Universiteit van Amsterdam
AIAS is er klaar voor!
Plantage Muidergracht 4, 1018 TV Amsterdam
Voorkeuren voor meer of minder arbeidsuren R es e arch R ep o rt 1 5
In 2003 zijn de onderwijs- en onderzoeksactiviteiten van AIAS zeer succesvol gegroeid en nu staat het instituut vol vertrouwen op de drempel van 2004, jaar van hernieuwde evaluatie. Belangrijk onderzoek werd afgerond (Dempatem, Marginalisation) of ging van start (Epicurus, Globalisering). Zojuist verwierf AIAS drie programma’s uit het Europese Zesde Kaderprogramma: voortzetting van het LoWER-netwerk, internationalisering van de Loonwijzer (in 9 Europese landen) en de coördinatie van het onderzoek naar governance binnen een van de weinige toegekende Integrated Projects, gecoördineerd door the European University Institute. Tezamen goed voor 2 miljoen Euro voor de komende 2 à 3 jaar. Door NWO werd een programmasubsidie toegekend aan het project Governance and Learning. Drie spiksplinternieuwe onderwijsprogramma’s voor de bachelor-master structuur verlieten de kraamkamer: interdisciplinaire Master HRM, internationale Master Comparative and European Labour Studies, en module arbeid in het Bachelorprogramma Gedrag en Samenleving. Tot slot benoemde de Europese Commissie Jelle Visser tot Chief Editor van het Industrial Relations in Europe Report, en trok de OECD Wiemer Salverda aan als consultant voor ouderen en arbeidsmarkt in Nederland. Consolidatie van de enorme arbeidsinzet van de kernstaf van AIAS, die deze grote stap voorwaarts mogelijk maakte, staat nu boven aan de agenda en prijst AIAS zich dan ook gelukkig met de toetreding van Paul de Beer als hoogleraar op de Henri Polak leerstoel. Over een aantal ontwikkelingen kunt u meer lezen in deze nieuwsbrief. U kunt ook kijken op www.uva-aias.net Wiemer Salverda
Recent heeft Kea Tijdens een onderzoek afgerond naar arbeidstijdvoorkeuren, op grond van gegevens van bijna 22.000 werknemers die in 2001 en 2002 de Loonwijzer vragenlijst hebben ingevuld (www.loonwijzer.nl). Zoals verwacht worden de voorkeuren vooral beïnvloed door de feitelijke arbeidsduur: werknemers die nu lange uren maken willen korter werken en werknemers in kleine deeltijdbanen willen langer werken. Werknemers die overuren niet uitbetaald krijgen willen minder uren werken, maar werknemers die wel overuren uitbetaald krijgen willen meer uren werken, waaronder deeltijders die meer uren werken dan afgesproken. In tegenstelling tot wat meestal verwacht wordt, is het verschil tussen de feitelijke en gewenste arbeidsuren bij vrouwen kleiner dan bij mannen. Vooral mannen
Najaar 2003 Jaargang 5
(Vervolg op pagina 2)
Europese Loonwijzer De Europese Unie heeft een onderzoeksvoorstel om de website loonwijzer.nl uit te breiden naar negen landen gehonoreerd uit het 6e Framework Programma. Het project heet Woliweb, wat staat voor Work-Life Web. In de komende drie jaar zullen er Loonwijzers komen in Engeland, Duitsland, België, Italië, Spanje, Finland, Denemarken en Polen. Ook instituten uit andere landen willen aanhaken bij het project. Met de enquête op de website willen we internationaal vergelijkbare gegevens verzamelen om onderzoek te doen naar de effecten van socio-economische kenmerken van werknemers (loon, arbeidsuren, CAO, baanzekerheid, en gebruik van nieuwe technologie) op hun preferenties, attitudes en percepties ten aanzien van deze aspecten
Inhoudsopgave: Onderzoek
3
Onderwijs
6
Personalia
8
Informatie AIAS
9
Recente Publicaties
9
Aankondigingen
10
Colofon
11
Column
12
Najaar 2003
(Vervolg van pagina 1 “Voorkeuren voor meer ….”)
met kinderen die al uit huis zijn hebben onvervulde arbeidstijdwensen: zij willen op grote schaal minder uren werken, maar kunnen dat blijkbaar niet realiseren. Daarbij speelt zeker de inkomensachteruitgang nu en later een rol, maar ook gebrek aan acceptatie op de werkplek of geringe medewerking van de werkgever. Uit de studie blijkt ook dat het uurloon van invloed is op de gewenste arbeidsuren. Vooral werknemers met een laag uurloon willen meer uren werken, om op die manier voldoende te verdienen. Werknemers met een uitdagende baan willen relatief minOratie
P.T. de Beer
‘ 10 G eb ode n voo r d e v akbe w eging’
Prof. dr. Paul T. de Beer (1957) is per 1 juli 2003 benoemd tot bijzonder hoogleraar Arbeidsverhoudingen aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Paul werkt de helft van de week op de Henri Polak leerstoel, ondergebracht bij de Burcht Vakbondsmuseum, de andere helft van de week werkt hij als senior onderzoeker bij AIAS. Op 7 oktober jl hield Paul zijn oratie met als titel “10 geboden voor de vakbeweging”. Een stukje uit zijn oratie: “In Nederland is al jarenlang geen sprake meer van 1 mei optochten. Het gaat dan ook niet zo goed met de Nederlandse vakbeweging. De afgelopen 25 jaar is de organisatiegraad van de Nederlandse vakbeweging gestaag teruggelopen, van 33 procent naar 25 procent. Terwijl organisaties als Natuurmonumenten en Greenpeace groeien, heeft de vakbeweging grote moeite haar vergrijsde ledenbestand op peil te houden. De grootste vakbond, FNV-Bondgenoten, verkeert in grote financiële problemen. De werkgevers stellen met enige regelmaat de representativiteit van de vakbeweging ter discussie en het huidige kabinet lijkt de vakbeweging ook al niet gunstig gezind.
