Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
bron Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland. A. Oosthoek, Utrecht 1917
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_voo016voor02_01/colofon.php
© 2013 dbnl
i.s.m.
V
Voorwoord. Bij Koninklijk Besluit van 7 Juli 1903, No. 44, werd ingesteld eene Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de Nederlandsche monumenten van Geschiedenis en Kunst. De taak dezer Rijkscommissie is: het samenstellen en uitgeven eener geïllustreerde beschrijving van alle in Nederland aanwezige gebouwen en voorwerpen, dagteekenend van vóór 1850, die belang bezitten als uiting van kunst of om eene er aan verbonden historische herinnering. Aldus zal worden verkregen een handboek, waarin men over de aanwezigheid, de artistieke of historische waarde en den toestand der monumenten van geschiedenis en kunst uitvoerige inlichting kan vinden en tegelijkertijd een volledige en betrouwbare bron voor de Nederlandsche kunstgeschiedenis. Ten einde dit groote werk, dat vele jaren zal vorderen, met meer kennis van zaken te kunnen ondernemen en tevens zoo spoedig mogelijk een overzicht te geven van al wat het behouden waard is, besloot de Rijkscommissie eene ‘Voorloopige Lijst’ der monumenten te bewerken, waarin gebouwen en met gebouwen samenhangende voorwerpen alleen kort worden vermeld. Voor het thans verschijnende vierde deel dezer lijst1), bevattende de monumenten der provincie Gelderland, zijn de gegevens, door onderzoek ter plaatse van 1904 tot 1912, verzameld door het lid der Commissie, den heer F.A. HOEFER. Diens beschrijving is, met behulp der in het Bureau der Commissie reeds aanwezige gegevens door den Adjunct-Secretaris, Dr. E.J. HASLINGHUIS, aangevuld en bij nieuwe bezoeken ter plaatse met de na te noemen leden der Commissie, van 1915 tot 1917, aan de monumenten getoetst: de heer Jos. Th. CUYPERS bezocht Arnhem, voor zoover de kerkelijke gebouwen betreft, Doetichem met het zuidelijk gedeelte van den Achterhoek, alsmede Hemmen en Driel; Prof. H. EVERS, Tiel en het zuidelijk gedeelte van de
1) Deel I, II en III, gewijd aan de provincies Utrecht, Drente en Zuid-Holland, zijn verkrijgbaar bij den uitgever dezes.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
VI Tielerwaard; de heer J.A. FREDERIKS, Arnhem (behalve de kerkelijke gebouwen), Brummen, Zutfen, alsmede het noordelijk en het oostelijk gedeelte van den Achterhoek; de heer W. TE RIELE Gzn. het westelijk gedeelte van den Achterhoek, de Lijmers met het land ten Z. van Zevenaar, de Veluwe, met uitzondering van de Over-Veluwe (de streek langs de Zuiderzee) en van een deel der Neder-Veluwe (Nijkerk, Putten, Hoevelaken en Scherpenzeel), verder het land van Buren, de Neder-Betuwe, het noordelijk deel van de Tielerwaard, de Bommelerwaard, het grootste deel van het land van Maas-en-Waal; de heer J.J. WEVE het oostelijk deel van Maas-en-Waal, de Over-Betuwe, Nijmegen en het land ten Z. en ten O. dezer laatste gemeente. Door de goedgunstige toestemming van H.M. de Koningin kon ook een beschrijving van het inwendige der Koninklijke paleizen het Loo en het Oude Loo gegeven worden. Deze gebouwen werden hiertoe bezocht door de heeren J.A. FREDERIKS en DR. C. HOFSTEDE DE GROOT, vergezeld van den Adjunct-Secretaris. De herziening van de Over-Veluwe, benevens de gemeenten Nijkerk, Putten, Hoevelaken en Scherpenzeel geschiedde door den Adjunct-Secretaris en den Architect der Commissie. De monumenten zijn in deze lijst gerangschikt volgens de gemeenten, in welke zij worden gevonden, en deze laatste in alphabetische volgorde geplaatst naar de spelling der ‘Woordenlijst’ van het Aardrijkskundig Genootschap. Binnen elke gemeente geschiedt de vermelding der monumenten volgens deze indeeling: Voorhistorische, Germaansche, Romeinsche en Frankische oudheden. a. Verdedigingswerken en militaire gebouwen. b. Wegen, bruggen, grenssteenen, schamppalen, kruisen, pompen, enz. c. Burgerlijke openbare gebouwen. d. Kerkelijke gebouwen. e. Gebouwen van liefdadigheid en onderwijs. f. Particuliere gebouwen. g. Musea en Varia. h. Aan de vermelding der monumenten zijn toegevoegd: eene opsomming hunner voornaamste onderdeelen, enkele historische gegevens, voor zoover die in voor de hand liggende literatuur werden gevonden en betrouwbaar geacht, en eene dateering, in den regel aangegeven door een eeuwcijfer, gevolgd door A of B ter aanduiding van de eerste of tweede helft eener eeuw, of door a, b, c of d, om een der vierendeelen van die eeuw aan te wijzen. De plaatsaanduiding der onderdeelen van een gebouw geschiedt zooveel mogelijk door aanduiding der windstreek, waarop zij gelegen zijn, bij kerken echter steeds als waren zij zuiver geörienteerd. Wanneer Hervormde kerken oorspronkelijk zijn gebouwd voor den Katholieken eeredienst, is dit kenbaar gemaakt door de opgave van den
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
VII beschermheilige, aan wien zij waren gewijd, of, indien deze niet bekend is, door de uitdrukking ‘thans Ned. Herv.’. Bij het groote aantal romaansche torens, in tufsteen opgetrokken, dat in de provincie Gelderland is blijven staan, is een relatieve dagteekening der verschillende typen beproefd: als XI B of ± 1100 zijn vermeld de ongelede torens met in hoofdzaak vlakke wanden; als XII A die, welke aan een of meer geledingen een versiering van breede, door een rondboog gedekte spaarvelden vertoonen (bij de oudere met, bij de jongere zonder basementen en kapiteelen aan de scheidende lisenen); als XII B en ± 1200 die, bij welke de lisenen verbonden zijn door een fries van kleine rondbogen. Van de grafzerken zijn in het algemeen slechts de gebeeldhouwde vermeld. Een chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken, een register van kunstenaars en ambachtslieden, ingedeeld volgens de vakken, en een topographisch register besluiten het boek. Zooals de titel aanduidt, draagt dit werk een geheel voorloopig karakter. Voor open aanmerkingen houdt de Rijkscommissie zich daarom dringend aanbevolen. De Rijkscommissie voornoemd, De Voorzitter: Dr. P.J.H. CUYPERS. De Secretaris: Dr. JAN KALF.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
1
Aalten. Eenige scherven van praehistorisch vaatwerk, in deze gemeente gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Aalten. De NED. HERV. KERK (H. Helena), hersteld in 1844 en vervolgens in 1898-1903 onder leiding van Jos. Th. Cuypers, is een tufsteenen gebouw (XV), dat een kleinere romaansche kruiskerk vervangt. Het oostelijk deel (twee traveeën en choor) ouder dan het westelijk. Zij bestaat thans uit een schip met twee zijbeuken; een choor met ⅜-sluiting; een kapel, later in het verlengde van den noordbeuk gebouwd en door bogen in verbinding met dezen en met het choor; een sacristie ten Z. van het choor; en eenen tufsteenen toren (XII). Kruisribgewelven, in het oostelijk deel op kopjes. Dergelijk gewelf op muurzuiltjes in den toren. Beeldhouwwerk aan de sluitsteenen en het zuidportaal (± 1450). De kerk bezit: Piscina, muurkastje en nisje (XV) in de sacristie. Preekstoel (XVIII, geverfd). Orgelkast (XVIII c). Overblijfselen van gewelf- en muurschilderingen (XV). Memoriebord (1844). Twee zilveren bekers (1706), een (1717), een (1721). Vier klokken: eene (1739), eene in 1768 gegoten door Christiaan en Rutger Voigt, eene (1786) en eene buiten den toren.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
2 Twaalf steenen kruiswegstaties uit deze kerk bevinden zich in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht.
Breedevoort. De NED. HERV. KERK (H. Georgius), is een aan de west- en de zuidzijde bepleisterd baksteenen gebouw (1316, maar sindsdien meermalen vernieuwd), bestaande uit een schip met driezijdige choorsluiting; een noordelijken rechtgesloten aanbouw (XVI); en eenen houten westtoren, boven welks ingang: 1869. Gestucadoord tongewelf, en over den aanbouw een halftongewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel met koperen lezenaar (beide 1762). Drie grafzerken (1777 en 1792 en XVIII). Drie klokken, waarvan eene (1454), eene in 1644 gegoten door Johan van Trier, en eene in 1731 door Wilhem Fremy. Uurwerk (1666, later gewijzigd). In het portaal der R.K. KERK een ingemetselde zandsteen (XVI), waarop St. Joris met den draak, in omlijsting. Prinsenstraat 85. ST. BERNARDUSGESTICHT. In den gepleisterden gevel twee steenen: 1700 en 1764. Markt 27. In den voorgevel een steen: 1613. Aan de achterzijde een baksteenen puntgevel met vlechtingen, twee waterlijsten, sporen van korfbogen, duivenslag. Landstraat 8, hoek Ambtsluiswal. Gevel met ankers (1699), steentje (1699), en zonnewijzer (1699). Prinsenstraat 90. Baksteenen gevel met tweedeelig venster. Doorrit met sluitsteen (1771). Ankers (1771). Aan eenige huizen in de Landstraat ankers (XVIII).
Ambt-Doetinchem. Het KASTEEL SLANGENBURG, met zijn dienstgebouwen alom door water omgeven, is een baksteenen gebouw (XV, grooten-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
3 deels verbouwd XVII A), bestaande uit een middendeel, welks achtergevel door twee ronde hoektorens (waarvan een ten deele vernieuwd) geflankeerd wordt, en twee vooruitspringende vleugels. Schietgaten boven de gracht. Boven de kroonlijst in den voorgevel van het hoofdgebouw een klok (1696) met gesmeed ijzeren uurwerk (XVIII). In den achtermuur twee steenen met wapens (1612 en 1774). Onder het hoofdgebouw kruisrib-, alsmede tonen moderne troggewelven. Onder den rechtervleugel ton-, onder den linkervleugel ton- en kruisribgewelven. Inwendig: gestucte zolderingen, waarin mythologische en allegorische schilderingen, rijk gesneden deuromlijstingen en schoorsteenbetimmeringen, en tal van wandschilderijen (nagenoeg alles XVII b/c, enkele XVIII d en XIX a). In de bovenhal een gesneden rouwbord met portret van J.E. von der Goltz (1702). Marmeren vaas (XVIb) in de gang. Vóór het huis twee dienstgebouwen (XVII). Het huis DE KELDER heeft twee zijgevels (XV) met trappen, en duivengaten met uitvliegsteenen. Kruisgewelven (ten deele ingestort) over de kelders.
Ammerzoden. Ammerzoden. Op den Maasdijk aan de grens van Neder-Hemert een hardsteenen GRENSPAAL (XVIII). De thans NED. HERV. KERK heeft nog het baksteenen 5/10-gesloten choor (XV a), nu voor de godsdienstoefening gebruikt, en den toren (XV d, verhoogd XVI) met traptoren van de oude kerk over, terwijl van het voormalige driebeukige schip (XV d) met dwarspand, opgetrokken in baksteen met banden van tufsteen, alleen de muren met resten van traceeringen en met rijk behandelde steunbeeren, alsmede eenige zuilen met scheibogen overeind staan. Als bouwmeester wordt genoemd
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
4 Willem van Ballestraten. In den toren een achtdeelig gewelf en overblijfselen van muurschilderingen (XVI). Nieuw gestucadoord gewelf over het choor. De kerk bezit: Twee grafzerken (XVI b en 1711) Twee zilveren bekers (geschonken 1746). Klok, in 1547 gegoten door Engel Tolhuys. De moderne R.K. KERK (H. Willebrordus), bezit een gedreven verguld zilveren miskelk (XVIIIa, Augsburgsche keur, meesterteeken van I.F. Bräuer). In de pastorie een portret op paneel (XVI d) en een (XVII B) op doek. Voorstraat A 92. Gevelsteen (1802). Voorstraat A 39. Ankers (1835). Het KASTEEL AMMERZODEN gesticht vóór-XIV, ± 1600 herbouwd na brand, ± 1905 aanmerkelijk gewijzigd en tot vrouwen-klooster ingericht, heeft vier zware ronde hoektorens, die grootendeels uit den tijd van het oude gebouw dagteekenen. Inwendig is het gebouw thans niet toegankelijk.
Wel. De NED. HERV. KERK, in 1842 uitwendig gepleisterd, bestaat uit een schip (XV, het choor in 1842 gesloopt) met twee zijbeuken (XVI), met een noordelijke kapel en eenen ingebouwden westtoren (XI d), wiens benedendeel uit tufsteen opgetrokken is en een trap in de dikte van den muur bevat. Gestucadoorde zoldering (1842) over het schip. Kruisribgewelf in den toren. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII a) en koperen doopbekkenhouder (XVII a). Twee zilveren bekers (1660 en 1661). Klok, in 1546 gegoten door Jan Moer. Uurwerk (XVII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
5 Het SLOT TE WEL of HUIS VAN MALSEN is een door water omgeven baksteenen gebouw: vierkante toren (XV), met in 1885 toegevoegden vleugel. Twee uitgekraagde hoektorentjes aan de oostzijde van den toren. Voorburcht, thans boerderij.
Angerloo. Angerloo. De NED. HERV. KERK (H. Gallus) is een gebouw van tuf-, verhoogd in baksteen, bestaande uit een schip (XII) met noordkapel, waartegen later (XIII?) een zijbeuk gezet is; een 5/8-gesloten choor van tufsteen (XIV); en eenen baksteenen westtoren (vernieuwd 1766 blijkens opschrift). Houten tongewelf over het schip, ribloos kruisgewelf over de kapel, gestucadoorde kruiswelven over den beuk, kruisribgewelf over het choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel met snijwerk (1690). Zandlooper met koperen houder (XVII). Gesmeed ijzeren doopboog (1709). Klok, in 1777 gegoten door Christian Voigt. KASTEEL BINGERDEN (XVIII). Familieportretten. Bij de boerderij GROOT KELL een muurbrok van het vroegere KASTEEL KELL.
Latum. De NED. HERV. KERK (H. Maagd Maria) is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XV B) met driezijdige sluiting (XVII); en eenen toren (XVII, op vermoedelijk ouder onderbouw). In den noordwand van het schip een steen: 1691. De toren heeft boven den ingang twee gedenksteenen (1495) en inwendig een steenen stergewelf op ribben. De kerk bezit:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
6 Koperen lezenaar (XVIII). Dito doopbekken (1702). Klok, in 1608 gegoten door Hendrik van Meurs. Van het oude HUIS TE LATUM zijn nog over twee gebouwen: het eene XV, het andere XVI op ouder onderbouw, met gezwenkte toplijnen. Beide gerestaureerd 1916-1917 door W. Te Riele Gzn. Boven den ingang een wapen en: 1562. Inwendig: kruisribgewelven in het onderhuis; houten balkenzolderingen met Gothische karbeelen. In 1915 zijn de fundamenten van een poortgebouw en sporen der oude grachten gevonden.
Apeldoorn. Een aantal voorhistorische voorwerpen, onder deze gemeente gevonden, bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Apeldoorn. De HUNENSCHANS (± 7de eeuw, gebruikt tot in de 10e eeuw, opgegraven 1908) vertoont sporen van bewoning: a. ten tijde der Drentsche Hunebedden, b. in het klokbekertijdperk, c. in vroegen Saksischen tijd, d. van ± 700 tot ± 1000. De NED. HERV. KERK, gebouwd ter plaatse eener in 1890 afgebrande, bezit: Twee zilveren bekers (1738), en twee (1826). Een groote en twee kleine zilveren schalen (1825).
Beekbergen. De NED. HERV. KERK (H.H. Fabianus en Sebastianus), een
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
7 gebouw van bak- en tufsteen, gerestaureerd 1905, heeft een driebeukig schip, waarvan de vier westelijke traveeën in aanleg XIII en de twee overige traveeën XIV zijn, doch dat wegens welving (XV) inwendig gewijzigd is; een 5/8-gesloten choor (XV a); en eenen, beneden met tufsteen bekleeden toren van drie geledingen, waarvan de onderste geleding XIII a, de beide andere uit ± 1300. Kruisribgewelven over schip en beuken; netgewelf over het choor. Resten van een ribloos kruisgewelf in den toren. De kerk bezit: Drie koperen kronen met schildjes (1777). Twee grafzerken (1626 en 1627). Overblijfselen van een muurschildering (± 1400) en van een gewelfschildering (XVI) in het choor. Twee bekers (1707). Twee klokken, waarvan eene in 1616 gegoten door Hendrick Wegewart, en eene in 1739 door N. Muller. Fragment van een romaansche doopvont op het kerkhof. Twee gesneden houten paneelen (XVI) zijn in 1904 naar het museum Doorwerth overgebracht.
Loenen. De NED. HERV. KERK, vernieuwd in 1861, heeft een baksteenen toren (XV), waarin een koepelgewelf, en waartegen een traptoren met schroefgewelf. Zij bevat: Drie koperen kronen (XVIII d). Grafzerk (XVII). Twee klokken, waarvan eene in 1630 gegoten door Peter van Trier, Johan Philipsen en Willem Evers, en eene in 1651 door Johan, Peter en Henrick van Trier. De R.K. KERK (H. Antonius Abt) bezit: Verguld zilveren kelk (1620).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
8 Een paar zilveren ampullen met blad (XVIII d). Kazuifel van geciseleerd fluweel met geborduurden rand (XVI b). Het HUIS TER HORST (1557, verbouwd o.a. in 1791-'92 en van neo-klassieken voorgevel voorzien) heeft zij- en achtergevels (XVI c, later hersteld en vernieuwd) en bevat kamers met balkenzolderingen en een gebeeldhouwde zandsteenen schouw (1557). In de muren der bijgebouwen fragmenten van schoorsteenen (XVI) ingemetseld.
Het Loo. Het OUDE LOO (XIV-XV, verbouwd XVIb, gewijzigd XVII d en 1817, gerestaureerd sinds 1904 onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers) is een gebouw van baksteen met spaarzaam gebruik van bergsteen. Het bestaat uit een door twee, beneden ronde en boven achtkante, torens geflankeerd oostelijk voorgebouw, waarin een met een tongewelf overdekte doorgang (XVI) naar het binnenplein, en tegen welks achterkant twee vleugels (XVIb) aangebouwd zijn, van welke de zuidelijke de verbinding vormt met een, oorspronkelijk vrijstaanden, vierkanten toren (XVa) op den zuidwesthoek. In den noordoostelijken hoek van het binnenplein een achthoekige traptoren (XV) met een als schroefgang gemetselde wenteltrap. Vierkante traptoren (1916) tegen den zuidwestelijken toren. De verdieping van het voorgebouw en van de flankeerende torens uitgekraagd op spitsboogjes. Boven den ingang in den zuidvleugel een steen met wapenschilden en: 1538. De in 1807 gedempte grachten zijn in 1904 weer uitgegraven. Inwendig: over het onderhuis van den zuidvleugel gewelven met breede platte ribben op achtkante pijlers. In den zuidwestelijken toren een laat-Gothische schouw met wapens en monogrammen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
9 Hiernaast vertrekken met gebrandschilderde ruiten (XVIIA), balkenzolderingen (XVI) en overblijfselen van muurschilderingen (XVII). In den zuidoostelijken hoektoren twee riblooze straalgewelven. In het vertrek hiernaast een schouw (XVIa). In den noordoostelijken hoektoren een ribgewelf op koppen, en hierboven een netgewelf. In de vertrekken ten W. hiervan laat-Gothische schouwen met wapenschilden. Het Koninklijk Paleis HET LOO, gebouwd XVIId (onder de kroonlijst van het hoofdgebouw: 1686) door den architect Jacob Romans naar plannen, althans wat het decoratieve betreft, van Daniël Marot, en herhaaldelijk verbouwd, het laatst van 1911-1914 onder leiding van den Rijksbouwmeester C.H. Peters), is een geheel gewit gebouw, bestaande uit een hoofdpartij met twee ongeveer vierkante hoekpaviljoenen (alles verhoogd 1911-1914) waartegen wederom aan elken kant een paviljoen en een zijvleugel (geheel verbouwd, vooral de oostelijke) aangebouwd zijn. De gevels van den ouden bouw hebben alle een indeeling door pilasters. Vóór het hek twee zandsteenen vazen, Lodewijk XIV, afkomstig uit Loenen. Op het achterbordes twee marmeren vazen naar ontwerp van Marot. Inwendig: groote trap met gesneden leuning (1693, door Marot, het decoratieve schilderwerk hersteld en grootendeels vernieuwd door W.A. Fabri); audientiezaal naar ontwerp van Marot, met heroïsche landschappen door Joh. Glauber en Gerard de Lairesse, en met haardplaat (XVIId); kleine eetzaal met plafond door Marot, nis met twee allegorische figuren in stucwerk en marmeren schoorsteen met krijgsattributen. Verschillende vertrekken in het oude deel hebben gesneden deuromlijstingen. In de rookkamer: portretten van Peter den Groote, Hendrik Casimir I (door W. de Geest), Hendrik Casimir II (twee borstbeelden, een ten voeten uit), koning-stadhouder Willem III in
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
10 statiegewaad der orde van den Kouseband, Frederik Hendrik te paard met een beleg op den achtergrond (door H. Paex). Schilderij van de rijschool van Willem V te Nijmegen. In den salon naast de rookkamer: portretten van de prinsen Philips Willem en Frederik Hendrik, vorst Frederik Wilhelm van Nassau-Weilburg en prins August Wilhelm van Pruisen. Verder: twee polychrome Delftsche platen (XVIIIa), zeven Italiaansche Fayence-schotels, een schoteltje in den trant van Palissy, eenig Chineesch porselein. In de kamer naast de kleine eetzaal: portretten van Willem IV (door Aved), Willem V, en van koning Willem I en prins George Frederik tezamen (door J.F.A. Tischbein.) In de antichambre van de kleine eetzaal: een wandtapijt (XVIId) en portretten van Willem III en zijn gemalin Maria Stuart in statiegewaad (afkomstig van het huis te Meteren). Profiel-portret van René van Chalons (1542). Schilderijen: vertrek van koning Karel II naar Engeland uit Scheveningen (door H. de Meyer), Willem III op jacht (door A.C. Beeldemaker). In den ouden theesalon: ebbenhouten kast (XVIIb) met geschilderde paneelen (door Fr. Francken) en zilverbeslag, en met goudborduursel op de laden; tafel, spiegel en twee guéridons, met zilver belegd (afkomstig uit het huis Honselaarsdijk); twee tafelklokken (XVIId); koperen bolkroon (XVII). Portretten van prins Maurits, Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Schilderijen: Frederik Hendrik bij het beleg van Breda (door A. Cuyp), gezicht op Dordrecht (door J. van Goyen), Willem III op de hertenjacht (door D. Maes). In het Groothertoginnekwartier: ebbenhouten buffet, ingelegd met ivoor en parelmoer, dito schaaktafel (XVIIA), tafelkleed (XVIIb), schrijftafelgarnituur Empire. In den groenen salon: ingelegde tafel (XVIIB), Italiaansche
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
11 spiegel (XVIIIc). Portretten van Willem III en Maria II Stuart in statiegewaad, van Maria II Stuart zittende (door Casp. Netscher), van Sophie Hedwig van Nassau-Dietz (door W. de Geest). In de antichambre naast de groote eetzaal: z.g. ‘kast van Tromp’ met schildpad opgelegd (XVIIc) en met schilderingen achter glas. Portretten van Willem Ven zijne gemalin (Engelsche school), Willem II als kroonprins, hertog Bernhard van Weimar (door J.W. Pieneman), Willem II te paard (door J.B. van der Hulst), George Frederik van Nassau-Oranje (pastel), Karel Willem Ferdinand van Brunswijk, groep der drie kinderen van Willem V (door J.F.A. Tischbein). Schilderij: verwelkoming van Willem I ten huize van graaf van Limburg Stirum. Naast de groote eetzaal een eikenhouten trap met gesneden leuning (XVIId) In het Pruisische kwartier: geschilderd plafond, twee Vlaamsche wandtapijten (XVII, gerestaureerd, afkomstig uit een huis naast het Paleis te 's-Gravenhage). Portretten van George Frederik van Nassau-Oranje, prins Frederik der Nederlanden en Willem Bentinck, eersten graaf van Portland. Op een zolder: portretten van Hendrik Casimir II met gemalin en vier kinderen (door Const. Netscher?), prinses Frederica Louise Wilhelmina (door J.F.A. Tischbein), Amalia van Solms in weduwegewaad, Maria II Stuart, Maria Louise van Nassau-Dietz, Willem IV (door B. Accama), Johann Georg II van Anhalt (door G. Honthorst), Jan van Nassau-Siegen met gemalin en vier kinderen (oude copie in dekverf naar den grooten Anton van Dijck te Panshanger), kop van prins Willem I met mutsje. Verder worden in het Paleis bewaard: gegraveerde zilveren lepel (1689), aan Willem III aangeboden door de schutters van Amsterdam, kleine agaten coupe met zilverbeslag (XVI), gedreven zilveren ananasbokaal (XVII a, meesterteeken van Georg Koler te Neurenburg), mes en vork in leeren foedraal (: 1750).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
12 De PALEISKAPEL, in het oostelijk paviljoen, heeft een stucplafond, heerengestoelte met betimmering, preekstoel, orgelbalustrade met het wapen van den Koning-Stadhouder Willem III (alles XVIId), orgel en twee deuromlijstingen (XVIIId), een aantal stoelen (XIXa). Eenige der particuliere vertrekken van H.M. de Koningin en Z.K.H. den Prins der Nederlanden zijn in dezen inventaris niet beschreven. Van den tuinaanleg in den trant van Lenôtre, in 1795 vernield, zijn nog eenige waterwerken, twee marmeren vazen, en eenige fragmenten van beelden (XVII B) over.
Appeltern. Alfen. DE NED. HERV. KERK bezit een preekstoel met drie gesneden eiken paneelen (XVI d), afkomstig uit de R.K. Kerk. De R.K. KERK (vroeger H. Petrus, thans H. Lambertus), het eerst vermeld in 1250, oorspronkelijk een kruiskerk, bestaat thans slechts uit een geheel gepleisterd schip (vóór-XI?) met een drie-zijdig gesloten choor (XV) en met een langs den toren doorgetrokken noordbeuk (XV); en eenen tufsteenen toren (beneden vóór-XI, herbouwd en verhoogd XII), zonder westingang. Piscina in de choorsluiting. Gestucadoorde zoldering over schip en beuk. Overblijfselen van een steenen koepelgewelf en van een nog vroeger tongewelf in den toren, welks onderbouw oorspronkelijk aan de oostzijde met een grooten rondboog geopend was, als te Dreumel. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII c). Klok, in 1644 gegoten door Jan van Trier.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
13
Altforst. DE NED. HERV. KERK (H. Bartholomeus) heeft van de oude driebeukige parochiekerk slechts het geheel gepleisterde, driezijdig gesloten choor (XV) over. Vlakke gestucadoorde zoldering. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVII b), in welks voet een fragment van een doopvont. Grafzerk (1542). De R.K. KERK (H. Donatus), gebouwd in 1891, bezit: Eiken communiebank (XVI), afkomstig uit de kerk te Megen. Koperen lavabo (XV). Kazuifel (± 1500, gerestaureerd) en twee dalmatieken met ‘Kölnische Borten’ (XV). Bij de pastorie een grafzerk (1636). Klok (z.j.) gegoten door Petit en Fritsen.
Appeltern. De NED. HERV. KERK (H. Servatius, een parochiekerk reeds 1250 vermeld) heeft een modern schip (1858); een 3/8-gesloten, geheel gepleisterd choor (XV); en eenen tufsteenen toren (beneden XI), die oorspronkelijk geen westingang had, aan zijn oostwand twee moeten van lager gelegen schip-daken vertoont en overblijfsels van een baksteenen koepelgewelf bevat. Ingang (1840). De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII b, geverfd). Koperen predikantslezenaar (1765) op arm (XVII). Koperen voorzangerslezenaar en doopbekkenhouder (beide 1793 door C. en P. Bayens.) Koperen blaker (1805). Klok, in 1658 gegoten door J.P. en H. van Trier.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
14 Van het HUIS TE APPELTERN (vernieuwd 1686) zijn slechts het (gepleisterde) waschhuis en de bouwhuizen (XVII) over, waarin de wapens der eigenaars uit 1686 en 1786.
Maasbommel. De NED. HERV. KERK (1842) bezit: Eiken preekstoel (XVII) met snijwerk. Kabinetorgel (1780, door Strumpfel). Twee koperen lezenaars (XVII). Koperen kroon (XVII).
Arnhem. a. Voorhistorische enz. voorwerpen, alhier gevonden, bevinden zich in het gemeentelijk museum en in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden
b. Verdedigingswerken. Overblijfselen der oude STADSWALLEN in de Langestraat, o.a. in Nr. 309 een fragment van een ronden VESTINGTOREN. In den tuin achter het huis Eusebius-Binnensingel 16 een fragment van een WALPOORTJE. SABELPOORT, genoemd 1357, vernieuwd 1440, daarna gebruikt voor de opsluiting van krankzinnigen, de bewaring van geschut en als ‘tolkamer’ der Geldersche Rekenkamer, in 1625 verwijd, in 1647 verbouwd door Arien Verhoeff, ± 1910 uitwendig gerestaureerd. Vierkant baksteenen gebouw, aan de buitenzijde geflankeerd door torens met vernieuwde kanteelen, aan de stadszijde voorzien van een klassieke poortomlijsting met
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
15 een opschrift en: 1647, in de kroonlijst het stadswapen. In den doorgang een sleuf voor een valhek en, aan de stadszijde, een ribloos kruisgewelf. Daarboven een vertrek, toegang gevend tot de met koepelgewelven overdekte torenkamers.
c. Wegen, bruggen enz. Bij de Schipbrug een KLOK, in 1755 gegoten door Joan Nicolaus Derck.
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1.GOUVERNEMENTSGEBOUW (1803-1818, ter plaatse van het in 1310 gestichte, XVII vernieuwde en in 1802 gesloopte STADHOUDERS- of PRINSENHOF, waarvan een houten model in het Stedelijk Museum). In de voorzaal en in de Statenzaal plafonds uit den tijd van den bouw. In de laatste schutterijvlaggen (1830). Een deel van het oudere gebouw, bij het huis Markt 6 aangetrokken, bevat een trap met gesneden leuning, een zaal met stuc-plafond, betimmering, damastbehangsel en marmeren schoorsteen, en een kamer met stuc-plafond en schoorsteen (alles XVIII c). 2.AMBTSWONING VAN DEN COMMISSARIS DER KONINGIN. Baksteenen gevel (XVII b, gewijzigd XVIII) met hardsteenen plint, pilasters en kroonlijst. Ter plaatse van den ouden (vóór 1830) ingang een balkon met omlijsting, waarboven een nis met krijgstropheeën. Inwendig: gebeeldhouwde eiken trapleuning; trappenhuis met stucwerk; zaal met stuczoldering, marmeren schoorsteen, betimmering en geschilderd behang; eetkamer (voorheen gang) met betimmering, stuczoldering en vier
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
16 grisailles; tuinkamer met stuczoldering, alles Lodewijk XV. In de achterliggende bijgebouwen steenen: 1706 en 1707. 3.Het RAADHUIS aan de Markt, is het 1539-1546 door Maarten van Rossum gestichte z.g. DUIVELSHUIS, doch aanmerkelijk gewijzigd in 1830, en gerestaureerd en vernieuwd in 1898 en volgende jaren. Van den ouden bouw zijn, met het muurwerk, slechts over: de ingang, geflankeerd door saters als draagfiguren onder het zuidelijke uitstek; de koppen (opgehakt) boven de vensters; en een poortje met gothische omlijsting en renaissance-fries, voorloopig ingemetseld in een muur achter het Raadhuis. In den doorgang, die zich onder het uitstek opent, een kruisgewelf met gebeeldhouwde sluitsteentjes. 4.Het PALEIS VAN JUSTITIE, gebouwd in 1838 door A. Aytinck van Falkenstein, bevat, in het parket van den Officier van Justitie, een gesneden eiken kast (XVII c). 5.De WAAG (1761), wier verdieping als Museum van Oudheden dienst doet, is een baksteenen hoekgebouw met hardsteenen plint, hoekpilasters, en omlijstingen. Balcon met ijzeren smeedwerk, rustend op kolommen. Frontons op de beide gevels. 6.Het CENTRAAL-GEBOUW aan de Bakkerstraat, na 1698 STADSWAAG en TURFHUIS; 1791-1865 schouwburg, thans verkooplokaal, heeft nog de zijmuren en steunbeeren (XV) der kerk, behoorend bij het in 1636 verlaten ST. CATHARINA-GASTHUIS (zie f.3). 7.Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis BRONBEEK (1847). Verzameling van wapens en vlaggen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
17 8.OPENBARE BIBLIOTHEEK. Baksteenen gevel (XVIII c) met houten omlijsting van de deurtravee. Boven de deur een alliantie-wapen (XVIII d).
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. GROOTE of ST. EUSEBIUSKERK, sinds 1452 gebouwd ten Z. van de toenmalige St. Maartenskerk, na brand in 1633 ten deele hersteld, sinds 1894 gerestaureerd onder leiding van de architecten C.B. Posthumus Meyjes (inwendig), J.W. Boerbooms, en Jos. Th. Cuypers (uitwendig) en door H. Portheine, is een grootendeels van natuursteen opgetrokken kruiskerk, bestaande uit een schip (voltooid 1470) met twee zijbeuken, beide ± 1503 verlengd met een kapel naast den toren; een dwarspand (1529); een naar het N. afwijkend 3/8-gesloten, en door een omgang omgeven choor (1536, overwelfd 1570, het gewelf ingestort 1633, toen vervangen door een houten, en in 1783 door een gestucadoorde zoldering, doch hernieuwd 1902); en eenen westtoren (beneden 1470, verhoogd 1550 en 1650, meermalen door brand beschadigd, belangrijk hersteld in 1900). Aanbouwen: tegen den zuidwand van het schip de ST. EUSEBIUS-KAPEL (± 1470, in 1783 een zoldering ingelegd); ten O. van den zuid-arm de sacristie (1528) met erboven gelegen, langs een traptoren bereikbare gerfkamer, en met latere oostelijke uitbreiding. Zuidportaal (± 1529) met laat-gothisch beeldhouwwerk en deur (XVII) Noordportaal (1783), waarboven een aanzet van de vroegere welving. Portiek (± 1500) in den westmuur van den noordarm. Venstertraceeringen en luchtbogen vernieuwd, ook de balustrade langs het dak, onder welke een spitsboogfries loopt, op ten deele oude koppen. Inwendig: triforium (met vernieuwde balustrade), doorloopend langs de muren en de groote lichtramen van het dwars-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
18 pand Spitsboogfriezen op gebeeldhouwde koppen onderlangs het triforium en de waterlijst. De ‘RAADSKAPEL’ ten Z. van den toren is in 1855 door een ingelegden vloer in twee verdiepingen gedeeld: een bergplaats en een consistoriekamer, in welke laatste draagsteenen met dier-voorstellingen. Netgewelven over schip, beuken, choor en omgang, sacristie en de kapellen naast den toren. Stergewelven over dwarspand, St. Eusebiuskapel en zuidportaal. Kruisribgewelf over de gerfkamer. Jaartallen tegen enkele gordelbogen geschilderd: in den noorddwarsarm 1526, tegen den triomfboog 1529, aan de westzijde van de kruising 1694, in den choor-omgang aan de zuidzijde 1528, aan de noordzijde 1536. Tegen den zuidwestpijler overblijfselen van een altaar. De oorspronkelijk vrijstaande toren heeft vier geledingen, de twee onderste vierkant en ten deele van tufsteen, de derde (open) achtkantig met: 1651 in het fries onder de balustrade; de vierde achtkantig met het stadswapen aan vier zijden. Leien spits met open koepel. Inwendig een kruisribgewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1660, trap nieuw) met koperen lezenaar (XVII c). Orgel (1770 door Johan Michael en Johannes Wagner te Schmiedefeld, hersteld 1908). Houten beeld (XVI b, hersteld 1903) van Karel van Gelre in harnas, onder overhuiving (XVII B). Marmeren graftombe (XVI b) van Karel van Gelre († 1538) boven zijn grafkelder, waarin o.a. een zilveren kistje met hart. De tombe vertoont sporen van polychromie. Zes nieuwvergulde zandsteenen leeuwen (XVI). Tusschen den tweeden en den derden pijler van den chooromgang aan de noordzijde een geschilderd grafschrift (XVI d). Gebeeldhouwde epitafen van Joost Sasbout (1546) en van Martinus Goris (1632).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
19 Grafmonument van George Ripperda (1696). Talrijke grafzerken (1541, 1543, 1553, 1561, enz. enz.) Gothische gedenksteentjes in den chooromgang aan de noordzijde. Fragment van een glasschildering (XVI b). Drie andere fragmenten (XIV) bevinden zich ten huize BABBERICH onder Zevenaar. Gewelfschildering (1515-1550, gerestaureerd ± 1890 door Ellens) in de zijbeuken. Overblijfselen van een muurschildering tegen den oostwand van den chooromgang en in de St.-Eusebiuskapel; tapijtschilderingen op twee kruispijlers. Twaalf gildeborden (XVII en XVIII); vier gildetafels (1766). Tekstbord (1706). Koperen kroontje (XVII b), afkomstig uit de Gasthuiskerk; verschillende schildjes (XVII c) van oude kronen. Acht zilveren bekers; een groote en drie kleine zilveren schalen (alles XVIII c). Drie klokken, waarvan eene in 1477 gegoten door Gobelinus Moer, eene in 1477 door Gherardus de Wou en eene in 1539 door Wil. Tolhuis; klokkenspel van 44 klokken, waarvan 25 in 1652 door F. Hemony te Zutfen, 7 door F. en P. Hemony, 9 in 1734 door I.B. Le Vache gegoten, en 2 zonder opschrift. Uurwerk (1650, door J. Spraeckel te Zutfen, hersteld 1835). Plattegrond der kerk (1740 door H. Schreven, wapens in 1757 door Wilh. ten Haegh). Ontwerp voor het orgel (1770). Deur (XVII) in het zuidportaal. Twee beschilderde kisten (XVII). 2. De NED. HERV. KOEPELKERK (1837 door A. Aytinck van Falkenstein, inwendig vertimmerd in 1902) bezit een orgel (1841). 3. De voormalige LUTHERSCHE KERK (XVII) aan de Koren-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
20 markt, in 1701 verbouwd, in 1898 gerestaureerd en tot graanpakhuis ingericht, heeft opgaande Ionische pilasters, houten kroonlijst en fronton, gedichte boogramen. Boven de deur een zwaan in eene versiering, Lodewijk XIV. 4. De WAALSCHE KERK bestaat uit het 3/8-gesloten, thans uitwendig bepleisterde choor (XV c) der kerk van het voormalig St. Agnietenklooster (zie e 9). 5. De R.K. ST. WALBURGSKERK, oorspronkelijk een, vermoedelijk eenbeukige, kruiskerk (XIV b) met rechte choorsluiting, 1391-1422 van zijbeuken voorzien, in 1499 en 1553 met kapellen verrijkt, XVII a tot arsenaal en militaire gevangenis ingericht, 1808 herwijd, 1853 belangrijk verbouwd en uitgebreid door Th. Molkenboer, bij welke gelegenheid het noordwestelijk deel instortte, bestaat thans uit een driebeukig schip met een in 1853 aangebouwd 5/8-gesloten choor; een dwarspand; vier kapellen (± 1886 gerestaureerd onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers) tegen den zuidwand van schip en dwarspand, en twee westtorens (de noordelijke in 1365 begonnen, in 1854 ingestort en daarna herbouwd). Tegen den westgevel een vierkante traptoren. De vensters in den noordgevel in 1886 heropend. Kruisgewelven in twee, kruisribgewelven in de twee andere kapellen, overigens gestucadoorde gewelven. De kerk bezit: Negen grafzerken (1495/1543, 1498, 1532, 1553, 1561, 1563, 1566, 1566, 1569). Twee paneelen (XVI a) van een drieluik: Aanbidding der herders en Besnijdenis. Zilveren pax (XVI a). Zilveren crucifix (voet XVI, bovendeel XVIII). Twee klokken, eene (1477) en eene in 1481 door Gherardus de Wou gegoten, beide afkomstig uit de in 1818 afgebroken St. Janskerk.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
21 6. De R.K. KERK van den H. Eusebius (1864) bezit: Schilderij (XVI a): Kruisiging. Zilveren reliekhouder: borstbeeld (XV) van den H. Eusebius op voetstuk van 1669. Zilveren godslamp (1687). Zilveren wierookvat (bovendeel gegoten XV A, kuip gedreven XVI A.) 7. De R.K. KERK van den H. Martinus (1875) bezit een gepolychromeerd beeld (XVI a) van Maria met het Kind. 8. Van de in 1858 gesloopte ST. NICOLAASKERK (XV) bevinden zich twee ijzeren kruisen in het Stedelijk Museum. 9. Het ST. AGNIETENKLOOSTER (1404), in 1636 tot Gasthuis ingericht (zie f 3), is in 1860 gesloopt. 10. OP MARIENDAAL, ter plaatse der voormalige abdij MARIENBORN, bevinden zich fragmenten van grafzerken (XV d).
f. Gebouwen van liefdadigheid. 1. Het BURGERWEESHUIS (opgericht 1583) heeft een baksteenen gevel (XVIII c), houten geprofileerde kroonlijst op dragers, gesneden houten omlijstingen in de deurtravee. Gebeeldhouwde voordeur, Lodewijk XV. Inwendig (XVIII c): gebeeldhouwde gangdeuren en trapleuning, trappenhuis met stuczoldering. In de voorkamer rechts een houten schoorsteen met schilderstuk in gesneden omlijsting. In de regentenkamer een marmeren schoorsteen met spiegel en schildering in omlijsting, stuczoldering, geschilderd behangsel. Stoel (XVII b). Gesneden omlijsting (XVII) om een bord met namen. Voorstelling van weeskinderen in costuum (XVII b). Op de linnenkamer drie eiken kasten (XVII). 2. Het R.K. BESTEDELINGENHUIS ‘INSULA DEI’ is een bak-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
22 steenen gebouw (XVIII a) met twee zijvleugels (± 1863). Houten kroonlijst op zware consoles. Gesneden deur- en raamomlijsting. Siervazen op dak en ingangshek. 3. Uit het voormalige ST. CATHARINAGASTHUIS, het eerst vermeld in 1246, XIV a aan de Bakkerstraat (zie d 6), in 1636 in het St. Agnietenklooster (zie e 9) gevestigd, bevinden zich in het Stedelijk Museum: twee altaarstukken (XV d), fragment van een glasschildering (XV), steenen antependium (vier fragmenten XVI b), houtsnijwerk van een schoorsteenmantel (1655), plank (XVI d) met de namen vang asthuismeesters, uithangbord en twee steenen beelden (XVII): oude man en vrouw. 4.
ST. PETERSGASTHUIS,
zie g. 1.
g. Particuliere gebouwen. A. Gothiek. 1.
Rijnstraat 71. Voormalig ST. PETERSGASTHUIS, gesticht 1401 in een gebouw ‘DE MUNTE’ geheeten, gewijzigd 1850 en ± 1900. Boven de moderne winkelpui een gothische baksteengevel met twee uitgekraagde hoektorentjes, waaronder gebeeldhouwde draagfiguurtjes. De gevel is bekleed met steenen, afkomstig van het kasteel ENGHUIZEN bij Hummeloo. Tegen den zijgevel een vierkante traptoren met gemetselde wenteltrap. De achtergevel heeft trappen. Inwendig: balkenzoldering op ten deele nog oude zandsteenen draagstukken. Eiken kap. Klok (XV?).
B. Renaissance. 2. Koningstraat 37. Achter het stadhuis een fragment van een achtergevel (XVI A), waarin drie smalle vensters met gebogen middendorpel. Zijgevel met trappen. 3.
Langstraat (achterzijde van Oeverstraat 74). Gepleisterde trapgevel met bergsteenen afdekkingen en waterlijst (XVI d).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
23 In den zijgevel gedichte vensters met overblijfselen van een kruiskozijn en ontlastingsbogen. Poortje (XVI d). Inwendig: oude balkenzoldering. 4.
Kerkstraat 19. Trapgevel (XVI d), ten deele gepleisterd. Ankers. Hier naast een klassiek poortje met cartouche (± 1650). Hierachter een langwerpig gebouw (XVI c) met trapgevels aan de smalle zijden, waarin gedichte vensters en waterlijst.
5-7.
Bakkerstraat 4 en 5, Pastoorstraat 18. Overblijfselen van zijgevels met trappen (XVI-XVII).
8.
Rijnstraat 41. Gevel (XVII a, gerestaureerd 1913) met zandsteenen versieringen en gezwenkte toplijnen. Pui modern.
9.
Turfstraat 3. Trapgevel (XVII b, bovendeel afgebroken) met ontlastingsbogen en zandsteenen banden. Sluitsteenen met engelkopjes. Ankers.
10.
Oeverstraat 76. Gevel met opgaande pilasters, gebogen fronton, zandsteenversieringen, ook om drie ovale venstertjes. Twee steenen (linten): 1675.
11.
Groote Markt 23. Trapgevel (XVII c). Ontlastingsbogen met kopjes. Voluten tegen de trappen. Hijschbalk. Ankers. Pui modern.
12.
Bakkerstraat 57-59. Gewijzigde gevel (XVII) met korfbogen en banden. Kroonlijst, Lodewijk XV. Pui modern.
13.
Bakkerstraat 31. Fragment van een gevel (XVIIb) met pilasters tegen een verdieping en met zandsteenen banden. Korfbogen met gebeeldhouwde sluitsteenen. Deuromlijsting (XVIII d).
C. Lodewijkstijlen. 14. Bakkerstraat 56 (voorheen ‘DIE OLDE MUNTE’, waarvan aan den zijgevel overblijfselen van trappen.) Gevel Lodewijk XIV, met versierde midden-travee, waarin een alliantiewapen boven de deur. Kroonlijst op consoles. Deur, Lodewijk XIV. Inwendig (alles,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
24 Lodewijk XIV): gang met stuczoldering, eiken trap met gesneden leuning. Trappenhuis met lantaarn. In de voorkamer een stuczoldering met mythologische schildering (1730 door A. Elliger), betimmering, schoorsteen met spiegelomlijsting, dessus-de-porte. In de achterkamer een stuczoldering, vroeg Lodewijk XV. In de achterkamer aan de andere zijde een stuczoldering, vergulde spiegelomlijsting en schoorsteenstuk. 15.
Bakkerstraat 25. Gevel met kroonlijst, Lodewijk XIV, waarin een venster met gesneden omlijsting. Pui modern.
16.
Onderlangs 6-8. Gepleisterde huizen met topgevels, op een waarvan: 1778.
17.
Bakkerstraat 24. Tuitgevel, Lodewijk XV, met klauwstukken en topversiering.
18.
Groote Markt 6. Zie d 1.
19.
Walburgsplein 10. Gevel (XVIII c). Versierde middentravee, Lodewijk XV. In de deuromlijsting een wapen. Inwendig: gang met stucwerk. Gesneden trapleuning. In de rechtervoorkamer betimmering, schilderingen op plafond en behangsel, en schoorsteenstuk. In de linkervoorkamer stuczoldering, schoorsteenstuk en spiegelomlijsting.
20.
Bakkerstraat 19. Gevel (XVIII d) met opgaande hardsteenen pilasters. IJzeren raamhekken, Lodewijk XV.
21.
Groote Markt 7. Gepleisterde gevel (XVIII d) met houten kroonlijst en fronton, waaronder een alliantiewapen.
Op de Sonsbeek-weide een BOERDERIJ(XVIII) met watermolen. In het park SONSBEEK zijn in 1914 grondslagen van een kasteel (GULDEN SPIJKER? 1524) gevonden. Details. Drieharingenplaats C 64. Zeven koppen en maskers. Gevelsteen (XVI d).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
25 Langstraat 89 en 138. Deuren, Lodewijk XIV. Koningstraat 34 en 36. Houten kroonlijsten, Lodewijk XIV. Gevelsteen. Janslangstraat 1-2 (1665). Ankers. Turfstraat 5 (XVI), St. Jansstraat 11a (1608), Varkenstraat 24. In het villapark HULKESTEIN gemetselde hekposten met vazen en opschrift, en een gesmeed ijzeren hek (XVIII c). Het kasteel ZYPENDAL (1743, doch geheel gemoderniseerd) heeft in den achtergevel een steen: 1651. Bij MONNIKENHUIZEN zijn in 1890 gebeeldhouwde grafzerken en fragmenten daarvan (XV d en XVI) gevonden.
h. Musea en particuliere verzamelingen. 1. MUSEUM VAM OUDHEDEN (zie d 5). Schilderijen en afbeeldingen van oude gebouwen, portretten (o.a. van Karel van Gelre), bodestaven (XVII en XVIII), gildebekers (XVII en XVIII), munten, Arnhemsch aardewerk, zandsteenen relief (XVI a, afkomstig uit Zeddam) enz. Zie ook f 3. 2. NEDERLANDSCH OPENLUCHTMUSEUM. Boerenwoningen. Fragmenten van landelijke bouwkunst. Voorwerpen van folkloristisch belang enz. 3. VERZAMELING-Mr. W.F.K. BARON VAN VERSCHUER. Chineesch porselein en Delftsch aardewerk. 4. VERZAMELING-F. BARON VAN VERSCHUER. Munten. 5. VERZAMELING-Mr. W.E.J. BARON VAN BALVEREN. Familie-portretten (XVI), afkomstig uit het huis te Echteld, Uurwerken. 6. VERZAMELING-MR. E.P.A.M. SCHEIDIUS. Schilderijen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
26 en familieportretten, o.a. van de familie van der Graeff uit Dordrecht. 7. VERZAMELING-G.H. BRAAMS. Schilderijen en portretten, o.a. een door Frans Hals. 8. VERZAMELING-VAN GROTENHUIS. Familieportretten, o.a. van het geslacht Lyauckama, door W. de Geest. 9. VERZAMELING-A. MOS. Oude schilderijen en teekeningen. 10. VERZAMELING-VAN DER TOORN. Praehistorische en Romeinsche oudheden enz.
Balgooi en Keent. Balgooi. Van de R.K. KERK (H. Johannes de Dooper) is nog slechts over de toren (XIV, spits hersteld 1799), die in zijn gepleisterden voet tufsteen bevat, doch overigens geheel van baksteen is. Tegen den oostwand sporen van later verhoogd schipdak. Leliekruis. Inwendig: kruisgewelf. Twee klokken, eene gegoten door Petit en Fritsen, eene zonder opschrift. Vóór het zeer bouwvallige KASTEEL BALGOOI (XVIII A) bevindt zich een gesmeed ijzeren hek uit den tijd van den bouw. Bij het kasteel een, eveneens bouwvallige, topgevel (XVIII).
Keent. Aan den straatweg bouwval der ST. ANTHONIUS-KAPEL, vermeld XV, thans in particulier bezit: muurwerk van drie traveeën en 5/8-sluiting.
Barneveld. Scherven van klokbekers en van laat Saksisch aardewerk in deze gemeente gevonden, zijn in het RAADHUIS te Barneveld en in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
27
Barneveld. Het RAADHUIS bevat verder: Fragment van steenen waterbekken (XIV) en verguld koperen Christusbeeldje (XIII), afkomstig uit de oude kerk te Garderen. Draagsteenen en sluitsteen (XIV), afkomstig uit de oude kerk te Voorthuizen. Steenen console (XVI a). Koperen kaarsenstandaard (XVII d). Copie der Mariakroon, eertijds in de Ned. Herv. Kerk. Fragmenten van gebrande ruiten (XVI d-XVII A). Geëtste drinkglazen (XVIII). De NED. HERV. KERK (H. Odulphus) is een baksteenen hallenkerk (XV c), ontstaan door vergrooting eener kruiskerk (XIV), geteisterd o.a. in 1421, 1482, 1517, hersteld in 1645 en 1860-1862. Zij heeft een 5/8-gesloten choor, smaller dan het middenschip en eenen toren, beneden midden-XIII, verhoogd XIV, (herhaaldelijk verbrand o.a. 1653, 1683, 1828, 1870) tegen welks oostwand sporen van twee lagere schipdaken. De oostgevels der zijbeuken hebben toppen XVI a. Kruisribgewelven. In den toren overblijfselen van een stergewelf, alsmede van de voormalige torentrap en den toegang daartoe. Op het choor een ijzeren kruis van den in 1752 afgebroken dakruiter. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1654), banken (1654, 1658 en 1728) en doophek (1654). Koperen lezenaar (1727) en twee dito doopbogen (XVII). Orgel (1766). Wijzerplaat met beeldje van Mozes (XVIII). Grafzerken (XV-XVIII). Grafmonumenten: 1793, 1796 (door A. Ziesenis), XVIII d en 1808 (door Guillot). Doopzilver (1841). Drie klokken: eene in 1634 gegoten door Peter van Trier en Jan Philipsen, eene in 1711 door Claes Noorden en Jan
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
28 Albert de Grave, en eene door J.M. van Bergen te Heiligerlee. De in 1862 ontdekte muurschilderingen zijn overgewit. De Mariakroon (XV), in 1629 uit de St. Janskerk te 's-Hertogenbosch geroofd, bevindt zich in het Rijksmuseum te Amsterdam. Langstraat 39. Topgevel met vlechtingen en: 1690.
Garderen. De NED. HERV. KERK (1859) vervangt, blijkens een gedenksteen boven den oostelijken ingang, eene kerk van 1575, gebouwd na het verbranden eener oudere (gesticht 1050 en gewijd aan den H. Gangulphus), wier merkwaardige baksteenen toren (XIV a, verhoogd XV, spits vernieuwd XVIII), een spitsbogig tongewelf bevattend, nog staat. Zij bezit: Koperen lezenaar (1736). Twee koperen kronen (XVII). Avondmaalsbeker (1723). Klok (1802). Een fragment van een steenen waterbekken en een verguld koperen Christusbeeldje (XIII), uit deze kerk afkomstig, zijn thans in het Raadhuis te Barneveld.
Kootwijk. De NED. HERV. KERK, thans in huur bij de Gereform. Gemeente, heeft een geheel gepleisterd schip (XVI a, eene kapel stond hier reeds XI c) met een gepleisterd driezijdig gesloten choor, en eenen baksteenen toren (XVI a, spits 1838 verlaagd), met overhoeks geplaatsten achtkantigen traptoren, gedekt door een baksteenen spits. Klok (XIX a?) zonder opschrift.
Voorthuizen. Van de kerk (H. Odulphus), welke door de tegenwoordige NED. HERV. KERK (1865) vervangen wordt, is de baksteenen toren
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
29 (XV) met traptoren over en bevinden zich eenige overblijfselen in het Raadhuis te Barneveld (z. blz. 27). Zij bezit nog: Koperen lezenaar (1710) en dito zandlooperhouder (XVII c). Twee koperen kronen (1710). Drie klokken: twee in 1775, en eene in 1776 gegoten door Alexius Petit en Zoon.
Batenburg. Een aantal hier opgegraven urnen is in het museum der paters Franciscanen te Megen; enkele Romeinsche bronzen munten bevinden zich in het museum van het Provinciaal Genootschap in Noord-Brabant. De NED. HERV. KERK heeft van de oude, sinds 1443 collegiale kerk (H. Willebrordus, later H. Victor) nog het driebeukige baksteenen schip met zuidportaal en den ingebouwden toren (alles XVI a) over, alles uit- en inwendig gewit. Choor afgebroken. Uitbouw: grafkelder (XVII). Tegen den zuidmuur van het schip ankers: 1612. Inwendig: gestucadoorde zoldering (1836). De kerk bezit: Hardsteenen doopvont (XIII A, gerestaureerd). Eiken preekstoel (1665), doophek en heerenbank (XVII b); banken (XVII b). Eiken voorzangerslezenaar (1669). Orgel (1770, door Crane). Grafzerken (1429, 1540, 1616, 1618, 1645, 1666 enz.) Een gebrandschilderd glas (XVII). Elf rouwborden (XVII en XVIII); borden met namen der predikanten. Koperen kroon (XVIII d). Twee zilveren bekers (XVII B), dito schotel (XVIII c) en schenkkan (1850). Klok, in 1758 vergoten door Alexius en Petrus Petit.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
30 Uurwerk (1634, door Jan van Call, hersteld 1846). Van het SLOT TE BATENBURG, grootscheepschen kasteelaanleg van ± 1600, op ouderen grondslag, en in 1795 verbrand, zijn slechts bouwvallen over: een ringmuur met bastions en uitgekraagde spie-torens; een fragment van een poortgebouw; en een groote ronde toren, waarbinnen overblijfselen van schoorsteenen en kruiskozijnen, alles van baksteen met banden van bergsteen. Overwelfde kelders. Tuin nog ‘KASTEELSCHE BLOEMHOF’ geheeten. Vier bronzen kanonnen en een gedenksteen zijn in 1795 naar het kasteel te Bentheim overgebracht.
