Voorbeeldtoets 2F vmbo, voor veldraadpleging Toelichting. De toets wordt gemaakt via de computer en is geheel computerscoorbaar. De vormgeving is uiteraard nog niet aangepast. In plaats van letters bij meerkeuzevragen kunnen bijvoorbeeld cirkeltjes worden gebruikt die worden “aangevinkt”. Een rekenmachine wordt via het scherm aangeboden, kandidaten hoeven die dus niet zelf bij zich te hebben. Op het infoblad wordt aangegeven dat voor het beantwoorden van alle vragen een kladblaadje gebruikt mag worden. Dit kladpapier moet als de toets klaar is ingeleverd worden.
Bij het beantwoorden van de vragen 1 t/m 10 mag geen rekenmachine gebruikt worden.
1. 15 × 9 =
2. Tel 2,5 en 4,7 bij elkaar op. Het antwoord is
Of: 2,5 + 4,7 =
3. 2004 : 4 =
4. 30% van 700 is
5. Schrijf het getal 20 miljard in cijfers. A 20 000 B 20 000 000 C 20 000 000 000 D 20 000 000 000 000
6. 300 × 58 + 300 × 2 =
7.
1 deel van iets is gelijk aan 5
% 1
8. Rond 58,2459 af op één decimaal. Het antwoord is
9. 348 – 267 = 10. Het getal 2,25 ligt tussen A 1 en 2 1 2 2 C 2 en 2 10
B 2 en 2
D 2
5 en 3 10
Voor de volgende opgaven mag, naar keuze van de kandidaat, een rekenmachine gebruikt worden. 11. De totale oppervlakte van deze figuur is 245 cm2. Hoe groot is de oppervlakte van A?
A A B C D
84 cm 49 cm 84 cm2 49 cm2
12. Welke periode duurt het langst? A 2400 minuten B 60 uur C 2 dagen
13. Je moet de oppervlakte van een driehoek berekenen. Welk antwoord past daarbij? A 6 cm B 6 cm2 C 6 cm3
2
14. De Martinitoren in Groningen is 97 m hoog. Niels maakt een tekening van de toren op een schaal van 1 : 1000. Hoe hoog wordt de toren in de tekening van Niels?
cm. 15.
Natascha verkoopt in haar winkel deze kaarsen. Wat is de wiskundige naam voor de vorm die deze kaarsen hebben? A. cilinder B. kegel C. prisma D. piramide
16. De firma Santoz verkoopt dekzeilen van 4 × 6 meter.
Inez wil dekzeilen kopen om de dansvloer op haar camping helemaal af te dekken. De vloer is 15 meter lang en 11 meter breed. Hoeveel dekzeilen moet Inez minstens kopen?
Minstens
dekzeilen
3
17. Om te berekenen hoe lang een meisje ongeveer zal worden kan deze formule gebruik worden: lengte dochter =
1 × (lengte vader + lengte moeder – 12) + 3 2
Alle lengtes zijn in centimeters. De vader van Afra is 1,84 m lang, haar moeder is 1,68 m lang. Hoe lang zal Afra volgens de formule worden? Schrijf je antwoord op in cm.
cm 18. Robbert fietst naar zijn vriend Wouter, die twee kilometer verderop woont. Als Robbert driekwart van de weg heeft afgelegd gaat zijn fiets kapot en staat hij stil. Waar staat Robbert? 2 km
A B C D
Bij A Bij B Bij C Bij D
19. Hieronder zie je een grafiek die laat zien hoe de temperatuur in de loop van een dag verandert. Hoeveel graden Celsius was de temperatuur om 5 uur ’s middags?
graden Celsius 4
20. Maarten maakt een compostbak van 120 cm breed, 120 cm lang en 70 cm hoog. Hoe groot is de inhoud van deze bak?
A B C D
Kleiner dan een kubieke decimeter Groter dan een kubieke decimeter, maar kleiner dan een kubieke meter Groter dan en kubieke meter, maar kleiner dan twee kubieke meter Groter dan twee kubieke meter.
21. Op een pak ontbijtcrackers staat dat 1 cracker 66 kcal aan energie oplevert. Dat is 3% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Hoeveel kcal is de aanbevolen hoeveelheid per dag?
kcal
22. Fatma wil in de woonkamer een muur behangen met een behang van sloophout zoals op de foto. Een stuk van dit behang van 900 cm bij 45 cm kost 169 euro. Wat kost het behang per vierkante meter? Rond het antwoord af op hele euro’s.
euro.