Pagina 2
der vaak korter werken, maar werknemers op afdelingen waar vaak conflicten zijn of waar de bezetting onvoldoende is willen juist vaak korter werken. Deze paper is gratis te downloaden op www.uva-aias.net
Ducadam Workshop
Amsterdam - 11 dece mbe r 20 03
Op 11 december wordt in Amsterdam de jaarlijkse workshop gehouden van het DUCADAMproject. Dit project heeft als doel gegevens uit de FNV-CAO databank toegankelijk te maken voor weten-
schappelijk onderzoek. DUCADAM is mede gefinancierd met een NWOinvesteringssubsidie middel-groot. De workshop vindt plaats van 14.00 – 17.00 uur bij AIAS. Op de agenda staan onder andere onderwerpen als: de stand van zaken rond de databank, CAO-afspraken over kinderopvang, arbeidsverhoudingen in de Europese Unie in 2004, regelingen over arbo, stress en ziekteverzuim in CAO’s, evaluatie CAO-seizoen 2003 en andere onderwerpen. Deelname is gratis als u zich aanmeldt via
[email protected]
De voordelen van het vakbondslidmaatschap wegen eenvoudigweg niet op tegen de kosten ervan. Het is een klassiek ‘lifters’ (free rider) probleem. Waarom zou je lid worden van een vakbond als je toch wel profiteert van de inspanningen van de vakbeweging?
beeld niet zo kunnen zijn dat de vakbeweging inmiddels al haar doeleinden heeft gerealiseerd en zichzelf daarmee overbodig heeft gemaakt? Om op deze vragen een antwoord te vinden, heeft Paul tien doelstellingen langs gelopen die hij als de belangrijkste geboden Waarom weet de Belgische vakbewe- voor de vakbeweging beschouwt. Wat ging, net als bijv. de Zweedse, een veel is er van elk van deze tien geboden de groter deel van de werknemers aan afgelopen eeuw gerealiseerd en wat staat de vakbeweging nog te doen?”
‘Nieuwe Prof bij AJAX …
De volledige tekst van de oratie is te vinden op onze website www.uva-aias. net, bij het menu ‘Nieuws’
… of AIAS?!’
zich te binden? De vakbeweging vindt haar bestaansrecht dan ook niet alleen – en ook niet in de eerste plaats – in de individuele belangenbehartiging van haar leden. Zij ontleende haar steun onder de werkende bevolking in het verleden steeds voor een groot deel aan het feit dat zij zich inzette voor collectieve doeleinden.
De vakbeweging in crisis “10 geboden”
Verhoog het loon Verklein de inkomensverschillen Verschaf sociale zekerheid Vergroot de werkzekerheid Verbeter het werk Verkort de arbeidsduur Overbrug de tegenstelling Maar om een oordeel te kunnen vellen arbeid - kaptiaal over de levensvatbaarheid en het bestaansrecht van de vakbeweging in de 8. Democratiseer de onderneming toekomst, dient men zich wel de vraag 9. Emancipeer achtergestelde te stellen welke van deze doeleinden geroepen nog actueel zijn, welke inmiddels zijn gerealiseerd en welke nog op hun reali- 10. Verhef de arbeiders satie wachten. Want zou het bijvoor-
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Najaar 2003
Pagina 3
O n de rz o e k Ouderen op de arbeidsmarkt
Globalisering en arbeidsverhoudingen bij multinationals in Nederland
Ouderen werken vaker bij grote bedrijven: 28% van de jongeren onder de 25 jaar tegenover 49% van de 45+ers werkt bij een bedrijf met meer dan 100 werknemers. Oudere mannen werken veel vaker in een bedrijf
Vanaf de tweede helft van de vorige eeuw heeft er een constante toename plaatsgevonden in de liberalisering van wereldhandel en kapitaalmobiliteit. Deze twee processen worden in dit onderzoek tot de kernelementen van globalisering gerekend.
waar de werkgelegenheid niet groeit. Oudere vrouwen werken wel vaker in een groeiend bedrijf, omdat ze op latere leeftijd zijn heringetreden. Ouderen, mannen even vaak als vrouwen, verwachten vaker dan jongeren dat hun baan zal komen te vervallen komend jaar, maar ze ervaren wel voldoende werkzekerheid (80% van de 55+ mannen en 83% van de 55+ vrouwen).
Globalisering heeft een internationale economie gecreëerd waarin multinationals kunnen opereren buiten het bereik van nationale instituties en regelgeving. Wet- en regelgeving over sociale zaken en over arbeidsverhoudingen is echter nog steeds sterk een nationale aangelegenheid. In dit project wordt de hypothese getoetst dat deze asymmetrie het management een machtiger positie geeft in vergelijking met de vakbonden en ondernemingsraden. Terwijl strategische bedrijfsbesluiten, bijvoorbeeld over de verplaatsing van productie, in toenemende mate op internationaal niveau genomen worden, blijft de reikwijdte van de instrumenten van bonden en ondernemingsraden om dergelijke beslissingen te beïnvloeden beperkt tot de grenzen van het land waarin ze zich bevinden.
