale landbouwonderzoek is het daarom belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan de bemesting en de behandeling van de bodem. Ter ondersteuning van de sector en ter ondersteuning van de diverse onderzoeksafdelingen van het POVLT (Provinciaal Onderzoekscentrum voor Land- en Tuinbouw) werd hiertoe, in navolging van het Kenniscentrum Water voor Land- en Tuinbouw, een aanvang genomen met het Kenniscentrum Bodem en Bemesting. Op het gebied van de bodemproblematiek spelen ook vzw PCBT en Proclam vzw een belangrijke rol bij het organiseren van proefprojecten en de sensibilisatie van de sector. Toenemende brandstofprijzen zorgen ervoor dat de productiekosten in de landen tuinbouwsector fors stijgen. Rationeel energiegebruik en alternatieve energievormen kunnen een oplossing bieden. De landbouwer kan zo energieproducent worden. Enerzijds zijn er de technieken inzake wind- en zonne-energie, anderzijds is er de energie uit het vergisten van organische stoffen en uit energiegewassen. Het onderzoek en de voorlichting wordt vanuit verschillende afdelingen van het POVLT georganiseerd. TD 09.03 Realiseren van een performant centrum ten behoeve van landen tuinbouw. Modern onderzoek vraagt een moderne onderzoeksuitrusting. Enkele jaren terug werd gestart met het systematisch renoveren van de site van het POVLT. In de loop van 2009 wordt een rioleringsstudie opgemaakt. Eind 2009 zal dit resulteren in een actieplan waarvan de implementatie start in 2010. Afhankelijk van de timing van de heraanleg van de riolering rond de polyvalente loods, zal ofwel eind 2009 ofwel in 2010 gestart worden met de afwerking van de zone rond deze loods (o.a. verharding). Bijkomend zal ook de heraanleg van de parking en de omgevingswerken van het gerenoveerde hoofdgebouw aangepakt worden. In 2009 werd de vergunning voor de afbraak van de oude hoevegebouwen aangevraagd. De uitvoering van deze werken is voorzien in 2010. Het beëindigen van de ruwbouw voor het aquacultuurkweekcentrum is voorzien tegen eind 2009-begin 2010 (zie ook verder). De bouwaanvraag voor de renovatie van de site van het biologische proefbedrijf werd ingediend. De uitvoering van de werken zal in belangrijke mate gebeuren in 2010. De financiering van deze werken verloopt deels via Vlaamse steun (VLIF – Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) en deels via provinciale middelen. Tijdens het ondertussen meer dan 50-jarig bestaan van het POVLT zijn diverse vzw’s opgericht. Deze vzw’s waren en zijn nodig voor het verkrijgen van de erkenningen en financiële onderzoeksmiddelen. In het kader van het nieuwe Provinciedecreet dient de huidige structuur te worden herzien. Hiertoe startte men in 2008 met ambtelijk overleg tussen de verschillende


23

betrokken provinciale diensten. Na afweging van de verschillende mogelijke scenario’s in 2009, wordt het proces in 2010 gecontinueerd met eventuele besluitvorming inzake de nieuwe toekomstige structuur voor de organisatie van praktijkgericht en toegepast wetenschappelijk landbouwonderzoek. TD

09.10

Uitbouw van een praktijkgericht en toegepast wetenschappelijk onderzoek en voorlichting in functie van een toekomstgerichte en duurzame landen tuinbouw. Het Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw (POVLT) blijft een belangrijke positie bekleden op het gebied van praktijkgericht en toegepast wetenschappelijk onderzoek binnen de West-Vlaamse landen tuinbouwsector. Via de diverse afdelingen en de hieraan gekoppelde vzw’s wordt de ondersteunende werking naar de verschillende deelsectoren voortgezet. Hierbij is het o.a. het een streefdoel om innovatie en diversificatie te introduceren binnen een duurzame en toekomstgerichte landbouwsector. Vanuit het POVLT wordt blijvend aandacht gegeven aan het verfijnen van het onderzoek betreffende akkerbouw, groenten, champignonteelt enz. en wordt bedrijfsadvisering voor diverse aspecten (bijv. voor de veeteeltsector) georganiseerd. Binnen de verschillende onderzoekstakken wordt steeds aandacht gegeven aan de zogenaamde afdelingsoverschrijdende thema’s zoals water, bodem, bemesting, gewasbescherming en energie. Economie TD 17.02

Uitbouwen van economische informatieen kennisontwikkeling in functie van sociaaleconomische ontwikkelingen. De ontwikkeling van een ‘digitale economische kaart’ van West-Vlaanderen wordt verder uitgebouwd door een nog grotere participatie van steden en gemeenten. De ambitie is om alle economische activiteiten concreet te kunnen weergeven tot op adrespuntniveau, met de opmaak van een webapplicatie die voor iedereen toegankelijk is.

In 2010 moet de ‘multidimensionele bevraagbare kubus’ ontwikkeld zijn. In dit systeem worden de diverse bestaande sociaaleconomische gegevens digitaal ingebracht tot op het grootste detailniveau naar aard, ruimte en tijd. Het stelt de gebruiker in staat om op een snelle manier maatwerk te leveren voor interne en externe klanten, vergelijkbaar en complementair met de kubus die ontwikkeld werd bij het Steunpunt Sociale Planning. Een dergelijke kubus is multibevraagbaar en maakt het bijvoorbeeld mogelijk om voor specifieke periodes sectorale gegevens voor een bepaald gebied op te vragen. De verspreiding van sociaaleconomische gegevens en analyses wordt gecontinueerd en geoptimaliseerd voor de verschillende doelgroepen. Zo worden de jaarlijkse publicatie van ‘WestVlaanderen sociaaleconomisch – feiten en cijfers’, daarvan afgeleide producten zoals de datasets voor de gemeenten en RESOC’s en de conjunctuuranalyse geëvalueerd en eventueel bijgestuurd.

BEHEERSDOMEINEN Bestuurlijke organisatie TD 01.10 Versterken van de interne kennis van de diverse (grensoverschrijdende) streken binnen de provincie en verder ontwikkelen van vaardigheden inzake bovenlokale netwerking. In het kader van de interne evaluatie van de gebiedsgerichte werking werd voorgesteld om de streekwerking door te lichten en de rol van de provincie in relatie tot andere streekpartners uit te klaren. Dit heeft o.m. betrekking op de rol van de provincie in het sociaaleconomisch streekbeleid, de positie in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, de betrokkenheid van het middenveld enz. Daartoe zal de stakeholdersanalyse als instrument om de eigen rol en positie van de provincie bij een interventie (bijv. in functie van complexere geïntegreerde projecten) beter te kunnen bepalen, worden uitgebouwd. TD

01.16

Ondersteunen van lokale besturen bij het vormen van competente personeelsleden. Via de School voor Bestuursrecht wordt op actieve wijze bijgedragen tot de opleiding van personeelsleden voor de lokale besturen. Naast de basisopleiding ABC worden verschillende opleidingen aangeboden binnen diverse sectoren en kennisdomeinen.


24

Personeelsbeleid TD 11.03 Ontwikkelen en ontsluiten van een performante en consistente HRM-databank. De veelheid van gegevens die dagelijks verwerkt wordt, blijft ook een bron van informatie voor het beleid. Voorwaarde voor de ontsluiting van deze data is echter de betrouwbaarheid, de consistentie en de relevantie ervan. Medio 2009 is een eerste kwartaalrapport afgewerkt dat een evolutie geeft van de algemene personeelsdata zoals omvang van het personeelseffectief, opsplitsing naar geslacht en niveau, naar statuut en de leeftijdspiramide vanaf het eerste kwartaal 2007 t.e.m. het tweede kwartaal 2009. Vanaf het najaar 2009 worden deze rapporten per kwartaal aangevuld. De bedoeling is deze thematisch verder aan te vullen volgens relevante of actuele HRM-topics. De kwartaalrapporten worden ter beschikking gesteld van de diensthoofden en kunnen aangevuld worden met detailoverzichten per dienst. Naast de kwartaalrapportage worden ook veel gegevens ad hoc verwerkt naar aanleiding van interne of externe vragen of in opvolging van de nieuwe rechtspositieregeling. Naast de analyse van data is ook de service naar de individuele medewerker een belangrijk aandachtspunt binnen deze doelstelling. De dienst Personeel heeft in samenwerking met de dienst Internetontwikkeling een aantal ‘producten’ in de productencatalogus geplaatst in de loop van 2009. In de loop van 2010 kan die verder aangevuld worden na een evaluatie van het gebruik van de huidige ‘productfiches’. Deze e-catalogus wordt gefaseerd uitgewerkt en vraagt heel wat voorbereiding om alles goed, duidelijk en volledig op fiches te ‘vertalen’. Er moet eveneens aandacht zijn voor de personeelsleden die niet met pc werken en toch toegang moeten krijgen tot deze informatie. De mogelijkheid van interne ‘infokiosken’, aangevuld met de nodige vorming voor de gebruikers moet nog verder verkend worden. In samenwerking met de dienst Communicatie wordt ook aandacht besteed aan de interne communicatie onder de slogan ‘Door gedreven mensen’ en zullen ook in 2010 concrete informatieacties uitgewerkt worden rond personeelsmateries. Comm@ TD 14.02 Uitbouwen van Datawarehousing GIS. Voor het onderhoud van provinciale kerngegevens werkt de dienst Datawarehousing intussen acht jaar aan de opbouw van multi-dimensioneel bevraagbare kubussen. Omdat deze informatie ook voor andere diensten nuttig is, staat de dienst in voor de opmaak en actualisatie ervan. Het betreft data over demografie, kadaster, werkzoekenden, sociale kaart, huisvestingsgegevens, onderwijs en bedrijfsinformatie. Samen met de dienst Economie en Corvé (Agentschap voor e-government Vlaanderen) wordt in het project Digitale Economische Kaart verder werk gemaakt van de verbetering van de koppeling met de Kruispunten Bank Ondernemingen en de adrespuntenkaart. De dienst Datawarehousing werkt verder aan de doelstellingen uit het beleidsplan GIS West II: opbouw van een performante GIS-infrastructuur ten dienste van de provincie en haar partners zoals de lokale besturen, de uitbouw van een geodatabank als knooppunt in een Vlaams netwerk van gemeentelijke en provinciale gegevens en het opstarten van geowebservices om geografische informatie te ontsluiten. Het nieuwe Geografische Data Infrastructuur-decreet en de Europese INSPIRE-richtlijn vergen verhoogde inspanningen voor coördinatie, standaardisatie tussen de verschillende overheden en beschrijving van metadata.


25

4. Maatwerk leveren Het tot stand brengen van een geïntegreerde, gebiedsgerichte en gedifferentieerde beleidsvoering met bijzondere aandacht voor de verscheidenheid, identiteit én de samenhang binnen en tussen de diverse streken.

LEEFOMGEVING Milieu, Natuur en Landschappen TD 05.06 Realiseren van ecologische en landschappelijk waardevolle multifunctionele provinciedomeinen en groene assen, bereikbaar voor iedere West-Vlaming. Een van de grote uitdagingen voor 2010 wordt het inrichten van het gloednieuwe provinciedomein Ijzerboomgaard, dat relatief klein is maar tegelijk zeer veel functies zal moeten kunnen vervullen. Momenteel baat de provincie 109 km oude spoorwegbeddingen uit als recreatieve assen en natuurverbinding. Enkel de Groene 62, de Vloethemveldzate en sinds kort ook de Stroroute zijn in eigendom. De rest wordt gehuurd bij Infrabel. Indien mogelijk is het de bedoeling om de assen te verwerven. In elk geval dringt een kwalitatieve opwaardering zich op. Visies voor de inrichting worden opgemaakt. Daarin gaat aandacht uit naar aangepast natuurgericht beheer en recreatieve inrichting. Daartoe is het belangrijk te kunnen beschikken over de volledige standaardbreedte van de assen en dus het eigendom te vrijwaren van oneigenlijk gebruik. Mede dankzij de ondersteuning van het Kustactieplan kan werk gemaakt worden van de herinrichting van de Groene 62. In Kortemark zal de recreatieve afwerking van de omgeving van het provinciaal wachtbekken en de stationsput zijn beslag krijgen met de aanleg van fietsen wandelpaden, vlonders en een voetgangersbrug. De samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse Gewest wordt aangegrepen om een aantal projecten in te dienen voor de realisatie van natuurwaarden in provinciedomeinen: de omzetting van 4,5 ha weidegronden in de Gasthuisbossen tot hooiland en bos, het herstel van 6 ha reliëfrijk poldergrasland bij uitbreiding van het Zeebos, de beplanting met bijkomend bos in het provinciedomein Bergelen en de vergroting van de bestaande poel. In het provinciedomein Wallemote-Wolvenhof wordt een volgende fase van de integrale toegankelijkheid aangepakt. Verder wordt het bastion 'noord' in het Fort van Beieren geherprofileerd. TD

05.07

Gebiedsspecifiek versterken van streekeigen en inheemse biodiversiteit van natuur en landschap buiten de eigen provinciedomeinen en groene assen. In het kader van Solabio (‘soorten en landschappen als dragers voor biodiversiteit’) worden in de grensregio met Nederland diverse acties rond landschapszorg (experimenten met nieuwe vormen van beheersovereenkomsten voor agrarisch natuurbeheer, wegwerken van kleine storende constructies, aanleg van natuureducatieve poelen) en maatregelen rond soortenbescherming (aanleg paddentunnels, communicatiefiches over ‘buitengewone’ soorten) gevoerd. Inrichtingswerken voor herstel en ontsluiting Verbrand Fort worden gecofinancierd. Acties die gericht zijn op soortenbescherming worden gekaderd in de internationale Biodiversiteitscampagne Countdown 2010. De werking met Ecotuinteams zal opnieuw gepromoot worden.


Waarborgen van de beschikbaarheid en de bereikbaarheid van diverse vormen van dienstverlening binnen specifieke streken door regionale afstemming en/of financiering om een effectief en efficiënt streekwelzijnsbeleid tot stand te brengen. Samen met de provinciale gebiedswerking en de regionale welzijnsraden wordt verder gewerkt aan het bevorderen en het uitbouwen van een intersectorale en regionale invulling van de beleidsmaatregelen. Daartoe wordt ook samen nagedacht over hoe een regionale sociale agenda in de toekomst gestalte kan krijgen. Een van de pistes die hierbinnen verkend zal worden is de vraag of, en zo ja, hoe cliëntoverleg in problematische hulpverleningssituaties georganiseerd moet worden.

Strategische doelstelling 4. Maatwerk leveren

26

Dit denkproces moet ook voeding geven aan het gesprek dat met de nieuwe Vlaamse Regering zal gevoerd worden rond de aanpassing van het BVR van 1997 tot ondersteuning van regionaal overleg en regionale samenwerking in de welzijnssector.

GEBIEDENBELEID Gebiedsgerichte werking TD 03.03 Realiseren van een vitaal en gedifferentieerd West-Vlaams Platteland met bijzondere aandacht voor de versterking van de ruimtelijke kwaliteit. In afstemming met vernieuwde beleidslijnen op Vlaams niveau zal ook de provinciale beleidsnota geactualiseerd worden. Thema’s die op het Interbestuurlijk PlattelandsOverleg (IPO) worden voorbereid krijgen een vertaling in provinciale acties. Het versterken van de bestuurskracht en de bestuurlijke samenwerking binnen plattelandsregio’s, de inpassing van duurzame landbouw, het verbeteren van de woon- en leefomgeving, regionale identiteit en de zorg voor basiskwaliteiten op het platteland blijven belangrijke aandachtspunten. Inzake de coördinatie en het beheer van het Europees plattelandsprogramma wordt de projectontwikkeling en begeleiding van promotoren in beide Leadergebieden (Tielts Plateau en Westhoek) en provinciebreed (PDPO) vanuit de gebiedsgerichte werking nauwgezet voorbereid en opgevolgd. Regelmatige afstemming met andere Europese programma’s moet garant staan voor de complementariteit en coherentie zowel op het gebied van programmatie als financiering. In de regio Roeslare-Westhoek wordt ook gewerkt aan een dossier 'regional branding' waarbij de streek wordt geprofileerd als een regio van de voeding en de smaak. In het kader van het landinrichtingsproject Brugse Veldzone worden voor de verschillende planprogramma’s interne afspraken gemaakt inzake betrokkenheid, opvolging en vertegenwoordiging vanuit de provincie. TD 03.04 Stimuleren van de interactie tussen stad, de rand en het platteland. Kenmerkend voor de gebiedsgerichte aanpak zijn de interactieve en sectoroverschrijdende dimensies. Op het terrein zijn immers verschillende actoren actief en komen verschillende functies samen waarvoor het best aan gezamenlijke oplossingen gewerkt wordt. Vandaar dat vanuit de respectieve streekhuizen gebiedsprogramma’s worden opgezet en geïntegreerde thema’s worden uitgewerkt die een langduriger procesvoering vereisen. In de Oudlandpolder wordt de samenwerking met de gemeenten De Haan, Blankenberge en Zuienkerke voortgezet in functie van de vrijwaring en verdere ontwikkeling van dit openruimtegebied. De realisatie van een functietoekenningssplan van landelijke wegen en de uitbouw van wandelnetwerken op het tragewegennetwerk ten behoeve van de verdere recreatieve ontwikkeling van het gebied (in het kader van het project 'Accessing the Countryside') zijn slechts enkele van de geplande acties voor 2010. Een uitbreiding van het samenwerkingsverband richting Oostende en Middelkerke kan de basis leggen voor een intensere betrokkenheid van deze gemeenten bij dit programma. De herinrichting van de recreatieve as Groene 62 en het studiewerk voor een omgevingsplan zijn de aanleiding tot het identificeren en formuleren van projecten voor de opwaardering van de omgevingskwaliteit i.s.m. de aangrenzende gemeenten en betrokken stakeholders. In de omgeving van de haven van Zeebrugge worden i.s.m. het havenbestuur, de stad Brugge en de gemeente Knokke-Heist verschillende projecten gecoördineerd die bijdragen tot het verbeteren van de leefbaarheid. Deze acties zijn meestal flankerend t.a.v. de infrastructuurwerken voor de ontsluiting van de haven. In de toekomst kan deze samenwerking een meer permanent karakter krijgen in het kader van de opvolgingsstructuur van het strategisch plan. Het geïntegreerd project Leievallei van Wervik tot Kortrijk wordt verlengd tot Waregem. Binnen het strategisch project dat in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt goedgekeurd, worden afspraken gemaakt met de betrokken Vlaamse administraties omtrent taakstelling en verantwoordelijkheden binnen een vernieuwde projectstructuur. Met de Franse partner LMCU wordt een grensoverschrijdend project voorbereid. Het gebiedsprogramma Interfluvium wordt vertaald in een structurele samenwerking met de gemeenten. Verdere prospectie zal gebeuren richting Vlaamse Ardennen, Pays des Collines en een Franse partner voor het tot stand brengen van een grensoverschrijdend netwerk op landschappelijk en toeristischrecreatief vlak.


