Voorbeeldmateriaal cursus O.23.4.1.1: Ontwerpen van onderwijs en opleidingen
Cursusintroductie Inhoud van de cursus In de cursus ‘Ontwerpen van onderwijs en opleidingen’, gaat u met behulp van het door van Merriënboer (1997) ontwikkelde Vier-Componenten Instructie-Ontwerpmodel (4C/ID-model), aan de slag om een gedetailleerd instructieontwerp te maken voor een complexe vaardigheid. Concreet betekent dit dat u leert een complexe vaardigheid te analyseren, de samenstellende vaardigheden op te sporen en geschikte instructiestrategieën te kiezen voor het ondersteunen van de verschillende leerprocessen die een rol spelen bij het verwerven van die samenstellende vaardigheden. Tevens wordt aandacht besteed aan diverse richtlijnen voor de uitwerking van uitdagende leertaken. Aan het eind van de cursus bent u in staat een uitgewerkt en beargumenteerd ontwerp (blauwdruk) voor een cursus op te stellen. Door toepassing van dit model in een concreet ontwerpproject verwerft u het nodige inzicht in de sterke en zwakke kanten van dit ontwerpmodel en kunt u bepalen voor welk type opleidingsvragen dit model (on)geschikt is. De cursus is gebaseerd op het boek van Ameike M.B. Janssen-Noordman & Jeroen J. G. van Merriënboer, (2002). Innovatief Onderwijs Ontwerpen. Groningen, WoltersNoordhoff. Doelen van de cursus Na het beëindigen van deze cursus bent u in staat om: • verschillende onderwijs-ontwerpmodellen te analyseren en te beoordelen op hun bruikbaarheid in verschillende contexten; • de specifieke kenmerken van complexe vaardigheden te benoemen en instructiebehoeften op hun graad van complexiteit te beoordelen; • complexe taken/vaardigheden te analyseren en een vaardighedenhiërarchie op te stellen; • een complexe vaardigheid en de samenstellende vaardigheden te beschrijven in termen van gedragsdoelen of ‘performance objectives’; • de verschillende vaardigheden in vaardigheidsclusters te ordenen en een geschikte onderwijsvolgorde te ontwerpen; • voor de onderscheiden taakklassen die men in de analysefase heeft gedefinieerd, leertaken te ontwerpen of te selecteren en een geschikte instructiestrategie te bedenken voor het aanbieden van de verschillende aspecten van deze leertaken; • leertaken te analyseren op ondersteunende informatie (mentale modellen en cognitieve strategieën); • een didactisch verantwoorde keuze van instructiestrategie voor het aanbieden van ondersteunende informatie te maken; • binnen een leertaak die vaardigheden te selecteren die voor ‘part-task practice’ in aanmerking komen en de noodzakelijke deeltaakoefeningen te ontwerpen; • routine vaardigheden te analyseren op regels en procedures en de noodzakelijke ‘just-in-time’ informatie vast te leggen; • instructiestrategieën voor ‘just-in-time’ informatie te selecteren; • assessment instrumenten en feedback te ontwerpen voor het sturen van het leerproces zowel bij hele-taakoefeningen als deeltaakoefeningen.
Masteropleiding Actief Leren
© Open Universiteit Nederland
Voorkennis Deze cursus sluit nauw aan bij de cursus ‘Methoden en strategieën voor onderwijsontwerpers’ uit de oriëntatiefase (cursuscode 022411). Kennis van en ervaring met instructie-ontwerpmodellen evenals enig inzicht in onderwijsleertheorieën is dan ook gewenst. Structuur van de cursus De cursus omvat zes studietaken. Naast een introducerende studietaak en een afsluitende reflectietaak, worden in studietaak 2 tot en met 5 de vier componenten van het 4C/ID-model behandeld. Studietaak 2 tot en met 5 vormen dan ook de basis van deze cursus. Studietaken en studiebelasting In de tabel hieronder ziet u een overzicht van alle studietaken en de studiebelasting per studietaak.