Uit ‘Ouderen op de arbeidsmarkt’. www.loonwijzer.nl, klik op ‘alles over de loonwijzer’
De onderzoeksvraag van het project betreft de invloed van globalisering op de besluitvorming over en op de ontwikkeling van de inhoud van de arbeidsverhou-
60% 50% 40%
49%
< 25 jaar 45+ers 28%
30% 20% 10% 0% >100 werknemers
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES
dingen en sociaal beleid bij multinationale ondernemingen in Nederland. Om deze vraag te beantwoorden voert AIAS vier case studies uit in oorspronkelijk Nederlandse multinationals, en vier in oorspronkelijk buitenlandse multinationals. Naast grondig literatuuronderzoek worden per onderneming minstens drie semi-gestructureerde interviews gehouden. De respondenten voor deze interviews zijn vakbondsbestuurders van de bedrijven, OR leden en managers sociale zaken, HRM of personeelszaken. Het doel is om tot een aantal praktische aanbevelingen te komen voor vakbonden en ondernemingsraden over hoe zij om kunnen gaan met de gevolgen van globalisering. Het project wordt uitgevoerd in opdracht van de FNV en de eindrapportage wordt eind dit jaar verwacht. Betrokken onderzoekers zijn Rob de Boer, Marc van der Meer, Hester Houwing, Marta Kahancova, Damian Raess en Jelle Visser
Najaar 2003
Pagina 4
Onderzoek DEMPATEM congres Sevilla - Spain 17 & 18 Oktobe r 20 03
Op 17 en 18 oktober j.l. vond het wetenschappelijke eindcongres van DEMPATEM (Demand Patterns and Employment) plaats in Sevilla. Behalve de leden van de DEMPATEMgroep waren onder de aanwezigen journalisten van Die Zeit en de New York Times en als keynote-speakers de economen: prof. Richard Freeman (Harvard/ LSE), Sir prof. Tony Atkinson (Oxford) en prof. Robert Gordon (Northwestern). Doel van de bijeenkomst was de resultaten van het DEMPATEMonderzoek te presenteren en te bediscussiëren met een reeks van discussianten. Centraal in het onderzoek en de keynotes stond de vraag naar de aard en de oorzaak van het werkgelegenheidsverschil, de zogenaamde employment gap, tussen de Europese Unie en de VS. Het ging dan vooral om de vraag hoe belangrijk de rol van diensten hierin is.
werkgelegenheidsverschil, sterke productiviteitsstijging maar voor de verschillende landen, sterke afhankelijkheid van consumentenbestedingen, lage beloning met relatief grote gevoeligheid voor (verschillen in) nationale regulering van de loonvorming. DEMPATEM deed hiervoor gedetailleerd onderzoek in zes EU-landen (Nederland, Spanje, Engeland, Duitsland, Frankrijk en de VS). Hierdoor kon worden vastgesteld dat de meest gehoorde verklaring — verschillende organisatie van de arbeidsmarkt, met name verschillen in minimumloon — niet als enige en ook niet als eerste oorzaak aangemerkt kan worden. Ook en vooral dient er
De wetenschappelijke bijdrage van DEMPATEM aan deze discussie is een combinatie van empirisch en international vergelijkend onderzoek over wat de gehele 'keten' genoemd zou kunnen worden, lopend van productvraag via productiestructuur tot de arbeidsmarkt. Gedetailleerde studie van consumentenbudgetsurveys was gericht op de vraag of de structuur van de bestedingen verschilt tussen de VS en welke rol consumentengedrag en/of de samenstelling van de populatie van consumptiehuishoudingen hierbij speelt. Studie van input-output gegevens was gericht op de analyse van verschuivingen in de productiestructuur, met name outsourcing naar de dienstensector. Analyse van de werkgelegenheidsstructuur draaide om de vraag naar de rol van loonflexibiliteit, productiviteit en het niveau van de productvraag, met een toespitsing op de detailhandel. In deze sector komen zeer interessante ontwikkelingen samen: zeer belangrijk wegens zijn aandeel in het transatlantische AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES
gekeken te worden naar productiviteitsverschillen en verschillen in de consumentenvraag, om verschillen in werkgelegenheid tussen de EU en de VS te verklaren. De politieke bijdrage van DEMPATEM is dat bij werkgelegenheidsbeleid niet alleen naar arbeidsmarkthervormingen gekeken dient te worden, maar dat de niveau en patroon van de productvraag een niet verwaarloosbare rol spelen. Binnenkort komt de complete rapportage beschikbaar. Daarna wordt er ter afronding gewerkt aan de publicatie van een boek waarin ook de keynotes een plaats zullen vinden
Najaar 2003
Pagina 5
O n de rz o e k Teleworking Policies of Organisations – The Dutch Experience W orki ng pape r 7
The over-all picture concerning the diffusion of telework stemming from research undertaken in 2000 and 2001 is rather negative. Teleworking policies of organisations hardly go beyond the minimal definition that we used in analyzing Dutch surveys from these years (organisations offering the opportunity for teleworking and, if they were asked, paid for the necessary facilities). It is not exaggerated that we conclude that a large majority of Dutch
organisations are playing a waiting game on teleworking, even in sectors where jobs show a rather high ‘teleworkability’. The few exceptions, mainly seizing the opportunities of building new offices or relocate their businesses, to combine flexible offices with teleworking policies, soon get nation-wide attention. Meanwhile, various surveys indicate a further growth of telework in the Netherlands in the 1999-2001 period, although this expansion seems to concentrate on multi-site telework by mainly self-employed – largely a ‘new economy’ phenomenon. In this country, teleworking is apparently spreading rather informally and implicitly, leaving a wide gap between
the policies of organisations and the preferences of many workers. Looking at the explanations, it cannot be denied that, unless the societal benefits of telework are broadly acknowledged in the Netherlands, the ‘translation’ of these benefits into organisational policies is still in its infancy stage. Societal pressure to develop teleworking policies is rather weak in the Netherlands. Dutch trade unions and Works Councils do not exert much pressure as to conclude telework agreements. This study was conducted by Maarten van Klaveren (STZ advies&onderzoek) and Kea Tijdens (AIAS). This paper can be downloaded for free from the website www.uva-aias.net
Stic hting Loonwijzer Directie: WebWord, Paulien Osse & Dirk Dragstra
Op 1 oktober is de Stichting Loonwijzer, een initiatief van de FNV in samenwerking met de universiteit van Amsterdam en carrière-site Monsterboard, opgericht. Wiemer Salverda van AIAS is voorzitter van de Raad van Toezicht. De nieuwe stichting heeft op 9 oktober, naast de al bestaande loonwijzers voor mannen en vrouwen, een 40-plus loonwijzer gelanceerd. Begin volgend jaar komt er een jeugdloonwijzer bij. Daarnaast zullen alle loonwijzers worden uitgebreid met een tijdwijzer. Maandelijks krijgen de loonwijzers een kwart miljoen bezoekers. Maar liefst
Raad van Toezicht: Wiemer Salverda (AIAS), Sidney Mock (Monsterboard) en Agnes Jongerius, (CAO-coordinator FNV) 2000 van deze bezoekers zijn bereid om een 15 minuten durende enquête in te vullen over hun salaris, werk en gezinssituatie. Op de aldus verzamelde data wordt intensief onderzoek gepleegd. De rapportages over onderzoek zijn te vinden op www.loonwijzer.nl, doorklikken naar ‘alles over de loonwijzer’
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES
Onderzoek: UvA/AIAS, Kea Tijdens, Cecile Wetzels Data management: Bureau Datamatch, Marianne Oldenborg Techniek: Wyldebeast-Wunderliebe
Najaar 2003
Pagina 6
Portret M a ster doc e nt Prof dr Evert Verhulp
kingen getroffen, dus er zijn geschillen genoeg. Wetgeving op de achtergrond, als een soort vangnet, is dan voldoende.’