27

Midden-West-Vlaanderen heeft vooral een industrieel imago. Met de creatie van het Stadslandschap regio Roeselare, een samenwerkingsverband van de provincie met negen gemeenten, wordt uitdrukking gegeven aan de noodzaak en de wil om ook in deze regio werk te maken van een kwalitatieve leefomgeving. De uitbouw van groene en recreatieve ruimte in dit verstedelijkte gebied is niet alleen voor de eigen bevolking een legitieme verzuchting, het beantwoordt ook aan de noodzaak tot het creëren van een attractieve omgeving voor toekomstige bedrijfsvestigingen. De goedkeuring van een transnationaal project SURF (Sustainable Urban Fringes) biedt de kans om te leren van buitenlandse ervaringen op dit vlak en kan een hefboom zijn om lokale investeringen aan te trekken. Het kanaalproject Roeselare-Ooigem werd indertijd opgestart in het kader van een ander transnationaal project Canal Link. Er werd een gebiedsvisie uitgewerkt die zichtbare implicaties gehad heeft op de ruimtelijke ontwikkeling van het gebied (o.m. de planning voor de herinrichting van Ingelmunster). Maar er blijft werk aan de winkel op het vlak van het stroomlijnen van (zowel functionele als recreatieve) mobiliteit, de strijd tegen fijn stof enz. waaromtrent zowel studies als projecten opgezet zullen worden. In 2012 wordt bovendien 150 jaar Kanaal gevierd, een evenement waarvan de voorbereidingen in 2010 volop van start gaan. In de Westhoek worden in het kader van het afbakeningsproces van de kleinstedelijke gebieden in samenspraak met de dienst Ruimtelijke Planning twee strategische projecten opgezet, nl. de uitbouw en inrichting van het provinciedomein De IJzerboomgaard in Diksmuide en de opmaak van een masterplan voor de suikerfabriek in Veurne. De procesbegeleiding, nl. de afstemming en integratie van actoren en sectoren, wordt waargenomen door de gebiedsgerichte werking. Eveneens in de Westhoek wordt een gebiedsvisie ontwikkeld voor merkwaardige landschappen, nl. de Bergen en de Ieperboog. Deze laatste moet een insteek vormen voor een toekomstige erkenning van het oorlogslandschap door UNESCO. Tot slot wordt de dorpenstrategie die als basis diende voor het werken aan de leefbaarheid in de Westhoek gedifferentieerd. Het accent komt enerzijds te liggen op de meest kwetsbare dorpen, meestal gelegen op de grens, die blijven kampen met achterstandsproblemen op het vlak van huisvesting en kwaliteit van het publiek domein. En anderzijds merkwaardige dorpen die door hun intrinsieke kwaliteiten (dorpgezicht, patrimonium) bijzondere aandacht verdienen om deze kwaliteiten te versterken en toeristisch te valoriseren. TD

03.05

Integreren en interbestuurlijk afstemmen van beleid inzake diverse kustgerelateerde thema’s. Op initiatief van het Coördinatiepunt Duurzaam Kustbeheer werd in de afgelopen periode gestart met een Bestuurlijke Overleg om de afstemming van planning en beleid binnen en tussen de verschillende bestuursniveaus te faciliteren. Ook werd het Kustforum gelanceerd om de betrokkenheid van het middenveld bij allerlei kustontwikkelingen te versterken. Beide fora dienen verder uitgebouwd te worden tot een structurele samenwerking om een geïntegreerde gebiedsgerichte beleidsvoering aan de kust te bevorderen. Om de inhoudelijke prioriteiten aan de kust te bepalen en een gecoördineerd provinciaal antwoord te bieden zal een KustOntwikkelinsPlan (KOP) opgemaakt worden. In het kader van het project C-scope wordt een langetermijnvisie voor de Baai van Heist ontwikkeld en worden een aantal instrumenten uitgewerkt om de planning op land en zee beter op elkaar af te stemmen. In het kader van het project 120 km Kust wordt samengewerkt met de lokale besturen met het oog op het optimaliseren van het strandbeheer.

ECONOMIE Toerisme en Recreatie TD 06.09 Formuleren van strategische beleidsplannen voor de vier West-Vlaamse toeristische regio's. Op het vlak van databeheer ligt de nadruk op de inventarisatie van het aanbod m.b.t. logies en attracties, op het publiceren van trendrapporten over toerisme en recreatie voor Kust, Brugs Ommeland, Westhoek en Leiestreek en op het bijhouden van sociaaleconomische indicatoren. In 2010 ligt de nadruk op het evalueren van het strategisch beleidsplan in de Leiestreek uit 2003. Op basis hiervan wordt er een nieuw beleidsplan geformuleerd.


28

BEHEERSDOMEINEN Comm@ TD 14.03 Positioneren van de provincie via regiomarketing. Centraal in het communicatiebeleid van de provincie staat het regiomarketingplan met de drie speerpunten ‘genieten’, ‘ondernemen’ en ‘kwaliteit’. Het accent ligt in 2010 op ‘genieten’. Dit moet leiden tot een grote mediacampagne waarin de West-Vlaamse troeven op het vlak van cultuur, toerisme en recreatie en sport in de verf worden gezet. Deze campagne wordt mee gevoed vanuit de diverse regio’s: Brugge-Oostende, Zuid-West-Vlaanderen, Midden-West-Vlaanderen en de Westhoek. De provincie wil haar visibiliteit verhogen door de aankoop van promotionele ruimte op WestVlaamse topevenementen met een groot publieksbereik en mediabelangstelling. Een strikte toepassing van het reglement op de provinciale herkenbaarheid is daarbij het uitgangspunt.


29

5. Bovenlokaal ontwikkelen Het bevorderen van de bovenlokale ontwikkeling van de diverse streken op een interactieve wijze.

LEEFOMGEVING Milieu, Natuur en Landschappen TD 05.08 Ontwikkelen van of participeren aan (bovenlokale) samenwerkingsverbanden rond milieu-, natuuren landschapsbeleid. Mede onder impuls van de provincie zijn drie regionale landschappen en twee bosgroepen opgericht. Alle zijn die ondertussen ook erkend en worden ze gedragen en ondersteund door meerdere besturen. Daarnaast werd volgens een aparte formule ook het Stad-Land-schap Roeselare opgericht. Al deze organen helpen mee uitvoering te geven aan o.a. het provinciale gebiedsgerichte natuurbeleid, aan de landschapszorg en de zachte recreatie, en worden daarom alle, zowel structureel als projectsgewijze, op basis van dezelfde betoelagingsprincipes ondersteund. Via het provinciaal Natuurfonds kunnen natuurontwikkelingsprojecten van gemeenten en verenigingen worden betoelaagd. In 2010 zal de wijze waarop de NME-component daarin moet worden beoordeeld, verfijnd worden en zullen extra klemtonen worden gelegd om dit ondersteuningsinstrument te onderscheiden van de Vlaamse ondersteuning voor gemeentelijke natuurprojecten in het kader van de samenwerkingsovereenkomst. Met de gemeenten worden samenwerkingsovereenkomsten afgesloten om in aandachtsgebieden de ontwikkeling van natuurverbindingen en ecologische infrastructuur en groenonderhoud langs deze verbindingen te helpen ondersteunen.


Ter beschikking stellen van een specifiek kennisaanbod over de diverse welzijnsterreinen (met eventueel bijbehorende procesbegeleiding) voor (boven)lokale beleidsplanning en -uitvoering, dit alles op maat en op vraag van lokale besturen en welzijnsorganisaties. Er wordt verder ingezet op intergemeentelijke samenwerking binnen het jeugdbeleid door het ondersteunen van jeugdwerkinitiatieven opgezet door meerdere gemeentebesturen. Ook de regionale overlegplatforms van gemeentelijke jeugddiensten en jeugdwelzijnsdiensten kunnen als een basis gezien worden om te komen tot een regionale sociale agenda op dit vlak. Het succes van het reglement tot uitkeren van een starttoelage aan SVK’s (sociale verhuurkantoren) zorgt ervoor dat een gebiedsdekkend netwerk van sociale verhuurkantoren is gerealiseerd en dat het reglement afgeschaft kan worden. Dit belet niet dat de SVK’s verder een beroep kunnen doen op inhoudelijke ondersteuning en o.a. ook betrokken worden bij de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die verder door de provincie ondersteund worden. TD

12.08

Structureren van contacten tussen lokale besturen en (semi-)private welzijnspartners om te komen tot een bovenlokale/regionale sociale agenda voor de verschillende streken. Er worden extra middelen voorzien voor de Intergemeentelijke Samenwerkingsprojecten voor Woonbeleid en Dienstverlening. Door intergemeentelijke samenwerking bij de uitbouw van het woonbeleid te stimuleren, wil de provincie lokale besturen ondersteunen in de centrale regierol die hen door het Vlaamse Woonbeleid werd toegewezen. Cultuur TD 15.08 Bevorderen van een regionaal afgestemd en gediversifieerd cultuuraanbod. De manier waarop de intergemeentelijke culturele samenwerkingsverbanden door de provincie worden ondersteund, zal geëvalueerd worden. Hierbij wordt rekening gehouden met de noden vanuit de regio’s en de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en met de blinde vlekken in de provincie in het licht van het aanbod vanuit de provinciale cultuurdomeinen.

Strategische doelstelling 5. Bovenlokaal ontwikkelen

30

GEBIEDENBELEID Gebiedsgerichte werking TD 03.06 Integreren van een brede economische finaliteit in de streekwerking. Gezien de betrokkenheid bij de voorbereiding en uitvoering van de streekpacten worden door de gebiedsgerichte werking vooral die dimensies opgenomen die te maken hebben met de bredere context van het economische streekgebeuren. Er is blijvend aandacht voor ruimtelijke kwaliteit, wonen en leefbaarheid, cultuurtoerisme enz., die al in de andere doelstellingen aan bod komen. Om de relatie met de RESOC-SERR-structuren en de inzet van de gebiedsgerichte werking op sociaaleconomisch vlak uit te klaren zal een evaluatie gemaakt worden van de huidige werking. TD

03.07

Opzetten, uitwerken en coördineren van geïntegreerde thema’s met een streekgerichte dimensie. In de regio’s Midden- en Zuid-West-Vlaanderen wordt i.s.m. de gemeenten en de betrokken thematische actoren een studie gedaan naar de sociaaleconomische streekgeschiedenis als onderbouw voor de valorisatie van het industrieel erfgoed. De studie over een ruimtelijk afwegingskader voor kasteeldomeinen in de Brugse regio zal opgevolgd worden aan de hand van een aantal concrete proefprojecten die mee als insteek zullen dienen voor het uitwerken van een Vlaamse aanpak. Het grensbrede project Forten en Linies moet de ruimtelijke en toeristischrecreatieve samenhang tussen grensgemeenten versterken. In de Westhoek wordt met verschillende partners een programma opgestart rond regionale identiteit onder de noemer ‘De Westhoek inspireert’, waarbij het de bedoeling is dat met alle actoren, inclusief de ondernemers en de toeristische sector, de streek op eenzelfde manier benaderd en verkocht wordt. Ook het impulsprogramma Jeugd in de Westhoek blijft bovenaan de agenda staan. TD

03.08

Structureren en ondersteunen van het overleg tussen besturen en relevante partners met het oog op bovenlokale samenwerking. De provinciale gebiedsgerichte werking is uitgebouwd volgens een territoriale basisindeling, maar vereist tegelijkertijd een inzet op verschillende schaalniveaus in functie van specifieke thema’s of problemen die men wil aanpakken. Het concept ‘streekhuis’ als basismodel voor deze organisatorische en geografische flexibiliteit zal verder uitgebouwd worden. Dit betekent ook dat verder geïnvesteerd wordt in de uitbouw van een gedifferentieerde streekwerking om de samenwerking tussen publieke en private actoren op verschillende domeinen te versterken, dit met het oog op het formuleren van een duurzame streekagenda waarbij de provincie de rol opneemt van facilitator.

ECONOMIE Toerisme en Recreatie TD 06.10 Ontwikkelen van een specifiek gebiedsgericht beleid en aanpak voor elk van de vier West-Vlaamse toeristisch-recreatieve regio's. In 2010 wordt ingezet op het versterken van de regiowerking aan de Kust en op het beter afstemmen van de regiowerking in de Westhoek, het Brugse Ommeland en de Leiestreek met de inspanningen van de centrale diensten. Economie TD 17.04

Ondersteunen van sociaaleconomische streekontwikkeling en van lokaal economisch beleid. De sociaaleconomische streekontwikkeling en het lokaal economisch beleid worden verder ondersteund. Daartoe zijn onder andere de volgende acties van belang: - het bestendigen en versterken van het ERSV als juridische en administratieve structuur voor de werking van de RESOC's en SERR's. Niet alleen met deze organisaties worden afstemmingsmomenten gehouden, maar ook met andere organisaties – zoals de dienstverlenende verenigingen Leiedal en wvi en de sociale partners – om samenwerking te bevorderen; - het Interreg IVb-project Dc Noise - Demographic Change: New Opportunities In Shrinking Europe – startte in 2008 en wordt in 2010 voortgezet. Daarin worden de effecten van de demografische ontwikkelingen voor het beleid bestudeerd, bijvoorbeeld op het vlak van de arbeidsmarkt, voorzieningen, woningen zorgvraag. Prognoses en effecten worden op provinciaal en streekniveau bekeken;


31

- de gemeentelijke aanspreekpunten economie worden door de dienst Economie verder ondersteund. Naast de structurele werking in het kader van centrumbeheer en de werkgroepen gemeenten en benchmarking, wordt gefocust op de nieuwe initiatieven die genomen worden in het kader van het doelstelling-2 project ‘Actie voor Starters – immateriële component’; - door middel van een Interreg-project wordt er een onderzoek verricht naar de grensoverschrijdende bezoekersstromen tussen West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk, zoals dit in het verleden gebeurde t.a.v. Zeeland.

BEHEERSDOMEINEN Comm@ TD 14.04 Stimuleren van partnership en netwerking op het vlak van communicatie en ICT. Door de uitbouw van een digitaal provinciaal netwerk als onderdeel van een heel fijnmazig overheidsnetwerk en door de organisatie en het beheer van de informatiedoorstroming en de dossiervorming met het oog op een eenloketfunctie en interbestuurlijke processen kan de provincie haar rol als intermediair bestuur waarmaken. De provinciale overheid blijft ook de uitbouw en het gebruik van het beveiligd digitaal netwerk voor e-governmentverkeer met de gemeenten stimuleren via het bestaande subsidiereglement. Het engagement omvat daarbij de gedeeltelijke tussenkomt in de meerkost voor de maandelijkse exploitatiekosten die boven de kostprijs van een klassieke ADSL-lijn liggen. TD 14.05 Aanbieden van geïntegreerde dienstverlening via e-governement Bij de uitbouw van elektronische dienstverlening - gerelateerd aan het nieuwe Content Management Systeem Sharepoint - zijn een aantal functionele eisen voorzien zoals implementatie van een eloket, migratie van applicaties enz. Voor projecten zoals www.beeldbankwest-vlaanderen.be zijn gemeenten belangrijke partners; deze webgebaseerde applicatie omvat het beheer en de publicatie van beeldmateriaal. Het aanbod heeft de omvang van de digitale database enorm doen toenemen; een technische upgrade is voorzien in 2010.


32

6. West-Vlaanderen verder laten groeien Het selectief bevorderen van sociaaleconomische ontwikkeling inclusief de sectoren toerisme, landen tuinbouw en visserij.

LEEFOMGEVING Mobiliteit en Verkeersinfrastructuur TD 08.05 Ondersteunen van bedrijven bij de (re)organisatie van hun mobiliteitsmanagement en bedrijfsvervoerplanning. Het pendelfonds van de Vlaamse overheid ondersteunt financiële projecten binnen bedrijven die leiden tot meer duurzaam verplaatsingsgedrag in woon-werkverkeer. Op die manier wil men de fileproblematiek terugdringen en de mobiliteit van de werknemers verbeteren. De provincie is door de Vlaamse overheid aangesteld als Provinciaal Mobiliteitspunt, dit is een aanspreek- en adviespunt. Voor 2010 zijn door de Vlaamse overheid één à twee oproepperiodes gepland, naargelang het beschikbare budget vast te stellen door de nieuwe Vlaamse Regering. Per oproepperiode wordt in West-Vlaanderen de begeleiding van een vijftal bedrijven voorzien. Daarnaast lopen nog samenwerkingsverbanden rond woon-werkverkeer op bedrijventerreinen in Roeselare en Kortrijk waaruit mogelijks pendelfondsprojecten voortkomen. Voor extra ondersteuning en onderzoek werd 25.000 euro vastgelegd. Voor personeels- en werkingskosten wordt door de Vlaamse overheid voor het Provinciaal Mobiliteitspunt West-Vlaanderen maximaal 72.000 euro subsidie toegezegd.

