voorbereidend jr

ARTISTIEKE OPLEIDING - studiegebied BEELDENDE KUNSTEN

3DE EN 4DE LEERJAAR KSO ARTISTIEKE OPLEIDING AUDIOVISUELE VORMING BEELDENDE EN ARCHITECTURALE VORMING

BEELDENDE EN ARCHITECTURALE KUNSTEN

5DE EN 6DE LEERJAAR KSO ARCHITECTURALE EN BINNENHUISKUNST ARCHITECTURALE VORMING

Se - n – Se/7ejr/voorbereidend jr

AUDIOVISUELE VORMGEVING*

ARTISTIEKE OPLEIDING

ARCHITECTURALE VORMGEVING*

AUDIOVISUELE TECHNIEKEN

BIJZONDERE BEELDENDE VORMING

AUDIOVISUELE VORMING

GRAFISCHE VORMGEVING*

BEELDENDE VORMING

INDUSTRIËLE VORMGEVING

INDUSTRIËLE KUNST

RUIMTELIJKE VORMGEVING

TOEGEPASTE BEELDENDE KUNST VRIJE BEELDENDE KUNST VRIJE BEELDENDE KUNST TECHNIEKEN VRIJE BEELDENDE KUNST VORMING *niet ingericht

In deze studierichting leer je een waaier aan artistieke technieken en maak je kennis met verschillende kunstdisciplines. Je leert met verf, pastelkrijt, klei,... concreet gestalte geven aan eigen ideeën. Je bent geïnteresseerd in ruimtelijk werk, decoreren, fotografie, computertekenen, ... De opleiding is eerder procesdan resultaat gericht. Je leert via beeldende taal op een creatieve manier een persoonlijke visie of boodschap vormgeven. De projectwerking staat centraal in de richting ‘artistieke opleiding’. Een thema wordt vanuit verschillende invalshoeken benaderd en uitgediept, zowel inhoudelijk, technisch als artistiek. De kunstvakken worden opgezet in één geïntegreerd werkatelier. In sommige scholen is er voorafgaand aan je inschrijving een infogesprek en motivatiepeiling. In de lessen waarnemingstekenen werk je rond thema’s uit de wereld van fauna, flora, landschap, architectuur, menselijke figuur…Door te schetsen, tekenen, schilderen, modelleren krijg je inzicht in vorm, compositie, constructie, ruimte, materie… Kunstinitiatie en kunstgeschiedenis leunen nauw aan bij het atelierwerk. Je maakt kennis met alle mogelijke vormen van beeldende kunst, met inbegrip van de zeer actuele kunstvormen. In de tweede graad verwerf je meer inzicht in o.a. kleurenleer, lijn, compositie, vormstudie, zowel tweedimensionaal als driedimensionaal. De beginselen van grafische- en reclamevormgeving komen eveneens aan bod.

In sommige scholen kan je in de derde graad een keuze maken tussen: - toegepaste kunsten: audiovisuele vorming, grafische en ruimtelijke vormgeving - vrije kunsten: audiovisuele vorming, beeldhouwen, schilderen, vrije grafiek. Meer uitleg over enkele van deze vakken: Binnen het pakket grafische vormgeving verneem je meer over diverse types grafische beelden zoals affiche, logo, illustratie, verpakking… Ook typografie, het werken met letters / teksten, fotografie, zeefdruk … kunnen aan bod komen. Je gebruikt de computer om creatieve ideeën verder uit te werken.

In de lessen ruimtelijke vormgeving wordt inspiratie gezocht in gevarieerde toepassingsgebieden als juweelontwerp, mode, etalage- en decorelementen, interieur… De realisatie gebeurt via zeer uiteenlopende technieken zoals hout, metaal, karton, klei, gips… Binnen de vrije grafische technieken komen lino- en houtsnede, monotype, etsen… aan bod. Afgestudeerden kunnen verder studeren in verschillende zevende specialisatiejaren, de vierde graad plastische kunsten of het hoger onderwijs. Uiteraard ben je het best voorbereid op studierichtingen die een beroep doen op je creatieve - artistieke vooropleiding. Het pakket algemene vakken is kleiner dan in de andere studierichtingen binnen dit studiegebied. Verder studeren in studierichtingen in het hoger onderwijs met een belangrijke theoretische component wordt moeilijker. De sectoren stand- en decorbouw en etalage en interieur bieden mogelijkheden aan degene die belangstelling hebben voor ruimtelijke vormgeving. Ben je meer geïnteresseerd in grafische vormgeving dan bieden drukkerijen, publiciteitsbureaus, belettering, de decoratiesector en schildersbedrijven mogelijkheden. Je kan ook werk zoeken als assistent-beeldhouwer, assistentfotograaf … Meer info over beroepen in de kunstsector VDAB-gegevens over werkzoekende schoolverlaters na de richting Artistieke Opleiding