Studietaken en studeeraanwijzingen De voor deze cursus te bestuderen theorie vindt u in het handboek bij deze cursus en als pdf-files bij de verschillende studietaken. Het aandachtig doornemen van deze theorie is belangrijk, maar de praktische opdrachten bij de verschillende studietaken vormen de hoofdmoot in uw studieactiviteiten. Aan de hand van die praktische opdrachten doorloopt u de verschillende fase in het ontwerpen van een instructieprogramma voor de complexe vaardigheid ‘het bieden van eerste hulp bij ongevallen’, en dit volgens het 4C/ID-model. Het uitvoeren van die praktische opdrachten en het stapsgewijze realiseren van een blauwdruk voor een opleiding ‘EHBO’ achten wij belangrijker en effectiever dan het uitsluitend bestuderen van het handboek. Bij het bestuderen van de theorie in het handboek raden wij u bovendien aan vooral aandacht te besteden aan het analyseren van de voorbeelden en de voorgestelde procedures en richtlijnen voor het analyseren van complexe vaardigheden het selecteren van geschikte leertaken evenals het kiezen van een gepaste instructiestrategie. Het uitvoeren van de praktische opdrachten resulteert steeds in een duidelijk omschreven product, een ontwerpdocument dat u in de laatste studietaak dient te gebruiken als basis voor uw eindrapport of blauwdruk voor een opleiding ‘EHBO’. Besteed dan ook de nodige aandacht aan het uitwerken van deze deelrapporten om niet in de
Masteropleiding Actief Leren
© Open Universiteit Nederland
problemen te komen bij het opstellen van uw eindrapport. Maak bij de uitwerking van deze rapporten ook zo veel mogelijk gebruik van de in de opdrachten voorgestelde schema’s. De deelrapporten op het einde van studietaak 2 tot en met 5 dient u steeds als attachment bij een e-mail te versturen aan de cursusbegeleider. Dit versturen van uw deelrapporten aan de cursusbegeleider vormt een onderdeel van de examenverplichting. Van uw begeleider ontvangt u vervolgens binnen vijf werkdagen aan de hand van vermelde schema’s, feedback en eventueel het advies om uw ontwerp aan te vullen of grondig bij te stellen. U bent echter niet verplicht uw deelrapporten een tweede maal in te sturen. Naast het versturen van de deelrapporten aan de cursusbegeleider, kunt u ze ook publiceren in de discussiegroep bij deze cursus en uw medestudenten om commentaar vragen. Als u commentaar van uw medestudenten op uw uitwerking op prijs stelt, dan spreekt het vanzelf dat u ook de inspanning doet om één of meerdere voorstellen van uw medestudenten te becommentariëren. Tentaminering Gedurende de gehele cursus werkt u aan een instructieontwerp voor één bepaalde complexe vaardigheid, te weten ‘Het verlenen van Eerste Hulp’. Het ontwerpproces verloopt in een viertal stappen. Parallel daaraan wordt u gevraagd vier maal een deelrapport als bijlage bij een e-mail te versturen aan de cursusbegeleider. Dit versturen van een deelrapport is een verplicht cursusonderdeel. Voor deze deelrapporten ontvangt u echter GEEN cijfer, van de cursusbegeleider ontvangt u wel binnen vijf werkdagen gedetailleerde feedback met eventueel het advies uw ontwerp zo nodig bij te sturen, vooraleer met de volgende studietaak te beginnen. Bij het ontwerpen van onderwijs geldt nu eenmaal dat, ofschoon het geen louter lineair proces is, de resultaten van een voorgaande fase als input fungeren voor de volgende fase. In studietaak 6 wordt u gevraagd de deelrapporten uit de vorige studietaken samen te voegen tot een eindrapport of een blauwdruk voor een trainingsprogramma ‘EHBO’. Daarnaast wordt u gevraagd te reflecteren over de bruikbaarheid van het 4C/ID- model, naast andere ID- en ISD-modellen. Dit eindrapport en bijbehorend reflectierapport vormt de uiteindelijke examenverplichting (Zie studietaak 6 voor de richtlijnen voor het samenstellen van beide rapporten). De cursusbegeleider zal uw eindrapport echter alleen ter beoordeling voorleggen aan de examinator wanneer u tevens voldaan hebt aan de bijzondere verplichting, het insturen van de vier deelrapporten na studietaak 2 tot en met 5. Eindrapport en reflectierapport worden beide gescoord op een 10-puntsschaal, maar bij het samenstellen van de eindscore voor de cursus worden de deelscores verschillend gewogen namelijk score eindrapport x 3 plus eindscore reflectierapport x 1 of 75% + 25%. U heeft aan de exameneisen voldaan bij een score van ten minste 55 op 100. Bij een ‘onvoldoende score’ - minder dan 55 op 100 - ontvangt u van de examinator en cursusbegeleider gedetailleerde feedback en hebt u één maal de mogelijkheid om uw eindrapport en reflectierapport bij te stellen en opnieuw voor beoordeling in te sturen. Na het insturen van deze tweede versie wordt het definitieve cijfer vastgesteld.