5
23. Een dwergvinvis kan wel negen meter lang worden. Hoeveel maal zo lang is dat als de lengte van een volwassen mens? A. minder dan driemaal zo lang B. meer dan driemaal en hoogstens viermaal zo lang C. meer dan viermaal en hoogstens vijfmaal zo lang D. meer dan zesmaal zo lang
24. Een spaarlamp gebruikt 5 maal zo weinig energie om dezelfde hoeveelheid licht te geven als een gloeilamp. Een gloeilamp van 60 Watt bijvoorbeeld geeft net zoveel licht als een spaarlamp van 12 Watt. Mikal wil een gloeilamp van 100 Watt vervangen door een spaarlamp. Hoeveel Watt moet deze spaarlamp zijn?
Watt
25. Karin maakt gelei van peren. In het recept staat: Snijd 2 kilo peren in stukjes. Laat ze in 1,5 liter water een uur of twee heel zacht koken tot er een dikke perensap ontstaat. Voeg daarna per liter perensap 1000 gram geleisuiker toe.
Karin heeft minder peren gebruikt en nu heeft ze 0,75 liter perensap. Hoeveel gram geleisuiker moet Karin toevoegen?
gram 6
26. Met een dagkaart voor de trein kun je een hele dag net zoveel reizen als je wilt. Zo’n kaart kost € 47,00. Mevrouw Daniels is ouder dan 65 jaar en zij krijgt 40% korting op de kaart. Hoeveel moet mevrouw Daniels voor een dagkaart betalen?
euro
27. Kayla heeft bij biologie geleerd hoe je kunt berekenen hoeveel huidoppervlak iemand
ongeveer heeft. Meet je lengte in meters. Meet de omtrek van je bovenbeen in meters. Vermenigvuldig deze twee getallen. Je hebt nu de huidoppervlakte in vierkante meters.
Kayla is 1,65 m lang en de omtrek van haar bovenbeen is 58 cm. Hoeveel m2 huidoppervlak heeft Kayla? Rond het antwoord af op hele vierkante meters.
m2
28. Het kabinet wil 18 miljard euro bezuinigen. “Dat zijn 360 000 000 biljetten van 50 euro”, zegt Eline. Een doos kopieerpapier met 500 vel is ongeveer 25 cm hoog. Neem aan dat een biljet van 50 euro net zo dik is als een vel kopieerpapier.
Hoe hoog zou een stapel van 360 000 000 biljetten van 50 euro ongeveer worden? A. Zo hoog als de Domtoren in Utrecht (112 m) B. Zo hoog als de berg Mount Everest (8848 m) C. Meer dan 50 km hoog D. Meer dan 150 kilometer hoog
7
29. Johan gaat de muren van zijn kamer schilderen. twee muren hebben een lengte van 8 meter twee muren hebben een lengte van 4 meter de hoogte van alle muren is 2,5 meter In de slaapkamer zijn twee ramen en een deur die samen ongeveer 8 m2 zijn. Hoeveel blikken muurverf moet Johan minstens kopen?