ECONOMIE Toerisme en Recreatie TD 06.11 Samenwerking met de West-Vlaamse gemeenten versterken. De samenwerking met de 64 West-Vlaamse gemeenten wordt volop voortgezet. Naast opleidingen op het gebied van productontwikkeling, logiesdecreet en marketing ligt de nadruk in 2010 volop op de WIN-databank (West-Vlaams Informatienetwerk). 2009 betekende de officiële start van de bouw van de WIN-databank. Vanaf 2010 is het de bedoeling dat de gemeenten deze databank gebruiken in het kader van hun beheer van informatie over evenementen, logies, attracties en bezienswaardigheden. Betreffende toeristische productontwikkeling ligt de nadruk op het realiseren van diverse projecten in het kader van het Kustactieplan III, Interreg IV en Leader: x Het KAP III-project m.b.t. strandclubs en imagoverbeterende basisinfrastructuur; x Het Interreg IVa-project m.b.t. het industrieel erfgoed in de Leiestreek; x Het Interreg IVa-project “De Groote Oorlog herdacht”; x De toeristisch-recreatieve ontwikkeling van het Tielts Plateau (Leader). Samen met de diensten van de provincie wordt er verder nauw samengewerkt aan de totstandkoming van een nieuw bezoekerscentrum bij het Zwin. Samen met het initiatief “Oorlog en Vrede” van de provincie wordt er een projectsecretariaat uitgebouwd in de Westhoek met het oog op de voorbereiding van 100 jaar Eerste Wereldoorlog. Ten slotte wordt aandacht gegeven aan de implementatie van het onthaalplan voor de Westhoek en aan de opmaak van de onthaalplannen voor de andere regio’s. Het nieuwe logiesdecreet zal waarschijnlijk vanaf 12 januari 2010 in werking treden. Westtoer zal het initiatief nemen om samen met andere partners de nodige informatiemomenten te organiseren. Verder is er aandacht voor de samenwerking met de vzw Plattelandstoerisme in Vlaanderen, in het bijzonder m.b.t. het begeleiden van het kleinschalig logies. Aan de Kust wordt volop ingezet op een succesvolle implementatie van het KAP-III project ‘Zee van Kwaliteit’. Landbouw en Visserij TD 09.05 Ondersteunen van innovatie, diversificatie en verbreding in de landen tuinbouw. In 2006 werd het Proefcentrum voor Innovatie, Verbreding en Advies in de Landbouw en veehouderij, kortweg Pival, opgericht. In de hierop volgende jaren werd het proefcentrum verder uitgebouwd, waarbij in 2008 de werking op het gebied van verbreding verankerd werd binnen het

Strategische doelstelling 6. West-Vlaanderen verder laten groeien

33

centrum. M.b.v. proefopstellingen, infosessies, vormingsmomenten en het uitwerken van projecten wordt de landbouwsector ondersteund en gestimuleerd tot het nemen van een innovatieve wending. Na de verbouwing van de oude varkensstallen op de site van het POVLT in de periode 2008-2009 wordt in 2010 gestart met de kweek van vissen. Voor de kosten wordt een beroep gedaan op betoelaging vanuit Europa en Vlaanderen, op de middelen van Pival, alsook op provinciale middelen voor de verbouwing van de stal. Met de kleinschalige viskweek wenst men inzicht te verkrijgen in de mogelijkheden, knelpunten en economische haalbaarheid van viskweek in Vlaanderen. Uit een recente bevraging bleek dat ongeveer één op vijf West-Vlaamse landen tuinbouwers bezig is met verbreding (ongeveer 2000 bedrijven). Onder verbreding wordt onder meer verstaan: thuisverkoop van hoeveproducten, hoevetoerisme, bezoekboerderijen, zorgboerderijen en agrarisch natuurbeheer. Het gebundeld aanbieden van informatie over deze bedrijven heeft zowel meerwaarde voor de individuele landbouwer zelf, alsook voor de buitenwereld: de eerste kan zijn aanbod op grotere schaal bekendmaken, de tweede weet waar hij dit aanbod kan vinden. Maar voor de landbouwer is er meer dan alleen publiciteit. De aangesloten leden krijgen een aanbod van bedrijfsadvies, ondersteuning en opleidingen. Vanuit de netwerken wordt er ook over gewaakt dat het aangeboden product aan de nodige kwaliteitseisen voldoet. De provincie heeft vele jaren ervaring met netwerking rond verbredingsactiviteiten. Vanuit Europese projecten groeiden de netwerken WestVlaamse Hoeveproducten en Bezoekboerderijen. In 2010 wordt gestart met het vierde jaar van samenwerking tussen de provincie en Steunpunt Groene Zorg vzw. Via een subsidieovereenkomst voorziet de provincie het Steunpunt van de nodige financiële ondersteuning voor de verdere uitbouw van het netwerk zorgboerderijen in WestVlaanderen. Het Steunpunt staat in voor de screening van potentiële zorgboerderijen, begeleiding en de matching tussen de zorgvragers en de zorgaanbieders. Via diverse Europese programma’s en fondsen wordt de kans geboden om lokale en grensoverschrijdende projecten op te starten. In 2009 kregen enkele projecten, na een lange goedkeuringsperiode, eindelijk groen licht. Deze projecten situeren zich o.a. op het gebied van verbreding, landbouweducatie, aquacultuur, biologische landbouw, de melkveehouderij (meer bepaald rond arbeidsefficiëntie in deze sector) en landbouw in relatie met zijn omgeving. Vanuit de provinciale landbouwwerking worden deze projecten ondersteund door inzet van personeel, via het POVLT, de gebiedswerking landbouw of landbouweducatie, en/of worden – weliswaar een bescheiden aandeel aan – financiële middelen voorzien. TD

09.07

Verbeteren van de interne en externe communicatie in de landbouwsector via overleg, vorming en educatie. Door het organiseren van landbouweducatieve initiatieven wenst de provincie de burger te informeren over de hedendaagse landen tuinbouwsector. Een belangrijk instrument hierbij is het aanbod voor scholen in de vorm van een aanbod van bezoekboerderijen en diverse themagebonden lespakketten op maat van de leerlingen. Zo bestaat ‘Boer in beeld’ uit een fotoreeks om leerlingen uit de kleuterklas en het lager onderwijs vertrouwd te maken met het hedendaagse reilen en zeilen op en rond landbouwbedrijven. De reeks wordt jaarlijks verder aangevuld met nieuwe thema’s. De opmaak wordt gecoördineerd vanuit het provinciebestuur en verloopt in samenwerking met het West-Vlaams Agrarisch Vormingsinstituut (WAVI). Ook de landbouweducatieve werking van andere organisaties wordt gesteund. Zo voorziet de provincie ondersteuning aan kinderboerderijen. Het reglement hiervoor werd herwerkt en vanaf 2010 gaat er meer aandacht naar de specifieke landbouweducatieve aspecten op de kinderboerderijen. Communiceren over de landbouwsector is één zaak, communiceren naar de landbouwsector een andere. In de communicatie met de sector vervult de Provinciale Landbouwkamer een belangrijke rol. In de Landbouwkamer zetelen vertegenwoordigers van algemene en gespecialiseerde landbouwverenigingen. Ze heeft voornamelijk een adviserende rol, maar fungeert eveneens als klankbordgroep inzake het provinciale landbouwbeleid. In 2009 vond de hersamenstelling van de


34

Provinciale Landbouwkamer plaats en dit voor de periode 2009-2014. De provincie subsidieert de landbouwkamer. In de loop der jaren zijn diverse (kleine) landbouwverenigingen opgericht in de provincie WestVlaanderen. Ze zijn meestal bedoeld voor de kwekers van één dierensoort of zelfs dierenras. Deze verenigingen organiseren vaak een stamboekwerking of voorzien begeleiding en vorming voor hun leden. Via betoelaging wenst de provincie deze landbouwverenigingen te blijven ondersteunen. TD 09.09 Ondersteunen van duurzame ontwikkeling in de visserijsector. De visserij spreekt met haar kleurrijk verleden gemakkelijk tot de verbeelding van jong en oud. Visserij is op toeristisch vlak een belangrijke troef in de drie vissershavens, maar het is en blijft in de eerste plaats een economische sector. De provincie vindt het belangrijk dat een reëel beeld van de hedendaagse visserijsector bekendgemaakt wordt bij allen die erdoor gefascineerd zijn. Dit gebeurt onder meer door de ondersteuning van verenigingen die de sector promoten. De provincie wil voor de visserijsector een stimulerende rol opnemen. Door de tegemoetkoming bij de bezoldiging van jongeren in opleiding via het Fonds voor Scheepsjongeren en het partnerschap bij de simulatoren van het Nautische centrum, hoopt de provincie de opleiding van vissers en toekomstige vissers te ondersteunen. Economie TD 17.05

Creëren van een specifiek aanbod van gedifferentieerde ruimte voor ondernemerschap. In 2009 werd in samenwerking met diverse organisaties gestart met het inventariseren van het aanbod aan bedrijventerreinen. In 2010 wordt dit voortgezet en er wordt ook een nieuwe stap gezet in de richting van de ontwikkeling van een permanente monitor die de vraag met het aanbod vergelijkt om op die manier continu de ruimtebalans te kennen. De resultaten van deze afstemming moeten dan sneller en beter geïmplementeerd worden in streekvisies en ruimtelijke planinitiatieven. Een aanzet tot een strategisch locatiebeleid voor bedrijven wordt ontwikkeld, waarbij relevante partners betrokken worden. Bepaalde specifieke sectoren worden meer in detail bekeken. Zo wordt een ruimtelijk-economisch masterplan voor de logistieke sector uitgevoerd. TD

17.06

Valoriseren van de logistieke troeven voor vlotter en duurzamer goederenverkeer. De taskforce en de vijf werkgroepen van het Logistiek Platform West-Poort komen in 2010 tot verdere concrete resultaten zoals bijvoorbeeld: een communicatiecampagne in functie van een betere afstemming tussen de opleidingen en de logistieke arbeidsmarkt, een haalbaarheidsonderzoek voor een logistiek platform en de operationalisering van een logistiek vastgoednetwerk en van een one-stop-shop. De bedoeling van een dergelijke one-stop-shop is dat een ondernemer, die een logistieke activiteit in West-Vlaanderen plant, concrete antwoorden krijgt voor diverse thema’s (bijv. vestigingsmogelijkheden, vergunningen, arbeidsmarktsituatie, multimodale voorzieningen). Dit wordt ondersteund door middelen van het Doelstelling 2-project ‘Logistiek Platform West-Poort’, dat in 2010 eindigt. Via nieuwe Europese projecten wordt dit Platform gecontinueerd en versterkt, zowel op materieel als op immaterieel vlak.

TD 17.07 Versterken van een innovatief een duurzaam ondernemerschap. In 2009 nam de visievorming over de noodzaak van een kennisgedreven ontwikkeling in WestVlaanderen sterk toe. Een pact daarover werd door de provincieraad en door een 350-tal actoren goedgekeurd. De deputatie engageerde zich ook tot het uitwerken van diverse regionale initiatieven van kennisgerelateerde expertisecentra via Europese projecten. In 2010 wordt daar concreet werk van gemaakt; zo ligt het in de bedoeling een West-Vlaams fonds voor kennisgedreven ontwikkeling op te richten. Het realiseren van meer startende economische bedrijvigheid, blijft een belangrijke doelstelling. De Doelstelling 2-projecten ‘Actie voor Starters’ komen in 2010 tot volle wasdom. Op materieel vlak worden een tiental extra bedrijvencentra en stedelijke ondernemerscentra opgericht. Op immaterieel vlak wordt een gemeentelijk administratief-dienstverlenend raster ontwikkeld om een uniform kwalitatief onthaal- en opvolgingsbeleid te ontwikkelen voor ondernemers. Dit wordt ondersteund door een ICT-raster, waarbij de gemeentelijke dienstverlening of de gemeentelijke KMO-loketten, en indien mogelijk ook de dienstverlening door andere actoren t.a.v. startende


35

ondernemingen, aan elkaar gekoppeld worden in een netwerkstructuur. Ook op het vlak van communicatie worden nieuwe initiatieven genomen voor de diverse doelgroepen. In 2009 werden in de dienst Economie drie extra personen aangeworven om dit in een periode van twee jaar te realiseren. TD

17.08

Stimuleren van een kwalitatief hoogstaand en toekomstgericht onderwijs- en opleidingsaanbod om een volwaardige arbeidsmarktparticipatie te verkrijgen. Er worden nieuwe initiatieven genomen op basis van een studie over levenslang leren die in 2009 wordt opgeleverd en die opgemaakt werd in samenwerking met de Consortia voor volwassenenonderwijs en de RESOC’s. Om ook herwaardering van het imago van techniek en technologie bij schoolgaande jeugd en ouders te verkrijgen, worden enkele gerichte initiatieven genomen, onder andere voor de textielsector.

OPLEIDING EN ONTWIKKELING Onderwijs TD 16.02 Impulsen geven aan het onderwijs om de uitstroom van West-Vlaamse studenten tegen te gaan. Bij het tot stand komen van een provinciaal beleid is wetenschappelijk onderzoek een belangrijke factor. Studenten hoger onderwijs kunnen hiertoe met hun eindwerk een belangrijke aanzet geven. Via het provinciale reglement betreffende de bevordering van het West-Vlaams wetenschappelijk onderzoek kunnen studenten een deel van de kosten bij redactie van hun eindwerk recupereren. De provincie wil daarnaast ook aan toekomstige studenten en hun ouders duidelijk maken dat de instellingen hoger onderwijs in onze provincie kwaliteit aanbieden in elke afstudeerrichting. Via een imago- en informatiecampagne op de regionale televisie in samenwerking met de West-Vlaamse hogescholen en de universiteit wordt dit geïllustreerd. Voor een technische school zoals het PTI is het belangrijk om een nauwe band te behouden met het industriële draagvlak. Tal van inspanningen worden op dit niveau gerealiseerd met o.a. uitgebreide stagebegeleiding, investeringen om het machinepark up-to-date te houden, doorgedreven samenwerking met sectorcommissies. De laatste jaren werden er overkoepelende projecten gerealiseerd in de vorm van Regionale Technologische Centra zoals het RTC-Promechatronica en recent het RTC-textiel met investeringen in de laatste nieuwe technologieën. Deze inspanningen op het vlak van de nieuwe technologieën en onderwijstechnieken worden momenteel voortgezet in de nieuwe koepel RTC West-Vlaanderen. De provincie maakt deel uit van de bestuursorganen van het RTC. Via de sollicitatiedag, infoavonden en de bedrijfsleideravonden wordt aan de leerlingen en hun ouders objectieve informatie gegeven over tewerkstelling en verder studeren in de eigen regio.


36

7. De omgevings- en leefkwaliteit verbeteren Het significant bijdragen tot een kwaliteitsvolle verbetering van de fysieke leefomgeving.

LEEFOMGEVING Milieu, Natuur en Landschappen TD 05.09 Beschikken over provinciale bezoekerscentra en voorzien van een milieu- en natuureducatief aanbod in de provinciedomeinen. Het NME-gebouw in de Gavers gaat begin 2010 open. In alle vier de natuuren milieu-educatieve bezoekerscentra in provinciedomeinen moet het aanbod continu worden verbeterd met een permanente tentoonstelling die regelmatig geactualiseerd wordt. Zo wordt in het bezoekerscentrum van het Bulskampveld de eerste fase van een tentoonstelling “be(heer)lijk bos” uitgebouwd met een maquette op het dakterras. In de Palingbeek wordt een onthaalhoekje voor jonge kinderen voorzien (Basielhoekje). Aanvullend daarop worden mp3-spelers (Zwin) en audiogidsen (Bulskampveld) voor het publiek voorzien. Voor reserveringen wordt een softwareprogramma voorzien. Educatieve bebording (bijv. zintuigenpad verfplanten in Palingbeek), educatieve poelen en compostsites worden verder uitgebouwd en observatiepunten worden aangepast. Het aanbod wordt voorts aangevuld met tijdelijke tentoonstellingen. De nodige middelen worden uitgetrokken om dit aanbod ook ruimer te promoten. Om de toenemende vraag, in het bijzonder vanuit het onderwijs, naar een gepersonaliseerd aanbod, te kunnen beantwoorden en om de mogelijkheden van de centra optimaal te kunnen benutten, wordt het educatief personeel versterkt met gedetacheerden vanaf het schooljaar 2010-11. Ten behoeve van het ambitieuze plan voor de ombouw van het Provinciaal Natuurpark Zwin tot een hedendaagse, natuureducatieve toegangspoort voor de Zwinvlakte, worden in 2010 studiebureaus aan het werk gezet. Een studiebureau moet de bouwplannen uittekenen voor het bezoekerscentrum (incl. toeristisch-recreatief onthaal) en kijkcentrum; een ander bureau moet instaan voor de natuureducatieve invulling van het gebouw, de inrichting van de omgeving en de algemene coördinatie. Beide bureaus zullen via een wedstrijdformule worden geselecteerd. Ondersteuning voor de realisatie wordt verwacht van partners als de gemeente Knokke-Heist en het Agentschap Natuur en Bos (ANB), alsook vanuit Europese projectprogramma’s (REECZ (Recreatie en Ecotoerisme in de Zwinstreek) met o.a. Zeeland en Sluis en Natura People) en Kustactieplan. TD 05.10 Concretiseren en stimuleren van duurzame ontwikkeling in het algemeen. In samenspraak met de dienst Welzijn wordt advies over duurzaam bouwen aan particulieren verruimd met de thema’s ‘toegankelijkheid’ en ‘meegroeiwonen’. Onder voorbehoud van goedkeuring van een Europees Life+-project dat hierop betrekking heeft, treedt de provincie ook toe tot een interprovinciaal netwerk van steunpunten voor DuBo(duurzaam bouwen)-advies. TD

05.11

Aansporen van diverse doelgroepen tot milieuvriendelijk gedrag via informatie, begeleiding en voorzieningen. In het kader van duurzaam ondernemen zal de nadruk worden gelegd op landschappelijke integratie van solitaire bedrijfsgebouwen in het landelijk gebied (in het bijzonder in het Leadergebied Tielts Plateau). De ondersteuning van de groeninrichting van scholen via het subsidiereglement ‘Natuur op school’ is een groot succes en wordt verlengd na de goedkeuring door de provincieraad.

TD 05.12 Voorkomen en beperken van afvalstoffen. Naast de jaarlijkse campagne ‘afvalarm winkelen’ zal de bevolking ertoe aangezet worden restjes gevaarlijke stoffen (in het bijzonder van tuinonderhoud) gecontroleerd af te voeren via de daartoe voorziene inzamelwijzen voor KGA en er zal een halt toegeroepen worden aan sluikstoken. De selectieve inzameling op stranden zal volgend jaar onder impuls van de kustwerkgroep afval (voorgezeten door de provincie) en Fostplus uitbreiding nemen. Dit zal eveneens communicatief ondersteund worden. Wegens sterke bevraging van het provinciaal afvalspel, zal in elk intercommunaal werkingsgebied een exemplaar ter beschikking gesteld worden om uit te lenen aan scholen en verenigingen. Dit werd als project ingediend voor de samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse Gewest.