AUDIOVISUELE VORMING - studiegebied BEELDENDE KUNSTEN 3DE EN 4DE LEERJAAR KSO ARTISTIEKE OPLEIDING AUDIOVISUELE VORMING BEELDENDE EN ARCHITECTURALE VORMING











BEELDENDE VORMING


INDUSTRIËLE KUNST


TOEGEPASTE BEELDENDE KUNST VRIJE BEELDENDE KUNST VRIJE BEELDENDE KUNST TECHNIEKEN VRIJE BEELDENDE KUNST VORMING *niet ingericht

Multimedia met woord, geluid en beeld spelen een belangrijke rol in onze samenleving. In deze artistiek-technische opleiding staat het ontwikkelen van een eigen beeldende vormtaal centraal. Ze biedt een totaal pakket met aandacht voor fotografie, film, video en geluid. In audiovisuele vorming leer je fototoestel, computerprogramma, camera, geluidsinstallatie ... gebruiken om eigen audiovisuele werkstukken te maken. Naast de analoge fotografie komen de nieuwe digitale technieken en multimediatoepassingen aan bod: digitale fotobewerking, audio- en videomontage, websiteontwikkeling … Daarnaast leer je ook kritisch kijken naar de bestaande beelden die we dagelijks te verwerken krijgen. Je leert omgaan met kleur, vorm, ritme. Je leert je eigen expressiemogelijkheden ontdekken en gebruiken binnen de audiovisuele taal. In het vak beeldende vorming leer je meer over de mogelijkheden van kleur, lijn en vlak als elementen van compositie. In het vak waarnemingstekenen krijg je tijdens het schetsen en modelleren inzicht in vorm, compositie, constructie, ruimte, materie. Je leert waarnemen, ontleden en creatief denken. Je leert je documenteren en informeren over de brede waaier van artistieke uitingen in de kunstgeschiedenis.

In de studierichtingen met het achtervoegsel ‘vorming’ ligt er meer nadruk op de algemene vakken dan in de richtingen met ‘kunst’ of ‘opleiding’ in de benaming. In sommige scholen is er voorafgaand aan je inschrijving een infogesprek en motivatiepeiling. Na deze opleiding kan je verder studeren in het hoger onderwijs. Uiteraard ben je het best voorbereid op studierichtingen die een beroep doen op je creatieve - artistieke vooropleiding. Meer info over beroepen in de kunstsector VDAB-gegevens over werkzoekende schoolverlaters na de studierichting Audiovisuele Vorming

