foto: Adobe Stock
voor vrijwilligers
Driemaandelijks tijdschrift van VZW Vrijwilligerswerk TELEDIENST - ondernemingsnr. 456483285 39 ste jaargang – nr. 1 – januari, februari, maart 2015 afgiftekantoor 8000 Brugge 1 / 2de afdeling - erkenningsnummer: P408451 Verantwoordelijke uitgever: E. CLAES – Garenmarkt 3 – 8000 Brugge
2
’t kringske ‘k heb de stove wat minder gezet en een dikke baai aangedaan ‘k heb vandaag nog niet gegeten voor echt maar ‘k heb geslapen dat het zou overgaan de gebuurs zijn aan ’t zingen, ze eten taart en drinken wijn weten ze wel wie dat er hier woont moesten ze mij willen kennen, ze moeten maar over ’t muurtje klimmen en ‘k zou zeggen ‘goeiedag’ en ‘hoe is ‘t?’ ik ben nooit een grote dromer geweest al durf ik twijfelen tussen liefde of geld ‘k heb mij soms vergist, er is soms voor mij beslist maar ’t is niet geestig als je niet mee telt als je portemonnee niet dik genoeg is, mag je niet meer meespelen met de hoop kan het jou wat schelen dat mijn kaftpapier niet schoon is en mijn lange broek soms te kort ge moet niet beter willen zijn, we hebben allemaal dezelfde dromen we moeten niet beter willen zijn, we hebben allemaal dezelfde dromen (x2) ‘k ben vandaag naar ’t kringske geweest en ’t is beste dat ik ook heb beslist we hebben gebabbeld en mekaar verstaan zo kunnen we weer doorgaan we werken, we vechten en we blijven proberen al moeten we 1000 keren op dezelfde nagel slaan in ’t kringske leren we van niet op te geven voor ons, de toekomst en een beter bestaan want hier hebben we ook weer recht van spreken mogen we zijn wie dat we zijn al zou de wereld ons soms liever vergeten we blijven met ’t kringske samen komen ge moet niet beter willen zijn, we hebben allemaal dezelfde dromen we moeten niet beter willen zijn, we hebben allemaal dezelfde dromen (x3) kom, zet je in de kring
Dit lied werd gemaakt door de leden van Vereniging ‘t Kringske in Izegem, in samenwerking met singer-songwriter Jasmien Aernout (http://vi.be/jasmienaernout). Je kan dit nummer horen aan het einde van de documentaire ‘Tegoare sterker - mensen in armoede nemen het woord’ - te bekijken op https://vimeo.com/138239399 ‘t Kringske is een Vereniging waar Armen het Woord Nemen, gevestigd in Izegem. Zowel armen als niet-armen werken er rond de problematiek en de bekendmaking van armoede. Zij ontmoeten elkaar wekelijks op donderdagnamiddag om ervaringen uit te wisselen. Op die manier wordt een kans gecreëerd om mensen uit hun isolement te laten breken. De groep telt ongeveer 25 actieve leden. ‘t Kringske VZW, Krekelstraat 56, 8870 Izegem 0473 56 57 61 -
[email protected]
3
Beste Lezer,
Voel jij dat ook? Dat pessimisme in het dagelijks nieuws? Het is weinig opbeurend. Problemen, conflicten, spanningen en zwart-wit stellingen vliegen ons om de oren tot we er bijna horendol van worden. Het lijkt een nationale sport te zijn om elkaar uit te kafferen als zogenaamd anonieme commentator op sociale media en om de (zwarte) gal uit te spugen via allerlei fora. Polarisering alom.
Klovendichters en bruggenbouwers Het is zo vreemd en ook zo on-vrijwilligs, denk ik dan. Verheugd zie ik dat de tellers in Vlaanderen op 753.243 mensen die vrijwilligen staan. Soms, onregelmatig, wekelijks of elke dag. Hoewel er zoveel mensen vrijwilligen, horen en zien we ze amper. Omdat jullie vrijwilligers natuurlijk als naarstige bijtjes actief bezig zijn, geen tijd te verspillen hebben. Vrijwilligers bouwen bruggen en zorgen voor verbondenheid, in de literatuur noemen de academici dat ‘bridging and bonding’. Ik vertaal dat naar onze eigen mooie taal: ‘krachtig in het dichten van kloven’. Kloven tussen mensen, tussen seksen, tussen leeftijden, tussen een diverse groep mensen met verschillende achtergronden wat betreft culturele gewoontes, religieuze of niet religieuze overtuigingen, met bleke, getaande of gekleurde huid, dikken en dunnen, langen en korten, mensen zonder en mensen met een beperking. Vrijwilligers blijken altijd weer met anderen te kunnen praten, niet omdat ze zo nodig een rijkere woordenschat hebben dan niet-vrijwilligers (of misschien juist wel?), maar vooral omdat ze vaak vertrekken van de intuïtie om ‘goed’ te doen, ‘warmte uit te stralen’ en zich open te stellen waar anderen hun deur of erger, hun ratio en hun hart sluiten. Ja, geef het maar toe, beste vrijwilliger, jij verstaat de kunst je uit te drukken, ook al spreekt niet iedereen dezelfde taal. Jij hebt al meer dan eens bewezen dat het ‘aanvoelen’ van anderen – mensen, dieren, de leefwereld rondom je – een sterkte is die je in je hebt zonder het te beseffen. Die kracht om problemen te overbruggen, kan zelfs de meest gesofisticeerde meetlat niet in de juiste waarde uitdrukken. We hebben vandaag meer dan anders die kracht van de vrijwilliger nodig. We staan voor enorme uitdagingen: vluchtelingen, taallessen, het klimaat, de armoede, desinformatie, ongelijkheid en het streven naar een betere toekomst voor iedereen. Daarvoor moeten zoveel kloven gedicht worden, en ik stel vast dat daar zoveel vrijwilligers mee in de weer zijn: ervoor zorgen dat diegenen die het wat moeilijker hebben kansen krijgen, ervoor zorgen dat diegenen die zich achtergesteld voelen of uitgesloten worden, toch een waardige plek vinden in deze samenleving, dat bepaalde minder geslaagde beslissingen uit andere domeinen van het maatschappelijk leven recht getrokken worden, door olie besmeurde vogels gered worden, er gestreden wordt voor minder uitstoot, molenwieken hersteld, en ga zo maar door.
Innovators en transformators En laat de niet-vrijwilligers het met verwondering gadeslaan. Jij vrijwilliger gaat voor een betere wereld, ook al klinkt dat wat melig. Nee, jij bent geen stomme naïeveling, noch een domme gans die maar wat rond zit te waggelen. Kwatongen stellen wel eens dat vrijwilligers gewoon meedraaien met ‘het systeem’ zonder het in vraag te stellen. Alsof wij vrijwilligers kritiekloze ‘ja-knikkers’ zijn. Laat je dat niet wijsmaken. Vrijwilligers zijn de innovators én transformators van de samenleving. Vrijwilligers geven de pijnplekken en knelpunten aan met de vaste wil om hun dichte of verdere gemeenschap een humaner gelaat te geven. Dankzij jouw actie, vrijwilliger, treedt er menselijkheid binnen in relaties, communicaties, besluiten van (lokale) overheden en bedrijven, organisaties en clubs. Misschien gebeurt dat niet schokkend, noch revolutionair. Dat is ook voor niks nodig. ‘Blaffende honden bijten niet’, stelt het gezegde. Wie te vaak roept en tiert heeft wellicht weinig tijd om te vrijwilligen. Wie zo’n hoge aaibaarheidsfactor heeft als de vrijwilliger, doet gewoon en rustig zijn ding. Daarin schuilt net de kracht van vrijwilligerswerk en van jou, vrijwilliger.
We zullen doorgaan … Wie beweert dat jouw acties en initiatieven geen verschil maken, doet de waarheid geweld aan. Dankjewel omdat je blijft doorgaan met dat ferm doortastend vermogen. De wereld heeft je meer dan ooit nodig. Graag zou ik jullie liederlijk willen bezingen, maar ik ga je niet confronteren met die schorre stem van mij waaruit enkel valse noten klinken. In de plaats draag ik graag Ramses Shaffy’s liedje aan je op: “We zullen doorgaan, met de stootkracht van de milde kracht”… Eva Hambach, directeur van het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk vzw Dankwoord aan de vrijwilligers, december 2015 bron: http://www.internationaledagvrijwilligerswerk.be/
Wil je het Contactblad voortaan digitaal ontvangen, per e-mail dus, laat ons dat dan weten op:
[email protected] Op die manier kunnen we een hele hoop papier besparen en werken we samen aan een duurzamer milieu. Omdat het over een groot bestand gaat is het wel nodig dat je over een snelle internetverbinding beschikt.
4
Iedereen beschermd tegen armoede? België is een welvaartsstaat, Brussel is de hoofdstad van Europa en Vlaanderen beschouwt zichzelf als een Europese top-regio. Toch leeft ongeveer 15% van de bevolking hier in armoede. Hoe is dat mogelijk? Zijn we dan niet allemaal beschermd door de sociale zekerheid en andere vormen van sociale bescherming? Blijkbaar niet. Welzijnszorg vindt dat iedereen in ons land recht heeft op een goede sociale bescherming. Dat wil zeggen dat iedereen beschermd moet zijn tegen sociale risico’s zoals ziekte of je werk verliezen. Het betekent ook dat je hulp en ondersteuning krijgt waar nodig, en dat de dienstverlening optimaal functioneert. Armoede is net het tegenovergestelde: het is het niet kunnen uitoefenen van je sociale grondrechten. Wie arm is, komt in een situatie van sociale onderbescherming terecht: je bent niet voldoende beschermd tegen allerlei risico’s, je vindt geen toegang tot de nodige diensten en voorzieningen om je sociale rechten te laten gelden. In de praktijk leeft 1.6 miljoen mensen in ons land in zo’n situatie. Zij hebben een inkomen dat onvoldoende is om van te kunnen rondkomen, zij hebben problemen om ziektekosten te betalen, om een goed huis te vinden, om toegang te krijgen tot diensten of een duurzame job te vinden … Kortom, ze leven in armoede! Tara kreeg na persoonlijke tegenslagen te maken met onderbescherming en sociale uitsluiting. Met grote gevolgen: ze kwam in diepe armoede terecht en dat bleef jarenlang zo. En het is nog niet voorbij. Toch is dit een verhaal van een veerkrachtige mens. Een verhaal dat illustreert hoe lek de paraplu van onze sociale bescherming soms is. Een verhaal dat echter ook indruk maakt, omdat het toont hoe sterk een mens in armoede kan zijn.