Strategische doelstelling 7. De omgevings- en leefkwaliteit verbeteren

37

TD 05.13 Voorkomen en beperken van milieuhinder. In provinciedomeinen wordt de lijn van de afvalscheiding verder doorgetrokken met recipiëntencombinaties die de bezoeker de kans bieden telkens restafval en PMD te scheiden. Langs de spoorwegbeddingen is dit niet de bedoeling, maar daar moeten wel de nodige communicatieve inspanningen geleverd worden om de passanten te wijzen op het feit dat ze geacht worden hun afval terug mee te nemen. TD

05.14

Ondersteunen en stimuleren van rationeel en duurzaam energie- en klimaatbeleid. De actie Klimaatwijken zal zijn zesde editie beleven. Nieuw is dat deze formule ook wordt aangeboden voor personeelsleden die thuis energie willen besparen. Daarnaast engageert de provincie zich ook om zelf energie te besparen (en dus CO2-emissie te voorkomen), met nadruk op vervoer en gebouwen. TD

05.16

Garanderen van het debat over en de inspraak op het provinciaal beleid inzake milieu, natuur, landschap en duurzame ontwikkeling. De provinciale milieu- en natuurraad blijft een van de belangrijkste inspraakorganen die bij het provinciaal milieubeleid om advies wordt gevraagd. Samen met de provinciale milieu- en natuurraad zal opnieuw een info- en debatavond voor het bredere publiek worden georganiseerd. Ruimtelijke ordening TD 07.03 Realiseren van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de provincie WestVlaanderen door uitvoering van het provinciaal ruimtelijk structuurplan. Het grootste deel van het budget, 450.000 euro, wordt ingezet bij de strategische doelstelling om de omgevings- en leefkwaliteit te verbeteren. Concreet gaat het om het verder uitwerken van de acties van het provinciaal ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen met de opmaak van provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplannen, gebiedsgerichte visies en ruimtelijke beleidskaders. De acties voor ruimtelijke ordening worden definitief vastgelegd in een provinciaal jaarprogramma voor ruimtelijke ordening. Het voorziene budget moet het mogelijk maken om de opmaak van provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplannen uit te besteden ter uitvoering van de afbakening van de kleinstedelijke gebieden en de uitvoering van de strategische projectgebieden. Ook blijven er middelen voor de uitbesteding van de opmaak van provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplannen voor regionale bedrijven. Voorts dienen de middelen aangewend te worden om te voldoen aan het decreet op het milieubeleid. Dit betekent de opmaak van de zogenaamde screeningsnota’s of de opmaak van een milieueffectenrapport (MER) bij de opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. Screeningnota’s zijn nota’s om een ontheffing van de MER-plicht aan te vragen. Ook worden de middelen aangewend om mogelijke onderzoeksopdrachten uit te besteden in het kader van de wijziging van het PRS-WV. Ook wordt een budget van 67.000 euro voorzien om kleinere kortlopende studies mogelijk te maken. Dit zijn vaak problemen die verder onderzocht moet worden. In het kader van een Europees project ‘DC Noise’, die de demografie bestudeert op langere termijn in het kader van de vergrijzing van de bevolking, wordt een bijdrage voorzien van 15.000 euro. Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met de diensten Economie en Welzijn. Mobiliteit en Verkeersinfrastructuur TD 08.06 Versterken van de coördinatie van het mobiliteitsbeleid in West-Vlaanderen. De provinciale mobiliteitsraad PROMORA werd in 2008 vernieuwd en aangepast aan de bepalingen van het nieuwe Provinciedecreet. Dit orgaan werkt in 2010 verder als platform voor uitwisseling van informatie en het afstemmen van het beleid van de vele actoren die bij de mobiliteit in WestVlaanderen betrokken zijn. Naast de plenaire vergadering zijn er twee thematische commissies (de commissie ‘fiets’ en de commissie ‘bedrijfsvervoerplanning’) waar de meer technische coördinatie plaatsvindt. Mogelijks wordt een derde thematische commissie opgericht ter coördinatie van de infrastructuurprojecten openbaar vervoer (Veurne-Koksijde) in het kader van het Neptunusplan.


38

TD 08.07 Realiseren van het provinciale functionele fietsroutenetwerk. Door de oprichting van het Fietsfonds is er een sterke toename van het beschikbare budget, ook door de tussenkomst van het Vlaamse Gewest. Door een infobrochure en actievere personeelsinzet worden de gemeentebesturen op de hoogte gebracht van de gewijzigde procedure en meer gemotiveerd om projecten bij de provincie in te dienen. Voor 2010 is het de bedoeling om enerzijds voldoende projecten klaar te krijgen om te besteden op het voorziene budget en anderzijds om voldoende projecten op te starten die aanbesteed worden in 2011-2012-2013. Voor de opmaak van de startnota’s en projectnota’s, en de opmetingen wordt voorlopig ook extra ondersteuning voorzien à rato van 45.000 euro. De minimale voorbereidingstijd voor een fietsfondsdossier bedraagt immers 24 maanden. Door de Vlaamse overheid wordt voor de ondersteuning van het provinciale fietsbeleid een jaarlijkse subsidie van 32.500 euro voorzien voor personeels- en werkingskosten. De projecten die in 2010 uitgevoerd kunnen worden, zijn dossiers die al in 2008 en 2009 de voorbereidingsprocedure hebben doorlopen en/of waarbij geen moeilijke aankopen worden verwacht. Het totale beschikbare budget in 2010 bedraagt 3.800.000 euro, waarvan 800.000 euro gerecupereerd wordt bij het Vlaams Fietsfonds. Als bij dit budget ook de Vlaamse Fietsfondsbijdrage wordt geteld die rechtstreeks aan de gemeenten wordt uitbetaald, dan wordt in 2010 het maximaal te besteden bedrag van 5.000.000 euro in West-Vlaanderen bereikt. TD

08.08

Verzekeren van de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid op de provinciewegen. Sinds 1 januari 2009 beschikt de provincie nog over 45,6 lokale provinciewegen die onderhouden moeten worden voor ze aan de gemeentes worden overgedragen. Verhoudingsgewijs werden de kredieten aangepast om winterdienst, gewoon onderhoud en signalisatie te verzekeren. Voor 2010 is 600.000 euro ingeschreven om alle resterende provinciewegen goed te onderhouden. Op 1 januari 2009 heeft het Vlaamse Gewest de belangrijkste provinciewegen overgenomen. Het is de bedoeling dat de resterende lokale provinciewegen binnen de drie jaar worden overgedragen aan de desbetreffende gemeentebesturen. Deze wegen moeten echter vooraf in goede staat worden gebracht. Er kan ook gekozen worden om een financiële stimulans te geven bij de overdracht, dit naar analogie van wat het Vlaamse Gewest aan de provincies heeft betaald. In het kader van de overdracht is op de begroting 2010 de herinrichting van de doortocht Hooglede voorzien (2.000.000 euro provinciaal aandeel). TD 08.09 Uitbouwen van een inrichtingsbeleid voor secundaire wegen. Diverse regio’s in West-Vlaanderen kampen met mobiliteitsproblemen die niet op te vangen zijn binnen de gemeentelijke mobiliteitsplanning. Op vraag van gemeenten en van het Vlaamse Gewest tracht de provincie met alle betrokken partners tot haalbare en betaalbare oplossingen te komen. In dat kader wordt voor 2010 25.000 euro vastgelegd. TD

08.10

Stimuleren van het gebruik van economisch, sociaal en fysisch-ecologisch verantwoorde vervoersmiddelen. Specifieke acties voor de doelgroep jongeren zijn fietspoolen, dodehoektraining, schoolfietsroutekaarten en de sensibiliseringsactie “Hou je hoofd erbij” i.s.m. de diensten van de gouverneur en de politiezones. Verder zijn acties voorzien voor de doelgroep woon-werkverkeer en de doelgroep gemeenten (o.m. Ecodriving) in het kader van het thema mobiliteit van de samenwerkingsovereenkomst milieu. In totaal werd hiervoor 89.000 euro voorzien. Integraal waterbeleid TD 10.05 Terugdringen van de risico’s voor wateroverlast door het zorgvuldig inrichten en onderhouden van (de omgeving van) het waterlopenstelsel. De onderhoudswerken aan de 1.001 km onbevaarbare waterlopen van 2e categorie, gelegen buiten het poldergebied (230 000 ha), waarvan de provincie de beheerder is volgens de wet op de onbevaarbare waterlopen van 28 december 1967, zijn jaarlijks weerkerende kosten. Het onderhoud betreft het uitmaaien van bodem- en taludvegetatie om de normale doorstroming te waarborgen, plaatselijke ruimingswerken, het periodiek ruimen van bufferbekkens en slibvangen (een twintigtal), exploitatiekosten aan de 25 pompgemalen en herstellingswerken aan de oevers en aanpassingswerken op tientallen plaatsen verspreid over de provincie. Daarnaast treedt de provincie ook op bij dringende schadegevallen zoals bij verstoppingen, afschuivingen, beveiligingen van bebouwing en wegenis enz. Onder de ecologische inrichting van onbevaarbare waterlopen


39

vallen o.m. het manueel onderhoud in natuurgebieden, wegwerken van knelpunten voor vismigratie en natuurvriendelijke oeverwerken. Het waterlopenstelsel op zich is niet overal voldoende om lokale wateroverlast te voorkomen. Er is op verschillende plaatsen extra ruimte nodig voor water. Dit wordt gerealiseerd door de aanleg van bufferbekkens en de inrichting van overstromingszones. Net als in de vorige jaren wordt een antwoord uitgewerkt op de historische watersnood van 4 juli 2005. Hiervoor is een meerjarenprogramma 2008-2012 in uitvoering. Afhankelijk van de vordering van de procedures (grondverwervingen, bouwvergunningen enz.) zijn verschillende infrastructuurwerken voorzien. In Ruiselede wordt een bufferzone voorzien voor de Poekebeek nabij de Kruiswegestraat om het centrum te beveiligen. In Menen wordt een bufferbekken aangelegd op de Palingbeek nabij de Dronckaertstraat ter beveiliging van de woonkern Rekkem. In het kader van het samenwerkingsverband met NV Aquafin, de gemeente Kuurne en het Agentschap Wegen en Verkeer zal de provincie een bufferruimte voorzien voor de Vaarnewijkbeek in de middenberm van de Noordlaan om de herhaalde wateroverlast in deze omgeving op te lossen. Binnen deze projecten in Ruiselede, Menen en Kuurne die prioritair de wateroverlast moeten oplossen, wordt ook een waterspaarbekken uitgegraven voor de watervoorziening van de landen tuinbouw en de brandweer. In het kader van het landinrichtingsproject De Moeren wordt een duiker gebouwd op het Ringslot als overgang voor de aanleg van een ruiterpad vanaf de Vissersdijk te Veurne.


De verhoging van het aantal kwaliteitsvolle, veilige en aangepaste woningen helpen realiseren. De vorig jaar aangekondigde denkoefening rond een nieuwe premie resulteerde door een integrale aanpak tussen verschillende diensten in de ontwikkeling van een planadvies woningaanpassing, meegroeiwonen en duurzaam bouwen. Op deze manier kunnen particulieren hun plannen voor renovatie of nieuwbouw laten screenen en tips krijgen om levenslang wonen, toegankelijkheid en duurzaam bouwen te integreren in hun (ver-)bouwplannen. De aanvragen worden via het woonloket van de dienst Welzijn ingediend en administratief opgevolgd, het advies zelf wordt aangeleverd door resp. het Steunpunt Woningaanpassing, Westkans en vzw Zonnewindt, waarmee een samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten. Er wordt verder ingezet op het voorkomen van CO-vergiftiging in particuliere woningen en in het toegankelijk maken van woningen uit de private huurmarkt voor kansarme huurders via het reglement waarbij SVK's (Sociaal Verhuurkantoor) een infrastructuurtoelage krijgen voor het renoveren van woningen die verhuurd zullen worden aan kansarme huurders. Ten slotte wordt ook werk gemaakt van een rollend fonds voor sociale woningbouw, dat gespijsd wordt met een deel van de middelen die vrijkomen bij de verkoop van de provinciale aandelen in de WVI (West-Vlaamse Intercommunale). Vanuit dit fonds zullen renteloze leningen worden toegekend aan de Sociale Huisvestingsmaatschappijen, terug te betalen op drie jaar of na verkoop van de sociale koopwoning. Hiermee wil de provincie bijdragen tot het verkleinen van de wachtlijsten die er ook voor sociale koopwoningen bestaan. In 2010 zal de nodige aandacht gaan naar de taken die door het in 2009 gestemde Grond- en Pandendecreet aan de provincie worden toegewezen, met name een (provinciaal) sociaal objectief bepalen voor sociale koopwoningen en sociale kavels evenals de oprichting, samenstelling en werking van de Provinciale Commissie “Wonen in eigen streek”. TD

12.10

Toegankelijk maken van een substantieel deel van de gebouwen opengesteld voor het publiek via provinciale stimuli en reglementering. Er zal in 2010 aandacht worden geschonken aan het toelichten van de recent goedgekeurde Vlaamse verordening toegankelijkheid, die de provinciale verordening vervangt. Daarnaast wordt het project ‘Zon, zee, zorgeloos’ verder uitgebouwd en wordt dit in 2010 in acht locaties mee betoelaagd. Ten slotte wordt in overleg met het toegankelijkheidsplatform en via Westkans ook verder gewerkt aan de thematische doorlichting van gebouwen en domeinen op het vlak van de toegankelijkheid.


40

ECONOMIE Toerisme en Recreatie TD De kwaliteitsverbetering en de verdere uitrusting van openluchtrecreatieve voorzieningen (wandel-, erfgoed-, fiets-, ruiter-, auto-, en ATF-routes, wandelen fietsnetwerken, groene assen enz.) en het organiseren van een efficiënte nazorg m.b.t. deze voorzieningen. In 2010 zijn er nieuwe landschapswandelroutes gepland in de Uitkerkse Polder en in Vleteren, erfgoedroutes in Oostende en Ieper, ruiterroutes in de Moeren en in Damme en themafietstochten in Kortrijk en Brugge. Er worden nieuwe wandelnetwerken ingericht in het Bulskampveld en in het Land van Mortagne. In het kader van de TRIS-databank (Toeristisch Recreatief Informatie Systeem) wordt de inventarisatie voltooid van de palen en borden van de netwerken en wordt de klachtenmodule voor peters en meters geïmplementeerd. M.b.t. de Groene Assen staat de opmaak van de uitvoeringsplannen voor de Groene 62 centraal, alsook de realisatie van de herinrichting van de Groene 62. Wat de projecten betreft, staat de implementatie van het Interreg IVa-project ‘MIRRA’ (Maken en Investeren in Recreatieve Routenetwerken met Aandacht voor de grensstreek/ Mise en place des réseaux de randonnées) op het programma met onder meer de realisatie van het wandelnetwerk Land van Mortagne, nieuwe infoborden op de GR 128 en de GR du Littoral, de ontwikkeling van een routeplanner en de opmaak van een gedragscode voor recreanten. In het kader van het Interreg IVa-project ‘Grenzeloos wandelen’ is de opening van het wandelnetwerk Bulskampveld gepland in het voorjaar van 2010. Er is eveneens een monitoring van dit project voorzien in de loop van 2010. Binnen het Interreg IVa-project REECZ-project (Recreatie en Ecotoerisme in de Zwinstreek) is de wandelroute Uitkerkse Polder voorzien. Binnen het Interreg IVa-project ‘Accessing the Countryside’ wordt de doelenbewegwijzering aangepakt en komt er een aanvulling op de TRIS-databank. Het KAP III-project (Kustactieplan III) ‘Kustfietsen’ komt op kruisnelheid tussen april en september 2010, terwijl voor het KAP III-project ‘Kustwandelroute’ de prospectie en het terreinwerk wordt opgestart. Ten slotte wordt de studie voor de Brugse Rand afgerond in oktober 2010.


41

8. Het welzijns-, sport-, onderwijs- en cultuuraanbod versterken Het versterken en selectief verder ontwikkelen van een aanbod op het vlak van welzijn, sport, cultuur en hoger onderwijs d.m.v. het scheppen van voorwaarden en het realiseren van afstemming.


Initiëren/stimuleren van initiatieven op en binnen het ruime welzijnsveld op een selectieve wijze ter versterking van de eigen rol en positie. De ondersteuning van en voor maatschappelijk kwetsbare groepen in het algemeen en personen met een handicap in het bijzonder blijft een constant en prioritair aandachtspunt in het provinciaal welzijnsbeleid. Deze aandacht blijkt uit de ondersteuning van het Coördinatiepunt Handicap dat het Regionaal Overleg Gehandicaptenzorg organiseert (waarmee uitvoering wordt gegeven aan het convenant met het VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) die het BVR (Besluit Vlaamse Regering ) omtrent zorgregie moet helpen realiseren). Verder worden infrastructuursubsidies voorzien voor instellingen voor personen met een handicap en werkingssubsidies voor de Consultatiebureaus. We vermelden tot slot de aanpassings- en uitbreidingswerken in het provinciaal dienstverleningscentrum Ons Erf en de uitbouw en verzelfstandiging van een toeristisch recreatief project op de Magdalenahoeve. Om tegemoet te komen aan het sterk stijgend aantal aanvragen, wordt het budget voor de premie voor de abonnementskosten van een personenalarmsysteem opgetrokken. In de jeugdsector wordt, zodra de verwerving is afgerond, zo snel mogelijk gestart met de werking van het jeugdvormingscentrum via de meest passende uitbatingsvorm. Daarnaast worden de inspanningen voor een gebiedsgerichte politiek bij de ondersteuning van jeugdlogies aan de kust voortgezet. In uitvoering van het Vlaamse convenant betreffende integrale jeugdhulp worden naast het al opgestarte cliëntoverleg verdere mogelijkheden van samenwerking verkend, o.a. rond participatie van de gebruikers in IJH. Inzake opvoedingsondersteuning zal de provincie zich vooral richten op het middenveld (organisaties, initiatieven of groepen die het onderwerp centraal stellen of betrokken zijn bij opvoedingsondersteuning). Naast het verder aanbieden van informatie via het e-zine en het provinciaal platform opvoedingsondersteuning, wordt ook werk gemaakt van een jaarlijkse campagne en een database met sprekers, deskundigen en raadpleegbaar materiaal. Hoewel het nieuwe integratiedecreet ondertussen is goedgekeurd, is het nog wachten op een aantal uitvoeringsbesluiten om de concrete impact ervan op het provinciaal beleid ter ondersteuning van de tolkendiensten te kunnen inschatten. Met deSom zal een samenwerkingsovereenkomst worden opgemaakt rond de ondersteuning van de tolkendiensten, evenals rond de bredere thema’s van diversiteit, inburgering en integratie. De nodige middelen worden voorzien om projectmatig acties te ondernemen of te ondersteunen rond etnisch-culturele minderheden. Op het vlak van gezondheidspromotie en middelenpreventie wil de provincie werken aan een betere structurering en samenwerking van de bestaande overlegstructuren. Voor gezondheidspromotie is het recent goedgekeurde Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de LOGO’s (Lokaal Gezondheidsoverleg) het uitgangspunt, inzake middelenbeleid zal het Vlaams Actieplan TAD (Tabak, alcohol en drugs) een nieuwe positiebepaling van de provincie noodzakelijk maken. Naast de werking op het gebied van middelenpreventie komen er ook signalen dat er behoefte is aan een provinciaal beleid met betrekking tot de drughulpverlening. Er werd recent een overleg hiertoe opgestart om na te gaan hoe deze pijler rond hulpverlening binnen een provinciaal drugbeleid gestalte kan krijgen. De provincie participeert aan een werkgroep tot het opzetten van een Vlaams registratiesysteem voor baarmoederhalskanker, wat de efficiëntie van de screenings in de toekomst sterk zou moeten verhogen. De in 2009 gestarte beleidslijn woonzorg die de combinatie tussen zorg, wonen en welzijn wil stimuleren, wordt geïntensifieerd. Naast het voortzetten van de procesbegeleiding van initiatiefnemers en de in de tijd beperkte financiële ondersteuning via het woon-zorgreglement zal in 2010 werk gemaakt worden van de heroriëntering van andere relevante provinciale reglementen

