Voorschoolse kinderopvang Stad Gent 2015
Rapport over het aanbod kinderopvang voor baby’s en peuters in Gent.
Uitgave:. Dienst Kinderopvang Stad Gent V.U. schepen Elke Decruynaere – stadhuis Botermarkt 1 – 9000 Gent
sept 2015
Voorwoord Door Elke Decruynaere, Schepen van Onderwijs – Opvoeding en Jeugd.
Voor het negende jaar op rij stelt de Dienst Kinderopvang van Stad Gent het ‘Rapport over het aanbod kinderopvang voor baby’s en peuter in Gent’ voor. Dit rapport is een belangrijk instrument om na te gaan of er voldoende kinderopvang voor baby’s en peuters is zodat elk kind in de buurt een opvangplaats heeft. Dit is de dekkingsgraad. En anderzijds om vinger aan de pols te houden over het aantal opvangplaatsen met een bijdrage aangepast aan het inkomen van de ouders. Hiervoor berekent de Dienst de Sociale Dekkingsgraad. Als Schepen van Opvoeding ben ik tevreden dat we opnieuw een stijging van de dekkingsgraad kennen. Meer nog: Gent haalt de Vlaamse doelstelling om tegen 2016 voor de helft van de kinderen een opvangplaats te voorzien. Opnieuw kunnen dus meer kinderen in de kinderopvang terecht. Er moet echter met enige voorzichtigheid met het aantal beschikbare opvangplaatsen omgegaan worden. Aangezien de capaciteit waarvoor een vergunning gegeven wordt, niet noodzakelijk overeenkomst met het effectieve aantal opvangplaatsen. Bovendien zijn dit de cijfers voor de ganse stad. In niet minder dan zeven Gentse wijken zien we nog steeds een tekort aan kinderopvangplaatsen. Het vinden van een opvang voor hun kindje blijft voor deze ouders een moeilijke zoektocht. Ook het vinden van betaalbare kinderopvang blijft een uitdaging. In Gent vraagt 78% van de opvangplaatsen een ouderbijdrage afhankelijk van het inkomen, wat in vergelijking met Vlaanderen een hoog percentage is. Toch kunnen slechts 38% van de baby’s en peuters opgevangen worden in kinderopvang met een inkomensgerelateerde ouderbijdrage. In 12 wijken is er een duidelijk tekort aan dergelijke opvangplaatsen. We zijn op de goede weg, hier in Gent. Maar nog niet alle kinderen kunnen in de kinderopvang in hun buurt terecht. Bovendien zijn de geboortes in Gent sinds 2014 opnieuw aan het stijgen. Prognoses duiden erop dat deze stijging zich tot 2021 doorzet. En niet alle ouders kunnen van de kinderopvang gebruik maken door de hoge kostprijs ervan. Willen we in elke buurt voldoende en betaalbare kinderopvang in de toekomst, dan moeten we de inspanningen die we als stadsbestuur doen continueren.
Als stad blijven we investeren in het inrichten van extra plaatsen in de inkomensgerelateerde kinderopvang. En ook private partners staan klaar om meer en betaalbare plaatsen te realiseren. Als lokaal bestuur nemen we ook onze regierol op. We zetten verder in op samenwerking en overleg met alle actoren. Want enkel samen kunnen we werk maken van een kwaliteitsvolle opvangplaats voor elke kind in Gent. Tot slot wil ik Dienst Kinderopvang, Dienst Data en Informatie Stad Gent en Kinderopvang West Kind en Gezin bedanken voor de goede samenwerking. Met als resultaat dit mooie rapport.
Elke Decruynaere Schepen van Opvoeding Stad Gent
2
1. Aantal 0 – 2 jarigen in Gent Van 2011 tot 2013 was er voor het eerst in lange tijd een lichte daling van het geboortecijfer. Daaraan lijkt in 2014 een einde te komen, dat jaar was er opnieuw een stijging van het aantal geboortes. Deze stijging van het aantal geboortes is op zich geen vreemde evolutie aangezien ook het totale aantal inwoners in Gent toeneemt.
Bron: Rapport ‘Capaciteitsproblemen basisonderwijs 2015’ van het LOP Gent
Ondanks deze lichte stijging van het geboortecijfer is het totaal aantal kinderen tussen 0 en 3 jaar niet gestegen. De daling van het aantal geboortes in de twee vorige jaren en het migratiesaldo (gezinnen met jonge kinderen die buiten de stad gaan wonen) zorgde voor een daling van het totaal aantal kinderen in deze leeftijdscategorie.
Bron: Rapport ‘Capaciteitsproblemen basisonderwijs 2015’ van het LOP Gent
3
Absolute aantallen en de evolutie van het aantal 0 – 2 jarigen naar wijk of deelgemeente. Tabel 1: 0-2 jarigen in Bevolkings- en Wachtregister [aantal] per wijk, 01/01/2007-01/01/2015 2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Saldo 2015-214
Binnenstad
465
436
464
460
488
471
475
439
445
6
Bloemekenswijk
435
408
435
435
447
435
453
424
382
-42
Brugse Poort - Rooigem
747
771
835
871
897
906
943
888
866
-22
Dampoort
510
568
574
586
603
629
619
590
572
-18
Drongen
377
361
366
373
354
354
349
357
337
-20
Elisabethbegijnhof Papegaai
213
198
192
193
205
199
195
184
171
-13
Gentbrugge
191
200
209
227
249
256
248
239
241
2
Kanaaldorpen en -zone
91
86
82
84
77
75
91
89
87
-2
Ledeberg
402
401
426
444
457
469
462
438
421
-17
Macharius - Heirnis
312
300
317
307
307
303
282
270
264
-6
Mariakerke
375
399
412
444
433
424
434
443
452
9
Moscou - Vogelhoek
198
181
172
196
207
213
185
243
237
-6
Muide - Meulestede Afrikalaan
329
304
294
305
332
321
296
300
307
7
Nieuw Gent - UZ
338
348
384
368
366
373
364
331
354
23
Oostakker
416
441
442
485
478
519
481
448
410
-38
Oud Gentbrugge
342
362
389
425
433
415
363
389
384
-5
Rabot - Blaisantvest
376
399
424
437
470
466
432
429
425
-4 -2
Sint Amandsberg
632
626
663
709
715
721
717
671
669
Sint Denijs Westrem
156
139
141
152
165
154
168
153
148
-5
Sluizeken - Tolhuis - Ham
481
446
477
478
501
469
474
460
441
-19
Stationsbuurt Noord
375
358
347
341
367
371
326
349
359
10
Stationsbuurt Zuid
239
245
237
250
263
267
257
272
279
7
Watersportbaan Ekkergem
171
176
187
206
224
238
236
222
238
16
Wondelgem
350
369
389
426
490
532
588
583
583
0
Zwijnaarde
197
195
215
250
254
251
253
238
230
-8
Totaal
8.718
8.717
9.073
9.452
9.782
9.831
9691
9.449
9.302
-147
Bron: Bevolkings- en Wachtregister Stad Gent De deelgebieden met het grootste aantal 0-2 jarigen zijn Brugse Poort/Rooigem, Sint Amandsberg, Wondelgem en Dampoort. Wanneer we de evolutie over de jaren bekijken is er een gestage groei van het aantal kinderen in de wijk Watersportbaan/Ekkergem en in deelgemeenten Mariakerke, Wondelgem en Zwijnaarde Kaart 1: 0 – 2 jarigen [aantal] per wijk, op 01/01/2015
Bron: Bevolkings- en Wachtregister Stad Gent * In het kader van de ‘gebiedsgerichte werking’ werd in 2006 Gent-Centrum en deelgemeenten opgedeeld in 25 deelgebieden.
4
Prognose voor het aantal 0-2 jarigen tot 2029. De studiedienst van de Vlaamse regering voerde onderstaande prognose uit. Voor 2014 zijn de effectieve cijfers van het aantal 0 jarigen lager dan wat in de prognose voorspeld werd. De prognose gaat er van uit dat het aantal geboortes zal blijven stijgen tot 2021. Deze prognose duidt op het blijvende belang om in voldoende opvangplaatsen te voorzien.
Bron: Rapport ‘Capaciteitsproblemen basisonderwijs 2015’ van het LOP Gent
5
2. Het opvang aanbod in Gent. Op 1 april 2015 waren er in Gent 4.613 opvangplaatsen voor kinderen tot 3 jaar. Dit is een stijging met 152 plaatsen. Dit lijkt de grootste toename van het aantal plaatsen zijn sedert 2012. Een vergelijking met het aantal plaatsen in vorige jaren is echter niet evident gezien de wijziging in de definiëring van het aantal plaatsen. Vergunde plaatsen vs erkende plaatsen. Met de invoering van het nieuwe decreet op de opvang van baby’s en peuters op 1 april 2014 veranderde heel wat in de organisatie en regelgeving op de kinderopvang. Met dit decreet werd de kinderopvang eenvoudiger en duidelijker voor ouders. Voorheen bestonden in Vlaanderen heel wat verschillende opvangsoorten, elk met hun eigen regels en aparte subsidiëring. Dit was niet alleen verwarrend. Er werden geen algemene minimumvoorwaarden aan de kinderopvang gesteld. De formele kinderopvang kent nu nog 2 soorten opvang: de gezinsopvang met maximaal 8 tegelijk aanwezige kinderen (de huidige onthaalouders) en de groepsopvang met minimaal 9 tegelijk aanwezige kinderen (de huidige kinderdagverblijven). Elke groepsopvang heeft nu dezelfde vergunnings- en kwaliteitsvoorwaarden, net als elke gezinsopvang. De formele erkenning en de maximale capaciteit van elke opvanglocatie werd in vorige jaren vastgesteld door K&G via een ‘attest van toezicht’. Sedert 1 april 2014 werd dit attest omgezet in een vergunning. Initiatiefnemers die aan de infrastructurele vereisten voldeden kregen hierbij de mogelijkheid om hun vergunde capaciteit uit te breiden. Vooral bij de onthaalouders, die nu tot maximaal 8 kinderen tegelijk mogen opvangen is hier op ingegaan. Het aantal vergunde plaatsen bij onthaalouders aangesloten bij een ‘Dienst voor onthaalouders’ is daardoor gevoelig gestegen. Of bij deze onthaalouders ook effectief meer kinderen worden opgevangen is niet aan te tonen. Waar in de vorige edities van dit rapport werd uitgegaan van de capaciteit van de initiatieven zoals vermeld op het attest van toezicht, werd dit jaar in dit rapport uitgegaan van de vergunde capaciteiten. De evolutie van het aantal plaatsen dient dus gerelativeerd te worden in het licht van deze wijziging in de bepaling van de capaciteit. Gezien vanaf dit jaar de vergunde capaciteiten per opvanglocatie objectief en eenvoudig beschikbaar zullen zijn kunnen we de gegevens voor dit jaar wel beschouwen als nieuw ijkpunt voor dit rapport in de komende jaren. Aandeel van de Dienst Kinderopvang Stad Gent. Het aantal kinderopvangplaatsen georganiseerd door de Dienst Kinderopvang Stad Gent bleef ongewijzigd op 1173. Het stadsbestuur van Gent staat daarmee in voor de inrichting van 1/4e van het totaal aantal plaatsen.
