Voorbeeldboekje Oefenmateriaal Cito
Begrijpend lezen Hoe kun je een begrijpend leestekst het beste aanpakken? Stap 1. Lees eerst de tekst volledig. Stap 2. Lees de vraag (herhaal deze regelmatig). Stap 3. Lees alle regels die aangegeven worden in de antwoorden. Stap 4. Streep een antwoord door als je weet dat dat niet het juiste antwoord is. Zo maak je het jezelf makkelijker om tot een juist antwoord te komen. Stap 5. Kijk de tekst pas na als je alle vragen van begrijpend lezen hebt gemaakt. Als je een fout hebt gemaakt check dan goed wat je fout hebt gedaan. Je leert daar enorm van. Rekenen Ga op een rustig plekje zitten. Werk met kladpapier, liniaal, potlood en gum. Neem de moeite om de som op te schrijven. Door de som op te schrijven en op papier uit te rekenen maak je minder snel fouten.
Voor alle onderdelen geldt: Ga op een rustig plekje zitten. Lees de vraag goed en herhaal de vraag een paar keer. Succes met het maken! Disclaimer: Aan de inhoud van dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Voorbeeldboekje – oefenmateriaal Cito - www.citojuf.nl
-1-
Groep 8 - Rekenen voorbeeldopgaven Opgave 1.
Marlies bakt muffins voor alle genodigden van een groot feest. Zij gebruikt zakken meel van 500 gram. Hoeveel zakken meel heeft zij nodig voor alle muffins? __________ zakken. Opgave 2.
Een kaartje voor de dierentuin kost € 22,50. Een 5-strippenkaart kost € 105,-. Hoeveel is dit voordeliger dan 5 losse kaartjes? € ____________
Groep 8 – Spelling voorbeeldopgaven In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? Opgave 3. A De apotheek was nog niet geopend. B De reünie was een waar succes. C Sommige millitairen moeten stoppen met hun werk. D Hij stond er financieel goed voor. Opgave 4. A Mijn bureau valt bijna uit elkaar. B Ik heb per ongeluk mijn lineaal gebroken. C In het theater komen ook bands optreden. D In het museum worden mooie schilderijen getoond.
Voorbeeldboekje – oefenmateriaal Cito - www.citojuf.nl
-2-
Groep 8 – Spelling werkwoorden voorbeeldopgaven In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? Opgave 5. A Gisterochtend ontbeten we pannenkoeken als ontbijt. B De gevalle vaas was veel geld waard. C Mijn vader wilde eerst geschiedenis studeren. D De koning hield een mooie toespraak. Opgave 6. A. Marleen en Bas laadden alle spullen uit de vrachtwagen. B. Zij ontdekten een mooi eiland in de Atlantische oceaan. C. De piraten kaapte grote containerschepen. D. Eergister veilde mama haar rode nagels. Groep 8 – Begrijpend lezen voorbeeldopgaven Utrecht: Tientallen deelnemers ziek na triatlon Tientallen deelnemers die afgelopen zondag mee hebben gedaan aan de triatlon in Utrecht zijn ziek geworden. Dat meldt de organisatie, Rijwielpaleis Bilthoven Triatlon, op zijn website. De sporters zijn mogelijk ziek geworden door het water bij de Veilinghaven en het Merwedekanaal waarin er tijdens de wedstrijd is gezwommen. Voorafgaand aan de triatlon is de waterkwaliteit getest. Die werd goed bevonden. Na de wedstrijd is de waterkwaliteit opnieuw getest, maar de uitslag daarvan is nog niet binnen. De organisatie roept deelnemers die ziek zijn geworden op om contact te zoeken met de huisarts. Ook heeft de organisatie contact gezocht met de Utrechtse GGD, die hoopt uit te zoeken waar de klachten vandaan komen. De woordvoerder laat weten dat er ook na de SingelSwim deelnemers waren met gezondheidsklachten. Bron: nu.nl
Vraag 7. A B C D
Wanneer is het water getest? Alleen na de triatlon Tijdens de triatlon Voor en na de triatlon Er is geen test gedaan
Vraag 8. Waar past deze zin het best? Ze hebben symptomen als diarree, overgeven en koorts. A Achter: ….ziek geworden. B Achter: ….is gezwommen C Achter: ….niet binnen. D Achter: ….vandaan komen Voorbeeldboekje – oefenmateriaal Cito - www.citojuf.nl
-3-
Groep 7 – Rekenen voorbeeldopgaven Opgave 1.
Hoeveel kilogram zand ligt hier in totaal? __________ kg. Opgave 2.
Milo wil voor 24 personen pannenkoeken bakken. Hoeveel gram bloem heeft hij nodig? __________ gram. Groep 7 – Spelling voorbeeldopgaven In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? Opgave 3 A Wat een geniaal plan om te gaan bowlen. B De kapitijn hield alles goed in de gaten. C Mijn opa draagt altijd een zakkammetje bij zich. D De waterpokken is besmettelijk. Opgave 4 A Het raamkozein zat vol met spinnenwebben. B Ik ben al in vier werelddelen geweest. C Mijn vader gaat naar een therapeut voor zijn knie. D Er was crisis bij de voetbalvereniging.
Voorbeeldboekje – oefenmateriaal Cito - www.citojuf.nl
-4-
Groep 7 – Spelling werkwoorden voorbeeldopgaven In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? Opgave 5 A Teun hielt zijn mond niet tijdens de toets. B Vader en moeder zochten een nieuwe woning. C Evert knalde met zijn hoofd tegen de deurpost. D De kinderen maakten de sommen heel goed. Opgave 6 A Gijs had veel te veel dropjes gesnoept. B Had Marco teveel cola light gedronken? C Light is niet altijd beter volgens deskundigen. D Arnoud loopte hard tijdens de voetbalwedstrijd. Groep 7 – Begrijpend lezen voorbeeldopgaven 1 Holland betekent Houtland (Holtland of Holdland). Het was waarschijnlijk een 2 gebied rond Leiden. Holtland is een plek waar hout groeide. 3 De naam Holland wordt voor de eerste keer vermeld in 1064. 4 5 6 7
In 1076 liet de Graaf van Friesland de naam van zijn graafschap veranderen in Holland. Dat deed hij omdat door de overstromingen het gebied Friesland van West-Friesland gescheiden werd door de vorming van een zee die nu IJsselmeer heet.
8 Wat nu Zuid-Holland en Noord-Holland is, is niet helemaal dezelfde streek als 9 het 'oude' Holland. Het oude Holland bestreek ook een stuk van wat nu Noord10 Brabant is en er hoorde een deel van de provincie Utrecht bij. 11 12 13 14
__1__ de 80-jarige oorlog speelde het gewest Holland een belangrijke rol. En daarna was Holland ook het belangrijkste gewest van de ' Zeven provinciën', misschien dat __2__ Nederland ook wel Holland wordt genoemd. Maar eigenlijk klopt dat dus niet! Bron: Willem Wever
Vraag 7 A B C D
Welke titel past het best boven deze tekst? Waarom wordt Nederland ook wel Holland genoemd? Houtland? Waarom zeven provinciën en geen twaalf provinciën? Het oeroude Holland
Vraag 8 Vroeger heette het de Zuiderzee. Waar past deze zin het best? A Achter: 1064. (regel 3) B Achter: heet. (regel 7) C Achter: bij. (regel 10) D Achter: niet! (regel 14)
Voorbeeldboekje – oefenmateriaal Cito - www.citojuf.nl
-5-
Groep 6 - Rekenen voorbeeldopgaven Opgave 1. Welk deel van de cirkel is gekleurd?
Opgave 2.
Vanaf deze plek kun je drie routes fietsen. De route langs het bos duurt ongeveer een half uur. Hoelang duurt de fietsroute langs het zwembad dan ongeveer? ___________ uur. Groep 6 – Spelling voorbeeldopgaven In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? Opgave 3 A Wat smaken die kiwi’s heerlijk. B In de baaj lagen allerlei bootjes. C In een kapel kun je bidden. D ’s Avonds mag je niet de straat op, want dat is gevaarlijk. Opgave 4 A Hij had vieze handen gekregen door het werken in de tuin. B Mijn opa deed altijd tabak in zijn pijp. C Wat lag er verschrikkelijk veel sneeuw. D In januarie ben ik jarig.
Voorbeeldboekje – oefenmateriaal Cito - www.citojuf.nl
-6-
Groep 6 – Begrijpend lezen voorbeeldopgaven De haas en de schildpad 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
De haas moest altijd lachen wanneer hij de schildpad zag lopen, want het ging zo langzaam. "Ik begrijp niet waarom jij nooit naar iets onderweg gaat," zei hij pesterig. "Als jij eindelijk aankomt, is het altijd te laat en alles is al lang voorbij." De schildpad lachte een beetje. "Vlug ben ik niet," zei hij, "maar toch durf ik te wedden, dat ik eerder aan de overkant van dit veld ben dan jij. Zullen we een wedstrijd houden? Dan kun je het zien." "Goed!" riep de haas en meteen sprong hij er vandoor, zo snel als hij kon. De schildpad ging heel rustig op weg. Nu was het die dag erg warm weer met een brandende zon, en de haas werd halverwege moe en slaperig. "Weet je wat," dacht hij. "Ik doe even een tukje onder die heg hier. Zelfs als die schildpad me onderwijl voorbij loopt, heb ik hem in een flits weer ingehaald." De haas ging in de schaduw liggen en sliep in. De schildpad kroop gestaag voort onder de warme zon. Pas na lange tijd werd de haas wakker. Het was veel later dan hij dacht en hij keek eens rond. Geen schildpad te bekennen. "Nou nou," mompelde hij, "waar zit dat vriendje? Wacht maar, ik zal hem eens wat laten zien." Als een pijl uit een boog schoot hij weg, door het korte gras, door het koren, over sloten, langs braamstruiken, en bij de laatste bocht bleef hij even staan om te zien waar de eindstreep lag. Daar! En nog geen halve meter ervoor kroop de schildpad, langzaam maar zeker, stap voor stap, dichter en dichter naar het eindpunt. Met een geweldige sprong stoof de haas erop af. Maar hij was __1__. Toen hij de lijn passeerde, was de schildpad hem juist voor geweest. "Zie je nou wel," zei de schildpad. Maar de haas had geen adem meer om te kunnen antwoorden.
Vraag 5 Welke boodschap wil de schrijver van dit verhaal duidelijk maken? Hij wil duidelijk maken …… A dat je niet zo’n grote mond moet hebben B dat je niemand moet onderschatten. Je moet niet denken: ‘Hij is toch niet snel dus ik win.’ C wie het snelst werkt is het snelst klaar D hoe sneller hoe beter Vraag 6 Lees: Als een ….. eindstreep lag. (regel 19, 20 en 21). Wat bedoelt de schrijver met als een pijl uit een boog? A heel snel B heel rustig C gestaag D snel
Voorbeeldboekje – oefenmateriaal Cito - www.citojuf.nl
-7-
Groep 5 - Rekenen voorbeeldopgaven Opgave 1. Welk getal moet bij de pijl staan? ___________
Opgave 2. Parkeren in de parkeergarage kost 50 cent per kwartier. Lex parkeert een uur. Hoeveel cent moet hij betalen. __________ cent. Groep 5 – Spelling voorbeeldopgaven In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? Opgave 3 A De stoeptegel zat los waardoor ik eroverheen struikelde. B De auto reed zo de vaart in. C In de aula werd de viering gedaan. D De briefen werden op de post gedaan. Opgave 4 A De specht vloog hard door de lucht. B Het bloemje werd vertrapt door kinderen. C De duif mag straks uit de kooi vliegen tijdens een bruiloft. D De kinderen hebben de voetbal lek geschopt.
Voorbeeldboekje – oefenmateriaal Cito - www.citojuf.nl
-8-
Groep 5 – Begrijpend lezen voorbeeldopgaven 1. De volgende morgen worden ze al vroeg wakker. 2. “Hé. Ik hoor Bruin helemaal niet blaffen,” zegt Wesley. 3. Ze gaan snel uit bed en zien dat Bruin weg is. Wesley en Roos doorzoeken de hele 4. kamer. 5. Daarna vragen ze aan iedereen in het hotel of ze Bruin hebben gezien. Maar ze 6. vinden Bruin niet. Waar kan het hondje nu zijn? 7. “Oeps,” zegt Wesley. “Hij was mee naar het voetbalveld.” Hij kan zichzelf wel voor 8. zijn hoofd slaan. “Ik ben vergeten hem mee te nemen.” Roos wordt spierwit. “Ik 9. ook.” 10. Wesley en Roos rijden zo snel mogelijk met de auto naar het stadion en gelukkig…. 11. daar vinden ze Bruin zielig weggedoken in een hoekje van de kleedkamer. 12. Als Bruin Wesley en Roos ziet, springt hij blij tegen hen aan. Ze nemen hem mee naar 13. het park en gaan een eindje met hem wandelen. Zo is het gelukkig toch allemaal 14. goed afgelopen. Vraag 5 A B C D
Welke titel pas het best boven deze tekst? Vergeten Ontsnapt Ontvoerd Verdrietig
Vraag 6 A B C D
Van wie is het hondje? Wesley Roos Roos en Wesley Bruin
Voorbeeldboekje – oefenmateriaal Cito - www.citojuf.nl
-9-
ANTWOORDEN Antwoorden groep 8 1. 40 zakken 2. € 7,50 3. C 4. B 5. B 6. C 7. C 8. A Antwoorden groep 7 1. 700 kg. 2. 1500 gram 3. B 4. A 5. A 6. D 7. A 8. B Antwoorden groep 6 1. 5/8. 2. 1,5 uur / anderhalf uur /1 uur en 30 min. 3. B 4. D 5. B 6. A Antwoorden groep 5 1. 340 2. 200 cent 3. D 4. B 5. A 6. C
Voorbeeldboekje – oefenmateriaal Cito - www.citojuf.nl
-10-