blikken
30. Bij het spel Triominos kun je punten behalen door stenen op tafel te leggen. Wanneer je dat niet kunt en stenen van de stapel moet pakken, krijg je 5 strafpunten per steen. Dit wordt aangegeven als -5. Wie de meeste punten haalt wint het spel. Hieronder zie je de punten van Mary, Dorien en Tamar. Wie heeft gewonnen? M -15 6 8 11 6 12
D 14 -25 14 9 12 0
T 5 4 6 2 3 7
A Mary B Dorien C Tamar
8
Antwoorden en toelichting Opmerking. Bij domein is steeds het belangrijkste domein genoemd wanneer er meerdere zijn. Het domein ‘getallen’ komt, vanwege de berekeningen die moeten worden uitgevoerd, immers ook vaak in de andere domeinen voor. Voor de vragen die zonder rekenmachine moeten worden beantwoord wordt steeds 1 scorepunt toegekend bij een goed antwoord. Voor de overige vragen moeten vaak meerdere rekenstappen of denkstappen worden genomen. Daarom worden aan die vragen, bij een goed antwoord, 2 of maximaal 3 scorepunten toegekend. De uitwerking van de leerling wordt bij deze gesloten vragen niet beoordeeld, het antwoord is goed of fout. 1. Antwoord Domein Omschrijving drie cijfers. Score
135 Getallen Vermenigvuldigen van een getal met één cijfer met een getal met twee of
2. Antwoord Domein Omschrijving Score
7,2 Getallen Eenvoudige decimale getallen optellen 1 pt
3. Antwoord Domein Omschrijving cijfers. Score
501 Getallen Getallen met maximaal drie cijfers delen door een getal met maximaal twee
4. Antwoord Domein Omschrijving Score
210 Verhoudingen Rekenen met eenvoudige percentages 1 pt
5. Antwoord Domein Omschrijving Score
C Getallen Getalnotaties met miljoen, miljard 1 pt
1 pt
1 pt
6. Antwoord 18 000 Domein Getallen Omschrijving Efficiënt rekenen, gebruik makend van de eigenschappen van getallen en bewerkingen, met eenvoudige getallen Score 1 pt
9
7. Antwoord Domein Omschrijving Score
20 Verhoudingen Eenvoudige stambreuken en percentages in elkaar omzetten 1 pt
8. Antwoord Domein Omschrijving Score
58,2 Getallen Afronden volgens de afrondregels 1 pt
9. Antwoord Domein Omschrijving Score
81 Getallen Aftrekken met gehele getallen 1 pt
10. Antwoord Domein Omschrijving Score
B Getallen Structuur van het tientallig stelsel 1 pt
11. Antwoord Domein Omschrijving Score
D Meten/Meetkunde Structuur en samenhang maateenheden 1 pt
12. Antwoord Domein Omschrijving Score
B Meten/meetkunde Tijd (maanden, weken, dagen in een jaar, uren, minuten, seconden) 1 pt
13. Antwoord Domein Omschrijving Score
B Meten/meetkunde Juiste maat kiezen in een gegeven context 1 pt
14. Antwoord Domein Omschrijving kiezen. Score
9,7 Verhoudingen Verhoudingen met elkaar vergelijken en daarbij een passend rekenmodel
15. Antwoord Domein Omschrijving Score
A Meten/meetkunde Namen van ruimtelijke structuren 1 pt
2 pt
10
16. Antwoord Domein Omschrijving Score
8 Meten/Meetkunde Situaties beschrijven door middel van meetkundige figuren 2 pt
17. Antwoord 173 Domein Verbanden Omschrijving In een (woord)formule een variabele vervangen door een getal en de waarde van de andere variabele berekenen. Score 2 pt 18. Antwoord Domein Omschrijving Score
C Getallen Getallen met elkaar vergelijken, bijvoorbeeld met een getallenlijn 1 pt
19. Antwoord 20 Domein Verbanden Omschrijving Op een kritische manier lezen en interpreteren van verschillende soorten diagrammen en grafieken Score 2 pt 20. Antwoord Domein Omschrijving Score
C Meten/Meetkunde Inhoud berekenen. Structuur en samenhang maateenheden 2 pt
21. Antwoord Domein Omschrijving Score
2200 Verhoudingen In decontext van verhoudingen berekeningen uitvoeren, ook met procenten. 2 pt
22. Antwoord Domein Omschrijving Score
42 Meten/Meetkunde Oppervlakte berekenen. Structuur en samenhang maateenheden 3 pt
23. Antwoord Domein Omschrijving Score
C Meten/Meetkunde Eigen referentiematen ontwikkelen. Structuur en samenhang maateenheden 2 pt
24. Antwoord Domein Omschrijving Score
20 Verhoudingen Eenvoudige verhoudingsproblemen oplossen (met mooie getallen) 2 pt 11
25. Antwoord Domein Omschrijving bewerking. Score
750 Algemene vaardigheden Relevante gegevens uit een situatie ‘vertalen’ naar een rekenkundige
26. Antwoord Domein Omschrijving Score
28,20 Verhoudingen Uitvoeren procentberekeningen 2 pt
27. Antwoord Domein Omschrijving Score
1 Verbanden Situaties vertalen naar een bewerking 2 pt
28. Antwoord Domein Omschrijving Score
D Getallen Rekenen met grote getallen, schatten 2 pt
29. Antwoord Domein Omschrijving Score
12 Meten en meetkunde Oppervlakte berekenen 2 pt
2 pt
30. Antwoord C Domein Getallen Omschrijving Negatieve getallen (in eenvoudige situaties) optellen en aftrekken Score 2 pt
12