6
Tabel 2: Opvangcapaciteit voor baby’s en peuters in Gent naar deelgebied en het aandeel van de Dienst Kinderopvang Stad Gent in de totale opvangcapaciteit
Aantal opvangplaatsen voorschoolse opvang
De opvangcapaciteit van de Dienst Kinderopvang Stad Gent (incl Dienst voor Onthaalouders (DVO))
2013
2014
2015
2013
2014
2015
Binnenstad
331
345
324
62
62
42
Bloemekenswijk
177
179
171
78
78
78
Brugse Poort - Rooigem
221
230
235
157
157
157
Dampoort
157
152
137
78
78
70
Drongen
188
175
189
0
0
0
Elisabethbegijnhof - Papegaai
79
79
76
67
67
67
Gentbrugge
232
233
244
40
44
44
Kanaaldorpen en -zone
41
44
49
0
0
0
Ledeberg
99
92
105
23
23
28
Macharius - Heirnis
53
51
59
28
28
28
Mariakerke
236
222
225
9
13
0
Moscou - Vogelhoek
90
91
103
24
24
24
Muide - Meulestede - Afrikalaan
104
108
99
84
84
84
Nieuw Gent - UZ
236
230
229
72
68
68
Oostakker
230
230
237
25
25
25
Oud Gentbrugge
91
90
91
20
20
20
Rabot - Blaisantvest
113
122
114
70
70
70
Sint Amandsberg
281
282
282
67
67
71
Sint Denijs Westrem
203
245
269
0
0
0
Sluizeken - Tolhuis - Ham
357
376
382
126
126
162
Stationsbuurt Noord
226
242
253
50
50
50
Stationsbuurt Zuid
167
178
224
0
0
0
Watersportbaan - Ekkergem
121
114
123
28
28
28
Wondelgem
210
196
233
25
25
25
Zwijnaarde
133
155
160
36
36
32
Totaal
4.376
4.461
4.613
1.169
1.173
1.173
Bron: Stad Gent, departement Onderwijs en Opvoeding
1
De voorschoolse opvangcapaciteit van de Dienst Kinderopvang Stad Gent (DIKO) omvat de capaciteiten van: -
De onthaalouders verbonden aan de dienst voor onthaalouders van Stad Gent (DIKO) De kinderdagverblijven van de Stad Gent
De totale voorschoolse opvangcapaciteit omvat de capaciteiten van: -
De dienst kinderopvang van Stad Gent (zie voorgaande opsomming) De kinderdagverblijven georganiseerd door private organisatoren. De onthaalouders verbonden aan de private diensten voor onthaalouders De zelfstandige onthaalouders
7
Evolutie van het opvangaanbod. Zoals eerder geduid dient, gezien de gewijzigde definiëring van de capaciteit van de initiatieven, de evolutie tussen 2015 en vorige jaren te worden gerelativeerd.
Tabel 3: Evolutie van het opvangaanbod sedert 2007, Gent. 2007 Totaal
3.280
2008 3.528
2009 3.615
2010 3.766
2011 4.077
2012 4.271
2013 4.376
2014
2015
4.461
4.613
Bron: Stad Gent, departement Onderwijs en Opvoeding
Grafiek 2: evolutie van het opvangaanbod 2007/2015, Gent
Bron: Stad Gent, departement Onderwijs en Opvoeding
8
Aanbod aan opvangplaatsen naar aard van de opvang. In onderstaande tabel geven we de verdeling van het aantal opvangplaatsen volgens de nieuwe indeling conform het decreet voor de opvang van baby’s en peuters. Bij gezinsopvang gaat om de opvang door onthaalouders van maximaal 8 tegelijk aanwezige kinderen; de groepsopvang zijn locaties met een vergunning voor meer dan 8 kinderen. De indeling in Trappen heeft te maken met het subsidieniveau en de betaalde ouderbijdragen. In opvanglocaties op Trap 0 of 1 betalen ouders een vrije bijdrage, in deze op Trap 2 of 3 betalen ouders een inkomensgerelateerde bijdrage. Tabel 4: Verdeling opvangaanbod naar aard van de opvang. Groepsopvang Groepsopvang Trap 2 en 3 Trap 0/1
Groepsopvang Gezinsopvang totaal Gezinsopvang Gezinsopvang totaal (Trappen 1,2 Trap 2 en 3 Trap 0/1 (Trappen 1,2 en 3 ) en 3 )
Binnenstad
302
-
302
22
-
22
Bloemekenswijk
147
-
147
24
-
24
Brugse Poort Rooigem
188
34
222
13
-
13
Dampoort
70
37
107
30
-
30
Drongen
17
63
80
54
55
109
Elisabethbegijnhof - Papegaai
67
-
67
9
-
9
Gentbrugge
112
21
133
111
-
111
Kanaaldorpen en zone
-
19
19
20
10
30
Ledeberg
28
30
58
42
5
47
Macharius Heirnis
28
11
39
20
-
20
Mariakerke
96
64
160
49
16
65
Moscou Vogelhoek
20
39
59
44
-
44
Muide Meulestede Afrikalaan
84
-
84
15
-
15
Nieuw Gent - UZ
186
13
199
30
-
30
Oostakker
62
81
143
94
-
94
Oud Gentbrugge
20
34
54
37
-
37
Rabot Blaisantvest
90
-
90
24
-
24
Sint Amandsberg
113
33
146
104
32
136
Sint Denijs Westrem
68
158
226
36
7
43
Sluizeken Tolhuis - Ham
361
-
361
21
-
21
Stationsbuurt Noord
81
111
192
54
7
61
Stationsbuurt Zuid
171
37
208
16
-
16
Watersportbaan Ekkergem
88
23
111
12
-
12
Wondelgem
95
30
125
93
15
108
Zwijnaarde
56
54
110
50
-
50
Totaal
2.550
892
3.442
1.024
147
1.171
Bron: Stad Gent, departement Onderwijs en Opvoeding
9