‘Aanvoelen dat iets niet mag, is niet meer voldoende als je op het niveau van onze studenten opereert. Je moet dan begrijpen hoe het recht werkelijk in elkaar zit, hoe juristen denken. De cursisten bij AIAS worden in een juridisch denkpatroon getrokken. Neem de rechtsvorming binnen een onderneming. Hebben de binnen de onderneming gehanteerde waarden en normen het karakter van rechtsregels? En zo ja, hoe implementeer je die dan? Het gebruik van internet is zo’n issue. Wat doet de werkgever als de werknemer tegen de afspraken in toch zijn vakantie in werktijd boekt? Als het een werknemer is die hard werkt en veel overuren maakt, is dat meestal geen probleem. Maar als diezelfde werkne-
Emotie
Hooglera ar Arbe ids recht over h et v e rschi l t usse n de lette r van d e we t e n de fe ite lijke rec ht stoepassi ng
‘Arbeidsrecht biedt bescherming voor zover de samenleving dat nodig vindt’ mer, in plaats van tien minuten in te loggen op de site van een reisbureau, een pornosite bezoekt heb je de poppen aan het dansen. Hoever gaat de bevoegdheid van de werkgever? Uitgaan van de werknemer als loonslaaf is achterhaald. In de wet staat dat iemand die in dienst is, ondergeschikt is. Wat is ondergeschikt? Wanneer is iemand in dienst en wanneer niet? Het is belangrijk voor werkgevers en personeelsmanagers om daar over na te denken en een gevoel te hebben bij de rechtsregels. Dat gevoel proberen wij hen in de Masteropleiding te geven.’ Polarisatie ‘Recht is de uitkomst van een belangenafweging, een weerslag van wat op dat moment in de samenleving leeft. In de
jaren tachtig ontstonden regels om mensen jonger te laten stoppen met werken. Vut was een gevleugeld begrip. Nu wordt het minder positief ervaren als iemand op zijn vijfenvijftigste stopt met werken om zijn pensioen in Spanje te gaan besteden. Recht wordt ook ingezet om mensen tegen zichzelf te beschermen. Arbeidsrecht biedt bescherming voor zover de samenleving dat nodig vindt. In een slechte economie neemt de bescherming af, want iedereen heeft het minder breed. Maar altijd is een maatschappelijk draagvlak nodig. Neem nu de werktijden in de horeca. Daar wordt vaak twaalf uur aan een stuk gewerkt. Dat is in strijd met de Arbeidstijdenwet. Iedereen weet dat, maar niemand is bereid om het uit te procederen. Er worden geen rechtszaken over gevoerd. Voor de bouwfraude geldt iets soortgelijks. Het was wijd en zijd bekend dat aannemers prijsafspraken maken. Geen haan kraaide er naar. Pas toen een oud-medewerker van het Groningse bouwbedrijf Koop Tjuchem in het tv-programma Zembla een documentatiemapje met bewijzen liet zien, is men er naar gaan kijken. Het is de Nederlandse aard om flexibel met regels om te gaan. In het buitenland is men veel sneller geneigd om te polariseren. Hier in Nederland wordt niet veel geprocedeerd. Wel worden er veel schikAMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES
‘Menselijke verhoudingen worden niet alleen bepaald door regels. Toch gaat het arbeidsrecht wel uit van die fictie. Wij laten één systeem los op een eindeloze hoeveelheid verschillende situaties. Arbeidsrecht verzakelijkt de relaties tussen mensen. We vergeten dat de relaties bij een grote organisatie heel anders zijn dan in het mkb. Emoties behoren een kleinere rol te spelen naarmate bedrijven groter worden. De rechtsregels bieden een bodemgarantie en partijen laten daar hun gedrag door beïnvloeden. De regels worden echter anders ingevuld naarmate de omstandigheden verschillen. Nu de economie stagneert vechten meer mensen hun ontslag aan. De ontslagpremies worden niet hoger, eerder lager, want ook werkgevers hebben minder te besteden. Het wringt dat een werknemer die ontslagen wordt in een periode van hoogconjunctuur met een hogere ontslagvergoeding naar huis gaat dan de werknemer die in een periode van laagconjunctuur wordt ontslagen. De verklaring daarvoor vergt kennis van het ontslagrecht in relatie tot andere disciplines. En dat is precies de insteek van de AIAS Masteropleiding.’ Het volledige interview met Evert Verhulp en met andere docenten zijn te lezen op www.uva-aias.net bij het menu ‘Onderwijs’
Najaar 2003
Pagina 7
Onderwijsinnovatie MA in Comparative and European Labour Studies The Amsterdam Institute for Advanced Labour Studies and the International School for the Humanities and Social Sciences (ISHSS) will offer a new master programme in Comparative and European Labour Studies. This programme starts in September 2004, inscription should take place not later than April 1st. 2004. The programme leading to the Master in Comparative and European Labour Studies covers the economic, juridical, psychological, and sociological understanding of the employment relations between employers and employees, the organisation of work processes and the position of labour in the wider society. First, the programme is comparative in nature. The way work is organised varies a great deal throughout the world. The wage and employment conditions, the forms of organisation, the impact of information and communication technologies, the opportunities for developing and learning on the job, are by no means given. Persistent differences occur between the regions of the world, Europe, the United States, and Asia. But also within regions there is a substantial variation in the development of the welfare state, the role of interest associations of employers and employees, and the internal organisation of companies. Second, the programme deals with the process of European integration and addresses issues of European economic and social policy making and convergence in employment relations between countries. Above all, we study the European integration since the process of market creation (‘Europe 1992’) and the start of the European Monetary Union (EMU). Moreover we point out the role of the European commission and national governments in their continuous strive for
reform of national social policies in the areas of employment, social inclusion and pension benefits. Also the actual issue of enlargement to Eastern Europe is discussed. Career outlook The Master in Comparative and European Labour Studies prepares students for a position as (policy) researchers and advisors in international organizations, companies, European and national government bodies, NGO’s, independent journalism, research institutions and postgraduate research. The most excellent students in the programme are invited to finish their master study with a proposal for a Ph.Dstudy at the University of Amsterdam. Courses The program includes four obligatory and two elective courses (see further). The first obligatory course deals with the research methodology of European labour markets (10 ECTS), the second focuses on the social-economic analysis of labour markets (5 ECTS), the third on the comparative analysis of European social and labour law (5 ECTS), and the fourth on comparative industrial relations, welfare states and European integration (10 ECTS). In addition students opt for two elective courses in the field of labour studies (20 ECTS). The study program will be completed with an international policy-analysis seminar and a MA-thesis (20 ECTS).
these disciplines in the field of labour and organisation. Thesis In May 2005 we will organize an international policy-analysis seminar. This meeting will be the start of the period of writing a master thesis. The thesis develops a theoretical statement, which is based on original empirical research. The thesis should be between 20,000 and 25,000 words in length. The provisional curriculum of Comparative and European Labour Studies Obligatory courses • The study of European labour markets: methods and approaches • Labour markets and social inequality • Comparative employment relations and European integration • European labour and social law • MA-thesis Electives courses • European integration and differentiation • Interest groups in the European Union • The political economy of welfare state reform in a comparative perspective • Training, labour market and inequality
The relationship between Bachelor and Master programmes
• Negotiation and labour conflict
The Master in Comparative and European Labour Studies presupposes that students have sufficient knowledge and training in one of the four contributing disciplines (sociology, economics, psychology and law) and are familiar, via introductory-level and specialization courses in their bachelor study, of the ground rules, concepts and methods of
• The European Union and Asia: interactions and comparisons in a globalising context
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES
• Labour, inequity and globalisation
• Immigration, cities and ethnic diversity For information, please contact: drs Mariëlle van der Meer at the ISHSS (email:
[email protected])
Najaar 2003
Pagina 8
P e r s o n a li a van de wet op de ondernemingsraden.
Nieuwe medewerkers Emiel Afman Emiel is per 1 juli 2003 werkzaam als student-assistent voor Wiemer Salverda. Hij houdt zich vooral bezig met het ‘European Low-Wage Employment Research network’ (LoWER) onderzoek. Emiel is begonnen met de Master of Science in Econmics: Finance & Internatio- nen als onderzoeker bij de Universiteit nale Economics. van Tilburg. Monique Reijntjes Monique studeert bedrijfseconomie aan Martin Schludi de Universiteit van Amsterdam. Zij helpt Marc van der Meer in de functie van student assistent ter vervanging van Marieke van Essen. Zij houdt zich met name bezig met de voorbereiding en ondersteuning voor de Master opleiding. Joost Bruinsma Joost studeert Internationaal Recht aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is per 1 november in dienst getreden bij AIAS als student assistent voor Jelle Visser. Hij houdt zich voornamelijk bezig met het project van de Europese Commissie: European Industrial Relations.
Vertrokken Medewerkers Adriaan Kalwij Adriaan is per 1 oktober bij het AIAS vertrokken. Adriaan kwam in oktober 2001 in dienst als onderzoeker nadat hij in 1999 promoveerde aan de Katholieke Universiteit Brabant op het onderwerp “Household consumption, female employment and fertility decisions: a microeconometric analysis”. Adriaan was werkzaam op het EU-project Dempatem. Hij bracht met behulp van gedetailleerde Consumenten Budget Data de veranderingen in kaart in de bestedingspatronen van Nederlandse huishoudens over de laatste twee decennia. Ook verrichtte hij academisch onderzoek op verschillende terreinen van de arbeidsmarkt, zoals loonsongelijkheid, arbeidsduurverkorting en baanzoek-duren van werklozen. Adriaan is inmiddels begon-
Martin is van december 2002 tot september 2003 werkzaam geweest bij AIAS als onderzoeker. Hij hield zich voornamelijk bezig met het onderzoek Benchmarking in samenwerking met het Duitsland Instituut. Tijdens zijn werkzaamheden bij het AIAS promoveerde hij op het onderwerp “Pension Politics in European Social Insurance Countries”. Martin is per 1 oktober begonnen bij het ‘Institut für Arbeitsmarkt und Berufsforschung der Bundesanstalt für Arbeit’ en zal daar vooral organisatorische werkzaamheden verrichten als persoonlijk referent van de directie. Cees Nierop Op 1 augustus 2003 nam Cees afscheid van AIAS. Hij kwam in september 2000 in dienst als junior-onderzoeker en heeft daarna in uiteenlopende projecten geparticipeerd. Binnen AIAS maakte hij deel uit van het LoWER netwerk. Hij begon in 2000 mee te werken aan het onderzoek Benchmarking & Wage Analyses. In 2001-2002 werkte hij mee aan een onderzoek naar beloningsbeleid in de publieke sector. Het laatste onderzoek waar Cees aan meewerkte was een internationaal vergelijkend onderzoek naar de ontwikkeling van topinkomens. Inmiddels is Cees werkzaam als beleidsmedewerker bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Arbeidsverhoudingen afdeling Collectieve Arbeidsvoorwaardenvorming en medezeggenschap. Hij zal zich vooral bezig houden met de herziening
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES
Marieke van Essen Marieke is per september 2003 vertrokken bij het AIAS. Marieke was werkzaam als student-assistent bij Marc van der Meer waar ze met name ondersteunende taken verrichte voor de Master opleiding en voor het project Marginalisation. Zij heeft inmiddels haar studie rechten afgerond en is vertrokken naar Barcelona om een semester rechten te volgen aan een van de meest prestigieuze universiteiten van Barcelona, de ESADE.