Strategische doelstelling 8. Het welzijns-, sport-, onderwijs- en cultuuraanbod versterken

42

om de mix van wonen, welzijn en zorg op alle mogelijke manieren te stimuleren. Ten slotte wordt verder ingezet op het samenbrengen van alle relevante actoren die een rol kunnen spelen in de preventie van en de opvang van thuisloosheid, met de bedoeling om ieders rol duidelijk af te bakenen. Ook de financiële inspanning die in 2009 twee tijdelijke opvanginitiatieven mogelijk maakte, wordt voortgezet. Een laatste doelstelling is het verlenen van impulsen aan organisaties voor projecten die bestaande grenzen tussen deelsectoren van de sector “welzijn en/of gelijke kansen” of tussen deze sector en andere beleidssectoren doorbreken, waardoor één of meerdere doelgroepen nieuwe mogelijkheden of kansen krijgen. Hiertoe werd begin 2009 het nieuwe impulsreglement goedgekeurd. Cultuur TD 15.09

Bijdragen tot het verhogen en versterken van het culturele aanbod door ondersteuning, samenwerking en afstemming. Het SBB wil een evenwichtig bibliotheekaanbod binnen de West-Vlaamse bibliotheeksector stimuleren via een gerichte ondersteuning van het interbibliothecair leenverkeer, het opzetten van specifieke diensten voor collectiebeheer in functie van collectieafspraken, bewaarbeleid, documentair erfgoed en specifieke collecties. Via onderzoek en overleg zal het bibliotheekwerk in kleine kernen in kaart worden gebracht en zullen diverse ondersteuningsvormen uitgewerkt worden (bibliobuswerking, Kulturhus-concept, boekendienst aan huis enz.) In overleg met de werkgroep cultuur- en gemeenschapscentra zullen ook in 2010 samenwerkingsprojecten worden opgezet met het oogmerk kwalitatieve (bij voorkeur WestVlaamse) producties en artiesten in West-Vlaanderen een podium te geven. Het platform sociaal-cultureel vormingswerk wil in 2010 de organisaties die trachten te voorzien in een aanbod volwassenenvorming (bibliotheken, cultuurcentra, lokale dienstencentra, verenigingen, vormingsinstellingen enz.) verder samenbrengen en impulsen geven om het bestaande aanbod uit te breiden en op elkaar af te stemmen. Voorgaande jaren werd dit, met te beperkt succes, op provinciaal niveau ingevuld. In 2010 wordt de regionale aanpak, die in 2009 gestart is, voortgezet. TD 15.10 Vergroten van de servicegerichtheid van de provinciale uitleendiensten. In 2010 wil de provinciale uitleendienst het uitleensysteem verder automatiseren om zo te komen tot een klantvriendelijk onlineboekingssysteem. TD

15.11

Scheppen van een gunstig klimaat voor een kwaliteitsvolle en vernieuwende kunstensector in West-Vlaanderen. Het samenwerkingsplatform ‘Partizan’ voert in 2010 een promotiecampagne voor de hedendaagse kunstsector in West-Vlaanderen en organiseert daartoe ook enkele ruimere publieksmanifestaties. Het Kunstenreglement kadert de subsidiëring van kwaliteitsvolle organisaties en projecten in alle kunstdisciplines. Het Kunstenreglement beoogt zowel het consolideren van de werking als het stimuleren van vernieuwende en startende initiatieven. Daarnaast worden subsidies toegekend aan literaire publicaties, aan orgelbespelingen en -concerten, aan het Concertgebouw Brugge, aan vzw Ku(n)st (de organisator van Beaufort en Watou2010), aan de Universiteit Gent voor de realisatie van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten en aan de Vereniging West-Vlaamse Schrijvers voor het Lexicon van West-Vlaamse Schrijvers. Voor de amateurkunsten wordt op kwaliteit gemikt. Er worden festivalcycli georganiseerd die gekoppeld zijn aan subsidiëring (muziek, theater) en er worden subsidies toegekend voor waardevolle projecten (dans). Film- en fotokringen kunnen eveneens op subsidies rekenen. Met de koepelorganisaties met een provinciale geleding worden convenanten afgesloten. De provincie neemt initiatieven voor jongerencultuur door de organisatie van een multidisciplinair kunstenproject, het subsidiëren van projecten en startende festivals en de werking van RCJC Het Entrepot. Daarnaast realiseert de provincie mee de nieuwbouw van Cactus Muziekcentrum.


43

TD

15.12

Bevorderen van de maximale openheid en toegankelijkheid van het Kunstmuseum aan Zee, de collectie en de tentoonstellingen. Er is overleg met de gemeente Jabbeke over een verdere samenwerking, over onder meer de oprichting van een cultuurtoeristisch infokantoor in het Permekemuseum. Het Mu.ZEE zal meewerken aan 'wijheizijweihij', een kunstproject van Vredeseilanden. In dit project staat de dialoog centraal tussen landbouw en hedendaagse kunst.

Het museumbeleid van Mu.ZEE bestaat uit een dialoog tussen de tijdelijke tentoonstellingen en de wisselende collectiepresentaties. Op jaarbasis worden – in de regel – drie tijdelijke tentoonstellingen opgezet, waarbij wordt gekozen voor een grote, een middelgrote en een kleine tentoonstelling. Aan deze drie jaarlijkse openingsmomenten worden telkens nieuwe collectiepresentaties gekoppeld. De permanente presentatie van de collectie wordt volledig herzien, zowel inhoudelijk als wat de presentatiemiddelen, het parcours door de vaste opstelling en de signalisatie betreft. Aan de hand van een meer doordachte signalisatie zal een logisch bezoekerstraject worden uitgestippeld. In functie hiervan worden de tentoonstellingszalen verder opgefrist en aangepast. De fysieke toegankelijkheid voor personen met beperkingen wordt in 2010 geoptimaliseerd. Ook de inhoudelijke toegankelijkheid van de permanente collectie wordt verbeterd door een doelgericht, verder uitgewerkt aanbod van publieksbegeleiding en educatieve werking. Hierbij wordt er specifiek aandacht gegeven aan kinderen en jongeren onder 26 jaar. De publiek toegankelijke educatieve ruimte wordt verder uitgebouwd. De tentoonstelling “Op bezoek bij Ensor” wordt de publiekstrekker in 2010 (naar aanleiding van de 150e verjaardag van James Ensor en Oostende Cultuurstad 2010) en vindt plaats in Mu.ZEE van 13 februari tot en met 29 augustus 2010. Met de tentoonstelling “Bij Ensor op bezoek” brengt het Mu.ZEE voor de allereerste keer alle beeldende kunstenaars, schrijvers, cineasten, museumdirecteurs en verzamelaars samen die een bezoek hebben gebracht aan James Ensor. Naast zijn vrienden en stadsgenoten, reizen ze speciaal voor Ensor naar Oostende, onder hen Kandinsky, Nolde en Vuillard. De tentoonstelling biedt een kunsthistorische blik vanuit de wereld op Ensor en Oostende. In het kader van de samenwerking met Brugge Plus, wordt in het Grootseminarie de tentoonstelling rond Joseph Beuys uitgewerkt. Dit past in de culturele manifestatie ‘Brugge Centraal’ georganiseerd door de stad Brugge. Het educatief aanbod wordt verder geactualiseerd in functie van de tentoonstellingen en de nieuwe collectiepresentaties. Er worden lezingen, cursussen, studiedagen, debatten, nocturnes en rondleidingen gepland voor de meest diverse doelgroepen. Als vervolg op 2009 worden in 2010 nieuwe collectie- en wandteksten opgemaakt. In 2010 zal de nodige aandacht worden besteed aan het verder leggen van contacten en het plegen van overleg met deskundige organisaties in de welzijnssector (uit de regio en in Oostende) en zelforganisaties die vertrouwd zijn met etnisch-culturele minderheden. In het bijzonder betreffende de kansengroepen is een samenwerking tussen het Bronx Museum, NY, MACBA, Barcelona en Mu.ZEE, Oostende over “Migratie”. De Museumshop wordt opnieuw geconcipieerd: een betere locatie, een herziene uitbating een aangepast aanbod. Voor het Art Café wordt gezocht naar een aanbod dat nauw aansluit op de visie, werking en toegankelijkheid van het Mu.ZEE. TD

15.13

Documenteren en bewaren van het informatieaanbod over de geschiedenis en cultuur in West-Vlaanderen. De unieke collectie van de bibliotheek wordt in stand gehouden en verder uitgebreid met actueel en historisch materiaal over cultuur en geschiedenis van de provincie.


44

TD 15.14 Streven naar een kwalitatieve ontsluiting van het West-Vlaams erfgoed. In 2010 zal verder aandacht besteed worden aan de vlasproductie die eeuwenlang bepalend is geweest voor de regio Kortrijk en Midden- en Zuid-West-Vlaanderen. Daarnaast zal ook de industriële streekgeschiedenis aanleiding geven tot concrete projecten in die regio. De afdeling Erfgoed wil kwaliteitsvol cultuurtoerisme actief uitbouwen door ten eerste samen te werken met Westtoer via periodiek overleg en de inhoudelijke input bij cultuurtoeristische producten, zoals de erfgoedwandelingen. Ten tweede is er ook het project archeologische ontsluiting van de Kemmelberg. Ten derde zijn er ook de streekgerichte erfgoedprojecten die een sterk toeristische inslag hebben, waarop ingezet wordt Het erfgoed van de Eerste Wereldoorlog is een uniek gegeven dat de Westhoek internationaal op de cultuurtoeristische kaart zet. Mede met het oog op de op til zijnde herdenkingsjaren 2014-2018 is de consolidatie, valorisatie en ontsluiting van dit erfgoed van cruciaal belang. Twee grensoverschrijdende projecten (Mémoire de la Grande Guerre en TransMuSites 14-45) vormen nieuwe stimulansen om deze doelstellingen met de Franse partners te realiseren. In 2010 gaat een nieuwe fase in via een grensoverschrijdend project met kleinschalige musea uit Noord-Frankrijk in het kader van het project ‘Westhoek Streekmuseum’. Publieksacties krijgen een extra uitwisseling over de grens en ondertussen wordt nagegaan in hoeverre de collectieregistratie afgestemd en ontsloten kan worden. Het Europees project ‘Maritiem Erfgoed’ is een grootschalige opgezet project met Noord-Franse, Engelse en Nederlandse partners dat maritiem erfgoed wil valoriseren en promoten. In 2010 moet dit op kruissnelheid komen door middel van concrete acties en de uitvoering van deelprojecten bij meerdere Vlaamse partners aan de kust. Via publiciteit, rondleidingen, klasbezoeken en tentoonstellingen willen we zorgen voor een actieve bekendmaking van de collectie en werking van de Provinciale bibliotheek. Sport TD 18.01 Ondersteunen van georganiseerde sport in West-Vlaanderen. Een van de grote pijlers van het provinciaal sportbeleid bestaat erin om het sportaanbod van de diverse sportactoren te versterken door gerichte subsidiëring. Het nieuwe decreet op de sportdiensten vereist een structurele ondersteuning van de bovenlokale sportsector op basis van een provinciaal subsidiereglement. 2010 wordt het tweede jaar van volledige implementatie van een nieuwe subsidiereglementering voor de bovenlokale werking van provinciale sportfederaties, provinciale sportorganisatoren en burensportdiensten. De invoering van een webapplicatie voor het volledige subsidiedossier moet leiden tot administratieve vereenvoudiging en snellere dossierbehandeling. Een interactief info- en evaluatiemoment met de sector kan daarnaast de kwaliteit van de subsidieaanvragen bevorderen. Naast subsidiëring van de valide sporten wordt ook voorzien in het behoeftegestuurd ondersteunen van de gehandicaptensportsector. Ook voor deze doelgroep werd een nieuw subsidiereglement ingevoerd op basis van beleidscriteria. Verder overleg met de specifieke sector en gerichte promotie naar potentiële subsidietrekkers kunnen zorgen voor een grotere instroom van dossiers. In het kader van het vigerende subsidiereglement van sportief-recreatieve infrastructuur op bovenlokaal niveau wordt ook in 2010 de prioriteit gelegd bij de betoelaging van regionale topturnhallen. Na de realisatie van topturnaccommodaties in Vlamertinge, Oostende, Wevelgem, Tielt en Bloso-Assebroek zal in Izegem de bouw van een nieuwe topturnhal opgestart worden. Daarnaast zal financiële ruimte vrijgemaakt worden voor de aanleg van een bovenlokaal waterhockeyveld in onze provincie. Om tot een duidelijke en objectieve begripsafbakening van provinciale sportfederaties en van sporttakken te komen, zal een provinciaal erkenningsreglement in werking treden. Sportstructuren die de erkenningsprocedure succesvol doorlopen, zullen eventueel toegelaten worden voor lidmaatschap van de provinciale sportraad en voor werkingstoelagen.


45

TD

18.02

Verhogen van de kwaliteit en de kwantiteit van het sportaanbod in WestVlaanderen. In afstemming met de sportsector zal opnieuw een kwalitatief hoogstaand, marktgericht en innovatief sportaanbod gecreëerd worden voor de diverse bevolkingsgroepen. De succesvolle provinciale sportevenementen worden verder kwalitatief verankerd. Specifieke werkthema’s zullen het basisconcept verrijken. Dalende participatiecijfers in de jeugd- en seniorenevenementen zullen kritisch beoordeeld en geremedieerd worden in overleg met de desbetreffende sectoren. Het concept van de West-Vlaamse Sportprijzen ondergaat opnieuw een gedaanteverwisseling en zal zonder aparte televisieshow uitgewerkt worden, maar blijft evenwel een volwaardig jaarlijks ‘WestVlaams Gala voor de Sport’ met medewerking van mediapartners. In een driejaren-beurtrol zal het huldigingsfeest voortaan afwisselend in het midden, zuiden en noorden van de provincie georganiseerd worden. Eerste afspraak wordt de bekroning van de West-Vlaamse topsporters op woensdag 24 februari 2010 in Sportcentrum Schiervelde in Roeselare. Sportgerichte programma’s in Interreg-verband worden verder uitgewerkt met Noord-Frankrijk rond preolympische stages voor Londen 2012. Dat project, ‘Proter’, voorziet in de selectie van acht West-Vlaamse topsportlocaties voor topsportevenementen. In 2010 moeten alle sportaccommodaties officieel gelabeld zijn naar aanleiding van een internationaal topsportgebeuren in de specifieke site. Promotionele randinitiatieven in een grensoverschrijdende context richten zich op de West-Vlaamse Doe Aan Sport-Beurs, waar duizend Noord-Franse kinderen verwacht worden. Het promotiebeleid voor gehandicaptensport streeft naar een geïntegreerde benadering van zoveel mogelijk doelgroepen. Naast een bestaand sportaanbod voor personen met een visuele of mentale handicap zal een experiment opgestart worden voor personen met een psychische handicap en voor competitiesporters die deelnemen aan de Special Olympics. Nog voor deze doelgroep zal met steun van de Vlaamse Gemeenschap een gedecentraliseerde uitleendienst voor specifiek G-sportmateriaal uitgebouwd worden. Aankoop van gespecialiseerd sportmateriaal moet de participatiedrempels verlagen. Voor het provinciepersoneel zal een totaalpakket ontwikkeld worden rond sportief bewegen met als doel dat elke werknemer volgens zijn of haar persoonlijk fitheidsniveau een concreet sportief doel kan realiseren. Na de testfase van het concept zal in 2010 de campagne opengetrokken worden naar alle personeel, met inbegrip van een grootschalige enquête rond het beweeg- en sportgedrag. TD

18.03

Verhogen van de kwaliteit en het aanbod van de sportinfrastructuur in WestVlaanderen. Op het gebied van sportinfrastructuur wordt gestreefd naar het uitbouwen, promoten en duurzaam exploiteren van eigen bovenlokale sportaccommodaties door maximaal samen te werken met externe partners. De realisatie van een nieuw olympisch zwembad vormt beleidsmatig de grootste uitdaging. Nu er zekerheid is over financiële middelen vanuit het nieuw Vlaams Sportinfrastructuurfonds en vanuit de stad Brugge, kan samen met het integraal waterbedrijf TMVW de DBFMO-piste uitgewerkt worden van de pps-constructie. Onderhandelingen met de potentiële bouwpartners moeten leiden tot een sterk, betaalbaar en duurzaam project, dat eind 2010 resulteert in de start van de werkzaamheden. De renovatiewerken voor het water- en avonturensportcentrum in het provinciedomein De Gavers in Harelbeke-Deerlijk krijgen een vervolgfase met de bouw van een nieuw watersportgebouw met clubhuis. Het nieuwe info- en onthaalgebouw zal in gebruik genomen worden en de omgevingsaanleg zal de toegankelijkheid sterk bevorderen. De eerste plannen voor de avonturensportsites worden uitgevoerd met een hoog- en laagtouwenparcours. Mits het verkrijgen van Europese steun zal de provincie inhoudelijk en financieel participeren in de realisatie van een duiktank in Transfo Zwevegem, als onderdeel van het Interreg-project ‘Grenzenloos duiken’ met Zeeland. Daarnaast zal – na de opkuis van de ketelzaal - een overheidsopdracht uitgeschreven kunnen worden voor investering in en exploitatie van avontuurlijke indoor- en outdoorsporten op de Transfosite. De provincie wil de natuurgebonden sporten in een streekgebonden context ontwikkelen, bewaken en promoten, met bijzondere aandacht voor de uitbouw van een West-Vlaams


46

mountainbikenetwerk. In dit perspectief zullen samen met Westtoer en BLOSO nieuwe mountainbikeroutes ontwikkeld worden in Wevelgem, Brugge, Wielsbeke-Dentergem en de kustregio. Voorts werd een Europees project goedgekeurd voor een grensoverschrijdende mountainbikeroute met Zeeland en Oost-Vlaanderen. In uitvoering van het nieuwe decreet op de subsidiëring van gemeentelijke en provinciale sportdiensten zal een globaal meerjarenplan uitgewerkt en geïmplementeerd worden met betrekking tot bovenlokale sportinfrastructuur, met bijzondere aandacht voor aspecten van ruimtelijke ordening en leefmilieu. Kernvraag daarbij is welke sporttakken nog nood hebben aan bovenlokale sportinfrastructuur in onze provincie. Op basis van prioriteiten kan het provinciebestuur vervolgens gerichte infrastructuurprojecten opstarten met externe partners. TD

18.04

Verhogen van de kwaliteit en het aanbod van de sportbegeleiding in WestVlaanderen. De provincies hebben een decretale taak rond de uitbouw van een pool van sportbegeleiders. De provincie West-Vlaanderen wil het aanbod van gekwalificeerde sportlesgevers via de vzw VLABUS (Vlaams Bureau voor Sportbegeleiding) structureel en financieel inbedden en dat in een interprovinciale context. Er zullen stappen ondernomen worden om het proefproject naar sportclubs te bestendigen. Concreet zullen de bestaande doelgroepen van VLABUS naar sportclubs uitgebreid worden door de sensibiliseringscampagne voort te zetten met een verlaagd, gesubsidieerd lesgeverstarief. Ondertussen zal VLABUS maximaal inspelen op de decretale impulssubsidies die gemeentelijke sportdiensten kunnen krijgen voor kwaliteitsverhoging van trainers in sportverenigingen. Op meer structurele basis zullen de provincies en VLABUS het nodige lobbywerk doen om een wettelijk kader te scheppen voor een volwaardig statuut voor clubtrainers in het kader van semi-agorale arbeid.