Masteropleiding Actief Leren
© Open Universiteit Nederland
In een schematisch overzicht zijn dit de verplichtingen waaraan u moet voldoen:
Begeleiding Ter ondersteuning bij de praktische opdrachten voor de verschillende studietaken, ontvangt u, naast de uitgewerkte voorbeelden in het boek van Janssen-Noordman & van Merriënboer, per studietaak een extra uitgewerkt voorbeeld. Bij het samenstellen van uw deelrapporten kunt u gebruik maken van de door ons gebruikte schema’s bij de voorbeelden. Dit is echter geen verplichting. Deze schema’s worden door de cursusbegeleider ook gebruikt als basis voor zijn feedbackrapport. Zij bevatten dus de verschillende rubrieken waarop uw rapporten worden beoordeeld. Wenst u extra feedback vooraleer uw deelrapporten aan de cursusbegeleider voor te leggen, dan raden we u aan om de eerste versies van uw deelrapporten voor commentaar aan uw medestudenten voor te leggen in de discussiegroep. U kunt de discussiegroep ook gebruiken om bepaalde stellingnames of visies in verband met de thema’s van deze cursus te ventileren en reacties van uw medestudenten hierover te inventariseren. Deelname aan de discussiegroep is niet verplicht, maar kijk zelf hoe u er creatief gebruik van wil maken. Bronnen Als basis voor deze cursus geldt het boek van: Janssen-Noordman, A. M. B., & van Merriënboer, J. J. G. (2002). Innovatief onderwijs ontwerpen. Groningen: Wolters-Noordhoff. Aanvullende literatuur ALFANET-rapport, ‘Deliverable D12 - State-of-the-art of technologies’, Appendix 4: Advanced instructional design models. Heerlen, OUNL, p.57-66. Gustafson, K.L. & Branch, R.M. (1997). Revisioning Models of Instructional Development. Educational Technology Research and Development. 45 (3), p. 73-89. Merriënboer, J. van (2004). Ten steps to Complex Learning. A pebble-in-the-pond version of the 4C/ID-model. In voorbereiding. Hoofdstuk 2, p.10-22. Merrill, M. D. (2000). First Principles of instruction. Paper presented at the international conference of the Association for Educational Communications and Technology (AECT), Denver, CO. Merrill, M. D. (2002). A Pebble-in-the-Pond Model for Instructional Design. Performance Improvement Journal, 41(7), 39-44.
Masteropleiding Actief Leren
© Open Universiteit Nederland
Stiggins, R. J. (1992). Het ontwerpen en ontwikkelen van performance-assessmenttoetsen. In Kessels, J. W. M., & Smit, C. A. Opleiders in organisaties/Capita Selecta, afl. 10. Kluwer Bedrijfswetenschappen. Straetmans, G. J. J. M., Sluijsmans, D., Bolhuis, B. G., & van Merriënboer, J. J. G. (2003). Verwerving en assessment van competenties is een krachtige leeromgeving. Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 21(3), 171-197. Aanvullende Internet bronnen http://www.personal.psu.edu/staff/p/m/pmb6/knowledge_base.htm http://carbon.cudenver.edu/~mryder/reflect/idmodels.html http://carbon.cudenver.edu/~mryder/itc_data/idmodels.html http://tip.psychology.org/index.html http://www.ou.nl/info-alg-english-r_d/OTEC_research/program/4c_id.htm http://www.personal.psu.edu/users/c/m/cmr226/Instructional%20Design/ISD_2.htm#ref
Masteropleiding Actief Leren
© Open Universiteit Nederland