Beesd. Akkooi. De NED. HERV. KERK (1844) heeft nog twee geledingen van den zwaren baksteenen, in zeer vervallen staat verkeerenden en sterk hellenden toren (XV d) der vorige kerk. Gemetselde fialen. Inwendig: een beschadigd stergewelf; hierboven een koepelvormig gewelf. De kerk bezit: Doophek en -banken (XVII B). Twee psalmborden (1840). Twee kristallen kronen (XVIII d). Gegraveerden zilveren beker (XVII b). Klok (1700).
Beesd. De NED. HERV. KERK (± 1825), vervangt eene oudere (vroegste vermelding: 1259), wier zware, van zijn spits beroofde toren (XV c) van baksteen met bergsteenbanden, nog staat. Hierin kraagsteenen van een verwijderd kruisribgewelf. Traptoren met gemetselde wenteltrap. De kerk bezit: Orgel (± 1730), afkomstig uit de Fransche kerk te Vianen. Klok, in 1468 door Johannes en Willem Hoerken gegoten. De R.K. KERK (1877) bezit:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
31 Twee houten heiligenbeelden (± 1500): H. Willebrordus en H. Helena. Zilveren kruis (1793), waarin een reliek.
Mariënwaard. Op het landgoed MARIËNWAARD ter plaatse der XVI A verwoeste gelijknamige abdij, bevindt zich een grafzerk van den Abt Petrus Zuyren († 1563).
Renooi. De NED. HERV. KERK (1836) heeft in het westelijk deel nog eenige overblijfselen van een middeleeuwsch baksteenen gebouw (XV). Houten toren op den westgevel, in denzelfden trant als te Otterloo. De kerk bezit: Eiken preekstoel (grootendeels XVII c). Dito doophek (XVII) Twee psalmborden: (1849). Zilveren beker (XVII b). Klok, in 1655 gegoten door F. en P. Hemony te Zutfen. Op het kerkhof twee zerken (1556 en 1562).
Bemmel. Scherven van Germaansch vaatwerk, onder Doornenburg gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Bemmel. De NED. HERV. KERK (H. Donatus), in 1834 geheel gepleisterd, bestaat uit een schip (vermoedelijk XIV), dat XVII verbouwd en naar beide zijden verbreed is met doorbraak van de oude zijmuren; een uitbouw (XV B) ten Z. van het schip; een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen toren (XIII A) van tufsteen. Gestucadoorde zoldering over het schip, kruisrib- en straalgewelf over het choor, netgewelf over den uitbouw, koepelgewelf in den toren.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
32 De toreningang heeft, niet in den oorspronkelijken stand te zamen gevoegde, pilasters en latei (1623). De kerk bezit: Orgel (1775, hersteld 1834). Drie grafzerken (XVII, 1783, 1797). Zilveren beker en schotel (XVII); dito kan (1784). Twee klokken, in 1623 en 1625 gegoten door Jan en Willem Philipsen.
Doornenburg. Het KASTEEL DOORNENBURG (XIVa, gewijzigd XVIIc en XVIII) bestaat uit: a. Voorburcht: trapeziumvormig plein, omringd door een zwaren muur met een langs de oost- en de westzijde op muurbogen rustende weergang, en met twee noordelijke hoektorens, twee zuidelijke uitgekraagde torens en eenen oostelijken, van een koepelgewelf voorzienen verdedigingstoren. De voorburcht is toegankelijk door een aan de noordzijde geplaatst poortgebouw met kanteeling en met twee ronde, bovenaan uitgekraagde torens, waarin koepelgewelven. De zuidwesthoek der voorburcht wordt ingenomen door de voormalige slotkapel met driezijdig gesloten choor (hierin sporen van beschildering der sluitingswanden) en een spietorentje op den zuidwesthoek. In den ringmuur bevinden zich twee poortjes naar de gracht. Steenen trap naar de weergang. b. Rechthoekig hoofdgebouw, door water omgeven, met uitgekraagde torens op de hoeken, verbonden door een kanteeling, en met een hoogen spietoren, boven den westmuur uit het dak rijzend. Inwendig: kelders met tongewelven, twee vertrekken met versierde stuczolderingen (XVIIc, in eene ervan de voorstelling van Gijsbrecht van Amstel in toernooikleedij), houten schoorsteenen (XVIIc en XVIIId), in den spietoren een baksteenen wenteltrap. Een wapenbord (1565, vernieuwd 1660) is in 1914 overgebracht naar het kasteel Suderas bij Warnsveld. Fraaie wandtapijten
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
33 (XVId), in 1865 nog aanwezig, zijn sindsdien geheel vergaan. De R.K. KERK (H. Martinus) bezit: Groep in houtsnijwerk (XV d, nieuw gepolychromeerd), voorstellende de H. Veronica, den zweetdoek aan de twee Vrouwen vertoonende.
Ressen. De NED. HERV. KERK is een gepleisterd gebouw, bestaande uit een schip, gedeeltelijk van tufsteen (XIII), verhoogd met baksteen en waartegen een zuidelijke kapel (XV); een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen toren (XIII A), grootendeels van tufsteen, welks oostwand sporen van een lager schipdak vertoont. Vlakke stuczoldering over het schip, steenen tongewelf over de kapel, kruisgewelf over het choor. De kerk bezit: Zilveren beker en schotel (1702). Klok, in 1688 gegoten.
Berg. Voorhistorische steenen en bronzen voorwerpen hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Beek. Op den weg naar Zeddam een HAGELKRUIS. De R.K. KERK (H. Martinus), dagteekenend uit 1339, ± 1860 verbouwd en met zijbeuken vergroot, in 1916 naar het O. uitgebreid, heeft eenen tufsteenen toren (beneden XIV, boven XV c).
's-Heerenberg. b. Verdedigingswerken. Van den ouden VESTINGWAL (XVIA) is een gedeelte over.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
34
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het RAADHUIS (XVI a, gerestaureerd 1914-1917 door den architect Jac. van Gils) is een rechthoekig baksteenen gebouw. Midden voor den gevel een achtkante traptoren, waarin een wenteltrap en waarop een open koepel met klok, in 1526 gegoten door Segewinus Hatyseren. Zijgevels met toppen. Baksteenen lijstwerk aan den zuidgevel. Kruisramen weder aangebracht. In het onderhuis steenen tongewelven. Geprofileerde neusstukken onder enkele balken. 2. Bij de Ned. Herv. Kerk een woonhuis, overblijfsel van de OUDE MUNT (XVI?).
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK (H.H. Georgius en Pancratius), een geheel gepleisterd gebouw, is het in 1612 verbouwde dwarspand der oude kerk (eene in 1259 gestichte werd in 1399 tot parochiekerk verheven). Gestucadoorde zoldering. Memoriesteenen: 1612 en 1679/1687. Zij bezit: Drie rechtopgezette zerken (1525, 1558/1585, 1629), en eenige bedekte. 2. In den toren der moderne R.K. KERK drie klokken, afkomstig van de tegenwoordige Ned. Herv. Hiervan twee, in 1493 door Geert van Wou gegoten, en eene zonder jaartal. 3. Overblijfselen van de GASTHUISKAPEL (XV d), waarop een met leien bekleede spits. Voor Nr. 241 en voor de oude bewaarschool grafzerken (resp. gothisch en 1622). In den gevel van Nr. 215 een steen: 1646. Het SLOT 'S-HEERENBERG (± 1550, 1598 ontmanteld, XVII d verbouwd, 1735 gedeeltelijk verbrand en 1750-1760 hersteld,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
35 1792-1842 voor R.K. SEMINARIUM gebezigd, thans in particulier bezit en inwendig hersteld en vernieuwd), is een gedeeltelijk door water omringd complex van baksteenen gebouwen: a. Nagenoeg vierkant voorplein, aan de oost- en noordzijde door dienstgebouwen omgeven, aan de zuidzijde door een muur begrensd. Torens (XVI a) op de noordoosten zuidwesthoeken. Grondslagen van een noordwesttoren. Dubbele poort aan de stadszijde. Het oostelijke, geheel gepleisterde gebouw heeft slechts vertrekken gelijkvloers. Dat aan den noordkant heeft een verdieping, waarin overblijfselen van oude vensterbogen en van zandsteenen lijstwerk. De zuidwestelijke hoektoren heeft in zijn oostwand sporen van een vroeger aansluitend dak, en inwendig een overwelfden kelder, waarboven twee vertrekken. b. Hoofdgebouw, ten Z. van het plein met het front naar het W. en bereikbaar over een brug (waarvóór schildhoudende leeuwen) en door een poort met opschrift: 1679, wapen en twee medaillons. Gepleisterde gevel onder een rechte gootlijst. Dubbele trap en bordes. Gebeeldhouwde deuromlijsting, waarboven een opschrift (1701). Vensters XVIII A. Letterankers. Op den zuidwesthoek een achthoekige traptoren met lantaarn. Op den noordoosthoek een vierkante traptoren, waarvoor een hoogere en zware baksteenen toren (beneden XIV, overigens XVIa, spits 1735 verbrand) met vier uitgekraagde torentjes, onderling verbonden door een uitgekraagde steenen borstwering met overhoeksche pinakels. Ter zuidzijde van het hoofdgebouw een vleugel met overstekende verdieping, vroeger als kapel gebruikt. Moeten van kruisvensters aan de zuidzijde. In het oudste, bij den toren aansluitende deel, schietgaten. Het nieuwe deel (XVIII c) heeft nog een oud kruiskozijn met tralies en, terzijde, drie zware kraagsteenen voor een uitbouw. Inwendig: Baksteenen gewelven in het onderhuis van den middenbouw. Trap (XVIII b). Betimmering en deuren (± 1750).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
36 Twee stucplafonds, Lodewijk XV. In de hal drie rouwborden (1673, 1758, 1781). Familieportretten. Drie haardplaten (1562, 1690 en XVIII c). De BOETSELAERSBORCH (DROST DAEMENHUIS), blijkens steen gesticht 1550, later naar het Z. uitgebreid, heeft een achthoekigen traptoren (XVI), welke oorspronkelijk den ingang bevatte. Op den berg Monferland een gebouwtje met drie gevelsteenen: twee met tijdverzen (1698, 1699) en een met wapens.
Wijnbergen. De moderne R.K. KERK (H. Martinus) bezit: Drie altaarschilderijen (XVIII). Twee koperen kronen (XVII). Van het voormalig HUIS DE KEMNADE staat nog een deel van den baksteenen toren (XVI a) met banden en waterlijst van zandsteen. Benedengedeelte rond, dan overgaand in zestienhoek. Achtkante spits met windvaan, waarin een wapen en jaartal (1751). Inwendig: baksteenen ribgewelven, uitstralend van een middenpijler. In de kelders kruisgewelven met gordelbogen.
Zeddam. De moderne R.K. KERK (H. Oswaldus), ter plaatse eener reeds 1211 als parochiekerk bekende, sinds 1810 weer aan de R. Katholieken teruggegeven, heeft een toren, waarvan drie geledingen XV, de bovenste ± 1500. Zij bezit: Altaar met laat gothische retabel (± 1500, hersteld ± 1900, luiken modern). Twee klokken, eene in 1626 gegoten door Peter van Trier en eene in 1788 door Johannes Rutgerus Voigt.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
37 Een zandsteenen relief (XVI a, votiefsteen?), is in het Museum te Arnhem. Langs het kerkhof een fragment van een steen met gothisch opschrift. Het Huis PADEVOORT (XVII a gebouwd, XVII d jachtslot, 1875 hersteld en tot R.K. zusterhuis ingericht) is een vierkant baksteenen gebouw met in trappen eindigende zijgevels, waarin moeten van oude vensters en een duivenslag. Inwendig een kamer met gestucte zoldering, waarin figuren en: 1677.
Bergharen. Bergharen. Eenige stukken Romeinsch vaatwerk alhier gevonden, bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De NED. HERV. KERK (O.L. Hemelvaart; eene in 1250 vermelde kapel werd XIV a tot parochiekerk verheven), is een gepleisterd gebouw, bestaande uit een schip (XV) met langs den toren doorgetrokken en met dezen in verbinding gebrachte zijbeuken en een baksteenen toren (XIII). Tegen den oostwand van het schip de moeten van het afgebroken choor. Kruisribgewelven op draagsteenen. In den toren aanzetten van een kruisribgewelf. De kerk bezit: Twee grafzerken (1624 en 1629). Klok, in 1808 gegoten door Henricus Petit. De moderne R.K. KERK (H. Anna) bezit: Eiken preekstoel (XVIII). Houten groep (XVI): H. Maria met Kind en Moeder Klok, in 1741 gegoten door Jean Petit.
Hernen. De R.K. KERK (H. Jodocus), gesticht XV, in 1833 aanzien-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
38 lijk vergroot, sinds 1799 weer aan de R. Katholieken, bezit: Twee klokken, eene (XVIII d) en eene, in 1809 gegoten door Henricus Petit. Het HUIS TE HERNEN bestaat uit gebouwen van verschillenden tijd, om een rechthoekig plein opgetrokken. a. Voorgebouw (XVI b) aan den zuidoostkant van het plein. Baksteenen voorgevel met banden van bergsteen en ankers. De noordelijke gevel heeft een top met gezwenkte lijnen. Achtkantige hoektoren, uitgekraagd op muizetanden. Sporen van een gesloopten vierkanten toren (XV) op den zuidoosthoek. Poortdoorgang met twee kruisribgewelven op gebeeldhouwde draagsteenen. Boven den ingang een wapensteen (1555). b. Hoofdgebouw (XV), gevormd door twee rechthoekig op elkaar staande vleugels, aan den noordwest- en den noordoostkant van het plein. Het is toegankelijk door een voor den gevel in den zuidwesthoek van het plein geplaatsten vierkanten traptoren, en heeft ter weerszijden van den achtergevel een ronden toren, waarvan de noordelijke op uitkraging. Midden in den achtergevel een uitgekraagde arkel. Oorspronkelijk open, thans door verlenging van het dak overdekte, weergang met schietgaten langs de achtergevels van beide vleugels. c. Aanbouwen (XVIII-XIX) tusschen den traptoren en het voorgebouw.
Leur. De NED. HERV. KERK (H. Moeder Gods), gerestaureerd in 1907 door F. Ludewig, heeft een schip (XIV A) van baksteen, met sporen van den verdwenen zijbeuk in den zuidwand; een 5/8-gesloten choor (XVI) van baksteen met tufsteenbanden; en eenen baksteenen toren (beneden XIV A, helm ± 1600). Kleine vensters en tufsteenkoppen in de muren van het schip. Houten tonzoldering over dit laatste, het choor gedekt door een net-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
39 en een stergewelf op zandsteenen ribben. Koepelgewelf in den toren. De kerk bezit: Sacramentshuisje (XVI a). Hardsteenen doopvont (XIII A). Eiken preekstoel (XVIII c). Gesneden eiken paneelen (XVI a). Grafzerk (XVII). Gewelf- en muurschilderingen (XVI). Fragmenten van rouwborden (XVII). Klok, in 1836 door Petit en Fritsen gegoten. Gedenksteen betreffende een watersnood (1799).
Beuningen. Beuningen. De NED. HERV. KERK (1824) bezit een zilveren beker (XIX a). De toren der moderne R.K. KERK (H. Cornelius) heeft in zijn nieuwen mantel nog een stuk van den ouden toren (XIV?). De kerk bezit een klok, in 1731 door I.B. Levache gegoten. Van het voormalige slot BLANKENBERG, gedeeltelijk hersteld ± 1740, staat nog een vierkant torentje (XV B) met muizentandlijst, schietsleuven en leien spits. Inwendig: steenen kruisgewelf en overwelfde kelder. HUIS DEN BEUNINGEN. Zijgevel met trappen en baksteenen afdekkingen. In den voorgevel ankers: 1641.
Weurt. De moderne R.K. KERK (H. Andreas) bezit: Verguld zilveren monstrans (XVI a) op een nieuwen voet. Twee koperen kronen (XVII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
40 Twee klokken: eene in 1756 door Pieter Seest gegoten, de andere door Petit en Fritsen.
Beuzichem. Een aantal onder Zoelmond gevonden scherven van Romeinsch en laat-Saksisch aardewerk zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Beuzichem. De NED. HERV. KERK (H. Johannes de Dooper), vermoedelijk XV, vervangt eene oudere in 1131 vermelde, die de moederkerk was der kerken te Kuilenburg, Lanxmeer en Zoelmond, en waarvan de romaansche toren nog over is. Gepleisterd gebouw: driebeukig schip, verhoogd XV d, met 7/12 gesloten choor (XV c), beide door houten tongewelven gedekt. In het choor draagt het gewelf de jaartallen 1774 en 1836. De toren, grootendeels van tufsteen (XII d), boven van baksteen (XV) heeft in zijn oostwand een moet van een lager schipdak. In de galmgaten middenzuiltjes (XII), afkomstig uit een lager geleding. De kerk bezit: Preekstoel (XIX a) met twee koperen lezenaars (XVII en 1841). Fragmenten van gesneden bank (XVII d). Rouwbord (1673) en gebodenbord (XVIII a). Drie koperen kronen waarvan eene (1712), twee (1773). Twee zilveren bekers (1707), zilveren kan en drie dito schotels (1850). Twee klokken, eene in 1615 gegoten door Henricus Meurs en eene in 1640 door Wouter Both en Eppe van der Arck. Gedenksteen betreffende een watersnood (1809).
Zoelmond. De NED. HERV. KERK (H. Johannes Evangelist, 1420 parochie-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
41 kerk, na de Hervorming met Beuzichem vereenigd, in 1661 weer zelfstandig) is een gepleisterd baksteenen gebouw (XV A), bestaande uit een driebeukig schip met 5/8-gesloten choor en eenen toren met traptoren (de spits na een brand in 1911 vernieuwd) en sporen van een kruisribgewelf. Vlakke houten zoldering over den middenbeuk, halve tongewelven over de zijbeuken, open kap over het choor, kruisribgewelf in den toren. De kerk bezit: Twee roode altaarsteenen. Koperen doopbekkenhouder (XVII d). Gebodenbord (XVII b, overschilderd). Koperen kroon (1780). Zilveren beker (1711). Tinnen doopbekken en waterkan (1745). Klok, in 1520 gegoten door Henricus de Borch.
Borkeloo. Borkeloo. Voor elk der beide scholen een oude bikkelsteen. Van het oude GEMEENTEHUIS (1508) zijn nog vier sluitsteenen (leeuwenkoppen) en vier halve-zuilen, waarboven gebeeldhouwde menschenhoofden, over, die in het brandspuithuis op den Wal gemetseld zijn. In het nieuwe RAADHUIS worden bewaard: twee zilveren bekers (op een: 1625) van het kleermakers-, en twee (1662) van het brouwersgilde; een oud H.S. in houten met leer bekleeden band (XVI), eenige oorkonden (XVI en XVII). De NED. HERV. KERK (H. Joris), als kapel in 1337 vermeld, als kerspelkerk in 1509, 1665-1666 geteisterd door de Munsterschen, daarna hersteld, is een tot aan de waterlijst geheel gecement baksteenen gebouw (XVIa, westelijk deel ouder?),
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
42 bestaande uit een schip, waarbij de ruimte onder den toren aangetrokken is; een noordbeuk; een choor met driezijdige sluiting en een ten N. aangebouwde sacristie; en eenen met figuren van verglaasde steen versierden toren (XV, door brand geteisterd in 1590, hersteld XVII a), met traptoren. Spoor van een hooger schipdak tegen den torenwand. Pannendaken over kerk en toren. Kruisribgewelven over de westelijke traveeën en over de sacristie, aanzet van een zoodanig gewelf in den toren, overigens houten zolderingen. Tegen een torenbeer een steenen zonnewijzer (1665). De kerk bezit: Altaarsteen. Eiken preekstoel (1686). Grafzerken (1614 en XVII); fragmenten van laat-Gothische zerken. Twee zilveren bekers (XVII), twee dito schotels (XVI), dito vierkante broodschaal (XVII c) en dito kan (1849). Twee tinnen borden (XVIII). Twee klokken, eene (XVII), gegoten door Hans Berman. eene (1619?). Uurwerk (1665) door Sprakel te Goor. In den hoek ten N. van den toren een roepsteen onder een afdak. Van het voormalige HOF VAN BORCULOO (in 1770 herbouwd, XVIII d-1852 tot stoeterij ingericht, in 1870 afgebroken) zijn slechts over: gewelfde kelders, en een zandsteenen poortje (XVII b, een deel van de vroegere voorpoort), nu in den gevel der Lagere school gemetseld. Overblijfselen van ouden vakwerkbouw aan enkele woningen. Het huis A 29 heeft een verminkten topgevel. Koperen deurknop. In den zijgevel een gesneden poortboog, met opschrift (1595). In den zijgevel van huis A 56 een dergelijke boog (1606).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
43
Geesteren. De thans NED. HERV. KERK, gesticht in 1246, is een grootendeels uit tufsteen opgetrokken gebouw, inwendig geheel uitgebroken in 1836. Schip en driezijdig gesloten choor (XVI d herbouwd). De baksteenen toren (XVI, verhoogd XVII a), waarvan de oost- en de westgevel in trappen eindigen en een zadeldak insluiten, bevat in zijn bovenste geledingen nog eenige zuiltjes met romaansche en vroeg-gothische kapiteelen, en in zijn voet twee steenen met opschrift (1633). Klok, in 1591 hergoten door Gherardus Lansinck. Huis E 15 heeft een houten poortboog met opschrift (1598).
Brakel. De NED. HERV. KERK (H. Maagd), blijkens opschriften verbouwd in 1645, 1749, 1805, 1851 en hersteld in 1823, heeft een gedeeltelijk van tufsteen opgetrokken driebeukig schip (XVI A, gewijzigd XVII b); een 5/10-gesloten choor (XV b, verhoogd XVIA) van baksteen met tufsteenbanden; en eenen baksteenen toren (XV b, bovendeel en spits gewijzigd) met traptoren. Gesmeed leliekruis op het choordak. Gestucadoorde tongewelven. Grafkelder onder het choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII b); geverfde eiken heerenbank (XVII B). Zeven gebrandschilderde glazen (1647, 1693, 1709) in het choor. Tekstbord (1759). Twee zilveren bekers (1736), drie dito schotels (XIX b). Koperen kroon (XVII). Klok (1422). Van het oude HUIS TE BRAKEL, verwoest in 1672, is niets meer over dan de bouwvallen van twee torens (XV A), in een waarvan een steen met wapens en een ander met de jaartallen 860, 1321, 1407 en 1672.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
44 Het nieuwe HUIS TE BRAKEL heeft een deur met gesneden omlijsting en bovenlicht (XVIII d). Uit het nabij gelegen huis HET SPIJKER is in 1913 een aantal gebrandschilderde ruiten (XVII A) verkocht. Vóór dit huis zijn eenige hardsteenen consoles (1635) opgesteld.
Brummen. Brummen. Een hier gevonden KLOKBEKER is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. In het RAADHUIS wordt bewaard een zilveren gildeketen met vogel (XVII a) van het St. Jans-schuttengilde. De NED. HERV. KERK (H. Pancratius), gebouwd 1451, verbouwd o.a. in 1705 en 1746, en in 1830 naar het Z. uitgebreid, heeft van de oude kerk nog een deel van het schip met driezijdige choorsluiting (verlaagd) en den toren (XV c) over. Deze is onderaan met tufsteen bekleed, evenals de onderbouw van het schip. Inwendig: een kruisribgewelf op draagsteenen over de travee naast den toren, eendergelijk gewelf in den toren, overigens gestucadoorde zoldering. Opschriften: 1451 en 1746. De kerk bezit: Fragmenten van gothische zerken en altaarsteen. Twee zandsteenen zerken (1652 en XVII c). Koperen doopbekken (1818). Twee klokken, waarvan eene in 1742 door Cyprianus Crans gegoten. De R.K. KERK (H. Andreas Apostel), gebouwd 1829, bezit: Zandsteenen Pietà (XV d), vermoedelijk uit de kerk te Doesburg. Zes reliekhouders (XVIII d), uit de kerk van Huisen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
45
Hal. De NED. HERV. KERK (H. Ludgerus), gerestaureerd 1911-1914 door W. Te Riele Gzn., is een oorspronkelijk eenbeukige baksteenen kerk (XV c) met 3/8-gesloten choor en later toegevoegden noordbeuk (XVI a). Venster-traceeringen modern. Riblooze kruisgewelven over den beuk, netgewelven op muurzuiltjes over schip en choor. Toren (XVI, ± 1900 beklampt) met gepleisterden traptoren. De kerk bezit: Koperen lezenaar en kaarsenarm (XVII d). Priesterzerken (1523 en 1554), en zerken (1673 en 1685). Overblijfselen van muurschilderingen (XV). Gewelfschilderingen (XVI c), gerestaureerd door Helweegen te Roermond. Klok, in 1815 gegoten door Henricus Petit.
Buren. Asch. De op eene hoogte gelegen NED. HERV. KERK (XV, 1857 hersteld) heeft een eenbeukig schip met smaller 5/8-gesloten choor en op den westgevel een kleinen houten toren. Vlakke gestucadoorde zoldering. Sporen van steenen welving in de choorsluiting. Klok, in 1825 door Petit en Fritsen gegoten.
Buren. b. Verdedigingswerken. De overblijfselen van het oude SLOT TE BUREN (herbouwd ± 1500, gesloopt 1815) zijn in 1899 verzameld tot een gedenkteeken ter plaatse van den voormaligen hoofdingang. Overblijfselen der oude STADSWALLEN (XV) ter weerszijden der CULEMBORGSCHE POORT, achter het WEESHUIS tot aan de voormalige TIELSCHE POORT en de Oranje straat.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
46 CULEMBORGSCHE POORT (XV). Vierkant baksteenen gebouw, met vlakke gevels, waarvan het bovendeel tot woning is ingericht. Boven den doorgang een sluitsteen met 1816. Aan de stadszijde èen zonnewijzer.
c. Wegen enz. Pomp met opschrift (1732).
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het RAADHUIS (1654, vernieuwd 1739-1740), een baksteenen gebouw, heeft een deur met omlijsting en gemeentewapen, uit den tijd van den bouw en een open koepeltorentje met peervormige spits en windvaan. Inwendig: balkenzoldering op dragers met het wapen van Buren. Twee eiken banken (XVII). Teekening van het kasteel door Hendrik Gers. Schutterad (1753). 2. WAAG (XIX a) tegen den westwand van den noordbeuk der NED. HERV. KERK. Afdak op houten zuilen. 3. DIJKHUIS (XIX a), naast het stadhuis, met houten pilasters tegen den onderbouw, en het wapen van Buren in de kroonlijst.
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK (H. Lambertus), in 1665 belangrijk hersteld, eveneens in 1888, thans aan de westzijde ingebouwd, uiten inwendig gepleisterd en inwendig geheel gewijzigd, bestaat uit een driebeukig schip met een noordbeuk (XV), die in zijn oostwand een gedichten boog (van afgebroken zijchoor?) vertoont en tegen welks noordwand de overblijfselen van een portaal (XVIa) voorkomen, en met een smalleren zuidbeuk, beide rechtgesloten; een driezijdig gesloten choor, dat aan den noordkant steunbeeren mist; en een ingebouwden baksteenen westtoren, op welks vierkant benedendeel (XIII) een achtkante geleding
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
47 (XVII c) opgetrokken is naar ontwerp van Pieter Post, en met lantaarn bekroond. Achthoekige traptoren (XV) tegen den westwand van den toren, naast den ingang (XV). Inwendig: Moderne houten tongewelven. In den toren een kruisribgewelf. In het choor een vloer van plavuizen (XVI). De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII a), met twee koperen lezenaars (XVII c). Grafmonument en grafkelder (XVI) der graven van Buren. Grafzerken (XVII). Twee tekstborden (1602 en XVII). Vier koperen lichtkronen (± 1600), en twee (XVII), gedeeltelijk voor wandarmen uit elkaar genomen. Drie klokken, waarvan eene in 1520 gegoten door Henricus de Borch, eene in 1615 door Jan, François en Thomas les Symon frères, en eene in 1750 door Ciprianus Crans te Amsterdam. Uurwerk (1665, gedeeltelijk vernieuwd in 1862) door Jan van Cal.
f. Gebouwen van liefdadigheid. Het WEESHUIS, gesticht 1610-1612, inwendig verbouwd 1857, hersteld en vergroot 1916, een langwerpig gebouw, heeft een breeden gevel van baksteen met zandsteenen banden en boogsteenen, kruiskozijnen en poortomlijsting, waarboven opschrift en: 1613. Versierde consoles onder de kroonlijst. Looden dakversieringen. Ankers. Fraaie open dakruiter. Aan de straat een voorpoort met opschrift (1613) en fronton, waarop drie beelden. Achter het hoofdgebouw een paar trapgevels. Het gesticht bevat: Portretten van de stichteres Maria van Nassau-Oranje en haar echtgenoot (XVII a) Filips van Hohenlohe. Eiken tafel (XVII a). Twee beschilderde ijzeren kisten (XVII). Koperen kroon (XVII). Geborduurd tafelkleed en werkdoos der stichteres. Twee strafblokken (XVII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
48 Klok, in 1717 te Amsterdam gegoten.
g. Particuliere gebouwen. Voorstraat 37. Baksteenen gevel met gesneden puibalk, waarop een opschrift en: 1633. Onderpui vernieuwd. Zandsteenen kopjes. Geprofileerde ontlastingsbogen. Wapen. Roode Heldenstraat 47. Baksteenen trapgevel (XVII b) met geprofileerde ontlastingsbogen, toppilaster en sierlijke ankers. Groote Kerkstraat 72 en Roode Heldenstraat 45. Gepleisterde gevels. Ankers: 1644. Heerenstraat 114. Gevel (XVIII d) met versierde middentravee. Op den Wal een baksteenen koepel (XVIII). Details. Voorstraat 32 en 33. Boven de zijgevels schildhoudende leeuwen (XVII), afkomstig van het kasteel. Buitenbuurt 256. Gesneden eiken deur (XVIII d). Heerenstraat 73. Bovenlicht (± 1800). Hardsteenen stoeppaal (XVII a) voor Groote Kerkstraat 67.
Erichem. De NED. HERV. KERK (H. Joris) bestaat uit een baksteenen, door een houten zoldering gedekt schip (XVI), thans aan de oostzijde afgesloten door een muur, waartegen overblijfselen (triomfboog en fragment van een gewelfrib) der westtravee van het verdwenen choor (nu consistoriekamer); en eenen bepleisterden, tufsteenen, ten deele ingebouwden toren (XIII). In de afgesloten ruimten aan weerskanten van den toren een kruisribgewelf. In de gootlijst aan den zuidkant van het schip een steen met: 1611. De kerk bezit: Eiken preekstoel (kuip XVII a, rug XVIII). Twee houten borden (XVII en 1653). Twee houten psalmborden (XVIII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
49 Koperen kroon (1784), door Hermanus Sternema te Rotterdam. Klok (XV A), gegoten door Willam Butendiic.
Buurmalsen. Buurmalsen. De NED. HERV. KERK (H. Suitbertus, reeds 696 zou deze hier een kerk gewijd hebben) bestaat uit een schip (XI) met zijbeuken (XIV?), verbouwd XVI; een 5/8-gesloten choor (XV) met sacristie en eenen toren (XIV), nagenoeg geheel met tufsteen bekleed, met een oorspronkelijk vierzijdige, maar in 1910 door een ingesnoerde vervangen spits, en met vierkanten traptoren tegen den noordwand. Over het choor een kruisribgewelf, evenals in den toren. Stergewelf over de sacristie. Leliekruis (XV) op het choor. De kerk bezit: Altaarsteen, en deksel (XI-XII) van een sarcofaag met geometrische versiering in vlak relief, beide van roode zandsteen. Koperen kroon (XVII). Klok, in 1523 door Henricus de Borch gegoten.
Tricht. De NED. HERV. KERK, een baksteenen gebouw, hersteld 1856 en ± 1910, heeft een schip, dat XV B tot drie beuken uitgezet is; een driezijdig gesloten choor (XV) en een ouderen toren (XIV, verhoogd XV), met half ingebouwden traptoren en oorspronkelijk vierzijdige, doch als te Buurmalsen gewijzigde spits. Ten Z. naast den toren een doopkapel, wier vloer ± 40 c.M. lager ligt dan die van het schip. Tegen den zuidwand van het choor een uitbouw (voorheen sacristie) met traptoren in den hoek, gevormd door choor en schip. Houten tongewelven over schip en beuken. Kruisribgewelven over het choor, de sacristie, de doopkapel en in den toren. Gebeeldhouwde draagsteenen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
50 In het choor een triomfbalk. In de traptorens gemetselde wenteltrappen. Leliekruis (XVI) op het choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel (midden-XVII) op hardsteenen doopvont (XV d). Koperen predikantslezenaar (XVII c) en dito doopbekkenhouder (XVII). Eiken banken (XVII). Dito tafel (XVII). Gebodenbord (XVII). Twee koperen kronen (XVII en 1788). Twee zilveren bekers (1652 en 1747). Klok, gegoten in 1409 door Petrus en Wilhelmus Hoerken.
Deil. De NED. HERV. KERK heeft nog den ouden, grootendeels tufsteenen toren (XII B) met later (XV) ingebroken ingang en met sporen van een koepelgewelf, voorafgaand aan het nog aanwezige kruisribgewelf. Trap in de dikte van den muur. In den toren een klok, in 1624 door Jan en Willem Philipsen gegoten. Bij ENSPIJK een baksteenen poort met bergsteenbanden en wapensteen (1620), van het voormalig huis BULKENSTEIN.
Enspijk. De NED. HERV. KERK is een gepleisterd baksteenen gebouw, bestaande uit een schip met twee zijbeuken (XV d), waarvan de noordelijke langs den toren doorgetrokken is; eenen uitbouw ten N. van het schip; een driezijdig gesloten choor (XV d); en eenen baksteenen toren (XV c) met noordelijken traptoren. In de travee ten N. van den toren overblijfselen van een gothische venstertraceering. Gestucadoord tongewelf over het middenschip, vlakke zolderingen over de zijbeuken. Zwaar beschadigd steenen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
51 kruisgewelf in den toren. Piscina-nissen in de choorsluiting. De kerk bezit: Klok, in 1796 door Henricus Petit gegoten.
Gellikum. De NED. HERV. KERK bezit twee zilveren Avondmaalsbekers (XVII). De R.K. KERK (O.L.V. Geboorte), in 1803 aan de R. Katholieken teruggegeven, ± 1860 hersteld door Tepe, bestaat uit een schip (XV B), gedekt door een gestucadoorde zoldering (± 1830), met een noordbeuk, overkluisd met kruisribgewelven; een driezijdig gesloten choor (± 1500, later vergroot) met houten tongewelf; en een door zware beeren tegen den noord- en den zuidmuur geschraagden toren (± 1500), waartegen een westelijke voorbouw (16?6 in de vensterbogen). Trap in den zuidelijken torenbeer. De kerk bezit: Zerk (XVII), voor den ingang. Zilveren hostiebusje (XVIII d). Klok, in 1611 gegoten door Hans Falck van Nueremberg.
Rumt. De NED. HERV. KERK, een in 1878 op den toren na nieuw bekleed, en in ± 1895 onder leiding van den architect Beirer hersteld baksteenen gebouw, bestaat uit een schip (± 1400) met twee langs den toren doorgetrokken zijbeuken, en met een lateren 5/8-gesloten uitbouw (kapel) der oosttravee van den zuidbeuk; een driezijdig gesloten, door een muur afgescheiden choor; en eenen ouderen baksteenen toren (XIII a) met traptoren (XV) en westingang (XV). Kruisribgewelven over schip, zijbeuken en kapel, moderne houten kap over het choor. Overblijfselen van een kruisribgewelf in den toren. Twee nisjes in den zuidwand der choorsluiting. De kerk bezit:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
52 Koperen doopbekken, dito zandlooperhouder (XVII). Twee houten psalmbordjes (XVIII). Orgel (1842). Koperen offerblokje (XVII). Twee koperen blakers (XVII). Gothisch koperen kroontje (XV d), met bekroning (XVII). Klok, in 1729 door Jan Albert de Grave gegoten. In de richting van Gellikum een steenen memoriekruis (1529) van Ot van Scerpezeel, richter van Arnhem, gesneuveld tegen de Utrechtschen op het Huis te Rumpt.
Didam. Germaansche en Romeinsche voorwerpen van vuursteen en brons, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De R.K. KERK (H. Martinus), gebouwd in 1838, bezit vier houten apostelbeeldjes (XV d) en een koperen kroon met schildjes: 1782. De NED. HERV. KERK (O.L. Vrouw) heeft een driebeukig baksteenen schip (XIV), met steenen kruisribwelving (XV) over de zijbeuken en modern houten kruisribgewelf over het schip; een 5/8-gesloten choor (XV a), en eenen tufsteenen toren (XVA) met traptoren. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVII) met koperen lezenaar (1713). Eiken offerblok (1664). Koperen kroon (XVII). Sporen van een muurschildering in het choor. Klok, in 1777 door Christianus Voigt te Isselburg gegoten.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
53
Dingsperlo. Een hier gevonden gepolijste vuursteenen bijl bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De NED. HERV. KERK (H. Maria) is een gepleisterd baksteenen gebouw (vermoedelijk XV d of XVI a): driebeukig schip met driezijdig gesloten choor en baksteenen toren (XV). In den zuidbeuk een steen (1509). De zijbeuken over drie traveeën door kruisribgewelven overdekt, het choor door een dergelijk gewelf. In den toren overblijfselen van een tongewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII), met twee koperen kandelaars (XVII) Orgel (1831). Muur- en zuilschilderingen (± 1540). Twee koperen kronen (XVII). Klok, in 1787 door Johannes Rutgerus Voigt gegoten.
Doesburg. b. Verdedigingswerken. Bij de Paardemarkt overblijfselen der oude VESTINGMUREN.
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het RAADHUIS, een gepleisterd gebouw (XVI, inwendig gewijzigd 1663), heeft een midden-XIX geheel verknoeiden gevel met trappen, siertorentje en hoog opgaande korfboognissen, alsmede overblijfselen van overhoeksche pinakels. In den voorgevel, vroeger zijgevel, boven den ingang: 1663. Hiernaast het voormalige WIJNHUIS. Op den hoek een kaak. In de secretarie een schoorsteen (1663) met pleisterwerk: Rechtspraak van Salomo. 2. Voormalige WAAG (XVI b), ten deele gepleisterd. In den zijgevel aan de Gasthuisstraat hoogopgaande nissen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
54 3. De voormalige KAZERNE, vroeger klooster, vermoedelijk van de ‘H. Maria op het graf’, thans WAPENKAMER, heeft nog overblijfselen van het oude gebouw (XV). Sporen van oude vensters. Overkluisde kelders. Ingang (XVII). Inwendig XVII en later verbouwd. 4. ST. SEBASTIAANSDOELEN. - Zie g 3.
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK (H. Martinus), XIV c gebouwd ter vervanging eener in 1340 door het water weggespoelde, in 1483 en 1548 door brand geteisterd en daarna herbouwd, 1889-1890 inwendig gerestaureerd, bestaat uit een schip (XIV c, vergroot XV d, van nieuwe bovenlichten voorzien XVI c), in zijn drie westtraveeën van tufsteen opgetrokken, met rechtgesloten, langs den toren doorgetrokken zijbeuken, in 1483 verlengd en verhoogd; eene 5/8-sluiting; en eenen tufsteenen westtoren (door brand gehavend in 1548, 1718 en 1737, in 1910 gerestaureerd en van nieuwe spits met open top voorzien door W. Te Riele Gzn) met ingebouwden traptoren. Aan den zuidkant van het schip een uitbouw: sacristie met verdieping. Spoor van een hooger schipdak aan den oostmuur van den toren. Uitkraging voor orgeltje aan de rechtstanden van den torenboog. Het middenschip thans gedekt door een houten gewelf (1888). Over de zijbeuken en de sacristie steenen netgewelven. De gewelven over het schip in 1548 ingestort, blijkens opschrift op een pijler. In den toren een stergewelf met ronde middenopening. Bij den westelijken pijler in den noordbeuk overblijfselen van een steenen altaar. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c) met koperen lezenaar (XVII). Fragmenten van twee zandsteenen altaarsteenen. Eiken doophek (XVII) en eiken banken (XVII); deuromlijsting (1792) onder het orgel. Geborduurde groenlakensche kussens (XVIII), met wapen. Zuilschilderingen (XVII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
55 Orgel (1828 uit Elburg gekocht). Talrijke grafzerken (XVI-XIX), waaronder eene (1653) van den vice-admiraal Wemberich van Berchem. Twee groote koperen kronen met schilden (XVII B). Vier zilveren bekers en twee dito kannen (1850). Klokkenspel van drie en twintig klokken, waarvan twintig gegoten 1654-1655 door F. en P. Hemony en drie in 1723 door Jan Albert de Grave. Vier luiklokken, waarvan eene in 1639 door Peter van Trier, Johan Philipsen en Willem Evers, twee in 1549 door Aelbert Hachman, en eene in 1725 door Jan Albert de Grave gegoten. 2. De GASTHUISKERK, thans in huur bij de Luthersche Gemeente en den Protestantenbond, is een gepleisterd baksteenen gebouw, bestaande uit een rechtgesloten schip (XIV), dat in zijn noordwand de sporen van een afgebroken noordbeuk (gedichte intercolumniën) vertoont, en een belangrijk uit de middenas staanden toren (XV) heeft. Inwendig drie gewelfvakken op kruisribben. Zij bezit: Preekstoel met snijwerk (XVIII). Koperen lezenaar (XVIII). 3. De R.K. KERK (H. Martinus), gebouwd 1813, bezit: Verguld zilveren kelk (1637). Zilveren wierookscheepje met lepeltje (1762). Zilveren bord (XVIII) 4. KLOOSTER. Zie d 3.
g. Particuliere gebouwen. 1. Veerpoortstraat D 42. Zijgevel (XV c) van baksteen met zware waterlijst. Twee verdiepingen, elk met acht muurnissen. Sporen van een ouden ingang. Naast dit huis een poortje met leeuwenkop (XVII). 2. Kosterstraat C 186. Gepleisterde topgevel (XV).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
56 3. Koepoortstraat 7 (voorheen St. Sebastiaansdoelen). Gevel (XVI) met drie opgaande korfboognissen. Zijgevels met trappen. 4. Veerpoortstraat C 285. Gepleisterde gevel (XVI) met vier opgaande korfboognissen. 5. Meipoortstraat B 33. Gevel (XVI a) met twee rondboognissen boven de waterlijst. De ingezwenkte rollaag later aangebracht. Achtergevel met door ezelsruggen gedekte trappen. 6. Meipoortstraat B 358. Beschilderde topgevel (XVI a, beneden vernieuwd) met geprofileerde korfboognissen, waarin nog één kruisraam. Waterlijst. Ingezwenkte rollaag. 7. Kosterstraat C 228. Zijgevel (XVI) met trappen. Uitvliegsteenen voor duiven. 8. Meipoortstraat, hoek Zandbergstraat. Gepleisterde zijgevel (XVI d) met in- en uitgezwenkte zijkanten, waarop overhoeks geplaatste pinakels, afgedekt met zandsteen. Vijf baksteenen cordonlijsten. 9. Koetsveldstraat D 61. Gepleisterde gevel met ankers (1596). Zijgevels met trappen, afgedekt met zandsteen. Drie baksteenen cordonlijsten. Bovenlicht (XIX a). 10. Koepoortstraat, hoek Hoogstraat A 26. Gepleisterde gevel (XVI d) met vier opgaande nissen. Latere kroonlijst. 11-12. Kerkstraat D 216 en Bergstraat B 107. Zijgevels met door ezelsruggen gedekte trappen. 13. Veerpoortstraat C 275. Gepleisterde topgevel (XVII a) met gezwenkte zijkanten. 14. Veerpoortstraat C 279. Gepleisterde trapgevel (XVII a). 15. Koetsveldstraat D 157. Gepleisterde gevel met ankers: 1614. 16. Bergstraat B 92. Overblijfselen van trapgevel met toppilaster. Ankers: 1617. 17. Meipoortstraat B. 24. Gepleisterde trapgevel. Ankers: 1623. Nokanker. 18. Koepoortstraat D 232. Beschilderde trapgevel, beneden vernieuwd. Vleugelstukken tegen de trappen. Zandsteenen deur-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
57
19. 20. 21-22. 23.
omlijsting met consoles onder de latei. Kruiskozijn met luiken. In den top: 1649. Koepoortstraat D 231. Gevel (XVII c), ongeveer als de vorige, doch geschonden. Ankers. Bergstraat B 68. Gepleisterde trapgevel (XVII c). Leeuwenkop. Nokanker. Markt, ten Z. der Groote kerk. Twee gepleisterde trapgevels (XVII). Beitelstraat, naast D 189. Kroonlijst met consoles, Lodewijk XV.
Gevelsteen (XVII b) aan het huis Beitelstraat D 197. Aan den straatweg naar Dremt twee siervazen (XVIII c) op gemetselde hekpijlers. Ankers: Paardemarkt A 158 (1631), Heiligen Geestensteeg D 148, Koepoortstraat A 25.
Doetinchem (stad-). a. Hier gevonden voorhistorische enz. voorwerpen bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
d. Burgerlijke openbare gebouwen. Het RAADHUIS, gebouwd in 1727, nadat het vorige (XVI c) in 1724 afgebrand was, bevat: houten hek met snijwerk (XVIII c), en een schoorsteen met wapens (XVIII c). In de raadkamer een opschrift (1726). In het Raadhuis een verzameling van oudheden, waaronder: Glazen beker met opschrift (1727), twee bodestaven (XVII), schepel met stadswapen (1628, herijkt 1689), vier haakbussen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
58 (XV), vaandels (XVIII d), doodenlantaarn, steenen enz., afkomstig van de voormalige stadspoorten, teekeningen van die poorten.
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK (H. Catharina), herbouwd (de oudste kerk in 823 vermeld) na een brand in 1527, is een gebouw, in zijn oudste deelen van tuf-, in zijn latere (XVI) van baksteen met tufsteenbanden, en bestaat uit een schip (XIV A), oorspronkelijk met dwarspand, doch waarvan de zijbeuken in 1527 verbreed, langs den toren voortgezet, even hoog als het schip opgetrokken, en vervolgens hiermede onder één dak (vernieuwd XIX d), gebracht zijn; een 5/8-gesloten choor (XIV, eveneens verhoogd XVI b), tegen welks zuidwand een sacristie (XIV), en tegen welks noordwand een aanbouw (XVI?), thans catechisatiekamer enz.; en eenen gedeeltelijk tufsteenen toren (XIV A, op romaanschen onderbouw, hersteld en verhoogd XVIA), met balustrade en vierkante spits (in 1702 en 1800 gehavend), overgaand in een achtkant met open koepel. Tegen den zuidbeuk het overblijfsel der Latijnsche school (XVI A), nu een portaal met verdieping, waarin drie gedichte openingen naar de kerk. Kruisribgewelven over het schip (gedeeltelijk ingestort 1761, en daarna hersteld), het oorspronkelijk dwarspand, het choor en zijn aanbouwenen de portaalverdieping, overigens netgewelven. Tufsteenen koepelgewelf in den toren. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1744). Gebodenbord (1657) en gezangborden (1723). Talrijke grafzerken: twee gothische, 1610, 1617, 1622, 1627, 1630, 1629/1645, 1630, 1652 enz. Grafteeken (1829). Sporen van gewelfschilderingen (1549, in 1606 overgewit). Twee ijzeren tralies (XVI), waarboven een walvischrib. Twee zilveren bekers (1595 en 1689) en dito schotel (1735).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
59 Zes klokken, eene van 1728, twee van 1727, drie kleine buiten den toren. 2. De GASTHUISKAPEL (± 1500), sinds 1763 in gebruik bij en thans eigendom van de Luthersche gemeente, bestaat uit een schip met 3/8-gesloten choor. Houten torentje (XIX a). Leliekruis (XVI a). Zij bezit een kistje van zilver filigraan.
g. Particuliere gebouwen. Hamburgerstraat A 56. Gepleisterde trapgevel (XV) met overhoeksche pinakels, banden en muurnissen, waarin onregelmatig geplaatste vensters. Korte Hesenstraat A 384 (voorheen gevangenis der Geldersche Rekenkamer). Boven den ingang het Geldersche wapen (XVIII). Markt A 64. Geverfde deur- en raamomlijsting (XVIII c).
Doodewaard. Doodewaard. Een in den toren der NED. HERV. KERK gemetselde Romeinsche grafsteen met reliefs en opschrift is in 1863 naar het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden overgebracht. De NED. HERV. KERK, een gepleisterd gebouw, blijkens een gedenksteen vernieuwd in 1840, heeft een tufsteenen toren (XII) van twee geledingen, waarin overblijfselen van baksteenen kruisribgewelven. Spits (1842). De kerk bezit: Twee koperen lezenaars (XVII d). Koperen zandlooperhouder (XVII b), en dito kaarsenhouder (XVII). Drie koperen kroontjes (XVII). Gesmeed ijzeren uurwerk (1754).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
60
Hien. De NED. HERV. KERK, blijkens gedenksteen herbouwd in 1842, heeft een baksteenen toren (XIV), waarin overblijfselen van een kruisribgewelf. Zij bezit: Koperen kaarsenarm voor één, en idem voor twee kaarsen (XVII). Vier koperen kroontjes (XVII). Twee Avondmaalsbekers (XVII en 1724). Naast de kerk de voet van een wijwaterbekken (XV).
Doornspijk. Een voorhistorische steenen beitel, en een bord van terra tigillata, in deze gemeente gevonden, bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Doornspijk. De NED. HERV. KERK (1831), die eene in 1825 afgebrande, dichter bij zee gelegen, aan den H. Nicolaas gewijde kerk vervangt, bezit een klok (1513). HUIS PUTTEN.
Verzameling van wapens en familieportretten.
Oosterwolde. De NED. HERV. KERK (1845, blijkens steen) bezit twee zilveren bekers (1646 en XVII c).
Dorenwerd. Een aantal hier gevonden voorwerpen uit den Romeinschen tijd, alsmede Frankisch en Saksisch vaatwerk, bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Dorenwerd. Het KASTEEL DE DOORWERTH, in de XIIIe eeuw genoemd, in
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
61 1260 verbrand, daarna meermalen herbouwd en inwendig telkens gewijzigd, 1910-1915 gerestaureerd, is een baksteenen gebouw, thans bestaande uit een voorburcht; een poortgebouw (XVII) met koetshuizen en stallen; en de eigenlijke burcht, gevormd door een middenbouw (XIII), waarop haaks een noordelijke vleugel (XIV) met drie hoektorentjes en een zuidelijke vleugel (begonnen XV, voltooid 1550). Hiertegen sluiten aan den zuidwesthoek een vierkante toren (midden-XIX, op grondslagen XVI b), de slotkapel bevattend, en aan de noordwestzijde een poortgebouw (1550) aan. Vierkante traptoren aan den zuidoostkant van den zuidvleugel. Ronde traptoren (XV) in den hoek tusschen dezen vleugel en den middenbouw. Ondergrondsche keldergewelven. Gemetselde wenteltrap. In het kasteel zijn thans gevestigd: het Nederlandsch Artillerie museum: verzameling van wapenen en schiettuig, van belang voor de geschiedenis der Nederlandsche artillerie, en het Geldersch Museum: verzameling van Geldersche oudheden. De groote zaal is thans in gebruik bij de Orde van St. Jan.
Heelsum. De op eene hoogte gelegen NED. HERV. KERK is een baksteenen gebouw, bestaande uit een in 1859 naar het Z. uitgebouwd schip (XIV d) met gestucadoorde zoldering; een 5/8-gesloten choor (XV a); en eenen ondiepen baksteenen toren (beneden XIV a, verhoogd XVII c). Grafkelder (reeds 1650 vermeld). De kerk bezit: Koperen zandlooperhouder (XVII). Heerenbank (XVIII a). Vier koperen kroontjes en vijf losse armen voor kaarsen (XVII).
Dreumel. De NED. HERV. KERK (H. Victor) heeft van den ouden bouw
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
62 (eene kerk wordt hier in 1117 vermeld) over: het geheel gepleisterde 5/8- gesloten, door een netgewelf gedekte choor (XVIa) en een grootendeels tufsteenen toren (vóór-XI, op een onderbouw als te Alfen; verhoogd XVI). Deze toren, die geen westingang heeft, bevat overblijfselen van een tufsteenen tongewelf. Tusschen toren en choor bouwvallen van het schip. De kerk bezit: Koperen lezenaar (1767) met wapen. Grafzerk (1558), op het kerkhof. Avondmaalsbeker (XVII). Klok, in 1761 gegoten door Xaverius en Peter Petit.
Driel. In deze gemeente gevonden Romeinsche munten zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Kerk-Driel. De NED. HERV. KERK (H. Martinus) is een kruiskerk (XV) van baksteen met banden en omlijstingen van tufsteen. Zij heeft een schip (XV d) met later (XVI a) langs den toren doorgetrokken en met afgeschuinden hoek bij dezen aansluitende, zijbeuken; een thans afgescheiden dwarspand (XV b), met traptoren in den met den zuidbeuk gevormden hoek; een 5/8-gesloten choor (XV a); en een ouderen baksteenen toren (XIII A, verhoogd XV d), met portaal (XV), en met traptoren in den zuidbeuk. Over het middenschip een gestucadoorde zoldering, waarboven de bovenlichten met traceering van den middenbeuk nog over zijn. Thans eén over de drie beuken. Over de kruising, den zuidbeuk en de oostelijke traveeën van den noordbeuk stergewelven. Overigens kruisribgewelven, ook in den toren. Fraai gebeeldhouwde kapiteelen en kraagsteenen. Aan den noordkant van het choor een moet van een ouden aanbouw. De kerk bezit: Altaarsteen, als vloertegel, in het dwarspand. Grafzerken (XVI-XVIII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
63 Fragmenten van gebrandschilderde glazen in den zuidarm. Fragmenten van gewelfschilderingen (XVI a) in het choor en in het dwarspand. Twee zilveren bekers en een broodschaal (1723). Voor de kosterswoning een fragment van een gothische priesterzerk. De R.K. KERK (H. Martinus), een gebouw in waterstaatsstijl, gewijd in 1842, verbouwd en met toren verrijkt in 1905, bezit: Zilveren en verguld zilveren ciborie (XVII d en XVIII a). Zilveren kelk (XIX a). Kazuifel met borduursel (XVII B, gerestaureerd). In de pastorie eene aan D. Seghers toegeschreven schilderij: Madonna in bloemenkrans. Bij de Ned. Herv. Kerk overblijfselen van een gebouw (XV). Het hek hiervoor draagt het opschrift: ‘Teisterbant’. Voorstraat B 32. Zijgevel met trappen (XVII). Ankers.
Druten. Eenige Romeinsche munten, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Afferden. De baksteenen toren der vroegere, in 1838 gesloopte, R.K.-KERK (XIV), bevat overblijfselen van een koepelgewelf. Klok, in 1808 door Henricus Petit gegoten. Leliekruis (XV) in den toren bewaard. Bij den toren een fragment van een hardsteenen kruis met: 1545. De moderne R.K. KERK (H. Victor en Gezellen) bezit een houten beeld (± 1500): Maria ter Nood. Aan den weg naar Druten, ankers: 1660. Aan den weg naar Winsen, ankers: 1735.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
64
Deest. De R.K. KERK, gebouwd in 1858 ter plaatse eener kapel (midden-XIII), bezit een klok, in 1640 gegoten door Peter van Trier en Johan Philipsen.
Druten. De R.K. KERK (HH. Ewalden), in 1874 gebouwd door Dr. P.J.H. Cuypers (reeds XIII eene kapel hier genoemd), bezit: Klok, in 1816 gegoten door Petit en Fritsen. Uurwerk (1828). Een drietal huizen heeft jaarankers: A.S. 1699, 1732, 1809.
Puiflijk. Van de in 1816 gesloopte en op verhoogd terrein gelegen NED. HERV. KERK staat nog slechts de geheel tufsteenen toren (XIV) met half-achtkanten traptoren tegen den zuidwand, en met rijk geprofileerde spitsboognissen in de bovenste geleding. Inwendig overblijfselen van een kruisribgewelf. Ten O. van den toren een altaarsteen en een grafzerk (1569).
Duiven. Duiven. De in 1910 aanzienlijk vergroote R.K. KERK (H. Remigius) heeft van de XII gestichte, XVa verbouwde kerk het driebeukige schip (midden-XV) en den gedeeltelijk ingebouwden tufsteenen toren (XII B, verhoogd XIV, spits XV) met traptoren over. Gebeeldhouwde draagsteenen, o.a. de Wijze en de Dwaze Maagden. De kerk bezit: Voet van een romaansche doopvont, op het kerkhof.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
65 Grafmonument (1841), achter het choor. Rouwbord (1769). Zes koperen kandelaars (XVII). Lindenhouten Mariabeeldje (XVII). Eiken reliekenbeeld (XVI): Maria met kind. Zilveren, ten deele vergulde monstrans (XVI b, op later voet). Zilveren wierookvat en -scheepje (XVIII A). Twee klokken, gegoten in 1677 en 1678 door Peter van Trier en Steven Rutgers. In de pastorie twee schilderijen (XVII): Kruisiging en Ecce Homo. Het Huis LOOWAARD heeft nog twee baksteenen gebouwen met topgevels. Zijgevels met bergsteenen omlijstingen (XVI c). Achthoekige traptoren met gemetselde baksteenen wenteltrap. Twee steenen, een met twee wapens (15..), een met opschrift. Het Huis MAGERHORST heeft nog een achthoekigen baksteenen traptoren (XVI) met tandlijsten. Boven de tweede lijst, op geprofileerde dragers een meezenkouw (1549). Windvaan (1791). De toren bevat een baksteenen wenteltrap.
Groesen. De R.K. KERK (H. Andreas), in 1891 aanzienlijk vergroot, heeft van de XV b gebouwde kerk, het driebeukig schip van tufsteen, tegen een ouderen toren (XII A), eveneens van tufsteen, behouden. In den toren een ingang (XV) en hiernaast een steen: Salvator, afkomstig uit het boogveld van den vroegeren ingang. De kerk bezit: Hardsteenen doopvont (XV a). Orgelkast en -galerij (XVII b). Een paar gebeeldhouwde grafzerken (1546, 1569) zijn in 1891 onder den vloer gemetseld.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
66 Koperen aquamanile (XV). Houten groep (± 1500); Maria met Kind en Moeder, twee dito heiligenbeeldjes. Beschilderd houten reliekkastje (XVII). Twee zilveren ampullen (XVIII d). Paramenten; één stel (XVII, sterk gerestaureerd), medaillon (XVII) van een antependium, kap van een pluviale (XVIII). Twee klokken, eene in 1612 gegoten door Peter van Trier en eene in 1692 door Gerhart Schimmel. Gesmeed ijzeren uurwerk (XVII).
Loo. De moderne R.K. KERK (H. Antonius Abt) bezit: Verguld zilveren ciborie (1667). Eiken tabernakel (XVIII).
Echteld. Echteld. De NED. HERV. KERK (H. Catharina) in 1897 ‘hersteld’, heeft een schip (XIII), in welks zuidmuur nog ouder metselwerk (vóór-XI) van tufsteen met keien in onregelmatig verband; een 5/8-gesloten choor (XV a) van tufsteen; en eenen baksteenen toren (1835, blijkens steen). In den zuidmuur van het schip een gewijzigde ingang (XIII). Westgevel (1835). Het schip gedekt met een houten zoldering. De kerk bezit: Koperen predikantslezenaar (XVIIIa). Graftombe (1657) en grafzerk (1663). Twee zilveren bekers (XVII). Klok, in 1672 door Jan Fremy gegoten. Het HUIS TE ECHTELD of HUIS WIJHENBURG, gesticht 1178, heeft eenen traptoren (XVI) met gemetselde wenteltrap. Kruis-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
67 ribgewelven over de kelders. Gebeeldhouwde zandsteenen schoorsteen (XVI) met wapen en inschriften. Een aantal familieportretten (XVI), uit dit huis afkomstig, bevindt zich bij Mr. W.E.J. baron van Balveren te Arnhem.
Ochten. Tegen de moderne NED. HERV. KERK staat een tufsteenen toren (XII), waarin overblijfselen van een baksteenen kruisribgewelf (XVI a), maar ook sporen van een oorspronkelijk tongewelf. De toren had aanvankelijk geen westingang. De kerk bezit: Eiken preekstoel (ten deele XVIII c) met koperen lezenaar (XVIII). Twee zilveren bekers (XVIII). Klok, in 1643 door Peter en Johan van Trier gegoten.
Ede. Voorhistorische vuursteenen wapenen, talrijke overblijfselen van vroeg-Saksisch en Frankisch aardewerk enz. onder deze gemeente gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Bennekom. De NED. HERV. KERK in 1857 herbouwd, in 1906 hersteld, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip met latere zijbeuken (XV c); een modernen aanbouw; en eenen toren (beneden XIV, later verhoogd), waartegen overblijfselen van een traptoren met gemetselde wenteltrap. In den noordwand van het schip enkele lagen tufsteen. Inwendig: steenen netgewelven over de zijbeuken, gestucadoorde zoldering over het schip. Op een kraagsteen aan den noordkant: 1542. Onder in den toren een fragment van een wijwaterbakje. De kerk bezit: Grafzerken: XVI (fragment), 1600, 1601, 1612, 1663 (?) Twee klokken, eene in 1613 gegoten door Falck van Neurenberg, en eene in 1650 door Peter en Henrick van Trier.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
68 Van het kasteel Hoekelum is nog slechts een deel van den gewelfden onderbouw (XV), alsmede de daarboven gelegen zaal met stucversiering en -plafond, Lodewijk XVI, over.
Ede. De NED. HERV. KERK (H. Barbara), gebouwd XV b-c (een oudere parochiekerk reeds 1216 genoemd), na het afbranden (1420) der vorige, en in 1636 wederom door brand geteisterd, is een aan den noordkant beraapt baksteenen gebouw, bestaande uit een schip met zuidbeuk (van den niet herbouwden noordbeuk zijn de gedichte scheibogen zichtbaar); een dwarspand met traptoren (XV c) aan den noordoostkant en sacristie aan den zuidoostkant; een 5/8-gesloten choor (XV b); en eenen toren, grootendeels van tufsteen (XV c), verhoogd XVII c in baksteen, met in 1886 herstelde spits. Steenen kruisribgewelven. In het choor netgewelven, alsmede schalken gelijk te Elst. Ten N. en ten Z. van de sluiting een ampullennis. De toren heeft op de hoeken van de tweede en de derde geleding voetstukken en overhuivingen voor beelden. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1674) met twee koperen lezenaars (1756 en 1765), dito zandlooperhouder en doopbekkenhouder (XVIII c). Gesneden banken en doophek (1674), gedeeltelijk afgebroken voor het orgel. Orgel (1845) door Schwarze uit Anholt. Gesneden balk (1674) aan de orgeltribune. Grafzerken (XVI-XVIII). Rouwbord (1761). Vier koperen kronen (1791); koperen kandelaar (1765). Twee zilveren bekers (XVIII d). Drie klokken, eene in 1636 gegoten door Peter van Trier, Johan Philipsen en Willem Evers; eene in 1733 door de Grave en N. Muller te Amsterdam, eene in 1734 door N. Muller.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
69 In de consistoriekamer een gesneden eiken kast (XVII d) en een eiken kist (XVII c).
Lunteren. De NED. HERV. KERK (H. Antonius), in 1878 vernieuwd, heeft van de oude, in 1566 tot parochiekerk verheven en in 1571 ingewijd, slechts de choorsluiting en den toren (XVc, hersteld 1908) met achthoekigen traptoren over. Tegen den toren draagsteenen voor beelden. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Twee klokken, eene in 1775 gegoten door Alexius en Henricus Petit, en eene in 1836 door Petit en Fritsen. In de kerk een wijzerplaat met beeldje (XVIII), als te Barneveld.
Otterloo. De NED. HERV. KERK, een geheel gepleisterd gebouw, in 1832 belangrijk hersteld, heeft een schip (XIV, in 1865 verhoogd); een driezijdig gesloten choor (XV d), beide overdekt met een houten zoldering; en eenen op twee dwarsmuurtjes tegen den westwand van het schip opgetrokken toren (XVI a). De kerk bezit: Zandsteenen doopvont (XII B), thans gebruikt als bloemenbak in den tuin van een kerkvoogd. Eiken preekstoel (XVII d) met koperen lezenaar (XVIII). Eiken doophek en -banken (1680), en betimmering (XVII d). Hardsteenen zerk (1623). Twee koperen kroontjes (stijl XVII). Twee klokken, in 1680 gegoten door Joh. Fremy.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
70
Eibergen Beltrum. De R.K. KERK (O.L. V. Hemelvaart), in 1846 gebouwd, is in 1862-'64 en 1894 vergroot.
Eibergen. De NED. HERV. KERK (H. Mattheus), in 1264 parochiekerk, bestaat uit een schip (XIV d) met twee rechtgesloten zijbeuken (XV d), waarvan de noordelijke later verlengd met een aanbouw naast het choor; een 3/8-gesloten choor (XV d), ten deele van tufsteen; en eenen toren, beneden van tufsteen (XII), overigens van baksteen (XV d), met aanzetten van een ribgewelf en met traptoren (XV d), waarin een zandsteenen wenteltrap. In den oostwand van den toren sporen van een lager schipdak. Boven den ingang in den zuidbeuk een opschrift (1500) betreffende den bouw. Oorspronkelijke venstertraceeringen. Kruisribgewelven. Netgewelf in de choorsluiting. De kerk bezit: Preekstoel (ten deele XVII). Orgel (1708). Eenige zerken: 1621, 1645 enz. Overblijfselen van glas in lood, w.o. een gebrandschilderde ruit (1627). Drie klokken, waarvan ééne in 1415 gegoten, en twee in 1818 door Petit en Fritsen. Een portret (XVIIb) op doek van Ds. Willem Sluyter († 1672). De R.K. KERK (H. Mattheus), ingewijd 1877, bezit: Vijf houten heiligenbeelden (XVI B), afkomstig uit Groenloo.
Rekken. De NED. HERV. KERK, in 1890 ingezegend ter vervanging eener
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
71 oudere (1653, verbrand in 1889, blijkens memoriesteenen), die ongeveer ter plaatse eener in 1379 gestichte kapel (H. Antonius) stond, heeft nog den baksteenen toren van 1656 met jaarankers. Zij bezit: Een zilveren beker (1653). Twee klokken, eene in 1680 door G. Schimmel gegoten, en eene met onleesbaar opschrift.
Elburg. a. Voorhistorische enz. voorwerpen in deze gemeente gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. b. Verdedigingswerken. Van de oude, nauwkeurig het beloop van een rechthoek volgende ommuring (omstreeks 1400), zijn nog fragmenten over, in het bijzonder ter weerszijden der VISCHPOORT. De VISCHPOORT (XIV d), oorspronkelijk een toren, maar geopend in 1592, blijkens gedenksteenen, en sindsdien meermalen verbrand, is een baksteenen gebouw met uitgekraagde ronde hoektorens en een ingesnoerde torenspits. In den doorgang overblijfselen van oude welving. Aan de buitenzijde een kustlicht. Klok, in 1683 gegoten door Mammes en C. Fremy. Slaguurwerk met wijzerbord (1750).
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het RAADHUIS, XIV d gebouwd als burcht, in 1400 als Raadhuis in gebruik genomen, 1773 van nieuwen voorgevel met houten balcon voorzien, in 1838-'39 inwendig gewijzigd, bestaat uit een rechthoekig hoofdgebouw (1396), aan de zij- en achtergevels nog voorzien van de op een spitsboogfries uitgekraagde borstwering der weergang, met overblijfselen van torentjes op de hoeken; een aanbouw (XV c) ten N.O. en een (XVI) ten Z.W., deze laatste met een trapgevel, waarvan de trappen door ezelsruggen afgedekt zijn. Inwendig: overblijfselen van houten bal-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
72 kenzolderingen met laat-Gothische sleutelstukken; in de burgemeesterskamer een zandsteenen schouw (1556) met wapens; een zandsteenen schouw (XV) in een bovenkamer; schoorsteenstuk in gesneden lijst (XVIII c) in de raadzaal. In het Raadhuis is het museum gevestigd (zie h.) 2. Het oude RAADHUIS (± 1300, na 1400 convent der zusters van St. Catharina), is een baksteenen gebouw, welks voorgevel ronde uitgekraagde hoektorentjes vertoont, terwijl aan de achterzijde zich een trapgevel met uitgemetselden schoorsteen verheft. Muizetandlijst. Gedichte tweeledige vensters, waarvan in den voorgevel een paar met rondbogen gedekt.
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK (H. Nicolaas) is een baksteenen gebouw (XV c), bestaande uit een schip met twee weinig lagere zijbeuken, twee uitgebouwde kapellen, eene (thans portaal) aan den zuidkant en eene aan den noordkant; een 5/8-gesloten choor (XVc); en eenen westtoren (XV A, spits 1693 verbrand en niet herbouwd). Tegen den noordwand van het choor de voormalige sacristie (XV c). Tegen den zuidbeuk de consistoriekamer (1819, blijkens steen). Gemoderniseerde vensters, doch overal sporen van vroegere neggen en overblijfselen van traceeringen. In den noord- en den zuidwand van het schip overblijfselen van oude ingangen (XV). De noordoostelijke beer van de noordkapel is afgekapt wegens den vestingmuur, die hier vlak langs liep. Tegen den tweeden beer aan de zuidzijde een zonnewijzer. Inwendig: kruisribgewelven, behalve in de middentravee van den hoofdbeuk (stergewelf.) Aan den voet der rechtstanden van den triomfboog gebeeldhouwde koppen. De toren bevat aanzetten en hoekzuilen van een kruisribgewelf. De kerk bezit: Eenvoudig houten choorhek met fraaie koperen spijlen (XVI b) Koperen lezenaar (XVII d).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
73 Preekstoel (1776), in het choor. Gesneden eiken banken (XVI a). Orgel (1825) vervaardigd door Quelhorst, met wijzerplaat erboven. Vier koperen kronen (XVII). Marmeren grafteeken (1740) waarom een ijzeren hek met: 1740. Grafzerken: 1599, 1607, 1620, en nog talrijke andere (XVI en XVII). Vier zilveren bekers (1724). Vier klokken, waarvan eene in 1683 door Mammes en Claudy Fremy, eene in 1694 door Jac. Kruissen, eene in 1770 door Borchhard, en eene in 1774 door Pieter Seest gegoten. 2. Van het voormalig ST. AGNIETENKLOOSTER (opgericht in 1418) zijn nog over: a. een gedeelte der kloosterkerk (thans school en lokaal van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen), oorspronkelijk een dubbelkerk, blijkens de twee rijen ramen aan de achterzijde. Overblijfselen der oude traceeringen. b. Het ‘BAGIJNENHUIS’, thans pakhuis. Potjes voor vogelnesten, bovenaan een kruis vormend. Balkenzoldering met sluitstukken (XV). c. eena antal woningen, thans in particulier bezit, en inwendig zeer gewijzigd. De oorspronkelijke vensteropeningen gedeeltelijk nog aanwezig.
f. Gebouwen van liefdadigheid. 1. Het FEITHENHOF, gesticht in 1740 blijkens opschrift boven de deur, bezit het portret op doek van de stichtster Maria Catharina Feith, verder een rouwbord (1688), en, in de regentenkamer: acht gesneden wapens (XVIII) van leden der familie Feith; verguld-zilveren beker (XVII c) en lijsten met de namen der opzieners. 2. Het WEDUWENHOF, gesticht XV B, in 1549 door Al-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
74 bert Baltzoen met vier gebouwen begiftigd, later uitgebreid, heeft een baksteenen poortje aan de Breestraat, met driehoekig fronton, waaronder: 1650. 3. INSTITUUT J.H. VAN KINSBERGEN (Latijnsche school), opvoedingsgesticht, opgericht in 1809 en gevestigd in een huis van het vroegere Schippersgilde, herbouwd 1778, blijkens opschrift boven den ingang, vergroot 1841. Baksteenen gevel met hoekpilasters. Versierde middentravee. Het huis bevat: Portret en gipsen borstbeeld van den stichter; boekerij; verzameling van delfstoffen, schelpen, instrumenten enz.
g. Particuliere gebouwen. 1. Bloemsteeg. Gevel (XIV) met hooge trappen, en nissen tusschen dammen. De middelste nis met spitsboog, de zijdelingsche met rondbogen gedekt. Benedendeel gewijzigd. 2. Smedestraat 10. Dergelijke gevel, de trappen met ezelsruggen afgedekt. Sporen van gewijzigde gevellijn. 3. Ellestraat 43. Topgevel (XVI) met vlechtingen en ontlastingsbogen. Windvaantje. 4. Smedestraat 24. Zijgevel (XVI) met door ezelsruggen gedekte trappen. 5. Vischpoortstraat 15. Trapgevel (XVI d) met zandsteenen dekstukken. Ontlastingsbogen. Toppilaster. Boven deel gepleisterd 6. Beekstraat 18. Topgevel (XVI d) met overhoekschen toppinakel en zijpilasters. 7. Bloemstraat 24. Gepleisterde topgevel. Toppilaster. Steen: 1603. 8. Bloemstraat 28. Fragmenten van topgevel. Gemetseld fries (geverfd) met steen, waarop een vers en: 1616. 9. Vischpoortstraat 22 Gepleisterde zijgevel (XVII) met trappen. In den voorgevel ankers: 1734. 10 Ellestraat 34. Fragmenten van een topgevel (XVII a).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
75 11. Beekstraat 41. Trapgevel (XVII A) met zandsteenen lijsten en dekstukken. Ontlastingsbogen met bergsteenen stukken en engelkopjes. In den top glas-in-lood 12. Beekstraat 33. Dergelijke gevel. Hoekblokken en door leeuwenkop gedragen toppilaster. 13. Beekstraat 17. Dergelijke gevel. 14. Jufferstraat. Gepleisterde gevel met top over het middendeel. Gebogen fronton. Rond venster met omlijsting. Twee linten: 1687. Festoenen op de ingezwenkte gevelkanten. 15-19. Beekstraat 20, 38, 45, 49 en 34. Topgevels (XVIII A) met ingezwenkte gevellijnen. No. 20 heeft een nokanker. 20. Van Kinsbergenstraat 5. Gepleisterde topgevel (XVIII A) 21. Ellestraat 38-40. Topgevel (XVIII A) met gemetselde rollaag. 22. Ellestraat 68-69. Topgevel (XVIII c) met omlijsting van het topvenster. 23. Ellestraat 70-72. Gevel (± 1800) met rijke kroonlijst.
Details. Beekstraat 27. Steen met opschrift en: 1598, afkomstig uit het voormalig Rechthuis. Beekstraat 32. Twee leeuwenkoppen (XVII). Schapensteeg 7. Steenen deuromlijsting (XVII d) met festoenen. Smedestraat 20. Vier ankers (XVI).
h. Musea enz. In het MUSEUM ten Raadhuize vindt men o.a.: een doornstokje, gebezigd bij het voltrekken van vonnissen, twee beulszwaarden (XVI d, gemerkt Joh. Wundes, Solingen), twee slagzwaarden, folterwerktuigen, bouwfragmenten, klok (1718 door J.A. de Grave te Amsterdam), en de volgende voorwerpen, afkomstig van het Schipluidengilde: een met penningen (1749-1780)
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
76 beslagen gildestaf (1791), vier gegraveerde zilveren bekers (XVII c), twee dito schenkborden (1691-1727), twee zilveren kandelaars (XVIII c).
Elst. Voorhistorische enz. voorwerpen in deze gemeente gevonden zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Elden. De NED. HERV. KERK heeft een ommantelden en geheel gepleisterden toren (XIV) en bezit: Grafzerk (1623) en fragment van een grafzerk (1624). Zilveren beker en dito schotel (1655). In de pastorie der moderne R.K. KERK (H. Lucas Evangelist) bevindt zich: Gesneden houten groep (XVII): Stal van Bethlehem. Een Missale (XIV) berust in het Rijksarchief te Arnhem.
Elst. De NED. HERV. KERK (H. Salvator), een gebouw (XV c), hersteld ± 1900, staat ter plaatse eener reeds VIII genoemde. Zij bestaat uit: een schip met later (blijkens de wijze van aansluiten bij den torenbeer) toegevoegden, over 3/4 travee langs het choor doorgetrokken noordbeuk, waarvan de onderbouw grootendeels van tufsteen is, en waartegen een tufsteenen portaal geplaatst is; een 5/8-gesloten choor, tegen welks noordwand een traptoren, opgaand uit den beuk; en eenen rijk met traceeringen en beeldhouwwerk versierden toren (XVI A, in 1701 door bliksem beschadigd), waarvan de eerste geleding van tufsteen, de tweede met tufbanden versierd, en de derde, achtkantige, van baksteen is. Ronde traptoren. De twee westelijke traveeën van schip en beuk afgeschoten. Over schip en choor netgewelven op muurzuiltjes,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
77 aangebracht tegen driehoekige schalken (als te Ede). Kruisribgewelven over den beuk. De noordwand van het gebouw is in de drie westtraveeën ten deele van tufsteen. Steen: 1726. De kerk bezit: Grafkelder (1688). Twee zilveren bekers (1653 en 1666) en dito schotel (1653). Klok (1705). De R.K. KERK (1905) bezit een uit een dalmatiek (XV) gemaakte kazuifel.
Lent. De NED. HERV. KERK (O.L.V. Geboorte), een gepleisterd rechtgesloten gebouw, heeft boven den ingang gedenksteenen (1659, 1755, 1886) aangaande herstellingen. Zij bezit: Twee koperen kronen (XVII d). Klok, in 1683 door Mammes Fremy gegoten.
Epe. Een groot aantal voorhistorische enz. voorwerpen, in deze gemeente gevonden, bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Epe. De NED. HERV. KERK (H. Martinus, eene kerk reeds vermeld in 1176), is een geheel tufsteenen gebouw, dat bestaat uit een schip met twee langs den toren doorgetrokken zijbeuken (± 1400); een 5/8-gesloten choor (XV c); en eenen toren, welks benedendeel (XII B), verhoogd is XIII B en vervolgens XV a, in baksteen met tuf bekleed. Ten O. van den zuidbeuk een sacristie (XV d) met kruisribgewelf. Westingang (XV). Gekoppelde galmgaten met zuiltjes, afkomstig uit de lagere geleding (XIII B). Tegen den oostwand van den toren een moet van het
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
78 oorspronkelijke schipdak. Gesmeed ijzeren leliekruis (XV) op het choor. Boven de gewelven van het schip overblijfselen van het oudere houten tongewelf (XV). De kerk bezit: Hardsteenen doopvont (XV). Eiken choorhek (ten deele XVI a). Orgel (1809, vernieuwd 1901) door Abr. Meere te Utrecht. Gewelfschilderingen (± 1500). Koperen kroon (XVII), twee kleinere (1772), en een armluchter (XVIII). Twee zilveren bekers (1642). Twee klokken, eene zonder opschrift, en eene in 1904 vergoten uit eene, door van Wou in 1529 gegoten. De moderne R.K. KERK bezit: Verguld zilveren kelk (1574). Twee gegoten koperen kandelaars (XVII).
Oene. De NED. HERV. KERK (H. Dionysius) is een beraapt en geverfd gebouw, bestaande uit een schip, dat vermoedelijk overblijfselen van den in 1176 genoemden en in 1238 tot parochiekerk verheven bouw bevat; twee langs het choor doorgetrokken zijbeuken (XIV d), waarvan de zuidelijke XV c van een 3/8-sluiting voorzien is; een 5/8-gesloten choor (XV A); en eenen toren, beneden van tuf- (XII), overigens van tuf- en baksteen (XV). In den toren een gewelf (XIV d) met fraai geprofileerde ribben dat een, blijkens nissen in den muur en een credens-nisje, vermoedelijk als kapel gebruikte ruimte overdekte. Gesmeed ijzeren leliekruis (XV). De kerk bezit. Eiken offerblok (XVII). Orgelfront (XVIII c). Zeven rouwborden (XVII). Twee zilveren bekers (1849).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
79 Klok, in 1661 gegoten door Gerhart Schymmel en Roelof Henrijcks.
Vaassen. De NED. HERV. KERK (H. Ursula en elf duizend Maagden) gebouwd in 1852, heeft nog den ouden baksteenen toren (XVIa, 1862 hersteld) met ribloos kruisgewelf, waarvan een der schelpen doorgeslagen is. Zij bezit: Koperen voorzangerslezenaar (1745), gegoten door Hendrik Keusekamp te Deventer. Orgel (1822). Grafzerk (1576). Twee klokken, eene (1420) en eene in 1501 gegoten door Geert van Wou. Het KASTEEL CANNENBURCH, gesticht XIV (eerste vermelding in 1372) is een langwerpig gebouw met vierkante hoektorens. Naast den zuidoostelijken hoek aan de voorzijde een uitbouw met wenteltrap, waartegen een vooruitspringende toren (midden-XVI) met rijk versierden voorgevel, waarin tot 1751 de ingang was, en met onlangs herbouwde geveltoppen en spits. De voorgevel van het hoofdgebouw is in 1661 (blijkens ankers) vernieuwd, en in 1751 (blijkens opschrift) van nieuwen ingang met Lodewijk XIV-omlijsting voorzien. De vensters meerendeels gemoderniseerd, behoudens eenige zandsteenen frontons. De vooruitspringende torengevel is versierd met zandsteenen banden, wapens, koppen en banierdrager met het wapen-van Rossum. Inwendig: keldergewelven; eiken betimmering (XVIII b) in de hal; fragmenten van een eiken zoldering (XVI), kapel (XVII) met houten tongewelf op de verdieping. Gebrandschilderde ruitjes (1664 enz.) Zandsteenen schouw (1577). Familieportretten (XVII B en XVIII). Schoorsteenstukken. Aan weerszijden van het voorplein een bouwhuis met alliantiewapen boven den ingang en resp.: 1742 en 1752. Ten N. hiervan
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
80 gesmeed ijzeren hekken (XVIII b). Vóór de brug twee hardsteenen voetstukken met schildhoudende leeuwen. Duiventil. (XVIII).
Ermeloo. Een aantal klokbekers en laat Germaansch aardewerk in deze gemeente gevonden, bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Elspeet. De NED. HERV. KERK (H. Antonius), een gepleisterd gebouw, bestaat uit een in 1841 naar het Z. uitgebouwd schip met 5/8-gesloten choor (XV); en eenen XIXa ommantelden toren. Op den makelaar van het choor een windvaan met: 1727. Inwendig een gepleisterde zoldering. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII b) met koperen lezenaar (XVII c). Fragmenten van banken (XVII A). Grafzerk (1612). Twee koperen kronen (XVII). Twee zilveren bekers (1729). Drie klokken, eene in 1612 door Henricus Meurs, en twee in 1659 door Franciscus Hemony gegoten.
Ermeloo. De NED. HERV. KERK, reeds vermeld in 1006, verbouwd XV, van een nieuwe kap voorzien in 1632 (blijkens opschrift op een der balken), van nieuwe vensters in 1633, is een ten deele gepleisterd gebouw, bestaande uit een eenbeukig later verhoogd schip (XII) met sporen van een vroeger aanwezig dwarspand en met een modernen uitbouw (1899) aan den zuidkant; een 5/8-gesloten baksteenen choor (XIV d); en eenen tufsteenen toren (XII, verhoogd XIII), met boog- en ruitenfriezen. Inwendig: gestucadoorde
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
81 zoldering over het schip (sporen van de oude kap in den oost wand), steenen kruisribgewelf met gebeeldhouwde sluit- en draagsteenen over het choor. Sporen van een kruisribgewelf en van een tongewelf in den toren. In de oosthoeken van het schip een paar zuilen met vlak gebeeldhouwde kapiteelen. De kerk bezit: Zandsteenen doopvont en wijwaterbekken (XII). Preekstoel (ten deele XVII). Eiken bank (XVIII c). Grafzerken (XVII). Twee klokken, eene in 1459 door Johannes en Wilhelmus Hoerken, en eene kleine in 1705 door Klaas Noorden en Jan Albert de Grave gegoten. De Stichting 's HEERENLOO der ‘Vereeniging tot opvoeding en verpleging van idioten en achterlijke kinderen’, bevat in het waschhuis overblijfselen van het poortgebouw der commanderij ST. JANSDAL (gesloopt ± 1600): baksteenen front, waarin gedichte poortboog met geprofileerde neggen, geflankeerd door pilasters; hierboven een top met overhoeksche pinakels, gekoppelde spitsboogjes en een verweerd medaillon: hoofd van Johannes den Dooper? Alles XVI a. Een XVIII a hier opgegraven retabel (XVI c) van marmer, albast en hout bevindt zich in particulier bezit te Arnhem.
Nunspeet. De NED. HERV. KERK, gebouwd ± 1858, heeft nog den baksteenen toren (XVI a) op ouder onderbouw, waarop een achtkant (XVIII d) met houten koepel, van de vorige aan den H. Antonius gewijde en in 1855 afgebrande kerk. Inwendig overblijfselen van een kruisgewelf. Zij bezit: Twee zilveren bekers (1708).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
82 Klok, in 1631 door Henricus Meurs gegoten. Het buitengoed GROOT-ESSENBURG (XVII c, belangrijk vernieuwd in 1767), heeft boven den ingang een alliantiewapen met: 1652. Familieportretten.
Est en Op-IJnen. Est. De NED. HERV. KERK is een gepleisterd langwerpig gebouw met torentje (1762). Houten tongewelf. De kerk bezit: Koperen lezenaar (XVII); dito zandlooperhouder (XVII). Orgel (XVIII c). Marmeren grafmonument (1764). Twee tekstborden (1749). Twee koperen kronen en een koperen blaker (XVII). Zilveren beker (1639). Klok (1747).
Op-IJnen. De NED. HERV. KERK, een geheel bepleisterd gebouw met toren, bezit: Eiken preekstoel (1744) met koperen lezenaar en dito doopbekkenhouder (XVIII b). Koperen kroon (XVII). Gegraveerden zilveren beker (XVII c). Klok, in 1636 door Peter van Trier en Johan Philipsen gegoten.
Ewijk. Eenige voorhistorische voorwerpen bevinden zich in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden.
Ewijk. De R.K. KERK (H. Johannes de Dooper), in 1833 bijna geheel
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
83 vernieuwd, heeft nog het oude 3/8-gesloten choor (XV), dat aan den westkant tufsteen bevat; en den ouden, thans sterk hellenden tufsteenen toren (± 1200) met kleine verhooging in baksteen, waarop een spits met gesmeed ijzeren kruis (XV) en waarin een spoor van een tongewelf. Zij bezit: Preekstoel (XVIII c). Grafzerk (1538). Gesneden houten monstrans (midden-XVIII), verguld. Het HUIS DODDENDAEL heeft twee geveltopjes met trappen (XVII a) en bevat kelders met tongewelven.
Winsen. De R.K. KERK (H. Antonius van Padua), gebouwd ± 1860, heeft nog den toren (XV) met traptoren van den vorigen bouw over. Benedendeel van beurtelings baksteenen tuflagen, bovendeel van baksteen. Rondboognissen. Inwendig: overblijfselen van een kruisribgewelf.
Gameren. Gameren. Eenige Romeinsche scherven, in deze gemeente gevonden, bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De NED. HERV. KERK (H. Martinus), een zwaar gepleisterd gebouw, heeft een baksteenen toren (1786, blijkens gedenksteen). Zij bezit: Preekstoel (XVIII a). Doopbekkenhouder (XVI d). Bord met naamlijst van predikanten en vermelding van verbouwingen: 1830, 1865 en 1903. Twee zilveren bekers (1693). Klok, in 1720 gegoten door J.A. de Grave.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
84
Nieuwaal. De NED. HERV. KERK (H. Willibrordus), reeds genoemd 1031, bestaat uit een eenbeukig driezijdig gesloten schip, grootendeels XVIII, maar met ouder metselwerk in het benedendeel der muren; en eenen baksteenen toren (XVa, het bovendeel en de spits vernieuwd) met halfronden traptoren aan den zuidkant. Zij bezit: Twee tekstborden (1712 en XVIII c). Koperen kroon (XVII). Twee zilveren bekers (XVII c). Eenig tinwerk (XVIII). Klok, in 1515 gegoten door Georgius Waghenens. Uurwerk (XVII d).
Geldermalsen. Geldermalsen. Een aantal hier opgegraven voorwerpen uit Romeinschen en lateren tijd, wordt op het landgoed BOTTESTEIN (eig. de heer Murman) bewaard. De thans NED. HERV. KERK is een grootendeels gepleisterd baksteenen gebouw(XV) met ouderen toren (XIII B), eveneens van baksteen. Schip met noordbeuk, 5/8-gesloten choor, en, tegen den noordwand van den toren, een doopkapel, waarin overblijfselen van een koepelgewelf. De geheel gepleisterde toren heeft tegen zijn noordwand een ronden traptoren, in zijn oostwand sporen van een lager schipdak, en inwendig een koepelgewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII d) op een doopvont (XV) als voet, met koperen lezenaar (XVIII) op arm (XVII), en met dito zandlooperhouder, doopbekkenhouder, en blaker (XVII) voor twee kandelaars.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
85 Eiken heerengestoelte en banken (± 1700). Marmeren grafzerk (1684) en grafkelder van Jacob van Borssele van der Hooge en Maria van Varick, wier overblijfselen in 1791 naar Parijs zijn gebracht. Grafzerk (1627). Tekst- en psalmborden (1619) met bekroning (1710). Twee koperen kronen (1720), twee kandelaars op één schotel en een blaker (vormen XVII). Twee gegraveerde zilveren schotels (XVIII en 1726), twee dito bekers (1726). Klok, in 1460 gegoten door Johannes en Wilhelm Hoerken.
Meteren. De thans NED. HERV. KERK heeft, na de vernieuwing en vergrooting (1875), van den ouden bouwweinig anders over dan den toren (XIII d) van baksteen met vierzijdige spits; en den driezijdig gesloten grafkelder onder het choor. Een koepelvormig kruisribgewelf in den toren, doch ook sporen van een ouder gewelf. De kerk bezit: Rood zandsteenen altaarsteen. Eiken preekstoel (XVII) met gesneden wapen (1750), en koperen predikantslezenaar (1756). Koperen voorzangerslezenaar (1750), dito zandlooperhouder (XVIII). Eiken heerenbank (XVII d). Tien-gebodenbord (1665). Grafzerk (1646). Klok, in 1603 door Hans Falck von Neuremberg gegoten.
Gendringen. Eenige voorhistorische enz. voorwerpen, in deze gemeente gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
86
Etten. De NED. HERV. KERK (H. Martinus) is een gepleisterd gebouw, bestaande uit een schip met 5/8-gesloten choor (beide XV) en een tufsteenen toren (onderbouw XI-XII, verhoogd in baksteen). Tegen den zuidkant van het schip een overwelfd portaal (XV). Kruisribgewelven over schip en choor, overblijfselen van een koepelgewelf in den toren. De kerk bezit: Aan de noordzijde van het choor een kastje met zandsteenen omlijsting (XV). Eiken preekstoel (1628). Twee klokken (1403 en 1421). De R.K. KERK (H. Martinus), gewijd in 1845, bezit: Gesneden houten kruisbeeld (XVI) boven den ingang aan de westzijde. Zandsteenen reliefs (1638) in de tombe van het hoofdaltaar, afkomstig uit het adellijk stift HOOG-ELTEN. In de pastorie het gebeeldhouwde wapen (XVII)-van Limburg Stirum en drie beeldjes (XVI).
Gendringen. De NED. HERV. KERK (H. Martinus), na een brand herbouwd in 1835, bezit: Twee zilveren bekers (1643 en XVII), een dito kan (1723), en een dito doopschotel (1803). Klok, in 1842 door Petit en Fritsen gegoten. Van het voormalig KASTEEL SCHUYLENBURG zijn nog overblijfselen van een ringmuur aanwezig. Boven den ingang van het ten deele op den ouden onderbouw opgerichte landhuis (XVIII d) twee wapens met: 1425 en 1467.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
87 Van het voormalige KASTEEL SWANENBURG zijn nog over: fragmenten van een bouwhuis, en van twee baksteenen torens (XV), onder een van welke een kelder. Hardsteenen pijlers met vazen en gesmeed ijzeren hek (XVIII) met opschrift.
Mechelen. In het torentje der NED. HERV. KERK twee klokken, eene in 1685 door Rutger Peckel gegoten, en eene in 1787 door Rutger Voigt. De R.K. KERK (1856) bezit een koperen lichtkroon (XVII).
Netterden. De R.K. KERK (H. Walburgis), in haar oudste deel XIII, hersteld en uitgebreid in 1876 onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers, heeft een driebeukig schip met 5/8-sluiting; en eenen toren (XIII, later verhoogd en van een nieuwe spits voorzien). Aanbouwen (1876) tegen choor en toren. De kerk bezit: Drie klokken, waarvan eene in 1752 gegoten door Ciprianus Crans.
Ulft. De R.K. KERK (1865-'66) bezit een verguld koperen monstrans (XVI), volgens overlevering afkomstig uit de R.K. kerk te Varseveld. De boerderij ter plaatse van het gesloopte SLOT ULFT, heeft boven den ingang een steen met alliantiewapen.
Gent. De NED. HERV. KERK (H. Martinus) wordt gevormd door het in 1844 verbouwde en vergroote choor der in 1255 als parochie-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
88 kerk vermelde kerk, wier schip XVIII d wegens bouwvalligheid buiten gebruik gesteld werd en nu afgebroken is. De toren is in zijn benedendeel (XIII?) van tuf-, overigens van baksteen (XV) en heeft inwendig sporen van een kruisgewelf. De kerk bezit: Orgel (1844). Tien-gebodenbord en gebedsbord (beide XVIII c), nieuw beschilderd. Klok, in 1638 gegoten door Peter van Trier en Johan Philipsen. Aan den straatweg naar Bemmel een hek met twee schildhoudende leeuwen (XVIII d) van hardsteen, behoorende bij het voormalig HUIS TE GENT. Van het HUIS TE POELDIJK, vermeld in 1441, gesloopt ± 1860, is nog een baksteenen toren (XV c) over, waaronder een kelder met tongewelf, en waarin een vertrek met beschilderde (XVIII d) wanden.
Gorsel. Voorhistorische enz. voorwerpen in deze gemeente gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Almen. De thans NED. HERV. KERK, in 1272 als parochiekerk vermeld, in 1849 door een noordelijken uitbouw vergroot, heeft nog overblijfselen van het oude gebouw in den zuidmuur van haar schip en in haar choor. Dit laatste heeft verhoogden vloer (wegens grafkelder XVIII) en kruisribgewelven (XV c). De toren (beneden XIV, overigens XV c, hersteld 1917) heeft een opschrift betreffende de vernieuwing (1770) van de spits. Inwendig, een koepelgewelf. In den grafkelder eiken kisten (XVIII). De kerk bezit:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
89 Zandsteenen doopvont (XI). Eiken preekstoel (XVII) met koperen lezenaar (XVII B). Zilveren beker (1702), dito beker (XVIII a). Twee klokken, in 1645 door Franciscus Hemony te Zutfen gegoten. Het HUIS DORTH (1837) heeft nog fundamenten van het oude huis (XVI). Op zolder een uurwerk (1646). Het HUIS DE EHZE, gesticht XIII d, in 1610 herbouwd, en ± 1830 grootendeels gesloopt, in 1867 hersteld en na 1905 nog aanmerkelijk gewijzigd, heeft van den ouden bouw over: het onderhuis met steenen ton- en kruisgewelven, gescheiden door gordelbogen (XVI), en met sporen van schietgaten. Gesneden schoorsteenen en deurkozijnen (XVII c). Bij den tol twee vazen (XIXa) op steenen posten.
Gorsel. De NED. HERV. KERK is een in 1842 zeer gewijzigd en vergroot, uitwendig gepleisterd gebouw, waarvan het schip en het benedendeel van den toren XV zijn, terwijl het bovendeel van den laatsten XVII A is. Dwarspand (1842). Tongewelf in den toren. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Gedenksteen (1781) in den oostmuur. Psalmbord (1762). Zilveren doopbekken, wijnkan en twee bekers (1834). Twee klokken, eene in 1448 gegoten door Johannes Gherardus de Wou, en eene in 1633 vergoten door Hendrik ter Horst. De moderne R.K. KERK (O.L.V. Hemelvaart) bezit een albasten bas-relief (XVI A): Kruisdraging, en een verguld zilveren Miskelk (XVII b), beide afkomstig van het kasteel ZUDERAS. Het HUIS TE VOORST, van 1697-1700 gebouwd naar ont-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
90 werp van Daniel Marot, ter plaatse van een reeds XIV vermeld kasteel, was een gebouw van zandsteen met twee vleugels, door zuilengangen aan het middendeel verbonden. In 1846 gedeeltelijk gesloopt en inwendig uitgebroken, sinds 1875 gerestaureerd, heeft het nog over: het middengebouw en den rechtervleugel zonder colonnade. Het eerste heeft in den voor- en achtergevel het marmeren wapen van Keppel, en, inwendig: steenen kruisgewelven en een met marmer bekleed vertrek in het onderhuis; verder fraaie betimmeringen, gesneden schoorsteenen, wandtapijten, koperen sloten (alles uit den tijd van den bouw). Gesmeed ijzeren hek naar het oorspronkelijke, dat in den tuin van het Rijksmuseum staat. In het Huis DEN DAM een wapensteen (1599).
Groenloo. Overblijfselen van den vestingwal en de gracht. Op den wal een gegoten ijzeren kanon (XVII a). De NED. HERV. KERK (H. Calixtus), een ruim, geheel gecement gebouw, ten deele van tufsteen, heeft een schip (XIV) dat later naar het O. verlengd is, evenals de zijbeuken; een hooger 5/8-gesloten choor (XV A), tegen welks noordwand een sacristie (XV d) met traptoren, waarin een zandsteenen wenteltrap; en eenen ingebouwden toren (XVI B, hersteld 1836) met traptoren als voren, en spits (XVIII). Ten Z. van den toren een door twee kruisribgewelven gedekte ruimte. Oorspronkelijke venstertraceeringen grootendeels behouden, evenzoo een raam met glasin-lood. Aan de noord- en de zuidzijde oorspronkelijke ingangsomlijstingen. Inwendig: kruisribgewelven met gebeeldhouwde rozetten en ten deele op kraagsteenen met figurale voorstellingen. Deuromlijsting (XV d) en opgeklampte deur (XVI) naar de voormalige sacristie. De kerk bezit: Twee wangen van choorbanken (XV d) met snijwerk.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
91 Enkele scharnieren (XVII) met beslag, van oude kerkbanken. Orgel (1836). Talrijke grafzerken: twee, oorspronkelijk altaarsteenen, een rijk gebeeldhouwde zerk (1638), verder verschilende XVII en XVIII. Overblijfselen van een muurschildering (de andere overgewit). Twee koperen kronen (XVII). Zilveren schotel (1830), dito kan (1834). Twee klokken, eene in 1837 gegoten door Gebr. Edelbrock en eene in 1843 door Theodorus van Heuvel. In de consistoriekamer twee eiken tafels (XVII A en XVII d) en een schilderij op doek (1648). Het Huis A 262 (Lievelderstraat) heeft een gepleisterden gevel (XVI b). Korfbogen boven de vensters. Ankers. A 435 (Markt) heeft nog twee vensters met segmentbogen. Steentje (1621). A 97 (Nieuwe Straat) een houten poortboog met snijwerk, opschrift (1622) en huismerk. Tusschen A 257 en 259 (Lievelderstraat) een dergelijke boog (1623) met spreuk. Zijgevel in vakwerkbouw. A 119 steenen alliantiewapen (XVIII a) boven de deur. A 10 sluitsteen (1825) en oude deurnaald. Ankers aan A 178-179 (1648) en A 195 (1661). In talrijke zijgevels overblijfselen van ouden vakwerkbouw met baksteenvullingen (A 203, 204, 207, 210, 248, 257, 261 enz.). Bij A 121 ook in den voorgevel. Bij den heer B.A. Pondes bevinden zich verschillende stukken van het Lakenkoopersen het Kleermakersgilde, en twee zilveren bekers (1668 en XVII).
Groesbeek. In deze gemeente opgegraven voorhistorische voorwerpen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
92 van steen en brons bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De NED. HERV. KERK (H.H. Cosmas en Damianus) heeft nog slechts het inwendig geheel vernieuwde choor (XV) en den toren (XIV, hersteld 1844), beide gepleisterd, van de oude kerk over, terwijl het overige een bouwval is. Zij bezit: Twee klokken in 1759 door C.W. en C. Voigt gegoten. De R.K. KERK (H.H. Cosmas en Damianus), in 1832 gesticht, in 1837 na stormschade herbouwd, in 1860 vergroot, bezit een verguld zilveren monstrans (XVI b). In de pastorie een eiken linnenkast met gesneden koppen en: 1616.
Haaften. Eenige onder Tuil gevonden Romeinsche munten bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Haaften. De NED. HERV. KERK (1851) bezit: Twee zilveren bekers (XVII). Klok, in 1702 overgegoten door Gillis Wijbrans. Van het SLOT GOUDESTEIN, verwoest in 1672, is nog slechts een hooge ronde baksteenen toren (XVI) met twee hierbij aansluitende stukken muur over. In den toren twee baksteenen koepelgewelven en overblijfselen van gothische schoorsteenwangen.
Hellouw. De NED. HERV. KERK (1822, de oude kerk in 1674 ingestort) heeft een klok, in 1835 door Petit en Fritsen gegoten.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
93
Tuil. De NED. HERV. KERK is een baksteenen gebouw, grootendeels uit 1810, maar met overblijfselen van een lagere en kleinere kerk (XIV), waartoe ook het benedendeel van den toren behoort. Zij bezit: Altaarsteen (als grafzerk, met opschrift: 1646) voor den preekstoel. Koperen predikantslezenaar (XVIII). Geverfd houten grafmonument (XVIII a). Zilveren beker (XVII d). Klok, in 1653 gegoten door Peter van Trier en Johan Philipsen.
Harderwijk. Harderwijk. a. Voorhistorische en Romeinsche voorwerpen. Een hier gevonden fragment van een URN uit voorhistorischen tijd bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. b. Van de verdedigingswerken (XIV d) staan nog, nadat in 1910 een groot deel der wallen opgeruimd is: de VISCHPOORT, een baksteenen gebouw, thans voor lichtbaak ingericht, met overblijfselen van ronde hoektorens, en met ietwat uitgekraagd bovendeel aan den zeekant; aan weerszijden hiervan stukken VESTINGMUUR, waarin een dichtgemetseld poortje en schietgaten; een stuk muur met TWEE WALTORENS tusschen de voormalige Luttekepoort en de Smee-poort; en een stuk muur met rondbogige spaarnissen achter de kazerne, bij de Blokhuissteeg.
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het RAADHUIS, een in 1620 opgetrokken en in 1837 zeer gewijzigd gebouw, dat oorspronkelijk ook voor rechthuis en voor
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
94 (dit deel in 1728 door de raadzaal ingenomen) ingericht was, bevat: Raadzaal met goudleeren behangsel, rijke houten zoldering en betimmering (1730), gesneden houten schoorsteen met wapenschilden (1727), portretten op doek van prins Maurits, Frederik Hendrik, Willem III, Gustaaf Adolf enz., schilderij (1634): Bestraffing van een rechter door Cambyses, door Isaac Isacs; in de burgemeesterskamer een schilderij op paneel: gezicht op Harderwijk, en prenten der voormalige poorten, vier bronzen maten (1712); in de archiefkamer schilderij: het Wijnhuis vóór de verbouwing, zegelstempel met koggeschip (XIII d), zilveren vogel aan een schuttersketen, oorkonden (XIV en XV) met fraaie zegels; enkele gevelsteenen; op het portaal der eerste verdieping houten katheder (XVIII a) van het vroegere Nassau-Veluwsche Gymnasium. WIJNHUIS
2. De gebouwen van het voormalige ST.-CATHARINAKLOOSTER, in 1580 geseculariseerd, in 1609 ingericht tot verblijf van studenten en later tot ACADEMIE en verblijf van professoren, zijn ten slotte in gebruik genomen door het KOLONIAAL WERFDEPOT, als magazijnen en als bakkerij. a. In de magazijnen (XV d) bevinden zich nog oorspronkelijke balklagen op gothische dragers, en gedichte vensters. b. De KLOOSTERKERK (XVI a, later, tot 1816, in gebruik bij de Waalsche gemeente en sinds 1913, na restauratie door Jos. Th. Cuypers, bij de Roomsch Katholieken), is een baksteenen dubbelkerk met 5/8-gesloten choor, en met traptoren (de spits vernieuwd) tegen den zuidwesthoek. Nieuwe dakruiter. Boven den westingang een steen met het stichtingsjaar: 1502. De benedenkerk heeft 3 beuken van drie traveeën met steenen kruisribgewelven op achtkante hardsteenen pijlers. Over de bovenkerk twee kruisribgewelven en een netgewelf, over het choor een netgewelf. Priesterzerk (1552).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
95 c. Het ‘LINNAEUSTORENTJE’, oorspronkelijk een traptoren tegen een nu verdwenen gebouw, later gevangenis voor studenten: achthoekig baksteenen gebouwtje met leien spits. Gevelsteen (1570). Nis met borstbeeld van Linnaeus. Inwendig: als schroefgang gemetselde wenteltrap. 3. Van het VOORMALIG NASSAU-VELUWSCH GYMNASIUM, ten N. der Groote kerk, is slechts een steen boven den ingang over, met Latijnsch opschrift (gesticht 1372, verbrand 1503, herbouwd 1540, gewijzigd 1708). Katheder (zie d 1.).
e. Kerkelijke Gebouwen. 1. De NED. HERV. of GROOTE KERK (O.L. Vrouw), is een gebouw van baksteen met spaarzaam gebruik van zandsteen, bestaande uit een driebeukig schip (XIII d); een dwarspand (XV a); een 5/12-gesloten choor (XV a) met omgang, waarlangs drie noordelijke en drie zuidelijke kapellen tusschen de contreforten. Geen toren (deze is 1797 ingestort, waarna een westelijke afsluitingsmuur opgetrokken is). Vier traptorens: een aan elke zijde bij het begin der sluiting, en een aan elke zijde tegen den westmuur van het dwarspand. Aan de zuidzijde de gerfkamer (gewijzigd 1837) en bijgebouwtjes. De westmuren van de dwarsarmen bevatten aanwijzingen van een voorgenomen aanleg van smalle kapellen langs de zijbeuken. In een steunbeer aan de zuidwestzijde een ingemetselde steen (1647), van elders afkomstig. Talrijke sporen van gedichte vensters en van traceeringen. Inwendig: triforium in het choor. Gestucadoorde zoldering over den middenbeuk. Kruisribgewelven over zijbeuken, omgang en drie der kapellen. Netgewelven over choor- en dwarspand en de andere drie kapellen. De kerk bezit: Altaarsteen, in den vloer gemetseld. Kuip en klankbord van den eiken preekstoel (1614, door Jan de Wael en zijn zoon).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
96 Koperen voorlezerslezenaar (1723). Orgel (1826, hersteld 1891). Talrijke grafzerken (XVI-XVIII). Rood zandsteenen deksel (XIII) van een doodkist. Vier gladde zilveren bekers (1775), twee ronde en twee ovale zilveren schotels en een rechthoekigen schotel (1794) met een kan (1793). Twee gegraveerde zilveren bekers en dito doopschotel (1763), afkomstig van de voormalige Waalsche gemeente. In de kamer van kerkvoogden: zes koperen schilden (geverfd) der lichtkronen (1660-1723); beschilderde ijzeren kist (XVII d); teekeningen: de kerk vóór het instorten van den toren, en de instorting van den toren.
f. Gebouwen van liefdadigheid enz. 1. Het HERVORMD OUDEMANNEN-, VROUWEN- EN KINDERHUIS, gesticht (blijkens den gevelsteen) in 1690 ter plaatse van het Fraterhuis van St. Hieronymus (XV c, na brand vernieuwd XVI a) en herbouwd in 1876, bevat overblijfselen (XVI a) van dit Fraterhuis: muren en balken met gothische sleutelstukken en kinderbalkjes. 2. Het BURGERWEESHUIS, gesticht 1555, bevindt zich thans in een gebouw met een in 1886 vernieuwden gevel. Het bezit een roodkoperen vijzel (1623), een tinnen schaal en twee paar tinnen kandelaars (XVIII d); twee poppen in gestichtskleedij. In den tuin bevindt zich een zandsteenen frontispiece van een poort, met drie knielende jongens en drie knielende meisjes, en: anno 1651. 3. PESTHUIS? zie onder Fragmenten en details.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
97
g. Particuliere gebouwen. A. Gothiek. 1. Hoogstraat naast C 59. Zijgevels (XIV), oorspronkelijk trapgevels (?) met spitsboognissen en gedichte vensters. De geschilderde voorgevel heeft ankers: 2. Hoogstraat C 342. Gevel, van boven gepleisterd, beneden verbouwd en beschilderd. In het bovendeel twee gedichte gethische vensters. 3. Donkerstraat B 110. Twee gepleisterde gevels, waarvan een (XV) met pinakels in den vorm van kanteelen, en met tandlijst. De andere, zie No. 10. 4. Groote Marktstraat D 81. Gewitte gevel met hoogopgaande nissen (XV). 5. Markt B 65. Zijgevel (XV) met door ezelsruggen gedekte rappen. 6. straat. Achtergevel (XV) van een pakhuis (1805-1912 als Roomsch-Katholieke Kerk gebruikt) met opgaande muurnissen en ankers: 1639.
B. Renaissance. 7. Wolleweversstraat C 105. Zijgevel (XVI) met korfboognissen. 8. Hoogstraat C 351. Gepleisterde gevel met ankers: 1605. 9. Groote Poortstrat C 311. Trapgeveltje met een toppilaster en nokankers. Steen: 1613. 10. Donkerstraat B 110. Gepleisterde trapgevel (XVII a) met toppilasters, waaronder een kop en waartegen een nokanker. 11. Oliestraat, hoek Schoenmakersstraat, gepleisterde gevel met ankers: 1634. 12. Groote Marktstraat D 97. Gevel met ankers: 1638. Ontlastingsbogen. Fries van vlechtwerk in roode en gele steen. 13. Hoogstraat C 258. Gepleisterde gevel met ankers: 1655.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
98 14. Hoogstraat C 96. Geverfde gevel. Ankers: 1691. 15. Hoogstraat C 95. Topgevel met ankers: 1740. 16. Bruggestraat A 48. Pakhuis met ankers: 1747.
C. Lodewijk-stijlen. 17. Bruggestraat A 116. Gevel met hoekpilasters. Boven de voordeur: 1751. Hierboven een venster met gesneden borstwering. Gesmeed ijzeren beltrekker. 18. Donkerstraat 81. Gevel met houten omlijsting (1763) om de deur, Lodewijk XV, en om het venster erboven. Boven de deur wapens. Kroonlijst op consoles, Lodewijk XV. 19. Bruggestraat A 124. Gevel (XVIII c) met omlijste deurtravee. Kroonlijst met consoles, Lodewijk XV. 20. Donkerstraat B 82. Gevel (XVIII c) met gesneden omlijsting om deur, bovenlicht en vensters erboven. Kroonlijst op consoles. Inwendig: stucversiering (XVIII c) in de gang. 21. Donkerstraat B 34. Gepleisterde gevel (XVIII c). Gesneden omlijsting van deur en bovenlicht. Deur, Lodewijk XV. 22. Bruggestraat A 131. (Pius-gesticht). Gevel (XVIII c) met omlijste deurtravee. Gesmeed ijzeren beltrekker. Inwendig een marmeren schoorsteen uit den tijd van den bouw. 23. Donkerstraat B 39. Gevel (XVIII c) met omlijste deurtravee. 24. Smeepoortstraat A 253. Gevel (XVIII c). Getoogde vensterommetseling. Gesneden deur. 25. Donkerstraat B 123. Bergsteenen gevel (XVIII d) met hoekpilasters en middenrisaliet. Houten deur- en steenen vensteromlijsting erboven. Kroonlijst met driehoekig fronton. Twee omlijste dakvensters.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
99 Fragmenten en details. Pesthuisstraat A 178, 179, 180. Overblijfselen eener KAPEL (XV): steunbeeren, fragmenten van gekoppelde spitsbogen met traceeringen. Steen met Latijnsch opschrift. Donkerstraat B 84. Overblijfselen van vensterbogen (XVI d). Luttekepoortstraat, aan het eind: twee hekpijlers met hardsteenen vazen (XVIII c). Luttekepoortstraat C 140. Basementen van pilasters der deuromlijsting, op welke: Anno 1774. Donkerstraat B 38. Deuromlijsting XVIII d. Ankers (XVI). Donkerstraat B 78. IJzeren hek met baksteenen pijlers, waarop siervazen (XVIII d). Academiestraat, naast de voormalige Kloosterkerk. Hardsteenen stoep (XVIII d). Boven den ingang: 1754. Gevelsteenen. Groote Poortstraat 323. Steen: 1581. Groote Havenstraat C. 271. Polychrome tegel van aardewerk (XVI d) met voorstelling in relief. Hondegardstraat. Steen: 1645 (pelikaan). Smeepoortstraat. In den gevel der Gereformeerde Kerk twee steenen (1570 en 1828) met opschriften betreffende het waterpeil. Aan den straatweg naar Hierden een oude boerderij met ankers: 1789.
Hierden. De NED. HERV. KERK (1851, blijkens steen) bezit eenig tinwerk (XVIII A): twee gegraveerde bekers en dito kan, drie schotels en twee borden.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
100
Hattem. b. Verdedigingswerken. DIJKPOORT (XIV d, gerestaureerd 1909), vierkant baksteenen gebouw met doorgang, waarin de sleuf van een valhek, en met overblijfselen van de oude uitkraging. Hoektorentjes. Bovendeel en vensters nieuw. Trap in de dikte van den muur. Overblijfselen der oude OMMURING (XV, verhoogd XVI d) tusschen de voormalige Hoenwaardsche poort en het kasteel. In den muur een steen met: 1582. HERTOGELIJK KASTEEL, zie bij f 1.
c. Pompen. Vier hardsteenen pompen: bij Achterstraat A 218 (1735), bij Dorppoort (1733, met schildhoudenden leeuw XVII) bij Ridderstraat A 372 (1735, met leeuw als voren), en bij het Raadhuis (XVIII b, met: 1776).
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het RAADHUIS (XVI, verbouwd 1619-1625, en XIX d) heeft een baksteenen voorgevel met bergsteenen banden en houten balustrade met het gemeentewapen, waaronder: 1770. Vensterbogen met sluitsteenen (de boogtrommels nu gevuld). Steenen hoeklantaarn (XVII) op een sater als drager. De zijgevel heeft een top met vleugelstukken en fronton (1619). Hiernaast een lager gevel met balustrade en poortomlijsting (1625). De andere zijgevel ten deele XVI. Het Raadhuis bevat: Zilveren ‘cieraet’ (1468) van het St. Annagilde, met penningen XVI - XVIII. Eiken kapstok (XVII). Eiken tafel (XVII A), tien eiken stoelen en twee leunstoelen (XVII). Eiken kasten, van een beschot (XVII) vervaardigd.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
101 Eiken kist met ijzeren beslag (XVII). Twee tinnen inktstellen (XVIII). Koperen kroontje (XV), afkomstig uit de kerk (het St.-Annabeeldje geschonden). 2. De tegenwoordige NUTSSCHOOL op de Markt, voorheen HOOFDWACHT en WAAG, gebouwd 1621, verbouwd XIX c, heeft een gevel van baksteen met banden van bergsteen, en vensterbogen met blokken van bergsteen. Twee ingemetselde steenen (1672). In den zijgevel uitvliegsteentjes.
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK (H.H. Andreas en Catharina), ten deele gebouwd XIV, ter vervanging eener romaansche en tijdens het verval eener andere kerk op den Gaesberg, en verbrand ± 1427, daarna herbouwd, naar het oosten uitgebreid en in 1436 herwijd, gerestaureerd 1895-1896 onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers en Jos. Th. Cuypers, bestaat uit een driebeuk schip (XIV B, voltooid 1407); een 3/8-gesloten choor (XV d, gewijd 1504); een rechtgesloten H. Maria-kapel (± 1400) ten N., en eene 3/8-gesloten H. Anna-kapel (± 1500) ten Z. van het choor; en eenen toren, beneden (XII B) van tufsteen (met moeten van het oorspronkelijk schipdak in zijn oostwand), verhoogd XIV d in baksteen. Leien spits (1611) met lantaarn, ter vervanging van een zadeldak. Portaal (1753). Tusschen het choor en de zuidkapel een traptoren met gemetselde wenteltrap (XVII). Kruisribgewelven over schip, beuken en noordkapel. Netgewelven over choor en zuidkapel. Opmerkelijk tufsteenen kruisribgewelf (gerestaureerd 1896) in den toren. In den zuidwand van het choor een nis met gothischen draagsteen. De kerk bezit: Zandsteenen doopvont (XII B). Eiken preekstoel (1635), met ijzeren lezenaar (XVII). Eiken choorafscheiding en doophek (1645), dito banken (1646).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
102 Orgel (1614, hersteld in 1623, 1661, 1677 en 1874). Grafzerken (XVI-XVIII), w.o. een voormalige altaarsteen en een groote gebeeldhouwde steen (XVI a). Gewelfschilderingen (XV a - XVI) in het choor en de kapellen. Overblijfselen van een muurschildering (XVI b) in de zuidkapel. Vier geschilderde wijdingskruisen. Tien-geboden, in 1636 tegen den oostwand van den toren geschilderd. Drie psalmborden (1748). Twee koperen kronen (1691). Vier zilveren bekers (1727). Klokkenspel van twintig klokken, waarvan twaalf in 1722-1727 gegoten door Jan Albert de Grave en zes in 1631-1636 door François Simon, benevens twee luiklokken, waarvan eene in 1455 gegoten door Geert Klinghe, en eene in 1686 door Gerhard Schimmel. Uurwerk (1613, gewijzigd 1665 en 1667, in 1679 door Jurriaan Sprakel in een slingeruurwerk veranderd). 2. Korte Kerkstraat. ‘DE OUDE WEEME’ (voormalige pastorie), vermeld XV a, belangrijk gewijzigd XVII a, gerestaureerd in 1906, is een baksteenen gebouw met topgevel. Korfbogen over de vensters. In den sluitsteen van een rondboog over een gedichten ingang: 1623.
f. Particuliere gebouwen. 1. Bij het ‘Hoogehuis’ op den wal eenige overblijfselen van het HERTOGELIJK KASTEEL (vermeld 1361, gesloopt in 1580 en 1778): metselwerk (XV) van het hoofdgebouw en de voorburcht. De stichtingssteen van den ‘toern tot Hattem’ (1404) is ingemetseld in het portaal van dit huis. 2. Achterstraat A 258. Gepleisterde topgevel (XVII a). Toppilaster op masker. Ankers.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
103 3. Kerkstraat A 136. Baksteenen topgevel (XVII a). Ankers. 4. Kerkhof A 421, herhaaldelijk verbouwd. Zijgevel, van onderen gepleisterd, met een fraai gemetseld fries, waarboven ten deele gedichte vensters met metselmozaïek van roode en gele steen in de boogvelden. Overblijfselen van zandsteenen kozijnen. Steen: 1618. Ankers. 5. Kruisstraat A 285. Gepleisterde gevel (XVII a). Toppilaster op een leeuwenkop. Ankers: 1619. 6. Kruisstraat A 408. Gepleisterde trapgevel (XVII a) met zandsteenen afdekkingen. 7. A 309. Op den wal bij de Achterstraat, Baksteenen topgevel met vlechtingen. Overblijfselen van zandsteenen kozijnen. Ankers: 1623. Nokanker. 8. Ridderstraat A 360. Gepleisterde gevel (XVII a), met fragmenten van vierkante pinakels. Bloemanker. 9. Kerkstraat A 203. Gepleisterde trapgevel (XVII a). Toppilaster op een kopje. 10. Allershoek A 31. (‘Pand der Liefde’). Baksteenen gevel met bergsteenen banden. Boven den ingang: 1626. Hierboven een arkel op zandsteenen consoles. Overblijfselen van kruiskozijnen met vlechtwerk in enkele boogvelden. In de zijgevels duivengaten met uitvliegsteenen. Hoog oploopend pannendak. 11. Kerkstraat A 158. Gepleisterde topgevel. Toppilaster. Ankers: 1633. 12. Kerkstraat A 181. Gevel (XVII A) met gemetselde togen. Ankers. 13. Kerkstraat A 174. Twee gepleisterde topgevels met toppilasters, waartegen ankers. 14. Kerkstraat A 138. Gepleisterde gevel met gezwenkte toplijnen. Vensterbogen met diamantkoppen. Steen: 1663. Ankers.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
104 15. Kruisstraat A 409. Gepleisterde gevel. Steen: 1677. 16. Ridderstraat A 358. Gepleisterde gevel met ingezwenkte toplijnen en twee vleugelstukken. Ankers: 1724. Bloemanker. 17. Kerkstraat A 161. Gevel (XVIII c) met hijschbalk. 18. Kerkstraat A 140. Baksteenen, ten deele gepleisterde gevel (XVIII c). 19. Achterstraat A 276. Ingezwenkte topgevel (XVIII c) met houten frontons en twee vleugelstukken. 20. Kerkstraat A 147. Gevel als voren. In den top: 1777. Details. Kerkstraat A 164. Gesneden boven- en onderdeur (XVIII a). Kruisstraat A 407. Steentje: 1677. Kerkstraat A 160. Ankers: 1608. De heer F.A. Hoefer bezit twee portretten (XVI a, door Joost van Cleve) voorstellend Anthonie van Hilten en zijn echtgenoote. Het huis HET SPIJKER is een klein baksteenen gebouw (XVI a) met uitgezwenkte toplijnen, onderbroken door pinakels. Twee tandlijsten. Boven de deur een gedichte spitsboog, in welks veld een ovaal venster en: 1640. Inwendig: een laat-gothische schouw.
Hedel. In deze gemeente gevonden Romeinsche munten bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De NED. HERV. KERK (H. Willebrordus), is een als kruiskerk opgezet baksteenen gebouw (XVII a), waarvan slechts staan: het dwarspand, gedekt door een gestucadoorde zoldering, en het 5/8-gesloten choor. Boven den zuidelijken ingang op een sluitsteen: 1836. De kerk bezit: Eiken preekstoel, doophek en banken (XVII A). Twee grafzerken (XVII c). Drie tekstborden (1648).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
105 Twee zilveren bekers (een XVII, een 1643) en een dito schaal (1744). Klok (1643). Van het voormalige KASTEEL TE HEDEL zijn de bouwhuizen (XVII) met gemetselde pilasters en muurbogen over. De boerenwoning HUIS DEN WIELWIJK draagt in den gevel de jaartallen 1669 en 1686, in baksteen gemetseld. Het huis Voorstraat C 18 (1635, blijkens ankers) heeft zijn oorspronkelijke vensternissen en zijgevel met top en sierankers behouden. Inwendig: schoorsteen en betimmering (XVII b).
Heerde. Heerde. Voorhistorische voorwerpen hier gevonden, bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De NED. HERV. KERK (H. Johannes de Evangelist) bestaat uit een schip (1841, blijkens steen) met een 7/12-gesloten tufsteenen choor (XV), ingericht voor catechisatiekamer enz., en eenen toren, waarvan het benedendeel van tufsteen is, doch die overigens in 1869 geheel in neo-romaanschen trant verbouwd is. Balustrade en spits (1907). Traptoren met wenteltrap (XV) ten N. van den toren. Over het choor een kruisribgewelf. Achtkante voet (XVI a) van een doopvont in het berghok. Van het Fraterhuis HULSBERGEN (XV) zijn in het muurwerk eener boerderij bij het kanaal nog sporen der kerk zichtbaar. Voor den ingang en in de gang grafzerken (1512). Eene uit dit huis afkomstige Vulgata (1434) wordt in het archief te Zutfen bewaard. Het KASTEEL VOSBERGEN heeft trapgevels (XVII a) met
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
106 ontlastingsbogen, waarin bergsteenblokken. Vensters gewijzigd (XVIII).
Veesen. De NED. HERV. KERK (H. Ethelwoldus), blijkens een steen met opschrift gebouwd in 1842, ter plaatse eener oudere, bezit: Preekstoel van vurenhout met snijwerk (1802). Klok, in 1634 gegoten door Alardus Meurs.
Vorchten. De NED. HERV. KERK (H. Johannes de Dooper), in 1176 tot parochiekerk verheven, is een grootendeels uit tufsteen opgetrokken gebouw, bestaande uit een schip (XIII); een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen beneden door twee smalle ruimten geflankeerden toren (midden-XIII), later verhoogd en van een leien zadeldak voorzien. Gepleisterde zoldering over het schip. Steenen kruisribgewelf over het choor. Boven den ingang van den toren een gedenksteen betreffende een vernieuwing (1850), en in den toren een doorgeslagen ribloos kruisgewelf (XIII c). Grafkelder. De kerk bezit: Rood zandsteenen altaarsteen. Eiken preekstoel (1630). Twee zilveren bekers (1810). Twee klokken, waarvan eene (1460) en eene in 1641 gegoten door Hendryck ter Horst te Deventer.
Heerenwaarden. In het Gemeentehuis wordt een gegraveerde koperen GILDEPLAAT (1738), waarop de wapens van de gemeente en van het St. Petersgilde, bewaard.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
107 De thans NED. HERV. KERK, gebouwd in 1849 ter plaatse eener oudere (1608), welke op haar beurt een nog oudere verving, bezit: Eiken preekstoel, afkomstig uit de Gasthuiskerk te Zalt-Bommel. Koperen lezenaar (XVIII). Twee bordjes (XVII) met knoppen voor armenzakjes. Grafzerken (XVII). Twee zilveren bekers (1727) en een dito schotel (1690). Klok, in 1850 door Petit en Fritsen gegoten. Gesmeed ijzeren uurwerk (1643).
Hemmen. Voorhistorische enz. voorwerpen hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De thans NED. HERV. KERK is een gepleisterd en geheel met klimop begroeid gebouw, bestaande uit een eenbeukig schip met 3/8-gesloten choor (XIII?) en eenen ten deele ingebouwden toren. Gestucadoorde zoldering. Pannendak. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVIII b) met koperen lezenaar (XVIII), dito doopbekkenhouder, zandlooperhouder en kaarsenhouder (alles XVII). Eiken banken (XVIII). Koperen kroontje (XVIII). Grafkelder en -monument der familie van Lynden (1787). Zerk (1665) en fragment van een gothische zerk (1524). Rood zandsteenen doodkist. Zilveren beker (XVII c), op het kasteel bewaard. Het KASTEEL TE HEMMEN, in 1757 ter plaatse van het vorige herbouwd, is een vierkant gebouw met gebeeldhouwde bekroning boven de middenpartij. In den achtergevel een wapensteen (1632).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
108 Kruisgewelven (XVIII) over den onderbouw. Inwendig: stucplatonds, trap-hal en trapleuning, alles Lodewijk XV. In de voorkamer een betimmering, Lodewijk XIV. Achterkamer, Lodewijk XVI. Schilderij (1581): muntmeesters van Nijmegen en Zalt-Bommel. Portretten van het geslacht van Lynden. Drie geslepen glazen bekers (XVIII).
Hengeloo. De NED. HERV. KERK (H. Remigius?), in 1152 reeds parochiekerk, bestaat uit een schip met twee zijbeuken (XIV d) van tufsteen, langs den toren doorgetrokken, waarvan de noordelijke met twee baksteenen traveeën (XVI a) naar het O. verlengd is, terwijl de andere een travee (sacristie?) ten Z. van het choor heeft; een 5/8-gesloten choor (XV d) van baksteen; en eenen toren (XIV d, bovendeel XV), gedeeltelijk van tufsteen, met traptoren, waarin een wenteltrap. Steenen kruisribgewelven. De kerk bezit: Drie koperen kronen (XVII). Twee zilveren borden (1836). Twee klokken, eene (1406) en eene in 1612 door Peter van Trier gegoten. Eenige muurschilderingen zijn in 1911 overgewit. Oude MOLEN (XVII b) ten Z. der gemeente.
Herwen en Aard. Aard. Aan het veer een LUIKLOK, in 1768 gegoten door Johannes Specht te Rotterdam. De thans NED. HERV. KERK bestaat uit een schip van baksteen met banden van tufsteen; een door een tusschengemetselden muur afgescheiden zuidbeuk (beide XVI b, maar op ouder onderbouw);
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
109 een baksteenen choor (XV d) aanmerkelijk hooger dan het schip; en eenen baksteenen toren (XVI c, verhoogd 1875). Gedichte ingangen in den noordwand van het choor, en in den zuidwand van het schip (hierboven: 1536). In een der noordelijke beeren van het schip een nisje met omlijsting (XVI c). Kruisribgewelven (XV, met schildjes) over het choor. Sporen van welving (XVI) in het schip. De kerk bezit: Orgelkast (1846). Grafzerk (1663). Klok, in 1759 gegoten door Christian Wilhelm Voigt en zijn zoon Christian. Een windvaan (XVII a) met wapens en een steen met leeuwenkop (XVII), afkomstig van het voormalige HUIS AARDENBURG, bevinden zich aan een ter plaatse opgetrokken boerenwoning.
Herwen. De R.K. KERK (H. Martinus), gewijd in 1905, bezit: Verguld zilveren monstrans (XVII d, in twee stukken). Zilveren ampullenblad (XIX a). Twee klokken, in 1819 door I.R. Voigt gegoten. Het HUIS AERDT, in 1652 gebouwd ter plaatse van het in 1430 verbrande slot TER CLUSE, waarvan nog een vierkante toren over is, vertoont nog oude ontlastingsbogen en twee gedichte kruiskozijnen. Twee ankers. Windvaan (1736) op den toren. Eene boerderij ter plaatse van het voormalig huis DE BOSWAAI, in 1891 van haar trapgevels beroofd, heeft een windvaan (XVII) en ankers: 1749.
Lobit. Bij den dijk een BOOG van de voormalige Schipperspoort (XV).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
110 De R.K. KERK bezit een koperen kroon (XVII c). In het RAADHUIS worden bewaard de penningen van het Schuttersgilde, waarvan de oudste uit 1648 dagteekent, en een zilveren papagaai (XVI). De NED. HERV. KERK (1660) heeft een eenbeukig schip met driezijdige choorsluiting. Gestucadoorde zoldering. Stichtingssteen boven den ingang. Dakruiter (hersteld 1914). Zij bezit: Eiken preekstoel en doophek (beide XVIII b). Koperen lezenaar (1742). Orgelkast (XVIII c). Offerblok (1705). Zilveren beker (1819) en dito schotel (1837).
Herwijnen. De NED. HERV. KERK, blijkens een steen in 1823 gesticht, bezit: Koperen zandlooper (voor doopbekkenhouder gebezigd) en twee dito kandelaars (alles XVII). Twee zilveren bekers (XVII) en een dito schotel (1727). Twee tinnen schotels (1736). Van het kasteel WADESTEIN of WAYESTEIN (vóór - XV), in 1861 grootendeels gesloopt, zijn nog fragmenten van een ronden baksteenen toren (XIV of XV) met vernieuwde kanteelingen over, terwijl een gevelsteen (XVIII) zich in de Oudheidkamer te Tiel bevindt.
Heteren. In deze gemeente gevonden voorhistorische enz. voorwerpen bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
111
Drie. De thans NED. HERV. KERK, in 1915 uitgebrand, daarna herbouwd, heeft van het oude baksteenen schip (± 1300) nog de muren zonder beeren en met sporen van gedichte vensters; in het choor aanzetten van gewelven (XV), en eenen toren (XV B, hersteld XIX a), die in zijn onderbouw nog een kruisgewelf (XIII) met breede, ongeprofileerde ribben bevat. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII b). Zilveren beker (1681) en dito schotel (1700).
Heteren. Bij de NED. HERV. KERK, blijkens een steen gesticht in 1837, staatop eenigen afstand de baksteenen toren (XIII, het bovendeel vernieuwd in 1908) der vorige kerk (H. Willebrordus), die een koepelgewelf bevat. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII A) met koperen lessenaar (XVIII). Twee koperen kronen (XVII). Twee zilveren bekers (XVII), dito kan (XVIII), een groote en drie kleine zilveren schalen, en twee offerbussen (alles XIX A). Twee klokken, in 1660 door Peter van Trier gegoten. Gesmeed ijzeren uurwerk (XVII).
Randwijk. De thans NED. HERV. KERK, hersteld in 1846, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XIII) met zijbeuken (XV); een 3/8- gesloten choor (XV), en eenen toren (XIII, verhoogd XIV), waarin een koepelgewelf. Gestucadoorde tongewelven onder leien dak, over schip en choor, houten zolderingen onder pannendak over de zijbeuken. De kerk bezit: Twee zilveren bekers (XVII c). Klok, in 1613 door Peter van Trier gegoten. Bij de kerk een fragment van een gothische zerk.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
112
Heumen. Een BRONZEN ZWAARD uit voorhistorischen tijd bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Heumen. De NED. HERV. KERK (eene kapel wordt vermeld XIII, welke XVI tot parochiekerk verheven werd) is een in 1853 gepleisterd gebouw, bestaande uit een schip met hooger, 5/8-gesloten choor, waarboven een duivenslag; en eenen toren (XIV a, gerestaureerd 1915), die in zijn oostwand sporen van een lager schipdak vertoont en ter weerszijden in verbinding staat met een smalle ruimte, waarin hoekcolonetten op oorspronkelijke welving wijzen. De kerk bezit: Hardsteenen kruis (1541), op het kerkhof. Zilveren kroes en kannetje (1840). Klok, in 1662 gegoten door F. Hemony. De R.K. KERK (1841, vergroot in 1862) bezit: Houten Madonnabeeld (XIV). Gegoten koperen dubbel Madonnabeeldje (XVI a), afkomstig van een lichtkroon. Missaal-band met gegoten zilveren beslag en klampen (XIX A). In de PASTORIE een borstplaat (XVI a) van het St. Jorisgilde met papagaai en penningen (XVII-XIX).
Malden. De R.K. KERK (H. Antonius) is een in 1835 en later vernieuwd gebouw, dat van den ouden bouw gedeelten over heeft in het schip (1471, zijbeuken van 1883) en den toren (1864 verhoogd en nieuw ommanteld), waartegen ± 1850 zijkapellen aangebouwd zijn. De kerk bezit: Klok, in 1676 gegoten door Peter van Trier en Steven Rutgers.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
113 Bij een particulier berust het ‘cieraet’ van het voormalige St. Antoniusgilde: hoofdpenning (1698), penningen (1669 - XVIII a).
Hoevelaken. De NED. HERV. KERK (vóór de Hervorming stond hier eene kapel gewijd aan den H. Martinus), in 1866 aanmerkelijk verbouwd, heeft nog van het oude baksteenen gebouw (XIV) den zuidmuur en den toren (vermoedelijk verlaagd XVII d, en onlangs opgevoegd), waarin een tongewelf, over. Boven den westingang een steen: 1873. Op een balk van den klokkestoel: 1698. Zij bezit: Koperen kroon met opschrift en: 1791. Twee klokken, eene in 1517 gegoten door Jan Tolhuis, en eene in 1628 door Wouterus Both en Eppe ab Arck. Eene muurschildering in het choor is in 1866 vernield. Aan den straatweg naar Nijkerk twee hardsteenen HEKPALEN, Lodewijk XIV.
Horsen. De NED. HERV. KERK (1820) bezit: Eiken heerenbank (XVII). Koperen lezenaar (XVII). Grafzerk (1657). De thans buiten gebruik gestelde R.K. KERK (H. Antonius abt), gedeeltelijk herbouwd XIV, is een baksteenen gebouw, bestaande uit een eenbeukig schip (XIII); een 5/8-gesloten choor (XV a) met zuidelijk portaal, en eenen toren (beneden XIII, verhoogd XV). Gestucadoorde zoldering over het schip. Kruisribgewelven over het choor. In den toren twee koepelvormige gewelven boven elkander. De kerk bezit: Twee klokken, eene in 1623 gegoten door Willem en Jan
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
114 Philipsen en Peter van Trier, en eene in 1658 door J.P.H. van Trier fratres. De moderne R.K. KERK bezit: Kuip van een hardsteenen doopvont (XIII a). Eiken preekstoel (XVII). Houten beeldje van St. Anna (XVI a).
Huisen. In het RAADHUIS (1867) worden bewaard: Zilveren bus van den stadsbode (B.H. 1751). Met zilver beslagen staf (XV, beschadigd). Vóór de NED. HERV. KERK (1870) twee hardsteenen hekpilasters (XVIII c). De kerk bezit: Grafzerk (1805). Klok (1771). De R.K. KERK (O.L.V. Hemelvaart), bestaat uit een schip (± 1300), later (XIV - XV) verhoogd en vergroot met een travee van het choor; twee zijbeuken (XIV), beide later verbreed en langs den toren, de zuidelijke ook oostwaarts, doorgetrokken; een driezijdig gesloten kapel (XV d) in het verlengde van den noordbeuk; een 5/8-gesloten choor (XV); twee kapellen (XVI a) resp. tegen den noord- en tegen den zuidbeuk; en eenen toren (beneden XIII). Kruisribgewelven. De kerk bezit: Hardsteenen doopvont (XVI a). Eiken preekstoel (1656). Koperen lavabo-ketel (XV). Geborduurde choorkap en kazuifel. Vier klokken, eene in 1559 gegoten door Albert Hachmann te Kleef; eene in 1652 door Johan Peter en Heinrich van Trier, eene in 1752 door Petit, en eene in 1829 door P. Boitel. In de PASTORIE drie schilderijen, gemerkt: De Bray 1651.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
115 In de kerk van het DOMINICANENKLOOSTER twee koperen kandelaars (XV). Langestraat D 26. Baksteenen, beneden gepleisterde topgevel (XVI c). Tandlijsten. Boven deur en vensters vier toogsluitsteentjes (XVII). In de vensternissen ingemetseld drie koppen (XVI) in overhoeks geplaatste vierkanten. Cartouche (XVII d) om een ovaal vensterje in den top. Gevelsteen (XVIII B). Ankers. Langestraat D 67 - 68. Zijgevels met trappen (XVII A), ontlastingsbogen en een smal tweedeelig venster.
Hummeloo en Keppel Dremt. De NED. HERV. KERK (H. Georgius) is een in 1868 in neogothischen stijl vernieuwd en uit- en inwendig gepleisterd gebouw, bestaande uit drie even hooge beuken en eenen tufsteenen toren (XII B) met den oorspronkelijken ingang, en met een (modernen) steen betreffende de spits (1650) en haar herstelling (1863). In den zuidmuur van den toren een steen met krijgsmansfiguur en een kopje, beide in 1863 opgehakt en verminkt. Inwendig: steen met opschrift aangaande de stichting (volgens overlevering door Karel den Groote), en de verbouwing (1868). In den toren overblijfselen van een baksteenen kruisgewelf zonder ribben. De kerk bezit: Orgel (XVII, vernieuwd 1857). Priesterzerk (1548), zerken (XVII). Twee zilveren bekers (1633 en 1774), en een dito schotel (1724). Twee klokken, eene in 1637 gegoten door M.F.S. (imon), en een in 1646 door Henrik ter Horst. Uurwerk (1700, door J. Sprakel). HUIS ULENPAS, gepleisterd gebouw (XVIII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
116
Hummeloo. De NED. HERV. KERK, blijkens steen in 1838 gesticht, bezit: Twee zilveren bekers (1669 en XVII). Twee klokken, in 1838 gegoten door Petit en Gebr. Edelbrock. KASTEEL ENGHUYSEN (1835). Rechthoekig gebouw in Italiaanschen villa-stijl. Tegenover de NED. HERV. KERK aan een gevel een steen met den waterstand van 1814.
Hoog-Keppel. De NED. HERV. KERK (H.H. Petrus en Paulus, voor het eerst genoemd in 1310) is een baksteenen gebouw, bestaande uit een thans eenbeukig schip (XIV), welks wanden echter sporen van dichtmetseling der intercolumniën vertoonen; een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen toren (XII a, spits XVII), nagenoeg geheel van tufsteen. Gepleisterde zoldering over het schip. De toren heeft eenen westingang (XII B) en inwendig een koepelgewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel met koperen lezenaar en dito zandlooperhouder (alles XVII B). Orgel (XVIII, hersteld 1890). Priesterzerk (XVI A, gebroken), zerken (1523 en XVI).
Laag-Keppel. De moderne NED. HERV. KERK, die eene in 1394 gestichte kerk (H. Laurentius) vervangt, bezit een zilveren beker (1773), en een klok, gegoten door Petit en Fritsen. Het KASTEEL KEPPEL, na verwoesting (1582) van het vorige slot gebouwd (ook blijkens de gevelsteenen) van 1593-1615
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
117 door Willem van Bommel, in 1750 vergroot met een zuidelijken vleugel (op den ouden onderbouw), in 1850 met een oostelijken vleugel uitgebreid, heeft aan de voorzijde een uitspringende middenpartij met een geveltop, waaraan zandsteenen lijsten, pilasters, vleugelstukken en fronton, alsmede ankers (1615). Ten N. hiervan een vleugel (XVI a) met een uitgekraagd torentje op den noordwesthoek, een achtkant torentje op den noordoosthoek, en een traptoren op den zuidwesthoek aan het binnenplein. Ten Z. der middenpartij een groote vierkante toren (XV). Inwendig: tongewelf met breede gordelbogen in den onderbouw van het oudste deel, elders kruisgewelven. In de vestibule: een stucplafond en een eiken trapleuning (XVIII d), een XVIII d gestuct en geschilderd ribloos kruisgewelf in de torenkamer, gobelins en een schoorsteen (XVIII a) in de slaapkamer. In den noordelijken vleugel een groote zaal met gesneden eiken schouw (XVIII). Familieportretten en schilderijen (XVII en XVIII). Naast het huis B 12 een pomp met schildhoudenden leeuw (XVII).
Hurwenen. De NED. HERV. KERK, in 1640 opgetrokken uit het puin der vorige, en in 1845 vergroot, is een gepleisterd gebouw, dat nog het choor (XV) der oude kerk over heeft. Zij bezit: Eiken klankbord van den preekstoel (1678, de afbraak van den stoel op de orgeltribune). Eiken bank (XVIII c). Zilveren beker (1718) en dito kan (1845). Klok, in 1646 door Johan Philipsen gegoten.
IJzendoorn. Een voorhistorisch stuk vaatwerk, in deze gemeente gevonden, is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
118 De NED. HERV. KERK (H. Johannes de Dooper, in 1384 tot parochiekerk verheven), een uitwendig gewit gebouw, hersteld XVIII b, na stormschade in 1714, bestaat uit een schip (XV a), waartegen aan den zuidkant een portaal (XVI a) aangebouwd is; een 5/8-gesloten choor (XIV d); en een baksteenen toren (XV a) met rechthoekigen traptoren. Over het schip een vlakke, over het choor een tonvormige houten zoldering. In het portaal een ribloos kruisgewelf. Leliekruis op het choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel en heerenbank (XVIII a). Koperen lezenaar (XVIII). Twee koperen kroontjes (XVII). Twee zilveren bekers (1765). Klok (1526).
Kerkwijk. Bruchem. De thans NED. HERV. KERK is een uitwendig gepleisterd gebouw, (vermoedelijk XIV), met 3/8-gesloten choor en met uitbouw ten Z. van het schip. Vlakke houten zoldering. In de choorsluiting een kastje. Zij bezit: Grafzerk (164..). Twee tekstborden (1749). Zilveren beker (1733). Klok, in 1650 gegoten door gebr. Joan en Hendrik van Trier.
Kerkwijk. De thans NED. HERV. KERK bestaat uit een eenbeukig tufsteenen schip (XII a) met door muurbogen verbonden lisenen en (thans gedichte) hooggeplaatste rondboogvensters; een driezijdig gesloten choor (XV d), beneden van tufsteen, overigens van baksteen; en eenen baksteenen toren (XIII B) met ronden
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
119 traptoren (steen: 1628) aan den noordkant. Tegen den zuidmuur van het schip een consistoriekamer (1812, blijkens steen). Houten tongewelf over schip en choor. In de sluiting een muurkastje. De kerk bezit: Preekstoel (XVII A) op het steenen voetstuk (XV) van een doopvont. Grafzerken (XVII-XVIII). Twee tekstborden (XVIII c). Koperen kroon (± 1600). Klok, in 1617 door Willem Wegewart gegoten.
Kesteren. Voorhistorische voorwerpen in deze gemeente gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Kesteren. De geheel gepleisterde NED. HERV. KERK bestaat uit een driebeukig schip (in aanleg vermoedelijk XI-XII, gewijzigd XV); een 3/8-gesloten choor (XV d), tegen welks noordzijde een consistoriekamer; en een baksteenen, aan den westkant gesloten toren (beneden XIV a, verhoogd XV). Boven den ingang aan den noordkant een kop (XV) vermoedelijk uit een doopvont. Houten zolderingen, behalve over het choor: twee netgewelven. In den toren de overblijfselen van een koepelgewelf en een in den westelijken muur uitgespaarde schoorsteen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII B) met snijwerk, en koperen lezenaar (XVIII a). Koperen voorzangerslezenaar (XVII d). Orgel (1844). Koperen kroon (XVII). Twee zilveren bekers (1646).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
120 Twee klokken, eene in 1447 gegoten door Wilhelmus, en eene in 1634 door Peter van Trier.
Opheusden. De NED. HERV. KERK (H. Johannes), is een baksteenen gebouw (het laatst in 1846 hersteld), bestaande uit een in 1524 (blijkens opschrift op een latei) gesticht schip met twee zijbeuken en een dwarspand; een 5/8-gesloten choor (XV b), waartegen een sacristie (XV d) aan de zuidzijde; en eenen toren (XIV) met traptoren. Kruisribgewelven. Overblijfselen van een zoodanig gewelf in den toren. De kerk bezit: Koperen predikantslezenaar (XVII b) en dito voorlezerslezenaar (1745). Grafzerken (XVII). Koperen kroon, twee dito armen voor twee, en een voor een kaars (alles XVII). Twee zilveren bekers (1640). Klok, in 1609 gegoten door Hans Falck van Neurenberg. Gesmeed ijzeren uurwerk (XVII).
Kuilenburg. De oude plattegrond: Oude en Nieuwe stad, gescheiden door de Binnenpoort, is nog duidelijk herkenbaar.
b. Verdedigingswerken. 1. LANKSMEER- OF BINNENPOORT. In 1557 (aan de Marktzijde een steen met dit jaartal), op ouder onderbouw opgetrokken, in 1617 van een voorpoort aan de buitenzijde voorzien, en in 1751 hersteld, waarbij de trans verdween. Baksteenen gebouw met nissen in de bovenste geleding, en gedekt door een leien spits, waarop een lantaarn. Koepelgewelf over den doorgang. Ge-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
121 metselde wenteltrap in de dikte van den muur. De verdiepingen hebben zware balkenzolderingen. In de onderste, aan de buitenzijde een sleuf voor de valdeur. Het bovendeel heeft aan de buitenzijde drie bogen op een uitkraging, waarachter de werpsleuf verborgen is. In de lantaarn een klok, in 1509 door Wilhelmus van Wou gegoten. Op den hoek van het huis A 287 een pilaster (XVII a) en een fragment van een ronden toren, overblijfselen van de voorpoort. In de poort worden overblijfselen van foltertuig, alsmede bouwfragmenten bewaard. 2. Van de stadsmuren zijn nog over: de westmuur (bovendeel afgebroken) der Oude stad ter weerszijden van de voormalige Gobberdingsche poort met een gedeelte van den Schutterstoren, en de zuidmuur tot aan de Binnenpoort; vorder in de Nieuwe stad een ronde toren met achthoekige uitkraging, waarnaast gedeelten van den ouden muur.
c. Wegen, bruggen enz. Pompen met het stadswapen: twee (resp. 1718 en 1719) op de Markt, bij huizen A 233 en A 257, een (XVIII a) op de Varkensmarkt bij huis C 53, en een (XVIII a) op den hoek van de Tollenstraat en de Achterstraat. Een schildhoudende leeuw (XVIII) ook op de pomp voor Zandstraat B 330.
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het RAADHUIS is een baksteenen gebouw met bergsteenen banden, waterlijsten en afdekkingen, bestaande uit: het oude stadhuis (1534, vernieuwd 1822), een lateren aanbouw aan den westkant (vooral in 1860 gewijzigd), en een XVII B aangetrokken huis aan den noordkant. a. Het OUDE STADHUIS heeft een trapgevel aan de noorden een aan de zuidzijde, met overhoeksche, door schildhoudende
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
122 leeuwtjes bekroonde pinakels tegen de trappen. Gewrongen toppinakel. Ter hoogte van de eerste verdieping bevinden zich, op driehoekige pilasters, aan de west-, zuiden oostzijde kolommen met bladkapiteelen, bestemd om beelden te dragen. Sporen van een traptoren (afgebroken XVIII a) tegen den westmuur. Voor den zuidgevel een dubbele hardsteenen trap met bordes en borstwering (vernieuwd 1755, blijkens opschrift), waarop vier schildhoudende leeuwen. Boven den ingang een versierd deurkalf met brandenden aardbol, monogram A E (Antonius van Lalaing en Elisabeth van Culemborg), opschrift en: 1534, en in den boogtrommel het wapen van Kuilenburg. Onder het bordes doorgang naar het onderhuis (vroeger vleeschhal). Kruiskozijnen met maaswerk, en ten deele met oude geribde luiken en ijzerwerk. Dakruiter met klok. Op den zuidoosthoek overhuifde bergsteenen kaak met beeldhouwwerk en ijzers. Inwendig: in het onderhuis kruisribgewelven; op de verdiepingen de thans door schotten verdeelde Burgerzaal en de Schutterszaal, de laatste met overblijfselen van een eiken schoorsteenmantel (1627), waarboven een opschrift (XVI), en met een zoldering van moer- en kinderbalken. b. De westelijke aanbouw, een weinig terugspringend, heeft geveltrappen als voortzetting van die van den hoofdgevel. c. Het noordelijk deel heeft een lager dak. Inwendig: de raadzaal met een gesneden eiken schoorsteen, waarop Justitia (gemerkt: W. van Pompe 1733) en kinderfiguurtjes, beeldhouwwerk met een opschrift en: 1738, balkdragers met wapens. Hier worden bewaard: een achttal gildepenningen (XVII) en een houten Lazarusklep (1738) met het wapen van Haarlem. 2. VISCHMARKT. Gebouwtje (XVIII d) met houten kroonlijst en fronton op hardsteenen pijlers en zuilen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
123
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De COLLEGIALE ST. BARBARA- of GROOTE KERK, (een kapel in 1240 gesticht, in 1310 parochiekerk, in 1421 kapittelkerk), afgebrand 1422, herbouwd ± 1659, na het gedeeltelijk afbranden der vorige in 1654), in 1725 van een nieuw houten gewelf voorzien, in 1857 en 1886 hersteld en inwendig gestucadoord, is een kruiskerk van baksteen met spaarzame toepassing van groefsteen. Schip van drie, oorspronkelijk even hooge beuken (XV a); dwarspand (XV c); 5/10-gesloten choor met omgang, waartegen aan den zuidkant een uitbouw (XV c, sacristie) met zuidelijke 3/8-sluiting, welks verdieping van de kerk uit toegankelijk is door een tegen den omgang geplaatsten achthoekigen toren met wenteltrap; ten deele ingebouwde westtoren (XV, 1654 gehavend door brand, waarna de spits door een plat dak vervangen werd), met omgang en borstwering over de tweede geleding, en met in den noordwand ingebouwde wenteltrap. In het choor een fragment van het houten gewelf en een opschrift (1725). In de sacristie een stergewelf op gebeeldhouwde draagsteenen en op de verdieping aanzetten van zulk een gewelf. In den noordwand van den toren een omlijsting (XVII c) van een ovaal venster. De kerk bezit: Eiken preekstoel met snijwerk, dito doophek met vier koperen kandelaars en banken, alsmede fragmenten van banken (alles XVII c). Orgel (1719, door Verhofstad) met een harpspelenden David. Hardsteenen grafzerk van Elizabeth van Buren († 1451), in het choor. Witmarmeren tombe (op een draperie: L.F. Maes, fec. 1746; beneden op de plint: I. Bollina inv. et fec. Delphis), waarom een ijzeren hek (I.D.R. 1746). Hardsteenen grafzerk (1625) in den noordbeuk; verschillende zerken (XVII en XVIII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
124 Drie gehavende votiefsteenen met voorstellingen: Laatste Oordeel (XVI a), Maria op een troon, waarvoor een man en vrouw met beschermheiligen, en St. Gregoriusmis (XV B). Memorietafel (1641). Zeven koperen kronen met schildjes (bedorven voor gasleiding), waarvan een (1661), twee (1663), vier (XVII c). Avondmaalszilver: twee bekers (1606), een (1848-'49), een (1849), twee kannen (XVII c), twee schotels (XVIII c), twee collecteschalen (XVIII c); vier schotels en een doopbekken (XVIII c) Vijf klokken, waarvan vier met opschriften: een gegoten door F. en P. Hemony in 1653, een (1653), twee (1654). In den gevel der kosterij een steen met gothisch opschrift. 2. De ST.-PIETERSKERK of LUTHERSCHE KERK, oorspronkelijk St.-Pieters-Gasthuiskerk (XV A herbouwd na het afbranden in 1422 van de vorige), in 1839 geheel gewijzigd, is een rechthoekige baksteenbouw met een torentje, waarop een windvaan: zwaan. Spitsboogvormige houten zoldering. De kerk bezit: Preekstoel met koperen lezenaarsarm (1676-'77). Eiken banken (1676-'77); dito doophek (1685). Zilveren kelk (XVII b) met dekbordje en ouweldoos. Verguldzilveren kelk (1643, blijkens jaarletter) met dekbordje en ouweldoos (XVII d). Gegraveerde zilveren wijnkan (± 1600, Engelsch werk). Bijbel (1648) naar de eerste Luthersche vertaling. Klok (1686). 3. De R.K. KERK (H. Barbara) bezit: Mahoniehouten tabernakel (1825, Antwerpsch werk). Houten kruis met zilveren corpus (XVIII c), versierd met diamanten en robijnen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
125 Verguld zilveren monstrans (midden-XVII, gemerkt: Thomas Bogaert). Gedreven zilveren ciborie (XVIII a, meesterteeken van Nicolaas Verhaer te Utrecht). Kleine verguld zilveren ciborie (XVII c). Gedreven verguld zilveren kelk (XVII c). Gedreven zilveren schenkblad (1665, blijkens jaarletter); zilveren schenkblad (XVIII a). Gedreven zilveren wierookvat (XVII B). Twee zilveren kandelaars (XVII c). Twee zijden kazuifels (XVII B). In de pastorie twee schilderijen op doek: Jezus en Maria, in bloemenkrans, toegeschreven aan D. Seghers. 4. De OUD-KATHOLIEKE KERK (1836) bezit: Vergulde eiken communiebank (XVIII c). Eiken preekstoel (XVIII b). Twee koperen kandelaars (XV) en twee (XVI). Kruis met ivoren corpus (XVIIa). Het volgende zilverwerk: Monstrans (voet XVII d, bovendeel midden-XVII). Ten deele vergulde ciborie met kroon (XVII d); vergulde ciborie (XVII b). Twee kelken (XVII B); schotel (XVII c). Godslamp (XVII d), wierookvat (XVII c). Twee luchters (± 1700). Twee antependiën, een van fluweel (± 1500), een met geborduurd medaillon en rand (XVII B). 5. KAPEL van het ST. ELIZABETHSGASTHUIS, zie f 1. 6. Van het KLOOSTER MARIAKROON, gesticht XV A, zeer gehavend in 1566, ingericht XVII d tot verblijf van George
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
126 Frederik van Waldeck, zijn slechts over: de tuin, genaamd ‘Het Hof’, en de naam ‘Convanje’, welke eenige huizen (zie g 6) dragen.
f. Gebouwen van liefdadigheid en onderwijs. 1. Van het OUDE MANNEN- en VROUWENHUIS, gesticht 1534 als Antonius- en Elizabeths-Gasthuis, zijn nog over: een hofje ten N. van den Langen Havendijk, alsmede sporen van vensters en houten kap met schinkels (XVI) der voormalige kapel (nu pakhuis) ten Z. dier straat. 2. Het ST. ELIZABETHS-WEESHUIS, gesticht in 1555, in 1672 tot ziekenhuis ingericht, en gedeeltelijk tot woning van den rector der Latijnsche school, na stormschade in 1856 zeer gewijzigd, bestaat uit een hoofdgebouw en twee vleugels. De toegang tot het voorplein heeft een hardsteenen omlijsting (1784) en wapens. Overblijfselen van oude kruiskozijnen. In het bovenlicht der deur van het hoofdgebouw een monogram A.E. In den gevel van den westvleugel een gebeeldhouwde wapensteen met hetzelfde monogram. In het torentje een klok (1558). In den oostvleugel de kapel. In den westvleugel keldergewelven op korte zuilen, en hierboven de regentenkamer, waarin twee opschriften (1560). Het gesticht bezit: Geelaarden kannetje met zilveren deksel (XVI B). Zilveren bekertje (XVII a). Koperen vijzel (1646). De volgende schilderijen: drieluik (XVI d) door Jan Deijs; tweeluik (XVI b) door denzelfde; schilderij op paneel: de vier Evangelisten door Pieter Aertsen; portret op paneel van Elizabeth van Culemborg en haar beide echtgenooten, in de manier van Jan van Scorel; idem op doek van Floris I van Pallandt op zijn sterfbed (1598); idem., van Floris II gemerkt: 1617 Ravestein, in de oorspronkelijke eiken lijst; idem op paneel van Floris II op zijn sterfbed, gemerkt: Max Clinger 1637;
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
127 idem op doek van Catherina, gravin van den Berg (1640); idem op paneel van Philips Theodoor van Waldeck-Pyrmont (1647); idem van Maria Magdalena van Nassau (1647); idem van een onbekende, gemerkt: A. Beeldemaker, 1660; idem op doek van George Lodewijk van Erbach (1678); idem van George Frederik van Waldeck († 1692); idem van Ernst Frederik, gemerkt: Feuerlein 1717; idem van Sofia Albertina van Erbach, gemerkt als voren; idem van Amalia Catherina van Waldeck († 1697); idem van Louise Anna van Waldeck (1714); idem van Prins Willem IV, gemerkt T.P.C. Haag 1781; idem van Anna van Brunswijk (1759) naar Spinny; idem van prins Willem V naar Spinny; idem op paneel (XVI a) van een vrouw, met wapens in de bovenhoeken; idem van eene prinses van Portugal (door Paul Moreelse?); idem van een rentmeester (1630).
g. Particuliere gebouwen. A. Laat-gothisch. 1. Slotstraat, hoek Lange Meent, voormalig STADHOUDERS- of DROSTENHUIS, eerder huis van den hertog. Twee zijgevels met trappen (XV c), van baksteen met groefsteenen hoekblokken. In ± 1722 in twee woningen verdeeld. Inwendig: laat-gothische balkenzoldering op versierde sleutelstukken. In de boven-achterkamer een muurschildering (XV B). 2. Ridderstraat 184. Zijgevel (XV) met door ezelsruggen gedekte trappen. Oude vensters, in een waarvan glas-in-lood. B. Renaissance. 3. Markt C 203. Baksteenen puntgevel met gezwenkte zijkanten, waterlijsten, en banden van groefsteen. Aan weerszijden van de deur overblijfselen van een laat-gothische profileering. Ontlastingsbogen op gemetselde pilasters, gedragen door kraagsteenen. Twee medaillons met hoofden. Twee gevel-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
128 steenen (1549). In den top een ronde steen, waarin een kop met ezelsooren. 4. Groote Kerkstraat A 270. (Bierbrouwerij de Pauw). Baksteenen gevel met bergsteenen banden. Venster met oude neggen en Tudorboog, in welks sluitsteen: 1553. Zijgevels met trappen. 5. Zandstraat B 325. Gevel met rondboogpoortje en tweedeelig venster. Zijgevel met trappen (XVI). Wellicht behoorde dit gebouw eens tot het klooster Jerusalem. 6. St. Everwijnstraat 304-307. Huizen, genaamd ‘Convanje’ (zie e 6), oorspronkelijk één gebouw (XVI). Baksteenen waterlijst. Kruisramen in de bovenverdieping. Drie gesneden houten kalven. 7-8. Achterstraat D 118 en 119. Overblijfselen van baksteenen huizen (XVII a) met zware gemetselde waterlijsten, houten kruisramen in nissen. Geprofileerde deklijsten over de boogtrommels, in welke vlechtwerk. Ankers. Tegen den achtergevel een lager aanbouw met trapgevel (XVII). 9. Binnenpoort A 287. Gepleisterde trapgevel (XVII a). Cordonlijsten met gebeeldhouwde koppen. Deklijsten als voren. Gevelsteen met omlijsting. Ankers. Aan den oostkant eveneens een trapgevel. De zuidgevel heeft een door trappen bekroonde middenpartij. Op den zuidwesthoek en in den zuidwand overblijfselen van de stadspoort (zie b 1). 10. Golberdingerstraat D 17. Overblijfselen van een baksteenen gevel (XVII a). Gesneden eiken dorpels boven de vensters der eerste verdieping. Inwendig: oude deuren en wandtegels (XVII). 11. Heerenstraat C 255, hoek Vierheemskinderstraatje. Gepleisterde gevels. Twee cartouches (1625), waaronder leeuwenkopjes. Ankers. 12. Heerenstraat C 323. Overblijfselen van een baksteenen gevel (XVII a) van het Dortsche type. Eiken puibalk met
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
129 snijwerk. In den achtergevel een gevelsteen met het stadswapen en een spreuk. Ankers. 13. Zandstraat B 343. Trapgevel (XVII a). Groefsteenen afdekkingen en banden. Geprofileerde, op kopjes rustende deklijsten over de boogtrommels, in welke vlechtwerk. In den top een nis. Twee als streksche bogen gemetselde cordonlijsten, met leeuwenkop. Ankers. 14. Zandstraat B 336. Overblijfselen van een baksteenen gevel (XVII a) als de vorige, maar de trappen afgebroken. Ankers. 15. Tollenstraat A 158, hoekhuis. In de Slotstraat een gepleisterde gevel (XVII c) met een uitstek, gedragen door een gesneden eiken balk op consoles. 16. Markt A 279. Trapgevel (XVII) met gebogen fronton. Pui vernieuwd. C. Lodewijk-stijlen. 17. Markt C 201. Baksteenen gevel met teruggemetselde rechthoekige vakken. Boven den ingang een venster met houten omlijsting, Lodewijk XV. Gevelsteen (banderol: 1707). 18. Ridderstraat A 185. Gevel (XVIII d). Gesneden portaalomlijsting. Inwendig: gestucadoorde achterkamer (1806); geschilderd behang (XIX a) in de voorkamer. 19. Ridderstraat A 176. Gevel (XVIII d). Getoogd raamhout. Détails: Ridderstraat A 180. Korfboognissen (XVI) aan de bovenverdieping. Groote Kerkstraat A 277. Gesneden eiken deurkalf (XVII b). Stoeppalen (XVII A): Tollenstraat A 158 en Oude Vischmarkt (A 219).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
130 Gevelsteenen: Heerenstraat C 321 (achtergevel), Ridderstraat A 187 (XVII, anker), Tollenstraat A 138 (1614), Varkensmarkt C 53. Ankers: Binnenpoort A 284, Zandstraat B 326. MOLEN op den Wal. Benedendeel van zware baksteen (XVI d). Bovendeel onlangs afgebroken.
Laren. Scherven van vroeg-Germaansch aardewerk, in deze Gemeente opgegraven, bevinden zich in het Rijksmuseum te Leiden.
Laren. De NED. HERV. KERK, in 1835 ter vervanging eener oude, aan de H.H. Ewalden gewijde kapel opgetrokken, bezit twee tinnen bekers (XVII d). Het KASTEEL AMPSEN, ± 1650 herbouwd na het afbranden van het vorige, op geruimen afstand van het tegenwoordige gelegen, slot, heeft een middenpartij met twee korte vleugels, waarvan de westelijke XVIII c, evenals de gevel van den oostelijken. Versierde middentravee, Lodewijk XIV, met de wapens der stichters. Voor het bordes twee schildhoudende leeuwen. Tegen elken vleugel een piedestal, Lodewijk XV. In elk der twee dienstgebouwen (XVIII) een steentje met medaillon (XVI). Inwendig: kamers met stucplafond en schoorsteen, Lodewijk XV. In het huis worden bewaard: een groote gedreven zilveren bokaal met deksel (XVI d), familieportretten o.a. een in een gesneden lijst, Lodewijk XV, een wapenbord (XVIII c), twee kleine koperen kanonnen met wapen en: 1641. Voor het HUIS HET ROSS een gesmeed ijzeren hek (XVIII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
131
Nettelhorst. Van het in 1358 reeds vermelde, omstreeks 1880 afgebroken, HUIS TE NETTELHORST zijn nog slechts eenige muurfragmenten over.
Oolden. Het KASTEEL OOLDEN is een gecement rechthoekig gebouw met: 1663 in de ankers. Dakvensters met omlijsting, Lodewijk XIV. Overblijfselen van de oude gracht.
Verwolde. Het KASTEEL VERWOLDE, ter plaatse van een XII c gesticht, in 1725 verbrand slot, is een ten deele nog door een breede gracht omgeven gebouw (1776, blijkens jaartal in de kroonlijst). Hoekpilasters. Driehoekig fronton met wapen. Hardsteenen bordes met alliantiewapen. Gesneden deur, Lodewijk XVI. Inrijhek met vazen, Lodewijk XVI.
Lichtenvoorde. Harreveld. De R.K. BIJKERK (H. Agatha) is gebouwd op de fundamenten van een in 1888 afgebrand kerkje.
Lichtenvoorde. Op de MARKT een groote zwerfsteen. De NED. HERV. KERK, in 1648 gebouwd ter plaatse eener aan den H. Johannes den Dooper gewijde kapel (XV d), is een gecement, eenbeukig baksteenen gebouw met driezijdige sluiting, waarin overblijfselen der oude traceeringen en waterlijst,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
132 en met eenen toren, waartegen jaarankers (1648). Gepleisterde zoldering. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1682). Grafzerk (1647). Twee psalm- en gezangborden (XVII). Twee zilveren bekers (1648 en 1830). Twee klokken, in 1817 gegoten door J.R. Voigt. Het huis, genaamd ‘HET HOF’, heeft boven een der ingangen een gekroond alliantiewapen (XVII).
Vragender. De moderne R.K. KERK (H. Antonius van Padua) bezit een gesneden groep (XVI): Calvarieberg, vermoedelijk afkomstig uit de voormalige kapel.
Lienden. Een belangrijke verzameling van voorwerpen uit den Romeinschen tijd bezit de heer G.J. Brenkman in deze gemeente. Eenige voorwerpen van zilver en brons uit dienzelfden tijd bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Ingen. De NED. HERV. KERK (H. Lambertus), een geheel gepleisterd gebouw, bestaat uit een schip (XIV?) van drie diepe traveeën met zijbeuken (XVI a); een 5/12-gesloten choor (XV) met sacristie aan den zuidkant, ten O. waarvan een 5/8-gesloten kapel (beide XV, doch XVI a is haar buitenmuur opgetrokken tot
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
133 de hoogte van den zijbeuk); en eenen ingebouwden toren (beneden XIV a, het bovendeel na brand herbouwd in 1866). In de kapelsluiting een muurkastje en een nis. Kruisribgewelf over de westelijke travee van den zuidbeuk en over de kapel. In den toren een kruisgewelf op breede ongeprofileerde ribben. Overigens netgewelven. De kerk bezit: Zandsteenen doopkuip (XII) met ingegrift processiekruis. Eiken preekstoel (1672, door Willem Rijcksz). Koperen predikantslezenaar (XVII) op arm, dito voorzangerslezenaar en doopbekkenhouder op eiken voet (1777). Hardsteenen zerk (1534), rechtopgezet; verschillende zerken (XVII-XVIII). Twee rouwborden (1762 en 1770) in gesneden omlijsting; twee borden met namen der predikanten (sinds 1622). Twee koperen kronen met schildjes (1764). Twee zilveren bekers (XVII), dito schotel (1671), en twee dito geldbakjes (1719). Bij de hofstede ‘DE COMMANDERIJ’, ter plaatse eener vroegere stichting der St. Jans-heeren, zijn in 1901 vier eikenhouten putten met scherven van middeleeuwsch aardewerk gevonden, vermoedelijk behoord hebbende bij de kloosterbrouwerij.
Lienden. De NED. HERV. KERK (H. Maagd Maria) is een uitwendig gepleisterd gebouw, bestaande uit een schip met zijbeuken (XVI a); een 5/8-gesloten choor (XVI a); een 5/8-gesloten kapel (XV) tegen den noordwand van het choor; en eenen ten deele tufsteenen toren (XV) met traptoren aan den zuidkant. Baksteenen stergewelven (XVI a) over het middenschip; netgewelven en een stergewelf over elk der beuken. Netgewelven over het choor. Kruisribgewelf over de kapel. De kerk bezit:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
134 Eiken preekstoel (XVII A). Twee koperen lezenaars (XVIII a), waarvan een op arm (XVII). Heerenbanken (XVII c en XVIII) van eiken- en van vurenhout. Drie gebedenborden (twee XVII B, en een XVIII). Twee zilveren bekers (1682); dito schotel (XVIII). Klok, in 1643 gegoten door Peter van Trier en zijn zoon. Gesmeed ijzeren uurwerk (XVII).
Ommeren. De NED. HERV. KERK (H. Lambertus), een in 1894 geheel gepleisterd gebouw (hersteld 1765 en 1825), bestaat uit een schip van tufsteen (XIII), welks later bijgebouwde noordbeuk (XIV?) in 1908 in een catechisatielokaal veranderd en van het schip afgescheiden is; een 5/8-gesloten choor (XV B) van baksteen; en eenen toren (vernieuwd 1848), wiens voet van tufsteen is. Houten tongewelf over het schip. Kruisribgewelf over het choor. De kerk bezit: Rood zandsteenen altaarsteen, voor den zuidelijken ingang. Geverfden eiken preekstoel (1698, maar naar den vorm XVII A). Orgelkast (XVIII A). Eiken geldkistje (1654). Grafsteentje (1558). Grafzerk (1654). Twee zilveren bekers (1850). Gesmeed ijzeren uurwerk (XVII). Overblijfselen van een zandsteenen doopvont zijn in de Oudheidkamer te Tiel.
Lochem. Een granieten ZWERFSTEEN is geplaatst op het graf van Dr. W.C.H. Staring.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
135 Het RAADHUIS (1634-1639), herhaaldelijk door brand geteisterd, ± 1899 hersteld volgens plannen der Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst) is een rechthoekig baksteenen gebouw met banden en boogvullingen van zandsteen. Aan de smalle zijde bevindt zich de oorspronkelijke voorgevel (1639) met ingang, waarboven wapen, opschrift en jaartal. In den oostgevel (XVIII) een versierde middentravee, getoogde vensters, Lodewijk XIV, gesneden deur (1814). Inwendig: kelder met twee tongewelven; in de raadzaal twaalf tinnen kannen (XVIII); haardplaat (1667), geslepen glazen beker (XVII); op de bovengang een strafbok (XVII). De NED. HERV. KERK (H. Gudula) is een XV c tot hallenkerk vergroot baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XIV d) met een 5/8-gesloten choor; een driezijdig gesloten noord- en een rechtgesloten zuidbeuk (beide XV c), even hoog als het schip (ter vervanging van lager beuken); een aangebouwde kapel (XVI a) ten oosten van den zuidbeuk; en eenen ten deele ingebouwden toren (vernieuwd 1478, gedeeltelijk verbrand 1543 en 1615) van vier geledingen, waarvan de onderste twee (XIV d) met tufsteen bekleed, de derde en vierde (XV d) van baksteen met lagen van tufsteen. De balustrade en de spits vernieuwd in 1903. Aan de noordzijde een traptoren. Inwendig: de beuken gedekt door kruisrib-, net- en stergewelven, aanzetten van een kruisribgewelf in den toren. Boven den westingang van den toren: 1478. Ten noorden daarvan een zandsteenen omlijsting (XV b), vermoedelijk van een voormalig sacramentshuisje afkomstig. Onder aan de vierde geleding een opschrift en: 1722. In den noordwand van het schip de oorspronkelijke deuromlijsting. Sporen van de oorspronkelijke, lagere scheibogen in het schip. De kerk bezit: Preekstoel met twee koperen steunsels voor den lezenaar (1688). Eiken doophek en banken (XVII c).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
136 Orgel (1708, hersteld door Leichel). Grafzerken (XVI-XVIII). Vier zilveren bekers (een 1639, een 1704, twee 1765); een dito broodschaal (1817); Drie klokken, in 1687 gegoten door Gerhart Schimmel, en eene in 1617 door Henric Wegewaert. Gesmeed ijzeren deurring. Eenige muurschilderingen, in 1866 blootgelegd, zijn weer overgewit. De moderne REMONSTRANTSCHE KERK bezit een koperen lezenaar (XVII c), afkomstig uit de kapel van het kasteel Doorwerth. Ten Z. van het Raadhuis een huis met baksteenen trapgevel (XVII c, de onderpui verbouwd). Groefsteenen waterlijst en afdekkingen. Ontlastingsbogen. Toppilaster op een draagsteen en met leeuw erop.
Maurik. Een aantal bij Rijswijk ter plaatse eener Bataafsche nederzetting, in 1915 en 1916 opgegraven voorwerpen, wordt bewaard in de Oudheidkamer te Tiel.
Ek en Wiel. De thans NED. HERV. KERK heeft een driebeukig schip, welks middenbeuk in zijn onderbouw misschien XIII is, en welks rechtgesloten langs den toren doorgetrokken zijbeuken XV zijn; een driezijdig gesloten choor (XV d); en eenen baksteenen, zwaar begroeiden toren (XIII, de spits in 1636 door storm gehavend, in 1837 herbouwd). Netgewelven. Stergewelf in de sluiting. In den toren een koepelgewelf. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII A) op het steenen voetstuk (XV) van een doopvont.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
137 Koperen lezenaar (XVII). Eiken doophek en doopbanken (XVII c); twee banken (XVII A en XVII d). Overblijfselen van zerken (XVI en XVII). Vier koperen kaarsenkronen (± 1600), als te Buren. Gesmeed ijzeren uurwerk.
Maurik. De NED. HERV. KERK (H. Martinus) bestaat uit een schip met rechtgesloten zijbeuken (XV d - XVI a); een 5/8-gesloten choor (XV A); en eenen toren (beneden XIV, boven XV), alles van baksteen. Aan de zuidzijde een portaal (XV) met kruisgewelf. Ziende kap over het schip. Houten halve-tongewelven over de zijbeuken. Kruisribgewelf over het choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel (kuip XVII A) op den steenen voet (XV) van een doopvont. Twee koperen lezenaars op armen (XVII). Eiken schepenbank (XVIII c) met wapen. Eiken hek (XVII). Grafzerken (XVII). Drie koperen armluchters; twee dito kaarsenstandaards (alles XVII). Twee zilveren bekers (1653). Klok (1644). Wijzerplaat (1816) in de kerk, met het uurwerk verbonden. In den toren wordt een gesmeed leliekruis (XV) bewaard.
Ravenswaai. De NED. HERV. KERK (H. Nicolaas), een baksteenen gebouw (XV, verwoest 1573, herbouwd en vergroot in 1644 blijkens opschrift boven den ingang), bestaat uit een schip, met 5/8-sluiting, gedekt door netgewelven; en eenen toren (XV) met trap-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
138 toren, waarin een wenteltrap. Gesmeed ijzeren leliekruis (XV). De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c). Eiken banken (1685 en 1702). Priesterzerk (XVI?). Klok (1644). Voor de boerderij ‘NOOIT GEDACHT’, dicht bij de Ned. Herv. Kerk van Zoelmond, twee schildhoudende leeuwen (XVII d), afkomstig van het voormalige HUIS VREEDENSTEIN.
Rijswijk. De thans NED. HERV. KERK (de oudste kerk wordt in 900 genoemd), een geheel gepleisterd gebouw, hersteld XVIII b, bestaat uit een driebeukig schip (XV); een 5/8-gesloten choor (XV A); waartegen, ten O. van den zuidbeuk, een sacristie (XV c); en eenen toren (XIV, boven den ingang een steen: 1737), zonder ingang. Netgewelven over middenschip, choor en sacristie, kruisribgewelven over de beuken, stergewelf in de choorsluiting. De kerk bezit: Koperen lezenaar (XVIII B). Graftombe (1691). Twee zerken (1608 en 1781) Tien-gebodenbord (1658). Twee zilveren bekers (1663).
Millingen. Talrijke voorhistorische voorwerpen, hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, en bij de familie Arntz. De moderne R.K. KERK (de oude toren is in 1913 afgebroken) bezit:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
139 Preekstoel (XVIII a) op nieuwen voet. Koperen kroon (XVII).
Nede. Eenig voorhistorisch enz. vaatwerk, hier gevonden, bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Nede. De NED. HERV. KERK gebouwd in 1846 heeft van de XIII a gestichte en later uitgebreide kerk (H. Cecilia) nog slechts over den baksteenen toren (XIV), met ingang (XV d) en traptoren, waarin een zandsteenen wenteltrap. Zij bezit: Orgel (1806). Zilveren schotel (1839); dito doopbekken (1843). Drie klokken, waarvan eene in 1507 gegoten door Wolterus Westerhues, eene in 1681 door Steven Rutgers, en eene in 1716 door Johan Swys. De moderne R.K. KERK (H. Cecilia) bezit: Koperen kroontje (XVII). Een houten poortboog (1624), als te Borkeloo, afkomstig van het huis A 22, is naar het Openluchtmuseum overgebracht. Het huis DE KAMP is een langwerpig baksteenen gebouw met zandsteenen hoekblokken. Boven de twee ingangen (XVII A) opschriften betreffende den bouw (1636) en eene vernieuwing (1789). Steenen kruiskozijnen. Overblijfselen van gemetselde vensterbogen. Inwendig: zandsteenen schouw (XVII A). STANDAARDMOLEN (XVIII).
Rietmolen. De R.K. KERK (H. Cecilia), gesticht in 1771, is verbouwd in 1836.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
140 Bij de halte Rietmolen ligt het gelijknamige erf, dat een onverdeelde OUD-SAKSISCHE BOERENWONING (‘los huis’), met vernieuwde gevels, is.
Neder-Hemert. Neder-Hemert Noordzijde. De NED. HERV. KERK is een in 1776 opgetrokken, klein baksteenen gebouw, welks plattegrond den vorm van een langwerpig achtkant vertoont. Dakruiter. Vlakke houten zoldering. Zij bezit: Koperen lezenaar (XVIII), kaarsenarm (XVII b) en doopbekkenhouder (XVII b). Twee wit-marmeren gedenksteenen met het stichtingsjaar en de namen der bouwmeesters Corn. en Val. van Ommeren. Klok, in 1541 gegoten door Jasper Moer.
Neder-Hemert Zuidzijde. De NED. HERV. KERK (H. Servatius), een baksteenen gebouw, dat blijkens een gedenksteen in 1633 herbouwd en in 1833 verhoogd en vernieuwd is, bestaat uit een schip (ten deele XVII b, op een onderbouw XIV), een 5/8-gesloten en van het schip afgescheiden choor (XVI d), en eenen toren (XIV, verhoogd XVI). Tegen den noordmuur van het schip een portaal (XVIII b). In dezen muur een steen betreffende den herbouw: 1633. Houten tongewelf (XIX b) over het schip, vlakke zoldering over het choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII c) op later voet (1708). Koperen lezenaarsarm (1836), dito kaarsenarm (XVII b), dito blakers (ten deele XVI). Twee gebrandschilderde ruiten (1634). Gebeeldhouwde zandsteenen sarcofaag met marmeren plaat (1726).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
141 Drie marmeren epitafen (1750, 1773, 1788). Twee rouwborden (1726), een wapenbord (XVIII) en een tekstbord (XVIII). Twee koperen kronen (XVII). Twee zilveren bekers (1623). Twee klokken (1634 en 1663). Het KASTEEL NEDER-HEMERT, vermeld XIV a, XV b ten deele verwoest, XVIII d en XIX vernieuwd, bevat nog fragmenten van den ouden bouw: een vierkanten toren (XIV), met koepelgewelf, een hierbij aansluitenden vleugel (XVI) met een door kruisribgewelven overkluisde trap en een ronden toren. In het kasteel bevinden zich: een rijk gesneden eiken bed (XVI c) met balusters en betimmering, alsmede eenige schilderijen (XVI, XVII en XVIII), o.a. portretten van prins Willem I, Egmond en Hoorne, een portret door M.J. Miereveld, en een van Willem V door J.E. Liotard.
Nijkerk. d. Burgerlijke openbare gebouwen. Het RAADHUIS (vroeger Ambtshuis) heeft in de raadzaal een behangsel (1772) van geschilderd doek, door Cornelis van Leeuwen. Verder bevinden zich hier: vier zilveren kandelaars (XVIII b) en een glazen bokaal op houten voet (XVIII c) met wapens.
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK (H. Catharina), is een baksteenen gebouw, welks eerste steen in 1461 gelegd is, en dat in 1540 door brand geteisterd en daarna hersteld is. Zij bestaat uit een schip met twee hooge, langs den toren doorgetrokken zijbeuken (XV d); een 5/8-gesloten choor (XV c), waartegen een gelijk-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
142 tijdige traptoren (met gemetselde wenteltrap) en een sacristie aan de noordzijde; een kapel (XVI a) ten O. van den zuidbeuk; en eenen baksteenen toren (XV, maar op ouder onderbouw), verhoogd en met houten lantaarn (door H.G. van Raan) bekroond in 1776. De dakruiter is ± 1840 afgebroken. Zesdeelige ribgewelven over het schip. Stergewelf over de kapel, overigens kruisribgewelven. In de traveeën ter zijde van den toren zijn de gewelven uitgebroken. De kerk bezit: Mahonichouten preekstoel met snijwerk, en eiken doophek beide 1789 door H.G. van Raan te Amsterdam. Koperen voorzangerslezenaar (XVIII d). Eiken bank (XVIII b). Eiken schotwerk (XVII). Orgel met fraai gesneden eiken kast en galerij (± 1765). Wijzerplaat boven het orgel. Grafzerk (XVII a). Tekstbord (1617). Twee zilveren bekers, twee dito schotels en een kan (1838). Vier klokken, gegoten in 1775 door Alexius en Henricus Petit, op den luizolder. Klokkenspel van 34 klokken, gegoten in 1777 door A.J. van den Gheyn, in de lantaarn. Uurwerk (1777, door G.W. Fischer). 2. De R.K. KERK bezit: een houten beeld (± 1500) van de H. Catharina en twee koperen kandelaartjes (XV).
f. Gebouwen van liefdadigheid enz. Het PARTICULIER GEREFORMEERD BURGERWEESHUIS (1860) bezit: Schilderij (paneel), geteekend: Breecker 1645, en voorstellend zes regenten.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
143 Schilderij op doek: een jongen en een meisje in gestichtskleedij. Borden met de namen der regenten sinds 1638.
g. Particuliere gebouwen. 1. Langestraat B 17. Topgevel (XVII) met vlechtingen, toppilaster met nokanker. Ankers: 1665. 2. Veenestraat B 52. Topgevel (XVII d) met oeil-de-boeuf. Toppilaster met nokanker. 3. Langestraat A 325. Baksteenen gevel (XVIII a) met rechte houten gootlijst op gebeeldhouwde consoles. Houten deuromlijsting. Bovenraam met bekroning, twee wapens en: 1707. Deur en bovenlicht met snijwerk (XVIII d). Inwendig: gesneden eiken trapbogen en zoldering (gewit) in de vestibule; betimmering met portretten van stichters boven den schoorsteen en de deur in de benedenkamer; eiken schoorsteenbetimmeringen in twee bovenkamers, eiken zoldering in een derde. Alles uit den tijd van den bouw. 4. Holkerstraat B 322. Baksteenen gevel (XVIII b) met rechte houten gootlijst, en gesneden deuromlijsting. 5. Oosterstraat tegenover A 132. Baksteenen topgevel met ingezwenkte zijkanten, groefsteenen afdekking met krullen. In den top: 1776. 6-8. Vetkamp A 26-27, 34, 48. Baksteenen topgevels (XVIII) met vlechtingen. Baksteenen tabakspakhuizen (XVIII), met overdekte hijschbalken, vindt men: Veenestraat B 32 (ankers: 1731), Nieuwstraat B 449 (nokanker met tabaksrol), Westkadijk B 415 (ankers: 1769). Nieuwstraat B 374, en een aan den Koetsendijk. Houten deuromlijstingen: Koetsendijk 488 (bovenlicht
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
144 XVIII d), Westkadijk B 512 (XVIII d), Langestraat A 331 (XVIII d) en A 327 (XIX a). Gevelsteenen: Roemerstraat (fundatie Schrassert- en Delens, twee wapens: 1705); Singel A 398 en 399 (alliantiewapens); Verlaat B 355-359 (wapen en: 1757); Holkertstraat, hoek Veenestraat, en in de sluiswachterswoning (stadswapen en opschrift) Houten gaper: Kletestraat A 327. Ankers (meest nokankers): Brink, hoek Nieuwstraat B 445, Veenestraat B 52, Vetkamp A 85, Veenestraat A 37, Holkertstraat B 186, 191 en 261. Houten noodstallen: Langestraat A 336 en Oostereind A 125. Twee zandsteenen STOEPPALEN met wapen en: 1597 tegenover Holkertstraat B 278. Het HUIS BEERENKAMP is een baksteenen gebouw met twee trapgevels (XVI d). Fragmenten van gothischen schoorsteen (XVI d), eiken bedsteden en muurkastjes (XVII c). MOLEN, waarin twee oude haardsteentjes gemetseld, aan den Vetkamp.
Nijmegen. a. Talrijke voorhistorische en Romeinsche voorwerpen in het gemeentemuseum, in de verzameling-Kam, in die van het Canisiuscollege en in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden (zie i 1, 2 en 3).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
145
Hatert. De R.K. KERK (1846, later vergroot) bezit: Gedreven koperen godslamp (± 1700). Gesneden houten tabernakeldeur (XVIII a). Van het HUIS TE HATERT is nog een vierkante baksteenen toren (XV of XVI), later in- en uitwendig gewijzigd, en verbonden aan een bijgebouwde woning, over. Het huis Graafsche weg 825 heeft een gevelsteen (1802).
Hees. De thans NED. HERV. KERK, een baksteenen gebouw, bestaat uit een gelijktijdig (XVI a) met het optrekken van den na te noemen toren gewijzigd en later nogmaals verbouwd schip (XV A), waarvan het westelijk deel tot woning is ingericht; een choor (XV B), hooger dan het schip en met 3/8-sluiting; en eenen met baksteenen fialen en traceeringen rijk versierden toren (XVI a). Gestucadoorde zoldering over het schip. Netgewelf over het choor. Steen met peilstand en: 1799. De kerk bezit: Zilveren broodschaal en doopbekken (XIX A). Twee klokken, eene in 1574 door Adriaen Steylaert te Mechelen en eene in 1759 door Steen en Borchhardt te Enkhuizen gegoten.
Neerbosch. De NED. HERV. KERK (H. Antonius Abt) is een geheel gepleisterd baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XIV) met latere, rechtgesloten zijbeuken (XV B); een 3/8-gesloten choor (XV A), aan welks zuidkant een sacristie (XVI); en eenen toren (XIV). Ten Z. van het schip een portaal (XV c). Kruisribgewelven ook over de sacristie en het portaal. De kerk bezit: Blauwen altaarsteen. Twee klokken, in 1574 gegoten door Adriaen Steylaert.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
146 De moderne R.K. KERK (H. Antonius Abt), die eene in 1820 gebouwde vervangt, bezit: Houten kruis met corpus, vermoedelijk deel van een te Calcar vervaardigden Calvarieberg (XV d). Aan de Dorpstraat eene boerderij met de oude vensterindeeling en ankers: 1649. Dorpstraat 75. Gevelsteen met een leeuw.
Nijmegen. b. Verdedigingswerken enz. 1. In het Kronenburgerpark overblijfselen van een VESTINGMUUR (XV). Tusschen de Belvédère en de St. Jorisstraat een nagenoeg ononderbroken deel van den ouden muur, ten deele bestaande uit bogen, waaraan de schildmuren ontbreken. In dit gedeelte fragmenten van het UITVALS-TORENTJE (XV) van Arndt Viegen. 2. De KRONENBURGERTOREN (XV) is een rond baksteenen gebouw van twee geledingen, elk met gekanteelde uitkraging op boogjes. Inwendig vier vertrekken boven elkaar, bereikbaar langs baksteenen trappen in den muur. De twee onderste hebben steenen koepelgewelven, de derde een houten zoldering op moeren kinderbalken, de vierde een open kap. Steenen vloeren, behalve op den beganen grond. Standplaatsen voor geschut, en schietgaten. 3. Ten Z. van den toren ligt het GROOTE BOLWERK (thans als petroleumbergplaats gebruikt) met een lange door een tongewelf gedekte gang, uitmondende in eene dergelijke gang met standplaatsen voor geschut aan de uiteinden. In het verlengde der eerste gang twee ronde vertrekken boven elkander, elk met steenen koepelgewelf, en schietgaten. Meer naar het Z. een bol-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
147 werk (als ijskelder gebruikt) met een dergelijke gang en twee verdiepingen met koepelgewelven. Trap in het metselwerk. 4. De BELVEDERE, oorspronkelijk een gewone waltoren, in 1511 Hoendertoren genoemd, tot 1646 wachthuis, toen verbouwd tot uitkijk en ‘Speelhuis’, na de ontmanteling der stad gerestaureerd (1888) door J.J. Weve, de dakbalustrade op grond van een teekening van L. Doomer (1623-1700). Aan de zijde van het Valkhof een steen (copie) met: Belvedere (de oorspronkelijke is in het Gemeentemuseum), daarboven een met wapen, 1646, opschrift en schildhouders (de oorspronkelijke in het Gemeentemuseum). In de gelagkamer een in 1888 hier geplaatste eiken schoorsteenmantel met wapentje en 1626, en zandsteenen zijstukken, afkomstig uit een huis in de stad. Onder de Belvédère een kelder met schietgaten en overdekt door een steenen halfkoepelgewelf en een tongewelf. Hieronder weer twee door tongewelven gedekte kelders, waarvan de bovenste als bakkerij dienst gedaan heeft. Nog lager een stuk gang met tongewelf. 5. Van de MAARTEN SCHENCKPOORT (XVI), staat, aan den Waalwal, nog een fragment met het bovendeel van een dichtgemetselden boog. 6. Het VALKHOF, ter plaatse waar wellicht eens een Romeinsche vestiging lag, en, vermoedelijk ten deele op de grondslagen van een Merovingsch gebouw, gesticht (IX a) door Karel den Groote en Lodewijk den Vrome, in 880 door de Noormannen, en vervolgens in 1047 verwoest; in 1155 door keizer Frederik Barbarossa herbouwd tot een burcht, die in hoofdzaak de gedaante had, waaronder zij uit latere afbeeldingen bekend is; ± 1450 verbouwd door Catharina van Kleef, en daarna meer-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
148 malen gewijzigd, is in 1796-1797 gesloopt, op de volgende deelen na: a. PALEISKAPEL van Karel den Groote, 1904-1906 hersteld onder leiding van J.J. Weve. Achthoekige kern in den oorspronkelijken toestand (maar met verhooging van ± 1400), omgeven door een zestienhoekigen omgang van twee verdiepingen, waarvan de buitenmuren in het noordwestelijk deel eveneens den oorspronkelijken toestand vertoonen, elders ± 1400 vernieuwd zijn. Het karolingsch metselwerk van tufsteen, het overige, ook de gewelven over den omgang, van baksteen. Op deze laatste en op de wanden sporen van schilderwerk (XVI). Altaartafels in de (afgebroken) choornissen. b. Overblijfselen van de tufsteenen KAPEL VAN BARBAROSSA: halfronde absis, fragmenten van de aansluitende zijmuren. Overblijfselen van de kruisgewelven der oorspronkelijke benedenverdieping en van de schragende vrijstaande zuiltjes. De frontboog van den halfkoepel der absis te weerszijden gesteund door een Romeinsche hoekzuil met karolingsch kapiteel van marmer. Uitwendig vertoont de absis twee geledingen, die niet met de inwendige verdeeling strooken. In de benedenhelft drie ronde vensters, lisenen en een boogfries, in de bovenhelft vijf ronde vensters, muurzuiltjes en een boogfries. Onder en voor de absis zijn opgesteld drie karolingsche kapiteelen en een aantal fragmenten van Romeinschen en lateren oorsprong. c. Overblijfsel van eenen WALTOREN (XII) in den N.-W. hoek van de voormalige burcht. Tufsteenbouw, van buiten zeer beschadigd. Inwendig: gladde wanden met rechthoekige nissen, zonder schietgaten. Thans alles met grond gevuld. Aan weerszijden van dezen toren, mede onder den grond
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
149 bedolven, gedeelten van den tufsteenen burchtwal met beeren, die eens een weergang droegen.
c. Wegen, bruggen, grenssteenen, pompen enz. GERECHTSSTEEN. Bij de samenkomst van Broer-, Burcht- en Groote Straat ligt de ‘BLAUWE STEEN’. Een hardsteenen POMP (1749) met bronzen spuwers, die op het Kelfkenbosch stond, is naar de ‘Gedeputeerden-plaats’ (zie blz. 151) overgebracht.
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het RAADHUIS, voor het eerst genoemd in 1338, belangrijk verbouwd 1553-1554, toen voor het oude gebouw de voorzaal met den tegenwoordigen gevel geplaatst werd, die in 1880-1882 gerestaureerd is onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers, en toen in denzelfden trant doorgebouwd langs een bijgetrokken woonhuis aan de westzijde. Beeldhouwwerk door Mr. Cornelis Sass van Utrecht. De medaillons en keizerbeelden zijn modern (eenige der oorspronkelijke beelden in het Gemeentemuseum). Het oude bordes is in 1783 door een hooge stoep vervangen, die in 1914 vernieuwd werd naar het oude model. Eiken deur door Gaert Koitenbrouwer van Dulcken, met ijzeren klopper (XV). In het westelijk deel een poort (1663) naar de ‘Gedeputeerdenplaats’, met tropheeën als omlijsting. Inwendig (meermalen belangrijk gewijzigd): gangdeuren met gebeeldhouwde omlijstingen (XVII c, enkele in den ouden trant nagemaakt). In de voorzaal (voorheen schepenzaal), gedekt door een houten balkenzoldering met laat-gothische sleutelstukken: een schepengestoelte (1555, door Gaert van Dulcken), trapportiek (1657), klok (1597) in een kast (1646) met gegraveerde wijzerplaat (door J. Gront) en een klein klokkenspel (1646 aangekocht, 1738 verbeterd door P. en M. van den Gheyn); een gesneden keizerbeeld (1664) in een nis, met adelaar (1670, door Hendrik van Emmerik);
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
150 boven het gestoelte een Justitiabeeld (1670, naar een Keulsche maquette geboetseerd); schilderij: Het Nijmeegsch raadsel (1629), door Paulus van Schoten. In de kamer van den secretaris: stuczoldering (XVIII c), marmeren schoorsteen (XVIII a) met houten omlijsting en schoorsteenstuk; drie kasten (XVIIa), een wijzerplaat in verbinding met het uurwerk in de voorzaal. In de secretarie (voorheen schepenkamer): een houten schoorsteen (XVI b/c) door Gaert van Dulcken, in 1666 bijgewerkt door Daniel Teller en uit de voorzaal hierheen gebracht, met haardplaat (1650) en zijwangen (XVII), gestucte zoldering en wanden (1772), een spreukbord (1666); wijzerplaat als voren. In de burgemeesterskamer: een witgeschilderde eiken betimmering, in 1823 uit verschillende fragmenten samengesteld. In de kamer van B. en W.: wandtapijten (XVII), een stuczoldering, Lodewijk XV; schoorsteenmantel (1663) van eikenen cederhout, met een schoorsteenstuk; haardplaat (1650); klok (XVIII d); mahoniehouten stoelen (XIX a). In de trouwzaal: wandtapijten (get. I.F. Romanellus); stuczoldering, Lodewijk XV; schoorsteen met getorste marmeren zuilen, haardplaat (1650) en omlijsting (1664), waarin een schilderij van N. de Helt Stocade; cartel-klok, Lodewijk XV. In de vestibule hiernaast: een schoorsteen met tegelwerk en steenen zijwangen en een wandkastje (beide XVII a en afkomstig uit een huis in de Molenstraat); schilderij (get. P. Palamedes, 1662). Op de verdieping in een gang: een kast (benedendeel XVI B, ‘de Blok’, afkomstig uit de St. Stevenskerk zie e 1); gesneden trap-leuning (XVII c, door D. Teller?); tijdverzen (XVII c), geschilderd boven drie deuren; twee grisailles (XVIII). Op een portaal een schilderij (1678) door R. van Langevelt. In de voormalige ridderschapskamer: sleutelstukken door
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
151 D. Teller; schoorsteen (XVII d, overgebracht uit het Canisiushuis) met schilderij en haardplaat (XVII c). In de leeskamer naast de raadzaal: wandtapijten (XVII); een schoorsteen (XVII d) met hardsteenen zijwangen, schilderstuk en haardplaat (1650); zetel (XVIII); kabinet (XVIII) met koperbeslag. In de raadzaal (voorheen landschapskamer): sleutelstukken door D. Teller, bij een overigens nieuwe betimmering (1897); wijzerplaat als boven; schilderij (1641), door Jan van Goyen: gezicht op het Valkhof; portret van prins Willem IV; zeven portretten van gezanten ten vrede van Nijmegen (1678). Op de ‘Gedeputeerdenplaats’: poort (1655, afkomstig van de Kwartierlijke Academie, zie e 4) met pilasters, wapens, fronton en opschrift; fragment van een gevel van het Dortsche type (± 1550), afkomstig van een huis in de Stikke Hezelstraat. Onder het gebouw kelders met tongewelven (zie e 5 b) en een gemetseld cachot. 2. De WAAG, thans boterhal en boven tot verschillende doeleinden ingericht, oorspronkelijk vereenigd met het VLEESCHHUIS, totdat dit (1571) HOOFDWACHT werd. Na 1612 geheel vernieuwd in den trant van Hendrik de Keyser en in 1886 gerestaureerd door J.J. Weve, is een rechthoekig gebouw van baksteen met zandsteenversieringen. Het bordes en de trap vernieuwd naar het model van de trap voor het Wijnhuis te Zutfen. Aan weerskanten van den ingang een gebeeldhouwd wapen van Nijmegen en: 1612 (vernieuwd door H. Leeuw Sr., fragmenten van de oorspronkelijke in het Raadhuis bewaard). Dergelijk wapen in den zijgevel. Ankers. Inwendig: houten balkenzoldering over de voormalige Waag, vlakke kruisribgewelven over de voormalige Vleeschhal, in het midden gedragen door drie zuilen. In de boterhal een walvischrib. 3. De KERKBOOG, aanvankelijk doorgang naar het
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
152 St. Stevenskerkhof en deel uitmakend van het Gewandhuis, dat in 1389 vermeld en 1542-1545 verbouwd werd, uit welken tijd de onderbouw van den boog en eenige gevelfragmenten ten N. ervan (zie g 2) dagteekenen. De verdieping erboven is 1605-1606 opgetrokken. Het geheel is in 1886 gerestaureerd onder leiding van J.J. Weve. De doorgang is overkluisd met twee vlakke kruisribgewelven, op wandzuiltjes met Renaissance-kapiteelen. Toegang aan de Marktzijde door twee bogen samenkomend op een dubbelen pijler met een naarvoren springend deel (bestemd om een arkel te dragen?), waarop een schildhoudende leeuw. Uitgebouwde traptoren aan de westzijde. De bovenbouw heeft aan de Marktzijde een rijken topgevel van blauwe steen met vullingen van baksteen, in den trant van Vredeman de Vries. Cartouche (1605), ter weerszijden waarvan leeuwenmaskers. Onder de kruiskozijnen twee cartouches (1606). Aan de westzijde een eenvoudige trapgevel met een fries van metselmozaïek, een wapenschild (1605) boven den boog, en een topleeuw. 4. De Politiewacht aan de Waalkade bevat een travee eener zuilengalerij (1646-1654): een boog op twee zuilen in den muur gemetseld. Inwendig een kruisgewelf. 5. Schouwburg (1839, inwendig en zijgevel gewijzigd).
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De ST. STEVENSKERK, gesticht XIII B, na de afbraak der buiten de wallen gelegen, aan de H. Geertruid gewijde parochiekerk, en 1272 gewijd, XIV c - XV A aanmerkelijk verbouwd, 1475 tot collegiale kerk verheven, is een gebouw van bergsteen en baksteen, bestaande uit een schip van drie (wegens de niet-voltooiing van den middenbeuk?) nagenoeg even hooge beuken (XV A), en dat in zijn westelijk deel nog uit den tijd van den eersten bouw dagteekent; een driebeukig dwarspand
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
153 (XIV B), aan welks zuideinde het H. Kruischoor (1431) en tegen welks noordwestmuur twee traptorens geplaatst zijn; een 3/8 gesloten choor (XIV c), door een lagen muur van den omgang gescheiden; een krans van zeven kapellen (1423-1458); en een ingebouwden baksteenen toren (1431 herbouwd na het afbranden van den 1271-1326 gebouwden, ± 1569 en 1592 hersteld, in 1593 met een balustrade verrijkt; in 1605 van een nieuwe spits voorzien, naar het ontwerp van P. Gzn. van der Speck te Leiden), bestaande uit een vierkanten onderbouw met een achtkante lantaarn, waarop een peervormige spits. Ten Z. van het choor de driezijdig gesloten gerfkamer (1426). Ten N.O. van het dwarspand de O.L. Vrouwekapel (1426). In den noordwesthoek van het dwarspand eene ruimte: ‘de Blok’ (thans kerkarchief, zie d 1) gebouwd 1343-1361, en ten W. hiervan een kluis. Voor den zuidarm van het dwarspand een laat-Gothisch open portaal (midden-XVI). Tegen den toren een traptoren met wenteltrap (1612). Welving: de zijbeuken van het schip hebben elk drie-en-een-half kruis- en een stergewelf; die van het dwarspand stergewelven. Over den middenbeuk van schip en dwarspand zijn in 1600 houten zolderingen geslagen, die in 1772 door gestucadoorde vervangen zijn. Stergewelven over gerfkamer en portaal. Netgewelven over den ‘Blok’ en in den toren. Tongewelf over de kluis. Twee pijlers bij het orgel vertoonen vormen (XIII d). In den ‘Blok’ boven de ingangen nissen met maaswerk en opengewerkte zandsteenen voetstukken. In den oostwand van den zuidelijken dwarsarm een sierlijk bewerkt doorkijkvenster met schuingemetselde neggen. De kerk bezit: Steenen choorbanken (XV). Preekstoel (1639, door Joost Jacobs, te Amsterdam). Twee koperen lezenaars (XVII). Gesneden eiken doophek (1652, door Cornelis Hermansz Schaeff, te Nijmegen). Heerengestoelte (1644, door Joost Jacobs en C. Hz. Schaeff). Prinsengestoelte (1771).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
154 Drie eiken tochtportalen: een (1623), een (1632, door C. Hz. Schaeff), een (1577), uit de afbraak van een choorbank. Orgel (1773), met een wijzerplaat, die in verbinding staat met het uurwerk in den toren. Praalgraf (1512) van Anna Catharina van Bourbon († 1469); graf van Adolf van Nassau-Siegen († 1608); graf van kolonel Lambert Charles († 1625), alle drie in het choor. Votiefsteen in basrelief, voorstellend het Laatste Oordeel, en met de jaartallen 1474 en 1505, in het boogveld boven den zuidelijken ingang van het choor; een dergelijke steen: de Aanbidding der Wijzen, waaronder: 1559 en 1617, tegen den noordwand van het dwarspand. Twee gegraveerde koperen grafplaten (1570 en 1665) in den sluitingswand van het choor. Grafzerken (XV en XVI). Muurschilderingen, een (XV), bij den ingang van het choor; twee (zeer gehavend) tegen zuilen aan de noordzijde van het choor. Klok, in 1566 door Petrus en Henricus van Trier gegoten. Klokkenspel van 36 klokken, waarvan 32 gegoten in 1738 door Pieter en Mathijs van den Gheyn te Leuven, en vier, in 1734, door I.B. Levache, te Luik. Uurwerk (gedeeltelijk van 1781, door K.Chr. Tappé te Amsterdam). In den scheidingswand tusschen het choor en den omgang twee eiken deuren met smeedwerk (XVI). 2. De LUTHERSCHE KERK aan de Groote Straat, oorspronkelijk kerk van het oude St. Nicolaasgasthuis, welks stichtingsjaar onbekend is, in 1670 door de Evang. Luthersche gemeente aangekocht en hersteld, in 1756 verbouwd en vergroot met een belendend huis, heeft een modernen gevel en, inwendig, een houten zoldering. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
155 Orgel (1758, verbeterd 1836). Oud uurwerk (1758). Zilverwerk: schenkkan (XVIII), kan (1765), bekertje (XVIII), verguld bekertje met bordje (XVIII), blaadje (XVIII), doopbekken (1726). 3. De DOOPSGEZINDE KERK, aan de Arminiaansche plaats, in 1727 van de Remonstranten aangekocht, heeft in de consistoriekamer (1802) een aquarel, voorstellend het inwendige der kerk in de XVIIIe eeuw. 4. De WAALSCHE KERK aan de Korenmarkt, met de predikantswoning voorheen een deel der gebouwen (XV a) van de Nijmeegsche Commanderij van St. Jan (zie e 13), later gehoorzaal der Kwartierlijke Academie of Illustre School (opgeheven 1678), 1674-1686, en onafgebroken sinds 1701 door de Waalsche Gemeente gebezigd, heeft een gepleisterden oostgevel. De baksteenen westgevel vertoont sporen van oude vensters. (Poort van 1655, zie d 1). Zij bezit: Preekstoel (1654), voorheen katheder der Academie. Fragment van een orgelkast (XVIII b). De predikantswoning bevat tongewelven en heeft een ronden toren tegen den gevel. 5a. De R.K. ‘BROERENKERK’ (H. Dominicus) aan de Broerenstraat, gesticht in 1375, van 1579 tot 1585, en wederom sinds 1591 aan de Hervormden, in 1672, 1683 en 1794 zwaar gehavend, later een tijdlang als stal en magazijn gebruikt, in 1833 weder ingezegend en 1864-1885 gerestaureerd, vergroot, en met een toren bekroond door Dr. P.J.H. Cuypers, bestaat thans uit een schip (XIV d) met twee beuken (de zuidelijke in 1866 gebouwd); en een 5/8-gesloten choor, welks gewelf in 1683 vernieuwd en met de overige kruisribgewelven in 1877 hersteld is. Ten N. van het choor eene kapel (XIV) met oorspronkelijk
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
156 gesloten, thans naar het ruim der kerk geopende bovenkapel. Fragment van een dakbalustrade (XV a) aan den noordkant. De kerk bezit: Altaar met gedreven koperen tabernakeldeur (1775). Verguld zilveren schenkblad (1771) met twee ampullen, Lodewijk XV. 5b. Van het voormalige DOMINICANENKLOOSTER (1430, ter plaatse eener stichting XIII d) zijn nog over: de kloostergang met kruisribgewelven; de sacristie met kruisribgewelven; de tegenwoordige bergplaats ten Z. van het choor der kerk; kelders (zie d 1). In het Kerkgasje, uitkomend aan de Burchtstraat, een boogdoorgang (XV) met zandsteenen omlijsting, kruisribgewelf, traceeringen en draagsteenen voor beelden. 6. De R.K. KERK (H. Franciscus) aan het Doddendaal bezit: Gedreven zilveren monstrans (XVII d). Gouden kelk (1648). Paramenten: rood misstel met borduurwerk (1558); kazuifel (1514) twee dalmatieken, choorkap, standaardvelum, kelkvelum, processievaan, alles met borduursel (XVI a). 7. De R.K. KERK (H. Ignatius) aan de Molenstraat bezit een kazuifel met sterk gerestaureerd fragmentarisch borduursel (XVI b); eenige schilderijen (XVI en XVII). 8. Van de voormalige ST. GEERTRUIDSKAPEL (bij de Belvedere), ± 1460 gebouwd en 1579 gesloopt, zijn in 1880 eenige fragmenten: muren en steunbeeren, aan het licht gebracht. 9. Van een later als ‘GLASHUIS’ gebruikte kapel (XV), thans tot stal en woning ingericht, staan nog de muren met 3/8-sluiting en steunbeeren. 10. Van het klooster MARIëNBURG, voor het eerst vermeld in
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
157 1265, is nog slechts de in 1910 onder leiding van J.J. Weve gerestaureerde en tot Gemeentemuseum ingerichte kerk over. Baksteenen gebouw (XV b), veel overeenkomst vertoonend met de kloosterkerk (XIII) van Altenbergen bij Wetzlar. De vijf westelijke traveeën vormen een dubbelkerk. Choor met 5/8-sluiting. Vierkante traptoren tegen den zuidwand. Alleen in den noordmuur en in de sluiting komen vensters (vernieuwd) voor. Inwendig: kruisribgewelven, de benedenkerk door twee rijen pijlers van trachiet in drie beuken verdeeld. 11. Van het voormalige klooster BETHLEHEM (± 1400) is slechts over een zeer verweerde gevelsteen (Aanbidding der herders), ingemetseld aan het eind van een slop, uitmondend in den Hessenberg (zie ook f 3.) 12. Het voormalige OBSERVANTENKLOOSTER (XV d), later (XVII) als Landsstapelplaats, daarna voor verschillende doeleinden, thans als kazerne (‘Waalkazerne’) gebezigd, heeft nog het oude gepleisterde muurwerk, en, inwendig, zolderingen met moerbalken, kinderbalkjes en gothische sleutelstukken (alles XV d). Kelders met tongewelven. 13. Van de voormalige COMMANDERIJ der orde van St. Jan zijn nog over de thans als Waalsche kerk en predikantswoning dienstdoende gebouwen (zie e 4), en het commandeurshuis (XV), thans particuliere woning, met een vierkanten toren aan de rivierzijde. 14. De SYNAGOGE bezit: Achtarmigen koperen luchter, eiken Ark des Verbonds, en meubelen (alle XVIII).
f. Gebouwen van liefdadigheid en onderwijs. 1. Oud BURGEREN-GASTHUIS (gesticht ± 1592, verbouwd XIX). Aan de binnenzijde van den doorgang een hardsteenen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
158 poort, waarboven een schildhoudende leeuw, opschrift en: 1645. Daartegenover een poortje met hardsteenen omlijsting, opschrift, wapens, twee kopjes en: 1645. Gevelsteen: 1733. Het gesticht bezit: in de regentenzaal twee schilderijen (XVII), geschilderde ijzeren kist (XVII), gesneden eiken kist (XVII); in de regentenkamer: stadswapens met 1779, mahoniehouten kast, buffet en stoelen (XVIII B); in een gang: staande klok (XVIII) en twee eiken kasten (XVII). 2. Het PROTESTANTSCHE KINDERWEESHUIS, gesticht ± 1560, in 1562 uit de Broerenstraat naar het zusterenconvent in de Bagijnengas overgebracht, ± 1644 verbouwd en uitgebreid volgens plan van Salomon de Bray, en in 1852, 1862 en 1879 (blijkens steenen) vernieuwd en vergroot. Overblijfselen van het oude gebouw vindt men in de kelders met tongewelven en plaveisel van veldkeien, en in den linkervleugel bij den ingang: boogfries op consoles, poort (1618, vernieuwd 1644 en later), met opschrift en fronton (XVIII d) zonder kroonlijst, te weerskanten waarvan weeskinderen; in den boogtrommel boven het hek een zandsteenen relief: Aanbidding van den H. Geest. Boven de voordeur in de hardsteenen omlijsting het stadswapen. Inwendig: In het kantoor, spiegel en schoorsteenstuk (XVIII), wapens van provisoren (XVII c); in de gang borden met de namen van provisoren sinds 1560; in de regentenkamer marmeren schoorsteen (1760) met schildering en wapens van provisoren (1740-1789); drie portretten op paneel (resp. 16?8, 1629 en een overgeschilderd), en een op doek (gemerkt R.G. Robart 1767); in de afdeeling boven den ingang een eiken deuromlijsting (XVII). Fragmenten van gebrande glazen (XVII). Vier houten ‘wesenborden’ (om te collecteeren) met voorstellingen op de kleppen (1592). 3. Het R.K. WEESHUIS, voorheen Arme Kinderen-Weeshuis,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
159 in 1638 ingericht in eenige lokalen van het klooster op den Hessenberg, in 1643 en 1649 met aangrenzende panden uitgebreid, in 1878, 1887 en 1900 (blijkens steenen) gewijzigd en uitgebreid, heeft tegen den achtergevel (vroeger voorgevel) een hooge stoep. Deur in hardsteenen omlijsting, waarboven beeldhouwwerk: weeskinderen in staande en knielende houding, (XVII b). Hierboven een later stadswapen (XVII d). Oude, nu gepleisterde muren, vindt men vooral aan de zijde van Klein-Bethlehem (zie e 11). Onderhuis met tongewelven (XV). 4. De APOSTOLISCHE of LATIJNSCHE SCHOOL, in 1544-1545 ter plaatse van een oudere (XIII c?) gebouwd, in 1842 tot Gymnasium, thans tot verschillende doeleinden bestemd, heeft een baksteenen gevel op bergsteenen voet. De middenpartij en het dak zijn gewijzigd. Vlak getoogde nissen aan de twee verdiepingen, waarin vensters met zandsteenen omlijstingen. Beneden driepassen, boven spreukbanden als toogvullingen. Boven den ingang het stadswapen tusschen kinderfiguren (geschonden). Ter weerszijden hiervan en in de dammen overblijfselen van beeldhouwwerk (Apostelen). In het fries onder de vensters der verdieping de tien geboden. Aan de kroonlijst met doodskoppen versierde voetstukken van beelden. Ankers. Westgevel met versierden top: pilasters op consoles. Inwendig: moerbalken op eenvoudige sleutelstukken.
g. Particuliere gebouwen. A. Laat-gothiek. 1. Steenstraat 46. Overblijfselen (gedeeltelijk gepleisterd) van een trapgevel met blinde bogen (XVI A). Zijgevel met trappen en kruisramen in asymmetrisch geplaatste nissen. Ankers. 2. Groote Markt 22, 23, 24 en 25 (zie d. 3). Gevels met zandsteenen pui (± 1540), overigens van baksteen (XVII a). Traceerwerk met wapenschilden boven de voordeuren. Nrs. 22 en 23 hebben trapgevels, nr. 23 een boogomlijsting met kopje boven een venster.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
160 B. Renaissance. 3. Steenstraat 22. Gewijzigde en gepleisterde trapgevel op een bergsteenen onderbouw (XVI). Onder den toppilaster een engelenkopje. In twee dammen een huismerk. Deurkalf op consoles en met een opschrift (1621) naast twee huismerken. Ankers. 4. Houtmarkt 4. Twee gepleisterde gevels (XVI, bovendeel XVII), waarvan een met zandsteenen waterlijsten en overhoeksche pinakels. Frontons met vruchtenslinger en: 1648. 5. Achter de Vischmarkt 8-10. Baksteenen trapgevel (XVII A). Kopje onder den toppilaster. 6. Hoek Snijder- en Ridderstraat. Trapgevel (XVII A). 7. Groote Straat 6. Smalle gevel (XVII A) met trapjes boven de waterlijst, gepleisterd. Kopje onder den toppilaster. 8. Lage Markt 34. Gevel (XVII c) met Dorische pilasters, waartusschen festoenen. In den achtergevel een poortje uit fragmenten samengesteld, en met cartouche (1685). Inwendig: gewelfde kelders. 9. Groote Markt 7. Gepleisterde gevel (XVII c) met pilasters. Fronton met ovaal venster in cartouche. Pui modern. 10. Kelfkensbosch 19 (St. Josephschool). Gepleisterde gevel (XVII c) met opgaande Ionische pilasters. Kroonlijst gewijzigd. Deuromlijsting (XVII c). Oorspronkelijke schoorsteen. Inwendig voorhuis en trappenhuis met stucwerk (XVIII d). Trap met leuning (XVIII d). C. Lodewijkstijlen. 11. Lage Markt 14. Verbouwde gevel (XVIII a). In het midden der eerste verdieping een vensteromlijsting met meerminnen. 12. Kelfkensbosch 27 (vroeger één geheel met het achterliggende huis No. 28.) Gevel (1762, blijkens het stedelijke archief) met doorgaande pilasters. Deuromlijsting (XVIII d). Inwendig: Salon met marmeren schoorsteen, gesneden omlijsting, betimmering, stucplafond en geschilderde reliefpaneelen door D. van
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
161 Nijmegen. In No. 28 stucwerk, een kamerbetimmering en een trap met leuning (alles XVIII c). Ernaast: twee hardsteenen hekpijlers Lodewijk XV. 13. Lange Burchtstraat 24 (R.K. Meisjespensionaat). Gevel (XVIIIB) met hoekpilasters, geverfde steenen deuromlijsting en gesneden vensteromlijsting. 14. Hezelstraat 33. Baksteenen topgevel (XVIII c) met gezwenkte toplijnen. 15. Groote Straat 26. Dergelijke gevel. Liggende zandsteenen leeuw met bal, in den top. Fragmenten en détails. 1. Stikke Hezelstraat. Zie blz. 151 (‘Gedeputeerden plaats’.) 2. Korte Burchtstraat, hoek Groote straat. Fragmenten (geverfd) van een geveltop in den stijl van Cornelis Floris. 3. Steenstraat 70. Zandsteenen deurkozijn met bovendorpel (XVII a) op draagsteenen met engelenkopjes en loofwerk. 4. Nonnenstraat 14. Fragmenten van een gepleisterden trapgevel met zandsteenen boogsteenen en een leeuwenkopje. Ankers: 1638. 5. Waalkade 4-6. Overblijfselen van een reeks huizen met overstek: No. 4 heeft hieronder nog drie, nr. 6 één gebeeldhouwde houten console. Ankers: 1641. 6. Waalkade 8. Gesneden kalf: 1645. 7. Hezelstraat 17. Fragmenten van een top (XVII d): vleugelstukken en twee cartouches. 8. Steenstraat 60. Ankers (XVII). 9. Groote Straat 37. Houten kroonlijst, Lodewijk XV. 10. Ridderstraat 4. Hardsteenen deuromlijsting: pilasters en hoofdgestel (XVIII d). Gevelsteenen. Achter de Vischmarkt 22 (1620), Begijnenstraat 32a, Stevens-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
162 kerkhof 15 (1640), Groote Markt 6 (XVII), Lage Markt 55 (1648). Achter de Hoofdwacht 3 (1791), Zeigelbaan 7 (1793). Op den weg naar Grave (nr. 699) een steen met het wapen van Nijmegen en: 1764. Poortjes. Arminiaansche plein. Bij den ingang der Doopsgezinde Kerk een baksteenen omlijsting met Tudorboog (XV). Snijderstraat 23. Gepleisterd poortje met twee vereenigde wapens en: 1640. Op het pleintje een deur met zandsteenen omlijsting, waarboven een wapen en: 1643. Houtstraat 77. Gepleisterd poortje met fronton, waarin twee wapens onder een kroon. Daaronder: 1787. Boven de deur smeedwerk (XVIII d).
i. Musea en particuliere verzamelingen. GEMEENTEMUSEUM (zie e 10): voorwerpen uit vroeg-Germaanschen en Romeinschen tijd; bouwfragmenten, schilderijen enz. VERZAMELING G.M. KAM: Voorhistorische en Romeinsche oudheden, gouden en zilveren sieraden, munten, wapens, aardewerk; glaswerk enz. VERZAMELING VAN HET CANISIUS-COLLEGE: Romeinsche oudheden, o.a. fragmenten van een onderstelde sedes curulis.
Oldebroek. Een aantal voorhistorische enz. voorwerpen van steen, in deze gemeente gevonden, bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Oldebroek. De NED. HERV. KERK is in aanleg een driebeuk, die in 1866 tot één beuk met ruime uitbouwen ten N. en ten Z. gewijzigd is.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
163 Van de oude baksteenen kerk (H. Lambertus) heeft zij over: een gedeelte der muren van het schip (XIV); het 5/8-gesloten choor (XV d), waartegen aan den noordkant de sacristie (XVI) staat; alsmede den toren (XIV), aan weerskanten ingebouwd door de met een kruisribgewelf overkluisde voortzetting (XV d) der zijbeuken. Koepelvormig gewelf in den toren. Overblijfselen van een laat-gothische balkenzoldering in de sacristie. De kerk bezit: Orgelkast en -tribune (XVIII A). Twee grafzerken (1605 en XVII), fragment van een zerk (XVII) Twee zilveren bekers (XVII). Klok (1635). Gesmeed ijzeren uurwerk (XVII). Het huis E 133 heeft een jaaranker (1752), en E 46 vier krulankers (XVII). Van het Benedictijnenklooster KLAARWATER (XVa) zijn nog sporen der gracht aanwezig, en een akker, genaamd ‘het kerkhof.’ Van het huis MOLENCATE, herhaaldelijk verbouwd, vooral XVIII, is slechts een gedeelte van het onderhuis over. In het huis ZWALUWENBERG (XVIII): familieportretten.
Wezep. De NED. HERV. KERK (1863) bezit een tinnen Avondmaalsbeker (XVIII).
Op-Hemert. Op-Hemert. De NED. HERV. KERK (H. Lambertus, eerste vermelding in 1007), gebouwd in 1858, heeft in den toren en in het choor (XVI) overblijfselen van de vorige kerk. De toren, beneden
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
164 van tufsteen (XIV), maar verhoogd in baksteen, heeft een hooge spits (1636), en bevat aanzetten van een kruisribgewelf. Het choor heeft in den noordmuur banden van tufsteen en is gedekt met een netgewelf (XVI). Ten N. en ten Z. van het choor een grafkelder. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1662). Grafzerk (1709). Zes rouwborden (XVII). Koperen kroon (XVII). Twee zilveren bekers (XIX), dito schotel (XIX) en bord (1850). Klok, in 1636 gegoten door Peter van Trier en Jan Philipsen. Uurwerk (1654, door Jan van Call).
Over-Asselt. In deze gemeente gevonden steenen voorwerpen uit voorhistorischen tijd, bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden; eenig aardewerk en sieraden in de verzameling-Kam te Nijmegen.
Neder-Asselt. De NED. HERV. KERK (1804) bezit een klok, in 1770 gegoten door Alexis Petit. Het gilde ST. SALVATOR MUNDI bezit een zilveren sieraad met platen (XVII-XVIII).
Over-Asselt. De thans NED. HERV. KERK bestaat uit het geheel gepleisterd, 5/8-gesloten choor (1350, verhoogd XV) der oude kloosterkerk, overkluisd met een netgewelf. Nis en sacramentshuisje met zandsteenen bekroning (XV, gewit). Overblijfselen van traceeringen en twee gedichte vensters. Klok (?).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
165 Van de KAPEL van het BERNARDIJNEN-PRIORAAT van St. Walricus (reeds vermeld in 1130) staan nog eenige overblijfselen uit laten tijd. Het ST. ANTONIUSGILDE bezit enkele penningen van een gildeketen, alsmede het ‘cieraet’: een gedreven plaat met den H. Antonius en: 1698. Hieronder een massief zilveren vogel en een kruis met: 1729. Twee gegraveerde schilden (1698).
Pannerden. In de NED. HERV. KERK is een grafzerk (XVII d) ingemetseld. De R.K. KERK bezit: Koperen kroontje (XVII d). Klok, in 1805 gegoten door Alexis Petit.
Poederooien. Aalst. De NED. HERV. KERK (H. Antonius), een geheel gepleisterd gebouw met dito toren, welks benedendeel (XIV?) van tufsteen is, bezit: Koperen zandlooperhouder (XVII d). Beschilderd houten borstbeeld (1722) van Egbert Klop, heemraad, in een muurkastje, waaronder een cartouche. Tinnen doopbekken met deksel (XVII). Klok (1693). De boerderij B 74 heeft een gesneden deurkalf (XVIII).
Poederooien. De NED. HERV. KERK (H. Johannes Evangelist), na brand (1897) geheel vernieuwd, heeft nog den ouden baksteenen toren (XV a). Zij bezit:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
166 Gebeeldhouwde grafzerk (XVII d). Twee zilveren bekers (1648). Twee tinnen spaarbussen (XVIII B). De hardsteenen kuip en de voet van een doopvont (XV), liggen afzonderlijk op aangrenzende erven. Het KASTEEL LOEVESTEIN (reeds vóór 1300 bestaande, XIV a verbouwd, in 1570 grootendeels verwoest, in 1913 gerestaureerd), dat hoofdzakelijk XV zijn tegenwoordige gedaante kreeg, is een langwerpig baksteenen gebouw, met twee vierkante torens op den N.O. en den Z.O. hoek een binnenplein omsluitend, waarvoor een (XVIII d tot op de halve hoogte gesloopt) poortgebouw met trap in de dikte van den muur. Het kasteel bevat: tongewelven over de kelders, kerker onder in den Maastoren, kapel onder in den Waaltoren, folterkamer, ridderzaal met balkenzoldering, geschilderde wapens (± 1500) op den schoorsteen in de voormalige kasteleinskamer. Avondmaalsgerei in de kapel: twee zilveren bekers (1668), dito broodschotel (1680); twee tinnen wijnkannen en vier dito borden (1765). In het torentje op het poortgebouw een klok, in 1784 gegoten door Andreas van den Gheyn. Op eenigen afstand een ronde toren (XVII) met koepelvormig gewelf.
Putten. Eenige voorhistorische URNEN en SCHERVEN, in deze gemeente gevonden, worden bewaard in het gemeentehuis en in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De NED. HERV. KERK (H. Pancratius) is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XIV B), welks noordmuur XVII d doorgeslagen is voor het aanbrengen van een aanbouw,
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
167 even breed en hoog als het schip en met een portaal aan de noordzijde; een 5/8-gesloten choor (XIV d); en eenen toren (XIV) met koepelvormig gewelf. Aanbouwen aan de zuidzijde: een kapel en een sacristie (beide XV, onlangs uitwendig verknoeid). Gepleisterde zoldering over de beide beuken. Kruisribgewelven over het choor en de zuidelijke aambouwen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1624) met twee koperen lezenaars: een XVII a, en een: 1824. Eiken doophek (XVII a) en eenige banken (XVII). Tekstbord (1691). Een zilveren beker (1687), een dito (XVII), kan (XVIII c), twee borden (1793 en XVIII d). Drie klokken, waarvan eene met opschrift in gotische letters eene (XV B) door Steven Butendyc en eene in 1601 door Henricus Muers gegoten. Het kasteel OLDENALLER, midden-XIX geheel verbouwd uit een naar ontwerp van Jacob van Campen gebouwd huis, heeft in den voorgevel tropheeën en geslachtswapens, en de jaartallen: 1655 en 1665. In den achtergevel een Latijnsch opschrift. Inwendig: familieportretten (XVII en XVIII). Het Huis VANENBURG (midden-XIX), herbouwd ter plaatse van een ouder huis (1664, door Vingboons), heeft in een der kamers een stuczoldering en een schoorsteenversiering, alsmede een goudleeren behangsel (± 1700). In den gevel van het huis A 70 een gevelsteen: 1688, en in dien van A 163 ankers (XVII).
Reden. Talrijke voorhistorische voorwerpen, in deze gemeente opgegraven, bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
168 te Leiden. Gouden en zilveren munten, meest XVIII, zijn hier in 1901 gevonden.
Dieren. De NED. HERV. KERK (1846, vernieuwd 1876) bezit Twee zilveren bekers, twee dito offerbussen en een schenkkan (1848). Klok, in 1667 gegoten door Gerrit Schimmel Het HOF TE DIEREN, gebouwd in 1824 ter plaatse van het door Willem III gestichte jachthuis (XVII d, verbrand 1795) heeft, bij de tuinmanswoning, een bel, in 1833 gegoten door Christian Korthans.
Ellekom. De NED. HERV. KERK (H. Nicolaas, een kapel genoemd in 1127), herbouwd 1859, heeft nog het driezijdig gesloten choor (XVI a) van tufsteen met netgewelf, alsmede den tufsteenen toren (± 1200) van de oude kerk over. Zij bezit: Steenen grafkruis (1575). Fragmenten van zerken (1551 en 1588), voor den ingang. Vier rouwborden (XVIII). Twee koperen lezenaars (XVII B en XIX a). Klok, in 1644 door Frans Hemony gegoten.
Reden. De thans NED. HERV. KERK, bijna geheel uit tufsteen opgetrokken, 1901-1904 gerestaureerd onder leiding van Jos. Cuypers, bestaat uit een driebeukig schip (XIV), met een sacristie in het verlengde van den zuidbeuk; een 5/8-gesloten choor (XV B); en eenen tufsteenen toren (XII A). Traptoren tegen den
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
169 westmuur van den zuidbeuk. In een steunbeer van dezen een gedenksteen (1505, vermoedelijk het jaar der welving). Netgewelven over schip en beuken, kruisribgewelven over choor en sacristie. De kerk bezit: Eiken preekstoel, doophek, en banken (alles XVII). Heerenbank (XVIII c). Orgel (1816, hersteld 1878). Koperen kroon (XVII). Twee zilveren bekers (1648 en XVII). Twee klokken, waarvan eene in 1671 door Rutger Peckel gegoten. Het KASTEEL MIDDACHTEN, voor het eerst genoemd in 1315, herhaaldelijk geteisterd XV en XVI, in 1624 en in 1629, vergroot en vernieuwd in 1643, na gedeeltelijke vernieling herbouwd XVII d door Vennecool, bestaat thans uit een door water omgeven vierkant baksteenen gebouw, aan welks vier zijden rechthoekige uitbouwen (XVII d) vooruitspringen; waarvan die aan den voorkant een grootendeels zandsteenen bekleeding heeft, met hoekpilasters en tropheeën, en een geslachtswapen onder de kroonlijst. In twee hoeken van het voorplein zijn de grondslagen van hoektorens van het poortgebouw gevonden. Inwendig: vestibule, waarachter een trappenhuis met lichtkoepel, beschilderd met zinnebeeldige tafereelen en overigens versierd met stuewerk (waarin: 1697). Dubbele trap met gesneden leuning. Galerij met gesneden eiken leuning onder den koepel. Stucplafonds in twee kamers. Vergulde lantaarn. Alles XVII d. Familieportretten (XVII en XVIII), schilderijen en miniaturen. De aan het voorplein gelegen dienstwoningen hebben op zijde gevels met trappen, het eene bevat een gedenksteen (1572). Twee hardsteenen siervazen (XVIII b). Tuinaanleg in den stijl van Lenôtre en Daniel Marot.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
170 Bij de VILLA HEUVEN een fragment van een romaansche doopvont, ingericht als fontein.
Spankeren. De NED. HERV. KERK (H. Petrus), gebouwd in 1804, heeft nog den ouden tufsteenen toren (XI, verhoogd XIX a) met vroeg-romaansch metselwerk, alsmede een boogfries. Boven den toreningang een zeer verweerde gedenksteen (XVI B). Klok, in 1753 gegoten door Ciprianus Crans Jansz. De GELDERSCHE TOREN of het HUIS TE SPANKEREN, nieuw opgetrokken in 1868, heeft nog het onderste deel van den ouden ronden toren (vermoedelijk XIII, hersteld XVI A blijkens opschrift). Steenen met wapen en met opschriften betreffende herstellingen XVI en XIX. Familieportretten.
Velp. De NED. HERV. KERK (1840) bezit een orgel (1814) en drie zilveren schotels (1828). De voormalige NED. HERV. KERK te Oud-Velp, nu ingericht tot werkplaats, pakhuis enz. en daardoor verwaarloosd, bestaat uit een op een hoogte liggend tufsteenen schip (± 1100) met sporen van hooggeplaatste rondboogvensters; een uitgebouwde baksteenen kapel (XV a) aan den noordkant; en eenen grootendeels tufsteenen toren (XI-XII, in baksteen verhoogd XV, spits in 1831 afgebrand) met ribloos kruisgewelf. In den oostwand van het schip sporen van den triomfboog en het dak van het afgebroken choor. De kerk bezit: Zandsteenen epitaaf (1616). Grafzerk (XVI d) op het kerkhof. Klok, in 1678 door P. Hemony gegoten.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
171 Het KASTEEL BILJOEN, gebouwd in 1531 door Hertog Karel van Gelder ter plaatse van een reeds 1076 genoemd Broekerhof, en verbouwd (XVIII), is een geheel door water omgeven vierkant baksteenen gebouw met vier ronde hoektorens. Brug met zandsteenen schildhoudende leeuwen (XIX a). Stalgebouw (XIX a), waarin nissen met beelden. Inwendig (vooral XVIII B gewijzigd): Groote zaal met Italiaansch stucwerk (XVIII d). Wandtapijten door Bouwens (XVIII a). Zolderingen met schilderwerk (XVIII). Gebeeldhouwde trap (XVIII). POORT met leeuwen en wapenschilden (XVII), van het voormalige huis Overbeek.
Renkum. Een fraai bewerkt Romeinsch zwaard, benevens verschillende vondsten van vroeg-Germaansch en Frankisch aardewerk, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Op de Renkumsche heide zijn voorhistorische grafheuvels, waarin klokbekers enz., gevonden.
Oosterbeek. De NED. HERV. KERK, is een gepleisterd gebouw, grootendeels vernieuwd in 1865 (blijkens steen). Zij is een kruiskerk, welke van de oude kerk nog over heeft: gedeelten van het schip (later verhoogd) en choor (beide XII), en den tufsteenen toren (XI-XII), die een later ingebroken westingang heeft en een kruisribgewelf bevat. Aan den noordkant van het schip een portaal (XII). De kerk bezit: Twee zilveren bekers, dito kan, schotel en schaal (alles 1846). Grafzerk (1612) bij den ingang. In het huis ‘HEMELSCHE BERG’ schilderijen en oudheden.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
172
Renkum. De NED. HERV. KERK (1862) bezit: Koperen predikantslezenaar (XVIII d). Twee zilveren bekers (1750). De R.K. KERK (1840, vergroot 1880) heeft een klok (1839). Een uit deze kerk afkomstig houten MADONNA-BEELD (XIVc), na den beeldenstorm in de Walsteegkerk te Utrecht bewaard, bevindt zich in het bezit van den heer J.B. van Stolk te Zeist. De ‘OUDE KOSTERIJ’ is een baksteenen huis met ankers: 1694. Bij de Leeuwensteeg een HARDSTEENEN PAAL, waarop een schildhoudende leeuw (XVII d), afkomstig van het voormalige kasteel te Buren.
Rossum. Talrijke vondsten van glas- en aardewerk, alsmedebronzen en zilveren voorwerpen uit den Romeinschen tijd bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. De NED. HERV. KERK (H. Martinus), gebouwd in 1860 ter vervanging eener oudere (hersteld in 1659 na vernieling in 1560), heeft nog een toren (XVI), thans gepleisterd, met overblijfselen van tufsteen uit den ouderen bouw. Zij bezit: Grafzerk van Johannes Ceporinus (1647). Twee zilveren bekers (1620 en 1702). Klok, in 1637 gegoten door Peter van Trier en Johan Philipsen. De R.K. KERK van den H. Martinus (1845, blijkens steen) bezit: Gedreven verguld zilveren kelk (1624). Klok, in 1705 gegoten door Claes Noorden en Jan Albert de Grave.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
173 In de PASTORIE een schilderij op doek: Kroning der H. Maagd, met een knielenden monnik, en gemerkt: Barent van Rossum.
Rozendaal. De NED. HERV. KERK (1840) bezit: Orgelkast (1758, vernieuwd 1880, blijkens opschrift). Grafzerk (XVI b). Avondmaalszilver (1757). Het KASTEEL ROZENDAAL, het eerst vermeld in 1314, na 1343 versterkt, omstreeks midden-XV zeer vervallen, 1615 belangrijk verbouwd, 1714 door brand gehavend, bestaat uit een vierkant, grootendeels door water omgeven huis (1615, op oude grondslagen), dat met zijn noordwestelijken hoek geplaatst is tegen een zwaren ronden baksteenen toren (± 1300), waarin twee boven elkaar gelegen gewelfde vertrekken, en een trap in de dikte van den muur. De verbindingsmuur tusschen toren en huis dagteekent van 1714. Ten O. liggen moderne bijgebouwen. Inwendig: portretten (XVII en XVIII) van de geslachten van Arnhem, Torck, van Pallandt en andere schilderijen. In het park: inrijhek met steenen leeuwen, afkomstig van het huis Vogelensang; grot, ingelegd met marmer en schelpen; marmeren waterwerken; koperen zonnewijzer, tuinbeelden, theekoepel (alles XVIII b).
Ruurloo. Ten Z.W. der gemeente overblijfselen van een oude LANDEWEER. De NED. HERV. KERK (H. Willebrordus), gesticht voór 1327, is een herhaaldelijk verbouwde baksteenen kerk, wier met een noordbeuk (1845) vergroote schip en driezijdig gesloten choor
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
174 (beide XV) door kruisribgewelven (in een der sluitsteenen: 1561) overkluisd zijn. De baksteenen toren (XV, later verhoogd) vertoont tegen zijn oostwand sporen van lagere schipdaken. De moderne R.K. KERK (H. Willebrordus) bezit een zilveren kelk (1528). Het KASTEEL RUURLOO, vermeld in 1326, is een meermalen, blijkens een jaartal in den afzonderlijk staanden toren o.a. in 1576, vervolgens ook XVIII a verbouwde baksteenen huizing, bestaande uit een middendeel (XVI) met aansluitenden vierkanten noordwestelijken toren (1572 op de kroonlijst), een oostelijk deel (XVIII a), en ten zuidoosten hiervan een afzonderlijken vierkanten toren (XVII b). Steenen brug (XVI) met ijzeren hekbalusters (XVIII a). Twee windvanen (XVIII a). Voordeur, Lodewijk XVI. Inwendig: in het onderhuis riblooze kruisgewelven; in de benedenzaal een stucplafond, Lodewijk XV; in de eetkamer een betimmering, Lodewijk XIV, en een schoorsteen met eiken spiegelomlijsting, afkomstig uit het kasteel de Voorst, gerestaureerd door Retera; in de groote torenkamer een stucplafond, gemerkt: 1706; in de achterkamer een stucplafond (1717) en een betimmering, Lodewijk XVI; in een koepelkamertje een stucplafond (1717). Portretten (XVIII) van het geslacht van Heeckeren. Gegraveerde koperen deursloten. In den tuin eenige kanonnen (XVI en XVII). Gedeeltelijk oude WATERMOLEN (1783) bij het kasteel. Huis HET ZELLE. Windvaan: 1792. Aan den weg naar Zelhem twee steenen palen (1793), afkomstig van een ouden molen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
175
Scherpenzeel. De NED. HERV. KERK (H. Antonius), een baksteenen gebouw, door brand geteisterd in 1615, heeft een schip (XIV d), waaraan een noordelijke beuk (XV c) en een zuidelijke (XVI c) toegevoegd zijn; een 5/8-gesloten choor (XV c) met eenen uitbouw (XVI) ten N., en eenen (XVI A) ten Z.; en eenen toren (XIV d). Consistoriekamer (XVI) ten N. van de choorsluiting. Onderbouw van een angelustorentje, alsmede een leliekruis op het choor. In het choor aan elke zijde een nis, en, in de sluiting, twee geschilderde wijdingskruisen. Kruisribgewelf over de oostelijke travee van den zuidelijken uitbouw, overigens gestucadoorde zoldering. Ten N. van den toren een traptoren. Ter hoogte van de derde verdieping gaat de trap in de dikte van den muur over en splitst zich in twee takken, waarvan de eene door den oostwand doorloopt naar een veelhoekige ruimte (vertrek van den torenwachter) op een uitkraging in den zuidoost-hoek van den toren. De kerk bezit: Twee koperen lezenaars (XVII d en 1713), dito zandlooperhouder (XVII). Orgel (door J.C. Friederichs, ingewijd 1822). Hardsteenen graftombe (1619). Twee gebodenborden (1656 en 1714). Drie klokken: eene in 1612 gegoten door Henricus Meurs, eene in 1639 door Francois Simon en eene in 1780 vergoten door Pieter Seest. Twee ridderhelmen (XV), in een der muurkastjes van het choor gevonden, zijn thans in het museum Flehite te Amersfoort. Het huis A 24 heeft twee baksteenen trapgevels (XVII b) met zandsteenen afdekkingen. Toppilasters met nokanker. Boven elk topvenster een uitgemetseld deklijstje. De achtergevels hebben toppen met uitvliegsteenen. A 165 heeft jaarankers: 1714, evenzoo A 146: 1725.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
176
Steenderen. Baak. Van de voormalige BAAKSCHE KAPEL is een vierkante baksteenen toren (XV) over, in welks zuidmuur een trapgatn aar de eerste verdieping, en in welks bovendeel overblijfselen van dichtgemetselde vensters en galmgaten. Het HUIS BAAK, bekend sinds 1326, doch in zijn tegenwoordige gedaante in 1760 opgebouwd op de fundamenten van een vorig huis, is een gepleisterd gebouw met wapens boven den ingang van den rechtervleugel en aan de achterzijde (vroeger voorzijde). Bouwhuizen (1760). Familieportretten. De boerderij GROOT BOBBINK heeft een baksteenen topgevel (1811). Vensters en deuren met rondbogen.
Bronkhorst. De vroegere NED. HERV. KERK (eene kapel gesticht in 1460), een gepleisterd gebouw met dakruiter, waarin een uurwerk (XVII) en een klok (1638), dient sinds 1842 als school. Tegenover de kerk een zijgevel met trappen. In de Boterstraat een paar boerderijen in ouden vakwerkbouw met houten overstek van den hooizolder. Het HUIS OPHEMERT, een baksteenen gebouw, heeft op zijde trapgevels met rechte en uitgezwenkte kanten, zandsteenen banden, en boven enkele ramen bogen met zandsteenen boogsteenen. In de ankers: 1633.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
177
Steenderen. De NED. HERV. KERK (H. Remigius) is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip met twee zijbeuken (XV A), langs het choor en vroeger ook langs den toren doorgetrokken; een 5/8-gesloten choor (XV c) en eenen oorspronkelijk aan den westkant gesloten toren (XV, op ouder onderbouw), in 1783 na een brand hersteld, blijkens een opschrift op den westmuur. In den oostwand van den zuidbeuk een steentje met: 1440. De kerk bezit: Koperen predikantslezenaar (1742). Houten, met ijzer beslagen offerblok (XVII). Twee zilveren bekers (XVII) en dito schaal (1833). Klok, in 1635 door Henrick ter Horst gegoten. De R.K. KERK (H. Willebrordus), in 1864 in gebruik genomen, bezit: Twee koperen kronen (± 1800). Verguld zilveren kelk (1540).
Tiel. a. Voorhistorische voorwerpen, in deze gemeente gevonden, worden bewaard in de stedelijke Oudheidkamer en in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
b. Verdedigingswerken enz. 1. KLEIBERGSCHE of WATERPOORT (1647). Aan den rivierkant: hoofdgestel op Toscaansche pilasters. Hierboven een borstwering met twee halve bollen. Steen met stadswapen. Twee steenen met opschriften. Over den doorgang twee kruisgewelven en de sleuf van een valhek. Klok, in 1503 gegoten door Wilhelmus en Jasper Moer.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
178 2. HUGTPOORT (1664), thans woning. De doorgang is dichtgemetseld. Aan den buitenkant een steen met stadswapen en: 1664. Twee steenen: ‘De Hugt.’ De doorgang gewelfd als de Waterpoort. 3. Overblijfsel van een UITVALSPOORTJE in den wal bij de Ambachtsschool. Overblijfselen van STADSWALLEN en GRACHTEN.
c. Pompen. Op de Markt een hardsteenen pomp (1768). Dergelijke pompen, eenvoudiger, in de Kleibergsche straat bij de huizen F 2 en B 72, in de St. Agnieten straat tegenover E 8, in de Gasthuisstraat bij D 99.
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. HET RAADHUIS, ter plaatse van het oude (XV), heeft in de burgemeesterskamer een beschilderd behangsel en plafond (1722, door W. van Kessel). Verder: eiken schepenbank (XVIIId, geverfd), acht stoelen (XVIII b), knipwerk (1722, door F. van Voorst), schilderij (XVIII). In den toren een klok (1468). 2. AMBTMANSHUIS. Zie g 4. 3. De VISCHMARKT. Neo-klassieke zuilengang (± 1800). Houten kroonlijst en attiek. 4. DE BEURS. Twee neo-klassieke zuilengangen (1849).
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK (St. Maarten), het eerst vermeld in 1325, 1389-1403 uitgebreid met een dwarspand en een nieuw choor, in 1420 en volgende jaren van een nieuw schip en in 1431 van een nieuwen toren voorzien, in 1888-1889 gerestaureerd, mist thans haar dwarspand en choor, aangezien deze, nadat in 1560 door Mr. Cornelis van Gouda begonnen was met haar
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
179 (nooit voltooiden) herbouw, afgebroken zijn resp. in 1731 en XIX A (het choor in 1785 tot paardenstal ingericht). De kerk is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XV b) met twee zuidbeuken (resp. XV b en XVI a), gedekt door paviljoendaken over elke travee, en eenen noordbeuk (XV b) met kapel ten N. van den toren; een kapel (1554) ten W. van den meest zuidelijken beuk, wier verdieping tot ‘Librije’ ingericht werd; en eenen ingebouwden tufsteenen toren (1440-1451, na het afbreken van den onvoldoende gefundeerden van 1431) met half achtkanten traptoren. Tegen den zuidbeuk, op den oostelijken hoek een traptorentje met wenteltrap. Stergewelven over de beuken en in den toren. Over de zuidkapel kruisribgewelven op fraai bewerkte vrijstaande zuilen en op kraagsteenen. Grafkelder (XVII). Ten N.O. der kerk de voormalige sacristie (XV a), thans Algemeene Armenkamer, bestaande uit twee verdiepingen, gedekt door kruisribgewelven. Traptorentje met wenteltrap tegen den zuidwesthoek. De kerk bezit: Eiken preekstoel en doophek (beide ± 1630). Eiken heerenbank (XVII d). Eiken schotwerk (XVI B), dito (XVI d), dito (XVII d). Twee eiken kastjes. (XVI d) Orgel (1780). Grafmonument van Welderen († 1709) door J.B. Xavery, met portretbuste, door J. Snoek. Grafzerken: gothische van 1517, 1526, 1539, 1588, een priesterzerk en verschillende (XVII). Twee schildjes (1779), afkomstig van lichtkronen. Vier klokken, waarvan drie in 1552 en eene in 1554 gegoten door Jan Moer. In de gerfkamer: houten schoorsteen (1712), eiken tafel (XVIII a), beschilderde ijzeren kist (XVIII a). Ten huize van den koster een kist (XVII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
180 Een poortje (1411) met basrelief, afkomstig van het kerkhof, bevindt zich thans in de Oudheidkamer. 2. De LUTHERSCHE KERK, voorheen kapel van het St. Cecilia Klooster, (het eerst vermeld in 1494, gesloopt voor 1621), in 1633 voor den Hervormden eeredienst ingericht, in 1792 inwendig vernieuwd, bestaat uit een schip met 5/8-gesloten choor (XV d), tegen welks noordwand een traptoren met wenteltrap. Netgewelf met doorhangende sluitsteenen en rustend op gebeeldhouwde kraagsteenen, over het choor. Overblijfselen van de oude houten zoldering boven het schip. Gebeeldhouwde grafzerk (1636).
f. Gebouwen van liefdadigheid. 1. Het GASTHUIS (1804, blijkens een steen in den achtergevel), ter plaatse van een reeds in 1390 vernield gebouw, bezit een eiken kast (XVII [...]) in de regentenkamer. 2. Het voormalige WEESHUIS, gesticht 1563, thans Districtshuis van de Neder-Betuwe, heeft een voorgevel van 1793. 3. ALGEMEENE ARMENKAMER (zie bij e 1.)
g. Particuliere gebouwen. 1. Van het voormalige HOF VAN ARKEL (XIII d? geheel verbouwd 1645-1647) zijn nog slechts de kelders (XVII) en een gedeelte van het muurwerk over. Een wapenschild (1645) en een wapensteen (1647), hiervan afkomstig, worden in de Oudheidkamer bewaard. 2. Markt D 9. Achtergevel (XIV A), beneden gewijzigd, vermoedelijk een tot topgevel verbouwde trapgevel, blijkens de slechts ten deele overgebleven cirkelvormige versieringen langs
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
181
3.
4.
5. 6. 7. 8.
de kanten, en opgetrokken uit afwisselend roode en groen-verglaasde baksteen. Twee spitsbogige spaarvelden, waarbinnen een driepasboog, welke het smalle venster bevat. Tusschen den spitsboog en den driepasboog vierpasversieringen. In den top een spaarveld, gedekt met een driepasboog. Inwendig spaarnisjes. Weerstraat B 55-59. Boven de moderne pui overblijfselen van een trapgevel (XVI a, ten deele vernieuwd in 1915) met zijdelings uitgekraagden hals. Zandsteenen waterlijsten, kruiskozijnen, spaarvelden door een korfboog gedekt. In de Kleibergsche straat een poortje met rondboog (1623). Inwendig: balksleutels (XVI a). Voormalig AMBTMANSHUIS (1563, verbouwd XVIII a en later). Voorgevel met boogramen (XVIII a). Aan de achterzijde een fragment (XVI) met kruiskozijnen. Inwendig een schoorsteen (XVIII a). Vleeschstraat D 23. Gevel (XVIII c) met deur- en raamomlijsting. Rococo. Groote Societeit. Gevel (± 1790) met hoekpilasters en bloemslingers in teruggemetselde vakken. Ambtmansstraat F 5. Gevel met deuromlijsting en gootlijst (XVIII d). Ambtmansstraat D 121. Gevel (XVIII d) met opgaande pilasters.
Details. Kleibergsche straat B 69. Raamversiering en gesneden deur, Lodewijk XIV. Vleeschstraat D 25. Bovenlicht (XVIII d). Waterstraat naast C 84a. Op een gemetselden pijler een schildhoudende leeuw (XVIII c).
h. Musea en varia. 1. STEDELIJKE OUDHEIDKAMER. Romeinsche oudheden, drieluik: Verzoeking van den H. Antonius (1525) van de St.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
182 Antonius Broederschap, beeldhouwwerk (XVI), fragmenten van doopvonten (XVI), zilveren keten met vogel (XVI), gevelsteenen (XVI en XVII), goud en zilverwerk, w.o. bodenstaven (1631 en 1636), glaswerk (XVII en XVIII), rouwborden (XVII en XVIII). 2. GILDEVOORWERPEN van het in 1551 opgerichte buurtgild ‘De Klomp’, bewaard ten huize van den buurtmeester: zilveren keten (XVII) met klomp, staf, roephoren met koperbeslag en schild (1611).
Ubbergen. Talrijke voorhistorische voorwerpen, vooralbij Beek gevonden, worden in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden bewaard.
Beek. De NED. HERV. KERK (H. Bartholomeus) is een gebouw, waarvan een gedeelte reeds XIII bestond (toen kapel, in 1536 tot parochiekerk verheven), doch dat daarna meermalen vergroot en gewijzigd is (o.a. 1782 en 1826 blijkens een steen in den toren), en in 1906 gerestaureerd door F. Ludewig. De toren bevat in zijn voet nog oude tufsteen. De kerk bezit: Klok (1688). Tafel (XVII) met inlegwerk. De R.K. KERK (1833, vergroot 1891) bezit: Koperen kroon (XVII). Drie klokken, in 1832 gegoten door Petit en Fritsen. Het huis B 178 aan den weg naar Cranenburg heeft een gevel met hardsteenen colonnade en fronton (XIX a).
Berg-en-dal. In de eetkamer van het huis De Wychert een gebeeldhouwde eiken schouw met twee bergsteenen karyatiden (XVIIa).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
183
Kekerdom. De R.K. KERK (H. Laurentius), in 1835-1840 vernieuwd en uitwendig met een boogfries onder de daklijst verhoogd, is een een-beukige baksteenkerk (XIV) met 5/8-gesloten choor (na 1872 uit oude steen opgetrokken), en, aan den zuidkant, een sacristie (XIV). Overblijfselen van oude venstertraceeringen. Kruisribgewelven op muurzuiltjes. Toren (1837, vernieuwd 1872). De kerk bezit: Communiebank, preekstoel en orgelgalerij (alle XIX a). Twee koperen kroontjes (XVII). Koperen kandelaar (XV). Twee klokken (XIX), gegoten door Petit en Fritsen.
Leut. De R.K. KERK (H. Remigius) is in 1869 geheel vernieuwd, waarbij de toren een nieuwen mantel kreeg. Torenkruis (XV). Zij bezit: Koperen lavaboketel (XV). Twee koperen kronen (XVII). Twee klokken, eene in 1655 door Johannes Petrus en Henricus van Trier, de andere in 1690 door Petrus van Trier gegoten. Tinnen ciborie (XVII).
Ooi. De NED. HERV. KERK wordt thans gevormd door een aanbouw ter plaatse van het ± 1860 geheel verbouwde (oorspronkelijk rechtgesloten) choor der oude kerk, wier schip tot predikantswoning, en wier toren (XV) beneden tot kosterij verbouwd is. De kerk bezit: Epitaaf (1781). Klok (XIX A) gegoten door Petit en Fritsen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
184 Van het KASTEEL DEN OOY (genoemd XII d, in 1617 verbouwd, in 1797 voor afbraak verkocht) zijn nog slechts fragmenten (XVII d - XVIII a) van de voorburcht over: muren met schietgaten, stalgebouw met ronden, tot achtkant overgaanden hoektoren (XVII) en met twee gemetselde portieken. In het gebouw hiertegenover ankers (1514) aan den zijgevel.
Persingen. De voormalige NED. HERV. KERK (oorspr. aan den H. Antonius gewijd en in 1313 tot parochiekerk verheven), na herhaalde overstrooming in 1819 verkocht en tot woonhuis enz. ingericht, in 1907 door de gemeente Ubbergen aangekocht, heeft een schip (XIV, sedert herbouwd) met oostelijken, verhoogden chooruitbouw (XV), 5/8-gesloten; en eenen toren (XV). Kruisribgewelf over het choor. In de sluiting drie nisjes. In de boerderij DE PLAK een gevelsteen (1629).
Ubbergen. Begraafplaats. De KERKHOFKAPEL is een rechthoekig gebouw met 3/8-sluiting (XV, herbouwd ± 1650, hersteld 1806).
Valburg. Voorhistorische enz. voorwerpen, w.o. talrijke bij Herveld gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Andelst. DE thans NED. HERV. KERK bestaat uit een eenbeukig schip (thans grootendeels als school gebezigd), in welks zuidmuur (ten deele XI) op twee plaatsen tufblokken en veldkeien in onregelmatig verband en sporen van half-rondgesloten vensters voorkomen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
185 terwijl de noordmuur vernieuwd is (1794 boven den schoolingang); een 3/8-gesloten choor (1440, blijkens gedenksteen): en eenen toren (XIV), beneden van tuf-, overigens van baksteen. De kerk bezit: Drie grafzerken (1634, 1662, 1643/'65). Klok, 1784 door Henricus Petit gegoten.
Herveld. De thans NED. HERV. KERK is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XIV) met zijbeuken, welke later verhoogd zijn, terwijl het oorspronkelijke dwarspand erbij getrokken is; een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen toren waarvan de twee onderste geledingen (XIV d) van tufsteen zijn, terwijl de derde (XV B) van baksteen met banden van tufsteen en rijke traceeringen versierd, en de vierde geheel van baksteen is. Traptoren tegeu den zuidwand van den toren. Sporen van de oorspronkelijke transeptgevels zijn in het metselwerk nog zichtbaar. Inwendig: kruisribgewelven over schip en choor, gedragen door schalken. Overblijfselen van een hoog kruisribgewelf in den toren. In den oostmuur van den noordbeuk een ampullenkastje. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII); dito heerengestoelte (XVIII). Twee koperen lezenaars (1808). Twee klokken, in 1643 en 1645 gegoten door Johan Philipsen.
Oosterhout. Het HUIS OOSTERHOUT heeft boven den ingang een gevelsteen (XVIII), afkomstig van het gelijknamige, in 1820 door een watervloed verwoeste kasteel.
Slijk-Ewijk. De thans NED. HERV. KERK een geheel gepleisterd en gewit gebouw, bestaat uit een schip (vermoedelijk XIV, later verbouwd); een 3/8-gesloten choor (XV), en eenen toren (XV, later verhoogd)
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
186 Kruisribgewelf over het choor. Gestucadoorde zoldering over het schip. De kerk bezit: Eiken heerengestoelte (XVIII A). Tekstbord (1697). Klok, in 1805 door Alexis Petit gegoten.
Valburg. De thans NED. HERV. KERK (H. Jacobus de Meerdere) is een gepleisterd gebouw, hersteld in 1858. Zij bestaat uit een romaansch schip (XII), dat oorspronkelijk zijbeuken gehad moet hebben; een hooger, 5/8-gesloten choor (XV), waartegen aan den noorden den zuidkant een kapel (XV), de laatste thans consistoriekamer; en eenen toren (XII), in welks onderbouw tufsteen en de aanzetten van een baksteenen koepelgewelf voorkomen. Netgewelven over choor en sluiting, en over de zuidkapel. Kruisribgewelf over de noordkapel. Gestucadoorde zoldering over het schip. De kerk bezit: Zilveren beker (1675). In het HUIS TE LOENEN bevindt zich een schilderij (1656) door R. Roghman, voorstellende het voormalige slot, waarvan de kelders, overdekt met kruisgewelven, in het midden door pijlers gedragen, over zijn.
Zetten. De thans NED. HERV. KERK is een gepleisterd gebouw, waarvan het schip in 1912 vernieuwd is, terwijl het 3/8-gesloten choor (XV B) gedekt door een kruisribgewelf toen nieuw ommetseld is. De toren (XIV) heeft schietgaten en een koepelgewelf. De kerk bezit: Klok, in 1847 door Petit en Fritsen gegoten. Uurwerk (XVII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
187
Varik. Varik. De OUDE KERK (XV d) is in 1911 afgebroken met behoud van den toren, waarvan de onderste geleding van tuf, de tweede (XIV) van baksteen met banden van tufsteen, de derde (XV d) geheel van baksteen is. Helm (1844). Traptoren met wenteltrap. Overblijfselen van gewelfribben in den toren. Tegen den zijwand een hardsteenen grafzerk (XV), afkomstig uit het voormalig klooster Zennewijnen. Klok, in 1637 gegoten door Peter van Trier en Jan Philipsen. De nieuwe NED. HERV. KERK (1878) bezit: Preekstoel (1660). Koperen kroon (XVII).
Heeselt. De moderne NED. HERV. KERK heeft nog den baksteenen toren (XV, hersteld ± 1890) der vorige kerk over.
Voorst. Eenige vroeg-Germaansche scherven bij Voorst gevonden, berusten in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Busloo. De R.K. KERK van den H. Martinus (1818) bezit: Twee gedreven koperen kandelaars (XVII a). Verguld zilveren kelk (1678).
Duistervoorde. De R.K. KERK van den H. Martinus (gewijd 1888) bezit: Verguld zilveren monstrans, ciborie en kelk, zilveren pyxis en
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
188 oliebusje (alles XVII, en afkomstig uit de kapel van het voormalige kasteel Duistervoorde). Het huis C 10, over de kerk, heeft in den gevel een wapensteen (1641).
Nijbroek. De NED. HERV. KERK (H. Gregorius), een baksteenen gebouw, is ontstaan uit een in 1328 gestichte, in 1339 tot parochiekerk verheven en toen vergroote kapel. Eenbeukig schip (XIV) met 5/8-gesloten choor (XV) en toren (XIV A), waarin een kruisgewelf op breede, ongeprofileerde ribben. Gestucadoorde zoldering over het schip. Kruisribgewelf over het choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII a). Twee zilveren bekers (1716 en 1717). Twee klokken, eene in 1610 gegoten door Willem Wegewart, en eene in 1658 door Peter en Henrick van Trier.
Terwolde. De NED. HERV. KERK (H.H. Cosmas en Damianus), een baksteenen gebouw, bestaat uit een schip met een noordelijken zijbeuk (± 1300), in welks verlengde een sacristie (XV, thans consistoriekamer); een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen breeden toren (XIV b), gedekt door een zadeldak tusschen twee puntgevels, en met een door een baksteenen spits gedekten traptoren tegen zijn oostwand. In den oostmuur (uitwendig) van het choor een nis met zandsteenen omlijsting. Kruisribgewelven over schip, choor en sacristie. Over den noordbeuk vier koepelgewelven, gescheiden door gordelbogen. In den toren een langwerpig ribloos kruisgewelf. De kerk bezit: Zandsteenen doopvont (XIV). Eiken banken met overblijfselen van snijwerk (XVII, geverfd). Orgel (1827).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
189 Twee klokken, eene in 1836 gegoten door Hendrik ter Horst en eene in 1817 door Petit en Fritsen.
Twelloo. De NED. HERV. KERK (H. Maagd), genoemd XII, door brand gehavend in 1522, daarna hersteld, en in 1903 ontpleisterd en gerestaureerd door den architect W. Te Riele Gzn., is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XV A, verhoogd XVI a); een 5/8-gesloten choor (XV), aan welks noordkant een vierkante uitbouw: de sacristie (XV c, gevel XVI, gewijzigd), thans inwendig met het choor één geheel vormend; en eenen toren (XV) met een trap in de dikte van den muur. In den noordwand van het schip een dichtgemetselde ingang. Devensters in den ouden toestand hersteld. Kruisribgewelven, netgewelf in de choorsluiting. Een gebeeldhouwde steen (XVI a): Calvarieberg met twee donateurs, vroeger buiten tegen het choor aangebracht, is thans in de kerk gemetseld. De kerk bezit: Zandsteenen doopvont (XV a). Eiken preekstoel (1771). Orgel (1819). Grafzerken (1554, 1583, 1599, 1604/1630). Psalm- en gezangborden (XVIII d). Twee koperen kronen (XVII d). Zilverwerk: vier bekers (een XVIII, twee 1837, een zonder opschrift), twee offerschalen (XVIII), een kan, twee schotels en een broodschaal (alles 1837). Twee klokken, eene in 1601 gegoten door Wilhelm Wegewart en eene in 1678 door Gerrit Schimmel.
Voorst. De NED. HERV. KERK (H. Drievuldigheid), als parochiekerk reeds in 893 vermeld, is een nagenoeg geheel uit tufsteen en op
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
190 oudere fundamenten opgetrokken gebouw (hersteld o.a. in 1843 en in 1911), bestaande uit een driebeukig schip (XIV c), welks noordbeuk XV B met drie traveeën verlengd is, waarvan de meest oostelijke, door een muur afgescheiden, vermoedelijk als sacristie diende; een choor (XIV a, vensters later gewijzigd) met 3/8-sluiting; en eenen toren (XII A) met vierkanten aangebouwden traptoren en oorspronkelijken ingang. Boven de gewelven der zijbeuken sporen van bovenlichten in het middenschip. Overblijfselen van bergsteenen raamdorpels en stijlen in het choor. De oostwand van den toren vertoont de moet van een lager schipdak. Inwendig: Houten zoldering over het middenschip en het choor, (de kraagsteenen van het oude gewelf behouden). Kruisribgewelven met gebeeldhouwde draagsteenen over de beuken. Kruisgewelf op breede, ongeprofileerde ribben in den toren. Tegen den noordelijken torenwand een steen voor afkondigingen. De kerk bezit: Orgel (1843). Eiken preekstoel en doophek met koperen lezenaars (alles XVII c). Orgel (1843). Muurschildering (geteekend: Gerids 1566). Rouwbord (1776), thans in het Huis Nijenbeek. Grafzerken (XVI). Twee zilveren bekers (1678). Twee klokken, in 1678 en 1680 gegoten door Gerhardt Schimmel. Van het SLOT NIJENBEEK, of HOOGE HUIS (XIII, grootendeels afgebroken ± 1521, daarna herbouwd) zijn nog over: de hooge vierkante, boven van een uitkraging voorziene donjon (XIV A) met uitgebouwde gemakken en een aansluitend gebouw (XVI; op ouder grondslagen), beide van baksteen; in den onderbouw riblooze kruisgewelven. Ridderzaal. Laat-gothische zandsteenen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
191 schoorsteen (XVI a). Gegoten ijzeren haardplaat (1600) met voorstelling. Rouwbord (zie bij de Ned. Herv. Kerk). Tusschen Gietel en Voorst aan den straatweg, de boerderij ‘De Arend’: zijgevel (XVIII a) met gezwenkte kanten, pilasters en toppinakel. Wapensteen. Het HUIS DE POLL (Nieuwe Poll), ook GIETELO genaamd, XVI c vermeld, dagteekent in zijn tegenwoordigen staat uit XVIII d. Het bevat familieportretten, o.a. van Jan Scorel en Aert de Gelder; wandtapijten (XVII d) met mythologische voorstellingen; een eiken choorbank (XVII a).
Wilp. De NED. HERV. KERK (H. Lebuinus), als parochiekerk vermeld in 1236 (de oudste kerk, een in 765 vermeld oratorium, werd door de Noormannen verwoest) is een zwaar gepleisterd tufsteenen gebouw, bestaande uit een schip (XI) met vlakke houten zoldering; een 5/8-gesloten choor (± 1500) en een grootendeels tufsteenen toren (± 1100, later verhoogd), wiens oostwand sporen van een lager schipdak vertoont, en die inwendig sporen van een tongewelf bevat. Portaal (XIV A) in den noordwand van het schip. De kerk bezit: Grafzerk (XVI a). Orgel (1849). Twee klokken, eene in 1649 door F. en P. Hemony, en eene in 1781 door Johannes Maritz gegoten.
Vorden. Enkele protohistorische voorwerpen, bij de Wildenborch opgegraven, bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
192 Ten Z. van den toren der Ned. Herv. Kerk ligt een DRIEHOEKIGE STEEN der markrechtspraak. De NED. HERV. KERK (H. Antonius), vóór 1235 parochiekerk (eene kapel wordt in 1121 vermeld), is een grootendeels uit tufsteen opgetrokken tweebeukig gebouw, welks noordwestelijk deel (in 1832 naar het O. uitgebreid) nog overblijfselen (XII), vermoedelijk van de oorspronkelijke kapel, vertoont (romaanschen ingang in den noordwand), waartegen later een schip (in 1832 inwendig gewijzigd en verhoogd) met een toren (beneden XIII A, gerestaureerd 1897) en met een 3/8-gesloten choor (XV) van baksteen aangebouwd zijn. Sporen van een lager schipdakin den torenwand. Gestucadoorde zoldering over het schip. Over het choor een kruisribgewelf, en, in de sluiting, een net- gewelf. Overblijfselen van een kruisgewelf op breede, ongeprofileerde ribben in den toren. De kerk bezit: Twee grafzerken (1556 en 1557). Drie zandsteenen basreliefs (XVI) in het choor: Geboorte van Christus, een alliantiewapen en een met opschrift (1555). Twee zilveren schotels (1668), twee offerbussen (XVII). Klok, in 1846 vergoten door Gebroeders Edelbrock. De R.K. KERK (H. Antonius van Padua), gewijd in 1867, bezit: Verguld zilveren monstrans (XVI). Het KASTEEL VORDEN (XIV a, in 1374 verwoest, daarna herbouwd, in 1580 geteisterd en daarna hersteld, XVII a en XIX c gewijzigd, inwendig vooral in 1873) bestaat uit twee rechthoekig op elkaar staande vleugels (ten deele XV) met een vierkanten toren (beneden XIV, overigens XVI a) op den buitenhoek, en een achtkanten traptoren op den binnenhoek. De eerstgenoemde toren heeft een trapgevel (1603 op de kraagsteenen). In den anderen een zandsteenen wenteltrap met schroef-
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
193 vormige spil (XVI a). Kruiskozijnen (vernieuwd) met schelpvormige toogversieringen. Ankers. Inwendig: gewelfd onderhuis met schietgaten. Gesneden schoorsteenmantel (XVII d) en ijzeren haardplaat (XVII c) in de zaal. Portretten van leden der geslachten Ripperda en van der Borch. (XVII en XVIII). Het KASTEEL HACKFORT, in 1324 voor het eerst vermeld, in 1598 na brand en in 1788 geheel verbouwd, inwendig ten deele hersteld XIX d, heeft van het oude gebouw nog over: eenig muurwerk en twee ronde torens, een op den noordoost- en een op den zuidwesthoek. In den laatsten een kruisgewelf op breede, ongeprofileerde ribben. Gevelsteen (± 1600). Schoorsteen (XVI). Kruis- en tongewelven in het onderhuis. In de ridderzaal een stuc-plafond, Lodewijk XVI, en een schouw (XVIII a) met wapenschilden. Twee vuurplaten met wapen. Koperen sloten. Eiken kap. Vóór het huis twee zandsteenen tuinvazen (XVII c) op voetstukken, twee dito schildhoudende leeuwen en een pomp (XVIII a). Oude WATERMOLEN (banmolen van het kasteel). Van het KASTEEL WILDENBORCH (de eerst bekende bezitter vermeld in 1372), vernield in 1490, daarna herbouwd in 1523, en 1535 zeer versterkt, XVII d ontmanteld, zijn slechts over: gedeelte van een ronden toren met riblooze kruisgewelven en overwelfde kelders. Het HUIS MEDLER (XVIII, verhoogd 1892-1893) heeft inwendig: twee dessus-de-porte en een stucplafond (XIX a). Steenen tuinvazen (XVIII a) met wapens op voetstukken, en twee dergelijke vazen op de hekpijlers. Gedreven looden tuinvaas (XVII d). In den gevel der nabijgelegen boerderij ankers: 1760.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
194 Het KASTEEL DE BRAMEL is een vierkant baksteenen huis (XVII, verbouwd XVIII, vernieuwd XIX A) met een spitsje boven den ingang, en een koepeltorentje op het hooge leien dak Kruisgewelven in het onderhuis. HUIS DE WIERSE. Eenige meubelen en schilderijen (XVII en XVIII). Chineesch porselein. HUIS HET ENZERIK (1835). HUIS DE DEKANY (1832), vermoedelijk eens kerkegoed. Het HUIS KIEFTENKAMP (XVIII b) bevat een stucplafond en een gesneden trapleuning uit den tijd van den bouw. Oude STANDAARDMOLEN (XVII?).
Vuren. Dalem. De NED. HERV. KERK (1801) bezit: Twee koperen lezenaars (XVII d) Twee koperen kaarsenarmen (XVII). Orgel (1837). Gegraveerden zilveren beker (1705). Twee tinnen geldpotjes (XVII); een dito schotel (1740).
Vuren. De NED. HERV. KERK (1826) bezit: Orgel (1833). Gegraveerden zilveren beker (1705). Tinnen schotel (XVIII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
195
Waardenburg. Eenige hier gevonden scherven van Germaansch en Romeinsch aardewerk bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Neer-IJnen. De NED. HERV. KERK, in 1868 ingewijd, bezit: Koperen lezenaar, dito doopbekkenhouder en zandlooperhouder (XVIII c). Klok, in 1724 gegoten door Jan Albert de Grave. Het KASTEEL NEERIJNEN heeft boven den ingang een steen met wapen en opschrift. (1769).
Waardenburg. De NED. HERV. KERK is een in- en uitwendig gepleisterd gebouw, blijkens een gedenksteen herbouwd in 1862. Zij bezit: Eiken preekstoel (1740), met koperen lezenaar (XVII d), doopbekkenhouder en zandlooperhouder (XVIII c). Marmeren grafsteen (1756 en 1757). Grafzerk (1632). Twee verguld zilveren kelken (1806). Klok, in 1656 gegoten door Wouter Both en Eppe van der Arck. Van het KASTEEL WAARDENBURG, in 1283 gesticht, in 1339 versterkt met een vierkanten oosttoren, een ringmuur en een voorburcht, in 1574 verwoest en, blijkens jaarankers, in 1627 hersteld, zijn nog slechts over: de middenvleugel (1627) en twee zijvleugels met twee torens (ten deele XIV?). In den hoek een traptoren, waarin een kruisribgewelf en een gemetselde wenteltrap. Inwendig: familieportretten, o.a. van het geslacht Aylva.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
196
Wadenooien. Drumt. De NED. HERV. KERK (1860, blijkens een steen boven den ingang) bezit: Klok, in 1734 gegoten door Nicolaas Muller. Gesmeed ijzeren uurwerk (XVIII). In het baarhuis op het kerkhof, waar de oude kerk stond, is een steen met wapen (1683) ingemetseld.
Wadenooien. De thans NED. HERV. KERK, in 1902 gerestaureerd en inwendig gewijzigd, bestaat uit een nog grootendeels romaansch schip (XII A, later verhoogd), van tufsteen met door rondbogen verbonden lisenen; een driezijdig gesloten, gepleisterd choor (XV d) en eenen ten deele ingebouwden toren (± 1100) van tufsteen (verhoogd in baksteen), waarin de aanzet van een gewelf. Vlakke houten zoldering over schip en choor. De kerk bezit: Eiken preekstoel (± 1750) met koperen lezenaar en blaker (XVIII d). Eiken heerenbank (± 1750). Overblijfselen van gebrandschilderd glas (1728). Muurschildering (XVI) in het choor. Gebedenbord (1711). Zilveren beker (XVII). Klok, in 1725 door Jan Albert de Grave gegoten.
Wageningen. a. In deze gemeente gevonden voorhistorische enz. voorwerpen worden bewaard in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
197
b. Verdedigingswerken. Aan de oostzijde der gemeente kelders en muurfragmenten van het voormalige KASTEEL (XVI a, geslecht XVIII a).
c. Pompen. Bergstraat. Hardsteenen pomp met bronzen spuwers en opschrift: 1724.
d. Burgerlijke openbare gebouwen. Het RAADHUIS, in 1698 opgetrokken op de grondslagen van het oude Schuttershuis, in 1862 herbouwd, draagt in den gevel het jaartal 1698 en heeft hiervoor een hardsteenen trap (vernieuwd in 1890).
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. KERK (H. Johannes de Dooper), reeds in 1380 vermeld, is een baksteenen kruiskerk, bestaande uit een schip (XIII B, de twee oosttraveeën en de vloer in 1860 verhoogd) met een noordbeuk (XIV d of XV a) en een modernen zuidbeuk; een dwarspand (XV d); een 5/8-gesloten choor (XV d, kap vernieuwd in 1861); en eenen ingebouwden toren (XII d, verhoogd XIV en XIX), waarvan het onderste deel als kosterswoning gebruikt wordt. Aanbouwen: tegen den noordwand van het schip een portaal (XVI) met netgewelf, tegen den zuidmuur van het choor een grafkelder (XIX a), en tegen den zuidarm een rechthoekige uitbouw (XV d of XVI a). Angelustorentje. Zonnewijzer tegen een der steunbeeren van den zuidarm. Inwendig: kruisribgewelven over schip en noordbeuk; netgewelf over dwarspand en choor. De kerk bezit: Doophek (XVII c). Gesneden eiken heerenbank (XVIII b). Orgel (1804, hersteld 1908). Twee steenen (XVIII c) met opschrift in het choor.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
198 Grafzerken (XVI-XVIII), meerendeels bedekt. Psalmbord (1663) en gebodenbord (XVII d), beide overschilderd. Twee zilveren bekers (XVII c); dito schotel (1677); dito schaal (XVI d); tinnen beker (XVII c) en twee dito kannen (1790). Wijzerplaat met belletje, inwendig tegen den toren. Drie klokken, eene (1461), eene in 1627 gegoten door Peter van Trier en Wyllem Evers, en eene in 1743 door Cyprianus Crans Jansz. Een houten grafmonumentje (1569) uit deze kerk bevindt zich thans in het Rijksmuseum te Amsterdam. 2. De R.K. KERK (H. Johannes de Dooper), gebouwd in 1853, bezit: Drie koperen kronen (XVII c), waarvan eene groote met schildjes, afkomstig uit de St. Bavo te Haarlem.
f. Gebouwen van liefdadigheid en onderwijs. Molenstraat, hoek Heerenstraat. Gebouw der voormalige Latijnsche school (1724-1878). Gevelsteen met: 1724.
g. Particuliere gebouwen. Hoogstraat A 143. Baksteenen topgevel (XVIII b). Verlaatbak (1750). HUIS BELMONTE. Familieportretten van het geslacht de Constant Rebecque. Overblijfselen van een in 1480 afgebrande kapel, ingericht tot familiegraf. Een vergulde sleutel, in 1811 door den magistraat van Wageningen aan Napoleon aangeboden, bevindt zich in het Museum van Oudheden te Arnhem.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
199
Wamel. Leeuwen. De NED. HERV. KERK is een koepelbouw, in 1753 opgetrokken ter vervanging eener in 1706 door het water weggeslagen kerk (H. Aldegundis), en in 1820 en 1862 hersteld. Herinneringssteen (1753). De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVIII b) met koperen lezenaar en zandlooperhouder (XVII d); koperen voorzangerslezenaar (XVIII). Zilveren beker (XVII) en twee dito schaaltjes (1791). De R.K. KERK van den H. Willebrordus (1836, blijkens steen) bezit: Eiken Madonnabeeld (XV d). Zilveren ciborie (1799).
Wamel. De NED. HERV. KERK (H. Victor) is een gepleisterd gebouw, dat van de oude kerk het choor en het dwarspand (XV) over heeft. Aan de noordzijde van het choor een vierkante traptoren met gemetselde wenteltrap. Tegen den zuidwand van het dwarspand een zonnewijzer. De kerk bezit: Eiken preekstoel met twee koperen lezenaars, zandlooperhouder en doopboog (alles XVII). Zilveren beker (1790).
Warnsveld. Leesten. Boerderij 't MEYERINK. In- en uitgezwenkte geveltop (XVII a) met pinakels en tandlijsten.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
200
Warnsveld. De NED. HERV. KERK (H. Martinus), in 1121 vermeld, in 1834 en volgende jaren belangrijk vernieuwd en uitgebreid, is een gepleisterd gebouw, thans bestaande uit een schip (XII, later verhoogd), met twee zijbeuken (XV), waarvan de noordelijke in 1827 uitgebouwd en de zuidelijke langs het choor verlengd is; een 5/8-gesloten choor (XV), aanmerkelijk lager dan het schip; en eenen ingebouwden toren, beneden (XII) van tuf-, boven (XV) van baksteen, ten Z. waarvan een ruimte met overblijfselen van een kruisribgewelf. Gestucadoord spiegelgewelf over het schip, ribgewelven over het choor en de oosttravee van den noordbeuk, koepelgewelf in den toren, overigens vlakke zolderingen. De kerk bezit: Eiken preekstoel (XVII d). Twee groote zilveren bekers (1713). Klok, in 1786 gegoten door Johannes Rutgerus Voigt. Het HUIS HET VELDE, in 1326 als leengoed opgedragen aan den graaf van Gelre en Zutfen, thans geheel gepleisterd en inwendig verbouwd, heeft nog een toren (XV), terzijde van den hoofdgevel, met een straalgewelf en schietgaten in den onderbouw; en, aan de achterzijde, twee trapgevels (XVII). Inwendig gestucte zolderingen (XIX a).
Wichmond. In de PASTORIE der R.K. kerk een marmeren Pietà (XVI).
Weel. De NED. HERV. KERK (1858) bezit een zilveren beker en een dito broodschotel (beide 1729).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
201 Tegen de moderne R.K. KERK (H. Martinus) staat een toren, grootendeels (XII B-XIII) van tufsteen, overigens (XV) van baksteen, met tufsteenen traptoren (XV). De kerk bezit: Grafzerk (1670). Drie koperen kroontjes (XVII). Twee klokken, in 1827 gegoten door J.R. Voigt.
Westervoort. De NED. HERV. KERK (H. Werenfried), in 1826 belangrijk hersteld, bestaat uit een driebeukig schip (XIII, doch verbouwd XV), gedeeltelijk van tufsteen; een 5/8-gesloten choor (XV A), en eenen baksteenen toren (XIV), waartegen een tufsteenen traptoren en waarin een kruisribgewelf. Kruisribgewelven over schip, choor en beuken. De kerk bezit: Preekstoel (XVII b) met koperen lezenaar (XVIII). Grafzerk (1500). Koperen kroon (XVII). Klok, in 1730 gegoten door de Grave en N. Muller. Aan den straatweg naar Duiven overblijfselen van het reeds XV vermelde HUIS HAMERDEN: twee vervallen topgevels met ankers: 168?, sporen van ontlastingsbogen en kruiskozijnen. Windvaan (1612). Twee nokankers.
Wichen. Een hier gevonden gepolijste vuursteenen bijl berust in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Niftrik. De R.K. KERK (H. Dominicus) bezit: Gesmeed ijzeren uurwerk (1654).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
202 Het ST. DOMINICUSGILDE bezit een zilveren schuttershalskraag met crucifix en schild (XVIII), waarop een papagaai, en verder schilden vanaf 1719.
Wichen. De NED. HERV. KERK (1830) bezit: Zilveren beker (1696) en blauw porceleinen kan met zilveren deksel (XVII). De R.K. KERK van den H. Antonius Abt (1853) heeft in den voet van haar inwendig gepleisterden toren overblijfselen van een ouderen bouw. Zij bezit: Grafzerk (XVIII). Twee klokken, eene in 1611 gegoten door Jan en Peter van Trier, en eene in 1822 door Petit en Fritsen. Het KASTEEL TE WICHEN is in 1906, na het afbranden van het XVII a gebouwde slot, in den ouden stijl herbouwd door F. Ludewig. Boerderij DEN HAGERT (XVII). Baksteenen gevel met zandsteenen banden, ontlastingsbogen en boogsteenen. Over het midden een top met gezwenkte zijkanten. Ankers.
Winterswijk. Bij de Rijksgrens een groote granieten ZWERFSTEEN. Bij de buurtschap Ratum zijn herhaaldelijk steenen wapenen en vroeg-historisch vaatwerk opgegraven, waarvan zich een deel in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden bevindt. Op het RAADHUIS worden een gildebeker (XVII d) en een tinnen kan (1768) bewaard.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
203 De NED. HERV. KERK (H. Jacobus), als parochiekerk in 1152 en 1176 vermeld, is een in 1834 gecement en inwendig vertimmerd gebouw, bestaande uit een schip met langs den toren doorgetrokken zijbeuken (XV); een ruim 5/8-gesloten choor (XVI a), waarlangs de beuken verlengd zijn, en eenen baksteenen, beneden met tuf- en zandsteen bekleeden toren (1507 blijkens opschrift op de latei, hersteld 1861, en, inwendig, 1898) met traptoren, waarin een zandsteenen wenteltrap. In het verlengde van den noordbeuk een overwelfd gebouwtje (XVI, kapel?). Kruisribgewelven met gebeeldhouwde rozetten en, in het westelijk deel op koppen, in het oostelijke op figuren als dragers. In den toren een vernieuwd zesdeelig ribgewelf. De kerk bezit: Drie koperen kronen (XVIII), waarvan een zeer rijk, met weverszinnebeelden als bekroning. Twee zilveren bekers (1703), twee (XVIII d), drie zilveren schotels (1826). Twee tinnen wijnkannen (1768), een dito bord (1768), twee dito schotels. Drie klokken, waarvan eene vergoten in 1641, door Mamertus en Johannes Formicae fratres, eene in 1731 gegoten door Willem Fremy, eene in? door Casparus Hundt. Een muurschildering (XVI), voorstellend het Laatste Oordeel, is in 1916 overgewit. Een oud vaandel, tot 1783 bij kermisoptochten gebruikt, is in het bezit van den Heer B. Stegeman. Van het voormalige huis 't WALIëN (XV) staat nog een enkel muurbrok.
Wisch. Een in deze gemeente gevonden gepolijste vuursteenen bijl bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
204
Silvolde. De NED. HERV. KERK (H. Mauritius) is een geheel gepleisterd gebouw. Zij bestaat uit een schip (XIII) met gestucadoorde zoldering; een driezijdig gesloten choor (XV) met stuc-zoldering (XVIII c) en eenen toren (XIII A) met spits (XV), waarop open koepel. Zij bezit: Eiken preekstoel (XVIII b). Koperen lezenaar (1751). Eiken heerenbank, gedeeltelijk (XVII) en dito heerenbank (XVIII). Grafzerk (1607, afgesleten). Twee zilveren bekers, dito kan en schotel (1804). Twee klokken, eene (1641) en eene in 1671 gegoten door Peter van Trier en Rutger Peckel. Uurwerk (1792). De R.K. KERK (H. Mauritius), in 1836 gebouwd ter vervanging eener oudere (de parochie is tusschen 1234 en 1259 opgericht), en in 1880 belangrijk hersteld en met zijbeuken vergroot, heeft in het choor een herinneringssteen (1837). Zij bezit: Helft van een Marianum (XVI b): ‘De Bedrukte Moeder Gods van Varseveld’ (de tegenhelft is in het klooster te Anholt). Twee koperen kandelaars (XV). Twee klokken, eene in 1671 door P. Hemony gegoten, en eene in 1721 door Jan Albert de Grave.
Sinderhoek. In de kapel der Ned. Herv. Gemeente een MEMORIESTEEN (1662).
Terborg. Boven den toreningang der NED. HERV. KERK, een baksteenen gebouw, waarvan schip en toren (XVIII b) zijn, bevindt zich
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
205 een herinneringssteen en het jaartal 1746. Het gepleisterde choor (XV) heeft een stuczoldering, Lodewijk XV. De kerk bezit: Koperen lezenaar (XVIII c) en twee dito blakers. Zes grafzerken: twee (1630), twee (XVII), een (1790), een (1791). Drie koperen kronen (XVII). De R.K. KERK (H. Gregorius), in 1843 gewijd, bezit: Twee koperen kandelaars (1763). Twee koperen kronen (XVIII). Twee houten beelden (± 1500): Madonna en engel. Kazuifel (XVI). Het KASTEEL WISCH is een geheel gepleisterd complex van gebouwen (XVII-XIX meermalen gewijzigd). Bij het woonhuis, in welks muur een steen met: 1648, sluit zich een zware ronde toren aan, en vervolgens een vleugel met vierkanten toren op het eind. Ten O. van den ronden toren een oude toegang, waarboven een alliantiewapen.
Varseveld. De NED. HERV. KERK (H. Laurentius, volgens sommigen H.H. Pancratius en Odulfus) is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XV) met een noordbeuk (XV) en een zuidbeuk (XVI), beide rechtgesloten; een 5/8-gesloten choor (XVI), inwendig gewijzigd; en eenen toren (XVIII c, maar met overblijfselen van een bouw XII-XIII). Boven den westingang een memoriesteen (1723). De kerk bezit: Eiken preekstoel (midden-XVIII) met koperen lezenaar (1751) Deurtje (XVI a). Twee koperen kronen (XVII), en een (1836). Vier klokken, eene aan de oostzijde buiten de spits, en drie
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
206 in den toren, waarvan eene in 1761 gegoten door Johannes Rugerus Voigt; eene in 1829 door W. Vollmering en Zoon, en eene modern. In het Huis C 178 (Huis ‘Abtspol’) een steen met twee wapens.
Zalt-Bommel. a. Eenige hier gevonden voorhistorische voorwerpen bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
b. Verdedigingswerken. Van de vijf poorten staat nog slechts een gedeelte der WATERPOORT, waarnaast een fragment van een ronden waltoren (XV). Overblijfselen van den VESTINGMUUR (XV) tusschen de voormalige Gamersche poort en de Boschpoort.
c. Pompen. Hardsteenen pompen met bronzen spuwers: Markt, over het huis D 10 (1781); Markt over A 27 (1781) en Boschstraat C 68. Op den hoek van Nieuwstraat en Boschstraat en bij de Vischmarkt pompen (XVIII d).
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het RAADHUIS (1762) is een baksteenen gebouw met hoog opgaande pilasters, en met een torentje, waarin een klok (in 1698 gegoten door Alexis Jullien) en waartegen een zonnewijzer. Hardsteenen stoep met dubbele trap met schildhoudende leeuwen (1724). In de raadskamer vindt men: perkament met namen en wapens van den magistraat in 1753, alsmede een aantal schilderijen: Overwinning der Gerechtigheid; een andere allegorische voorstelling (beide 1713, en toegeschreven aan G. Hoet), Prins Willem I op zijn sterfbed (paneel); het beleg van Zalt-Bommel in 1574 (gemerkt T. Heemer); plattegrond
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
207 van Zalt-Bommel; portretten van Prins Willem III en zijn gemalin, in gesneden mahoniehouten lijsten (XVIII d); schilderij, waarop Maurits en Frederik Hendrik en Prins Willem II voorkomen. In de burgemeesterkamer worden bewaard: matrijzen van zegel- en muntstempels (XV-XVI), verguld zilveren ananas-beker (± 1600, Augsburgsche keur); schilderij: Bommel aan de rivierzijde; schilderij: plan der stad (1772, geteekend E.J. Scherlenski). In de secretariskamer: spiegel in gesneden lijst (XVII c). 2. De WAAG (XVIII d), aan de Markt, is een baksteenen gebouw met houten fronton, waarin het stadswapen. Boven den ingang een houten beeld: Justitia. 3. VISCHMARKT (1776). Gebouwtje met hardsteenen Toscaansche zuilen. Stadswapen, gehouden door leeuwen. Gesneden deur Lodewijk XVI. 4. Het Huis van MAARTEN VAN ROSSUM (1536, in 1613 gewijzigd, vooral aan en boven den ingang, in 1881 door het Rijk aangekocht, voor Kantongerecht bestemd en gerestaureerd onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers) is een langwerpig gebouw van baksteen met toepassing van bergsteen voor de versieringen. Trapgevels aan de zijden, kanteelingen langs voor- en achtergevels, uitgekraagde torentjes aan de hoeken, traptoren met wenteltrap tegen den achtergevel. Balusterzuilen ter weerszijden van den ingang, waarboven zich oospronkelijk een arkel bevond. Gebeeldhouwde zandsteenen boogtrommels, ten deele met figurale voorstellingen. Ankers. Inwendig: gang en twee vertrekken met riblooze kruisgewelven op gebeeldhouwde kraagsteenen. Schouw (XVI) met zandsteenen draagfiguren, twee wapenschilden en Delftsche tegels (XVII); in de bovenzaal (rechtszaal) een schouw (XVI b) met haardplaat (1667); in de kamer hiernaast eveneens een schouw (XVI b).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
208
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. GROOTE of St. Maartenskerk, in 1303 kapittelkerk, in 1368 door brand geteisterd en daarna herbouwd en verfraaid, in 1462 wederom door brand beschadigd, is een gebouw van baksteen met ruime toepassing van tufsteen, vooral aan de zuidzijde. Zij bestaat uit een driebeukig schip (XIV d, verbreed en verhoogd XV c); een uitgebouwde kapel (XV a) met 5/8-sluiting naar het Z., tegen de zesde travee van den zuidbeuk; een 7/12-gesloten choor (XIV d) met een moderne consistoriekamer tegen den zuidwand, een vierkanten traptoren tegen den N.W. hoek en een, tusschen de steunbeeren uitgebouwde, kluis tegen den noordwand bij de sluiting; in het verlengde van elken beuk, naast den toren, een aangebouwde kapel (XV d); eene doopkapel (XV a) met verdieping (galerij) tegen de zuidelijke dezer kapellen; en eenen tufsteenen toren (XV a, gerestaureerd 1908-1917 door den architect Jac. van Gils; de spits hersteld na een brand in 1538 en in 1696 weder vernield). Tegen den zuidwand van het schip een klein portaal (XV d), tegen den noordwand een groot portaal (XVI a). Tegen de schuin bij den toren aansluitende wanden der kapellen lage bijgebouwen (knekelhuisjes). Sporen van een dwarspand aan de noordzijde van het schip. De steunbeeren van het schip zijn door spitsbogen verbonden. Toreningang (XVI a). Inwendig: triforiumgalerij. Kruisribgewelven over het choor. Stergewelf in den toren. Overigens netgewelven, in de uitgebouwde kapel op gebeeldhouwde draagsteenen (sluitsteenen met voorstellingen). Tegen de derde zuil van den toren af, aan de zuidzijde, een kogel, waaronder: 1574; in den wand der zuidkapel een kogel waaronder: 1599. Boven het choorgewelf, tegen den triomfboog aanzetten van een voorgenomen hooger welving. De kerk bezit: Kuip van een zandsteenen doopvont (XVI a) met gebeeldhouwde voorstellingen, in de doopkapel.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
209 Choorbanken met gesneden Heiligenfiguren (± 1400). Eiken bank met overhuiving (1679); eiken banken (XVII c). Preekstoel (1679) met koperen predikantslezenaar (XVII d) en dito voorzangerslezenaar (XVIII a). Orgel (vernieuwd 1723, hersteld 1758, 1789, 1795 en 1905); orgelkast (XVIII a). Gewelfschilderingen (XVI, opgehaald in 1857); muurschilderingen (XV c): ‘Dit des trois morts,’ in de zuidelijke kapel; H. Christoffel, in de noordelijke kapel; H. Johannes. Schilderijen, waaronder een met chronogram (1538) en afbeelding der kerk, en een, voorstellend het beleg van 1574; een teekening van den plattegrond der kerk. Rouwbord (1789). Tekstbord (1615) en Tien-gebodenbord (XVI d). Groote gebeeldhouwde grafzerk (XVI d); verder talrijke zerken (XV-XVIII). Vier klokken, eene gegoten in 1634 door Peter van Tryer, Johan Philipsen en Willem Everts; eene in 1634 door Peter van Tryer en Johan Philipsen, eene in 1669 door Franciscus de la Pax (1669), en eene in 1698 door Alexis Jullien. 2. DE GASTHUISKERK, in 1572 van het Gasthuis (zie f 1) gescheiden, 1830-1845 stadsrijschool, daarna weer bij het Gasthuis getrokken, heeft een, thans in twee verdiepingen verdeelden, beuk met 3/6-sluiting. Vensters gewijzigd. Inwendig: houten tongewelf (XVI b) met geprofileerde schinkels en rozetten. De preekstoel is overgebracht naar de Ned. Herv. Kerk te Heerewaarden. De afzonderlijk staande toren (beneden XV c, ten deele ommanteld, boven XVI c) heeft een uitgebouwden traptoren met loodversiering en bevat een uurwerk met ruitertjes en een klokkenspel van negen-en-twintig met het uurwerk verbonden klokken, waarvan de grootste in 1533 gegoten door Jasper Moer, twintig in 1654 door F. en P. Hemony, drie in 1721 door Jan Albert de Grave, en vijf in 1735 door Petrus Bouvrie.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
210 3. De R.K. KERK van den H. Martinus is een gebouw (1830) in Waterstaatsstijl. Zij bezit: Houten Calvarieberg in omlijsting (XVIII c). Klok, in 1843 door Petit en Fritsen gegoten.
f. Gebouwen van liefdadigheid enz. 1. Het GASTHUIS (zie e 2) heeft een baksteenen gevel (XVIII d) met kroonlijst, hardsteenen hoekpilasters en portiek. Omlijsting, Lodewijk XVI, van de deur en het venster erboven. 2. Het gecombineerde WEESHUIS der Hervormden (1884). In de regentenkamer een schilderijtje op paneel, voorstellend het gesticht vóór 1884, en een beschilderde kast met: 1663. In den tuin een hardsteenen bovendorpel met: 1771 en het stadswapen. 3. Het OUDE MANNEN- en VROUWENHUIS. Baksteenen gevel met gemetselde hoekpilasters. Boven den ingang (1778) de beelden van een ouden man en een oude vrouw. In de regentenkamer stoelen (XVIII d). In de oefeningzaal bord (XVIII) met opschrift, zandlooper, doodshoofd enz.
g. Particuliere gebouwen. A. Laat-gothisch. 1. Waterstraat A 57. Trapgevel (XVI A, gerestaureerd in 1904) met korfbogen en, in den top, spitsboognissen. Pothuisje op den hoek. B. Renaissance. 2. Waterstraat A 113. Gevel met rijk behandelde omlijsting (XVI b) van de vensternissen der middenverdieping: balusterzuiltjes met putti, die pilasters dragen, waartusschen geprofileerde stomphoekige ontlastingsbogen.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
211 3. Boschstraat D 51. Gepleisterde en verminkte trapgevel (XVI b). De vensters in rondboognissen, waartusschen (op twee na verdwenen) balusterzuiltjes. Twee vullingen van boogtrommels als aan het huis van Maarten van Rossum. De deur en het gesneden kalf, Lodewijk XV, zijn onlangs verwijderd. 4. Gasthuisstraat C 18. Gepleisterde en verminkte trapgevel als voren. 5. Boschstraat D 57. Gepleisterde en verminkte gevel (XVIc). Deur, Lodewijk XV, in een omlijsting met zijlichten, bovenlicht en bekroning (XVII c). In den zijgevel een kopje (XVII) onder den toppilaster. 6. Kerkhof. Voormalig ‘Gouverneurshuis.’ Gepleisterde en gewijzigde gevel (XVI c) met twee uitgemetselde deklijstjes over de vensters. Twee koppen. Steen met wapen, geflankeerd door caryatiden. 7. Markt D 46. Gewijzigde trapgevel (XVI c). Twee zandsteenen tympanvullingen, twee dito medaillons. Middenzuil met schubornament. Top met vleugelstukken (1664). Pui vernieuwd. 8. Tolstraat. Zijgevel (XVI) met ankers. 9. Ruiterstraat naast C 93. Pakhuis (XVI) met dichtgemetselden ingang. 10. Koningsstraat B 257. Gepleisterde trapgevel met topleeuw. Ankers: 1609. Stoeppaal (XVII a). Trapgevels (XVII a) met als een streksche boog gemetselde cordonlijsten, in welker midden een kopje, en met uitgemetselde deklijstjes, gedragen op kopjes, boven de met metselmozaiek gevulde boogtrommels der vensters: 11. Gasthuisstraat C 17. De zijgevel heeft hier eveneens trappen. Looden verlaatbak (1802). Gesneden deur en kalf, Lodewijk XV. 12. Gasthuisstraat A 134. Ankers. Benedendeel gewijzigd
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
212 13. Gasthuisstraat A 132. Cordonlijsten doorbroken. Ankers. Gevelsteen en opschrift (1605) 14. Markt D 39. Gevelsteen en twee leeuwenkoppen in het fries. Benedendeel gewijzigd, top afgebroken. 15. Oenselsche straat B 64. Lijsten weggebroken. Benedendeel gewijzigd. Ankers. 16. Oenselsche straat B 132. Oude pui met bovenlichten. Ankers. Inwendig is de oorspronkelijke indeeling met een voorhuis en glazen binnenpui bewaard gebleven. Gesneden en gebeeldhouwde schouw en betimmering (XVII a). Houten bord met snijwerk (XVII). 17. Kerkstraat B 240. Huis ‘de Ark’. Verdieping op overstek. In het fries 1610. Hiernaast een steen met cartouche (XVI d). Eenvoudige trap- en topgevels: 18-19. Ruiterstraat C 90 en C 91. Twee trapgevels met zandsteenen banden. Nr. C 90 draagt het jaartal 1630. 20. Ruiterstraat C 89. Geverfde trapgevel. Steen: 1632. 21. Boschstraat D 76. Trapgevel (XVII c). Toppilaster, waarop een bol, en waaronder een kopje. 22. Steigerstraat A 145. Gepleisterde topgevel (XVII c). Benedendeel gewijzigd. 23. Boschstraat C 70. Trapgevel (XVII c). Anker. 24. Ruiterstraat C 94. Gepleisterde trapgevel (XVII). Ankers. 25. Kerkstraat B 26. Trapgevel (XVII) met kopje onder den toppilaster. 26. Lange Steigerstraat A 89. Topgevel. Inwendig: indeeling als in het huis Oenselsche straat B 132. Insteekkamer. 27. Kerkstraat B 26. Trapgevel (XVII c). Anker. C. Lodewijkstijlen. 28. Ruiterstraat C 93. Gevel (XVIII c) met kroonlijst en
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
213 consoles. Omlijsting, Lodewijk XV, van de deurtravee. Gesneden deur, Lodewijk XV. 29. Nieuwstraat C 134. Gevel (XVIII c) met omlijsting van deur en raam erboven. Zijgevel met trappen. 30. Gasthuisstraat A 128. Gevel (XVIII d). Boven- en onderdeur en gesneden kalf, Lodewijk XVI. 31. Gasthuisstraat A 125. Gevel (XVIII B). Deur- en vensteromlijsting (XIX a). Fragmenten en details: Gasthuisstraat C 26. Drie ruitervormige medaillons (XVI c) met koppen. Boschstraat D 84. Fragment van een gevel (gerestaureerd in 1917) met pakhuisvenster en als een streksche boog gemetselde lijst. Twee leeuwenkoppen. Opschrift: 1617. Boschstraat D 56. Deur met bovenlicht in een omlijsting (XVIII c). Kommerstraat D 251. Gesneden voordeur in een omlijsting (XVIII d). Markt A 135. Houten deuromlijsting (XVIII d). Markt D 36. Deur (XVIII d). Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Markt A 53 (1644), Massstraat B 107 (1649), Maasstraat B 65 (XVII). Ankers (XVI-XVII): Boschstraat C 39 en 143, Gasthuisstraat A 125, Kerkstraat B 40 (zijgevel), Kommerstraat D 255, Vogelenzang C 178, Gamersche Straat D 73 (zijgevel), Waterstraat A 110 (zijgevel), Gasthuisstraat A 125. Stoeppalen, meest met wapenschilden: Markt voor D 10 (XVI d), voor A 37 (twee XVII A) en voor
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
214 A 28 (twee XVII A), Boschstraat voor C 76 (XVII A) en voor D 62 (1660).
h. Musea en particuliere verzamelingen: STEDELIJKE OUDHEIDKAMER: gesneden houten groep (XV d): Begrafenis van den H.
Franciscus; met zilver beslagen drinkhoorn (1619), twee geslepen glazen (XVII d), zilveren bus van den stadsbode, bouwfragmenten.
Zelhem. Sporen van een oude LANDEWEER bij Halle. Een aantal gepolijste steenen bijlen uit vroeg-historischen tijd, in deze gemeente gevonden, wordt in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden bewaard. De NED. HERV. KERK (H. Lambertus, oorspronkelijk H. Ludgerus), als parochiekerk vermeld in 1152 (eigendom der abdij van Werden), maar vermoedelijk veel vroeger gesticht, in 1572 geteisterd, in 1843 vergroot, heeft een schip (XIV), met twee zijbeuken (XV c); een 5/8-gesloten choor (XV); in het verlengde van elken beuk een kapel (XV) naast het choor; ten N. van het choor een sacristie (XV); en eenen toren, beneden van tufsteen (± 1200), boven van baksteen, waarop 1662 in de ankers, en die in zijn voet groote blokken oersteen van den eersten bouw bevat. Kruisribgewelven over de twee oosttraveeën van elken zijbeuk, over de kapellen, het choor en de sacristie, overigens door gestucadoorde zolderingen vervangen. De kerk bezit: Muurkastje met zandsteenen omlijsting (XV). Steen (XVI) met opschriften in het Hebreeuwsch, Grieksch en Latijn. Eiken preekstoel (XVII b).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
215 Eiken offerblok (XVII). Twee zilveren bekers (1700). Drie klokken, eene in 1626 gegoten door Peter van Tryer en Willem Evers, en twee in 1757 door Jean Petit. Het huis A 21 heeft ankers: D A B F 1750.
Zevenaar. Een hier gevonden steenen bijl uit voorhistorischen tijd bevindt zich in het Museum van Oudheden te Leiden.
Oud-Zevenaar. De R.K. KERK (H. Martinus), in 1521 parochiekerk, in 1572 grootendeels verwoest, bestaat thans uit een schip met noordbeuk (XIV, herbouwd 1616, van bovenlichten voorzien in 1863) en met breeden 5/8-gesloten zuidbenk (in 1909, door Jos. Cuypers en Jan Stuyt op de grondslagen van een ± 1400 ter vervanging van een smalleren beuk opgetrokken ‘Mariakerk’ gebouwd); een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen, ten deele ingebouwden, beneden (XV A) met tuf bekleeden, boven (XVI d) vernieuwden toren met traptoren. Inwendig: in den noordbeuk oorspronkelijke kruisribgewelven met koppen en sluitsteenen. De kerk bezit: Koperen doopvont (1650). Zijaltaar (1664). Albasten Pietà (XV b). Houten heiligenbeelden: H. Norbertus (? ± 1500), H. Catharina, H. Barbara en een groep: Maria met Kind en Moeder (XVII c). Een levensgroot beeld van den H. Christoffel bevindt zich thans in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
216 Houten corpus (XIII d) van een crucifix. Zilveren monstrans (1546, steel en nodus XVI, overigens XVII d). Fragment van een gothische grafzerk. Verguld zilveren kelk (± 1570, afkomstig van de Commanderij van St. Jan te Arnhem). Twee zilveren beelden (1662 en 1671), koperen godslamp (XVII b). Drie klokken, waarvan eene in 1737 gegoten door Jean Petit. Gesmeed ijzeren uurwerk (1746).
Zevenaar. De NED. HERV. KERK (1658, blijkens ankers) bezit: Eiken preekstoel (1659) met koperen lezenaar (XVIII). Eiken ameublement (XVII c). Orgelkast (1697), door Conradus Ruprecht. Eiken offerblok (XVII). Zilveren blad (1792). Twee klokken, in 1670 door Peter van Trier gegoten. De R.K. KERK van den H. Andreas Apostel heeft van de oude kerk alleen over: het schip met twee kapellen (XV, in 1605 en XVIII a na brand hersteld en vergroot, inwendig vernieuwd 1905-1906), naar het oosten verlengd en met choor verrijkt in 1870. Toren (1884, door Tepe). De kerk bezit: Kuip van een doopvont (XVI d) op modernen voet. Rijk gebeeldhouwden preekstoel (1657); gesneden banken en orgelgalerij (XVII c). Twee rood-zandsteenen zerken (1594 en 1604). Koperen memorieplaat (± 1500 met gegraveerde voorstelling in mastik-émail en de jaartallen 1446 en 1456, gerestaureerd door J. Brom) in de bijbehoorende hardsteenen omlijsting, welke in 1913 te Emmerik teruggevonden is.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
217 Verguld zilveren monstrans (± 1500, in 1903 hersteld en vergroot); dito ciborie (ten deele XV, cuppa XVII); dito kelk (XVI a), afkomstig uit Duiven, met nieuwe cuppa; zilveren beslag (XVII) van een crucifix. Tinnen kelk (XVI a). Drie klokken, eene in 1648 door Peter van Trier, twee in 1802 door Ch. en Ch.D. Voigt; en een angelusklokje, in 1781 door Christian Voigt gegoten. Het HUIS SEVENAAR, herhaaldelijk verbouwd en het laatst hersteld ± 1900, heeft nog metselwerk (XVI), oude kelders met kruisgewelven, alsmede een traptoren (XVII a) met baksteenen wenteltrap en een als een schroefgang gemetseld gewelf. Boven den gedichten toreningang een gebeeldhouwde steen (1612) met wapens en opschrift. Het HUIS BABBERICH (verbouwd 1785), een gepleisterd gebouw, omringd door grachten, heeft boven den vroegeren ingang een steen (1785) met wapens en vers. Klok (1699). Inwendig: trappenhuis met stucwerk (XVIII d). Triptiek (XVI) in de kapel. Familieportretten. Gebrande glasruiten, afkomstig uit de St. Eusebiuskerk te Arnhem. Twee geborduurde kazuifels (XVI?) Het HUIS DE DOELEN, een gepleisterd en gewit gebouw, heeft een achtkanten baksteenen traptoren (XVI c) met wenteltrap. In het HUIS KAMPHUIZEN, een gepleisterd gebouw: twee houten schoorsteenen met gestucadoorde wapens (XVIII c) op de schachten. Twee muurkastjes. Uit het voormalig HUIS POELWIJCK, gesloopt XIX d, zijn een verminkte steen (XVIII c) met alliantiewapen en tijdvers, en een steen met enkel een alliantiewapen aangebracht in de gevels eener te zelfder plaatse gebouwde boerderij.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
218 Emmerikstraat, tegenover het Gemeentehuis. Baksteenen gevel (XVII A), zijkanten met gezwenkte gevellijnen en overhoeksche pinakels. Zandsteenen waterlijsten. Ontlastingsbogen met gebeeldhouwde sluitsteenen. Ankers. Hoek Kerk- en St. Janstraat. Gepleisterde en verknoeide baksteenen gevel (XVII a), zijkanten als voren. Duivengaten in den top. Kerkstraat A 245. In den modernen gevel een steen met opschrift (1665), afkomstig uit het oude Weeshuis.
Zoelen. Kapel-Avezaat. De thans NED. HERV. KERK, geheel gepleisterd (vermoedelijk bij de verbouwing XVII a), bestaat uit een schip (wellicht nog romaansch), gedekt door een zoldering op moer- en kinderbalken; en een driezijdig gesloten choor (XV), gedekt door kruisribgewelven. Torentje boven den westgevel. Zij bezit: Rood zandsteenen altaarsteen, voor den ingang. Gesneden eiken preekstoel (XVIII c). Eiken doophek (XVIII). Twee zilveren bekers (XVII). Klok, in 1670 door Peter van Trier gegoten.
Kerk-Avezaat. De NED. HERV. KERK (H. Lambertus), reeds in 1007 vermeld, bestaat uit een baksteenen schip, in 1861, ter vervanging van een romaansch tufsteenen schip opgetrokken; een hooger 5/8-gesloten choor (XV c); en eenen ingebouwden, geheel gepleisterden, grootendeels tufsteenen toren (XI?, benedendeel vernieuwd XV b, verhoogd 1640), die inwendig sporen van gedichte boogvensters vertoont. Steenen netgewelven over het choor. De kerk bezit:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
219 Eiken preekstoel (XVIII c). Overblijfselen van muurschilderingen tegen den torenwand. Koperen kroon (XVII). Klok, in 1640 gegoten door Wouter Both en Eppe van der Arck.
Zoelen. De NED. HERV. KERK (H. Stephanus), een gepleisterd gebouw, bestaat uit een driebeukig schip (XIV d); een rechtgesloten choor (XV d); een aanbouw (XVI a) in het verlengde van den zuidbeuk; en eenen toren, beneden (XIV d) van tufsteen, overigens (XV b) van baksteen, met hooggeplaatst kruisribgewelf en in den zuidwand ingebouwde spiltrap. Netgewelf (XVI a) over den middenbeuk, kruisribgewelven over beuken en aanbouw, houten tongewelf (XVI) over het choor. Grafkelder (XVIII). De kerk bezit: Overblijfselen van een piscina. Eiken preekstoel (1641) op den voet van een wijwaterbekken (XV); eiken heerenbank (XVIII c). Twee koperen lezenaars (XVII d en XVIII a). Grafzerk (1648) en fragment van een grafzerk. Sporen van een muurschildering (XVIII). Twee koperen kronen en twee dito kandelaars (alles XVII d). Klok, in 1624 door Peter van Trier en Willem Evers gegoten. Uurwerk (1633). Het KASTEEL ZOELEN is een door water omgeven, gepleisterd gebouw (XVII) in de nabijheid van een in 1579 verwoest slot (XV c), waarvan nog over zijn: poortgebouw met overblijfselen van hoektorens en wapen boven den ingang; gedeelten van twee hoektorens; achtkante toren. Grafmonument (1845) ter plaatse van het voormalige huis ALDENHAAG, op de Esschenterp.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
220
Zuilichem. De NED. HERV. KERK (H. Lambertus) is een XVII en in 1886 vernieuwd gebouw met een ommantelden en in zijn bovendeel nieuw opgetrokken toren, die twee wenteltrappen bevat. De kerk bezit: Twee zilveren bekers (1806), zilveren broodschotel (1821). Twee tinnen collecte-vazen (1811). Klok, in 1716 door Pieter Seest gegoten.
Zutfen. b. Verdedigingswerken. Overblijfselen van den ouden stadsmuur (XIV-XV), ten deele met weergang en boogfries, vindt men rondom de geheele oudere stad, aan beide zijden van de Berkel. Op het Hagepoortplein eenige opengebroken spitsbogen. WALTORENS: Een achter de Bornhovestraat; twee (XIV) achter het Armenhagen, in den meest westelijken waarvan een koepelgewelf; de Borgoensche of Martinetstoren (1467) bij de Waliënkazerne; overblijfselen van torens (XV) achter de Diezerstraat en achter de pastorie, achter de Nieuwstadkerk en op Baggeroord. POORTEN. 1. De DROGENAPSTOREN is een in 1444 gebouwde, in 1465 gedichte poort, welke in 1889 hersteld en tot watertoren ingericht is. Achtkante toren met nieuwe spits, op een vierkant onderstuk, dat een omgang met kanteelen en boogfries heeft, en op de hoeken achtkante spietorens (grootendeels vernieuwd). Inwendig sporen van een kruisgewelf. Steenen trap in den muur uitgespaard. Uurklok (XV), afkomstig uit de voormalige Laarpoort.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
221 2. Overblijfselen van de voorpoort (XVI A) der OUDE NIEUWSTADSPOORT (XIV), grootendeels opgeruimd in 1894, het overige hersteld in 1906. Spaarbogen aan de binnenzijde. 3. De BERKELRUïNE, overblijfselen van een waterpoort (XIV B) met drie bogen over de Berkel, een weergang en twee hoektorens. Gerestaureerd in 1888. De hiervoor gelegen ‘Berkelbogen’ zijn de ± 1840 verlaagde en versmalde bogen van een gordijn (XVI d). Hierin twee gedenksteenen (1631 en 1632). 4. Van de NIEUWE NIEUWSTADSPOORT wordt het zandsteenen fronton op het binnenplein van het Raadhuis bewaard, en een wapensteen (1616) in het stedelijk Museum.
In den kademuur langs den IJssel twee gedenksteenen: een (1668) tegenover IJsselkade 17, en een bij de kraan (1669).
d. Burgerlijke openbare gebouwen. 1. Het RAADHUIS wordt thans gevormd door eenige panden aan de Lange Hofstraat, die het oude Raadhuis (XV, doch XVIII b geheel verbouwd) uitmaakten (zie d 2), waartegen in 1716 een gebouw met den gevel naar 's-Gravenhof gezet werd. Dit laatste heeft een ingang met omlijsting naar gipsafgietsels van den oorspronkelijken. Inwendig: gesneden eiken wenteltrap (XVIII a); geboetseerde plafonds (XVII b/c) in de raad- en in de trouwzaal, houten deurbekroning (XVIII a) en drie kronen (Empire) in de raadzaal; overblijfselen van een balkenzoldering op hardsteenen consoles. Op de archiefkamer een steenen schouw (± 1700). Aan de binnenplaats nog een topgevel (XVI, vernieuwd) met getoogde middendorpels. 2. De BOTERHAL (1450-1452) als Vleeschhal gebouwd, en deel uitmakend van de Raadhuisgebouwen, XVI-XVII
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
222 schepenbank, XIX a ten dienste der Arrondissementsrechtbank ingericht en vertimmerd) heeft een in 1896 geheel herbouwden gevel in laat-gothischen stijl, en, inwendig, een ten deele oude open kap van eikenhout. 3. Het WIJNHUIS, gebouwd 1616-1619 naar ontwerp van Emond Hellenraet, in 1863 gesloopt, daarna herbouwd door D.J. Itz, thans ingericht tot Stedelijk museum (zie h 1), Waag, Politiebureau enz. heeft in den zijgevel een ingang met laatgothische omlijsting van Namensche steen (nog uit het vorige gebouw afkomstig), waarvoor een portiek met balcon (1660, ten deele vernieuwd 1903). Voor het midden van den voorgevel, ter plaatse van den ouden toren ‘Vreden’, staat: de WIJNHUISTOREN (benedendeel 1627, verhoogd 1637-1641) met dubbele trap en bordes, waaronder een rijk gebeeldhouwde zandsteenen portiek met koppen en cartouches (1618), geflankeerd door eenvoudiger poortjes. Hoogerop gedenksteenen (1627). Twee andere steenen (XVII a) met opschriften zijn thans ingemetseld in den stadsmuur achter het Gymnasium. In den toren een kruisribgewelf en een klokkenspel van zesen dertig klokken, waarvan drie-en-twintig in 1644-1646 door F. en P. Hemony te Zutphen, eene in 1674 en zes in 1677 door P. Hemony te Amsterdam, drie in 1731, eene in 1732, en eene in 1824 (deze door Petit en Fritsen) gegoten. Overblijfselen van een uurwerk, in 1645 door J. Sprakel vervaardigd. 4. In de Arrondissementsrechtbank hangt een schilderij (XVII a): Salomo's oordeel, door J. van Swinderen.
e. Kerkelijke gebouwen. 1. De NED. HERV. ST. WALBURGS- of GROOTE KERK, ter plaatse eener in 1105 gewijde kerk, die reeds een vorige (XI d afgebrande) verving, en die XIII A geheel verbouwd is, in 1446
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
223 door brand geteisterd. XV d vergroot door verlenging der dwarsarmen en door verbreeding der beuken, is een 1890-1908 uitwendig, en sinds 1902 inwendig onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers gerestaureerd gebouw van baksteen, met gedeeltelijke tufsteenbekleeding van den noordwand, bestaande uit een schip (XIII A) met twee langs den toren doorgetrokken zijbeuken (± 1500 ter vervanging van smallere), even hoog als het schip; een dwarspand (XIII, verlengd naar het N. in 1492, naar het Z. in 1499, blijkens jaartallen op de schildmuren); een driezijdig gesloten choor met omgang en krans van kapellen (XIV B) tusschen de steunbeeren; en eenen beneden met tufsteen bekleeden toren (XIII, het bovendeel na den brand van 1446 herbouwd, en in 1482 van contreforten voorzien) met houten borstwering (1518), houten lantaarn en open koepel (beide 1633, na het afbranden der spits in 1600) en met een tufsteenen traptoren, die in 1547 verhoogd en met beeldwerk verfraaid is. Onder het choor zijn in 1898 sporen van de crypt (XII?) gevonden, die in 1389 vermeld wordt, doch wier gewelf in 1595 ingeslagen is. Aanbouwen: RAADSKAPEL (1393-1420, gerestaureerd 1910) in het verlengde van het choor en hierbij met twee traptorens aansluitend; tegen de zuidoostelijke wanden van den chooromgang de ‘LIBRYE’ (1561-1563); tegen den oostwand van den zuidelijken dwarsarm een gerfkamer (± 1500) met langs den traptoren bereikbare verdieping (‘Olde Librye’); ten Oosten hiervan het ‘Rekenkamerken’ (1544); tegen den westwand van den zuidelijken dwarsarm een gebouwtje (± 1500); en tegen den noordwand van het schip een portaal (XV B). Afzonderlijke daken over schip, beuken, dwarsarmen, choor en omgang. Venstertraceeringen, pinakels en balustraden vernieuwd. Aan de noordzijde nog eenige oude spuwers. Beeldhouwwerk (XV) aan de torenbeeren. Madonnabeeld (XV, gerestaureerd 1893) in het noordportaal. Inwendig: twee zesdeelige ribgewelven (XIII) over den middenbeuk, stergewelven over de
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
224 verlengingen van het dwarspand, een ribloos kruisgewelf (XVI) over de ‘Librye’; overigens kruisribgewelven, ook over de aanbouwen en (1534) in den toren. In het schip nog enkele romaansche pijlers en colonnetten (XIII). Triforium tegen den westwand van den toren. Gebeeldhouwde draagsteen (duivel) onder een wijwatervat. Gedenksteenen (1395, 1446, 1600, 1620, 1637). De kerk bezit: Koperen doopvont, in 1527 door Gielis van den Eynde te Mechelen gegoten, met rijke bekroning: doop in den Jordaan onder een baldakijn, tegen welks contreforten heiligenbeeldjes (enkele vernieuwd in gips) staan. Eiken deurtje (XVI) van een muurkast bij de consistoriekamer. Eiken preekstoel (XVII d, trapleuning ten deele nieuw). Koperen lezenaarsblad (XV). Fragmenten van gesneden banken (XVII a). Orgel (1644 door Badens, hersteld 1816, 1818 en 1906). Offerbalk met opschrift (1625). Epitaaf (1625); grafmonument (1706, gerestaureerd 1906). Grafzerken: een (XIII a?), talrijke zerken XV-XVIII, waaronder verschillende XVI c. Een aantal gebeeldhouwde graf- en votiefsteenen (gehavend) met voorstellingen: Pietà (1431), Pietà (XV B), fragment (XV) van een Gregoriusmis, Kruisiging (1478), Laatste Oordeel (XVd), vereering van Maria (1503), twee wapens (1506), Calvarieberg (1544), overgebracht uit de kruisgang van het Dominicanenklooster. Pijler-, gewelf-, en muurschilderingen (XIV-XVI, gerestaureerd XVIII d en XIX A). Drie gildeborden (1610). Gesmeed ijzeren hek (XVIII b) voor de noordoostelijke kapel. Gesmeed ijzeren kroon (XV B): z.g. ‘Grafkroon’. Twee zilveren bekers (1660), twee dito bekers (1663), twee dito kannen (1819), een dito schotel (1820).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
225 Vier klokken, waarvan eene in 1460 gegoten door Johannes en Willem Hoerken, eene in 1521 door Segewinus Hatyseren, en twee in 1657 door F. Hemony. In de gerfkamer een Renaissance-muurkastje. In de ‘Librye’: opgeklampte deur, oude tegelvloer, beeldhouwwerk tegen de pijlers, achttien lessenaars (XVI c) met snijwerk en ijzeren kettingen voor de boeken, eiken muurkast (XVI a), boekenkast (1718); gebrandschilderd ruitje (1652), vier Keulsche kannen (XVII), plattegrond der kerk (1681 door J. van Gelder). Verzameling van wiegedrukken, en drukken (XVI en XVII). In de ‘Olde Librye’: oude tegelvloer, tafel (XVI a, onderstel ten deele XV), gesneden eiken muurkast (XVI b), ijzeren cassette (XV), ijzeren kist (XVII). 2. De NED. HERV. BROEREN- of PREDIKHEERENKERK, oorspronkelijk behoorende bij het Dominicanenklooster (zie e 5), is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip met smalle zijbeuken (XIV a) en een driezijdig gesloten choor (XV). Houten dakruiter (XVII). Zuidportaal (XVIII d). Luchtbogen. In den noordbeuk zijn later, na het dichtmetselen der bovenlichten van het middenschip, vensters gebroken. Kruisribgewelven op uitkragingen, ook boven de zuilen. De kerk bezit: Twee muurnissen, waaronder een omgekeerde bekroning (XV), en, om een ervan, een omlijsting (XVI). Grafzerken 1579, 1620 (twee), 1635, 1636, enz. Gedenksteen (XVII) van het ‘Viergekroonde Gilde’. Twee zilveren bekers (XVII) en twee (1715), bewaard bij het zilver der St. Walburgskerk. Klok, in 1761 gegoten door Christian Wilhelm en Christian Voigt, vergoten in 1917, alsmede een kleine klok zonder opschrift. 3. De EVANGELISCH-LUTHERSCHE GEMEENTE bezit het volgen de zilverwerk:
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
226 Doopbekken (1736). Beker (XVIII b), kleinen beker (XVIII). Kan met deksel (1780), kleine kan en schotel (XVIII). Offerbus (1694); busje met gegraveerd deksel (XVIII A, geschonken 1871). Bord (1694). Verder vijf tinnen collecteschalen (XVIII); een dito kan (1751) en een dito bord. In de consistoriekamer twee koperen wandarmen (XVII). 4. De R.K. of NIEUWSTADSKERK (H. Johannes de Dooper, oorspronkelijk H. Nicolaas), reeds vóór 1272 vermeld, in 1601 hersteld, in 1795 tot broodbakkerij, later tot magazijn ingericht, in 1808 aan de Katholieken afgestaan, toen door Francken, en wederom in 1913 hersteld, is een baksteenen gebouw, waarvan het oorspronkelijk eenbeukige schip (XIII B), naar het O. verlengd en met een zuidbeuk (XIV c), en vervolgens met een noordbeuk (XV B) uitgebreid is, welke beide even hoog als het schip opgetrokken zijn, waarna een 5/8-choorsluiting aan het middenschip toegevoegd is. Toren (beneden XIII d, later verhoogd, de spits in 1607 verbrand en daarna hersteld, het bekronende open koepeltje in 1914 afgebroken). Opschrift (1601) boven den westingang. Ingebouwde torentrap Inwendig: kruisribwelving, in den zuidbeuk de vakken door breede gordelbogen gescheiden. Tegen den torenmuur een steen met gebeeldhouwden kop (XVII) en opschrift. De kerk bezit: Vier koperen kronen (XVII). Verguld zilveren monstrans (XV d, in 1886 gerestaureerd). Verguld zilveren miskelk (± 1500, cuppa nieuw). Zilveren crucifix (1625). Zilveren, ten deele vergulden boekband (± 1500). Drie klokken, waarvan eene in 1462 gegoten door Gobelinus Moer, en eene in 1565 vergoten door Wilhelm Wegewart.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
227 5. Van het DOMINICANEN KLOOSTER (zie e 2), gesticht in 1293, grootendeels verwoest in 1572, daarna herbouwd, zijn nog, ten deele in den ouden toestand, over: a. Het refectorium, in 1602 tot Latijnsche school, later (de verdieping) tot concertzaal, in 1896 tot kazerne en thans tot Rijkslandbouwwinterschool ingericht. Langwerpig baksteenen gebouw (XVI a, gerestaureerd 1896) met op den beganen grond een smalle gang, evenwijdig aan de straat, alsmede een vertrek, beide overdekt met kruisribgewelven. In het laatste een steenen schouw (XVI). b. Muurwerk en overwelfde kelders (XIII) van het dormitorium. c. Een gewelfvak, een gewelfaanzet en eenige andere sporen van de kruisgang, tegen den noordwand van de Broerenkerk (zie e 2). 6. Van het voormalig FRANCISCANESSENKLOOSTER (1408), thans ISENDOORN-KAZERNE, is nog slechts over een stuk van den noordmuur met een dichtgemetseld venster (XV). 7. Eenige overblijfselen van het voormalig AGNIETENKLOOSTER of Adamanshuis (gesticht 1398), thans MILITAIR KLEEDINGMAGAZIJN, bevinden zich aan de panden Oudewand 31 en 33, o.a. de sluiting en de steunbeeren der kloosterkerk (gewijd 1415). 8. Begijnenklooster, zie f 5.
f. Gebouwen van liefdadigheid. 1. Het BORNHOF, gesticht 1320 door Borro, kanunnik der St. Walburgskerk, in 1611 tot Oude-mannen- en vrouwenhuis ingericht, in 1876-1888 geheel verbouwd, heeft een poort met wapenschilden tegen de pilasters, opgehakt opschrift en bekroningen (de twee beelden nieuw). Het gesticht bezit: Twee beschilderde doeken met opschriften (1761 en 1811). Drie geschilderde portretten (XVII a).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
228 Zilverwerk: beker (1711); schotels (1720), twee groentelepels (1730), achttien revolvermessen (1730) en twee zoutvaatjes (1697). 2. Het OUDE en NIEUWE GASTHUIS, in 1625 vereenigd en naar het voormalige Heer Hendrikshuis of St. Catharinaklooster overgebracht, heeft een gepleisterde klassieke poort (1789), in wier fries een opschrift met jaartal. Het bezit een portret (XVII d) van den steensnijder Jac. de Beaulieu door den Zutfenschen schilder Derk van Loonen. 3. Het gebouw der NED. HERV. DIACONIE in de Spiegelstraat, gesticht in 1626 als Armen- en Weeshuis der Ned. Herv. Gemeente ter plaatse van het nieuwe Gasthuis (1442), heeft in de vergaderkamer een schoorsteen met opschrift (1762, vernieuwd 1861). Op de binnenplaats een zeer vergaan beeld van St. Joris. 4. Het BURGERWEESHUIS bevat nog een kamer met een stuczoldering als in het Raadhuis; schoorsteen met spiegel in een omlijsting; schoorsteenstuk; lambrizeering en behangsel (alles XVIII a). Schoorsteenplaat (XVII d). 5. Van het VOORMALIGE BURGERWEESHUIS (voorheen Begijnenklooster, thans Hospitaal der Koloniale Reserve) is een steen met opschrift (1667), afkomstig uit de in 1885 gesloopte poort, over. 6. Het GEBROEDERS BAKKERSWEESHUIS, gesticht in 1850, is gevestigd in het middendeel van een huis met baksteenen gevel (XVIII a), versierd met pilasters. In de regentenkamer een kooflijst van stuc (XVIII a); mahoniehouten buffetkast (ten deele XVIII d); dito tafel en twaalf stoelen (XIX a). Op de bovenverdieping een eiken betimmering (XVIII a).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
229 Aan de achterzijde een tuin, van 's -Gravenhof gescheiden door een fraaien koepel en twee hoekpaviljoenen. De koepel is inwendig met schelpen (nu bijna alle verdwenen) en mozaiek bekleed. Ter weerszijden overblijfselen van rocaille-werk (ontworpen XVIII a door den Zweedschen architect Horleman). IJzeren hek (XVIII a). 7. In de KAPEL (1850) van het St. Elizabethsgesticht een ingemetselde steen (1605), vermeldend de stichting van drie (XIX b verkochte) armenhuisjes. 8. Het moderne RUITERSHOFJE heeft boven in de poort een gedenksteen betreffende de stichting (1571) en vernieuwing (1787), afkomstig uit het oude gebouw in de Gasthuisstraat.
g. Particuliere gebouwen. A. Laat-gothisch. 1. Zaadmarkt 109. Baksteenen trapgevel (1549 blijkens steen) met zandsteenen lijsten en banden. Trappen door ezelsruggen afgedekt. Toplijnen volgens Tudorboog. Ronde en overhoeksche pinakels tegen trappen en top. In het benedendeel (ten deele gewijzigd): terugliggende velden, door korfbogen gedekt. Ankers. In den achtergevel vier gedichte smalle vensters, waarvan twee met gemetselden middendorpel. 2. Beukerstraat 44. Overeenkomstige gevel. In den top: 1557. 3. Spiegelstraat 13. Topgevel (XVI A). Baksteenen kruiskozijnen met getoogde middendorpels; beneden luiken, boven glas in lood. Overdekte hijschbalk. Achtergevel dito. 4. Vaaltstraat 3. Topgevel XVI c, beneden gewijzigd XVII). met ontlastingsbogen. Tandlijst onder den top.
B. Renaissance. 5. Houtmarkt 73. Gevel (XVI d, gewijzigd XVIII d) met
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
230
6.
7 en 8. 9.
10.
11.
12.
13. 14. 15. 16.
over twee verdiepingen opgaande, terugliggende en door korfbogen gedekte velden, gescheiden door pilasters, waartegen gemetselde halve zuilen. Driehoekige frontons boven de vensters. Festoenen. Rechte kroonlijst. Sprongstraat 13. Gevel (XVII a) met in- en uitgezwenkte kanten, afgedekt met een door vierkante pinakels onderbroken rollaag. Topanker. Overdekte hijschbalk. Barlheze 53 en 55. Gepleisterde gevels in den trant van den vorigen. Lange Hofstraat 26. Gepleisterde trapgevel (XVII a) met togen over de vensters. Topleeuw op pilaster, waaronder een engelkopje. Ankers: (16)14. Pothuisje. Houtmarkt 70. Trapgevel (1615), benedendeel gewijzigd en vernieuwd, rijk met bewerkte zandsteenen banden versierd. Pilasters in drie orden tegen de drie verdiepingen. Korfbogen over de vensters der eerste verdieping. Driehoekige vensterfrontons. Gebeeldhouwde versieringen, cartouches met opschriften. Ankers. Groenmarkt 5. Gepleisterde trapgevel (1629 in den top). Gebogen fronton met topleeuw. Vleugelstukken. Zandsteenen sluitsteenen van (verwijderde) vensterbogen. Hijschbalk. Ankers. Groenmarkt 7 en 9. Twee, beneden gewijzigde, gevels (XVII b), die oorspronkelijk een geheel uitmaakten, blijkens rangschikking der vensterbogen. Pilasters. Nr. 7 heeft een anker No. 9 (1631) een topleeuw. Laarstraat 48. Topgevel (1632 in de ankers) met in- en uitgezwenkte kanten, afgedekt met door pinakels onderbroken rollaag. Hijschbalk. Beukerstraat 81-83. Topgevel (XVII b) met in en uitgezwenkte zijkanten. Sprongstraat 16. Trapgevel (1641 in de ankers) met zandsteenen afdekkingen. Steenen kruiskozijnen. Pelikaanstraat 4a. Gepleisterde topgevel (1639 in den
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
231
17. 18. 19. 20.
21. 22. 23. 24.
25. 26.
27.
top). Gebroken fronton. Vleugelstukken. Benedendeel gewijzigd: poort (XVIII). Sporen van venstertogen. Achtergevel met togen en sporen van den ouden toestand. Naast dit huis een rondboog op Dorische pilasters en met sluitsteen: leeuwenkop. Waterstraat 38. Gevel (XVII b) met pilasters tegen de bovenverdieping. Gepleisterde zijgevel met trappen en hijschbalk. Nieuwstraat 36. Gecemente gevel (XVII b, verminkt). Sprongstraat 6. Topgevel (1645). Gebeeldhouwde vleugelstukken. Versierde vensterfrontons. Houtmarkt 84. Trapgevel met gebogen fronton (1660) en gebeeldhouwde vleugelstukken. Ontlastingsbogen. Twee tweedeelige vensters met gemetselden middendorpel. Onder den top een oeil de boeuf. Sieranker. Groenmarkt 2. Trapgevel (1660 in den top). Hijschbalk. Waterstraat 26. Gevel (XVII) met kroonlijst, waaronder consoles, Lodewijk XV. Nieuwstraat 40. Topgevel (1665 blijkens steen) met inen uitgezwenkte zijkanten. Lange Hofstraat 3. Trapgevel (1671 blijkens steen) met gebeeldhouwde vleugelstukken. Rijke ankers. Achtergevel met trappen. Overblijfselen van een achtkanten traptoren. Inwendig: gesneden houten schouw (XVIII a). Marmeren schoorsteen met spiegelomlijsting (XVIII c). Laarstraat 118. Gepleisterde trapgevel. Ankers: 1680. Molenbeekstraat, naast Nr. 1. Gepleisterde tuitgevel (1681 blijkens ankers) met gebeeldhouwde aanzetten. Verguld-koperen windvaan: meermin. Kuiperstraat 17. Gepleisterde gevel. Top (XVII d) met omlijsting van een oeil de boeuf.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
232 C. Lodewijk-stijlen. 28. Halterstraat 20. Gepleisterde gevel met hoog-opgaande pilasters in 't midden. Versierde deurtravee, Lodewijk XIV. 29. Halterstraat 22. (Israëlietische school). Gevel met houten deuromlijsting (XVIII A). Gegoten ijzeren hekbaluster voor de deur. Inwendig: portaal met stucplafond en draperie-houden-de engelen. Trapleuning. Gestucte versiering der lantaarn, alles Lodewijk XIV. 30. Beukerstraat 48. Hooge topgevel (XVIII a) met ingezwenkte zijkanten en houten top. Oeil de boeuf. 31. Sprongstraat 7. Topgevel (1724) met ingezwenkte zijkanten. 32. Laarstraat 24. Topgevel (XVIII a) als de vorige. Deur (XVIII c). 33. Lange Hofstraat 11. Gevel (XVIII a) met arkeluitbouw gelijkstraats. Inwendig: schoorsteenstuk (XVII B). 34. 's-Gravenhof 6. Gevel (XVIII a). Houten kroonlijst met gebeeldhouwde consoles. Deuromlijsting met bovenlicht, Lodewijk XIV. Gesmeed ijzeren hek met twee ingangen en gebeeldhouwde zandsteenen pijlers, waarop siervazen. In het tuinhuis: fragmenten van een betimmering en een schoorsteen, Lodewijk XIV. 35. Waterstraat 34-36. Gevel (XVIII b) met opgaande pilasters en arkel op twee Ionische zuilen. Wapen boven den arkel. In Nr. 34 een kamer met betimmering en stucplafond (XVIII b). 36. Zaadmarkt 88. Gevel (XVIII d) met versierde middentravee. Kroonlijst. Inwendig: in de voorkamer een behangsel met tafereelen (± 1800). Schoorsteennis met stucversiering (XVIII d). Hierachter een pakhuis met ten deele oude eiken kap. In het gedeelte tusschen deze twee huizen een kamer met overblijfselen van een beschilderd tongewelf, vloer van roode estriken, muurkastje met omlijsting (XVII), twee kruiskozijnen en drie fragmenten van wapenruiten (1628).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
233 37.
Beukerstraat 56. Gevel met deur- en raamomlijsting (XVIII d).
Fragmenten en details. 1. Proosdijsteeg 2. In den zijgevel twee nissen (XIV A) met gekoppelde driepasbogen. 2. Frankensteeg 13. In den zijgevel een dergelijke nis, waarin een venster is gebroken. 3. Oude wand 26. In den achtergevel (XV) drie spitsboognissen met baksteenen zuiltjes en gekoppelde spitsbogen. De top afgedekt door een ezelsrug. 4. Rijkenhagen 17 Aan de achterzijde een over de Berkel uitgebouwde arkel op vier houten leeuwen (XVI B) als dragers. 5. Rijkenhagen naast Nr. 47. Ankers (XVII). Cartouche (1664) onder een vensterfronton. 6. Nieuwstraat 3. In de kroonlijst: 1671. 7. Groenmarkt 12. Zandsteenen deuromlijsting (XVIII a). 8. Lange Hofstraat 17. Houten top, Lodewijk XIV. 9. Oudewand 28. Deuromlijsting, Lodewijk XIV. Kroonlijst en vensteromlijstingen, Lodewijk XVI. 10. Zaadmarkt 91. Deuromlijsting (XVIII a). Eiken trap, Lodewijk XIV. 11. Kuiperstraat 1. Versierde deurtravee (XVIII a). Schoorsteen (XVIII a) met schilderij, get. J. Barckhuys. 12. Oudewand 17. Deuromlijsting, Lodewijk XVI. Twee ijzeren stoephekjer XVIII c. 13. Houtmarkt 51. Overblijfselen van oude pannenbedekking met ‘monniken en nonnen’.
Details van interieur. 1. Houtmarkt 44. Gestucte zoldering (1616) als in het Raadhuis, over een insteekkamer. 2. Laarstraat 21. Schoorsteenstuk (XVII).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
234 3. Oude Wand 25. Stucplafond (± 1750). Stucplafond, Lodewijk XVI (geverfd). 4. Groenmarkt 14. Stucplafond (XVIII c). Gedrukt papieren behangsel, Empire. Marmeren schoorsteen, Lodewijk XV. Op de bovenverdieping een behangsel (XVIII a), als in het Burgerweeshuis.
Stoeppalen. Voor Houtmarkt 68., twee hardsteenen palen met beeldhouwwerk (XVI b). Gevelsteenen, voor zoover nog niet vermeld: Korte Hofstraat 2 (1548), Turfstraat 4 (drie steenen: 1579), Barlheze 33 (1620), Houtmarkt 82 (1658), Barlheze 23 (1663), Achterhoven tusschen 24 en 36 (XVIII). Ankers: Pelikaanstraat 8 (1621), Vaaltstraat 1 (1647), Laarstraat 136-148 (1630). Gesmeed ijzeren armen voor uithangborden: Raadbuissteeg 1 en Laarstraat 94. Oude verlaatbakken: o.a. Kuiperstraat 2.
h. Musea en particuliere verzamelingen. 1. Het STEDELIJK MUSEUM in het Wijnhuis bevat o.a.: een panderstaf (1502), twee bodestaven met de jaartallen 1573 en 1574, doch ten deele XVI a), aardglobe van 1604, fragment van een eiken schepenbank (XVII c), bouwfragmenten enz. Catalogus (1916), samengesteld door Jvr. C. Engelen. 2. VERZAMELING YPEY. Chineesch blauw (familiebezit).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
235
Chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken. Boerenwoningen. Zestiende eeuw: 1595,
Borkeloo.
1598,
Geesteren.
XVI-XVII,
Nijkerk, Rietmolen.
Zeventiende eeuw: 1621,
Groenloo.
1622,
Groenloo.
1623,
Groenloo.
XVIIa,
Leesten.
1629,
Persingen.
1635,
Hedel.
1641,
Beuningen.
1648,
Groenloo.
1649,
Neerbosch.
1660,
Afferden.
1661,
Groenloo.
1688,
Putten.
1699,
Druten.
XVII,
Borkeloo, Bronkhorst, Groenloo, Hedel, Oldebroek, Putten, Wichen.
Achttiende eeuw: XVIIIa,
Voorst.
1732,
Druten.
1735,
Afferden.
1749,
Herwen.
1752,
Oldebroek.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
1760,
Vorden.
1789,
Hierden.
XVIII,
Aalst, Arnhem, Balgooi.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
236
Negentiende eeuw: 1802,
Hatert.
1809,
Druten.
1811,
Baak.
1825,
Groenloo.
Doelen. Zestiende eeuw: Doesburg (St. Sebastiaansdoelen).
Gerechtsgebouw. Negentiende eeuw: 1838,
Arnhem (Paleis van Justitie).
Gestichten van liefdadigheid. Vijftiende eeuw: 1401,
Arnhem (St. Petersgasthuis).