OPLEIDING EN ONTWIKKELING Onderwijs TD 16.04 Garanderen van de continuïteit en de kwaliteit van het provinciaal secundair onderwijs. Voor TSO- en BSO-leerlingen is het ook bijzonder belangrijk om waarden als gezondheid, hygiëne, sport en cultuur bij te brengen. Deze thema’s zijn vakoverschrijdende eindtermen. Op dit gebied doet het PTI enorme inspanningen. Eén leerkracht is voltijds bezig met de organisatie en opvolging van deze vakoverschrijdende projecten, in samenspraak met leerkrachten en directie. Sportleerkrachten staan iedere middag en woensdagnamiddag ter beschikking van de leerlingen. Onlangs werden aanpassingen gedaan in de refter na overleg met cateringbedrijf, leerlingen, leerkrachten en directie. Communicatie is een belangrijke schakel om bovenstaande doelstelling te bereiken is. Via Europese projecten (improvement to communication, website as a tool for school communication enz.) werden/worden Europese ervaringen uitgewisseld. Ook de onderwijsvernieuwing moet blijvend ondersteund worden. TD

16.04

Garanderen van de continuïteit en de kwaliteit van het provinciaal en afstandsonderwijs. Het aanbieden van nicheopleidingen binnen het secundair volwassenenonderwijs en het hoger beroepsonderwijs (HBO) zijn prioritair voor het PCVO. Continu wordt geïnvesteerd in recente harden software voor de HBO-opleiding Design en Textiel en voor de opleiding CAD-bouwkundig tekenen binnen het secundair volwassenenonderwijs. Het tuinbouwonderwijs voor volwassenen krijgt een ruimer aanbod met de opleidingen biologisch tuinieren en hout/elektriciteit in de tuin. Het provinciebestuur ondersteunt en begeleidt onderwijsinstellingen en provinciale diensten bij het realiseren van educatieve projecten met behulp van informatieen communicatietechnologieën. De taken van de vzw Eduwest.be worden geheroriënteerd naar een afdeling binnen het PCVO. Deze afdeling zal fungeren als een kenniscentrum betreffende afstandsonderwijs en zal haar partners, naast advies geven en begeleiden bij het aanmaken van cursusmateriaal ook pedagogische ondersteunen door e-learningmethodieken aan te brengen. Het kenniscentrum geeft expertise van diverse leeromgevingen door aan diverse partners.


47

9. Iedereen volwaardig betrekken Het versterken van gelijke kansen en betrokkenheid met het oog op een volwaardige deelname aan het maatschappelijk leven.

LEEFOMGEVING Milieu, Natuur en Landschappen TD 05.17 Versterken van het draagvlak voor milieubeleid, natuurbeleid en duurzame ontwikkeling bij de brede bevolking en de jeugd door natuuren milieueducatie. De Week van de Zee blijft een speerpunt bij de doelstelling om de zorg en betrokkenheid voor zee en kustbiotopen te verhogen. In dit verband wordt opnieuw veel energie gestopt in de begeleiding van het ondersteunend netwerk met gemeente en NGO’s en de vorming van Zeeanimatoren. Het huidige programma Milieuzorg op School, dat nog loopt tot minstens 31 augustus 2010, zal wellicht worden verlengd met meer accenten op Educatie Duurzame Ontwikkeling. TD

05.18

Bevorderen van tewerkstelling voor kansengroepen in activiteiten die de provinciale milieu- en natuurdoelstellingen ten goede komen. Het gros van de middelen voor sociale tewerkstelling in de milieu- en natuursfeer blijft gaan naar werken voor landschapsonderhoud in en buiten de provinciedomeinen. De actieve samenwerking met kringloopcentra moet opnieuw leiden tot één of twee verrassende communicatiecampagnes.


Verhogen van de leefbaarheid van kleinschalige projecten in het zuiden en creëren van een basis hiervoor door internationale solidariteit via informatie, educatie, sensibilisatie en het ondersteunen van Noord-Zuidorganisaties in West-Vlaanderen. De inzet voor vorming in scholen via Kleur Bekennen blijft, maar zal in 2010 op een andere manier georganiseerd worden. Omdat het proces tot het afsluiten van een nieuwe overeenkomst met de federale overheid bijzonder moeizaam verloopt, is het echter tot op vandaag niet helemaal duidelijk wat binnen de contouren van de overeenkomst nog mogelijk zal zijn. De kans bestaat dan ook dat er keuzes gemaakt zullen moeten worden tussen bijkomende provinciale inspanning, dan wel een inkrimping of andere organisatie van het aanbod. De sensibilisering van de brede West-Vlaamse bevolking blijft een andere belangrijke prioriteit binnen het provinciale Noord-Zuidbeleid. De aanwerving van een nieuwe deskundige in het najaar van 2009 moet toelaten om vanaf volgend jaar nieuwe accenten te leggen waarbij vooral gefocust zal worden op ondersteunen en samenbrengen van de vierde pijler initiatieven en het ondersteunen van gemeenten bij het voeren van een Noord-Zuidbeleid. Een andere actie die in 2009 is gestart en de komende jaren wordt bestendigd is het behalen van de titel van Fair Trade provincie. Naar aanleiding van het WK Voetbal 2010 in Zuid-Afrika wordt samen met de Noord-Zuiddienst van de stad Brugge een infocampagne opgezet rond de millenniumdoelstellingen. Ten slotte is, zoals vorig jaar ook aangegeven, een groeipad beslist om op het einde van de legislatuur de financiële hulp aan kleinschalige projecten in het Zuiden op te trekken tot 1 % van de gewone begroting. Dit vertaalt zich een eerste keer in een stijging van de hiervoor voorziene middelen op het budget 2010. TD

12.14

Verhogen van de provinciale initiatieven ter versterking van de betrokken actoren in het begeleidingsproces tussen slachtoffers en daders. Het steunpunt toegankelijkheid blijft de kern van alle acties die het concept van de integrale toegankelijkheid helpt realiseren. De focus ligt op de realisatie van de overeenkomst met Vlaanderen met speciale blijvende aandacht voor toegankelijkheid van informatie. Net zoals openbare gebouwen moet ook publieke informatie die verspreid wordt via diverse dragers toegankelijk zijn voor iedereen. De recente terbeschikkingstelling van een ringleiding voor slechthorenden via de provinciale uitleendienst is hier een eerste concrete realisatie.

Strategische doelstelling 9. Iedereen volwaardig betrekken

48

De sectie Gelijke Kansen zet verder in op de thema’s ouderen(mis)behandeling en de witte lintjescampagne (tegen intra-familiaal geweld) om blijvend te sensibiliseren rond het thema. Daarnaast wordt ook de mogelijkheid onderzocht om te investeren in een lokaal project rond geweld waarbij slachtofferhulp en -bejegening bij allochtonen een van de denkpistes is. Het onderzoek tot uitbreiding van het provinciaal Vereffeningfonds naar meerderjarige daders wordt ondertussen interprovinciaal gevoerd. De samenwerking met een ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting bij diverse concrete acties wordt bestendigd. Vanuit de resultaten hiervan wordt ook onderzocht hoe ervaringsdeskundigen op andere terreinen ingezet zouden kunnen worden, bijv. binnen IJH (Integrale Jeugdhulp). Met het provinciaal armoedeoverleg wordt daarnaast op regelmatige basis overleg gepleegd, wat resulteert in de organisatie van een trefdag rond armoedebeleid, concreet rond armoede en gezin. Speciale aandacht rond het thema is er ten slotte ook naar aanleiding van het Europees jaar van verzet tegen armoede in 2010. Er wordt dan ook voorzien in de organisatie van acht momenten om armoede in de kijker te plaatsen. Nieuwe blikvanger in het holebibeleid is de samenwerking met Polaris vzw, die een Regenbooghuis zal uitbouwen voor de gehele provincie. Er wordt een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt met het Entrepot om te komen tot een provinciaal jongerencultuurcentrum. Rond jeugdthema’s wordt verder gewerkt aan de evolutie van de provinciale jeugdraad naar een adviesraad voor de brede besluitvorming binnen het provinciebestuur. Wat de inspraak van ouderen betreft, spreekt men reeds van een “tweedegeneratie-inspraak.” Het beleid wordt voor deze doelgroep immers al mee gevoed en onderbouwd vanuit de lokale ouderenbehoeftenonderzoeken waarbij vrijwilligers uit de gemeentelijke seniorenadviesraden ingeschakeld worden. Al deze ervaringen rond inspraak en participatie zullen in de loop van 2010 binnen de dienst ook samengelegd worden. Bedoeling is enerzijds om duidelijk onze rol en inzet af te bakenen, anderzijds is het ook duidelijk dat dit zal leiden tot nieuwe ideeën en inzichten die de betrokkenheid van burgers en organisaties bij het provinciaal beleid kunnen verhogen. Deze kennis kan in de toekomst ook gedeeld worden met gemeente- en OCMW-besturen in voorbereiding van de opmaak van een volgend lokaal sociaal beleidsplan. Cultuur TD 15.15

Bijdragen tot het verhogen, verbreden en verdiepen van de cultuur- en gemeenschapsparticipatie. Het SBB wil de publiekswerking en publiekswerving in de West-Vlaamse bibliotheeksector ook in 2010 stimuleren door het opstarten en/of aanbieden van lezingen- en tentoonstellingscircuits; het uitwerken van een promotieaanbod in het kader van de Bibliotheekweekcampagne en andere publiekscampagnes; het opzetten van acties voor specifieke doelgroepen (laaggeletterden, slechtzienden) en dergelijke meer. Om bij te dragen tot de persoons- en publieksontwikkeling bij cultuur- en gemeenschapscentra worden ook in 2010 samenwerkingsprojecten opgezet die, via overleg, een nieuw (thematisch) aanbod genereren. Dit aanbod zullen we educatief omkaderen voor specifieke doelen leeftijdsgroepen, bijv. via het onderwijs, en illustreren aan de hand van educatief materiaal. TRIBUNE zal in 2010 zijn derde editie kennen. Het doel van deze campagne is het feestelijk inluiden van het West-Vlaams cultuurseizoen samen met alle cultuurhuizen en de gemeenten, de WestVlaamse burgers laten kennismaken met de veelheid en veelsoortigheid van cultuurhuizen, met het ruime aanbod activiteiten op en rond de podia en hen stimuleren om deel te nemen aan dit aanbod. TRIBUNE 2010 past binnen het grotere geheel van acties dat wordt uitgewerkt op het vlak van cultuurcommunicatie voor en met de West-Vlaamse cultuurhuizen binnen de opvolger van TiNCK. www.tinck.be wordt gerestyled en gelanceerd onder een nieuwe naam. Daarnaast worden initiatieven genomen om West-Vlaamse evenementen ook buiten de provinciegrenzen beter bekend te maken. Het verenigingsleven, de vormingsinstellingen en de volkshogescholen spelen via hun vormingsaanbod op het vlak van cultuur- en gemeenschapsvorming een belangrijke rol. Daarom wil de provincie in 2010 verder aandacht besteden aan het behouden en uitbreiden van het kwalitatief aanbod door het ondersteunen van deze organisaties. Dit gebeurt enerzijds d.m.v. overleg en


49

samenwerking via het platform sociaal-cultureel volwassenenwerk. Anderzijds gebeurt dit door het financieel ondersteunen van de organisaties. 2010 is het laatste jaar van de in het reglement aangeduide beleidsperiode. De periode 2011-2015 wordt dan ook verder voorbereid.

OPLEIDING EN ONTWIKKELING Onderwijs TD 16.06 Kwaliteitsonderwijs aanbieden aan specifieke doelgroepen. Laaggeschoolden verdienen een kans in onze samenleving, maar kennen niet altijd de mogelijkheden. Ook dit jaar wil de provinciale werkgroep basiseducatie opnieuw de nodige informatieen promotiecampagnes voeren om laaggeschoolden duidelijk te maken dat ook zij volwassenenonderwijs kunnen volgen in eigen regio. De Huizen van het Nederlands hebben als doelstelling de dienstverlening ten aanzien van anderstaligen die Nederlands willen/moeten leren te optimaliseren. Aangezien de provincie WestVlaanderen bekommerd is om de positie van de minderheden in de samenleving, zal zij ook dit jaar een samenwerkingsovereenkomst afsluiten met het Huis van het Nederlands om anderstaligen via inleefstages voor te bereiden op de arbeidsmarkt. TD

16.07

Bieden van gelijke kansen aan jongeren en volwassenen in het provinciaal onderwijs in het kader van een pluralistische visie. Het belang van ‘gelijke onderwijskansen’ kan niet genoeg benadrukt worden. Het PTI stelt alles in het werk om via een doorgedreven vorm van leerlingenbegeleiding optimale kansen te bieden aan onze jongeren. Onze manier van werken vraagt een continue vernieuwing in de begeleidingsprocessen. Vandaar het belang van kwalitatieve na- en bijscholingen. Tevens hebben we twee mentoren in dienst die beginnende leerkrachten en stagiairs begeleiden. Het porfoliosysteem is een ander belangrijk punt op het vlak van een doorgedreven onderwijsvernieuwing. Met behulp van aangepaste methoden voor zorgvragers probeert het PTI een zo goed mogelijk antwoord te bieden op de vraag. PCVO West-Vlaanderen biedt laagdrempelige opleidingen aan in functie van werk en persoonlijke ontwikkeling. Technische opleidingen zoals tuinbouw, textiel, metselen, decoratietechnieken en lassen vragen naast het inschrijvingsgeld ook een financiële investering van de cursisten in gebruiksmateriaal of veiligheidskleding. Om deze opleidingen financieel haalbaar te houden, voorziet het PCVO in de nodige gebruiksmaterialen en beschermkleding.


50

10. Beter voorbereiden, beter uitvoeren Het verbeteren van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering en dit als kerncompetentie ontwikkelen.

LEEFOMGEVING Milieu, Natuur en Landschappen TD 05.19 Gericht verzamelen van informatie en opvolgen van onderzoek ter onderbouwing van het provinciaal beleid inzake duurzame ontwikkeling en leefomgeving. In het kader van Europese programma’s worden diverse natuuren landschapsontwikkelingsprojecten voorbereid. Enkele daarvan zijn watergerelateerd. Zo zal een beheersplan opgemaakt worden voor inrichting en beheer van polderwaterlopen in Lampernisse, wordt een inrichtingsstudie voorzien voor het gebied rond de Cantelmolinie en de Geul van Greveninge. Ook voor Fort Frederik (inrichting voor rekening van particulieren) wordt een inrichtingsstudie bekostigd. Verder worden ook inrichtingsplannen voorzien voor het stadspark van Veurne en het kasteelpark van Beauvoorde. In functie van de opmaak van een verplicht bosbeheerplan voor het provinciedomein Gasthuisbossen wordt studiewerk uitbesteed. De bosgroep IJzer-Leie werd ingeschakeld om de scope van dit plan te verruimen en aldus een gezamenlijk plan te maken dat naast het eigen provinciedomein ook terreinen van particulieren en van het ANB omvat. Voor heel wat provinciale natuuren landschapsprojecten (waaronder opmaak van inrichtingsvisies voor de oude spoorwegbeddingen) gebeurt het verkennend werk (natuurinventarisaties) door de medewerker waarover de provincie via een langlopende samenwerkingsovereenkomst met het Instituut voor Bos en Natuuronderzoek kan beschikken. Voortbouwend op de deelbekkenbeheersplannen worden in het werkveld projecten rond integraal waterbeleid op poten gezet. Om te kunnen beschikken over een integrale visie ter onderbouwing van een project waarin waterkwaliteit, ecologische inrichting en recreatief medegebruik geïntegreerd zijn, wordt een studieopdracht uitgeschreven i.v.m. de Blauwe Sluis (Lapscheurse Gat). TD

05.20

Horizontaal integreren van milieu-, natuuren duurzaamheidsdoelstellingen in het geheel van provinciale verantwoordelijkheden en bevoegdheden. In 2010 komen de interne projecten over duurzaamheid (een à twee per coördinatieteam en beleidsdienst) op kruissnelheid. De dienst Minawa staat in voor de begeleiding en de inspiratie.

BEHEERSDOMEINEN Bestuurlijke organisatie TD 01.03 Gebruiken van beheers- en samenwerkingsovereenkomsten als instrument om de realisatie van eigen provinciale doelstellingen op te dragen aan andere organisaties en om beleidsuitvoering op te volgen via relevante indicatoren en kengetallen. Via deze doelstelling wil het provinciebestuur de kennis en expertise verhogen met betrekking tot verzelfstandiging, zowel intern als extern. Het is de betrachting om ruimte te bieden voor zowel interne als externe verzelfstandiging, zonder dat de aansturing en de controle van de verkozen raden in het gedrang komt. Daarnaast kan een modern kader worden vastgelegd voor publiekprivate samenwerking. TD

01.04

Managementontwikkeling op het vlak van kennismanagement, van proces- en projectmanagement en van het potentieel van het personeel. Het jaar 2010 is het jaar van continue verbetering maar ook van innovatie. Wij wensen onze inspanningen op het vlak van de ontwikkeling van het managementpotentieel te optimaliseren. Ontwikkelingen inzake het werken met doelstellingen worden in de praktijk verstevigd. Reeds geformuleerde doelstellingen blijven de leidraad, het beter opvolgen en bijsturen ervan de uitdaging voor iedereen.

Strategische doelstelling 10. Beter voorbereiden, beter uitvoeren

51

Veel aandacht gaat naar het gepast ontwikkelen van indicatoren. Ook dat is een leerproces waar alle leidinggevenden bij betrokken worden. Dit is tevens een bouwsteen voor een betere managementcultuur. Naast organisatorisch leren gaan de expliciete inspanningen in verband met managementvorming op een aangepaste, verbeterde manier verder. In kleine groepen op een participatieve manier worden de individuele managementcapaciteiten verder ontwikkeld. Er is een aangepast aanbod van algemene managementprogramma’s maar ook een specifiek aanbod op het gebied van projecten procesmanagement. Ook de organisatiestructuur wordt herbekeken opdat een effectiever management mogelijk wordt. Naast continue verbetering is er ook innovatie. Inderdaad, 2010 is het jaar van de installatie en opstart van een eigen nieuw kenniscentrum. Dit is in uitvoering van de strategische doelstelling: “kennis delen, kennis vermeerderen” en van de realisatie van het organogram zoals door de provincieraad goedgekeurd. Samenvattend: naast de continue ontwikkeling van de managementcapaciteit wordt een centrum voor kennismanagement opgericht en geïmplementeerd. TD

01.13

Uitbouwen van het dynamisch risicobeheerssysteem en koppelen van het globaal preventieplan aan de beleidscyclus. De voorkomingsmaatregelen en acties die ondernomen worden ten behoeve van het welzijn van de (provincie)personeelsleden op het werk dienen te passen binnen een systeem van continue verbetering (meerjarencyclus plan-do-check-act), waarbij op een planmatige wijze de geïdentificeerde risico’s worden aangepakt. Zowel de beleidsverantwoordelijken, de leidinggevenden als de preventieadviseurs dienen bij het opstellen van het globaal preventieplan en de jaaractieplannen betrokken te worden. Een koppeling aan de beleidscyclus ligt voor de hand. De planning van de acties m.b.t. welzijn op het werk dient te worden ingepast binnen (en in te spelen op) de strategische, tactische en operationele doelstellingen van het beleidsplan. Personeelsbeleid TD 11.02 Stimuleren en verhogen van de managementvaardigheden en beheer van de competenties van het personeel. Met de nieuwe rechtspositieregeling is vanaf 1 januari 2009 vorming als expliciete voorwaarde losgekoppeld van de functionele loopbaan. De opmaak van vormingsplannen moet een prominenter plaats krijgen in het vormingsbeleid. De screening van de planningsafspraken die gemaakt zijn in 2009 in het kader van de periodieke evaluatie zullen daarbij een belangrijke insteek zijn voor de vormingsplannen 2009-2010. Aandacht voor zowel de persoonlijke ontwikkeling als voor de organisatieverbetering zullen toetsingscriteria zijn bij de opmaak van deze plannen. Daarnaast worden ook diensthoofden bevraagd over de vormingsnoden of –wensen van de eigen dienst. Een bijzonder aandachtspunt vormt ook vorming van de ‘strategische’ functies op het vlak van duurzaamheid. Tegen einde 2009 is een tweede reeks van de managementopleiding voor de personeelsleden van niveau A afgerond. Deze werd georganiseerd in samenwerking met UAMS en WIVO. Naast een evaluatie van deze reeks is ook een reflectie over het vervolg gepland voor 2010. Een bijzonder aandachtspunt wordt de overdracht van deze opleiding naar het eigen werkterrein. Alle cursisten zullen een case gemaakt hebben maar een verdere toepassing zal gestimuleerd moeten worden. De specifieke interne introductieopleiding voor ‘beginnende’ provinciale ambtenaren van niveau A, B en C in samenwerking met de School voor Bestuursrecht zal voortgezet worden en wordt permanent geëvalueerd en bijgestuurd.

Strategische doelstelling 10. Beter voorbereiden, beter uitvoeren

52

11. Steeds professioneler werken De organisatieontwikkeling en het professionaliseren van de werking op basis van moderne methodes.

LEEFOMGEVING Milieu, Natuur en Landschappen TD 05.21 Kwaliteitsvol onderhouden en beheren van de domeinen zodat de verschillende gebruiksgroepen elkaar en de omgeving niet zouden hinderen. In 2010 worden verschillende acties ondernomen om de provinciedomeinen en groene assen te beheren en te onderhouden. Zo wordt een beperkte brigade opgericht om de uitbouw en het onderhoud van de site van de KTA-hoeve in Diksmuide mogelijk te maken. Ook voor deze brigade worden de nodige werkmiddelen voorzien. In 2010 staan de aankoop van een dienstvoertuig, een tractor en verschillende kleinere groenonderhoudsmachines op het programma. Voor het beheer en onderhoud van de groenvoorzieningen in de provinciedomeinen en groene assen: - Verbeteren van het maaien gazonbeheer door het inzetten van meerdere externe firma’s zodat de maaiopdrachten in een kortere periode uitgevoerd kunnen worden. - Proactief te werk gaan in het groenbeheer langs de groene assen en recreatieve paden door tijdig het bovengrondse groen in te snoeien. - Verbeteren van het beheer en onderhoud van tuinen en groenvoorzieningen op andere provinciale locaties door inzet van sociale tewerkstellingsgroepen. - Verbeteren van de efficiënte werking van de groenbrigades door ook in 2010 verder te investeren in het optimaliseren van de voorzieningen, uitrusting en werkmiddelen. Er wordt in de vervanging voorzien van twee tractoren, twee dienstvoertuigen, een zitmaaier, een aanhangwagen en landbouwkar evenals verschillende kleinere groenonderhoudsmachines. Voor het beheer van de inrichting en infrastructuur van de provinciedomeinen en groene assen: - Aanbieden van betere en veiligere recreatieve infrastructuur door het vernieuwen van fietspaden, wandelwegen, opritten en parkings, evenals het herstellen van bruggen, leuningen en andere bovengrondse voorzieningen. Ook in 2010 wordt verder geïnvesteerd in de heraanleg van stukken verharding als volgende fase in het meerjarenplan. - Verbeteren van afwatering en vrijwaren van de eigendommen door het herprofileren van bermen en het trekken van langsgrachten. Voor 2010 worden hiervoor extra budgetten voorzien. - Onderhouden en veilig houden van de verschillende speelpleinen in de domeinen door herinrichting en vernieuwen van speeltoestellen. Om het onthaal van bezoekers in de domeinen en langs de groene assen te optimaliseren, vernieuwen we de signalisatie en de bebording in 2010 als volgende fase in het goedgekeurde meerjarenplan. In 2010 komen de infoborden en interne bewegwijzering van de domeinen Gasthuisbossen, Wallemote-Wolvenhof, Fort van Beieren en Bulskampveld aan bod. Door de evolutie in de wetgeving rond het toezicht in het groen, de toegenomen eis van kennis en bekwaamheid van de beëdigd wachters en de veranderende maatschappelijke context, is een aanpassing van het toezicht in de domeinen en groene assen nodig. Toezicht moet professioneler, efficiënter en meer resultaatgericht worden. Daartoe werd in 2009 gestart met een nieuwe 'handhavingsbrigade'. Deze ploeg bestaat uit een klein aantal deskundige, goed opgeleide beëdigd wachters. In 2010 wordt in dezelfde richting verder gewerkt. De doelstellingen vanuit de kant van de groendienst, m.n. het beheer en onderhoud van het parkgedeelte van het Provinciaal Natuurpark Zwin, zijn niet hoogdynamisch. In afwachting van de finalisering van het masterplan tot herinrichting van het PNP Zwin ligt de nadruk hier voor 2010 op behoud en bestendigen van de continuïteit van de werking. Wel wordt verder gegaan in de verbetering van het onderhoud van het PNP Zwin. De efficiënte werking van de groenbrigade wordt in 2010 verbeterd door verder te investeren in het optimaliseren van de uitrusting en werkmiddelen. De verschillende acties hiervoor zijn:

Strategische doelstelling 11. Steeds professioneler werken

53

- De groenzones van het provinciedomein Raversijde zo beheren dat de natuurwaarden maximale kansen krijgen om zich te ontwikkelen. Onder meer door nog meer graszones niet langer te maaien zodat op termijn ook houtachtigen zich kunnen ontwikkelen, en andere graszones slechts aan het begin en het einde van de zomer zodat er meer kruiden tot ontwikkeling kunnen komen. - De Atlantikwall, Walraversijde en het memoriaal prins Karel op een professionele manier bekendmaken bij en openstellen voor diverse publieksgroepen. Onder meer door op verschillende media in te spelen en te zorgen voor een permanente inhoudelijke vernieuwing, alsook voor het gebruik van wisselende presentatietechnieken zodat uiteenlopende publieksgroepen aangesproken worden. - De Atlantikwall op het domein uitbouwen tot een ankerpunt voor militair kusterfgoed uit WO I en II. Daarbij is het de bedoeling de unieke site met de overblijfselen van Duitse kustverdedigingswerken uit WO I en II op het domein in het licht te stellen, alsook een inleiding te bieden op een bezoek van andere restanten van de Duitse kustverdediging in West-Vlaanderen of de buurlanden. Indien mogelijk met Europese steun, Interreg IVa. - Met onder meer Europese fondsen in het kader van Interreg IVa het domein Raversijde, in het bijzonder Walraversijde uitbouwen tot een ankerpunt voor maritiem-archeologisch erfgoed. Daarbij is het de bedoeling de unieke archeologische site Walraversijde in het licht te stellen, alsook een inleiding te bieden op een bezoek van andere maritiemarcheologische sites in West-Vlaanderen of de buurlanden en de bezoekers een inzicht te geven in de diverse wetenschappen die bij (maritieme) archeologie komen kijken. Ruimtelijke ordening TD 07.08 Verhogen van de efficiëntie en effectiviteit van de interne dienst. Bij het steeds professioneler werken wordt 4.900 euro voorzien om de bestaande software functioneler te maken. Concreet moet de aanpassing ervoor zorgen dat de invoering van de dossiers vlotter verloopt net zoals de raadpleging ervan, zowel bij de stedenbouwkundige vergunningen als bij de milieuvergunningen. Er worden middelen voorzien voor specifieke lectuur inzake ruimtelijke planning. Mobiliteit en Verkeersinfrastructuur TD 08.13 Verhogen van de efficiënte en effectiviteit van de interne dienst. Om de efficiëntie en effectiviteit te verhogen, worden de nodige middelen ter beschikking gesteld, zowel voor administratief, technisch en uitvoerend personeel. Bovendien staan de diensten Wegen en Mobiliteit voor nieuwe uitdagingen onder meer ten gevolge van de overdracht van de provinciewegen met nieuwe taken binnen de organisatie zoals de opmaak en de uitvoering van wegendossiers voor provinciale domeinen, groendienst en Westtoer. Inspanningen moeten gedaan worden om een positieve, faire en stimulerende werkomgeving te scheppen voor alle medewerkers. Voor werkingskosten en algemene kosten personeel is ongeveer 10.000 euro voorzien.

LEEFCULTUUR Cultuur TD 15.17 Professionalisering van het management binnen het Kunstmuseum aan Zee. In het kader van de verzelfstandiging van het Mu.ZEE wordt eind 2009 gezocht naar de meest efficiënte vorm om deze instelling als een volwaardig museum te laten functioneren. Uiteraard houden we rekening met de bekommernissen en de eigenheid van de respectieve overheden die aan de basis liggen van deze structuur, enerzijds de provincie en anderzijds de stad Oostende. In 2010 zal het Mu.ZEE volop de vruchten kunnen plukken van deze verzelfstandiging en de consequenties ervan. Verder is de opmaak van een definitief veiligheidsplan van het Mu.ZEE en de opleiding van de bewakers prioritair voor 2010. De hieraan gekoppelde vergunningsaanvraag als bewakingsdienst wordt ingediend. Er wordt gewerkt aan de voorbereidingen van verschillende samenwerkingsvormen met andere musea op nationaal en internationaal vlak, waaronder het Interreg-project ‘Dessiner-Tracer’ (voorzien voor 2011), opgezet door het Franse Departement Nord. Naast de realisatie van een tentoonstelling omtrent de tekeningen van James Ensor in relatie met jonge Belgische kunstenaars, zal Mu.ZEE ook een coördinerende rol spelen in West-Vlaanderen. Meer bepaald zal Mu.ZEE andere musea en/of kunstinstellingen aanschrijven om deel te nemen aan het project.


54

Contacten met o.m. het Broelmuseum, Kortrijk, Be-Part, Waregem, De Stichting Paul Delvaux, St.Idesbald, de Stichting Grard te Gijverinkhove, de Stichting Luc Peire, Knokke, alsook de Musea te Brugge en Ieper. 2010 staat ook in het teken van het samenwerkingsverband ‘Contemporary Art Heritage Flanders’ (CAHF), de koepel die is opgericht tussen SMAK, MuHKA, Openluchtmuseum Middelheim en Mu.ZEE (voorzitter), om de internationale promotie van de Kunstcollectie Vlaanderen verder te promoten. De herinrichting van de gelijkvloerse verdieping is prioritair voor 2010. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar de onthaalfuncties: de balie en de bookshop enerzijds en anderzijds het opentrekken van de toegankelijkheid van het jeugdatelier. In 2010 wordt het nieuwe kunstwerkendepot gerealiseerd en de schrijnwerkerij ingericht. Ook de werking van het Ensorhuis zal worden herbekeken, zodanig dat dit waardevolle onderdeel van de collectie als visitekaartje van het Mu.ZEE meer zijn rol kan spelen, net zoals het Permekemuseum in Jabbeke. In Jabbeke zal de realisatie van een cultuurtoeristisch infokantoor op de benedenverdieping van het Permekemusuem in samenwerking met de Gemeente Jabbeke uitgewerkt worden. Sport TD 18.06 Verbeteren van de efficiëntie van de werking van de Sportdienst. De Sportdienst wil de interne en externe kwaliteit van de werking optimaliseren met het oog op een betere dienstverlening aan de sportsector. Prioritair in dat kader blijft de kwalitatieve en doelgerichte implementatie van de nieuwe subsidie-instrumenten voor sport naar aanleiding van de decretale verplichtingen. Ook de publicitaire samenwerking met organisatoren van bijzondere sportevenementen zal administratief en organisatorisch verankerd worden. De Sportdienst zal een procedurehandboek samenstellen met het oog op een meer gestandaardiseerde manier van werken. Opzet is om zoveel mogelijk administratieve facetten van de interne werking te bundelen en te structureren tot werkbare tools. Inzake de eigen organisatie van provinciale sportevenementen was er behoefte aan de ontwikkeling van een meer gestructureerde marketingmix, zodat de doelgroepen op een eigentijdse manier aangezet worden tot actieve participatie. Een externe partner heeft de opdracht gekregen om een onderbouwd en eigentijds sportmarketingboek te schrijven. De verworven knowhow zal niet enkel voor het eigen promotie- en communicatiebeleid gebruikt worden, maar zal gedeeld worden via workshops naar gemeentelijke sportdiensten. De provincies hebben in VVP-verband een kwaliteitsmodel ‘Pro²-Sportdiensten’ ontwikkeld voor gemeenten en provincies. Na een interne doorlichting van de eigen provinciale sportwerking zullen de rapportgegevens de basis vormen voor een verdere verhoging van de interne kwaliteit van de provinciale Sportdienst. Dat model zal aangeboden worden in de gemeenten. Onder begeleiding van kwaliteitsauditoren zal de provincie tussen 2009 en 2012 een aantal kandidaat-sportdiensten zoeken die gratis een kwaliteitsmeting willen ondergaan. In de sector van het populaire mountainbiken zal een provinciaal modeldraaiboek voor een wettelijk verantwoorde en kwalitatief hoogstaande organisatie van mountainbiketoertochten door de diverse wielerfederaties uitgewerkt worden.

GEBIEDENBELEID Gebiedsgerichte werking TD 03.09 Verhogen van de efficiëntie, effectiviteit en competentieontwikkeling van de gebiedsgerichte werking. In het afgelopen jaar werd een evaluatie gemaakt van de gebiedsgerichte inzet van de provincie met de bedoeling deze vorm van beleidsvoering verder te integreren in een organisatiebrede strategie. Er werden een aantal strategische, organisatorische en methodische prioriteiten afgebakend die te maken hebben met de positionering van de provincie in de diverse deelgebieden, de versterking van de gebiedsgerichte taakstelling van de lijndiensten, de competentieontwikkeling van de gebiedswerkers, de uitbouw van een projectorganisatie en de interne coördinatie en afstemming van de gebiedsgerichte beleidsvoering. Deze prioriteiten werden in een implementatietraject vertaald dat in 2010 op kruissnelheid zal bijdragen tot het gestelde doel.


55

Externe relaties TD 04.05 Verzekeren en optimaliseren van een efficiënte interne werking. Voor de dienst Externe Relaties moet het gestructureerd uitbouwen van een efficiënte managementondersteuning een constant aandachtspunt zijn.

OPLEIDING EN ONTWIKKELING Onderwijs TD 16.08 Professionaliseren van het provinciaal onderwijs. Na een sensibiliseringscampagne in het PTI werden de plannings-, functionerings- en evaluatiegesprekken gevoerd en neergeschreven. De doelstelling is om samen met de personeelsleden te reflecteren over de kwaliteit van de taakuitvoering met het oog op efficiëntie en rendement ten gunste van de organisatie. Ook proberen we via deze gesprekken inzicht te geven in het feit dat “ongekwalificeerde uitstroom” nefast is voor de leerlingen en de maatschappij. Vanaf 2010 start de volgende evaluatieperiode. Het PCVO maakt werk van zelfevaluatie door o.a. het beleidsvoerend vermogen te versterken. De HBO-opleidingen worden door een interne werkgroep doorgelicht met het oog op een bezoek van de visitatiecommissie. De opleidingen binnen het secundair volwassenenonderwijs krijgen een zelfevaluerend instrument voor de kernprocessen binnen de diverse opleidingen.

BEHEERSDOMEINEN Bestuurlijke organisatie TD 01.05 Realiseren van een adequate organisatiedesign in functie van beheersing en flexibiliteit. Het managementteam (MAT) en de coördinatieteams zijn belangrijke instrumenten voor de efficiënte en effectieve werking van de organisatie. Zij zijn de basis voor 2010 en de organisatieontwikkeling. Een nieuwe rol voor diensthoofden wordt vastgelegd en organisatiewijd uitgerold. Overlegorganen worden verder aangepast en nieuwe functies worden ingevuld. De afstemming van doelstellingen, structuur en menselijke capaciteiten is een permanente opdracht. Leiderschap en management spelen hierbij een belangrijke rol. De ambitie blijft om op een professionele manier een efficiënte en slagvaardige resultaat- en klantgerichte organisatie te laten functioneren. Dit proces is nooit af. TD 01.06 Ontwikkelen van een organisatiewijd kwaliteitsproject. De inspanningen van de voorbije periode worden in 2010 voortgezet met het oog op de uitbouw van een organisatiecultuur waarin “kwaliteit” een belangrijk kenmerk is. Het zal een veelheid van initiatieven zijn die tot het gewenste resultaat zullen leiden. Het dagelijks werken volgens de deontologische code is een belangrijke factor. Interne controle is geïmplementeerd en wordt verder opgevolgd met het oog op bijsturing. Ook via opleidingen wordt het kwaliteitsdenken gevormd en in de praktijk gebracht. In 2010 wordt het middenkader structureel ingezet voor dit nieuwe kwaliteitsproject. Er zijn zeker veel goede ideeën aanwezig maar zij worden nog onvoldoende benut. Communicatie en zingeving spelen bij dit alles een heel belangrijke rol. Zij zijn een zeer belangrijke succesfactor. TD 01.08 Organisatiebreed realiseren van gepaste afstemmingsmechanismen. Geïntegreerde planning en afstemming over horizontale thema’s zoals de gebiedsgerichte werking is een organisatiebrede uitdaging. Daartoe is een hertekening van de overlegstructuur aangewezen. Op basis van een interne evaluatie werd daarom beslist om een coördinatie- en afstemmingsgroep op te zetten met een duidelijke taakstelling en mandaat, en dit in relatie tot bestaande overlegorganen zoals het MAT+. Dit moet het overleg en de inhoudelijke afstemming tussen de verschillende betrokken sectoren faciliteren.


56

TD

01.09

Ontwikkelen van instrumenten om via provinciale participaties in andere organisaties, impact te hebben op de besluitvorming binnen die organisaties. Deze doelstelling wordt hoofdzakelijk georganiseerd via twee verschillende kanalen. Eerst is er de ambtelijke vertegenwoordiging, samen met de politieke vertegenwoordiging in de bestuursorganen van diverse organisaties zoals bijvoorbeeld het dagelijks bestuur van het Kunstmuseum aan Zee. Een tweede instrument is het gebruik van overeenkomsten die het lidmaatschap flankeren. Dat is onder meer het geval voor het WES, WVI en Leiedal. Personeelsbeleid TD 11.04 Ontwikkelen van een coherent model van competentiemanagement als basis voor een geïntegreerd HRM-beleid. Op voorwaarde dat de nodige personele ondersteuning gerealiseerd kon worden zou in 2009 gestart worden met een analyse van de huidige functiebeschrijvingen en profielen. Deze voorwaarde zal pas in 2010 in vervulling gaan. De kerncompetenties voor de organisatie moeten eerst bepaald worden: over welke competenties moet elk personeelslid van het bestuur beschikken om de missie van de organisatie te kunnen waarmaken. Een aanzet voor een competentiemodel met een duidelijke definitie van de competenties (competentiewoordenboek) zou in de loop van 2010 gerealiseerd moeten kunnen worden. Deze eerste stappen moeten de basis vormen voor een gefaseerde implementatie van competentiemanagement in de diverse domeinen en secties van het personeelsbeleid. TD

11.05

Ontwikkelen en realiseren van een modern, competitief en marktconform personeelsbeleid In het najaar 2009 zal de gecoördineerde versie van de nieuwe rechtspositieregeling klaar zijn. In 2010 wordt verder aandacht besteed aan de communicatie naar het personeel en aan de opvolging en evaluatie van nieuwe procedures en afspraken. Regelmatige feedback naar MAT en diensthoofden maken daar deel van uit. Hoewel het momenteel niet duidelijk is of en wat er uit de Sectorale Akkoorden zal volgen in de nabije toekomst, blijft de opvolging van de onderhandelingen een aandachtspunt voor de dienst, zowel naar budgettaire impact als naar de gevolgen voor de rechtspositieregeling. Uiteraard moet ook de relevante regelgeving in het kader van het personeelsbeleid blijvend opgevolgd en geëvalueerd worden. De implementatie van de nieuwe personeelsformatie, zoals goedgekeurd in de provincieraad van juni 2008 en aangevuld in 2009, resulteert in heel wat examenprocedures (bijv. van contractueel naar statutair of naar contract onbepaalde duur). Naast de gefaseerde realisatie van de formatie zijn er ook permanent ‘personeelsbewegingen’ die resulteren in nieuwe aanwervingexamens. Voor de invulling van vacante plaatsen is er niet alleen de mogelijkheid van aanwerving of bevordering maar is ondertussen ook de nieuwe procedure van interne mobiliteit voor het eerst toegepast in 2009. Heel wat examens die gepland zijn voor het najaar 2009 zullen verder lopen en afgerond worden in 2010. In 2009 werd het vormingsreglement goedgekeurd in de provincieraad en werd voor de verdere uitvoering de leidraad vorming goedgekeurd door deputatie. Beide worden via een dienstorder verspreid onder het personeel. De verdere uitvoering en toepassing door middel van vormingsplannen (zie hoger) en door de voorbereiding van een ‘vormingsbrochure’ staan op de agenda voor najaar 2009-2010. Parallel met de implementatie van de nieuwe rechtspositieregeling werd in 2009 ook een verhoogde aandacht voor en een vernieuwde aanpak van het ziekteverzuim geïntroduceerd. Duidelijke afspraken over melden van ziekte, steekproefsgewijze controle, voeren van terugkeeren afwezigheidgesprekken maken daar deel van uit. Alle evaluatoren werden in 2009 opgeleid in het voeren van verzuimgesprekken. In 2010 wordt het beleid geëvalueerd aan de hand van de verzuimcijfers en de aanpak van de diensthoofden. Een globale analyse en een bespreking op het niveau van elke dienst zal deel uitmaken van deze evaluatie. Een eventuele bijsturing van het beleid of aanvullende vorming kunnen in 2010 aan de orde zijn.


57

Comm@ TD 14.07

Methodisch en materieel ondersteunen en adviseren op het vlak van communicatie en ICT. Wat ICT-projectwerking betreft, zijn begrippen als projecteigenaarschap, projectmanagement en projectondersteuning verder ontwikkeld en ingeburgerd. In opvolging van deze evolutie wordt aansluitend op de algemeen ontwikkelde strategische planning voorzien in de verdere ontwikkeling van projectportfoliobeheer, met oog op afstemming tussen de diverse individuele projecten en het vermijden van redundantie. Specifiek wordt ook de verdere detaillering van operationele doelstelling naar actieniveau uitgediept, met het oog op detailplanning van de verschillende acties die bijdragen tot één of meerdere operationele doelstellingen.


58

12. Een aangename en stimulerende werksfeer scheppen Het continu verbeteren van een positieve, faire en stimulerende werkomgeving voor alle medewerkers.

OPLEIDING EN ONTWIKKELING Onderwijs TD 16.09 Streven naar een dynamische, gunstige en effectieve werking voor alle participanten. In het PTI maakt de rol van de leerkracht een evolutie mee. De hedendaagse leerkracht is meer een coach van het eigen leertraject. Deze manier van werken, met doorgedreven vormen van differentiatie en individuele begeleiding, is een eerste aanzet in het streven naar inclusief onderwijs waarbij leerlingen leren competent te werken en problemen “breder” op te lossen. Menselijke waarden blijven essentieel in dit proces. Dit vergt van de leerkrachten heel wat inspanningen en bijscholing. Het is dan ook de taak van de school om voldoende didactisch materiaal en aangepaste klassenruimtes te creëren. Vaak worden gastsprekers aangesproken om hun kennis en ervaring over te dragen. De werkomgeving blijft een van de belangrijkste factoren om tot succesvolle resultaten te komen. Het PTI investeert in up-to-date infrastructuur. Deze infrastructurele voorzieningen zorgen voor een aangename werkomgeving die noodzakelijk is voor personeel en leerlingen. Het onderwijzend team krijgt via diverse raden en in een open sfeer de mogelijkheid om te participeren in het beleid. Deze inbreng zorgt voor een verfijning van het systeem en brengt het op een hoger niveau. Iedereen die een rol speelt in het PTI heeft hetzelfde doel voor ogen: het maximum halen uit de jongeren die er school lopen in een respectvolle sfeer. Het PCVO werkt aan een participatiestructuur door de functionele teams per opleiding te versterken. Een functioneel team is een brede vorm van een vakgroep maar met meer verantwoordelijkheden. Waar de vakgroep vakinhoudelijk gaat werken (zoals de naam aangeeft) werkt het functioneel team breder en autonoom. Het functioneel team kan bijv. voorstellen doen om structurele veranderingen aan te vragen -in hun domein- waar budgetten voor nodig zijn. Het functioneel team behelst de totale werking van een deelsegment (bv. Mode-textiel / technische opleidingen / talen / …) in de totale structuur. Samenwerkingovereenkomsten tussen het PCVO en diverse opleidingsverstrekkers binnen het consortium volwassenenonderwijs moet het mogelijk maken om nicheopleidingen, zoals textiel, in stand te houden.

BEHEERSDOMEINEN Bestuurlijke organisatie TD 01.14 Verhogen van het niveau van welzijn op het werk van de werknemers wat betreft de arbeidsveiligheid, de gezondheid, de psychosociale belasting, de ergonomie, de arbeidshygiëne, de verfraaiing van de arbeidsplaatsen en de interne milieuzorg. Op basis van de (permanente) risicoanalyse worden een aantal concrete maatregelen voorzien die bijdragen tot het verhogen van het niveau welzijn op het werk van het provinciepersoneel en tot het creëren van een aangename en stimulerende werksfeer. Zo worden o.m. een aantal acties gepland die moeten leiden tot een betere interne communicatie (o.a. opstellen en communiceren van de veiligheidsinstructies), tot het formaliseren van de procedures en verantwoordelijkheden op gebied van welzijn op het werk (zowel in normale omstandigheden als in geval van nood), tot het verkleinen van het risico door het nemen van materiële veiligheidsmaatregelen (bijv. het verminderen van het aantal gevaarlijke producten dat wordt gebruikt) en tot gemotiveerd en goed opgeleid personeel. Voor het verzekeren van het gezondheidstoezicht (arbeidsgeneesheer) en de problematiek van de psychosociale belasting op het werk (o.m. pesten, geweld en ongewenst seksueel gedrag op het werk) wordt een beroep gedaan op een externe partner.

Strategische doelstelling 12. Een aangename en stimulerende werksfeer scheppen

59

Infrastructuur en Juridische aangelegenheden TD 13.01 Realiseren en onderhouden van duurzame provinciale gebouwen met aandacht voor de fysieke werkomgeving. Een patrimoniumbeleid omvat in de eerste plaats het vertalen van beleidsbeslissingen in bouwprogramma’s en het instaan voor de opmaak, begeleiding, ontwerp en de realisatie van diverse provinciale projecten met een bouwkundig of technisch karakter. Hiertoe worden de vigerende criteria inzake moderne kantooraccommodatie gehanteerd. Projecten situeren zich zowel binnen de bouwdisciplines nieuwbouw, renovatie, restauratie en herstelling. Daarnaast moet een efficiënt patrimoniumbeheer, gekoppeld aan een realistische kosten-batenanalyse, leiden tot passende, duurzame maatregelen binnen een verantwoord ecologisch kader. Het bouwprogramma 2010 omvat werken in de diverse provinciale gebouwen. In het Filiaal I worden de lokalen van de drukkerij uitgebreid en herschikt. In het voormalige gebouw van de West-Vlaamse Politieschool zal de bekabeling voor dataverkeer en telefonie worden gerenoveerd en uitgebreid. Bij het Streekhuis Tillegem wordt in de walgracht een onderwaterplatform aangebracht. Dat moet toelaten om in de toekomst werken aan de gevels en daken op een veilige manier uit te voeren. Het Streekhuis Esenkasteel krijgt een nieuw sanitair en ook de inkom wordt heringericht. In het provinciaal domein Tilllegem is een grondige renovatie van het personeelslokaal gepland. In het domein Fort van Beieren wordt de muur rond de kruidentuin hersteld. Het domein Zeebos krijgt een sanitaire unit en een gasaansluiting. De riolering op de site Kasteel Bulskampveld wordt gesaneerd. In het provinciaal natuurpark ’t Zwin wordt de volledige gebouweninfrastructuur vernieuwd. In het POVLT–Beitem worden nieuwe serres opgericht voor sla- en aardbeienteelt. De Bioloods wordt aangesloten op de nutsleidingen. Data- en wateraansluiting worden ook doorgetrokken naar de lokalen voor de aquacultuur. Als eerste fase in de renovatie van het Champignon I-gebouw wordt het dak ervan gerenoveerd. Een algemene studie rond alternatieve energievormen wordt opgestart. Op de campus Karel de Goede van het PTI wordt het sanitair gerenoveerd. Op de campus Tuinbouwschool worden de daken van het blok A en van het secretariaat vernieuwd. Bijbehorend wordt ook een installatie van fotovoltaische panelen voorzien. Het Watersportcentrum de Gavers wordt uitgebreid met een Watersportgebouw. Wat de provinciale musea betreft, is er in de eerste plaats de renovatie van het depot in de Amsterdamstraat van het Mu.ZEE. Verder wordt het dak van het hoofdgebouw van het Permekemuseum vernieuwd en ten slotte zijn er de renovatie- en stabiliteitswerken aan het Lijsternest. In het Bisschopshuis worden de daken en ramen van het hoofdgebouw gerenoveerd. De interieurrestauratie van de Sint-Salvatorskathedraal wordt voortgezet. Voor de provinciale dienstverleningscentra voor personen met een handicap bereikt de uitbreiding van het centraal gebouw van de Waaiberg haar voltooiing met de omgevingsaanleg. Ten slotte worden in diverse gebouwen energetische ingrepen gepland om tot een optimalisering van het energiegebruik te komen. TD

13.02

Aanbieden van facilitaire ondersteuning (intern en extern) binnen de provinciale organisatie. Het project facilitair beheer wordt bestendigd na de aanwerving van personeel voor contractueel onbepaalde duur in 2009. De nodige kredieten worden voorzien om de bestaande software te actualiseren en verder te implementeren. De begonnen inventarisatie wordt verder uitgebreid tot machines, rollend materiaal en kunstwerken en wordt gekoppeld aan de opzet van een systeem van controle-inventarisatie dat het geheel up-to-date moet houden. Het introduceren en opvolgen van schoonmaakprogramma’s alsook de organisatie van een gebundelde aankoop van diverse producten, moet toelaten het bestuur van schaalvoordelen te laten genieten.

De investeringen werkingskredieten worden voorzien om het provinciale wagenpark de nodige bedrijfszekerheid te bieden door een goed onderhoud van de voertuigen alsook door tijdige en noodzakelijke vervangingen om op die wijze de investeringen te spreiden over de komende jaren.


60

Er worden middelen voorzien om het fietsenareaal op peil te houden. Doelstelling is om de provinciale toeristische fietsroutes te promoten alsook de niet-gemotoriseerde verplaatsingen te stimuleren onder andere door het ter beschikking stellen van dienstfietsen aan het personeel. Het fietsenareaal dient op peil gehouden te worden in functie van fietsenverhuur om ons provinciaal mobiliteitsplan te kunnen waarmaken. Ingevolge een wettelijke verplichting opgelegd aan de werkgever dient deze zijn personeelsleden in het bezit te stellen van de nodige werken dienstkledij en bovendien in te staan voor het onderhoud ervan. Comm@ TD 14.08

Ontwikkelen en aanbieden van interne infrastructuur door middel van communicatie en ICT. De helpdeskfunctie wordt verder verzekerd, zowel voor de administratie als voor de raadsleden en gebeurt door een externe dienstverlener. Ook voor een gedeelte van de systeembijstand wordt externe expertise ingehuurd. De capaciteit en de verwerkingssnelheid van het bestaande datanetwerk wordt aangepakt en aangepast aan de meest recente en toepasbare technieken. De mogelijkheden van virtualisatie zullen onderzocht worden. Verouderde werkstations worden vervangen en ook hier zullen de mogelijkheden van virtualisatie nagegaan worden, dit zowel op het vlak van kostenbeheersing, gebruikscomfort als milieuaspecten. Ten slotte zijn ook een aantal telefooncentrales aan modernisering en uitbreiding toe. Er wordt gedacht aan de omschakeling naar één modulaire telefooninstallatie die rechtstreeks in het datanetwerk wordt geïntegreerd en geleidelijk alle bestaande centrales zal vervangen. Het interne telefoonverkeer zal grotendeels over het datanetwerk verlopen. TD 14.09 Ontwikkelen van interne communicatie. Intranet ontwikkelt zich almaar verder tot een kennis- en uitwisselingsplatform voor en door de interne medewerkers. In 2010 wordt verder gewerkt aan een betere interne dienstverlening op basis van webservices.


61

BIJLAGE 1 Overzicht afkortingen

AGIV ANB COOP DAS DBFMO ERSV GALM GIS HBO IBL KAP KITS LED LOGO MICE NME OCMW PBS PBW PCBT vzw PCVO PDPO PIC Pival POAR POM POVLT Probat Proclam vzw PROCORO PROMORA PTI RESOC RFID ROG RTC RWR SBB SERR SVK UAMS VAPH VGT VIL VLABUS VLIF VLIZ VOKA VVP WIN WINOB W&Z

Agentschap voor Geografische Informatie in Vlaanderen Agentschap Natuur en Bos Contracten, Overheidsopdrachten en Patrimonium Doe Aan Sport Design, Build, Finance, Maintain, Operate Erkend Regionaal Samenwerkingsverband Gezond Actief Leven-model Geografisch Informatiesysteem Hoger Beroeps Onderwijs InterBibliothecair Leenverkeer Kustactieplan Kustindicatoren toeristisch-statistisch Laagdrempelige expertise en dienstverlening Lokaal gezondheidsoverleg Meetings, Incentives, Congressen en Events Natuur- en Milieueducatie Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Provinciaal Bibliotheeksysteem Comité voor Preventie en Bescherming op het werk Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs Programmeringsdocument Plattelandsontwikkeling Provinciaal Integratiecentrum Proefcentrum voor Innovatie, Verbreding en Advies in de Landbouw en veehouderij Provinciale Ouderenadviesraad Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingscentrum voor Land- en Tuinbouw Provinciaal Beheerprogramma voor Archieftoepassingen Provinciaal Centrum voor Landbouw en Milieu provinciale commissie ruimtelijke ordening provinciale mobiliteitsraad Provinciaal Technisch Instituut Regionaal Sociaaleconomisch Overlegcomité Radiofrequentie Identificatietechnologie Regionaal Overlegnetwerk Gehandicaptenzorg Regionale Technologische Centra Regionale Welzijnsraad Streekgericht Bibliotheek Beleid Sociaal Economische Raad Sociaal Verhuurkantoor Universiteit Antwerpen Management School Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap Vlaamse Gebarentaal Vlaams Instituut voor de Logistiek Vlaams Bureau voor Sportbegeleiding Vlaams Landbouwinvesteringsfonds Vlaams Instituut voor de Zee Vlaams netwerk van ondernemingen Vereniging Vlaamse provincies West-Vlaams Informatie Netwerk West-Vlaams Informatienetwerk van Openbare Bibliotheken Waterwegen en Zeekanaal NV

62

Voorwoord p. 3. Het doel en de middelen p. 4. De twaalf strategische doelstellingen voor de legislatuur p. 7

Recommend Documents