Gasten bij AIAS Zyab Ibanez In november en december 2003 is de Spanjaard Zyab Ibanez te gast bij AIAS. Als AIO Politieke- en Sociale Wetenschappen is hij verbonden aan de EUI (Europees Universitair Instituut in Florence) en wordt begeleid door prof dr Colin Crouch. Zijn onderzoek spits zich toe op de transitie van part-time naar full-time werk en de implementatie hiervan in het onderwijs en de Rijksoverheid. Jan Fidrmuc Van 24 november tot 10 december 2003 werkt dr Jan Fidrmuc, uit België, met dr Klarita Gërxhani aan het 2002 Candidate Countries' Eurobarometer Survey (zie ook de Working Papers op de AIAS-website). Voor dit project wordt data verzameld van alle kandidaat-landen voor toetreding tot de Europese Unie. Jan Fidrmuc is onder andere verbonden aan: ECARES - European Center for Advanced Research in Economics and Statistics, Université Libre de Bruxelles en is daarnaast Marie Curie Fellow. Zijn expertise ligt op het gebied van transition economics, public choice en migration (labor) studies
Najaar 2003
Pagina 9
Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies Medewerkers van AIAS
Verbonden faculteiten en instituten
Prof Jelle Visser Scientific Director Dr Wiemer Salverda Managing Director Dr Marc van der Meer Hoofd Onderwijs/Sr Onderzoeker Dr Kea Tijdens Onderzoekscoördinator Drs Matthijs Visser Onderwijscoördinator Angelique Lieberton Office Manager Florien Coltof Management Assistent Franklin van Doesburg Management Assistent Drs Casper Kaandorp Programmeur Dr Klarita Gërxhani Post doc Dr Judith Roosblad Post doc Dr Ada Ferrer Carbonell Post doc Dr Aslan Zorlu Post doc Drs Rob de Boer Onderzoeker Drs David Hollanders Onderzoeker Drs Chris Moll Assistent in Opleiding Drs YongJian Hu Assistent in Opleiding Drs Anneleen Oskam Assistent in Opleiding Drs Kilian Schreuder Assistent in Opleiding Drs Mara Yerkes Assistent in Opleiding Hester Houwing Student Assistent Emiel Afman Student Assistent Anna Dragstra Student Assistent Monique Reijntjes Student Assistent Drs Joost Bruinsma Student Assistent
Faculteiten Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie (FEE) ∗ Faculteit der Geneeskunde (FdG) ∗ Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG) (Afdelingen Sociologie & Psychologie) ∗ Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FdR) ∗
Onderzoeksinstituten
∗ Stichting voor Economisch Onderzoek (SEO) (FEE) ∗ Coronel Instituut voor Arbeid, Milieu en Gezondheid (FdG) ∗ Centrum voor onderzoek naar Europese Samenlevingen en Arbeidsverhoudingen (CESAR) (FMG-Sociologie)
∗ Stichting Mind at Work (FMG-Psychologie) ∗ Hugo Sinzheimer Instituut (HSI) (FdR)
Stuurgroep van AIAS Prof H.A. Keuzenkamp Prof. F.J.H. van Dijk Prof. C.K.W. de Dreu Prof. H.G. de Gier Prof. J. Hartog Prof. E. Verhulp
Voorzitter AMC / Coronel Instituut FMG, afd. Psychologie / A&O SISWO FEE FdR
Recente AIAS Publicaties Working Papers (€ 5,00) WP 17 “Working women’s choices for domestic help - the effects of financial and time resources” forthcoming Kea Tijdens WP 16 “De invloed van de Wet arbeid en zorg op verlofregelingen in CAO’s” forthcoming Marieke van Essen WP 15 “Flexibility and social protection” forthcoming Ton Wilthagen (UvT) WP 14 “Top incomes in the Netherlands and the United Kingdom over the twentieth century” September 2003 A.B. Atkinson (Oxford University) en Wiemer Salverda WP 12 “Politico-economic institutions and the informal sector in Albania” May 2003 Klarita Gërxhani WP 11 “Tax evasion and the source of income: An experimental study in Al bania and the Netherlands” May 2003 Klarita Gërxhani WP 10 “Chances and limitations of ‘benchmarking’ in the reform of welfare state structures - the case of pension policy” May 2003 Martin Schludi WP 9 “Dealing with the flexibility-security-nexus: Institutions, strategies,
opportunities and barriers” May 2003 Ton Wilthagen (UvT) en Frank Tros (HSI) WP 8 “Tax Evasion in Transition: Outcome of an Institutional Clash Testing Feige’s Conjecture” March 2003 Klarita Gërxhani WP 7 “Teleworking Policies of Organisations - The Dutch Experience” February 2003 Kea Tijdens en Maarten van Klaveren WP 6 “Flexible Work- Arrangements and the Quality of Life” February 2003 Cees Nierop
Research Reports (€ 6,50) RR 17 “Industrial Relations in the Transport Sector in the Netherlands” December 2002 Marc van der Meer & Hester Benedictus RR 16 “Public Sector Industrial Relations in the Netherlands: framework, principles, players and Representativity” January 2003 Chris Moll, Marc van der Meer & Jelle Visser
Overige Publicaties “Loonverschillen en Loonongelijkheid” Verslag van de AIAS conferentie gehouden op 27 juni 2002 Februari 2003 - Gert J. Homsma, € 7,00 Zie voor alle publicaties www.uva-aias.net onder het menu AIAS publicaties.