Zestiende eeuw: 1534,
Kuilenburg (Antonius- en Elizabethsgasthuis).
1555,
Kuilenburg (St. Elizabethsweeshuis).
Zeventiende eeuw: 1605,
Zutfen (Armenhuisjes).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
1610-1612,
Buren (Weeshuis, verbouwd 1857 en 1916).
XVIIb,
Nijmegen (voormalig Arme Kinderen-weeshuis, verbouwd XVII en XIX).
1626,
Hattem (Pand der Liefde).
± 1644,
Nijmegen (Protestantsch Kinderweeshuis).
1645,
Nijmegen (Oud Burgeren-gasthuis, verbouwd XIX).
1650,
Elburg (Weduwenhof).
1651,
Harderwijk (Burgerweeshuis).
1667,
Zutfen (voormalig Burgerweeshuis).
Achttiende eeuw: 1700,
Breedevoort (St. Bernardusgesticht).
1740,
Elburg (Feithenhof).
1764,
Breedevoort (St. Bernardusgesticht).
1793,
Tiel (Weeshuis).
1778,
Zalt-Bommel (Oude mannen- en vrouwenhuis).
XVIIId,
Zalt-Bommel (Gasthuis).
1787,
Zutfen (Ruitershofje).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
237
1789,
Zutfen (Oude en nieuwe gasthuis).
1793,
Tiel (voormalig Weeshuis).
Negentiende eeuw: 1804,
Tiel (Gasthuis).
1847,
Arnhem (Bronbeek).
Gevangenis. XVII-XVIII, Doetinchem (Gevangenis der Geldersche Rekenkamer).
Kapellen. Negende eeuw: IXa,
Nijmegen (Karolingsche kapel).
Twaalfde eeuw: XIIc,
Nijmegen (kapel van Barbarossa).
Veertiende eeuw: 1393-1420,
Zutfen (Raadskapel).
Vijftiende eeuw: XVA,
Kuilenburg (St. Pieterskapel).
± 1470,
Arnhem (St. Eusebiuskapel).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
XVc,
Arnhem (choor St. Agnietenkapel), Nijmegen (St. Geertruidskapel).
XVd,
's-Heerenberg (Gasthuiskapel), Tiel (kapel van het St. Ceciliaklooster).
XV,
Arnhem (St. Catharinakapel), Harderwijk (Pesthuiskapel?), Heerde (kapel van het Fraterhuis Hulsbergen), Keent (St. Antoniuskapel), Nijmegen (Glashuis en St. Nicolaaskapel?), Ubbergen (kerkhofkapel).
Zestiende eeuw: ± 1500,
Doetinchem (Gasthuiskapel).
± 1503,
Arnhem (Raadskapel).
XVI (?),
Over-Asselt (St. Walricus-kapel).
Zeventiende eeuw: XVIId,
Het Loo (Paleiskapel).
Kasteelen en landhuizen. Dertiende eeuw: Doorwerth (noordvleugel XIV, zuidvleugel XV-XVI), Geldersche toren (hersteld XVIA, herbouwd XIX).
Veertiende eeuw: ± 1300,
Ammerzoden (verbouwd ± 1600), Roozendaal (verbouwd 1615).
XIVa,
Doornenburg (gewijzigd XVIIc en XVIII), Hackfort (verbouwd ± 1600 en 1788), Nijenbeek (uitgebreid XVI).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
238
1396,
Elburg (later Raadhuis).
XIV,
Vorden (verbouwd XVI en later).
Vijftiende eeuw: XIV-XV,
Het Oude Loo (verbouwd XVIb, gewijzigd XVIId en 1817), Wadestein (toren).
XVA,
Brakel (bouwval).
XVc,
Kuilenburg (hertogelijk huis), Poeldijk.
XVB,
Blankenburg (toren).
XV,
Hatert (toren), Hernen (uitgebreid XVIb en XVIII), Hoekelum (onderbouw), De Kelder, Latum, Loevestein, Malsen, Slangenburg (verbouwd XVIIA), Swanenburg (torens), Het Velde (toren).
Zestiende eeuw: XVIa,
Kemnade, Het Gulden Spijker (?), Het Spijker (Hattem), Wageningen (overblijfselen), Wildenborch (overblijfselen).
1536,
Huis van Maarten van Rossum (Zalt-Bommel)
1539-1546,
Huis van Maarten van Rossum (Arnhem).
1549,
Magerhorst (toren).
XVIb,
Biljoen (verbouwd XVIII), Cannenburch (verbouwd 1661 en 1751).
± 1550,
Boetselaersborch, 's-Heerenberg (verbouwd XVIId en ± 1750).
1557,
Ter Horst (verbouwd o.a. 1791).
XVIc,
De Doelen (toren), Loowaard.
XVId,
Beerenkamp.
XVIB,
Ruurloo (verbouwd XVIIIa).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
XVI,
Dorth (fundamenten), Goudestein (bouwval), Wijhenburg.
Zeventiende eeuw: ± 1600,
Batenburg.
1593-1615,
Keppel (vergroot 1750 en 1850).
1610,
De Ehze.
1620,
Bulkenstein (poort).
XVIIa,
Doddendael, Padevoort (herbouwd 1875), Sevenaer, Vosbergen.
1627,
Waardenburg.
1633,
Ophemert.
1636,
De Kamp.
1643,
Middachten (verbouwd XVIId).
1645-1647,
Hof van Arkel.
± 1650,
Ampsen (verbouwd XVIIIc).
XVIIb,
Hof van Borculoo (poortje).
1652,
Aerdt (overblijfselen), Groot-Essenburg (vernieuwd 1767).
1663,
Oolden (verbouwd XVIII).
1686,
Appeltern (bouwhuizen).
1697-1700,
Voorst.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
239
XVIId,
Den Ooy (overblijfselen).
XVII,
Bramel (verbouwd XVIII en XIXA), Hamerden, Hedel (bouwhuizen), Wisch (overblijfselen), Zoelen.
Achttiende eeuw: XVIIIA,
Balgooi, Kieftenkamp.
1757,
Hemmen.
1760,
Baak (bouwhuizen).
1776,
Verwolde.
1785,
Babberich.
XVIIId,
De Poll, Schuylenburch.
XVIII,
Bingerden, Medler, Ulenpas.
Negentiende eeuw: 1832,
De Dekany.
1835,
Enghuizen, Het Enzerik.
Kerken. Elfde eeuw en ouder: Alfen (schip?), Andelst (deel schip), Buurmalsen, Echteld (deel schip), Wilp.
Twaalfde eeuw: ± 1100,
Kesteren (aanleg schip, gewijzigd XV), Oud-Velp.
XIIA,
Kerkwijk, Wadenooien.
XIId,
Oene (deel schip).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
XII,
Angerloo (schip en noordkapel), Ermeloo, Oosterbeek, Valburg, Vorden (noordwest. deel), Warnsveld.
Dertiende eeuw: XIIIA,
Zutfen (St. Walburg, verbouwd ± 1500).
XIIIB,
Almen (deel schip?), Harderwijk, Nijmegen (west. deel St. Steven), Wageningen (ten deele verbouwd 1860), Zutfen (Nieuwstadskerk, vergroot XIV-XV).
XIII,
Angerloo (noordbeuk), Beek (fragmenten), Beekbergen (west. deel schip), Echteld, Ek-en-Wiel, Hemmen, Horsen, Kapel-Avezaat (?), Netterden (deel schip), Ommeren, Randwijk, Ressen, Silvolde, Vorchten, Westervoort.
Veertiende eeuw: ± 1300,
Driel (deel schip), Huisen, Terwolde (schip en noordbeuk).
1316,
Breedevoort.
XIVa,
Voorst (choor), Zutfen (Broerenkerk).
1350,
Over-Asselt (choor verhoogd XV).
XIVb,
Arnhem (St. Walburg, vergroot 1391-1422).
XIVA,
Doetinchem (1527 vergroot), Hoog-Keppel, Leur.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
240
XIVc,
Doesburg (St. Maarten, vergroot XVd), Nijmegen (choor St. Steven), Voorst.
XIVd,
Eibergen, Ermeloo (choor), Heelsum, Hengeloo, IJzendoorn (choor), Lochem (vergroot XVc), Nijmegen (schip, noordbeuk en kapel Broerenkerk), Scherpenzeel, Zalt-Bommel (schip, vergroot XVc, en choor), Zoelen.
XIVB,
Hattem (herbouwd XVb), Nijmegen (dwarspand St. Steven), Putten, Zutfen (dwarspand, verlengd 1492-1499, en choor St. Walburg).
XIV,
Angerloo (choor), Beekbergen (oost. deel), Bemmel, Bruchem, Didam, Doesburg (Gasthuiskerk), Doetinchem (choor verhoogd XVI), Groenloo, Herveld, Hoevelaken (deel schip), Ingen, Kekerdom, Neder-Hemert Z.z. (deel schip), Neerbosch, Nijbroek, Oldebroek (deel schip), Otterloo, Oud-Zevenaar (herbouwd 1616 en 1863), Persingen, Reden, Slijk-Ewijk, Tuil (deel schip), Zelhem.
Vijftiende eeuw: ± 1400,
Epe, Rumt.
XVa,
Ammerzoden (choor), Beekbergen (choor), Didam (choor), Echteld (choor), Harderwijk (dwarspand en choor), Heelsum (choor), Horsen (choor), IJzendoorn, Kerk-Driel (choor), Nijmegen (choor Broerenkerk), Zutfen (St. Agnietenkloosterkerk).
1418,
Elburg (St. Agnietenkerk).
1426,
Nijmegen (O.L.V. kapel).
1431,
Nijmegen (H. Kruischoor).
1440,
Andelst (choor).
XVb,
Brakel (choor), Duiven (± 1450), Ede (± 1450), Groesen, Kerk-Driel (dwarspand),
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Nijmegen (Mariënburgkerk), Opheusden (choor), Tiel (dwarspand afgebroken 1731, choor afgebroken XIX A). XVA,
Groenloo (choor), Maurik (choor), Neerbosch (choor), Nijmegen (St. Steven), Steenderen, Twelloo, Westervoort (choor), Zoelmond.
1451,
Brummen.
1423-1458,
Nijmegen (choortrans St. Steven).
1470,
Arnhem (St. Eusebius, vergroot ± 1503).
1471,
Malden.
XVc,
Barneveld, Bennekom, Beuzichem (choor), Elburg, Elst, Epe(choor), Hal, Kerk-Avezaat (choor), Scherpenzeel (choor en noordbeuk).
XVd,
Ammerzoden (dwarspand, overblijfselen van schip), Aard (choor), Eibergen (choor), Enspijk, Hattem (choor, gewijd 1504), Hengeloo (choor), Huisen (kapel), Kerk-Driel, Kerkwijk (choor), Oldebroek (choor), Otterloo (choor), Wadenooien (choor), Wageningen (dwarspand en choor), Zoelen (choor).
XVB,
Gellikum, Latum, Nijkerk, Reden (choor), Tricht, Zetten (choor).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
241
XV,
Aalten, Alfen (choor en noordbeuk), Altforst (choor), Appeltern (choor), Arnhem (overblijfselen van St. Catharinagasthuiskerk), Asch, Bemmel (choor), Bergharen, Beuzichem, Buren (hersteld 1665), Buurmalsen (choor), Driel (deel choor), Ek-en-Wiel (choor en zijbeuken), Elspeet, Etten, Ewijk (choor), Geldermalsen, Gorsel, Groesbeek (choor), Heerde (choor), Hees, Herveld (choor), Hoog-Keppel (choor), Huisen (choor), Hurwenen (choor), Ingen (choor), Kapel-Avezaat (choor), Kesteren, Kuilenburg (herbouwd ± 1659), Nijbroek (choor), Oene (choor), Oud-Zevenaar (choor), Persingen (choor), Randwijk (choor en zijbeuken), Ravenswaai, Ressen (choor), Rijswijk, Ruurloo, Silvolde (choor), Slijk-Ewijk (choor), Terborg (choor), Terwolde (choor), Twelloo (choor), Valburg (choor), Varseveld, Vorchten (choor), Vorden, Wamel (dwarspand en choor), Warnsveld (choor en zijbeuken), Wel, Winterswijk, Zelhem (choor en zijbeuken), Zevenaar (gewijzigd 1605 en XVIIIa), Zutfen (choor Broerenkerk).
Zestiende eeuw: ± 1500,
Dingsperlo, Gellikum (choor), Maurik, Wilp (choor).
1502,
Harderwijk (kloosterkerk).
1524,
Opheusden.
XVIa,
Batenburg, Borkeloo, Dreumel (choor), Ellekom (choor), Kootwijk, Leur (choor), Lienden, Winterswijk (choor).
1529,
Arnhem (dwarspand St. Eusebius).
1536,
Arnhem (choor St. Eusebius).
XVIb,
Aard, Zalt-Bommel (Gasthuiskerk).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
XVIA,
Brakel.
1571,
Lunteren (choor).
XVId,
Geesteren, Neder-Hemert Z.z. (choor).
XVI,
Erichem, Op-Hemert (overblijfselen choor), Varseveld (choor en zuidbeuk).
Zeventiende eeuw: 1612,
's-Heerenberg.
XVIIa,
Hedel.
1640,
Hurwenen.
1648,
Lichtenvoorde.
XVIIb,
Neder-Hemert Z.z.
1658,
Zevenaar.
XVII,
Arnhem (voorm. Luthersche kerk, verbouwd 1701 en 1898), Latum (doorsluiting).
Achttiende eeuw: XVIIIb,
Terborg.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
242
1753,
Leeuwen.
1762,
Est.
1776,
Neder-Hemert N.z.
XVIII,
Nieuwaal.
Negentiende eeuw: 1801,
Dalem.
1804,
Neder-Asselt, Spankeren.
1810,
Tuil.
1813,
Doesburg (R.K. kerk).
1818,
Busloo.
1822,
Hellouw.
1823,
Herwijnen.
1824,
Beuningen.
1826,
Vuren.
1829,
Brummen.
1830,
Wichen, Zalt-Bommel (R.K kerk).
1831,
Doornspijk.
1835,
Gendringen, Laren.
1836,
Kuilenburg (Oud-Kath. kerk), Leeuwen (R.K. kerk), Renooi.
1837,
Groesbeek (R.K. kerk), Heteren, Arnhem (koepelkerk).
1838,
Didam (R.K. kerk), Hummeloo.
1840,
Doodewaard, Rozendaal.
1841,
Heerde.
1842,
Hien, Kerk-Driel (R.K. kerk), Maasbommel, Veesen.
1843,
Terborg (R.K. kerk).
1844,
Akkooi, Gent.
1845,
Etten (R.K. kerk), Oosterwolde, Rossum (R.K. kerk).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
1846,
Eibergen (R.K. kerk), Nede, Heerewaarden.
Kloosters en begijnhoven. (Zie ook kapellen en kerken.)
Dertiende eeuw: Zutfen (gewelven en muurwerk van Dominicanenklooster).
Vijftiende eeuw: 1408,
Zutfen (overblijfselen van Franciscanessenklooster).
1418,
Elburg (Bagijnenhuis).
XVa,
Zutfen (overblijfselen van St. Agnietenklooster).
1430,
Nijmegen (Dominicanenklooster).
XVd,
Harderwijk (St. Catharinaklooster), Nijmegen (Observantenklooster).
XV,
Doesburg, Heerde.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
243
Zestiende eeuw: XVI,
Harderwijk (Fraterhuis van St. Hieronymus), Zutfen (refectorium van Dominicanenklooster).
XVI,
Kuilenburg (Klooster Jeruzalem en ‘Convanje’).
Kosterij. Zeventiende eeuw: 1694,
Renkum.
Kruisgangen. Vijftiende eeuw: 1430,
Nijmegen (Dominicanenklooster).
Zestiende eeuw: XVIa,
Zutfen (Dominicanenklooster).
Markt- en waaggebouwen, beurzen enz. Vijftiende eeuw: 1450-1452,
Zutfen (boterhal, geheel herbouwd 1896).
Zestiende eeuw: 1542-1545,
Nijmegen (gewandhuis).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
XVIb,
Doesburg (waag).
Zeventiende eeuw: 1612,
Nijmegen (waag).
1616-1619,
Zutfen (wijnhuis, met toren XVIIb).
1621,
Hattem (waag en hoofdwacht).
1646-1654,
Nijmegen (galerij).
Achttiende eeuw: 1761,
Arnhem (waag).
1776,
Zalt-Bommel (vischmarkt).
XVIIId,
Kuilenburg (vischmarkt), Zalt-Bommel (waag).
Negentiende eeuw: ± 1800,
Tiel (vischmarkt).
XIXa,
Buren (waag).
1849,
Tiel (beurs)
Molens. Zestiende eeuw: XVId,
Kuilenburg.
Zeventiende eeuw: XVIIb,
Hengeloo.
XVII,
Vorden.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
244
Achttiende eeuw: 1783,
Ruurloo.
XVIII,
Arnhem (Sonsbeekweide), Nede.
Muntgebouwen. Vijftiende eeuw: 1401,
Arnhem (zie St. Petersgasthuis).
Zestiende eeuw: Arnhem (Olde munte), 's Heerenberg.
Pakhuizen. Zestiende eeuw: Zalt-Bommel (Ruiterstaat, naast C 93).
Zeventiende eeuw: 1617,
Zalt-Bommel (Boschstraat D 84).
Achttiende eeuw: 1731,
Nijkerk (Veenestraat B 32).
1747,
Harderwijk (Bruggestraat A 48).
1769,
Nijkerk (Westkadijk B 415).
XVIII,
Nijkerk (Nieuwstraat B 374, Koetsendijk).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Paleizen. Twaalfde eeuw: ± 1155
Valkhof (waltoren en aangrenzende fragmenten).
Zeventiende eeuw: XVIId,
Het Loo.
Achttiende eeuw: XVII-XVIII,
Arnhem (gedeelte van Prinsenhof).
Pastorie. Zeventiende eeuw: 1623,
Hattem (Oude weeme).
Polderhuis. Negentiende eeuw: XIXa,
Buren (Dijkhuis).
Pompen en fonteinen. Achttiende eeuw: 1718 en 1719,
Kuilenburg.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
1724,
Wageningen.
XVIIIa,
Kuilenburg.
1732,
Buren.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
245
1733, 1735,
Hattem.
1749,
Nijmegen.
1768,
Tiel.
1776,
Hattem.
1781,
Zalt-Bommel.
XVIIId,
Zalt-Bommel.
Poortgebouwen. Veertiende eeuw: XIVd,
Elburg (Vischpoort sinds 1592, oorspronkelijk waltoren), Harderwijk, Hattem.
XIVB,
Zutfen (Berkelpoort).
Vijftiende eeuw: 1440,
Arnhem (Sabelpoort, verbouwd 1647).
1444,
Zutfen (Drogenapstoren, in 1465 dichtgemetseld).
XV,
Buren, Lobit, Zalt-Bommel.
Zestiende eeuw: XVIa,
Ermeloo (Poort der commanderij St. Jansdal).
XVIA,
Zutfen (Oude Nieuwstadspoort).
1542-1545,
Nijmegen (Kerkboog, bovendeel 1605-1606).
1557,
Kuilenburg.
XVI,
Nijmegen (Maarten Schenckpoort).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Zeventiende eeuw: 1647,
Tiel (Waterpoort).
1664,
Tiel (Hugtpoort).
Raadhuizen. Veertiende eeuw: ± 1300,
Elburg (oude raadhuis).
1396,
Elburg (vernieuwd 1773).
Vijftiende eeuw: Zutfen (geheel verbouwd XVIIIA).
Zestiende eeuw: 1508,
Borkeloo (overblijfselen van oude gemeentehuis).
1534,
Kuilenburg (vergroot XVIIb, vernieuwd 1822).
1539-1546,
Arnhem (oorspronkelijk huis van Maarten van Rossum).
1553-1554,
Nijmegen.
XVI,
Doesburg, Hattem (verbouwd 1619-1625).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
246
Zeventiende eeuw 1620,
Harderwijk (uitgebreid 1728, vernieuwd 1837)
1634-1639,
Lochem (verbouwd XVIII).
1654,
Buren (vernieuwd 1739).
1698,
Wageningen.
Achttiende eeuw: 1727,
Doetinchem.
1762,
Zalt-Bommel.
Scholen. 1544-1545,
Nijmegen (Apostolische school).
1655,
Nijmegen (Illustre school).
1724,
Wageningen (Latijnsche school).
Torens (van kerken en kapellen). Elfde eeuw en ouder: Alfen (herbouwd XII), Appeltern, Kerk-Avezaat (? vernieuwd XVb, verhoogd 1640), Spankeren, Wel.
Twaalfde eeuw: ± 1100,
Etten (onderbouw), Oosterbeek, Oud-Velp (verhoogd XV), Wadenooien, Wilp.
XIIA,
Groesen, Reden, Voorst.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
XIId,
Beuzichem, Wageningen (verhoogd XIV en XIX).
XIIB,
Deil, Dremt, Duiven (verhoogd XIV), Epe (verhoogd XIIIB en XVa), Hattem (verhoogd XIVd), Hoog-Keppel, Weel.
XII,
Aalten, Doodewaard, Eibergen (verhoogd XVd), Ermeloo (verhoogd XIII), Ochten, Oene (bovendeel XV), Valburg.
Dertiende eeuw: ± 1200,
Ellekom, Ewijk, Zelhem (verbouwd 1662).
XIIIA,
Beekbergen (verhoogd ± 1300), Rumt.
XIIIa,
Bemmel, Kerk-Driel (verhoogd XVd), Ressen, Silvolde, Vorden.
± 1250,
Barneveld (verhoogd XIV), Vorchten.
XIIId,
Meteren, Zutfen (Nieuwstadskerk, later verhoogd).
XIIIB,
Geldermalsen, Kerkwijk.
XIII,
Bergharen, Buren (verhoogd XVIIc), Erichem, Ek-en-Wiel, Gent (? herbouwd XV), Heteren, Horsen (verhoogd XV), Huisen, Netterden, Randwijk (verhoogd XIV), Zutfen (St. Walburg, boven deel herbouwd na 1446).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
247
Veertiende eeuw: XIVa,
Garderen, Heelsum, Heumen, Ingen, Kesteren.
XIVb,
Terwolde.
XIVA,
Doetinchem (op ouder onderbouw), Leur, Nijbroek.
± 1365,
Arnhem (westtorens St. Walburg, de noordelijke na 1854 herbouwd).
XIVd,
Hengeloo, Herveld (verhoogd XVB), Lochem (vernieuwd 1478), Scherpenzeel, Zoelen (bovendeel XVb.
XIV,
Aalst (?), Afferden, Almen, Andelst, Balgooi, Beek (gem. Berg), Bennekom, Buurmalsen, Elden, Groesbeek, Hien, Hoevelaken, Maurik, Nede, Neder-Hemert Zz. (verhoogd XVI), Neerbosch, Oldebroek, Opheusden, Op-Hemert, Puiflijk, Putten, Rijswijk, Tricht, Tuil, Varik (verhoogd XVd), Westervoort, Zetten.
Vijftiende eeuw: XVa,
IJzendoorn, Nieuwaal, Poederooien, Zalt-Bommel.
1431,
(± 1569 en 1592 hersteld).
1440-1451,
Tiel.
XVb,
Brakel.
XVA,
Didam, Elburg, Oud-Zevenaar, Zoelmond.
1470,
Arnhem (St. Eusebius, verhoogd 1550 en 1650).
XVc,
Beesd, Brummen, Ede (verhoogd XVII), Enspijk, Lunteren, Zalt-Bommel (Gasthuiskerk, bovendeel XVIc).
XVd,
Akkooi, Ammerzoden.
XVB,
Driel.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
XV,
Baak, Borkeloo, Dingsperlo, Doesburg (St. Maarten en Gasthuiskerk), Gorsel (verhoogd XVIIA), Heeselt, Kuilenburg, Lienden, Loenen. Malden (overblijfselen), Nijkerk (verhoogd 1776), Ooi, Persingen, Ravenswaai, Ruurloo, Slijk-Ewijk, Steenderen (op ouder onderbouw), Twelloo, Voorthuizen, Winsen, Zeddam (verhoogd ± 1500).
Zestiende eeuw: ± 1500,
Gellikum,
1507,
Winterswijk.
XVIa,
Batenburg, Hees, Kootwijk, Nunspeet (op ouder onderbouw. en verhoogd XVIIId), Otterloo, Vaassen.
XVIA,
Elst.
XVIc,
Aard Groenloo.
XVI,
Geesteren, Hal, Rossum.
Zeventiende eeuw: 1648,
Lichtenvoorde.
1656,
Rekken.
XVII,
Latum (op ouder onderbouw).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
248
Achttiende eeuw: XVIIIb,
Terborg.
1766,
Angerloo.
XVIIIc,
Varseveld (overblijfselen van ouder onderbouw).
1786,
Gameren.
Negentiende eeuw: 1835,
Echteld.
1837,
Kekerdom.
Vergaderzaal. Negentiende eeuw: 1803-1818,
Arnhem (Gouvernementsgebouw),
Wallen en muren. Veertiende eeuw: Arnhem, Harderwijk, Zutfen.
Vijftiende eeuw: ± 1400,
Elburg.
XV,
Buren, Doesburg, Hattem (verhoogd XVId), Kuilenburg, Nijmegen, Tiel, Zalt-Bommel.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Zestiende eeuw: XVIA,
's-Heerenberg.
XVId,
Zutfen (Berkelbogen).
Woonhuisgevels. Veertiende eeuw: XIVA,
Tiel (Markt D 9).
XIV,
Elburg (Bloemsteeg, Smedestraat 10), Harderwijk (Hoogstraat C 59 en C 342?).
Vijftiende eeuw: XVc,
Doesburg (Veerpoortstraat D 42), Kuilenburg (Slotstraat, hoek Lange Meent).
XV,
Doesburg (Kosterstraat C 186), Doetinchem (Hamburgerstraat A 56), Harderwijk (Donkerstraat B 110, Groote Marktstraat D 81, Markt B 65), Kuilenburg (Ridderstraat 184).
Zestiende eeuw: XVIa,
Doesburg (Meipoortstraat B 33 en B 358), Tiel (Weerstraat B 55-57).
± 1540,
Nijmegen (Groote markt 22, 23, 24, 25, verbouwd XVIIa).
1549,
Kuilenburg (Markt C 203), Zutfen (Zaadmarkt 109).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
249
XVIb,
Groenloo (Lievelderstraat A 262), Zalt-Bommel (Waterstraat A 113).
XVIA,
Arnhem (Koningstraat 37), Nijmegen (Steenstraat 46), Zalt-Bommel (Waterstraat A 57, Boschstraat D 51, Gasthuisstraat C 18), Zutfen (Spiegelstraat 13).
1553,
Kuilenburg (Groote Kerkstraat A 270).
1557,
Zutfen (Beukerstraat 44).
1563,
Tiel (Ambtmanshuis).
XVIc,
Arnhem (achter Kerkstraat 19), Huisen (Langestraat D 26), Zalt-Bommel (Kerkhof, Boschstraat D 57, Markt D 46), Zutfen (Vaaltstraat 3).
1596,
Doesburg (Koetsveldstraat D 61).
XVId,
Arnhem (Langstraat, Kerkstraat 19), Doesburg (Meipoortstraat, hoek Zandbergstraat, Koepoortstraat, hoek Hoogstraat), Elburg (Vischpoortstraat 15, Beekstraat 18), Zutfen (Houtmarkt 73).
XVI,
Doesburg (Veerpoortstraat C 285, Kosterstraat C 228, Kerkstraat B 107 en D 216), Elburg (Ellestraat 43, Smedestraat 24), Harderwijk. (Wolleweversstraat C 105), Nijmegen (Steenstraat 22, Houtmarkt 4), Zalt-Bommel (Tolstraat).
Zeventiende eeuw: ± 1600,
Arnhem (Bakkerstraat 4 en 5).
1603,
Elburg (Bloemstraat 24).
1605,
Harderwijk (Hoogstraat C 351).
1609,
Zalt-Bommel (Koningsstraat B 257).
1610,
Zalt-Bommel (Kerkstraat B 240).
1613,
Breedevoort (Markt 27), Harderwijk (Groote Poortstraat C 311).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
1614,
Doesburg (Koetsveldstraat D 157), Zutfen (Lange Hofstraat 26).
1615,
Zutfen Houtmarkt 70).
1616,
Elburg (Bloemstraat 28).
1617,
Doesburg Bergstraat B 92).
1618,
Hattem (Kerkhof A 421).
1623,
Doesburg (Meipoortstraat B 24), Hattem (A 309).
1625,
Kuilenburg (Heerenstraat C 255).
XVIIa,
Arnhem (Rijnstraat 41), Doesburg (Veerpoortstraat C 275 en C 279), Elburg (Ellestraat 34), Harderwijk (Donkerstraat B 110), Hattem (Achterstraat A 258, Kerkstraat A 136 en A 203, Kruisstraat A 285 en A 408, Ridderstraat A 360), Kuilenburg (Achterstraat D 118 en 119, Binnenpoort A 287, Golberdingenstraat D 17, Heerenstraat C 223, Zandstraat B 336 en B 343), Zalt-Bommel (Gasthuisstraat C 17, A 132, A 134, Markt D 39, Oenselsche straat B 64 en B 132), Zevenaar (hoek Kerk- en St. Janstraat), Zutfen (Sprongstraat 13, Barlheze 53 en 55).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
250
1626,
Hattem (Allershoek A 31).
1629,
Zutfen (Groenmarkt 5).
1630,
Zalt-Bommel (Ruiterstraat C 90 en C 91).
1631,
Zutfen (Groenmarkt 7-9).
1632,
Zalt-Bommel (Ruiterstraat C 89), Zutfen (Laarstraat 48).
1633,
Buren (Voorstraat 37), Hattem (Kerkstraat A 158).
1634,
Harderwijk (Oliestraat).
1638,
Harderwijk (Groote Marktstraat D 97).
1639,
Zutfen (Pelikaanstraat 4a).
1641,
Zutfen (Sprongstraat 16).
1644,
Buren (Groote Kerkstraat 72 en Roode Heldenstraat 45).
1645,
Zutfen (Sprongstraat 6).
1649,
Doesburg (Koepoortstraat D 232).
XVIIb,
Arnhem (Ambtswoning van den Commissaris der Koningin, Turfstraat 3, Bakkerstraat 31), Buren (Roode Heldenstraat 47), Scherpenzeel (A 24), Zutfen (Beukerstraat 81-83, Waterstraat 38, Nieuwstraat 36)
XVIIA,
Elburg (Beekstraat 17, 33 en 41), Hattem (Kerkstraat A 174 en A 181), Huisen (Langestraat D 67-68), Nijmegen (Achter de Vischmarkt 8-10, hoek Snijder- en Ridderstraat, Groote Straat 67).
1655,
Harderwijk (Hoogstraat C 358).
1660,
Zutfen (Groenmarkt 2).
1663,
Hattem (Kerkstraat A 138).
1665,
Zutfen (Nieuwstraat 40).
1671,
Zutfen (Lange Hofstraat 3).
1675,
Arnhem (Oeverstraat 76).
XVIIc,
Arnhem (Groote Markt 23), Doesburg (Koepoortstraat D 231, Bergstraat B 68), Kuilenburg (Tollensstraat A 158), Lochem (bij het raadhuis), Nijmegen
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
(Lage Markt 34, Groote Markt 7, Kelfkensbosch 19), Zalt-Bommel (Boschstraat D 67 en C 70, Steigerstraat A 145, Kerkstraat B 26). 1677,
Hattem (Kruisstraat A 409).
1680,
Zutfen (Laarstraat 118).
1681,
Zutfen (Molenbeekstraat, naast nr. 1).
1687,
Elburg (Jufferstraat).
1690,
Barneveld (Langstraat 39).
1691,
Harderwijk (Hoogstraat C 96).
1699,
Breedevoort (Landstraat 8).
XVIId,
Nijkerk (Veenestraat B 52), Zutfen (Kuiperstraat 17).
XVII,
Arnhem (Bakkerstraat 57-59), Doesburg (Markt 21-22), Driel (Voorstraat B 32), Elburg (Vischpoortstraat 22), Kuilenburg (Markt A 279), Nijkerk (Langestraat B 17), Bronkhorst (tegenover
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
251
de kerk), Zalt-Bommel (Ruiterstraat C 94. Kerkstraat B 26, Lange Steigerstraat A 89), Zutfen (Waterstraat 26).
Achttiende eeuw: 1707,
Kuilenburg (Markt C 201), Nijkerk (Langestraat A 325).
1724,
Hattem (Ridderstraat A 358), Zutfen (Sprongstraat 7).
XVIIIa,
Arnhem (R.K. Bestedelingenhuis), Nijmegen (Lage Markt 14), Zutfen (Halterstraat 20, Beukerstraat 48, Laarstraat 24, 's Gravenhof 6, Gebroeders Bakkersweeshuis).
± 1730,
Arnhem (Bakkerstraat 25 en 56).
1740,
Harderwijk (Hoogstraat C 95).
XVIIIb,
Nijkerk (Holkerstraat B 322), Wageningen (Hoogstraat A 143), Zutfen (Waterstraat 34-36).
XVIIIA,
Elburg (Beekstraat 20, 38, 45, 49, 54, van Kinsbergenstraat 5, Ellestraat 38-40), Zutfen (Halterstraat 22).
1751,
Harderwijk (Bruggestraat A 116).
1762,
Nijmegen (Kelfkensbosch 27).
1763,
Harderwijk (Donkerstraat 81).
1771,
Breedevoort (Prinsenstraat 90).
XVIIIc,
Arnhem (Burgerweeshuis, Openbare bibliotheek, Bakkerstraat 24, Walburgsplein 10), Elburg (Ellestraat 68-69). Harderwijk (Bruggestraat A 124 en 131, Donkerstraat B 34, 39 en 82, Smeepoortstraat A 253), Hattem (Kerkstraat A 140 en A 161, Achterstraat A 276), Nijmegen (Hezelstraat 33 en Groote straat 26), Tiel (Vleeschstraat D 23, Zalt-Bommel (Ruiterstraat C 93, Nieuwstraat C 134).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
1776,
Nijkerk (Oosterstraat, tegenover 132).
1778,
Elburg (Instituut-J.H. van Kinsbergen).
XVIIId,
Arnhem (Bakkerstraat 19, Groote Markt 7), Buren (Heerenstraat 114), Harderwijk (Donkerstraat B 123), Kuilenburg, (Ridderstraat A 176 en A 185), Tiel (Groote Societeit, Ambtmansstraat D 121 en F 5), Zalt-Bommel (Gasthuisstraat A 128), Zutfen (Zaadmarkt 88, Beukerstraat 56).
XVIIIB,
Nijmegen (Lange Burchtstraat 24), Zalt-Bommel (Gasthuisstraat A 125).
XVIII,
Nijkerk (Vetkamp A 26-27, 34, 38).
Negentiende eeuw: ± 1800,
Elburg (Ellestraat 70-72).
XIXa,
Beek (B 178).
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
252
Register van Kunstenaars en Ambachtslieden. Beeldhouwers. (Ook beeldsnijders en steenhouwers.)
Bollina, I
Bladz. 123
Emmerik, H. van
149
Guillot
27
Jacbs, J.
153
Koitenbrouwer, G.
149, 150
Maes, L.F.
123
Raan, H.G. van
142
Zie ook: bouwmeesters. Retera
174
Rijcksz, W.
133
Sass, Corn.
149
Schaeff, C.Hz.
153, 154
Snoeck, J.
179
Teller, D.
150, 151
Wael en Zn., J. de
95
Xavery, J.B.
179
Ziesenis, A.
27
Bouwmeesters. (Aannemers, architecten en ingenieurs.)
Aytinck van Falkenstein
Bladz. 16, 19
Ballestraten, W. van
3
Beirer
51
Boerbooms, J.W.
17
Bommel, W. van
117
Bray, S. de
158
Francken
226
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Gils, Jac. van
34, 208
Gouda, Corn. van
178
Hellenraet, E.
222
Horleman
229
Itz, D.J.
222
Campen, Jac. van
167
Keyser, H. de
151
Cuypers, Jos. Th.
1, 17, 94, 101, 215
Cuypers, P.J.H.
8, 20, 64, 87, 101, 149, 155, 207, 223.
Leeuw Sr, H.
151
Ludewig, F.
38, 182, 202
Marot, D.
9, 90, 169
Molkenboer, Th.
20
Ommeren, C. van
140
Ommeren, V. van
140
Peters, C.H.
9
Pompe, W.
122
Portheine, H.
17
Post, P.
47
Posthumus Meyjes, C.B.
17
Raan, H.G. van
142
Zie ook: beeldhouwers. Riele Gzn., W. Te.
6, 45, 54, 189
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
253
Romans, J.
9
Speck, P. Gzn. van der
153
Stuyt, J.
215
Tepe
216
Vennecool
169
Vingboons, Ph.
167
Weve, J.J.
147, 148, 151, 152, 157
Geelgieters.
Bayens, C.
Bladz. 13
Bayens, P.
13
Eynde, G. van den
224
Keusekamp, H.
79
Sternema, H.
49
Goud- en zilversmeden.
Bogaert, Th.
Bladz. 125
Brauer, I.F.
4
Brom, J.
216
Koler, G.
11
Verhaer, N.
125
Klokgieters.
Arck, E. van der.
Bladz. 40, 113, 195, 219
Bergen, J.M. van
28
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Berman, H.
42
Boitel, P.
114
Borch, H. de
41, 47, 49
Borchhard
73, 145
Both, W.
40, 113, 195, 219
Bouvrie, P.
209
Butendiic, St.
167
Butendiic, W.
49
Derck, J.N.
15
Edelbrock, Gebr.
91, 116, 192
Evers, W.
7, 55, 68, 198, 209, 215, 219
Falck, H.
51, 67, 85, 120
Formicae, J.
203
Formicae, M.
203
Fremy, C.
71, 73
Fremy, J.
69
Fremy, M.
71, 73, 77
Fremy, W.
2, 66, 203
Gheyn, A.J. van den
142, 166
Gheyn, M. van den
149, 154
Gheyn, P. van den
149, 154
Grave, J.A. de
28, 52, 55, 68, 75, 81, 83, 102, 172, 195, 196, 201, 204, 209
Hachman, A.
55, 114
Hatyseren, S.
34, 225
Hemony, F.
19, 31, 55, 80, 89, 112, 124, 168, 191, 209, 222, 225.
Hemony, P.
19, 31, 55, 124, 170, 191, 204, 209, 222.
Henrijcks, R.
79
Heuvel, Th. van
91
Hoerken, J.
30, 81, 85, 225
Hoerken, P.
50
Hoerken, W.
30, 50, 81, 85, 225
Horst, H. ter
89, 106, 115, 177, 189
Hundt, C.
203
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Jullien, A.
209
Klinghe, G.
102
Korthans, Chr.
168
Crans, Cypr.
44, 47, 87, 170, 198
Kruissen, Jac.
73
Lansinck, G.
43
Levache, I.B.
19, 39, 154
Mauritz, J.
191
Meurs, A.
106
Meurs, H.
6, 40, 80, 82, 167, 175
Moer, J.
4, 140, 177, 179, 209
Moer, G.
19, 226
Moer, W.
177
Muller, N.
7, 68, 196, 201
Noorden, Cl.
27, 81, 172
Pax, F. de la
209
Peckel, R.
87, 169, 204
Petit
114, 116
Petit en Fritsen
13, 26, 39, 40, 45, 64, 69, 70, 86, 92, 107, 116, 182, 183, 186, 189, 202, 210, 222.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
254
Petit, A.
29, 69, 142, 164, 165, 186
Petit en Zoon, A.
29
Petit, H.
37, 38, 45, 51, 63, 69, 142, 185
Petit, J.
37, 215, 216
Petit P.
29, 62
Petit, X.
62
Philipsen, J.
7, 27, 32, 50, 55, 64, 68, 82, 88, 93, 114, 117, 164, 172, 185, 187, 209.
Philipsen, W.
32, 50, 114
Rutgers, St.
65, 112, 139
Schimmel, G.
66, 71, 79, 102, 136, 168, 189, 190.
Seest. P.
40, 73, 175, 220
Simon, M.F.
115
Specht, J.
108
Steen en Borchhardt
145
Steylaert, A.
145
Symon, F.
47, 102, 175
Symon, J.
47
Symon, Th.
47
Swys, J.
139
Tolhuys, E.
4
Tolhuys, J.
113
Tolhuys, W.
19
Trier, H. van
7, 13, 67, 114, 118, 154, 183, 188.
Trier, J van
2, 7, 12, 13, 67, 114, 118, 183, 202.
Trier, P. van
7, 13, 27, 36, 55, 64, 65, 66, 67, 68, 82, 88, 93, 108, 111, 112, 114, 120, 134, 154, 164, 172, 183, 187. 188, 198, 202, 204, 215, 216, 217, 218, 219.
Trier en Zoon, P. van
134
Voigt. C.
1, 5, 52, 92, 109, 217, 225
Voigt, Ch.D.
217
Voigt, C.W.
92, 109, 225
Voigt, J.R.
36, 53, 109, 132, 200, 201, 206.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Voigt, R.
1. 87
Vollmering en Zoon, W.
206
Waghenens, G.
84
Wegewart, H.
7, 136
Wegewart, W.
119, 188, 189, 226
Westerhues, W.
139
Wybrans, G.
92
Wilhelmus
120
Wou, van
78
Wou, G. van
19, 20, 34, 79
Wou, J.G. van
89
Wou, W. van
121
Orgelmakers.
Badens
Bladz. 224
Friederichs, J.C.
175
Crane
29
Leichel
136
Meere, A.
78
Quelhorst
73
Ruprecht, C.
216
Schwarze
68
Strumpfel
14
Verhofstad
123
Wagner, J.
18
Wagner, J.M.
18
Plateelbakkers.
Palissy
Bladz. 10
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Schilders. (Ook teekenaars.)
Aertsen, P.
Bladz. 126
Accama, B.
11
Aved, J.A.J.C.
10
Beeldemaker, A.C.
10, 127
Bray, de
114
Breecker
142
Deys, J.
126
Dyck, A. van
11
Doomer, L.
147
Ellens, H.
19
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
255
Elliger, A.
24
Fabri, W.A.
9
Feuerlein, J.P.
127
Francken, Fr.
10
Geest, W. de
9, 11
Gelder, A. de
191
Gelder, J. van
225
Gerids
190
Glauber, J.
9
Goyen, J. van
10, 151
Haag, T.P.C.
127
Haegh, W. ten
19
Heemer, T.
206
Helt Stockade, N. de
150
Helweegen
45
Hoet, G.
206
Honthorst, G.
11
Hulst, J.B. van der
11
Isacs, I.
94
Kessel, W. van
178
Cleve, J. van.
104
Clinger, M.
126
Cuyp, A.
10
Lairesse, G. de
9
Langevelt, R. van
150
Leeuwen, C. van
141
Liotard, J.E.
141
Loonen, D. van
228
Maes, D.
10
Meyer, H. de
10
Miereveld, M.J.
141
Moreelse, P.
127
Netscher, Casp.
11
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Netscher, Const.
11
Nijmegen, D. van
161
Pacx, H.
10
Palamedesz, P.
150
Pieneman, J.W.
11
Ravestein, J.A. van
126
Robart, R.G.
158
Roghman, R.
186
Rossum, B. van
173
Scherlenski, E.J.
207
Schoten, P. van
150
Schreven, H.
19
Schutterad, H.G.
46
Scorel, J. van
126, 191
Seghers, D.
63, 125
Spinny, J.
127
Swinderen, J. van
222
Tischbein, J.F.A.
10, 11
Smid. (Zie ook: wapensmid.)
Monogrammist I.D.R.
Bladz. 123
Tapijtwevers.
Bouwens
Bladz. 171
Romanellus, I.F.
150
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Uurwerkmakers.
Fischer, G.W.
Bladz. 142
Gront, J.
149
Call, J. van
30, 47, 164
Spraeckel, J.
19, 102, 115, 222
Spraeckel
42
Tappé, K.Chr.
154
Wapensmid.
Wundes, J.
Bladz. 75
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
256
Topographisch Register. A.
Aalst
Bladz. 165
Aalten
1
Aard
108
Aardenburg (Huis)
109
Abtspol (Huis)
206
Afferden
63
Akkooi
30
Aldenhaag (Huis)
219
Alfen
12, 62
Almen
88
Altenbergen
157
Altforst
13
Ambt-Doetinchem
2
Amersfoort
175
Ammerzoden
3
Ammerzoden (Kasteel)
4
Amsterdam 142, 153, 154, 198. Klokken aldaar gegoten:
47, 68, 75, 222.
Andelst
184
Angerloo
5
Anholt
68, 204
Ampsen (Kasteel)
130
Antwerpen
124
Apeldoorn
6
Appeltern
12, 13
Appeltern (Huis te)
14
Arend (Boerderij De)
191
Arkel (Hof van)
180
Arnhem
14, 37, 67, 76, 81, 139, 198, 216, 217.
Asch
45
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
B.
Baak
Bladz. 176
Baak (Huis)
176
Babberich (Huis)
19, 217
Balgooi en Keent
26
Balgooi
26
Balgooi (Kasteel)
26
Barneveld
26, 27, 28, 29, 69
Batenburg
29
Batenburg (Slot te)
30
Beek (gem. Berg)
33
Beek (gem. Ubbergen)
182
Beekbergen
6
Beerenkamp (Huis)
144
Beesd
30
Belmonte (Huis)
198
Beltrum
70
Bemmel
31
Bennekom
67
Bentheim (Kasteel te)
30
Berg
33
Berg-en-dal
182
Bergharen
37
Beuningen (Huis Den)
39
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
257
Beuzichem
40, 41
Biljoen (Kasteel)
171
Bingerden
5
Blankenberg (Slot)
39
Boetselaersborch
36
Borkeloo
41, 139
Borculoo (Hof van)
42
Boswaai (Huis De)
109
Bottestein (Landgoed)
84
Brakel
43
Brakel (Oude Huis te)
43
Brakel (Nieuwe Huis te)
44
Bramel (Kasteel De)
194
Breedevoort
2
Bronbeek (Huis)
16
Bronkhorst
176
Bruchem
118
Brummen
44
Bulkenstein (Huis)
50
Buren
45, 137
Buren (Slot te)
45, 172
Busloo
187
Buurmalsen
49
C, zie K.
D.
Dam (Huis Den)
Bladz. 90
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Deest
64
Deil
50
Delft
123
Deventer 79. - Klok aldaar gegoten:
106.
Didam
52
Dieren
168
Dieren (Hof te)
138
Dingsperlo
53
Doddendael (Huis)
83
Doelen (Huis De)
217
Doesburg
44, 53
Doetinchem (Stad-)
57
Doodewaard
59
Doornenburg
32
Doornenburg (Kasteel)
32
Doornspijk
60
Doorwerth (Kasteel De)
7, 60
Dorenwerd
60
Dorth (Huis)
89
Dremt
115
Dreumel
12, 61
Driel (gem.)
62
Driel (gem. Heteren)
111
Drost Daemenhuis
36
Dekany (Huis De)
194
Drumt
196
Druten
63
Duistervoorde
187
Duistervoorde (Kasteel)
188
Duiven
64
Dulken
149, 150
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
E.
Echteld
Bladz. 66
Echteld (Huis te)
25, 66
Ede
67, 68
Ede
77
Ehze (Huis De)
89
Eibergen
70
Ek en Wiel
136
Elburg
55, 71
Elden
76
Ellekom
168
Elspeet
80
Elst
68, 76
Emmerik
149, 216
Enghuysen (Kasteel)
22, 116
Enkhuizen. - Klok aldaar gegoten:
145
Enspijk
50
Enzerik (Huis Het)
194
Epe
77
Ermeloo
80
Esschenterp
219
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
258
Est en Op-IJnen
82
Est
82
Etten
86
Ewijk
82
G.
Gaesberg
Bladz. 101
Gameren
83
Garderen
27, 28
Geesteren
43
Geldermalsen
84
Geldersche toren
170
Gellikum
51
Gendringen
85, 86
Gent
87
Gent (Huis te)
88
Gietel
191
Gietelo
191
Goor
42
Gorsel
88, 89
Gouda
178
Goudestein (Slot)
92
's Gravenhage
11
Groenloo
70, 90
Groesbeek
91
Groesen
65
Groot-Bobbink (Boerderij)
176
Groot-Essenburg (Buiten)
82
Groot Kell (Boerderij)
5
Gulden Spijker (Kasteel)
24
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
H.
Haaften
Bladz. 92
Haarlem
122, 98
Hagert (Boerderij Den)
202
Hackfort (Kasteel)
193
Hal
45
Halle
214
Hamerden (Huis)
201
Harderwijk
93, 94
Harreveld
131
Hatert
145
Hatert (Huis te)
145
Hattem
100
Hattem (Kasteel te)
102
Hedel
104
Hedel (Kasteel te)
105
Heelsum
61
Heerde
105
's Heerenberg
33
's Heerenberg (Slot)
34
's Heerenloo (Stichting)
81
Heerenwaarden
106
Hees
145
Heeselt
187
Heiligerlee. - Klok aldaar gegoten:
28
Hellouw
92
Hemelsche berg (Huis)
171
Hemmen
107
Hemmen (Kasteel te)
107
Hengeloo
108
's Hertogenbosch
28
Herveld
184, 185
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Herwen en Aard
108
Herwen
109
Herwijnen
110
Hessenberg
159
Heteren
110, 111
Heumen
112
Heuven (Villa)
170
Hien
60
Hernen
37
Hernen (Huis te)
38
Hierden
99
Hoekelum (Kasteel)
68
Hoevelaken
113
Hof (Huis Het)
132
Honselaarsdijk (Huis)
10
Hooge huis
190
Hoog-Elten (Stift)
86
Hoog-Keppel
116
Horsen
113
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
259
Horst (Huis ter)
8
Hulkestein (Villapark)
25
Hummeloo
22, 116
Hunenschans
6
Huisen
44, 114
Hulsbergen (Fraterhuis)
105
Hummeloo en Keppel
115
Hummeloo
116
Hurwenen
117
I.
IJendoorn
Bladz. 117
Ingen
132
Isselburg. - Klok aldaar gegoten:
52
J.
Jansdal (Commanderij St.-)
Bladz. 81
K.
Calcar
Bladz. 146
Kamp (Huis de)
139
Kamphuizen (Huis)
217
Cannenburch (Kasteel)
79
Kapel-Avezaat
218
Keent
26
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Kekerdom
183
Kelder (Huis de)
3
Kell (Kasteel)
5
Kemnade (Huis De)
36
Keppel (Kasteel)
116
Kerk-Avezaat
218
Kerk-Driel
62
Kerkwijk
118
Kesteren
119
Kieftenkamp (Huis)
194
Klaarwater
163
Kleef. - Klok aldaar gegoten:
114
Cluse (Slot ter)
109
Commanderij (Hofstede de)
133
Kootwijk
28
Kuilenburg
40, 120
L.
Laag-Keppel
Bladz. 116
Lanxmeer
40
Laren
130
Latum
5
Latum (Huis te)
6
Leesten
199
Leeuwen
199
Leiden. - Museum van Oudheden aldaar, passim. Lent
77
Leur
38
Leut
183
Leuven. - Klok aldaar gegoten:
154
Lichtenvoorde
131
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Lienden
132, 133
Lobit
109
Lochem
134
Loenen
7, 9
Loenen (Huis te)
186
Loevestein (Kasteel)
166
Loo (Het)
8
Loo (Paleis Het)
9
Loo (Slot Het Oude)
8
Loowaard (Huis)
65
Luik. - Klok aldaar gegoten:
154
Lunteren
69
M.
Maasbommel
Bladz. 14
Magerhorst (Huis)
65
Malden
112
Malsen (Huis van)
5
Marienborn (Abdij)
21
Mariendaal
21
Marienwaard (Abdij en Landgoed)
31
Maurik
136, 137
Mechelen
87
Mechelen (België). - Klokken aldaar gegoten:
145, 224
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
260
Medler (Huis)
193
Megen
13, 29
Meijerink (Boerderij 't)
199
Meteren
85
Meteren (Huis te)
10
Middachten (Kasteel)
169
Millingen
138
Molencate (Huis)
163
Monferland (Berg)
36
Monnikenhuizen
25
N.
Nede
Bladz. 139
Neder-Asselt
164
Neder-Betuwe (Districtshuis v.d.)
180
Neder-Hemert
140
Neder-Hemert (Kasteel)
141
Neder-Hemert Nz.
3, 140
Neder-Hemert Zz
140
Neerbosch
145
Neer-IJnen
195
Neer-IJnen (Kasteel)
195
Nettelhorst (Huis te)
131
Netterden
87
Nieuwaal
84
Niftrik
201
Nijbroek
188
Nijenbeek (Slot)
190
Nijkerk
141
Nijmegen
10, 108, 144 146, 164
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Nooit gedacht (Boerderij)
138
Nunspeet
81
O.
Ochten
Bladz. 67
Oene
78
Oldebroek
162
Oldenaller (Kasteel)
167
Ommeren
134
Ooi
183
Ooi (Kasteel Den)
184
Oolden (Kasteel)
131
Oosterbeek
171
Oosterhout (Huis)
185
Oosterwolde
60
Op-Hemert
163
Ophemert (Huis)
176
Opheusden
120
Op-IJnen
82
Otterloo
31, 69
Oud-Velp
170
Oud-Zevenaar
215
Over-Asselt
164
Overbeek (Huis)
171
P.
Padevoort (Huis)
Bladz. 37
Pannerden
165
Panshanger
11
Persingen
184
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Plak (Boerderij De)
184
Poederooien
165
Poeldijk (Huis te)
88
Poelwyck (Huis)
217
Poll (Huis De Nieuwe)
191
Puiflijk
64
Putten
166
Putten (Huis)
60
R.
Randwijk
Bladz. 111
Ratum
202
Ravenswaai
137
Reden
167, 168
Rekken
70
Renkum
171, 172
Renooi
31
Ressen
33
Rietmolen
139
Rietmolen (Boerenwoning)
140
Rijswijk
136, 138
Roermond
45
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
261
Ross (Huis Het)
130
Rossum
172
Rotterdam 49. - Klok aldaar gegoten: 108. Rozendaal (Kasteel)
173
Rumt
51
Ruurloo
173
Ruurloo (Kasteel)
174
S.
Scherpenzeel
Bladz. 175
Schmiedefeld
18
Schuylenburg (Kasteel)
86
Sevenaar - zie Zevenaar. Silvolde
204
Sinderhoek
204
Slangenburg (Kasteel)
2
Slijk-Ewijk
185
Solingen
75
Sonsbeek (weide en park)
24
Spankeren
170
Spankeren (Huis te)
170
Spijker (Huis Het)
44
Spijker (Huis Het)
104
Steenderen
176, 177
Suderas (Kasteel) - zie Zuderas. Swanenburg (Kasteel)
87
T. Bladz.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Teisterbant
63
Terborg
206
Terwolde
188
Tiel
110, 134, 136, 177
Tricht
49
Tuil
93
Twelloo
189
U.
Ubbergen
Bladz. 182, 184
Ulenpas (Huis)
115
Ulft
87
Ulft (Slot)
87
Utrecht
2, 78, 125, 149, 172, 215
V.
Vaassen
Bladz. 79
Valburg
184, 186
Vanenburg (Huis)
167
Varik
187
Varseveld
87, 204, 205
Veesen
106
Velde (Huis Het)
200
Velp
170
Verwolde (Kasteel)
131
Vianen
30
Vogelensang (Huis)
173
Voorst
187, 189
Voorst (Huis te)
89, 174
Voorthuizen
27, 28
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Vorchten
106
Vorden
191
Vorden (Kasteel)
192
Vosbergen (Kasteel)
105
Vragender
132
Vreedenstein (Huis)
138
W.
Waardenburg
Bladz. 195
Waardenburg (Kasteel)
195
Wadenooien
196
Wadestein (Kasteel)
110
Waijestein - zie Wadestein. Wageningen
196
Wageningen (Kasteel te)
197
Waliën (Huis 't)
203
Wamel
199
Warnsveld
199, 200
Weel
200
Wel
4
Wel (Slot te)
5
Werden (Abdij)
214
Westervoort
201
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
262
Wezep
163
Wielwijk (Huis den)
105
Weurt
39
Wichen
201, 202
Wichen (Kasteel te)
202
Wichmond
200
Wierse (Huis De)
194
Wijchert (Huis De)
182
Wijtenburg (Huis)
66
Wijnbergen
36
Wildenborch
191, 193
Wilp
191
Winsen
83
Winterswijk
202
Wisch
203
Wisch (Kasteel)
205
Z.
Zalt-Bommel
Bladz. 107, 108, 206
Zeddam
25, 36
Zeist
172
Zelhem
214
Zelle (Huis Het)
174
Zennewijnen (Klooster)
187
Zetten
186
Zevenaar
29, 215, 216
Zevenaar (Huis)
217
Zijpendal (Kasteel)
25
Zoelen
218, 219
Zoelen (Kasteel)
219
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland
Zoelmond
40
Zuderas (Kasteel)
32, 89
Zuilichem
220
Zutfen
19, 105, 151, 220
- Klokken aldaar gegoten:
19, 31, 89, 222.
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland