Als je 't mij vraagt Leeftijd: 12-16, 16+ Soort bijeenkomst: club, catechese Soort werkvorm: heel programma Thema: Geloven en spiritualiteit Tijdsduur: 1 uur 30 min. Petje op petje af, petje op petje af en geloof, bijbeltekst met stellingen, geloofsvragen maken, geloofsuitspraken doen in een brief, mooiste zin of gedachte benoemen Dit programma voorziet in werkvormen rondom theologiseren met jongeren... dat klinkt best heftig. Het betekent gewoon: jongeren ondersteunen zelfstandiger te gaan nadenken over wat God of geloof betekent. En wie wil dat nou niet? Volgens Henk Kuindersma (lector religieuze educatie) heeft de jongerencoach drie rollen die belangrijk zijn om dit doel te kunnen bereiken: ● ● ●
Het waarnemen en duiden van de gespreksbijdrage van de jongeren Het in gesprek brengen van deze bijdragen Het aanreiken van theologische kennis die het gesprek verder kan brengen
Dit programma biedt werkvormen die aan deze drie doelen proberen tegemoet te komen in een gesprek met jongeren van 12-18 jaar, uitvoerbaar voor iedere coach. Petje op Petje af (opwarmer) Doel: eigen mening vormen Tijdsduur: vijf minuten Nodig: zoveel petjes als deelnemers De jongeren mogen steeds kiezen tussen twee alternatieven, bijvoorbeeld ‘brood weggooien is geen probleem', petje op, en: ‘brood weggooien is zonde', petje af. Bij het tv-spel ‘Petje op Petje af' is er telkens maar één antwoord goed. Maar in dit geval adviseren we je het te gebruiken om de jongeren keuzes te laten maken. Als opwarmer is het leuk om ook een paar ludieke stellingen te bedenken. Voorbeelden: petje op: ‘We krijgen vandaag chocola bij de thee', petje af: ‘We krijgen vandaag koekjes bij de thee' (dan moet je natuurlijk wel koekjes en chocola hebben!). Of: petje op: ‘De coach is gek', petje af: ‘De jongeren zijn gek.' Petje op Petje af en geloof (twee varianten, A en B) Doel: zelf nadenken over geloof in verband met een zelfgekozen onderwerp Tijdsduur: twintig minuten Nodig: zoveel petjes als deelnemers Met de keuzes die de jongeren maken tijdens dit spel, kan je hen helpen een standpunt te bepalen en kan je erover in
gesprek gaan. Variant A: stellingen en verdieping Met deze variant kan je je jongeren goed leren kennen: wat vinden zij van geloof en Bijbel? Maar evengoed kun je wat dieper doorpraten. Stellingen: Petje op: De Bijbel is Gods woord Petje af: De Bijbel is een boek van mensen Petje op: Bijbellezen is belangrijk Petje af: Bijbellezen is onbelangrijk Petje op: Bidden is praten met God Petje af: Met God kan je niet praten Petje op: De mens is verantwoordelijk voor het lijden van mensen Petje af: God is verantwoordelijk voor het lijden van mensen Verdieping: Je kan na iedere vraag iemand interviewen. En naar aanleiding van een reactie ook weer nieuwe stellingen maken, samen met de jongeren. In het kader van het thema ‘theologiseren met jongeren' kan juist dit voor de jongeren een heel goede oefening zijn. Bijvoorbeeld (bij het hierboven eerstgenoemde stellingenpaar): Coach: "Anneke, jij hebt gekozen voor ‘De bijbel is een boek van mensen' (petje af). Waarom heb je dat gekozen?" Anneke: "Omdat het door mensen geschreven is, maar God vertelt wel wat hij wil." Coach: "Aha, daar maken we een nieuwe stelling van! Wat jij zei is ‘petje op'. Weet je ook een ‘petje af'?" Anneke: "In de Bijbel staat vooral hoe mensen over God denken." Coach: "Oké, dan wordt het: Petje op: In de Bijbel kun je vinden wat Gods bedoeling is met de mensen en met de wereld. Petje af: In de Bijbel staat vooral hoe mensen over God denken." Variant B: Geloofsonderwerp: Milieu en schepping Het is ook mogelijk stellingen te bedenken bij één specifiek onderwerp, bijvoorbeeld: ‘Milieu & schepping'. Na een aantal stellingen worden deze in het kader van Genesis 1:1,2 en 1:26-31 geplaatst. Door deze stellingen te verbinden met een bijbeltekst, kan je nieuwe gezichtspunten voor de jongeren creëren. Daar kan je met je jongeren weer samen over nadenken (‘theologiseren'). Klik hier voor de stellingen en de bijbeltekst. Bijbelleesconcours Doel: zelfstandig de Bijbel uitleggen Tijdsduur: twintig minuten Nodig: bijbelteksten, stellingen In het vorige onderdeel heb je je jongeren zelf helpen nadenken over een onderwerp en over geloof. Maar je kunt ook theologiseren op basis van een verhaal uit de Bijbel zelf. Lees met je jongeren een bijbeltekst en laat hen kiezen
tussen twee stellingen. Er zijn verschillende setjes stellingen over verschillende onderwerpen, die samenhangen met de gekozen bijbeltekst. Met hun keuze bepalen de jongeren hun mening. Vaak zijn er echter nuanceringen mogelijk of is het niet zo zwart-wit. Daarover kan je dan in gesprek gaan. En je kan vragen of de jongeren de stelling relevant vinden, en of ze de bijbeltekst relevant vinden. Op deze manier lees je niet zomaar in de Bijbel, maar ben je in gesprek over de betekenis van het verhaal voor de jongeren. Het is aan te raden te kiezen voor een bijbeltekst die voor jongeren relevante onderwerpen aanreikt, en het liefst ook vragen oproept, zoals ‘kan dit echt gebeurd zijn?' of ‘moet ik dat geloven?' Lucas 23: Vindt God falen erg? 33 Aangekomen bij de plek die de Schedelplaats heet, werd hij gekruisigd, samen met de twee misdadigers, de een rechts van hem, de ander links...... 35 Het volk stond toe te kijken. De leiders hoonden hem en zeiden: ‘Anderen heeft hij gered; laat hij nu zichzelf redden als hij de messias van God is, zijn uitverkorene!'...... 39 Een van de gekruisigde misdadigers zei spottend tegen hem: ‘Jij bent toch de messias? Red jezelf dan en ons erbij!' 40 Maar de ander wees hem terecht met de woorden: ‘Heb jij dan zelfs geen ontzag voor God nu je dezelfde straf ondergaat? 41 Wij hebben onze straf verdiend en worden beloond naar onze daden. Maar die man heeft niets onwettigs gedaan.' 42 En hij zei: ‘Jezus, denk aan mij wanneer u in uw koninkrijk komt.' 43 Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.' Leg kort uit dat je het over het onderwerp ‘falen' wil hebben, en dat de ene misdadiger dat niet wil toegeven, maar de ander wel. Laat de jongeren kiezen tussen twee stellingen, door te vragen: welke stelling spreekt je aan? Ik vind het belangrijk om niet te falen. Falen maakt niet uit, je mag toch altijd opnieuw beginnen. Als God alles van mij ziet en weet (ook angst en falen), vind ik dat niet leuk/eng/heel vervelend. Als God alles van mij ziet en weet (ook angst en falen), stelt mij dat gerust/vind ik dat fijn. Het is gemakkelijk om spijt te hebben, als je er heel slecht aan toe bent. Het is moeilijk om echt ergens spijt van te hebben. De man die geen spijt heeft, heeft echt grote fouten gemaakt. De man die geen spijt heeft, heeft wel fouten gemaakt, maar heeft ook gewoon pech gehad door foute keuzes te maken. De ene misdadiger heeft gelijk dat hij zijn fouten toegeeft De andere misdadiger wil geen valse spijt tonen, omdat er toch niets meer te redden valt. Niet toegeven is eigenlijk moediger dan toegeven. God wil spijt zien. God wil zien dat je het anders wil. Dit verhaal gaat over de goedheid van God. Dit verhaal gaat over spijt hebben tegenover veel te koppig zijn.
God vergeeft altijd. God vergeeft altijd, maar je moet het wel willen zien. Dit verhaal is ongeloofwaardig: mensen aan het kruis kunnen niet zo praten. Het verhaal is geloofwaardig: in dit verhaal wordt Jezus' en Gods wil aan ons verteld. Reli-speeddaten: Brief van God (12-15 jaar) Doel: zelfstandig geloofsvragen maken en bespreken Tijdsduur: twintig minuten of langer Nodig: papier, pennen Als de jongeren enigszins zelfstandig kunnen nadenken over geloof, dan kan je ze onderling met zelfgemaakte vragen/stellingen laten praten en discussiëren. Zijn ze iets verder, dan kan je ook werken met de ‘Brief van God'. Laat iedere jongere twee vragen verzinnen die zij aan een ander willen stellen: 1) over geloof, de Bijbel, God 2) over een vrij onderwerp Als de jongeren het moeilijk vinden om vragen te verzinnen over geloof, Bijbel en God, gebruik dan de vraagkaartjes uit het spel ‘Kaarten op tafel' (te koop in verschillende boekhandels of op internet). Dan heb je enkele tientallen geloofsvragen waar je uit kan kiezen. De jongeren krijgen per persoon drie minuten gesprekstijd. Je kan de groep laten plaatsnemen aan weerszijden van een lange tafel, waarbij ze na drie minuten een plaats moeten opschuiven. Je kan ze ook kriskras door de ruimte rond laten lopen, maar deel dan eerst de groep in in A-tjes en B-tjes (bijv. met een sticker die ze op hun kleding plakken), die elkaar ontmoeten. De A-tjes stellen hun vraag in de eerste en derde ronde, de B-tjes in de tweede en vierde ronde. Als je vier rondes weinig vindt, knoop je er gewoon extra rondes aan vast met dezelfde vragen. Achteraf bespreek je: welke vragen waren leuk en boeiend? En welke geloofsvragen in het bijzonder? Brief van God (15+) Doel: zelfstandig geloofsuitspraken doen Tijdsduur: twintig minuten Nodig: papier, pennen Opdracht aan de jongeren: je hebt ongetwijfeld wel geleerd dat God van mensen houdt. En dat betekent dat hij ook van jou houdt. Iedereen beleeft dat op zijn of haar eigen manier. Wat als God een brief aan jou zou schrijven? Waar zou die over gaan? Wat zou daar in staan? Schrijf eens een brief van God aan jezelf. Daarin staat wat hij van je denkt. En let op: God geeft daarbij altijd een bemoedigende boodschap mee. Wat wil hij jou meegeven? Misschien weet je veel te schrijven of weinig, dat is allemaal goed. Na een aantal minuten vraag je of iemand iets uit zijn of haar brief voor wil lezen. Waarborg dat de jongeren aandacht hebben voor elkaar.
De mooiste zin Doel: in stijl afsluiten Tijdsduur: vijf minuten Nodig: pen, papier Geef de jongeren een minuut om de mooiste zin of gedachte op te schrijven die ze vanavond gehoord hebben. Laat ze de zinnen aan elkaar voorlezen. Je kunt afsluiten met gebed en, als je dat wilt, deze zinnen daarin opnemen.