Het verhaal van Tara (42): ‘Je moet zelf het heft in handen nemen’ Je hebt overal, op elke dienst, goede mensen die je uit de miserie willen helpen of een extra inspanning voor je willen doen. Helaas vallen ze niet vanzelf bij je binnen. Het komt er op aan om net bij die mensen terecht te komen. Blijven zoeken en een beetje lef af en toe, dat zijn de sleutelwoorden voor wie in de armoede terecht komt en vooruit wil. Mijn positivisme en aangeboren overlevingsdrang hebben me al vaak geholpen. Ziekte, en dan... Ik denk niet dat ik echt voorbestemd was om in de armoede terecht te komen. We hadden het thuis vroeger niet erg breed, maar we hadden wel alles wat we nodig hadden. Toch waren er thuis problemen: ik ben niet bij mijn ouders, maar bij mijn grootouders opgegroeid. Ik heb mijn studies niet kunnen afmaken en deed de ene kleine job na de andere. Ik verdiende niet veel en kwam amper rond. Tussendoor paste ik op mijn zieke grootouders.Tot ik het verdict van een ernstige ziekte kreeg. Zo ernstig dat voltijds werken er niet meer in zat. Ik wilde wel, maar mijn lichaam kon niet mee. Op een dag kreeg ik mijn ontslag. En daar sta je dan, in volle revalidatieperiode. Daar ben je even niet goed van. Uiteindelijk ben ik op medisch pensioen gezet. Een vergiftigd geschenk eigenlijk: je hebt inderdaad een vast, maar helaas ook laag inkomen. Door je ziekte moet je elke euro twee keer omdraaien. Iets bijverdienen mag niet - om je uitkering te kunnen behouden. Uiteraard balanceer je hierdoor op de rand van de armoede. Maar dat materiële vind ik nog niet eens zo erg. Ik ben het gewend een extra trui aan te doen in de winter in plaats van de verwarming wat hoger te zetten. Ik hou promo-acties in het oog. Je moet ontzettend creatief zijn met je budget. Boeken haal ik in de bib en hier ga ik ook internetten. Wat anderen evident vinden, is dat niet voor mij. Een terrasje doen bijvoorbeeld, een uitstapje maken, een cursus volgen... Ik moet altijd rekenen. Toch voelt dit voor mij niet aan als armoede, maar eerder als normaal.
5
In isolement Maar de sociale armoede waarin je belandt, dat is zoveel erger. Dat went dus niet. Ik heb geen familie en al mijn collega’s en kennissen vielen door mijn ontslag plots weg. Je hebt geen budget voor sociale contacten. Dus blijf je maar thuis, op je eentje. Zo ben ik ooit in een wandelclub gegaan. Om te wandelen uiteraard, maar vooral om mensen te leren kennen. Maar achteraf ging iedereen iets drinken of iets eten. Ik heb afgehaakt omdat ik hiervoor het geld niet had. Ik ging meteen na de wandeling naar huis: op de duur voel je je bekeken. Ik wandel dus niet meer nu. Ik heb ook geen auto en ben dus op het openbaar vervoer aangewezen: dat is soms een echte handicap. Ik weet dat mijn financiële situatie mijn hele leven lang penibel zal blijven omdat ik geen uitzicht heb op een beter pensioen. Maar mijn sociale armoede, daaraan hoop ik wel nog wat te kunnen doen. Blijven vechten De zwartste periode was toen ik na mijn ontslag geen loon meer kreeg: mijn medisch pensioen was ook nog niet meteen in orde. Drie maanden heeft het geduurd vooraleer ik een euro hiervan heb gezien. Wanneer je geen grote spaarpot hebt, is dit nauwelijks te overleven. Ik ben voedselpakketten gaan halen en achteraf gezien weet ik zelf eigenlijk niet meer hoe ik die maanden overbrugd heb. Ik ging aankloppen bij het OCMW, maar mijn dossier in orde brengen zou even lang duren, dus dat had weinig zin. In die periode revalideerde ik nog volop. Ze gaven me daar altijd maar de raad om meer te rusten, maar hoe kun je dat als je je op elk moment zorgen maakt? Als je voortdurend piekert over hoe je zonder geld kunt overleven? Mijn overlevingsdrang is groot: ik ben blijven bellen naar diensten om te krijgen waar ik recht op heb. Er bestaat zoveel voor mensen die het niet breed hebben, maar je moet het wel allemaal zelf uitpluizen. Gelukkig ben ik niet verlegen en kan ik het ook goed uitleggen. Zo heb ik zeer veel hulp gehad van iemand die in mijn stad bij de CM werkte. Ik heb het geluk gehad op iemand te vallen voor wie haar job meer was dan acht uur op kantoor zitten. Geloof me, ik heb ondertussen ervaren dat er veel prachtmensen rondlopen, op alle diensten. Je moet ze gewoon weten te vinden. Zo ben ik in deze zwarte periode ook zelf naar de bank getrokken om mijn financiële situatie te verlichten. Ook deze dialoog heeft gewerkt. Menselijkheid bestaat, maar je moet er zelf naar op zoek gaan. Telkens iemand me vooruit hielp, schreef ik namen en telefoonnummers goed op. En dat is nadien nog vaak van pas gekomen. Zo kon ik een eigen hulpnetwerk opbouwen. Ondertussen kwam ik veel mensen tegen die in een soortgelijke situatie zaten en vaak niet meer wisten van welk hout pijlen te maken. Dankzij mijn notities heb ik er al velen op weg kunnen zetten. Toch val ik, net zoals veel mensen in armoede, regelmatig door de mazen van het net. Je bent zeker niet volledig beschermd tegen armoede, niemand is dat. Onze wetgeving vertoont heel wat hiaten, en zo blijf je kansarm. Ik loop niet met mijn miserie te koop. Ik heb ook mijn fierheid. Maar soms vertel ik mensen wel waarom ik dit of dat niet kan. Dan staan ze perplex. Wanneer mensen me nadien vertellen dat hun beeld over mensen in armoede veranderd is door mijn verhalen, dan is mijn dag goed. Ook al zal ik hier nooit helemaal uit geraken en moet ik met mijn situatie leren leven. Toch weet ik dan dat mijn ellende niet helemaal voor niks is geweest. Bron: http://www.welzijnszorg.be/webshop/downloads - tab “Straffe verhalen”
Een campagne van
6
Iedereen is waardevol, maar niet iedereen is rijk Groepswerk voor vrouwen, die het financieel of op een andere manier moeilijk hebben
Samen werken aan eigenwaarde en vaardigheden, dat is het doel dat het groepswerk voor vrouwen zich stelt. Een ietwat andere werkvorm dan de meeste hulpverleners in het CAW beoefenen. Hier wordt, soms aanvullend op de individuele hulpverlening, kracht geput uit de groepsdynamiek. In de groep, en door de groep, worden ervaringen uitgewisseld, emoties gedeeld, informatie opgedaan, vaardigheden ontwikkeld. Doordat de deelnemers zich opgenomen weten in een veilig en warm geheel van ‘lotgenoten’, ontdekken ze gaandeweg hun eigen, vaak sluimerende, krachten. Ze worden zelfzekerder, wijzer, gelukkiger. Ik sprak met (ex)deelneemster Marleen, vrijwilligers Sabine en Ingrid, en groepsbegeleidster Trees. Vier enthousiaste vrouwen die met veel liefde over ‘de groep’ praten. Marleen: “Ik leerde het groepswerk kennen via een medecursiste in de VDAB-vorming Op-Stap. Zij was er laaiend enthousiast over. Ik ben er dan ook mee gestart. En dat was de beste beslissing die ik kon nemen. Je komt in een groep terecht waar alle vrouwen al moeilijke situaties en miserie hebben gekend. Maar je wordt er warm en ondersteunend en respectvol benaderd. Iedereen is er gelijk. Je kan je waardevol voelen als persoon. In de groep mag iedereen zijn wie ze is. Iedereen voelt zich er bij horen. Iedereen is gelijk Ik ben drie jaar naar de groep geweest en dat was een zeer Ik kwam er met een klein hartje en een laag grote steun voor mij. Ik heb er zelfbeeld en groeide er naar een zelfzeker en ook goede vriendschappen betekenisvol iemand aan overgehouden. Mijn 7 zonen en 3 dochters zeggen nog steeds dat mij dat zoveel deugd heeft gedaan. Ze hadden er hun plezier in me zo te zien opfleuren. Om de veertien dagen op dinsdagnamiddag komt de groep samen. Bij het toekomen eerst even bijpraten bij een koffie en koekje. Daarna wordt telkens een bepaald thema behandeld, wordt er samen gekookt en samen gegeten. Thema’s die in de groep aan bod komen zijn bv.: hoe omgaan met verdriet, waar kan je naartoe als je in armoede leeft, maar ook praktische zaken als goedkope vakanties, wat er wel en niet in de huisapotheek moet zitten. Tijdens het samen koken en samen eten worden er ook allerlei zaken besproken. Nadien doen we nog samen de afwas en opruim. Wat over blijft van het eten verdelen we om mee naar huis te nemen. Jaarlijks is er ook een uitstap met de hele groep en hun kinderen. Zelf ben ik mee geweest naar Kortrijk waar we vanalles leerden over de Guldensporenslag. Naar Planckendael, met trein en boot, dat was voor mij een hele ervaring. En naar kinderboerderij Het Krekeltje in Eede. Dat was gieten van regenen die dag. Er is daar een doolhof en we liepen daar met onze voeten door het water. Ik droeg mijn ballerina’s…, ik kon ze uitgieten. Daarna konden we gelukkig droog worden in de cafetaria, waar mijn dochter en een ander meisje allebei een oogje hadden op de mooie ‘garçon’. Het is zo’n fijne tijd om aan terug te denken. Zo verrijkend. Ik kwam er met een klein hartje en een laag zelfbeeld en groeide er naar een zelfzeker en betekenisvol iemand. Ik wou dat ik nog langer bij de groep kon blijven. Maar het kan maar maximum drie jaar. Dan word je verondersteld zelf voldoende kracht verzameld te hebben om het alleen verder te kunnen… Toch hoop ik dat ik nog terug mag.”
7
Trees: “Ja, deelname aan de groep is aan tijdsduur gebonden. Er wordt van uitgegaan dat deze ondersteuning niet blijvend kan zijn, maar na bepaalde tijd zijn doel (emancipatie) moet bereikt hebben. Bovendien moeten ook nieuwe mensen de kans krijgen om deel te nemen. We hebben ooit geprobeerd een soort nazorg in het leven te roepen o.v.v. een overgangsgroep die maar 1 maal per maand samenkwam en verder werd toegeleid naar andere bestaande groepen. Dat is niet gelukt. Niet dezelfde warmte als in de groep. Ook het opstarten van een zelfhulpgroep is, tot hiertoe niet gelukt. Eigenlijk is drie jaar een vrij korte periode. Als je rekent dat mensen vaak een jaar nodig hebben om zich helemaal op hun gemak te voelen en pas dan kunnen beginnen zich te ontplooien.” De vrijwilligers zijn even enthousiast over hun taak in de groep als Marleen over haar deelname. Sabine en Ingrid: “Het is fantastisch om te zien hoe de mensen in de groep steun hebben aan elkaar en hoeveel ze kunnen betekenen voor elkaar. Wij proberen zoveel mogelijk mee te helpen tijdens de activiteiten. Sabine is erg goed in luisteren naar de verhalen die de deelnemers te vertellen, de kleine of grotere problemen die er zijn. Ingrid voelt zich, als gepensionneerd huishoudster in een leefgroep van Oranje, goed bij het begeleiden van praktische zaken. Zo geven we elk, vanuit een eigen invalshoek, veel individuele aandacht aan de mensen. In de groep worden zeer uiteenlopende, boeiende thema’s behandeld, die in het dagelijks leven zeer bruikbaar kunnen zijn. Opvoeding komt aan bod, gevaarlijke producten en de bijhorende pictogrammen. Zeer uiteenlopende onderwerpen. Laatst kwam een collega van Trees relaxatie en ontspanning geven. Hoewel dat helemaal niet zo vanzelfsprekend was heeft iedereen daar toch veel aan gehad. Ze leerden o.a. de eigen handen en die van iemand anders te masseren. Iets wat ze uit eigen beweging misschien nooit zouden doen, maar wat in de veiligheid van de groep dan toch kon. Sommige thema’s worden in spelvorm aangeboden. Zoals een stellingenspel rond de waarde van geschenken. Daar kwam nota bene een kaartje waarop staat waarin ze goed zijn als mooiste geschenk uit. Met de eindejaarsfeesten knutselen we kerstkaarten en kerststukjes in elkaar. Budgetvriendelijk: alles met recyclagematerialen. Ook de kookmomenten worden budgetvriendelijk gehouden. De recepten moeten gezond, lekker en haalbaar zijn voor thuis.” Trees: “We proberen altijd met heel weinig heel veel te doen. Dat scherpt de creativiteit: iets waar mensen in moeilijke situaties vaak heel goed in zijn. Maar vooral het samen doén en er samen plezier aan beleven is belangrijk. Uit de jaarlijkse evaluaties blijkt dat het belangrijk is dat je in de groep mag zijn wie je bent, aanvaardt wordt en je niet anders moet voordoen. Dat je erbij hoort en je verbonden voelt. Dat je, ondanks je problematieken, probeert er het beste van te maken. Dat er respect en aandacht is, ondanks je kleine kantjes of als je een mindere dag hebt. De groep biedt duidelijk een meerwaarde voor de deelnemers, maar evengoed voor mezelf en de vrijwilligers.” Interview: Rein De Puysseleyr
Alle info: Trees Vandenbussche 050 47 10 47,
[email protected]
8
de vluchteling Of ik iets wil schrijven over vluchtelingen? Voor ons contactblad. Tuurlijk wil ik dit graag. Het laatste half jaar is het moeilijk om vluchtelingen uit mijn geest te bannen. Via televisiebeelden, nieuws en persberichten, gesprekken op het werk, dialogen en discussies thuis aan tafel, signalen van CAW – diensten, of eenvoudigweg via het straatbeeld in Oostende. Eerlijk, ik kan het zelfs nog moeilijk loslaten. Toen de ferry’s in Oostende aan de ketting lagen en de ‘transitmigranten’ niet meer via Oostende in Engeland konden geraken verdwenen ze wat uit ‘ons’ gezichtsveld. Voor even dus maar, want ondertussen bieden andere vluchtelingen zich reeds aan in de collectieve opvangcentra in Sijsele, Koksijde, Lombarsijde, Bredene, de kleinschalige lokale opvanginginitiatieven in verschillende gemeentes, het Rode Kruiscentrum in Brugge, de individuele opvang van Caritas International in Oostende, en sijpelen ze traag maar zeker binnen in de centrumsteden van ons werkingsgebied. Het woord ‘vluchteling ‘ geraakt de ether niet uit en toch dekt het zoveel ladingen. De transitmigranten die nu in Calais met 6000 samengepakt zijn in wat wij de ‘jungle’ noemen, zijn als ‘economische’ vluchtelingen absoluut niet gewenst. Ze komen voornamelijk uit dezelfde streken als de huidige groep vluchtelingen uit de oorlogsgebieden. Jonge alleenstaande mannen (tussen de 15 - 30 jaar) op zoek naar een beter leven, een leven met een toekomst voor zichzelf en voor hun familie in het land van herkomst. Deze groep heeft doorgaans geen asiel aangevraagd omdat ze naar Engeland willen doorreizen, het land van melk en honing. De mensen, uit de groep die nu in de opvangcentra en alle andere opvanginitiatieven terecht komt, komen uit oorlogsgebieden, en vragen dus asiel aan om hier in België te kunnen blijven. Momenteel wordt ingeschat dat bijna 60 % van de asielaanvragers erkend zal worden als vluchteling. 40% van deze asielaanvragers zullen dus geen erkenning krijgen en worden verondersteld terug te keren naar hun land van herkomst. Helaas leert de recente geschiedenis dat het overgrote deel van deze mensen absoluut niet terug wil keren naar hun land van herkomst waar ze geen toekomst hebben, en er dus alles voor over hebben om hier te kunnen blijven. Onvoorstelbaar en vooral onbegrijpelijk soms dat deze mensen kiezen om hier te blijven en te overleven in soms heel erg mensonwaardige omstandigheden. Deze mensen vormen de groep van uitgeprocedeerden, mensen zonder papieren of sans papiers. Ook deze mensen kloppen aan bij verschillende welzijnsorganisaties, vaak in functie van humanitaire hulp: voedsel, kledij, sanitaire voorzieningen en medische zorg. Meestal overleven ze op basis van wat ze krijgen van diensten, van vrienden of kennissen. Er zijn ook heel wat kinderen en jongeren die behoren tot die groep. Ze blijven ‘met wanhoop hopen’, grijpen zich vast aan iedere strohalm (= een vriendelijk woord of een gebaar van medeleven). Alleen de profeet Mohammed is hen nog genadig… De CAW’s in Vlaanderen krijgen van Minister Vandeurzen in een eerste fase (januari 2016) 50 bijkomende voltijdse equivalenten (VTE) toegewezen om woonbegeleiding en psychosociale begeleiding voor erkende vluchtelingen op te zetten. Vanaf maart/april 2016 wordt er verwacht dat de erkende vluchtelingen de opvanginitiatieven gaan verlaten en op zoek gaan naar een woning. Het CAW Noord-West-Vlaanderen zal dus met ingang van 1 januari 2016 3,3 VTE inzetten op woon- en psychosociale begeleiding van deze erkende vluchtelingen. Gelukkig staan we als CAW niet alleen voor deze uitdaging. Samen met de lokale besturen en de OCMW’s uit de regio, de centra voor geestelijke gezondheidszorg, Kind en Gezin, onderwijs, en nog heel wat andere organisaties, proberen we deze opdracht in afstemming en samenwerking vorm te geven. Woonbegeleiding impliceert dat de hulpverlener samen met de mensen op zoek zal gaan naar een geschikte woning voor deze persoon of dat gezin. Daarnaast zal de hulpverlener deze mensen ondersteunen in hun integratieproces in onze samenleving. Ze gaan deze mensen op weg helpen: letterlijk (naar de dokter, naar de mutualiteit , de school, de winkel, de dienst inburgering) maar ook figuurlijk: gevoeligheden, opvattingen, culturele verschillen duiden. Indien ook in onze regio ‘buddy-systemen’ zouden kunnen van start gaan, zal de hulpverlener op het gepast moment deze vluchteling kunnen toevertrouwen aan een buddy zodat ze samen de lange weg, die integratie toch is, kunnen verder zetten.