BALLET - studiegebied BALLET 3DE EN 4DE LEERJAAR KSO

5DE EN 6DE LEERJAAR KSO

BALLET

BALLET MODERN BALLET

Om professioneel danser te worden begin je best op jonge leeftijd met het vak. Naast een passie voor dans is een intensieve en juiste lichaamstraining van essentieel belang. Deze opleiding wil dansers vormen met een sterke klassieke basis, die echter ook het moderne repertoire met al zijn specifieke vereisten aankunnen. Naast dans en ballet krijg je ook heel wat algemene vakken. Gedurende de opleiding kan je regelmatig deelnemen aan dans- en theaterproducties. Je krijgt regelmatig les van gastdocenten en choreografen over een specifieke techniek, stijl of choreografie. Ballet vraagt heel wat concentratie, geduld en oefening. Er wordt ook aandacht besteed aan houding, muzikaliteit, coördinatie en expressie. Door middel van improvisatieopdrachten worden bijv. gevoelens en situaties gedanst. De opleiding vergt heel wat van je lichaam. De leerlingen worden begeleid om hun lichaam optimaal voor te bereiden. Je leert je lichaam beter kennen en zo vermindert de kans op blessures. In het secundair onderwijs kan je een balletopleiding volgen aan de Koninklijke Balletschool Antwerpen (KBA), http://www.koninklijkeballetschool-antwerpen.be - (lessenrooster) Vanaf de derde graad kan je kiezen tussen de klassieke opleiding en moderne dans. In het deeltijds kunstonderwijs start de opleiding dans vanaf 6 jaar. Je kunt uiteraard ook privéonderwijs volgen. Vanaf het 4de leerjaar van de lagere school kan je starten met een specifieke voorbereidende balletopleiding: SBS2, www.prinskids.be. De kandidaten moeten deelnemen aan een auditie. De ouders van de toegelaten leerlingen dienen zich akkoord te verklaren met het lessenpakket, de repetitieschema´s tijdens en buiten de lesuren, en extra activiteiten georganiseerd door de KBA. Na de lagere school kan je naar het eerste leerjaar van het secundair onderwijs in de balletschool. Leerlingen die het 6de jaar SBS2 succesvol beëindigd hebben krijgen automatisch (zonder auditie) toegang tot de KBA. De andere leerlingen worden tijdens audities beoordeeld op hun fysieke capaciteiten en hun talent. Ze worden eveneens medisch onderzocht. In principe is geen ballettechniek of ervaring vereist om deel te nemen aan deze audities. Leerlingen die in het 2de, 3de en 4de leerjaar KBA nog willen toetreden tot de school moeten beschikken over een gevorderde techniek, een grondige kennis van klassiek ballet (inclusief pointes) en beantwoorden aan de gestelde fysieke normen. Als je in het 5de of 6de leerjaar KBA nog wilt starten in de klassieke richting moet je een privéauditie doen. Een vergevorderde kennis van klassiek ballet en een basiskennis hedendaagse en moderne dans is vereist.

Als je in het 5de of 6de leerjaar KBA nog wilt beginnen in de moderne richting moet je een tweedaagse workshop hedendaagse dans volgen. Je wordt beoordeeld op je kennis van de verschillende danstechnieken. Ook een goede basis in klassieke dans is vereist. Na deze opleiding kan je - een carrière als professioneel danser uitbouwen in klassieke en moderne dansgezelschappen of als danspedagoog - werken voor musical, televisie en andere media - hoger onderwijs volgen; uiteraard ben je het best voorbereid op studierichtingen die een beroep doen op je specifieke vooropleiding. Een beschrijving van het beroep van danser VDAB-gegevens over werkzoekende schoolverlaters na de studierichting Ballet

BEELDENDE EN ARCHITECTURALE KUNSTEN - studiegebied BEELDENDE KUNSTEN 3DE EN 4DE LEERJAAR KSO ARTISTIEKE OPLEIDING AUDIOVISUELE VORMING


BEELDENDE EN ARCHITECTURALE VORMING










BEELDENDE VORMING


INDUSTRIËLE KUNST


TOEGEPASTE BEELDENDE KUNST VRIJE BEELDENDE KUNST VRIJE BEELDENDE KUNST TECHNIEKEN VRIJE BEELDENDE KUNST VORMING

*niet ingericht

Je leert waarnemen, ontleden en creatief denken. Je leert je documenteren en informeren over de brede waaier van artistieke uitingen in de kunstgeschiedenis. Binnen beeldende vorming bestudeer je de verschillende beeldende middelen, technieken en materialen en je leert ze toepassen. Ze vormen één geheel in elke opdracht. Je leert inhouden of boodschappen vorm geven zowel in het platte vlak als in de ruimte. Je leert de beslissingen die je gebruikt bij het ontwerpen te motiveren. Beeldende vorming is eerder procesdan resultaat gericht. Je leert meer over verhouding, beweging, contrast, ritme, structuur, organisatie, evenwicht, kleur, harmonie, compositie... Je leert potlood, pastel, krijt, houtskool, pen, inkt, penselen, verven, papier en allerlei andere materialen bijv. hout, metaal, zand, klei, recyclagematerialen,… te gebruiken. In architecturale vorming maak je kennis met architectuur en industriële vormgeving. Je leert omgaan met tekeninstrumenten, grafische computertoepassingen en representatietechnieken. Je maakt kennis met elementaire bouwmaterialen en constructies. Je bestudeert geometrische vormen en structuren. Je maakt projectietekeningen van grondvlakken, zijaanzichten en perspectieven van complexe volumes. Je leert rekening houden met de omgeving waarin de vorm geplaatst wordt en met functionele aspecten. In het vak waarnemingstekenen krijg je tijdens het schetsen en modelleren inzicht in vorm, compositie, constructie, ruimte, materie …

Het verwerven van creatieve en artistieke vaardigheden naast algemene vakken vraagt veel zelfwerkzaamheid, studiemethode, organisatie en inzet. In sommige scholen is er voorafgaand aan je inschrijving een infogesprek en motivatiepeiling. De theoretische vorming in de studierichtingen met het achtervoegsel ‘kunsten’ is kleiner dan in audiovisuele vorming en beeldende en architecturale vorming. In de derde graad kies je tussen vrije of toegepaste beeldende kunst, architecturale kunst en binnenhuiskunst of industriële kunst. Daarna kan je verder studeren in het hoger onderwijs. Meer info over beroepen in de kunstsector.

BEELDENDE EN ARCHITECTURALE VORMING - studiegebied BEELDENDE KUNSTEN 3DE EN 4DE LEERJAAR KSO ARTISTIEKE OPLEIDING AUDIOVISUELE VORMING


BEELDENDE EN ARCHITECTURALE VORMING










BEELDENDE VORMING


INDUSTRIËLE KUNST


TOEGEPASTE BEELDENDE KUNST VRIJE BEELDENDE KUNST VRIJE BEELDENDE KUNST TECHNIEKEN VRIJE BEELDENDE KUNST VORMING

*niet ingericht

In de studierichtingen met het achtervoegsel ‘vorming’ ligt er meer nadruk op de algemene vakken, vooral wiskunde / wetenschappen dan in de studierichtingen met ‘kunst’ of ‘opleiding’ in de benaming. In sommige scholen is er voorafgaand aan je inschrijving een infogesprek en motivatiepeiling. Binnen beeldende vorming bestudeer je de verschillende beeldende middelen, technieken en materialen en je leert ze toepassen. Ze vormen één geheel in elke opdracht. Je leert inhouden of boodschappen vorm geven zowel in het platte vlak als in de ruimte. Je leert de beslissingen die je gebruikt bij het ontwerpen te motiveren. Beeldende vorming is eerder procesdan resultaat gericht. Je leert meer over verhouding, beweging, contrast, ritme, structuur, organisatie, evenwicht, kleur, harmonie, compositie... Je leert potlood, pastel, krijt, houtskool, pen, inkt, penselen, verven, papier en allerlei andere materialen bijv. hout, metaal, zand, klei, recyclagematerialen,… te gebruiken. Je leert waarnemen, ontleden en creatief denken. Je leert je documenteren en informeren over de brede waaier van artistieke uitingen in de kunstgeschiedenis. In architecturale vorming maak je kennis met architectuur en industriële vormgeving. Je leert omgaan met tekeninstrumenten, grafische computertoepassingen en representatietechnieken. Je maakt kennis met elementaire bouwmaterialen en constructies. Je bestudeert geometrische vormen en structuren. Je maakt projectietekeningen van grondvlakken, zijaanzichten en perspectieven van complexe volumes. Je leert rekening houden met de omgeving waarin de vorm geplaatst wordt en met functionele aspecten.

In het vak waarnemingstekenen krijg je tijdens het schetsen en modelleren inzicht in vorm, compositie, constructie, ruimte, materie. Het verwerven van creatieve en artistieke vaardigheden naast algemene vakken vraagt veel zelfwerkzaamheid, studiemethode, organisatie en inzet. In de 3de graad kan je kiezen tussen Beeldende of Architecturale Vorming. Daarna kan je verder studeren in het hoger onderwijs. VDAB-gegevens over werkzoekende schoolverlaters na de richting Beeldende Vorming VDAB-gegevens over werkzoekende schoolverlaters na de richting Architecturale Vorming.

DANS - studiegebied PODIUMKUNSTEN 3DE EN 4DE LEERJAAR KSO

5DE EN 6DE LEERJAAR KSO Se-n-Se/7ejr/Voorbereidend jr

DANS

DANS

BIJZONDERE MUZIKALE VORMING

KUNST-WOORD-MEDIA

MUZIEK

MUZIEK

WOORDKUNST-DRAMA

WOORDKUNST-DRAMA

BIJZONDERE VORMING DANS* BIJZONDERE VROMING WOORDKUNST-DRAMA*

*niet ingericht

In deze opIeiding ligt de nadruk op klassieke en hedendaagse dans. Elke school heeft de mogelijkheid zich te profileren en een eigen dansvisie te ontwikkelen. Jazzdans kan bijvoorbeeld in verschillende mate aan bod komen. Er wordt in ieder geval verwacht dat je dagelijks traint. Doorheen de uitgebreide lichaamsscholing komen de volgende aspecten aan bod: houdingsbesef, bewuste ademhaling, besef van spanning en ontspanning in de spieren, bewegingsbesef, ruimtebesef (oriëntatie…), tijdsbesef (tempo, ritme,…), muzikaliteit en expressie. Je leert basisposities en principes van de klassieke dans en van de verschillende hedendaagse danstechnieken. Je ontwikkelt een algemene culturele belangstelling en meer specifiek voor dans als cultuurvorm. Je leert dansproducties observeren en appreciëren. Je maakt kennis met dansvormen en -stijlen in de eigen en in andere culturen Naast een belangrijk pakket algemene vakken krijg je ook een aantal ondersteunende kunstvakken: muziek, drama, algemene kunstgeschiedenis. Voor de KSO-studierichtingen ballet, dans, muziek kan (dus geen verplichting) de school eisen dat de leerling positief wordt beoordeeld op een geschiktheidsproef. Deze proef is éénmalig en geldt voor de duur van de opleiding. In ieder geval worden er oriënterende proeven georganiseerd. Voor deze afdeling moet je over volgende basisvaardigheden en attitudes beschikken: voldoende psychomotorische ontwikkeling, natuurlijke bewegingscoördinatie, gevoel voor muzikaliteit in beweging, presentatie en expressie, gevoel voor ritme, ruimte en vorm, creativiteit, motivatie en doorzettingsvermogen. De basiselementen van klassieke dans moeten gekend zijn.

Je bereidt je best voor op deze studierichting via het deeltijds kunstonderwijs. De opleiding dans start daar vanaf 6 jaar. Je kunt uiteraard ook privé-onderwijs volgen als voorbereiding. Het is ook aangewezen dat je reeds dans hebt gevolgd in het tweede jaar van de eerste graad.

Bij de inschrijving moet je een medisch attest voorleggen. Dit attest dient juiste gegevens te verstrekken over beendergestel, wervelkolom, bekken, knieën, voeten, enkels en je algemene gezondheidstoestand. De studierichting Dans wil talentvolle mensen voorbereiden op een hogere opleiding in de dans. Anderzijds wil deze studierichting ook een voldoende theoretische basis bieden voor andere richtingen in het hoger onderwijs. Uiteraard ben je het best voorbereid op studierichtingen die een beroep doen op je vooropleiding. Een beschrijving van het beroep van danser VDAB-gegevens over werkzoekende schoolverlaters na een studierichting dans

KUNST-WOORD-MEDIA - studiegebied PODIUMKUNSTEN 3DE EN 4DE LEERJAAR KSO

5DE EN 6DE LEERJAAR KSO Se-n-Se/7ejr/Voorbereidend jr

DANS

DANS

KUNST-WOORD-MEDIA

MUZIEK

MUZIEK

WOORDKUNST-DRAMA

WOORDKUNST-DRAMA

BIJZONDERE MUZIKALE VORMING BIJZONDERE VORMING DANS* BIJZONDERE VROMING WOORDKUNST-DRAMA*

*niet ingericht

Kunst-Woord-Media is een brede studierichting die ligt op de scheidingslijn KSO/TSO. De betrekkelijk nieuwe opleiding is ingericht in het kader van de Proeftuinen. Bedoeling is dat je je keuze voor een kunstgerichte KSO of TSO- studierichting nog even kan uitstellen. Je krijgt een brede basisvorming met heel wat algemeen vormende vakken. Daarnaast maak je kennis met verschillende kunstdisciplines. Je proeft zowel van fotografie, audiovisuele vorming als van expressie, beeldende kunsten en multimedia. In artistieke producties en in de bedrijfswereld worden verschillende kunstvormen trouwens ook meer en meer geïntegreerd. Pas in de 3e graad moet je op basis van je talenten en interesses een meer gerichte keuze maken.

(Uit www.onderwijskiezer.be)

MUZIEK - studiegebied PODIUMKUNSTEN 3DE EN 4DE LEERJAAR KSO DANS

5DE EN 6DE LEERJAAR KSO Se-n-Se/7ejr/Voorbereidend jr DANS

BIJZONDERE MUZIKALE VORMING

KUNST-WOORD-MEDIA MUZIEK

MUZIEK

WOORDKUNST-DRAMA

WOORDKUNST-DRAMA

BIJZONDERE VORMING DANS* BIJZONDERE VROMING WOORDKUNST-DRAMA*

*niet ingericht

In deze studierichting word je artistiek begeleid om je muzikale talent te ontwikkelen. Samen musiceren, individuele lessen en zelfs eigen creaties maken, zorgen voor een degelijke ontwikkeling van je instrumentale en vocale vaardigheden. Daarnaast krijg je heel wat algemene vakken. De noodzakelijke dagelijkse training en de diverse optredens binnen en buiten de school vereisen veel inzet, een goede planning en studiediscipline. Je bereidt je best voor op deze studierichting via het deeltijds kunstonderwijs. De opleiding muziek start daar vanaf 6 jaar. Je kunt uiteraard ook privé-onderwijs volgen als voorbereiding. Het is ook aangewezen dat je reeds muziek hebt gevolgd in het tweede jaar van de eerste graad. Voor de KSO-studierichtingen ballet, dans, muziek kan (dus geen verplichting) de school eisen dat de leerling positief wordt beoordeeld op een geschiktheidsproef. Die geschiktheidsproef is éénmalig en geldt voor de duur van de opleiding. Voor de toelating tot het 3e, 4e en 5e jaar zijn er in ieder geval adviserende of oriënteringsproeven voorzien. Hierbij komen notenleer, dictee, instrumentale vaardigheden en zang aan bod en wordt ook je motivatie en belangstelling voor muziek gepeild. Hoe later je instapt hoe hoger het vaardigheidsniveau dat verwacht wordt en hoe meer je dient in te halen, eventueel via inhaalcursussen. Een overgang vanuit een niet-ASO richting is zeer moeilijk. Inhoud van enkele vakken: Je krijgt individuele lessen voor zowel je Eerste als Tweede Instrument. Eén van beide moet piano zijn. Naast de speeltechnische aspecten wordt veel aandacht besteed aan inzicht in de partituur, geheugen, stijlgevoel, interpretatie en muzikale beleving. Voor het eerste instrument is voorkennis onontbeerlijk. Algemene Muziekleer omvat notenleer, gehoorvorming en traint de intonatievaardigheid. Naast lessen notenleer (voornamelijk in sol- en fasleutel), wordt veel aandacht besteed aan de ritmische vorming en het juist leren toontreffen. Het muzikaal dictee leert je analyseren en noteren wat je hoort. Muziektheorie geeft je inzicht in de theorie achter de praktijk. In het derde jaar komt de basisleerstof aan bod. Daarna volgt een grondige studie van het notenschrift en de ritme- en melodieleer. In het vijfde jaar komt de studie van de toonsoorten en akkoorden uitgebreid aan bod. In het zesde jaar volgt transpositie, versieringsleer en akoestiek. Analyse leert je een muziekpartituur te doorgronden door het beluisteren en ontleden van de melodie, de samenklank, de vorm.

Harmonie doet naast de schrijfvaardigheid ook een beroep op je creativiteit om binnen de regels van de akkoordverbindingen tot een mooie melodie en stemvoering te komen. Je leert in de derde graad je harmonische kennis in klank omzetten op de piano, vooral in functie van het leren begeleiden van melodieën (begeleidingspraktijk). Koorzang en Samenspel zijn praktijkvakken waarin je vocaal en instrumentaal leert musiceren in groep. Een uitgebreid repertoire uit de verschillende stijlperioden komt aan bod. Dit leidt regelrecht naar het leren optreden.

Creatief Musiceren leert je dan weer samen musiceren op het gehoor, zonder notentekst. Het legt de basis voor het leren variëren, improviseren en wie weet zelfs componeren. De muzikale expressie staat hierbij centraal. Daarnaast leer je ook omgaan met computer, muzieksoftware en geluidstechniek. Algemene Verbale Vorming omvat enerzijds dramatische expressie waarbij creatief werken met taal centraal staat en anderzijds dictie, gericht op het verbeteren van de uitspraak. Je wordt verbaal gevormd door middel van diverse ademhaling-, articulatie-, en spreekoefeningen, improvisaties, lezen van teksten en oefeningen op geluid, tempo, toon en volume. Voorbeelden van vereiste kennis bij de instap in het 3de jaar Muziek: - 1ste instrument: minstens niveau L4 (muziekacademie) afgelegd hebben (bij voorkeur M2) 4de jaar Muziek: - voor AMV: L4 afgelegd hebben - 1ste instrument: minstens M1 afgelegd hebben (bij voorkeur M3) 5de jaar Muziek: - voor AMV: L4 afgelegd hebben - 1ste instrument: minstens M2 afgelegd hebben (bij voorkeur M3-H1) Na de derde graad kan je verder studeren in het hoger onderwijs.

Een beschrijving van het beroep van artiest muziek en zang VDAB-gegevens over werkzoekende schoolverlaters na een studierichting muziek.

WOORDKUNST-DRAMA - studiegebied PODIUMKUNSTEN 3DE EN 4DE LEERJAAR KSO DANS

5DE EN 6DE LEERJAAR KSO Se-n-Se/7ejr/Voorbereidend jr DANS

KUNST-WOORD-MEDIA MUZIEK

MUZIEK

WOORDKUNST-DRAMA

WOORDKUNST-DRAMA

BIJZONDERE MUZIKALE VORMING BIJZONDERE VORMING DANS* BIJZONDERE VROMING WOORDKUNST-DRAMA*

*niet ingericht

Praat, zing, beweeg je graag? Heb je interesse voor taal, wil je teksten begrijpen en er zelf mee aan de slag gaan? Durf je aan anderen tonen wat je kan en ga je zelf graag kijken naar wat anderen op een podium doen? Deze studierichting biedt een waaier aan expressievakken. Deze situeren zich op 3 terreinen: woord, muziek en beweging. De combinatie van artistieke en algemene vakken vraagt naast lichamelijke geschiktheid, flexibiliteit, artistieke aanleg ook heel wat discipline, concentratie en inzet. Sommige scholen richten oriënteringsproeven in. Zo tracht men je geschiktheid en slaagkansen in te schatten en kan je voor jezelf de keuze maken of deze richting echt iets voor jou is. In algemene verbale vorming werk je aan je spreektechniek en spraakvaardigheid. Je ontdekt dramatische expressiemogelijkheden in dialoog, improvisatie, toneelspel en voordracht. Je leert verbale en non-verbale taal verwerken in spelen communicatieve situaties. In het algemeen vormend gedeelte komen de talen sterk aan bod. Zowel in Nederlands als in vreemde talen wordt er gewerkt rond verkennen en begrijpen van de artistieke en technische aspecten van teksten en ook aan de uitbreiding van je expressieve mogelijkheden. In de muziekvakken ga je werken aan gehoorvorming, creatief musiceren, zang en koorzang. Melodieën, ritmes, composities worden ontleed en zelf gecreëerd. Je leert zangtechnieken en meerstemmig zingen in groepsverband. Ook notenleer, de verschillende muziekstijlen, componisten en composities komen aan bod. In het vak hedendaagse dans verken en ontwikkel je de bewegingsmogelijkheden van je eigen lichaam. Je verwerft zo een solide basis om op een zelfbewuste manier een publiek tegemoet te treden. Wat je leert in de verschillende kunstvakken mag en moet je ook tonen voor een publiek. Het is ook belangrijk dat je een brede culturele bagage opbouwt door toneel, muziek en dansvoorstellingen bij te wonen, een boek en poëziebundel te lezen, een museum te bezoeken… Woordkunst-drama bereidt in de eerste plaats voor op hoger onderwijs in de domeinen dramatische kunsten, cabaret en muziektheater. Anderzijds wil deze studierichting ook een

voldoende theoretische basis bieden voor andere richtingen in het hoger onderwijs. Uiteraard ben je het best voorbereid op studierichtingen die een beroep doen op je vooropleiding. Een overzicht van beroepen in de sector podiumkunsten VDAB-gegevens over werkzoekende schoolverlaters na een studierichting Woordkunst-drama

voorbereidend jr

Recommend Documents