Ongeveer drie kwart van het totale opvangaanbod in Gent wordt gerealiseerd in kinderdagverblijven (groepsopvang), 1/4 e van de plaatsen gaat door bij onthaalouders (gezinsopvang). Het aandeel van gezinsopvang is in Gent dus lager dan het Vlaams gemiddelde. Dit is een trend die vermoedelijk algemeen is vast te stellen in stedelijke gebieden. Op het totale aanbod van 4.663 plaatsen zijn er in Gent 1039 plaatsen waar de organisator een vrije ouderbijdrage hanteert. Dit is ongeveer 22% van het aanbod. Opvangaanbod naar type organisator. In onderstaande tabel geven we de evolutie naargelang het type van organisator. Opmerkelijk is de toename van het aantal plaatsen bij de Diensten voor Onthaalouders tegenover vorig jaar. Van de totale toename van 152 plaatsen werden er 129 plaatsen bijkomend gerealiseerd bij onthaalouders aangesloten bij een Dienst voor Onthaalouders. Bij de zelfstandige onthaalouders is er nog wel een lichte daling (4 plaatsen) maar minder dan in de voorgaande jaren. Zoals reeds aangehaald moet de capaciteit aan plaatsen bij onthaalouders enigszins gerelativeerd worden en heeft dit vooral te maken met de wijzigingen in de vergunde capaciteit. Tabel 5: Verdeling en evolutie van de totale voorschoolse opvangcapaciteit naar type organisator 2007 De opvangcapaciteit groep- en gezinsopvang van de Dienst Kinderopvang Stad Gent
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
889
927
986
988
1.032
1.094
1.169
1.173
1173
1341
1505
1604
1749
2035
2170
2201
2306
2335
De opvangcapaciteit bij de diensten voor onthaalouders
704
758
747
776
782
811
809
831
958
De opvangcapaciteit bij de overige onthaalouders
346
338
278
253
228
196
197
151
147
3.280
3.528
3.615
3.766
4.077
4.271
4.376
4.461
4613
De opvangcapaciteit groepsopvang overige organisatoren.
Totaal
Bron: Stad Gent, departement Onderwijs en Opvoeding
Grafiek 3: evolutie van het aanbod volgens organisator. 2500 De opvangcapaciteit groepen gezinsopvang van de Dienst Kinderopvang Stad Gent
2000
1500
De opvangcapaciteit groepsopvang - overige organisatoren.
1000
De opvangcapaciteit bij de diensten voor onthaalouders
500
0 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Bron: Stad Gent, departement Onderwijs en Opvoeding
10
3. Dekkingsgraad opvangplaatsen voor baby’s en peuters in Gent. Met de dekkingsgraad geven we de verhouding weer tussen het totaal aantal 0-2jarigen en de totale opvangcapaciteit (bevolkingsgegevens op 01/01/2015 – capaciteit aanbod kinderopvang op 1 april 2015). Tabel 6 geeft het overzicht van de dekkingsgraad per deelgebied en totaal voor Gent. Naar analogie van de vorige jaren, nemen we de Barcelona norm als minimumnorm. Deze stelt dat er voor 33% van de 0-2 jarigen een opvangplaats voorzien moet zijn. Onderzoek van Kind & Gezin heeft echter uitgewezen dat 64% van de 0-2 jarigen regelmatig gebruik maakt van de formele kinderopvang. Vermoedelijk is dit gebruik in grotere steden nog hoger. De Barcelonanorm kan in de methodiek om de spreiding van de nieuwe plaatsen te bepalen dus hoogstens als indicator worden aangewend. Het is noodzakelijk om te nuanceren op basis van de specifieke elementen die in de stad aanwezig zijn en de specifieke stedelijke problematiek aangeven. Binnen een stad verschillen de tewerkstellingsfuncties, kansarmoede-indicatoren, aanwezigheid van activerings- en opleidingscentra, noden om de sociale functie in te vullen, enz… en die allemaal samen bepalen de werkelijke en absolute vraag naar opvang. Het mag duidelijk zijn dat een stedelijke problematiek inzake kinderopvang bovendien veel verschilt van de situatie in een landelijke omgeving. De totale dekkingsgraad van Stad Gent is dit jaar terug toegenomen van 47 naar 50%, de Stad Gent behaalt globaal dus ruim de Barcelona- norm. Maar er is een ongelijke spreiding van de opvangplaatsen, met grote tekorten in zeven wijken. Door de grote diversiteit tussen de deelgebieden, zijn er wel gerichte investeringen nodig in een aantal gebieden om in iedere wijk of deelgemeente voldoende opvangplaatsen zou hebben. Een aantal deelgebieden scoren immers nog onder de norm van 33% en vragen dus prioritaire aandacht. Dit zijn in opklimmende volgorde: Macharius-Heinis (24%), Dampoort (24 %), Ledeberg (25%), Oud Gentbrugge (26%), RabotBlaisantvest (28%), Brugse Poort Rooigem (29%), Muide-Meulestede-Afrikalaan (32%) De deelgebieden met de sterkste stijging in dekkingsgraad zijn Bloemekenswijk, Stationsbuurt Zuid, Sint Denijs Westrem en Zwijnaarde. Eveneens opvallend is de bijzonder hoge dekkingsgraad in de deelgemeenten St. Denijs Westrem (171%) en Gentbrugge (101%). Deze zijn uiteraard mede sterk bepalend voor de globaal goede score van de Stad Gent. Toch is het niet onwaarschijnlijk om aan te nemen dat ook ouders van buiten de stad Gent (woon-werkverplaatsing) gebruik maken van de opvangcapaciteit in deze deelgemeenten.
11
Tabel 6: De verhouding tussen de totale opvangcapaciteit voor baby’s en peuters en het aantal 02jarigen (= dekkingsgraad) 0-2 jarigen uit het bevolkings- en wachtregister 2013
2014
2015
Aantal opvangplaatsen voorschoolse opvang [aantal] 2013
2014
Dekkingsgraad kinderopvang [%]
2015
2013
2014
2015
Binnenstad
475
439
445
331
345
324
70%
79%
73%
Bloemekenswijk
453
424
382
177
179
171
39%
42%
45%
Brugse Poort Rooigem
943
888
866
221
230
235
23%
26%
27%
Dampoort
619
590
572
157
152
137
25%
26%
24%
Drongen
349
357
337
188
175
189
54%
49%
56%
Elisabethbegijnhof - Papegaai
195
184
171
79
79
76
41%
43%
44%
Gentbrugge
248
239
241
232
233
244
94%
97%
101%
Kanaaldorpen en zone
91
89
87
41
44
49
45%
49%
56%
Ledeberg
462
438
421
99
92
105
21%
21%
25%
Macharius Heirnis
282
270
264
53
51
59
19%
19%
22%
Mariakerke
434
443
452
236
222
225
54%
50%
50%
Moscou Vogelhoek
185
243
237
90
91
103
49%
37%
43%
Muide Meulestede Afrikalaan
296
300
307
104
108
99
35%
36%
32%
Nieuw Gent - UZ
364
331
354
236
230
229
65%
69%
65%
Oostakker
481
448
410
230
230
237
48%
51%
58%
Oud Gentbrugge
363
389
384
91
90
91
25%
23%
24%
Rabot Blaisantvest
432
429
425
113
122
114
26%
28%
27%
Sint Amandsberg
717
671
669
281
282
282
39%
42%
42%
Sint Denijs Westrem
168
153
148
203
245
269
121%
160%
182%
Sluizeken Tolhuis - Ham
474
460
441
357
376
382
75%
82%
87%
Stationsbuurt Noord
326
349
359
226
242
253
69%
69%
70%
Stationsbuurt Zuid
257
272
279
167
178
224
65%
65%
80%
Watersportbaan Ekkergem
236
222
238
121
114
123
51%
51%
52%
Wondelgem
588
583
583
210
196
233
36%
34%
40%
Zwijnaarde
253
238
230
133
155
160
53%
65%
70%
9.691
9.449
4.376
4.461
4.613
45%
47%
50%
Totalen
9.302
Bron: Stad Gent, departement Onderwijs en Opvoeding
12
Kaart 2: Dekkingsgraad (%) naar wijk, Gent, 2015.
Bron: Stad Gent, departement Onderwijs en Opvoeding
4. Dekkingsgraad van de inkomensgerelateerde opvangplaatsen voor baby’s en peuters in Gent. Om een indicatie te krijgen van de toegankelijkheid van opvangplaatsen in de diverse wijken, berekenen we de inkomensgerelateerde dekkingsgraad. Dit is de verhouding van het aantal opvangplaatsen met een inkomensgerelateerde ouderbijdrage ten aanzien van het totaal aantal 02jarigen. Onder impuls van extra financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid (IKG-systeem en huidige subsidiëring op trap 2) is het aantal inkomensgerelateerde plaatsen de voorbije jaren sterk gestegen: van 3032 in 2012 tot 3574 in 2015. De inkomensgerelateerde dekkingsgraad in 2015 in Gent is 38%, dit is een stijging met 3%. Wanneer we de Barcelona norm op deelgebiedniveau bekijken voor de inkomensgerelateerde plaatsen vallen 12 van de 25 deelgebieden onder de minimumnorm van 33%:
13
Ledeberg (17%), Oud Gentbrugge (17%), Dampoort (17%), Macharius Heirnis (20%), Drongen (21%), Kanaalzone (23%), Moscou Vogelhoek (27%), Brugse Poort Rooigem (25%), Rabot Blaisantvest (28%), Mariakerke (32%), Muide-Meulestede-Afrikalaan (32%), Sint-Amandsberg (32%) Tabel 7: het gemiddelde inkomen, het aandeel inkomensgerelateerde opvangplaatsen en de sociale dekkingsgraad.
Aantal opvangplaatsen met een inkomensgerelateerde ouderbijdrage [aantal]
Gemiddeld netto inkomen per belastingsplichtige (2012) [euro]
0-2 jarigen uit het bevolkings- en wachtregister (01/01/2015)
euro
2015
2014
2015
2014
2015
Binnenstad
21.693
445
345
324
79%
73%
Bloemekenswijk
16.589
382
162
171
38%
45%
Brugse Poort - Rooigem
17.006
866
208
201
23%
23%
Dampoort
18.977
572
115
100
18%
17%
Drongen
26.715
337
65
71
18%
21%
Elisabethbegijnhof - Papegaai
22.014
171
79
76
43%
44%
Gentbrugge
24.449
241
212
223
89%
93%
Kanaaldorpen en -zone
22.731
87
15
20
17%
23%
Ledeberg
18.275
421
57
70
13%
17%
Macharius - Heirnis
21.338
264
40
48
15%
18%
Mariakerke
25.322
452
128
145
29%
32%
Moscou - Vogelhoek
21.342
237
52
64
21%
27%
Muide - Meulestede - Afrikalaan
16.034
307
108
99
44%
32%
Nieuw Gent - UZ
16.437
354
208
216
53%
61%
Oostakker
24.510
410
149
156
33%
38%
Oud Gentbrugge
21.518
384
56
57
14%
15%
Rabot - Blaisantvest
13.940
425
122
114
28%
27%
Sint Amandsberg
22.704
669
178
217
27%
32%
Sint Denijs Westrem
27.877
148
80
104
52%
70%
Sluizeken - Tolhuis - Ham
14.682
441
331
382
72%
87%
Stationsbuurt Noord
25.270
359
124
135
36%
38%
Stationsbuurt Zuid
26.116
279
141
187
68%
67%
Watersportbaan - Ekkergem
20.420
238
94
100
42%
42%
Wondelgem
22.105
583
166
188
28%
32%
Zwijnaarde
25.755
230
97
106
41%
46%
Totalen
19.924
9.449
3332
3.574
35%
38%
Sociale dekkingsgraad [%]
Bronnen, ADS, Stad Gent, Bevolkings- en Wachtregister, departement Onderwijs en Opvoeding
14
5. Toegankelijkheid van de kinderopvang voor gezinnen met minder kansen. In het rapport over “Het gebruik van opvang voor kinderen jonger dan 3 jaar in het Vlaamse Gewest 11/2013 van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin” besluiten de redacteurs ondermeer het volgende: “In vergelijking met voorgaande onderzoeken is het regelmatig gebruik van de opvang bij kansarme kinderen nauwelijks gewijzigd en dit gebruik ligt nog steeds aanzienlijk onder het gebruikspercentage van niet-kansarme groep (23% versus 68%). Ook het schoolbezoek bij kinderen onder de drie jaar is opvallend lager bij de kansarme groep (9% versus 20%). Deze trends gaan ook in mindere mate op voor de gezinnen met een moeder van niet-Belgische afkomst. De verschillen kunnen niet volledig verklaard worden door verschillen in werkstatus tussen de niet-kansarme groep respectievelijk de groep met een moeder van Belgische origine en de kansarme groep respectievelijk de groep met een moeder van niet-Belgische origine.”
Hieruit is duidelijk dat het Mattheus-effect ook in de kinderopvang nog steeds geldend is. Binnen een gelijke- kansenbeleid is het dus belangrijk om extra inspanningen te blijven leveren om deze bevolkingsgroep te bereiken. Als we in de inkomensgerelateerde dekkingsgraad per deelgebied vergelijken met het gemiddelde netto inkomen van de gezinnen in het deelgebied (tabel 7) is geen correlatie te merken. Om te stellen dat hiermede het Mattheüs-effect duidelijk wordt aangetoond is voorbarig. Het is van belang om naast het gemiddeld inkomen ook andere armoede-indicatoren te onderzoeken die gezien worden als voornaamste risico-indicatoren. In Tabel 8 geven de voornaamste indicatoren : niet werkende werkzoekenden, werkloosheidsdruk, aantal leefloners, aantal éénouder-gezinnen en het aandeel etnisch culturele minderheden. Globaal kunnen we hieruit besluiten dat in vier deelgebieden, gelegen in de 19-eeuwse gordel rond het centrum van Gent sprake is van armoede voor een groot deel van de daar wonende gezinnen: Brugsepoort-Rooigem, Rabot-Blaisantvest, Muide-Meulestede-Afrikalaan, Sluizeken-Tolhuis-Ham Daarnaast zijn er evenwel ook meerdere indicatoren voor kansarmoede vast te stellen in deelgebieden: Nieuw Gent-UZ en Gent Binnenstad. Ook bij verdere uitbouw van de opvang voor baby’ en peuters zal er bijzondere aandacht moeten zijn voor de precaire situatie van deze deelgebieden.
15
Tabel 8: kansarmoedeindicatoren (hoogste 5 worden in oranje aangeduid), Gent
Totaal aantal inwoners (2014) [aantal]
Aantal Aantal nietrechthebbenden werkende Werkloosheidsdruk op een leefloon of werkzoekenden (2014) [%] levensminimum bij (2014) [aantal] het OCMW Gent (2013) [aantal]
Binnenstad 18387 1451 Bloemekenswijk 9134 723 Brugse Poort - Rooigem 18372 1688 Dampoort 12128 922 Drongen 12970 301 Elisabethbegijnhof 7196 648 Papegaai Gentbrugge 7670 271 Kanaaldorpen en -zone 2476 50 Ledeberg 9399 742 Macharius - Heirnis 6695 546 Mariakerke 13347 428 Moscou - Vogelhoek 5121 230 Muide - Meulestede 5929 582 Afrikalaan Nieuw Gent - UZ 7519 612 Oostakker 13359 328 Oud Gentbrugge 8861 525 Rabot - Blaisantvest 8271 909 Sint Amandsberg 18571 832 Sint Denijs Westrem 6084 167 Sluizeken - Tolhuis - Ham 11115 1117 Stationsbuurt Noord 11922 732 Stationsbuurt Zuid 7703 361 Watersportbaan 7414 577 Ekkergem Wondelgem 15609 672 Zwijnaarde 7081 204 Totaal 252333 15620 Bronnen: Stad Gent, Bevolkings- en Wachtregister, OCMW Gent, VDAB
Aantal rechthebbenden op een leefloon of Aantal Percentage levensminimum bij eenoudergezinnen eenoudergezinnen het OCMW Gent per (2014) [aantal] (2014) [%] 1000 inwoners (2013) [/1000inwoners] 27 518 4,6 28 327 8,9 36 825 10,1 16 427 8,4 10 391 7,5
% ECM totaal (2014) [%]
10,5 13,1 14,6 11,6 3,9
490 246 650 194 124
18,6 35,1 35,2 31,4 2,8
12,7
193
28
219
5
14,3
5,8 3 12,2 11,6 5,4 7,1
60 5 275 140 75 59
8 2 29 21 6 12
269 59 375 246 422 205
8 6 8,9 7,5 7,3 9,1
10,7 3,1 30,6 25,7 7,3 11,8
15,7
240
41
253
10
40,9
12,7 3,9 9,2 17 7,2 4,8 15,7 8,7 7,1
323 36 115 342 157 29 387 230 100
42 3 13 42 9 5 35 20 13
398 374 380 358 661 219 377 390 227
10,9 7,2 10 10,4 8,4 8,4 7,8 5,9 5,8
28,9 5,6 18,5 51,3 14,9 4,9 44,4 14,2 11,9
12,6
181
25
264
6,3
16,6
7 4,8 9,6
98 21 4882
6 3 19
510 208 8902
7,8 6,9 7,7
11,9 5,3 20,1
*Werkloosheidsdruk: is de verhouding van het aantal niet-werkende werkzoekenden t.o.v. de potentiële beroeps bevolking", nl de 18 tot 65 jarigen uit de bevolkingscijfers
16
7. Berekening van het nodige aantal opvangplaatsen. Om na te gaan of het bestaande aanbod aan kinderopvangplaatsen voldoet aan de behoefte wordt een specifieke berekeningswijze gehanteerd, gebaseerd op het gemiddeld gebruik van de kinderopvang in Vlaanderen: -
64 % van de 0-2 jarigen maakt gebruik van formele kinderopvang1 de kind/plaats-ratio 2012: 1 opvangplaats wordt gebruikt door 1,29 kinderen (onderzoeksmateriaal van Kind en Gezin2)
Uitgaande van de parameters van de Vlaamse overheid zou dit globaal voor de stad Gent betekenen dat het tekort aan plaatsen nagenoeg is opgelost. Enige voorzichtigheid is aangewezen omwille van de wijzigingen in de bepaling van de opvangcapaciteit. Bovendien gaat het over evoluerende parameters ,die in grootsteden kunnen afwijken van de rest van Vlaanderen. . Het bekomen resultaat bij deze berekening moet gerelativeerd worden, gezien: - de tewerkstellingsgraad in grotere steden is hoger dan in meer landelijke gebieden; - werknemers zijn ook steeds langer aan het werk waardoor de opvang door grootouders sterk afneemt; - het aandeel éénouder-gezinnen is beduidend hoger in een stedelijke omgeving; - als tewerkstellings- en onderwijscentrum lokt de stedelijke opvang ook ouders aan van buiten Gent, maar die in stad werken of studeren, aan.
Hoewel er op stadsniveau nagenoeg voor elk kind een opvangplaats is gerealiseerd, zien we per deelgebied-niveau (tabel 9) grote verschillen. In 12 deelgebieden is nog een duidelijk tekort aan plaatsen te merken.
1
Minstens één ononderbroken periode van minstens 5 uur per week (7 dagen) voor niet-schoolgaande kinderen en minstens één maal per week (7 dagen) voor kinderen tussen 2,5 jaar en 3 jaar die volledig naar de kleuterschool gaan. 2 Kind en Gezin, Enquêtes inzake het gebruik van opvang voor kinderen onder de 3 jaar, gepubliceerd in 'Het kind in Vlaanderen 2012' Kind en Gezin.
17
Tabel 9: De opvangcapaciteit x de kindratio (1,29), 64% van het aantal 0-2jarigen; het verschil tussen beide cijfers en het saldo aan opvangplaatsen (= het verschil / 1,29). Aantal opvangplaatsen voorschoolse opvang (2015)
1,29 x de opvangcapaciteit (2015)
0-2 jarigen uit het bevolkings- en wachtregister (2015)
0-2 jarigen x 64,00% (2015)
Verschil (2015)
Saldo (2015)
Binnenstad
324
418
445
285
133
103
Bloemekenswijk
171
221
382
244
-23
-18
Brugse Poort Rooigem
235
303
866
554
-251
-194
Dampoort
137
177
572
366
-189
-147
Drongen
189
244
337
216
28
22
Elisabethbegijnhof Papegaai
76
98
171
109
-11
-8
Gentbrugge
244
315
241
154
161
125
Kanaaldorpen en zone
49
63
87
56
7
6
Ledeberg
105
135
421
269
-134
-104
Macharius - Heirnis
59
76
264
169
-93
-72
Mariakerke
225
290
452
289
1
1
103
133
237
152
-19
-15
99
128
307
196
-68
-53
Nieuw Gent - UZ
229
295
354
227
68
53
Oostakker
237
306
410
262
44
34
Oud Gentbrugge
91
117
384
246
-129
-100
Rabot Blaisantvest
114
147
425
272
-125
-97
Sint Amandsberg
282
364
669
428
-64
-50
269
347
148
95
252
195
382
493
441
282
211
163
253
326
359
230
96
75
Stationsbuurt Zuid
224
289
279
179
110
85
Watersportbaan Ekkergem
123
159
238
152
7
5
Wondelgem
233
301
583
373
-72
-56
Zwijnaarde
160
206
230
147
59
46
Totalen
4.613
5951
9302
5953
-3
-3
Moscou Vogelhoek Muide - Meulestede - Afrikalaan
Sint Denijs Westrem Sluizeken - Tolhuis - Ham Stationsbuurt Noord
Bronnen: Stad Gent, Bevolkings- en Wachtregister, departement Onderwijs en Opvoeding Stad Gent
18
Kaart 3: het saldo aan opvangplaatsen per wijk, Gent, 2015
Bron: Stad Gent, departement Onderwijs en Opvoeding Stad Gent
Grafiek 4: Evolutie van het opvangtekort (aantal plaatsen) 0 -100
-2 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 -172
-200 -300 -372
-400 -500
-527
-527
-600 -700
-657
-796
-800 -900
-694
-699
-733
-835
-929
-1000 Bron: Stad Gent, departement Onderwijs en Opvoeding
19
Tekort aan plaatsen inkomensgerelateerde kinderopvang. In het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters stelde de Vlaamse Regering een ambitieuze doelstelling voorop: “De kinderopvang wordt in de Vlaamse gemeenschap uitgebouwd met als doel aan alle gezinnen die behoefte hebben aan kinderopvang binnen een redelijke termijn en op een redelijke afstand een kwaliteitsvolle en betaalbare opvangplaats te kunnen aanbieden. Binnen het beschikbare aanbod aan kinderopvang heeft elk gezin met een behoefte aan kinderopvang, recht op kinderopvang. De Vlaamse Gemeenschap beoogt tegen 2016 een aanbod voor minstens de helft van de kinderen jonger dan drie jaar, en vanaf 2020 voor alle gezinnen met een behoefte aan kinderopvang, binnen een afgesproken budgettair kader.” Tabel 10 geeft het tekort aan plaatsen weer in Gent uitgaande van de doelstelling dat er 50% van de kinderen een inkomensgerelateerde plaats moet zijn in 2016. Daarin zien we in Gent nog een totaal tekort aan 89 inkomensgerelateerde plaatsen, te situeren in vijftien wijken in Gent. Aantal IKG opvangplaatsen voorschoolse opvang (2015)
1,29 x de opvangcapaciteit (2015)
0-2 jarigen uit het bevolkings- en wachtregister (01/01/2015)
0-2 jarigen x 50,00% (2015)
Verschil (2015)
Saldo (2015)
Binnenstad
324
418
445
223
195
151
Bloemekenswijk
171
221
382
191
30
23
Brugse Poort Rooigem
201
259
866
433
-174
-135
Dampoort
100
129
572
286
-157
-122
Drongen
71
92
337
169
-77
-60
Elisabethbegijnhof Papegaai
76
98
171
86
12
9
Gentbrugge
223
288
241
121
167
129
Kanaaldorpen en zone
20
26
87
44
-18
-14
Ledeberg
70
90
421
211
-121
-94
Macharius - Heirnis
48
62
264
132
-70
-54
Mariakerke
145
187
452
226
-39
-30
Moscou - Vogelhoek
64
83
237
119
-36
-28
Muide - Meulestede Afrikalaan
99
128
307
154
-26
-20
Nieuw Gent - UZ
216
279
354
177
102
79
Oostakker
156
201
410
205
-4
-3
Oud Gentbrugge
57
74
384
192
-118
-92
Rabot - Blaisantvest
114
147
425
213
-66
-51
Sint Amandsberg
217
280
669
335
-55
-43
Sint Denijs Westrem
104
134
148
74
60
47
Sluizeken - Tolhuis Ham
382
493
441
221
272
211
Stationsbuurt Noord
135
174
359
180
-6
-5
Stationsbuurt Zuid
187
241
279
140
101
78
Watersportbaan Ekkergem
100
129
238
119
10
8
20
Wondelgem
188
243
583
292
-49
-38
Zwijnaarde
106
137
230
115
22
17
Totaal
3.574
4610
9.449
4725
-115
-89
Bronnen: Stad Gent, Bevolkings- en Wachtregister, departement Onderwijs en Opvoeding Stad Gent
7. Besluiten voor het aanbod aan opvangplaatsen voor baby’s en peuters in 2015 in Gent. Uitgaande van het gemiddeld gebruik van kinderopvang in Vlaanderen kan men stellen dat het tekort aan opvangplaatsen globaal voor Gent door het beleid in de voorbije jaren is teruggedrongen. Dit resultaat dient echter gerelativeerd te worden om volgende redenen: - De nieuwe definiëring van de opvangcapaciteit per opvanglocatie kan een vertekend beeld geven van de realiteit, wel is het nuttig om de vergunde capaciteit vanaf dit jaar als nieuw ‘ijkpunt’ te aanschouwen voor komende jaren; - Het vermoeden is dat in een centrumstad als Gent de potentiële vraag naar formele opvang groter is dan het gemiddelde van 64% in Vlaanderen door onder meer: het vaker beroepsactief zijn van beide ouders; een mindere beschikbaarheid van grootouders (langer werken) of andere familieleden; een toenemend aantal alleenstaande gezinnen,…; - In 2014 werd terug een stijgend aantal geboortes geteld in Gent, prognoses voorspellen dat daardoor het aantal kinderen tussen 0 en 3 jaar zal blijven toenemen tot 2021. In een aantal deelgebieden van Gent is er wel degelijk nog een nood aan bijkomende kinderopvang. Bovendien voorspellen prognoses een nieuw toename van de vraag naar kinderopvang. Tevens moet bijzondere aandacht blijven besteedt worden aan de kinderopvang in deelgebieden met een aanzienlijk aantal gezinnen in een zeer precaire situatie. Voor de ontwikkelingskanse van de kinderen uit kwestbaren gezinnen is toegankelijke en betaalbare kinderopvang een belangrijke voorwaarde. Het stads bestuur van Gent heeft in de voorbije jaren zware inspanning geleverd om de grote noden aan kinderopvang mee te helpen oplossen. Naast de uitbouw van de eigen locaties, beheerd door de Dienst Kinderopvang van de Stad Gent, heeft het stadsbestuur een stimulerende rol gespeeld naar alle organisatoren van kinderopvang. Ook in de toekomst blijft de Stad dergelijk beleid uitvoeren en werkt ze samen met de andere organisatoren verder aan een betaalbare en toegankelijke kinderopvang voor elk kind in onze stad.
21
Bijlagen:
22
23