9
Veel van de vluchtelingen hebben niet alleen de oorlog meegemaakt, maar er bovenop nog een helse vluchtroute afgelegd. Voor sommigen onder hen is een zicht op zee een trauma dat hen in hun ergste nachtmerries blijft achtervolgen. Het is aan deze mensen dat de begeleiders van het CAW psychosociale begeleiding zullen aanbieden, daar waar nodig met ondersteuning van slachtofferhulp of diensten geestelijk gezondheidszorg. Mensen moeten hun verhaal kunnen vertellen, kunnen toevertrouwen aan iemand die hen begrijpt, open staat voor wat dit met een mens kan doen. Onthaal en juridisch advies zal ook onder druk komen te staan door de vele vluchtelingen die zich aanbieden met heel diverse hulpvragen m.b.t. uiteenlopende levensdomeinen. Maar, merkwaardig genoeg, niet alleen de vluchtelingen bieden zich ondertussen al aan op het onthaal, ook de bange blanke mens klopt aan met vragen hoe dit nu verder moet, hoeveel vluchtelingen wij wel aan kunnen, of onze welvaart straks niet in het gedrang komt, dat er nu al woningen tekort zijn voor de mensen van hier… Begrijpelijk dat mensen bang zijn, zich bedreigd voelen. En als CAW hebben we ook een expliciete preventieve opdracht: in het komende jaar zullen wij focussen op deze maatschappelijke evolutie van instroom van vluchtelingen, nieuwe culturen, burgers die zich overrompeld voelen. Het preventieteam is momenteel reeds volop bezig met het uitdenken van, en ook het uitkijken naar positieve campagnes naar diverse doelgroepen toe, zoals de onderwijswereld, huiseigenaars, specifieke dienstverlening, gezondheidszorg,… zonder daarbij ‘de brede bevolking’, u en ik dus, uit het oog te verliezen. ‘Imagine’ zing ik zacht, ‘I am a dreamer, but I am not the only one’. Gelukkig zijn er heel veel mensen die met een open mind kijken naar wat er op ons af komt en nadenken over hoe wij tot een ‘samenleving’ kunnen groeien met respect voor elkaars gewoonten en verschillen. Want, zoals het klinkt in de spot van ‘Music for life’, ‘iedereen zorgt voor iedereen’, en we weigeren te geloven dat dit enkel de natte droom is van gedateerde hippies, maar de legitieme wens is van u, van mij, van ons allemaal. Tine Wyns
Foto: John Crowley
10
lijden doet lijden secundaire traumatisering In de psychologie wordt een trauma omschreven als de impact van een verschrikkelijke gebeurtenis. Een patiënt herbeleeft wat er gebeurd is, wordt angstig, probeert zijn gevoelens te verdringen... Vaak zoeken mensen hulp om te verwerken wat hen overkomen is. Hun verhalen laten niemand koud. “Soms veroorzaakt het lijden van cliënten ook lijden bij de hulpverlener”, zegt therapeut Mark Luyten. “Dat is secundaire traumatisering.” Huilen en roepen
“Ik dacht dat ik een burn-out had”, vertelt Paul (48). “Zoals veel therapeuten hield ik verschillende bordjes in de lucht. Ik had een privépraktijk, werkte voor een tweetal organisaties én een CAW, met name in slachtofferhulp. Door de jaren heen was dat laatste een beetje een specialisatie geworden en vaak kreeg ik slachtoffers van seksueel geweld doorverwezen. Boeiend, maar zwaar. Op dagelijkse basis horen wat mensen elkaar aandoen, ik kan niet ontkennen dat het effect op mij had. Toch stond ik er amper bij stil. Ik wist dat ik te veel werkte, en dat mijn humeur daaronder leed, maar ik nam me voor om gewoon wat minder uren te kloppen.” “Op een zonnige zondag vertelde mijn tienerdochter dat een meisje in haar klas was lastiggevallen op een fuif. Ik ben toen gewoon gekraakt. Huilen, roepen: het was vrij dramatisch. Mijn gezin wist niet goed wat gedaan en belde een collega. Toen ik weer rustig werd, hebben we stevig gepraat. Over hoe hij vond dat ik erg veranderd was de laatste maanden. Angstiger. Donkerder in mijn kijk op de wereld en op andere mensen. Ik gaf toe dat ik al lang slecht sliep. Ook omdat ik vaak droomde van wat mijn cliënten me verteld hadden. Vooral het bijna een jaar durende misbruik van een jong meisje door een vriend van de familie kwam steeds terug. Ik heb altijd veel moeilijke verhalen gehoord, maar ik zag altijd de andere kant. De generositeit van mensen, de hulpvaardigheid ook. Dat was ik nu kwijt. Mensen waren slecht, de wereld was hard. Ook mijn vrouw vond dat ik harder geworden was. De conclusie was: waarschijnlijk een burn-out. Een gespecialiseerde collega legde meteen de vinger op de eigenlijke wonde. Dit was geen burn-out maar secundaire traumatisering. Een moeilijke diagnose vond ik dat, want nu leek het alsof de job die ik gekozen had te zwaar was. Ik vond wat ik deed waardevol en belangrijk, maar toen ik sommige verhalen niet meer aankon, bleek ik zelf een beperking te zijn geworden.”
Meer dan ontroering, frustratie of woede
Burn-out en secundaire traumatisering worden vaak met elkaar verward, legt Mark Luyten uit. “Ook omdat een aantal symptomen gelijklopen. Maar ze verschillen wel degelijk.” Bij een burn-out zijn het de arbeidsomstandigheden en de kwaliteit van de relaties op de werkvloer die het probleem veroorzaken. Secundaire traumatisering is een reactie op het verhaal van de cliënt. “Dit is meer dan ontroering, frustratie of woede”, weet Luyten. “Bij een moeilijk verhaal zijn we empathisch. Pas als dat verhaal ook op mij een effect heeft, wordt het secundaire traumatisering. Dit kan diep gaan, het effect is vergelijkbaar met posttraumatische stress. Een enorme angst en het herbeleven van gesprekken of zelfs feiten, ook al zijn het niet je eigen feiten.” “Verhalen die dieper snijden, hebben meer effect. Een verhaal over jarenlang misbruik zal meer impact hebben dan een verhaal over een exhibitionist. Lichamelijke integriteit die wordt aangetast of levensbedreigende problemen zijn moeilijker, net als verhalen die dicht bij onszelf liggen. Als je net een geliefde verloren hebt, komt het verhaal van een cliënt die in een rouwproces blijft steken anders binnen.” Ook in de reacties zijn er gradaties volgens Luyten. “Van stress, angstaanvallen, nachtmerries en wantrouwen tot een twijfel aan je wereld- en zelfbeeld. Bij secundaire traumatisering stel je je existentiële ik in vraag. Je relatie met de buitenwereld verandert fundamenteel. Je zekerheden zijn je zekerheden niet meer en dat is een heel specifieke soort psychische nood. De symptomen zijn dus niet min, net als de gevolgen. Amper een vierde van de mensen die met secundaire traumatisering geconfronteerd worden, blijft in zijn job. Heel wat hulpverleners veranderen van taak of baan en een vierde gaat zelfs iets totaal anders doen. Dat is jammer, want zo verdwijnt er veel deskundigheid en ervaring.” Secundaire traumatisering lijkt alleen hulpverleners te overkomen, maar zo werkt het niet, legt Luyten uit. “Iedereen die geconfronteerd wordt met een trauma loopt risico. Vrijwilligers die helpen bij een natuurramp en met olie besmeurde vogels moeten schoonmaken waarvan 95% het niet haalt, krijgen met posttraumatische stress te maken. Diabetescoördinatoren die botsten op de grenzen van de medische wetenschap. Of tolken, die de hele dag verhalen van vluchtelingen, slachtoffers of zelfs daders moeten vertalen en dan nog wel in de ik-vorm.”
Zelf gebroken
“Zeven jaar heb ik in een vluchthuis voor vrouwen gewerkt”, vertelt Maaike (38). “Je ziet er afschuwelijke dingen. Gebroken mensen, volledig opgetrokken uit pijn en wantrouwen. Doodsbange kinderen. Littekens op lichaam en ziel. Maar toch deed ik het graag, omdat je weet dat je er kan zijn voor vrouwen als ze echt in nood zitten. In dat zevende jaar ging het plots niet meer. Door een reorganisatie was er veel spanning in ons team en twee collega’s maakten al een tijdje ruzie. Omdat ik met allebei opschoot, probeerde ik te bemiddelen, maar dat lukte niet. Ook thuis was er regelmatig spanning. Mijn man was net een nieuwe job begonnen en had het daar zeer moeilijk. Er was dus nogal veel aan de hand. En toen kwam Yasmina binnen. Ze was psychologisch en fysiek mishandeld.
11
Door haar familie uitgespuwd. Volledig alleen op de wereld. Haar verhaal greep me vanaf het eerste moment naar de keel. Ik kon het niet van me afschudden. Ik voelde me bijna extatisch toen ze haar leven opnieuw begon op te bouwen.” “In de week dat ze bij ons wegging, kreeg ik het zwaar. Een paniekaanval in de tram, zware nachtmerries: het overviel me compleet. Op een ochtend ging ik zitten om de boterhammen van de kinderen te smeren. Toen mijn moeder om halfvier met mijn twee dochters van school kwam, zat ik er nog steeds. Ik had de energie niet om naar mijn werk te gaan. Ik vertelde op het werk wat er gebeurd was en kon de volgende dag al op gesprek. Langzaam maar zeker, en met veel gesprekken, klom ik uit het dal. Het was zwaar, omdat het heel confronterend was. En een maand of zes na die dag in mijn keuken las ik in een tijdschrift een interview over mindfulness. Ik schreef me in voor een mindfulnesstraining en dat heeft ontzettend geholpen, omdat het voor zo veel duidelijkheid in mijn hoofd zorgde. Ik had ondertussen ook gesolliciteerd. Toen ik het telefoontje kreeg dat ik aan de slag kon in een opvoedwinkel in mijn buurt, leek het of de lucht eindelijk helemaal opklaarde.”
Kan het iedereen overkomen?
Waarschijnlijk, denkt Mark Luyten, maar er zijn duidelijk risicofactoren. “Beginnende hulpverleners lopen gevaar, omdat ze nog niet veel ervaring hebben. Vrouwen ook, omdat ze meer dan hun mannelijke collega’s geconditioneerd zijn in zorgen en meeleven. Mensen die aan netwerkzorg doen en niet alleen voor hun cliënten maar ook voor hun collega’s zorgen. Pioniers moeten opletten, net als wie in een end-of-the-line functie werkt, waarna er geen doorverwijsmogelijkheid meer is.” Ook onze werkomstandigheden hebben bij secundaire traumatisering een effect, vertelt Luyten. Waar het allemaal om draait, is draagkracht. “We investeren allemaal psychologische kracht in situaties en in onze omgang met andere mensen. Soms raak je draagkracht kwijt in een interactie, soms krijg je psychologische kracht terug en maak je zelfs een beetje winst. Zo blijft alles in evenwicht. Maar als je systematisch te veel hooi op je vork neemt, als er reorganisaties, conflicten, besparingen of overdreven werkdruk zijn, dan domineren verliessituaties en wordt die balans negatief. Verlies je te veel draagkracht, dan put je uit de existentiële energie die je nodig hebt om gewoon te functioneren. De energie die je nodig hebt om ’s morgens je kleren uit te kiezen of om ontbijt klaar te maken. Als je dag in dag uit hetzelfde aantrekt of als je geen ontbijt meer maakt, heb je duidelijke signalen dat je existentiële energie gevaar loopt. Op dat moment ben je zeer kwetsbaar en kunnen verhalen van cliënten extra hard binnenkomen.” Het wordt gevaarlijk als we door een zware job geen tijd en ruimte vinden om onze draagkracht weer aan te vullen. Je loopt gevaar als je geen tijd hebt om even je hart te luchten bij collega’s, als je de tijd niet meer neemt voor intervisiegroepen of als je supervisiemomenten uitstelt. Dat kunnen bronnen van energie zijn, die niet meer aangevuld worden.”
Mark Luytens eigen ervaring
“Ik heb een vijftiental jaren met daders van seksueel geweld gewerkt en er een paar honderd gezien. Dat werk veranderde mij. Mijn kinderen mochten daarvoor altijd overal logeren, bijvoorbeeld. Maar op een dag wou ik niet meer dat mijn dochter ging logeren als een bepaalde vader alleen thuis was. Ik vertrouwde hem niet meer, omdat ik in het gedrag en de uitspraken van die man parallellen zag met cliënten. Ik heb dat bij mezelf opgemerkt en ben verder gaan kijken. Ik reageerde bijvoorbeeld furieus op seksistische uitspraken of op opmerkingen als: ze heeft het gezocht, met zo’n kort rokje. Mijn reactie was terecht, maar niet in proportie. Ik kwam niet meer met argumenten, maar met verwijten. Mijn werk kreeg een impact op hoe ik naar de wereld keek. Toen ik aan een nieuwe job begon, had ik in die organisatie voor twee verschillende taken gesolliciteerd. Dadertherapie of het reguliere team dat vooral traumahulpverlening deed. Ik heb voor het laatste gekozen en dadertherapie achter me gelaten.”
Zorgen voor de zorgers
Zelfkennis en zelfzorg zijn cruciaal, stelt Mark Luyten. “Belangrijk, want als je niet voor jezelf zorgt, dan ga je door tot je tegen een muur loopt. Jobvariatie is cruciaal, dus hou ik de variatie van mijn cliënten in het oog. Ik werk ook vier vijfde en gebruik de vrijgekomen tijd voor mijn passie, fotografie. Zonder fototoestel denk ik tijdens wandelingen aan mijn werk. Met een fototoestel ben ik op zoek naar mooie beelden. Ik moet mijn evenwicht vinden, mijn draagkracht in het oog houden. Je moet psychologische winst- en verliessituaties in balans houden. Maak genoeg tijd voor je gezin, je vrienden, je hobby’s, en doe niet te veel overuren. Belangrijk, want preventie is cruciaal.” “Vandaar dat bewustzijn over het bestaan en de oorzaken van secundaire traumatisering ook in de sector belangrijk is. Uiteraard moet de werkdruk haalbaar blijven en moet je conflicten goed beheren. Daarnaast kan je als organisatie overwegen om jobrotatie in te voeren, zodat mensen die met ernstig getraumatiseerde cliënten werken dat niet te lang doen. Laat ze na een jaar bijvoorbeeld een aantal maanden heel andere mensen opvolgen. En geef je medewerkers ook voldoende ruimte om met collega’s en supervisors te praten over hun cliënten en gesprekken. Want dat is cruciaal voor de verwerking na een zwaar gesprek.” “Vandaag heeft de sector gelukkig al veel aandacht voor het probleem − zeker op plekken waar met traumapatiënten gewerkt wordt. De preventie van secundaire traumatisering moet geen fortuin kosten, vaak volstaan een paar kleine ingrepen en budgettaire verschuivingen. Maar ze zijn essentieel, want dit gaat over het welzijn van de mensen.” Bron: Weliswaar, juni 2015 Tekst Nathalie Leblanc
12
samen werken aan verbinding Op 26 maart 2015 hebben we in het St-Lodewijkscollege voor een zeventigtal beleidsverantwoordelijken uit de welzijnssector (OCMW’s, directies en staf van welzijnsorganisaties) CAW Noord-West-Vlaanderen voorgesteld. Liever dan ons hulpaanbod uitvoerig toe te lichten, hebben we de aanwezigen uitgenodigd en uitgedaagd om samen na te denken over meer samenwerking over sectoren heen. Het motto was toen “Genoeg gekakeld”: we zijn al heel lang aan het praten over samenwerking; het wordt tijd om concrete stappen te zetten. Op 29 september hebben we daar een vervolg aan gebreid, deze keer ook voor hulpverleners. Ruim 200 deelnemers (waarvan de helft van ons eigen CAW) hoorden prof. Koen Hermans (KU Leuven) het huidige hulpverleningslandschap schetsen in een complexe, in ijltempo veranderende samenleving (en dat was dan nog lang voor die vrijdag in Parijs). De spreker maakte een onderscheid tussen drie types van samenwerking tussen hulpverleners over de grenzen van sectoren heen: (1) elkaars hulpaanbod beter leren kennen om cliënten gerichter en juister te verwijzen als dat nodig is, (2) het eigen hulpaanbod aanpassen en bijsturen in functie van wat elders gebeurt of verandert en (3) middelen en krachten bundelen om samen een nieuw hulpaanbod op te zetten. Die laatste vorm gaat het verst, en daar willen we voor gaan. We willen samen met voorzieningen uit andere sectoren (OCMW, Jongerenwelzijn, Voorzieningen voor personen met een beperking, gezondheid, …) teams vormen die samen een beter antwoord kunnen bieden aan de complexe vragen die op ons afkomen. We noemen dat intersectorale structuren opbouwen. Heel wat mensen hebben immers problemen op verschillende levensdomeinen (financieel, psychisch, in hun partnerrelatie, in hun gezin, op het vlak van wonen en/of werken, enz.). Pas door die problemen vanuit verschillende hoeken te bekijken en door geïntegreerde oplossingen te zoeken, kunnen we een beter antwoord bieden op die vragen. Dat is uiteraard in het belang van de cliënt, maar ook in ons eigen belang: meer en meer worden we (zeker in onthaal en crisishulp) overspoeld door haast uitzichtloze situaties die onze hulpverleners onmogelijk alleen aankunnen. De deelnemers konden nadien kiezen uit zes parallelle bijdragen. Prof. Peter Raeymaeckers (U Antwerpen) en Koen De Vylder (CAW Antwerpen) gaven enkele krachtlijnen mee om met succes zo’n intersectorale structuren op te bouwen. Ook de uitwisseling nadien was inspirerend. Er waren ook vijf gesprekstafels met een panel en telkens een kleinere groep deelnemers. Zij kregen een complexe hulpvraag van fictieve cliënten voorgeschoteld, gebaseerd op onze dagelijkse praktijk en gespeeld door amateuracteurs (zie foto’s). De panelleden openden het gesprek door aan te geven welke antwoorden hun sector zou kunnen bieden, en wat ze misten en van andere sectoren zouden verwachten. Hierop konden de deelnemers vanuit hun eigen praktijk inspelen, op zoek naar de waarde van de inbreng van hulpverleners uit andere sectoren tot een krachtig gebundeld antwoord. De gesprekstafels focusten op verschillende thema’s: wonen, onthaal van cliënten met heel diverse vragen, crisishulp, begeleiding (rond psychische problemen, partnerrelatie en gezin), jongeren en justitie – welzijn (slachtofferhulp en daderhulp). De gesprekstafel werden in de namiddag herhaald. Er was ook een sociaal cultureel aanbod: in de namiddag kozen een honderdtal deelnemers (waaronder ook vrijwilligers en mensen uit armoedeverenigingen) voor de theatervoorstelling “Leven in een krabbenmand”. In deze theatermonoloog schetst Marleen Merckx (bekend als SImonneke uit de VRT-soap Thuis) de dagelijkse leefwereld van mensen die in armoede leven. Deze studiedag en uitwisseling werd sterk gewaardeerd door de deelnemers. We voorzien een verslag in de vorm van een Nieuwsbrief, die we begin volgend jaar hopen samen te stellen en te verspreiden. Eric Claes
13
mannenopvang bredene Een korte voorgeschiedenis Mannenopvang Bredene, vroeger De Brugge genaamd, werd onder impuls van Dhr. André Opstaele opgericht in 1974. Van 2000 tot en met 2013 kwam de werking onder de vleugels van het CAW &JZ Middenkust en sinds 2014 vormt het een deelwerking van het CAW Noord-West-Vlaanderen. Waar is het opvangcentrum gelegen? Aanvankelijk was ons huis gelegen in Oostende op het bekende ‘Hazegras’ om dan in 1991 te verhuizen naar Bredene in de Gentstraat 13-15. Voor wie zijn we er? Wij zijn een residentiële werkvorm diezich specifiek richt tot het opvangen en begeleiden van dak- en/of thuisloze mannen vanaf de leeftijd van 18 jaar. In ons huis kunnen 20 mensen terecht. Zij hebben er elk een individuele kamer met daarnaast een aantal gemeenschappelijke ruimtes, zoals een sanitair blok, een living, een keuken, een was- en drooggelegenheid. Vanaf januari 2016 zijn er een aantal veranderingen op til en komen er 5 studio’s bij die gelegen zijn in Oostende. Dit geeft ons de mogelijkheid om andere cliëntcontexten te begeleiden, zoals koppels, een man of vrouw met kinderen, een alleenstaande man of vrouw. De mensen die bij ons terecht komen zijn dus allemaal mensen die omwille van hun dak- en thuisloosheid niet direct een perspectief hebben naar een oplossing voor de problemen binnen hun leefsituatie. De verblijfsduur wordt individueel bepaald, maar doorstroming blijft wel de doelstelling. Een opname in ons centrum kan enkel via doorverwijzing door een van onze onthaalpunten in Oostende, Brugge, Torhout of Blankenberge. Dak- en/of thuisloos? Het zijn begrippen die soms voor verwarring zorgen en waarvan het niet altijd duidelijk is wat ermee bedoeld wordt. Hier een poging om wat duidelijkheid te scheppen. Dakloosheid = geen huisvesting meer hebben. Thuisloosheid daarentegen is moeilijker te definiëren. In essentie gaat het bij thuisloosheid om een combinatie van volgende problemen: de (al dan niet tijdelijke) afwezigheid van (een leefbare) woonst of onderdak; een psychosociale en relationele problematiek die leidt tot ontankering en, een (vaak schrijnend) gebrek aan materiële middelen om te voorzien in het levensonderhoud door het gebrek aan werk, het verlies van recht op sociale zekerheid en zelfs op een menswaardig inkomen (Bron : SAW Verbinding Verbroken) Thuisloosheid is dus ruimer dan alleen dakloosheid. We onderscheiden tijdelijke thuisloosheid van chronische thuisloosheid. Tijdelijke thuisloosheid: de ontankeringsproblematiek is hier reeds ernstig aanwezig. Het situeert zich echter nog op het niveau van ”breuken”, m.a.w. ook al is de sociale verankering ernstig bedreigd of zelfs reeds verbroken, er zijn toch nog aangrijpingspunten voor een spoedig of langdurig herstel (www. kennisplein.be). Chronische thuisloosheid: hier stelt de ontankeringsproblematiek zich in alle scherpte in termen van “afwezigheid” van ankerpunten. Het relatienetwerk, waaraan elke mens als sociaal wezen behoefte heeft, is totaal of zeer verregaand afgetakeld. Dit leidt tot een opeenstapeling van problemen. De betrokkenen
14
glijden af naar een ‘leven dat nauwelijks of niet beantwoordt aan de menselijke waardigheid’. (www. kennisplein.be) Wat en hoe? Een residentiële opname is pas aan de orde indien alle andere (hulpverlenings)mogelijkheden geen oplossing kunnen bieden (= subsidiariteitsprincipe). Indien een opname toch aangewezen is, krijgt de cliënt de mogelijkheid om direct na de opname even tot rust te komen. Na een 14 tal dagen wordt er met de cliënt bekeken wat nodig is om terug een menswaardig bestaan op te bouwen en zo de re-integratie in de maatschappij te bewerkstelligen. Hierbij vertrekken we vanuit de sociale grondrechten zoals het recht op huisvesting, arbeid, gezondheid, onderwijs, opvoeding/vorming, welzijn en maatschappelijke integratie, recht en veiligheid, cultuur en vrije tijd . Wij streven ernaar om een vraaggericht aanbod te realiseren op maat van de individuele cliënt, met respect voor zijn mogelijkheden en beperkingen, respect voor de gestelde hulpvraag van de cliënt en het afstemmen van het hulpverleningsgebeuren op zijn tempo. Het aanbieden van een relationele context waarbij vertrouwen en warmte aanwezig zijn, zijn daarbij van essentieel belang. Vanuit de overtuiging dat het leren uit ervaring de beste garanties biedt op een duurzaam resultaat, reiken wij een kader aan, waarbinnen de cliënt de nodige ruimte krijgt om zelf verschillende mogelijkheden en oplossingen voor zijn/haar problematiek te gaan verkennen. Tijdens het verblijf wordt samen met de cliënt een begeleidingstraject uitgewerkt waarbij het de cliënt is die aangeeft op welke levensdomeinen hij/zij aan de slag wil gaan (integrale begeleiding). Het is een hulpverlening (zorg op maat) die vertrekt van en zo goed mogelijk aansluit bij de actuele behoeften van de hulpvrager en niet vanuit een voorgeprogrammeerd hulpaanbod van de organisatie. Dit vereist een grote flexibiliteit van de organisatie en wordt gekenmerkt door het integraal karakter, een positieve ingesteldheid, een gestructureerde aanpak en een gecoördineerd aanbod. Tijdens dit proces fungeert de hulpverlener eerder als klankbord en gids dan als leider. De hulpverlener is een medestander die een fundamenteel respect heeft voor de waarden, normen en referentiekader van de cliënt. Wat mag dat kosten? Het verblijf in een opvangcentrum is, zoals wel eens wordt gedacht, niet gratis. Elke bewoner dient een dagprijs te betalen. Het is dus belangrijk om ervoor te zorgen dat elke cliënt over een inkomen beschikt (werkloosheid, ziekte-uitkering, leefloon, pensioen, loon,…). Omdat dit bij opname niet altijd het geval is wordt dit prioritair door de begeleiding in orde gebracht. Het samen leven : geen evidentie Ons huis biedt op dit moment plaats aan 20 mensen, 13 kamers in het gebouw 15 en 7 kamers in het gebouw 13. Het zijn één voor één kwetsbare mensen met een rugzak vol zorgen. Het samenleven is dan ook geen evidentie en vraagt op sommige momenten ook wel bijsturing van de begeleiding. Toch zien we dat deze mensen in moeilijke omstandigheden ook kunnen leren van elkaar, wat bijdraagt in het groeiproces om hun leven terug op de rails te krijgen. Het feit dat mensen na hun vertrek nog geregeld langs komen of bellen sterkt ons in het feit dat we iets voor hen betekend hebben. Als drijfveer kan dat toch wel tellen. Nicole Verbrugge Het team Mannenopvang Bredene/Oostende
15
voorstelling team mannenopvang bredene
Nicole Verbrugge Teamverantwoordelijke
Jolien De Rycker hulpverlener nog tot 31/12/2015
Anne Behiels hulpverlener
Johan Vangeel hulpverlener
Sandra Dewilde administratief medewerker
Bjorn De Brouwer hulpverlener
Hey, ik ben de vrijwilliger Ik ben Frederic Simoens, 32 jaar, en kom uit Oostende. Momenteel werk ik als vrijwilliger in de mannenopvang te Bredene en daar doe ik het onthaal en kleine administratieve taken. Ik heb hier nog gewerkt in 2013-2014 als administratief bediende. En omdat ik hier in een tof team zat, veel bijgeleerd heb en momenteel nog zonder job zit, dacht ik van hier terug te komen als vrijwilliger en nog wat ervaring op te doen. Natuurlijk ben ik op zoek naar een toffe, boeiende job maar zolang deze uitblijft, blijf ik mij inzetten als vrijwilliger. Verder hou ik mij bezig met het volgen van sport: voetbal, tennis, formule 1, basket, … Ook game ik regelmatig op de PC. En verder speel ik graag poker, spreek ik graag af met vrienden en gaan we iets eten en drinken. Groetjes
Jonas Vermeulen hulpverlener
Fatiha Osei stagiaire
De groep in West-Vlaanderen wordt reeds opgestart: er zijn 9 aanmeldingen, met deze mensen is reeds een instapgesprek gebeurd. Er zijn ook reeds 3 data geprikt: zaterdag 12 december 2015, zaterdag 9 januari en zaterdag 13 februari 2016, telkens van 9.00 - 11.30 u. De CAW’s van West- en Oost-Vlaanderen staan in voor de faciliteiten voor deze beide provincies. Voor WestVlaanderen is dit CAW Noord-West-Vlaanderen. Omdat een centraal gelegen plaats werd gevraagd voor de provincie is gekozen voor CAW-locatie Torhout, ‘s Gravenwinkelstraat 20. Voor Oost-Vlaanderen is dit het desbetreffende CAW, locatie: Oude Houtlei 124, Gent. De co-begeleider-ervaringsdeskundige is een vrouw. De groep staat open voor: - iedereen die seksueel misbruik heeft meegemaakt - meerderjarig zijn is ook een voorwaarde - het misbruik mag niet meer acuut bezig zijn - het is een open groep: ook na de eerste bijeenkomst van 12 december of volgende kan men aansluiten.
17
theatervoorstelling powerwijven Huiselijk geweld komt voor in alle lagen van de bevolking en iedereen kan er slachtoffer van worden. Het thema verdient vandaag nog steeds de nodige aandacht. Praten helpt en kan een eerste stap zijn om het geweld te stoppen. Mensen die seksueel misbruikt zijn, willen vaak wel met hun verhaal naar buiten komen, maar helaas kan dit meestal niet. Voor een deel komt dat door hun eigen schaamte. Ook worden signalen nog te weinig opgevangen. En als er dan toch over het onderwerp gesproken wordt, legt men vaak de schuld of verantwoordelijkheid bij het slachtoffer. Elk jaar, van 25 november tot 6 december, organiseert Stad Brugge een sensibilisatiecampagne tegen huiselijk geweld. Deze dagen zijn niet willekeurig gekozen. 25 november is uitgeroepen door de VN als internationale dag tegen geweld op vrouwen. Op 25 november speelde de voorstelling, POWERWIJVEN, georganiseerd door de diversiteitsdienst van Stad Brugge. Het was een krachtige voorstelling van twee dappere dames die heel open over de geweldthematiek waren. Ze brachten ook een boeiende, beklijvende dialoog op gang. Heel moedig.
Theatermaker Narhea Goossens kwam zowel in haar privéleven als in haar vroegere werk als hulpverlener in aanraking met meiden die slachtoffer werden van seksueel geweld. En zij raakte geïntrigeerd door hun kracht. Zij besloot een theatervoorstelling te maken waarin nu eens niet over de hoofden van de slachtoffers heen het fenomeen van seksueel geweld aan de orde gesteld wordt, maar dat te doen samen met twee vrouwen die het meemaakten en vanuit hun innerlijke power het onderwerp tot uitdrukking willen brengen. Het resultaat: ’Powerwijven’, een theatervoorstelling die op indringende wijze, waarbij de humor niet geschuwd wordt, de kracht van slachtoffers belicht en door het taboe en de schaamte heen breekt. Die ook de papieren protocollen voorbij gaat en het ‘onbespreekbare’ eindelijk bespreekbaar maakt.
In het eigen CAW hebben we heel wat expertise in het werken rond geweld. Ook van hulpverleners vraagt het heel wat om met cliënten op stap te gaan. Bedankt hiervoor. Alle burgers met vragen rond geweld kunnen van 9u tot 17u bellen naar 1712. Of emailen via de website www.1712.be. Ook op alle onthaalpunten van het CAW zijn mensen welkom.
18
vacatures voor vrijwilligers 1) Vrijwillige receptiemedewerkers Onthaal Blankenberge: Maandagavond van 17.00 - 20.00 u. Woensdagnamiddag van 14.00 - 17.00 u. Vrijdagnamiddag van 14.00 - 17.00 u. Vlinder: om vervangingsmomenten in te vullen van de andere vrijwilligers. U staat in voor een vlotte ontvangst van onze cliënten/bezoekers. U ontvangt hen aan de receptie en verwijst door naar de wachtruimte. Naast de onthaalopdracht en afhankelijk van uw mogelijkheden staat u ook in voor kleine administratieve taken ter ondersteuning van de hulpverleners. Voor de start van het engagement wordt een inwerkingsessie gepland en wordt er ondersteuning voorzien gedurende de eerste maanden. Voorziene start: zo snel mogelijk! Het onthaal is open elke werkdag van 9.00 -12.00 u. en van 14.00 - 17.00 u. In de voormiddag zijn wij open voor fysieke permanentie. In de namiddag voor telefonische permanentie. De vrijwilliger wordt opgevolgd door de vrijwilligerscoach. Er is een jaarlijks functioneringsgesprek en daarnaast worden ook mogelijkheden rond vorming aangeboden. De vrijwilliger wordt gewaardeerd en erkend voor zijn/haar inzet! Verwachtingen met betrekking tot de kandidaat-vrijwilliger: - is meerderjarig en kan zelfstandig werken - toont respect voor mensen van allerlei achtergronden - is collegiaal - heeft kennis van het CAW als welzijnsorganisatie - houdt zich aan het beroepsgeheim Interesse? Neem dan contact op voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Contactpersoon: Sophie Pisvin 05043 28 50 -
[email protected] 2) Jongerenwerking ’t Salon zoekt vrijwilligers ’t Salon biedt laagdrempelige vrijetijdsbesteding aan jongeren van 12-25 jaar die opgroeien in maatschappelijk kwetsbare situaties. Dit bestaat uit een aanbod van activiteiten en instuif. De instuif is open op woensdag en vrijdag van 14.00 - 22.00 u., zaterdag van 14.00 - 18.00 u. Tijdens deze momenten maar ook daarbuiten, organiseren we eveneens allerlei activiteiten Profiel? De vrijwilliger: - is geïnteresseerd in de leefwereld van jongeren - kan jongeren motiveren en enthousiasmeren - biedt logistieke ondersteuning. Dit kan zowel de barwerking zijn, klusjes als het organiseren en begeleiden van activiteiten. - kan omgaan met verantwoordelijkheid - kan omgaan met feedback en opmerkingen van begeleiders - vraagt ondersteuning aan de begeleiders waar nodig - heeft een enthousiaste en flexibele houding - houdt zich aan de afspraken en is stipt - heeft respect voor alle jongeren, is niet racistisch en ziet iedereen als gelijkwaardig - komt op voor zichzelf en kan grenzen trekken - waakt over het naleven van de leefregels - heeft coachingsgesprekken met de verantwoordelijken ’t Salon is gevestigd in een omgebouwd binnenschip in de Ter Pannestraat 3 in Brugge (ter hoogte van de Krakelebrug). Contactpersonen Marijke Vercruysse: 0484 96 19 32, Mieke Burggraeve: 0473 65 86 42
19
Aankondiging Vorming omgaan met gevoelens en lastig gedrag van cliënten
Vrijwilligere medewerkers kunnen geconfronteerd worden met ongepast of lastig gedrag van cliënten. In aanraking komen met verscheidene emoties en grensoverschrijdend gedrag van een cliënt is niet zo evident. Gepast reageren is in zo’n situatie niet altijd makkelijk. Vaak brengt zo’n ervaring met lastig gedrag ook stress, onzekerheid, schrik, ergernis of mogelijks machteloosheid met zich mee. Tijdens de vorming leren vrijwillige medewerkers om te gaan met dat lastig gedrag en leren ondersteuning te bieden bij de gevoelens van de cliënten. Het doel van deze vorming is leren de controle te houden of te nemen bij lastig gedrag. En dat op zo’n manier waardoor verdere communicatie met die persoon mogelijk blijft en het contact behouden blijft. Daartoe komen in de cursus volgende onderdelen aan bod komen: •
Wat is lastig gedrag? Wat gebeurt er als iemand zijn/haar gevoelens niet meer helemaal onder controle heeft?
•
Wat roepen lastig gedrag en gevoelens van een ander op: onzekerheid, ergernis, spanning, schrik, … en tips om als vrijwillige medewerker ermee om te gaan. Handvatten om rustig, kordaat en neutraal te communiceren.
•
Tips om als vrijwilliger woorden te vinden en te communiceren zonder te kwetsen, om te blijven contact zoeken en houden met de cliënt, ook als het moeilijk wordt. Geweldloos en verbindend communiceren.
Praktisch De vorming wordt 2 maal georganiseerd in Vlamingdam 36, te Brugge en dit op donderdag 17/03/2016 en donderdag 24/03/2016. De vorming duurt een volledige dag. Er kunnen maximaal 14 vrijwilligers deelnemen per vormingsdag. De inschrijvingen zullen via de vrijwilligerscoaches verlopen. Je kan inschrijven van zodra je een mail van je coach ontvangt.
Bie Vallaey Stafmedewerker
20
caw nieuwbouw eerstesteenlegging
Het nieuwe gebouw in wording: de voorgevel van het gelijkvloers, met links de hoofdingang foto op 3/10/2015 In aanwezigheid van een 90-tal deelnemers, waaronder burgemeesters, voorzitters, secretarissen, raadsleden en medewerkers van OCMW’s, buren, aannemers en architecten, leden van de algemene vergadering, de beleidsgroep en de ondernemingsraad, vond op 5 oktober de symbolische eerste steenlegging plaats in het auditorium en de cafetaria van het OCMW-gebouw. De deelnemers konden van op het terras de werken op de werf in actie zien. Zowel OCMW-voorzitter Dirk De fauw (Brugge) als zijn collega voorzitter Vanessa Vens (Oostende) beklemtoonden het belang van de nauwe samenwerking tussen OCMW en CAW. Beiden nodigden uit om deze samenwerking nog te versterken. Dat kwam net goed uit, want wij deden een warme oproep om hetzelfde te doen, en meer bepaald om de komende weken een structurele samenwerking op poten te zetten rond de begeleiding van vluchtelingen (en later ook rond het geïntegreerd intersectoraal netwerk rond onthaal. Onze voorzitter Kurt Boelens plaatste de optie om precies daar te bouwen in de context van de samenwerking. Architect Gino Debruyne en ir. Wim Boydens lichtten enkele facetten van het gebouw toe. Daaruit bleek dat we qua duurzaamheid een uniek project aan het uitbouwen zijn, waarmee recent nog een prijs gewonnen is. Daarna werd de eerste steen onthuld: een Franse mergelsteen waarin kunstenaar letterkapper Immanuel Corbillon (www.immanuelcorbillon.be ) het CAW-logo kapte. Deze viering werd afgesloten met een gezellige receptie, waar verder afspraken werden gemaakt over de samenwerking.
Eric Claes
21
brieven van dikke freddy Beste Meester, Het is oprecht niet mijn gewoonte om in officiële briefwisseling vuile woorden te gebruiken maar in dit geval rest mij geen andere mogelijkheid dan u zwart op wit te laten weten: ‘Kust vierkant mijn kloten!’ Op aanraden van vrienden ben ik u vorig jaar in uw chique bureau komen opzoeken. Ik had meteen onraad moeten ruiken toen u mij daar bij onze eerste kennismaking trakteerde op een fors glas Jack Daniel’s maar ik ben helaas met mijn ogen open in de val gelopen. Ik heb u de problemen voorgelegd die ik had met Bert Pasmans, de schuldbemiddelaar die mij door het OCMW was toegewezen en die de ene stommiteit na de andere uithaalde waardoor mijn toestand ernstiger was dan die van Griekenland in de eurozone. U hebt mij met een uitgestreken gezicht gezegd dat ik mij geen zorgen moest maken en dat u, als erkend en beslagen zelfstandig collectief schuldbemiddelaar, mijn dossier zodanig deskundig ter harte zoudt nemen dat mijn schulden zouden smelten als sneeuw in de zon. Ik geef eerlijk toe dat ik vervolgens enkele maanden geen last heb gehad van deurwaarders en incassobureaus maar ik ben overvallen door een plotse kou op mijn water, door beschamende darmkrampen en zelfs door bangelijke hartritmestoornissen op het moment dat ik uw afrekening onder ogen kreeg. Om te beginnen zag uw afrekening er ingewikkelder uit dan een opgetelde factuur van Electrabel, Proximus en de Antwerpse Waterwerken. Ik heb mij in café De Nieuwe Nachtegael samen met verschillende experten gedurende uren over uw documenten moeten buigen om een zicht te krijgen op de omvang van mijn begrotingstekort. En toen dat begrotingstekort uiteindelijk duidelijk werd heb ik even gedacht dat ik een ambulance nodig had. Samengevat komt het erop neer dat mijn schulden aan huisbazen, bankinstellingen, verzekerings-, elektriciteits- en telefoonmaatschappijen na een jaar deskundig bemiddelingswerk min of meer verdubbeld zijn. Daarenboven presenteert u mij voor dat uitermate deskundig bemiddelingswerk een factuur van alstublieft 3.236,48 euro. Blijkbaar mag u volgens een Koninklijk Besluit (ik schrijf straks ook nog een brief aan Zijne Majesteit in dit verband) 506,64 euro aanrekenen als bedrag om mijn dossier te openen. Nu begrijp ik waarom u mij zo gul een Jack Daniel’s offreerde. Blijkbaar mag u per bijkomende schuldeiser die boven water komt 33,78 euro extra aanrekenen. Nu begrijp ik waarom uw soort niet liever doet dan slapende honden wakker maken. Blijkbaar mag u per brief die u verstuurt 11,82 euro aanrekenen. Nu begrijp ik waarom u mij nooit opbelde maar om de haverklap en omwille van de grootste onnozelheden brieven stuurde. Blijkbaar mag u voor het opmaken van uw factuur 202,64 euro aanrekenen. Nu begrijp ik waarom uw factuur in vierkleurendruk werd opgesteld. Ik weet niet hoeveel u mag aanrekenen om mijn dossier te sluiten maar u mag mijn naam alvast per direct uit uw klantenbestand verwijderen. Ik kan u daarenboven verzekeren, geachte Meester Putmans, dat u zult kunnen fluiten naar uw 3.236,48 euro want ik ben, net zoals de Grieken, vast van plan om uit de eurozone te stappen. Verder kan ik slechts herhalen wat ik u al in het begin van mijn brief heb laten weten: ‘Kust vierkant mijn kloten.’
Met de Meeste Hoogachting verblijvend, Dikke Freddy. Brieven van Dikke Freddy is een column van Erik Vlaminck
22
goed en ander nieuws er werden kindjes geboren
Zoontje van Jonas Vermeulen, Medewerker Mannenopvang Bredene
Kleinzoontje van Hedwig Claes, Vrijwilliger receptie Garenmarkt Brugge
doe goed pas De Brugse Vrijwilligerscentrale bestaat dit jaar 5 jaar en dat willen ze niet onopgemerkt voorbij laten gaan. Om alle Brugse vrijwilligers en mantelzorgers te bedanken, wil het stadsbestuur hen een unieke kortingskaart schenken. Met deze kortingskaart, de “Doe Goed Pas”, zullen alle Brugse vrijwilligers én alle mantelzorgers korting kunnen krijgen bij een 80-tal lokale handelaars en organisaties. Deze pas zal geldig zijn vanaf 1 januari 2016 voor de periode van 1 jaar. Alle actieve vrijwilligers van CAW Noord-West-Vlaanderen zullen deze pas in de loop van januari 2016 via hun vrijwilligerscoach ontvangen.
clic-clac 5 december was de internationale dag van de vrijwilliger. Een goed moment om al onze vrijwilligers te bedanken voor hun trouwe inzet. Voor die gelegenheid voorzien we een klein cadeautje: een leuk clic-clacdoosje met snoepjes. Allemaal heel erg bedankt!
23
goed en ander nieuws wat vinden cliënten van vrijwilligers? Enkele anonieme cliëntreacties over het vrijwilligerswerk, of over de vrijwilliger van dienst: “Ze kunnen goed luisteren” “Da zien mensn die u willn elpen” (poging tot dialect:)) “Zit je met een twadde dan zin zer voor u!” (2de poging tot dialect) “Hulpvaardig” “Ik voeln me minder alleen als zie er zijn” (3de en laatste poging tot dialect) “Blij dat ik dat nog heb” “Chance dat die mogelijkheid nog bestaat” “Opgelucht dat dat op deze manier kan” “Aangenaam contact!” “Zo hulpvaardig dat die mannen zijn” ‘’t Zijn kadetten hé’ (dat waren 2 grappige)
‘t salon in de krant
in memoriam Het leven van een mens is als een voetstap in het zand die wordt weggevaagd als de vloed de grens verlegt tussen zee en zand auteur onbekend
De heer Etienne VAN DE WALLE geboren 14 maart 1941 overleden 14 oktober 2015 Vader van Els Van de Walle medewerkster
CAW Noord-West-Vlaanderen Ambulant Begeleidingsteam Oostende
Mevrouw Maria VANDE CAVEYE geboren 6 juni 1926 overleden 10 november 2015 Moeder van Linda Marichal medewerkster
CAW Noord-West-Vlaanderen Ambulant Begeleidingsteam Brugge
Wij leven mee met alle medewerkers en vrijwilligers van CAW Noord-West-Vlaanderen die een dierbaar familielid, vriend of bekende verloren hebben
25
TELEVESTIAIRE OPROEP OPROEP OPROEP OPROEP
IN BRUGGE IS ER DRINGEND NOOD AAN: • • • • • • • • •
mannenschoenen handschoenen / mutsen / sjalen ondergoed mannen (ook hemdjes / lang ondergoed) jassen voor mannen kousenbroeken voor vrouwen / kindjes matrasbeschermers accessoires rugzakken / weekendtassen slaapzakken
KLEDIJ, KLEIN HUISHOUDELIJK MATERIAAL EN SPEELGOED KUNNEN BINNENGEBRACHT WORDEN TIJDENS DE OPENINGSUREN: woensdag: 14.00 - 17.00 u. donderdag: 14.00 - 17.00 u. zaterdag: 10.00 - 12.00 u.
Prof. Dr. J. Sebrechtsstraat 1, 8000 BRUGGE (nabij Minnewater)
IN TORHOUT IS ER DRINGEND NOOD AAN: • • • •
winterbroeken dames kinderbroeken kinderen vanaf 9j damesslips slaapkledij
OPENINGSUREN : Vrijdag 13.45 u. – 16.30 u. Eerste woensdag van de maand 13.45 u. - 16.30 u. ’S GRAVENWINKELSTRAAT 20, 8820 TORHOUT KLEDIJ BINNENBRENGEN KAN ELKE WERKDAG VAN 9.00 – 12.00 U. EN 14.00 U. – 17.00 U. (NIET OP DINSDAGNAMIDDAG)
26
ZEER BELANGRIJK BERICHT UW FINANCIËLE ONDERSTEUNING IS EN BLIJFT VOOR ONS VAN LEVENSBELANG!
DE REKENINGNUMMERS WAAROP U KAN STORTEN Voor giften vanaf 40 €, kunnen wij u een fiscaal attest bezorgen maar dan moet u storten op rekeningnummer BE85 0682 3070 2706 van CAW Noord-West-Vlaanderen, Garenmarkt 3 te Brugge met eventuele vermelding van de deelwerking die u wil steunen: Vrijwilligerswerk, Ambulante Begeleiding Brugge of Oostende, Onthaal Brugge of Oostende, Ambulante Werking Torhout, Ambulante Werking Blankenberge, Justitieel Welzijnswerk, Jeugdzorg, Begeleid Wonen, Mannenopvang Brugge of Oostende, Crisishulpverlening, Vrouwenopvang Brugge of Oostende, Inloopcentrum, Kortopvang, Zorgwonen, Jongerenopvang, Jac Brugge of Oostende, Login, ‘t Salon, Exit, Bezoekruimte. Wenst u geen belastingattest dan kan u uw steunbijdrage storten of overschrijven op het rekeningnummer BE72 4700 8028 6116 van Sociaal Centrum Teledienst Wij danken u van harte voor uw steun doorheen het jaar !
DANKZIJ DE SPONSORS IS DEZE UITGAVE MOGELIJK
steeds meer huiden wierp ik af nu eindelijk in mijn eigen laatste vel ben ik kwetsbaarder dan ooit Remco Campert
Aan dit Contactblad werkten mee: Redactie: Rein De Puysseleyr, Bénédicte Ongenae, Liesbeth Vanbiervliet, Bie Vallaey, Tine Wyns, Eric Claes, Nicole Verbrugge, Fréderic Simoens, Luc Decorte, Eva Hambach, Weliswaar: Nathalie Leblanc, ‘t Kringske, Jasmien Aernout, Welzijnszorg, Dikke Freddy, Krant van West-Vlaanderen Layout: Rein De Puysseleyr Illustraties: Rein De Puysseleyr, Eric Claes, Nicole Verbrugge, Adobe Stock, Welzijnszorg, John Crowley, Powerwijven, Hergé, Krant van West-Vlaanderen