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES
Najaar 2003
Pagina 10
Aankondigingen AIAS haalt de
‘International Labour Process Conference (ILPC) 2004’ naar Amsterdam 5, 6 en 7 april 2004 - Artis Conference Centre Samenvattingen van papers worden extern beoordeeld. Inmiddels is de deadline voor het indienen daarvan gepasseerd; er zijn maar liefst 170 samenvattingen binnengekomen, een record voor de laatste tien jaar! Dit maakt het mogelijk om acht parallelle workshops (streams) te houden: in ieder geval Deze zal in Amsterdam worden gehouden op maandag 5, over vakbonden en partnership, werknemersparticipatie, dinsdag 6 en woensdag 7 april 2004, met als centrale locatie werken in call centres en telewerk, werken in de IT, en werhet Artis Conference Centre. Daarnaast zullen ILPCken in de zorgsector. Daarnaast zijn er bijeenkomsten plaatsvinden in het Vaktwee plenaire sessies voorzien. Workshop thema’s: bondsmuseum en bij AIAS. AIAS heeft de organisatie op zich genomen van de 22nd International Labour Process Conference (ILPC).
Het zal de eerste keer zijn dat deze jaarlijkse grote internationale conferentie buiten het Verenigd Koninkrijk plaatsvindt. De conferentie beoogt onderzoekers bij elkaar te brengen rond actuele thema’s uit de arbeidssociologie, de studie van de arbeidsverhoudingen, bedrijfskunde, managementstudies en verwante disciplines.
∗ Vakbonden en partnerships ∗ Werknemersparticipatie ∗ Werken in call centres en
telewerk ∗ Werken in de IT ∗ Werken in de zorgsector
U kunt zich inschrijven voor dit congres tot 1 februari 2004 via de website www.uva-aias.net/ilpc_conf_form.asp. Voor vragen kunt u contact opnemen met Maarten van Klaveren of het AIAS secretariaat
[email protected]. Meer (algemeen) nieuws over de ILPC 2004 is te vinden op de AIAS-website www.uva-aias.net
AIAS conferentie 2004 24 juni te Amsterdam Het thema voor ons jaarlijks congres zal dit keer zijn:
∗ Rol van sekse en etniciteit (discriminatie, IQ-verschillen tussen groepen, stimuleringsbeleid)
‘Selectie op de Arbeidsmarkt’ keynote speaker:
Prof dr Neil Anderson Enkele onderwerpen die behandeld zullen worden zijn:
∗ Personeelsselectie vanuit psychologisch perspectief: ontwikkelingen en trends. (Hoe selecteren organisaties?
∗ Hoe selecteren individuen? (rol van arbeidsvoorwaarden, kenmerken organisatie)
∗ Rol van leeftijd (kansen oudere werklozen, scholing, VUT-/ pensioenregelingen)
∗ Betekenis van inkomen (topinkomens, optieregelingen & bonussen versus gesubsidieerde arbeid)
∗ Gezondheid (Verzekeringsgeneeskunde; gezondheidsrisico’s; WAO-keuringen, aanstellingskeuringen, PAGO)
∗ Voltijd-/deeltijdwerk (flexibiliteit en zekerheid, sociaaleconomische en juridische positie van deel-/voltijders) Meer informatie over dit congres volgt in de voorjaars nieuwsbrief. U kunt uiteraard ook op www.uva-aias.net kijken voor de laatste nieuwtjes
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES
Najaar 2003
Pagina 11
Aankondigingen
Colofon AIAS nieuwsbrief
Lunch Seminars Serie
Is een uitgave van het Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies, Plantage Muidergracht 4, 1018 TV Amsterdam
Voor het voorjaar 2004 worden er weer lunch seminars gepland. De data zijn wel al bekend, de namen echter nog niet. Houd hiervoor onze website in de gaten www.uva-aias.net.
Abonnementen/adreswijzigingen
[email protected] of 020 525 4199
Tijd:
12.15 - 13.15 uur
Redactie
Locatie:
AIAS Loft
Dag:
donderdag
[email protected] Telefoon. 020 525 4199 Fax 020 525 4123 Eindredactie
Data:
Dr Wiemer Salvera Dr Kea Tijdens
8-januari 22 januari 5 februari
Vormgeving
19 februari
Angelique Lieberton
4 maart 18 maart
Druk
1 april
Amsterdam University Press / Ton Naer
15 april
© 2003 AIAS
Master in Advanced Labour Studies / Human Resources Deze tweejarige topopleiding in deeltijd is bedoeld voor universitair afgestudeerden in management-, advies- of beleidsfuncties. Colleges in kleine divers samengestelde groepen zijn wekelijks op vrijdagmiddag. De opleiding biedt een unieke kans op verbreding en verdieping van uw kennis vanuit vijf vakgebieden op het terrein van arbeid en organisatie. De Masteropleiding start in januari 2004. Na afloop van de studie ontvangt u de Mastertitel van de Universiteit van Amsterdam.
VRAAG NU DE BROCHURE AAN! Voor meer informatie en inschrijving kunt u met het AIAS contact opnemen of onze website bezoeken. AIAS Universiteit van Amsterdam Plantage Muidergracht 4 1018 TV Amsterdam Tel: 020 525 4199 Fax: 020 525 4301 Email:
[email protected] Web: www.uva-aias.net
Het Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS) is een internationaal erkend topinstituut van de Universiteit van Amsterdam waar vooraanstaande economen, juristen, psychologen, sociologen en geneeskundigen samenwerken aan onderwijs en onderzoek op het gebied van arbeid en organisatie.
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES
Najaar 2003
Page 12
Col u mn David Hollanders Junio r Onder zoeker
Een vergeten waarheid In 1933 stelde later Nobel-prijswinnaar Ragnar Frisch in het eerste nummer van Econometrica ‘Mathematics is certainly not a magic procedure which in itself can solve the riddles of modern economic life, as is believed by some enthusiasts’. Wie Econometrica vandaag de dag doorbladert, realiseert zich dat deze woorden inmiddels een vergeten waarheid zijn. Economie is in de 20e eeuw een exacte wetenschap geworden waarin mensen het niet meer hebben over klassenstrijd, speldenfabrieken of op te graven lege flessen. Deze ontwikkeling is, het kan niet vaak genoeg gezegd worden, per saldo een goede geweest. Elke poging hypotheses precies te formuleren, nauwkeurig te modelleren en grondig te toetsen, is goed. Zulks neemt niet weg dat de kwantificering die overal toegeslagen heeft, van het obscuurste economische consultancybureau tot de kolommen van Econometrica, een duidelijke schaduwzijde heeft. Een schaduwzijde die vooral naar voren komt daar waar statistiek en economie gebruikt wordt voor het schragen van politieke stellingnamen. Er zijn minstens drie problemen met de kwantificering van de economische wetenschap. Ten eerste is meten, ondanks de schijn van het tegendeel, allesbehalve een sinecure. Achter onschuldig ogende variabelen in kranten en artikelen gaan vaak vele definitiekwesties schuil. Zo wees topeconoom Freeman er op dat als we de twee miljoen gevangenen mee rekenen het aantal werklozen in de VS er iets minder rooskleurig uitziet. En wat we in Nederland WAO-ers noemen, noemen ze elders liever werklozen (en waarom toch de door het CBS gehanteerde grens voor werkloosheid van 16 uur per week?). Meten is weten, maar men moet wel weten wat men meet. Het CBS maakte deze zomer nog duidelijk dat het vaststellen van de inflatie niet zonder moeilijkheden is; de inflatie werd wat overschat en daar waren CAOonderhandelaars niet blij mee. Inflatie, werkgelegenheid, nationaal inkomen, we praten erover alsof we het ondubbelzinnig kunnen meten. En dat kan niet. Als alle variabelen correct gedefinieerd en gemeten zijn (de input van het model), dan doemt een tweede obstakel op: hoe het model correct te modelleren en te specificeren. Een bekend voorbeeld van hoe het fout kan gaan: wie
huidskleur op criminaliteit regresseert zal waarschijnlijk een significant verband vinden. Wie vervolgens de conclusie trekt dat criminaliteit derhalve een gevolg is van huidskleur, begeeft zich evenwel op glad ijs, want er dient voor bijvoorbeeld geslacht en leeftijd gecorrigeerd te worden. En zelfs als er dan nog een meetbaar effect over blijft, is het de vraag of dat ook een causaal verband mag heten. Wie niet in dit soort valkuilen stapt en een goed model heeft gespecificeerd, dient nog steeds voorzichtig te zijn. Zo is het CPB elk jaar meer tijd kwijt met het bijstellen van voorspellingen dan met het doen van de voorspellingen zelf. Dat is geenszins een verwijt, het is immers inherent aan het doen van voorspellingen: econometrie is het kwantificeren van onzekerheid. Maar de waarheid is en blijft: wat je ook voorspelt, je voorspelt altijd het verkeerde. En dat verandert niet door het op zichzelf zinnige gebruik van voor de leek onnavolgbare statistics als Manski’s maximum score estimator, Newey-White test, McFadden’s pseudo-R2 en het Aikake info criterion. Oftewel, hoe goed het model ook is, met de uiteindelijke resultaten moet men voorzichtig omgaan. En daarmee komen we bij het laatste, buitenwetenschappelijke maar daarom nog niet minder grote, probleem: de politisering van wetenschappelijke uitkomsten. Zo is wel de verdienste van het doorrekenen van partijprogramma’s dat het zorgt voor disciplinering; politici kunnen niet twee maal hetzelfde geld uitgeven, zoals Harry Wijnschenk, toenmalig voorman van de partij die doet wat het zegt, poogde te doen. Maar de resultaten van de doorrekening worden, zonder dat het CPB daar zelf overigens veel aan kan doen, elke verkiezing weer gepresenteerd met het aplomb van een harde waarheid. In verkiezingstijd troeven politici elkaar af met de vraag wie het meeste virtuele banen creëert in 2008, terwijl hun economische discussies zich intussen afspelen in een intellectuele kruipruimte ter grootte van een luciferdoosje. Economische statistieken in de handen van politieke opportunisten, het heeft altijd iets weg van een Chopin-sonate uitgevoerd door de Josti Band. Statistiek dient dus, zowel in de wetenschap als in de daarop gebaseerde politieke discussie, een stimulans te zijn tot nadenken, niet een verbod daarop. Of zoals het cliché wil :’statistics are like a bikini: what they reveal is suggestive, but what they conceal is vital.' Ergo, in de economie is statistiek belangrijk, maar gezond verstand is de sine qua non.
David Hollanders (voor commentaar bereikbaar op
[email protected]
AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES