In deze nieuwsbrief
Agenda Regel van de week ‘Vergroenen’ schoolplein Fruit van de week Nieuwe taalmethode: Staal Veldvoetbal Korfbaltoernooi
Agenda 13 april 21 april 22 april 24 april 27 april – 8 mei
cultuurweek start eindtoets groep 8 en drempeltoets groep 7 open avond (inloopavond) 18.30 – 19.30 uur Koningsspelen meivakantie
14 mei – 15 mei
hemelvaart – vrij
Regel van de week Volgende week zullen we in de groepen aandacht besteden aan de regel: Ik doe anderen geen pijn: stop … houd op!
‘Vergroenen’ schoolplein De gemeente Haarlem heeft budget beschikbaar gesteld voor onder meer het ‘vergroenen’ van schoolpleinen. Een van onze ouders (Marloes, de moeder van Sofia en Luka) heeft het initiatief genomen om namens de school een aanvraag hiervoor in te dienen. Zijn er ouders die samen met Marloes willen samenwerken en samen de aanvraaq willen opstellen en indienen bij de gemeente? Als u wilt helpen, kunt u een e-mail sturen naar
[email protected] met uw naam en emailadres en telefoonnummer. Wij sturen de e-mail dan door naar Marloes.
basisschool De Zuidwester – Ohmstraat 2 – 2014 EB Haarlem –
[email protected] – 023 5442424
Fruit van de week week 17 (15 april – 17 april)
woensdag 15 april:
sinaasappel
donderdag 16 april:
komkommer
vrijdag 17 april:
appel (Elstar)
Nieuwe taalmethode: Staal Afgelopen week hebben we de knoop doorgehakt. We gaan volgend schooljaar in de groepen 4 t/m 8 werken met de methode Staal voor taal en spelling. Staal is een eigentijdse taalmethode waarbij de kinderen in verrassende thema’s aan de slag gaan met levensechte bronnen, teksten en foto’s die ze ook buiten de klas tegen kunnen komen. Bovendien werken ze naar een betekenisvol eindproduct toe. Staal laat kinderen dus niet schrijven voor de juf of meester, maar maakt taalonderwijs functioneel en realistisch. Dat brengt taal tot leven. Staal werkt met de beproefde, preventieve spellingaanpak van José Schaven. Het vaste ritme, goed voordoen, elke les herhalen en dagelijkse dictees zorgen voor optimale spellingresultaten. Wat merkt u van deze nieuwe taalmethode? Het zal zeker in het begin van het schooljaar extra tijd kosten om te wennen aan de nieuwe manier van werken. Verder zullen we voorlopig geen extra taalactiviteiten aanbieden naast de methode (hierbij kunt u denken aan spreekbeurten en/of werkstukken). Deze activiteiten zijn opgenomen binnen de nieuwe methode. De nieuwe methode werkt dagelijks met een (kort) dictee, welke direct wordt besproken. Hiermee komen de leerdictees te vervallen. Wilt u meer weten over de nieuwe methode dan kunt u , als bijlage van deze nieuwsbrief de brochure bekijken. In de brochure ziet u dat er ook een ICT programma is bij de methode. Wij hebben besloten om dit programma niet aan te schaffen, omdat wij geen meerwaarde zien in dit programma. In plaats daarvan hebben we besloten om volgend jaar te gaan werken met Ambrasoft.
basisschool De Zuidwester – Ohmstraat 2 – 2014 EB Haarlem –
[email protected] – 023 5442424
Veldvoetbal Woensdag 1 april was de eerste ronden van het meisjes-veldvoetbaltoernooi op Geel-Wit. De Zuidwester was erg goed vertegenwoordigd met Pien, Amber, Esther. Donja, Floor, Isa, Doris, Nikita en Happy. De eerste wedstrijd tegen de Bos en Vaart school, wonnen ze met 9-0. De tweede keer moesten ze tegen de SAB , die maakten ze in met 8-0 en de laatste wedstrijd tegen de Molenwiek, wonnen ze met 5-1!!! Nu gaan ze door naar de volgende ronde, op 15 april spelen ze weer op Geel Wit, het zou leuk zijn als er wat fans komen aanmoedigen. 1e wedstrijd: 13.45 uur 2e wedstrijd: 14.30 uur 3e wedstrijd: 15.15 uur
Korfbaltoernooi Aankomende zaterdag 11 april 2015 zullen er een aantal kinderen uit de groepen 3 t/m 6 deelnemen aan het korfbaltoernooi. Het toernooi vindt plaats bij Korfbalvereniging H.K.C. Haarlem, ’t Hoenstraat 1 te Haarlem. De deelnemende kinderen hebben 3 trainingen gevolgd bij Korfbalvereniging C.K.V. Rapid. De teams uit groep 5/6 spelen hun wedstrijden tussen 11.50 uur en 14.40 uur. Het team uit groep 3/4 speelt de wedstrijden tussen 15.30 uur en 17.35 uur. Iedereen is welkom om de teams aan te moedigen!
basisschool De Zuidwester – Ohmstraat 2 – 2014 EB Haarlem –
[email protected] – 023 5442424
Stoere hockey clinic speciaal voor jongens!
Hockey Club Saxenburg is op zoek naar jongens in de leeftijd
8-12.
Omdat veel jongens automatisch kiezen voor voetbal, wil Saxenburg juist jongens speciaal uitnodigen om kennis te maken met hockey.
Hockey club Saxenburg organiseert op
d
Zondag 19 april 2015 van 10.00 tot 12.30 een stoere hockey clinic voor jongens! KOM OOK
[email protected] NEEM JE VRIENDJES MEE!!! meld je aan via:
[email protected]
INFORMATIEBROCHURE Taal en spelling | Groep 4 tot en met 8
Staal info brochure_211212.indd 1
21-12-12 13:52
Staal info brochure_211212.indd 2
21-12-12 13:52
lnhoud De methode • Waarom Staal? 2
Taal
Spelling
lnhoud en didactiek • Functioneel taalonderwijs
lnhoud en didactiek 4
Structuur en organisatie • Duidelijke vaste opbouw
6
8
26
• Leren en oefenen op je eigen niveau
28
Materialen 10
lCT • Boeiend en gevarieerd
• Een methode met houvast
Differentiatie
Materialen • Een visuele methode
24
Structuur en organisatie
Differentiatie • Vanzelfsprekend differentiëren
• Preventief en instructiegericht
• Basis en extra materialen
29
lCT 12
Voorbeeldpagina’s
• Visuele en auditieve ondersteuning
31
Voorbeeldpagina’s
• Handleiding
14
• Handleiding
32
• Werkboek
16
• Werkboek
34
• Bronnenboek
18
• Toetsboek
20
• Werkboek: remediëren, herhalen, verrijken
22
lnformatie • Meer weten over Staal?
Staal info brochure_211212.indd 1
36
21-12-12 13:52
De methode Waarom Staal? Staal doet precies wat de naam belooft. De methode maakt kinderen sterk in taal en spelling. In Staal staan opbrengstgericht werken en toepassen centraal. De kinderen vergaren in de eerste twee weken van elk thema kennis die zij in week drie toepassen in de vorm van een betekenisvol eindproduct. Kinderen smullen van Staal. Door de vele films, verrassende thema’s, teksten en bronnen die zó uit het echte leven komen vergeten de kinderen bijna dat ze gedegen taalonderwijs krijgen. Daarnaast kenmerkt Staal zich door de bewezen, preventieve spellingaanpak van José Schraven en het combineren van spelling en grammatica. Staal is bedoeld voor scholen die resultaat willen boeken en kinderen écht op een nieuwe manier willen motiveren.
Inhoudelijk biedt Staal alles wat je van een eigentijdse taalmethode mag verwachten. Staal behandelt alle domeinen in een levendige context en is sterk in opbouw en organisatie. Daarmee zijn goede resultaten gegarandeerd. En er zijn nog meer sterke punten.
Toepassen In elk thema legt Staal eerst een sterk kennisfundament. De kinderen doen de eerste twee weken kennis op, die zij vervolgens in week drie toepassen. Elk kind maakt in die week zijn eigen eindproduct zoals een publicatie of presentatie. Echt werken mét taal dus, zoals je in het echte leven doet.
Betekenisvol In de verrassende thema’s van Staal gaan de kinderen aan de slag met levensechte bronnen, teksten en foto’s die ze ook buiten de klas tegen kunnen komen. Bovendien werken ze naar een betekenisvol eindproduct toe. Staal laat kinderen dus niet schrijven voor de juf of meester, maar maakt taalonderwijs functioneel en realistisch. Dat brengt taal tot leven.
Beproefde spellingmethodiek Staal werkt met de beproefde, preventieve spellingaanpak van José Schraven. Het vaste ritme, goed voordoen, elke les herhalen en dagelijkse dictees zorgen voor optimale spellingresultaten. Staal is ook de eerste methode die spelling en grammatica combineert.
2 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 2
21-12-12 13:52
Weet wat je leert In de handleiding van Staal zijn leerstofoverzichten opgenomen, zodat u als leerkracht duidelijk ziet wanneer de lesdoelen worden aangeboden. Maar ook voor leerlingen zijn de doelen van belang. Kinderen leren immers beter als ze weten wat ze gaan leren en waarom. Daarom zijn de lesdoelen in begrijpelijke taal opgenomen in het werkboek.
Veel aandacht voor woordenschat Staal besteedt veel en expliciet aandacht aan woordenschat. Woorden zijn immers de bouwstenen voor mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid. De woorden komen meerdere keren aan bod. De methode volgt de didactiek van woordenschatexperts Verhallen en Van den Nulft.
Structuur Staal is een zeer gestructureerde methode. U bent er snel in thuis en de kinderen ook.
Bronnen uit het echte leven die gebruikt worden in Staal
lnformatiebrochure Staal • 3
Staal info brochure_211212.indd 3
21-12-12 13:52
lnhoud en didactiek – Taal Functioneel taalonderwijs Een van de belangrijkste kenmerken van Staal is dat de methode een brug slaat naar het echte leven. Staal maakt immers gebruik van bronnen uit de dagelijkse realiteit van kinderen. Dit maakt het taalonderwijs heel herkenbaar en functioneel. Dankzij Staal staan kinderen in het echte leven hun mannetje.
de handleiding. Op deze manier krijgen de kinderen twee goede voorbeelden voordat ze zelf gaan oefenen.
Woordenschat als fundament Staal volgt de didactiek van Verhallen en Van den Nulft. De methode biedt de kinderen pittige themawoorden aan, zodat hun woordenschat werkelijk wordt uitgebreid. Elk thema start met een themafilm om de kinderen in de sfeer van het thema
Binnen de leerlijn taal komen vier domeinen aan
te brengen. In het filmpje komen ook de woorden
bod: woordenschat, taal verkennen, spreken &
binnen de context van het thema aan bod. Staal
luisteren en schrijven.
geeft vervolgens veel ruimte aan semantiseren en
Referentiekader en kerndoelen
consolideren, op vier manieren: • Elke week een les woordenschat.
De inhoud van Staal sluit aan bij het referentiekader
• Woordenschat-animaties op het digibord.
taal en de kerndoelen. Het referentiekader beschrijft
• Extra woordenschat-oefenpagina’s bij elk thema.
wat leerlingen in de verschillende fasen van het
• Woordenschat-oefensoftware op drie niveaus.
onderwijs moeten kunnen en kennen op het gebied van taal. Staal biedt de leerstof aan die is
De kinderen leren de woorden binnen de context van
opgenomen bij het streefniveau 1S/2F.
het thema. Deze woorden kunnen ze toepassen in
Modeling als uitgangspunt
hun eindproduct.
In het taalonderwijs is de rol van de leerkracht
Schrijven én presenteren!
heel belangrijk. Goed voorbeeld doet goed volgen.
In week 1 en 2 van elk thema reikt u de kinderen
Daarom staat modeling centraal: het hardop
de taalbouwstenen aan. In week 3 gaan ze die
denkend voordoen.
kennis toepassen in een schrijfopdracht. In het onderdeel Zo zit het! staan de criteria waaraan de
Elke taalles begint met een uitleg van de les in
tekst moet voldoen.
het onderdeel Zo zit het! in het werkboek. In het
In de volgende les reflecteren de kinderen op de
bijbehorend instructiefilm op het digibord wordt
tekst en herschrijven ze de tekst als dat nodig is.
de toepassing van de taaltaak door bekende
Het bijzondere van Staal is dat er daadwerkelijk
Nederlandse acteurs voorgedaan. Daarna doet u
iets met de tekst wordt gedaan. Bijvoorbeeld de
het ook zelf voor op basis van de aanwijzingen in
publicatie van je eigen artikel op de muurkrant of
4 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 4
21-12-12 13:52
verslag doen van een sportwedstrijd. En omdat je
les 4 schrijven
presenteren moet leren is één les per thema gewijd aan het voorbereiden en oefenen van presentaties. Met Staal trainen kinderen dus structureel diverse
helP!
presentatievaardigheden. Daar heb je een leven lang
wat ga je doen?
oPdracht 1
profijt van.
Je maakt een beschrijving van speelgoed.
Zet telkens ee
Differentiatie naar instructiebehoefte
wat leer je ervan?
De naam van voorwerp
Je leert hoe je een beschrijving van een voorwerp maakt.
Staal differentieert naar instructiebehoefte op basis van het IGDI-model: het Interactief Gedifferentieerd model voor Directe Instructie.
Je leest hoe h
Je leest waarv gemaakt is.
zo zit het!
In het lesonderdeel Zo zit het! bekijken de kinderen eerst het instructiefilm. Vervolgens geeft u
Je leest wat je kunt doen.
Hoe maak je een beschrijving van een voorwerp? • Je geeft het voorwerp een naam. • Je beschrijft hoe het eruitziet: bijvoorbeeld de kleur, de vorm of de maat. • Je beschrijft waarvan het is gemaakt: bijvoorbeeld van hout of van plastic. Graag aangeven welke • Je beschrijft watvan je een) ermee kunt doen. (linkerkolom
zelf een goed voorbeeld van de taaltaak. Hierna gaan de kinderen in het lesonderdeel Probeer het! de taaltaak begeleid inoefenen. Kinderen die daarna zelfstandig aan het werk kunnen doen dit. Kinderen die meer instructie
oPdracht 2 a Wat is de be
werkboekpagina hier
mag 1 102 worden. Probeergeplaatst het
nodig hebben krijgen verlengde instructie.
a Bekijk de advertentie voor de skelter. Streep door.
Vrije themavolgorde
• • • •
Staal biedt grammatica en spelling in één leerlijn aan. Deze leerlijn is lineair en moet dus in de vooraf
b Wat is de sl
De naam van het voorwerp staat erin. ja | nee Je leest hoe het eruitziet. ja | nee Je leest waarvan het gemaakt is. ja | nee Je leest wat je ermee kunt doen. ja | nee
b Is de beschrijving dus compleet? ja | nee
bepaalde volgorde worden gevolgd. Dat geldt niet voor de concentrisch opgebouwde leerlijn taal. Elk van de acht thema’s per leerjaar is één afgerond geheel. U kunt indien gewenst zelf de themavolgorde kiezen. Met deze vrije keuze kunt u goed inspelen op bijvoorbeeld projecten op school of in de klas.
46 Werkboek, groep 5
lnformatiebrochure Staal • 5
Staal info brochure_211212.indd 5
21-12-12 13:52
Structuur en organisatie – Taal Duidelijke vaste opbouw Het jaarprogramma van Staal Taal omvat 32 weken, opgedeeld in acht thema’s van vier weken. Elke week zijn er vier taallessen.
Opbouw van een thema Een thema beslaat vier lesweken. Elk thema heeft dezelfde vaste opbouw. De eerste twee weken leren de kinderen nieuwe stof die ze nodig hebben om het eindproduct in week 3 te maken. In die derde week passen ze de opgedane kennis toe. De eindopdracht is een publicatie of presentatie. Week vier is voor de toets, remediëren, herhalen en verrijken (r-h-v). week 1
week 2
week 4
toepassen in
remediëren,
eindproduct
toets
kennis opbouwen
week 3
herhalen, verrijken
Opbouw van een week Per week zijn er vier taallessen. De vijfde dag is een uitlooples. In de eerste twee weken van een thema komen, steeds in een vaste volgorde, de vier taaldomeinen aan bod: woordenschat, taal verkennen, spreken & luisteren en schrijven. Bronnen uit het echte leven die gebruikt worden in Staal
Ook week drie en vier van elk thema hebben steeds een vaste opbouw.
week 1
week 2
week 3
week 4
maandag
woordenschat
woordenschat
toepassen: schrijven
toets
dinsdag
taal verkennen
taal verkennen
reflectie op schrijven
woordenschat r-h-v
woensdag
spreken & luisteren
spreken & luisteren
leren presenteren
taal verkennen r-h-v
donderdag
schrijven
schrijven
presenteren
groepsles/samenwerkend leren
vrijdag
uitlooples
uitlooples
uitlooples
uitlooples
6 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 6
21-12-12 13:52
Opbouw van een les
Na de toets
Een taalles duurt 45 minuten. Elke les is op dezelfde
De toetsresultaten geven duidelijk aan welke
manier opgebouwd.
taalonderdelen een kind wel en niet goed beheerst. In week vier gaan de kinderen gericht remediëren,
5 minuten
10 minuten
30 minuten
introductie
herhalen of verrijken met woordenschat en taal
wat ga je doen?
verkennen. Handige taakbriefjes helpen bij het
wat leer je ervan?
plannen van de opdrachten per kind.
instructie met instructiefilm begeleid inoefenen
Combinatiegroepen
verlengde instructie of zelfstandig werken
Staal is geschikt voor combinatiegroepen. Elke les
reflectie
bevat een duidelijk afgebakend deel voor instructie en voor zelfstandig werken. Die momenten kunt u in een combinatiegroep tegenover elkaar zetten: groep 5
groep 6
Beoordeling en toets
instructie taal: 15 minuten
zelfstandig werken
Aan het eind van week drie presenteren
zelfstandig werken taal:
instructie taal: 15 minuten
of publiceren de kinderen hun eindproduct.
25 minuten
De handleiding bevat formulieren waarmee u
feedback op de les:
zelfstandig werken taal:
het resultaat van het eindproduct voor de
5 minuten
25 minuten
domeinen spreken & luisteren en schrijven kunt
zelfstandig werken
reflectie op de les:
beoordelen. De toets in week vier bevat een
5 minuten
onderdeel woordenschat en een onderdeel taal verkennen. De vraagstelling sluit aan bij Cito.
Combinatiegroep 7-8 Omdat het ontwikkelingsniveau van kinderen in groep 7 en 8 dicht bij elkaar ligt, kunt u ervoor kiezen om in beide groepen hetzelfde thema te behandelen. Bijvoorbeeld: in combinatiegroep 7-8 start u het eerste jaar met het materiaal voor groep 7. Het jaar daarop behandelt u het materiaal voor groep 8.
lnformatiebrochure Staal • 7
Staal info brochure_211212.indd 7
21-12-12 13:52
Differentiatie – Taal Vanzelfsprekend differentiëren Staal maakt gebruik van het IGDI-model: het Interactief Gedifferentieerd model voor Directe Instructie. Hiermee vindt differentiatie al tijdens de instructie plaats.
lGDl Het IGDI-model werkt als volgt. Na de instructie
Na de toets: opdrachten op drie niveaus Na de toets maken de kinderen voor de domeinen woordenschat en taal verkennen opdrachten op drie niveaus: drempelniveau basisniveau verrijkingsniveau
controleren de kinderen met de eerste opdracht in Probeer het! of ze de uitleg goed hebben begrepen.
Elk kind start op zijn eigen niveau en kan daarna
Zo ja, dan kunnen ze zelfstandig verder werken.
doorwerken op het volgende niveau. Zo wordt ieder
Kinderen die nog meer hulp nodig hebben geeft u
kind uitgedaagd om net dat stapje extra te zetten.
verlengde instructie. Aanwijzingen voor verlengde instructie staan in uw handleiding.
Tempodifferentiatie
Oefensoftware op maat Naast de woordenschatlessen uit het werkboek kan elk kind werken aan woordenschat op de computer.
Aan het eind van elke les kunnen de kinderen
De woordenschat-oefensoftware van Staal biedt drie
zelfstandig doorwerken aan extra lessen
trajecten. Een traject voor kinderen met een
woordenschat en taal verkennen. Deze pagina’s
beperkte woordenschat ( ), een traject met de
staan in het werkboek van de kinderen. De kinderen
themawoorden van de week voor alle kinderen ( )
kunnen ook in de weektaak of in de uitlooples aan
en een traject voor kinderen met een uitgebreide
deze lessen werken.
woordenschat ( ).
Plusbladen
Preteaching
Elk thema heeft plusbladen voor hoog taalvaardige
Kinderen met een beperkte woordenschat kunnen voor
kinderen. De kinderen krijgen niet méér van
aanvang van het thema een les preteaching volgen
hetzelfde, maar een uitdagende verrijking binnen de
met de oefensoftware. Ze leren hoogfrequente
context van het thema.
woorden die binnen de context van het thema worden aangeboden. Enkele belangrijke themawoorden worden alvast geoefend, zodat de kinderen optimaal deel kunnen nemen aan het thema. In totaal komen in dit programma 1200 woorden aan bod.
8 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 8
21-12-12 13:52
Themawoorden Alle kinderen oefenen met de themawoorden van de week. In les 1 en les 5 worden de nieuwe woorden aangeboden en gesemantiseerd. Voor het consolideren is het belangrijk dat de kinderen veel en gevarieerd oefenen. In totaal komen in dit programma 1280 woorden aan bod. Pluswoorden Voor kinderen met een uitgebreide woordenschat biedt Staal 1200 pluswoorden. Uiteraard passen ook deze woorden bij de thematische context.
Laag taalvaardige kinderen Eerst
, dan
Themawoorden
Hoog taalvaardige kinderen Eerst
, dan
Bronnen uit het echte leven die gebruikt worden in Staal
lnformatiebrochure Staal • 9
Staal info brochure_211212.indd 9
21-12-12 13:52
Materialen – Taal Een visuele methode Het bronnenboek van Staal is rijk aan levensecht
basismaterialen leerlijn taal
materiaal: volop teksten en beelden die kinderen
• handleiding
in het dagelijks leven tegen kunnen komen. Ook de
• werkboek A
digibordapplicatie is rijk gevuld met veel thema-,
• werkboek B
instructie- en woordenschatfilms. De woordenschat-
• bronnenboek
oefensoftware heeft een ruim aanbod van woorden
• toetsboek
voor alle kinderen. De heldere navigatie tussen
extra materialen leerlijn taal
de materialen geeft u en de kinderen structuur en
• antwoordenboek
houvast.
• pluskatern (voor hoog taalvaardige kinderen)
Handleiding
• digibordsoftware taal • oefensoftware woordenschat
Staal heeft een overzichtelijke, praktische handleiding. Elk thema heeft een handig uitneembaar katern. In de handleiding staan de
Werkboek
pagina’s uit het werkboek en bronnenboek afgebeeld.
Er zijn twee werkboeken per jaargroep. Elk werkboek
De handleiding laat in één oogopslag het lesverloop
bevat de lessen van vier thema’s. Een les bestaat
zien en de aanwijzingen bij de les. De aanwijzingen
uit twee naast elkaar liggende pagina’s. Dat is
zijn korte, actiegerichte teksten. Met Staal heeft u
overzichtelijk voor de kinderen.
maar een beperkte voorbereidingstijd nodig.
Bronnenboek
Antwoordenboek Er is één antwoordenboek per jaargroep. Dit is een
Er is één bronnenboek per jaargroep, met daarin
ingevuld werkboek, zodat de kinderen de opdrachten
acht thema’s. Het bronnenboek bevat de teksten
makkelijk zelf kunnen nakijken.
en beelden die de kinderen nodig hebben om de opdrachten te maken. De kinderen starten steeds
Toetsboek
in hun werkboek en worden vanuit het werkboek
Er is één toetsboek per jaargroep met daarin acht
naar het bronnenboek verwezen.
toetsen: één voor elk thema. In de toets worden de domeinen woordenschat en taal verkennen bevraagd.
10 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 10
21-12-12 13:52
6
5
STAAL
STAAL
TAAL
TAAL
BRONNENBOEK
BRONNENBOEK
ISBN 978 90 345 7120 5
ISBN 978 90 345 7121 2
539997
539998
Bronnenboek, groep 5
Bronnenboek, groep 6
539998_OM.indd 1
12-11-12 12:07
12-11-12 12:21
LES 1 WOORDENSCHAT
JUNGLE
MET JUNGLEREIZEN NAAR BORNEO
132
1335
Staal_BB_G6_thema_Jungle.indd 4-5
14-11-12 18:46
Bronnenboek, groep 6, les 1 LES 1 WOORDENSCHAT
JUNGLE
MET JUNGLEREIZEN NAAR BORNEO WAT GA JE DOEN?
OPDRACHT 1
Je zoekt de betekenis van woorden die met jungle te maken hebben.
Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde? Verbind.
WAT LEER JE ERVAN? Je leert de betekenis van woorden.
ZO ZIT HET! Hoe vind je de betekenis van een woord? • Je leest erover. Je kunt verder lezen. De betekenis staat in de volgende zin. Je kunt ook teruglezen. De betekenis staat in de vorige zin. • Je kijkt naar een plaatje. • Je vraagt het aan iemand die het weet. • Je zoekt het op in een woordenboek.
PROBEER HET
132|133
De brulaap maakte een oorverdovend lawaai. Het was zo ontzettend hard dat ik ervan schrok.
a Wat betekent oorverdovend? b Hoe heb je de betekenis gevonden? ● ● ● ● ●
Ik las terug. Ik las verder. Ik vroeg het aan iemand die het weet. Ik zocht het op in een woordenboek. Ik kende het woord al.
108
08-Staal_WB_groep6_thema_8.indd 108-109
Werkboek, groep 6, les 1
KIJK TERUG a Schrijf een woord van de week op waar je de betekenis
• spannend of bijzonder
3 Het opvangcentrum is een gebied waar orang-oetans vrij kunnen leven | worden verzorgd en geholpen. 4 De roep van de brulaap is oorverdovend. Je hoort hem als hij in de buurt is | al van ver.
het natuurreservaat •
het natuurgebied dat • beschermd wordt
OPDRACHT 4 a Vul in.
b Hoe heb je de betekenis
lokaal
•
• de ontdekkingstocht
het verblijf
•
• wat lang meegaat
duurzaam
•
• plaatselijk
spectaculair
•
de plek waar je woont, • meestal maar kort
132|133
de expeditie
•
132|133 OPDRACHT 2 a Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde? Verbind. verkennen
•
communiceren • observeren
•
• praten
132|133
Goed of fout? Lees de zinnen. Onderstreep het goede antwoord. Afgelegen gebieden zijn dichtbij | ver weg. Het leefgebied van de orang-oetan is de omgeving waarhet dier slaapt, eet en jongen krijgt | maar kort woont.
gevonden?
i
● Ik las erover. ● Ik keek naar een plaatje.
• de gids
ken je nog niet zo goed? In de volgende lessen leer je de betekenis van deze woorden beter kennen.
3 4 5
• duurzaam • de expeditie
● Ik zocht het op in een
c Welke woorden van de week
2
WOORDEN VAN DE WEEK • afgelegen • communiceren
● Ik vroeg het.
woordenboek.
1
• kijken
hetzelfde als de jungle?
132|133
iemand die de weg wijst hieronder ben je veilig voor insecten hierdoor verdwijnt er steeds meer regenwoud warme landen die een jungle hebben als iets nog door niemand is aangeraakt of veranderd is
• ontdekken
b Welke twee woorden van de week betekenen ongeveer
OPDRACHT 3
1 2 3 4 5
nu goed van kent.
• de houtkap • de jungle • de klamboe • het leefgebied • lokaal • het natuurreservaat • observeren
b Wat lees je onder de pijl?
• ongerept
OPDRACHT 5
• oorverdovend
Maak het woordweb af. Kies uit: de gids – de houtkap – oorverdovend – verkennen – de jungle.
• het regenwoud
• het opvangcentrum
de expeditie
• spectaculair • de tropen • het verblijf • verkennen
109
14-11-12 18:50
lnformatiebrochure Staal • 11
Staal info brochure_211212.indd 11
21-12-12 13:53
lCT – Taal Boeiend en gevarieerd Staal heeft verschillende digitale producten zoals digibordsoftware en oefensoftware. De digibordapplicatie helpt u bij het geven van goede en duidelijke instructie. Met de oefensoftware voor woordenschat kunnen de kinderen hun woordenschat gericht oefenen en uitbreiden.
Digibordsoftware taal De digibordsoftware volgt de instructiefasen zoals die ook in de gedrukte handleiding staan. Elke stap uit de les is helder uitgewerkt. U navigeert eenvoudig vanuit het lesmenu. De digibordsoftware is verrijkt met drie soorten filmmateriaal. Themafilms Elk thema start met een themafilm. Dit zijn pakkende films van enkele minuten die de kinderen direct in de sfeer van het thema brengen. De themawoorden komen op een natuurlijke manier voorbij. De themafilm activeert voorkennis en semantiseert de woorden van de woordenschat. Het te maken eindproduct in week drie wordt in de themafilm al aangekondigd. Instructiefilms Zo zit het! Elke taalles in Staal begint met het onderdeel Zo zit het! Daar hoort altijd een instructiefilm bij met bekende acteurs zoals Halina Reijn en Nasrdin Dchar. Binnen de context van het thema passen zij de taaltaak uit het lesonderdeel Zo zit het! toe. Hardop denkend doen ze de taaltaak voor in de film. Dit is het eerste moment van modeling. Animatiefilms woordenschat Met Staal breiden kinderen hun woordenschat in elk thema fors uit. Korte digibord-animatiefilms ondersteunen de kinderen bij het semantiseren van de nieuwe woorden. In deze films krijgen ze in beeld en geluid de goede omschrijving van elk woord. Ook krijgen ze het woord in een contextzin aangeboden. Zo leren ze de juiste betekenis en onthouden ze de woorden beter.
12 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 12
21-12-12 13:53
Oefensoftware woordenschat
Digitale toetsen
Naast de woordenschatlessen uit het werkboek kan
De digitale toetsen zijn hetzelfde als de toetsen op
elk kind oefenen op de computer op drie niveaus.
papier. Het voordeel is dat u de toetsen zelf niet
Er is preteaching voor laag taalvaardige kinderen,
hoeft na te kijken. De software doet het automatisch
themawoorden oefenen voor iedereen en er zijn
en geeft u de resultaten.
extra moeilijke woorden voor hoog taalvaardige kinderen. Alles binnen de context van het thema.
Gratis registratiesoftware Als u één digitaal Staal-product aanschaft heeft u gratis toegang tot de registratiesoftware. U vindt de registratiesoftware in de methodeportal van Staal. De registratiesoftware berekent eenvoudig een cijfer voor het rapport.
Zo zit het!-film bij een woordenschatles in groep 4
lnformatiebrochure Staal • 13
Staal info brochure_211212.indd 13
21-12-12 13:53
Voorbeeldpagina’s – Taal Handleiding Beperkte
Handleiding, groep 5
les 6 | taal verkennen
voorbereidingstijd
Lesdoel De kinderen: • leren verschillende rijmsoorten herkennen.
Opstaan, het is nacht!
De handleiding is
van t vo orbeelden rende Hang lijstjes me de klas ge du in op m rij so orten . sen les e nd me de ko
overzichtelijk en praktisch. In één oogopslag overziet u de hele les. De pagina’s uit het bronnenboek en het werkboek (met antwoorden) zijn afgebeeld. De instructiestappen in de les zijn kort en duidelijk beschreven. Dat zorgt voor een beperkte voorbereidingstijd. Ook handig voor invallers. Overzichtelijk In concrete stappen staan per lesonderdeel de aanwijzingen voor
INTRODUCTIE
LES 6 TAAL VERKENNEN
15
OPSTAAN, HET IS NACHT!
1 Wijs de kinderen op de afbeelding in
het werkboek. Geef als opdracht: Bedenk rijmwoorden waarmee je deze rij nog langer maakt. Laat kinderen beurtelings een rijmwoord noemen. 2 Lees samen ‘Wat ga je doen?’ en ‘Wat leer je ervan?’
De vleermuis Ffllrrtt, ffllrrtt, fladderende vleermuisvleugels, ffllrrtt. De vleermuis vangt vliegensvlug vluchtende vliegjes uit de lucht. Ffllrrtt, ffllrrtt.
spread bronnenboek
De vos Langs het randje van het bos, knaagt in de schemer een konijn. In de struikjes loert een vos. Zal het konijn ‘het haasje’ zijn?
INSTRUCTIE/BEGELEID OEFENEN 3 Bekijk samen het Zo zit het!-filmpje en
lees ‘Zo zit het!’ 4 Gebruik het bronnenboek om voor te
doen hoe je rijmwoorden vindt. Draag het gedicht ‘De vos’ voor. Denk hardop: Bij het zoeken naar wat rijmt, luister ik naar woorden. Ik let speciaal op klanken die hetzelfde klinken. Ik hoor ‘bos’ en ‘vos’. Dat rijmt. De klanken aan het eind van die woorden, ‘os’, zijn hetzelfde. Dat heet eindrijm. 5 De kinderen maken ‘Probeer het’. Bespreek de antwoorden. Gebruik ‘Zo zit het!’ als leidraad. Vertel dat je bij rijmwoorden zoekt naar dezelfde klanken. Je kunt ook zoeken naar woorden met dezelfde lettertekens aan het begin, in het midden of aan het eind. ZELFSTANDIG
De egel Het lawaai waarmee de egel eet, maakt dat je zo zijn schuilplaats weet. Scharrelen, ritselen, smullen, smakken, maar je kunt ’m niet snel pakken. Want bij gevaar gaat ’ie op een rol tot een scherpe stekelbol.
34
LES 6 TAAL VERKENNEN
OPSTAAN, HET IS NACHT! WAT GA JE DOEN? Je kijkt naar rijmwoorden.
25
De groep gaat zelfstandig aan het werk. Wijs op de schooltaalwoorden ‘minstens’ en ‘rijmwoorden’.
het geven van de les. De gele blokken verwijzen naar de instructieonderdelen.
WAT LEER JE ERVAN?
in het gedicht De vleermuis
Je leert dat er verschillende soorten rijm zijn.
●
in het gedicht De vos
●
in het gedicht De egel
ZO ZIT HET!
OPDRACHT 2
Wat voor soorten rijm zijn er? • Beginrijm: aan het begin van de woorden. De vrouw vraagt vriendelijk om een vrije dag. • Middenrijm: in het midden van de woorden. Het kleine meisje likt een ijsje. • Eindrijm: aan het einde van de woorden. Wil jij soms beweren, dat je dichten niet kunt leren?
bijvoorbeeld: vleermuis, fflllrrrt, fladderende vleugels, vliegensvlug, vluchtende, vliegjes
sterretje – maneschijn – stralen – staren – donker
b Zet een streep onder de woorden met middenrijm.
verwijzen naar
duister – droom – slapen – luister – huilen – huis
c Zet een streep onder de woorden met eindrijm.
momenten voor
hemel – wacht – zacht – duister – zwart – lacht – donker
zelfstandig werken momenten.
34|35 In welk gedicht zie je veel beginrijm? ●
PROBEER HET a Zet een streep onder de woorden met beginrijm.
De blauwe blokken
OPDRACHT 1
b
34 Lees het gedicht De vleermuis fluisterend aan jezelf voor. Schrijf minstens drie woorden met beginrijm op.
spread werkboek
c
OPDRACHT 3
35 Lees het gedicht De ransuil fluisterend aan jezelf voor. Schrijf minstens drie woorden met middenrijm op.
bijvoorbeeld: verschuilt, struik, eropuit, buit, muis, kruipt OPDRACHT 4
34 Lees het gedicht De egel fluisterend aan jezelf voor.
a Welke woorden rijmen op elkaar? eet – rol –
weet stekelbol
smakken – pakken
b Hoe noem je dit soort rijm? eindrijm
minstens of kan. geven, maa
50
14
14 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 14
OPDRACHT a
21-12-12 13:53
Extra informatie
derende
staat belangrijke informatie, zoals de lesdoelen, de didactiek en de benodigde materialen.
NACHT
Kinderen die opdrachten niet zelfstandig kunnen maken, helpt u aan de instructietafel. Maak opdracht 1 en 2 samen.
De ransuil De ransuil heeft pluimpjes op zijn kop. Overdag verschuilt hij zich in een boom of struik. ’s Nachts gaat hij eropuit, op zoek naar een buit. Bijvoorbeeld een muis die uit zijn holletje kruipt.
Eén soort vind ik een last. Dat is die akelige mot. Haar rupsjes aten in mijn kast, mijn lievelingstrui kapot.
De spitsmuis Hoor je ’s avonds wat ritselen, tegelijk met een zacht gepiep? Dat zal de spitsmuis zijn, de enige muis die écht piept! De spitsmuis speurt in het donker, een maaltje insecten bij elkaar.
35
NACHT
begin rijmen op spitsmuis. spartelt – speelt – spreekt – springt – sprint – spuugt
Welke woorden uit deze les vond je het leukst? Schrijf er telkens twee op.
Verlengde instructie Staal differentieert ook in instructie. De verlengde instructie is in de handleiding opgenomen.
05
1 Sluit aan bij ‘Kijk terug’.
a woorden met beginrijm
Maak lijstjes van leukste woorden met beginrijm, middenrijm en eindrijm. 2 Vraag kinderen om hun favoriete gedicht uit het bronnenboek uit het hoofd te leren. Merk op dat je bij het onthouden steun hebt aan de rijmwoorden. Laat kinderen hun favoriete gedicht voordragen.
rijmen op vos.
b woorden met middenrijm
c Lees het stukje over de nachtvlinder. Welke twee klanken hoor je het vaakst? Zet er een streep onder. uu – oo – aa – a – o – u
tips geplaatst
Opdracht 2 Lees samen met de kinderen de opdracht. Draag het gedicht zachtjes voor en overdrijf de uitspraak van de beginklanken. Daarna lezen de kinderen het gedicht zelf zachtjes. Hebben ze aandacht voor het beginrijm? REFLECTIE
KIJK TERUG
b Bedenk minstens drie woorden die aan het einde
bijvoorbeeld: bos, mos, klos, los, gros, tros, ros, verlos, os
Ook worden er handige
Opdracht 1 Laat één kind het gedicht ‘De vleermuis’ lezen. Lees met alle kinderen de eerste zin. Stel vragen: In welke woorden zie je dezelfde letters aan het begin? (fl aan het begin van ‘fladderende’ en in ‘ffllrrtt’ met een extra letter ‘f’ en ‘l’) Welk woord in die zin hoort er ook een beetje bij als je alleen maar luistert? (vleermuisvleugels). Vertel dat ‘fl’ en ‘vl’ bijna hetzelfde klinken. Ook dan is het beginrijm.
DE Nachtvlinder
34|35 OPDRACHT 5 a Zet een streep onder drie woorden die aan het
10
VERLENGDE INSTRUCTIE
k
an jezelf ginrijm op.
Boven aan de pagina
Materiaal • bronnenboek bladzijde 34 en 35 • werkboek bladzijde 50 en 51 • antwoordenboek bladzijde 50 en 51 • digibordsoftware les 6
Didactiek • Besteed aandacht aan het voordragen van de gedichten. • Leg extra accent op het genieten van poëzie. • Stimuleer de gevoeligheid voor klanken in rijmwoorden. • Leg de verschillende soorten rijm uit.
c woorden met eindrijm
jezelf voor.
GA VERDER Wat ga je doen?
zelf voor.
●
woordenschat oefenen op bladzijde 68 en 69
●
woordenschat oefenen op de computer
●
spelen met taal op bladzijde 71
kken
minstens – Op z’n minst. Zo weinig als mag of kan. Je moet minstens drie antwoorden geven, maar meer mag ook.
de rijmwoorden – Woorden die op elkaar rijmen, omdat er dezelfde klanken in zitten. W Wens –mens en muis–duim zijn rijmwoorden.
Staal • Handleiding taal • groep 5 • © Malmberg ‘s-Hertogenbosch
51
15
lnformatiebrochure Staal • 15
Staal info brochure_211212.indd 15
21-12-12 13:53
Voorbeeldpagina’s – Taal Werkboek Zo zit het!
Werkboek, groep 5, les spreken en luisteren LES 7 SPREKEN EN LUISTEREN
Het is belangrijk dat
SLAAPZAND EN DROMENLAND
kinderen weten wat ze leren. Daarom staat bij
WAT GA JE DOEN?
iedere les duidelijk de taaltaak beschreven bij
Je praat over slapen en dromen en je denkt erover na.
het lesonderdeel Zo zit
WAT LEER JE ERVAN?
het! tijdens de instructie instructie met een kort
OP
Hoe voer je een denkgesprek? • Je denkt eerst zelf na. • Je vertelt wat je van iets vindt: je geeft je mening en zegt waarom je dat vindt. • Je luistert goed naar wat de ander zegt. En je reageert daarop.
filmpje op het digibord. Probeer het
• • •
OP a
PROBEER HET
36 1 Kijk naar de schaduw van de handen.
Bij dit onderdeel gaan de kinderen begeleid
a Wat is echt? De handen of de schaduw?
inoefenen. De kinderen kunnen nagaan of ze de instructie goed hebben
b Vertel aan je maatje wat je denkt. Praat er samen over.
b Vertel aan je maatje wat je denkt.
c Denkt je maatje hetzelfde? ja | nee
c Heb je goed nagedacht voordat je wat zei?
OPDRACHT 2
ja | nee Luisterde je goed naar wat de ander zei? ja | nee
begrepen. Zo ja, dan kunnen ze zelfstandig verder werken. Kinderen hebben, krijgen
b
ZO ZIT HET!
en ondersteunt de
36 2 Mensen slapen niet allemaal evenveel. Praat samen over de volgende vragen: • Waarom slaapt een baby wel twee keer zo veel als een groter kind? • Waarom heeft een bejaarde minder slaap nodig? • Hoeveel slaap heb jij nodig?
52
verlengde instructie. Aanwijzingen hiervoor staan in de handleiding.
16 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 16
OP a
Denk erover. Schrijf je gedachten in steekwoorden op.
Je leert hoe je een denkgesprek voert.
het! U bespreekt Zo zit
die meer hulp nodig
36 2 OPDRACHT 1 a Waarom moeten mensen eigenlijk slapen?
21-12-12 13:53
b
Duidelijke verwijzingen NACHT
Het werkboek is functioneel en duidelijk.
OPDRACHT 3 a Praat samen over deze vragen: • Waarom vinden sommige mensen het moeilijk om vroeg op te staan? • Waarom vinden andere mensen het moeilijk om ’s avonds wakker te blijven?
b Vertel aan je maatje wat je denkt. Luister naar wat je maatje ervan vindt.
OPDRACHT 4
37 4 De bakker werkt vaak ’s nachts. Praat samen over de volgende vragen: • In welke beroepen werk je veel ’s nachts? • Waarom werken mensen ’s nachts? Het is toch veel handiger om te werken als het licht is? • Lijkt het je leuk om ’s nachts te werken? Waarom? 37 5 OPDRACHT 5 a Het jongetje heeft een nachtmerrie. Bedenk samen wat je tegen hem zou willen zeggen. Schrijf het op.
De opdrachten zijn
KIJK TERUG a Hoe ging het denkgesprek?
helder en eenduidig.
Mijn maatje dacht eerst goed na.
De kinderen doorzien
Mijn maatje vertelde wat hij of zij van iets vond.
wat ze moeten doen.
Mijn maatje luisterde goed naar mij.
Met heldere navigatie
Mijn maatje stelde vragen aan mij.
verwijst het werkboek
b Is er iets wat jullie de volgende keer beter kunnen doen? Zo ja, wat?
naar de teksten en beelden in het bronnenboek. Eerst staat het thema-icoon vermeld, vervolgens
GA VERDER
de pagina en daarna in
Wat ga je doen? woordenschat oefenen op bladzijde 68 en 69
het rood het nummer
woordenschat oefenen op de computer
van de bron.
spelen met taal op bladzijde 71
Reflectie Een korte reflectie aan b Hebben alleen kinderen nachtmerries, denk je?
het eind van elke les
Waar zouden grote mensen over dromen? Praat erover.
zorgt ervoor dat het 53
geleerde beter beklijft. Klaar? Zijn de kinderen klaar met de opdrachten, dan kunnen ze zelfstandig verder oefenen in het werkboek met extra opdrachten voor woordenschat en taal verkennen, of op de computer met de woordenschat-software.
lnformatiebrochure Staal • 17
Staal info brochure_211212.indd 17
21-12-12 13:53
Voorbeeldpagina’s – Taal Bronnenboek Functioneel
Bronnenboek, groep 4, woordenschatles LES 1 WOORDENSCHAT
Het bronnenboek is
IK? IK VERZAMEL WOORDEN!
het hart van Staal. De kinderen gaan actief aan de slag met de teksten en de beelden. Het bronnenboek slaat een brug van het onderwijs naar het leven van alledag.
1
erzamelaar v : g n o J e d Jelle nen van zwerfste het verzamelen en
2 Doe mee!
ng (68) is ngrijke n Jelle de Jo eft een omva De hobby va ne te n. Hij he fs er enen st zw n 00 va bestuderen t meer dan 15 uwd: hij heef bo ge op ie ct colle ht veel dus. verzameld. Ec
gon als een Jelle: ‘Het be n Op het erf va . rij be eb fh lie ik woonde, ar wa rij de de boer ind atig nieuw gr werd regelm mijn op ik lag n gestrooid. Da te steentjes uit knieën mooie l zeggen we nt ku Je . zoeken ssie heb voor dat ik een pa Ik kan er erg zwerfstenen. er worden!’ ov st sia ou enth
Geen fantasieverhalen, maar teksten en beelden die kinderen thuis en op straat kunnen tegenkomen. Realistisch en
juni kan Op zondag 20 ons stenen et m n ee er ied langs de rivier gaan zoeken ijgt een loep kr de Waal. Je art mee. Met en een zoekka elk detail je n ku ep de lo studeren. be n ne ste van de kun je elk t ar ka Met de zoek n. steen) ordene lke (e t jec ob we een n lle zu p oo Na afl enstellen. Op expositie sam lling mag je te die tentoons nen uit je ste e ist oo m de n. zie en lat ie ct colle
j luk gehad. Hi Jelle heeft ge st nd vo e er nd melaar in heeft een bijzo en, als trotse verza zeldzame ste Jelle de Jong stalt. gedaan: een zijn stenen uit hij ar wa te worden. Het n de ruim ko en nd rland gevo en heeft t die in Nede kstuk. De ste and dacht da een echt pron ie, waarvan niem naam ct lle de co et n m nen steen uit zij t groepje ste is de mooiste gelegd, bij he rie go te ca te hij in een apar '. 'pronkstukken
functioneel.
24 539998-BB_Gr6_Th2_Pronkstukken_proef2.indd 24-25
18 • lnformatiebrochure Staal lnformatiebrochure Argus Clou Geschiedenis
Staal info brochure_211212.indd 18
21-12-12 13:53
Duidelijke navigatie PRONKSTUKKEN
Iedere bron heeft een duidelijk nummer. Vanuit het werkboek worden kinderen op een heldere manier verwezen naar de juiste bron.
3 Vroeger verzamelden kinderen suikerzakjes of postzegels. Moderne verzamelingen beginnen vaak in de supermarkt. Veel kinderen zijn dol op de actiefiguurtjes of plaatjes die ze bij de boodschappen krijgen. Als de kinderen hun verzameling compleet hebben, kunnen ze bijvoorbeeld hun eigen dierenboek of voetbalboek samenstellen. Zo'n rage duurt niet lang, want de plaatjes zijn maar een tijdje gewild. 25 27-11-12 11:05
lnformatiebrochure Argus Clou Geschiedenis lnformatiebrochure Staal • 19
Staal info brochure_211212.indd 19
21-12-12 13:53
Voorbeeldpagina’s – Taal Toetsboek Woordenschat en
Toetsboek, groep 5
taal verkennen
WOORDENSCHAT
Elk thema heeft
OPDRACHT 1
OPDRACHT 5
een toets waarin
Wat is een ander woord voor de directeur?
Maak de zin af. Op het informatiebord…
de domeinen woordenschat en taal verkennen worden bevraagd.
a b c d
het bedrijf de baas de oprichting de vriend
OPDRACHT 2 Wat is een ander woord voor het jong van een beer?
geven aan welke
a b c d
onderdelen het kind
OPDRACHT 3
wel of niet goed
Wat is het koraal?
beheerst. Zo kunnen
a De kleurige rotsen op de zeebodem. b De plantjes op de zeebodem die veranderen in steen c De zeediertjes die dicht bij elkaar op de zeebodem leven. d De rode, witte of roze planten op de zeebodem.
De toetsresultaten
kinderen gericht remediëren, herhalen en verrijken.
het veulen de berin de bok de welp
DIERENTUIN
a b c d
schrijft de juf het dictee en de sommen. kun je meer zien of lezen over een onderwerp. zie je of je linksaf de straat in mag. rijdt een speelgoedtrein door een tunnel.
OPDRACHT 6 Maak de zin af. Een diersoort kan uitsterven, als… a b c d
er nog duizenden van leven. ze volop in het wild voorkomen. er nog maar weinig dieren van de soort zijn. ze niet meer op de aarde voorkomen.
OPDRACHT 7 Je hebt een abonnement op de dierentuin. Wat betekent dit? a b c d
Dat je de dieren mag aaien en voeren. Dat je elke keer betaalt als je naar binnen wilt. Dat je dan alleen op zondag mag komen. Dat je vooraf voor meerdere keren betaald hebt.
OPDRACHT 4
OPDRACHT 8
Wat is het territorium?
Waar gaat het bij een geldig kaartje vooral om?
a b c d
a b c d
Het leefgebied van een dier. Het is er de baas. De plek waar een dierentransport naartoe gaat. Een plek waar zieke dieren worden opgevangen. Een gebied waar de dieren niet uit mogen.
Dat je het nog kunt gebruiken. Dat de controlestrook eraf is. Dat het geld heeft gekost. Dat het niet meer bruikbaar is.
10 01-Staal_TB_Taal_groep_5.indd 10-11
20 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 20
21-12-12 13:53
t.
Op de achterzijde van WOORDENSCHAT
de toets staan de
DIERENTUIN
OPDRACHT 9
OPDRACHT 13
vragen die betrekking
Wat is het tegengestelde van mijn favoriete boek?
Welk woord hoort er niet bij?
hebben op het domein
a b c d
a b c d
mijn mooiste boek mijn geweldige boek mijn prachtige boek mijn stomste boek
Welk woord hoort er niet bij?
Wat past het beste bij de woorden de bedreigde dieren?
a b c d
de geluksvogel gevaarlijk bijna uitsterven het reptiel
Welk woord hoort er niet bij? a b c d
Wat past het beste bij het woord het entreekaartje? de ingang de toiletten de uitgang het informatiebord
OPDRACHT 12 Wat is geen zoogdier? a b c d
eenvoudig saai gewoon indrukwekkend
OPDRACHT 15
OPDRACHT 11
a b c d
taal verkennen.
OPDRACHT 14
OPDRACHT 10
a b c d
ijskoud tropisch Eskimo’s de sneeuw
baren het reptiel melk bij de moeder de levende jongen
TAAL VERKENNEN
DIERENTUIN
OPDRACHT 1
OPDRACHT 2
Bekijk de bron.
Maak de zin af. Op een goed informatiebordje in een dierentuin…
het paard de krokodil de poes de leeuw
VLEERMUISVIS
platax orbicularis FLEDERMAUSFISCH BATFISH PLATAX ORBICULAIRE
a b c d
staan geen plaatjes van het dier. staat informatie die iedereen al weet. staan interessante weetjes over het dier. staat niet de naam van het dier.
OPDRACHT 3 Wat is waar?
Is dit een goed informatiebord? a b c d
Ja, want er staat veel informatie op. Ja, want er staat een plaatje op. Nee, want je leert hier bijna niets van. Nee, want er staan te veel weetjes op.
a b c d
Dierentaal? Dat bestaat niet! Natuurlijk hebben de dieren een taal! 11 Dieren praten; net als mensen. Dieren hoeven niets te vertellen. 16-11-12 09:19
OPDRACHT 4
Wat gebruikt een dier niet? a b c d
geluiden geuren woorden lichaamstaal
12
lnformatiebrochure Staal • 21
Staal info brochure_211212.indd 21
21-12-12 13:54
Voorbeeldpagina’s – Taal Werkboek: remediëren, herhalen, verrijken Op drie niveaus
Werkboek, groep 5, les remediëren, herhalen, verrijken LES 13 WOORDENSCHAT
Na de toets gaan de
NA DE TOETS
kinderen remediëren, herhalen en verrijken
OPDRACHT 1
voor de domeinen taal
Welk woord is goed? Zet er een rondje om.
verkennen en
Om de dierentuin in te komen heb je een
woordenschat. Er zijn
entreekaartje | informatiebord nodig.
OPDRACHT 4 a Welk woord van de week
OP
past hierbij?
De directeur is de baas | de geluksvogel van de
oefeningen op drie
dierentuin.
niveaus.
b Wanneer is dat nodig? Er zijn meer antwoorden
Bij de leeuwen is een welpje | kalfje geboren, lief hè?
OPDRACHT 2
68 1 In welke zin lees je de betekenis van bedreigde dieren?
Elk kind start op zijn eigen niveau en kan daarna doorwerken op het volgende
Daarom is het heel speciaal dat de ijsbeer nu twee jongen heeft gebaard.
Als je met je kat naar de dierenarts gaat.
Wat betekent hetzelfde? Trek een lijn.
net dat stapje extra te
baren
zetten.
tropisch
Als de trekvogels weer naar het zuiden vliegen.
OPDRACHT 5 Welk woord past niet in het rijtje? Zet er een streep onder.
•
• het toegangsbewijs
de geluksvogel – het reptiel – de welp – het zoogdier.
•
• meest geliefd
bedreigde dieren – geldig – de ijsbeer – uitsterven.
het entreekaartje •
• het jong van een leeuw
het abonnement – het controlestrookje –
de welp
•
• warm en vochtig
de directeur – het entreekaartje.
favoriet
•
• een jong krijgen
128
Staal_WB_groep5_thema_4_DIERENTUIN.indd 128-129
22 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 22
1
Als het circus weer vertrekt. Als je konijn uit zijn hok in de tuin mag.
OPDRACHT 3
kind uitgedaagd om
Als er dieren naar een andere dierentuin moeten verhuizen.
Als er niets gedaan wordt, sterven ze misschien uit.
Voor vijanden hoeven ze niet bang te zijn.
niveau. Zo wordt ieder
goed.
Vu 1 2 3 4 5 6 7 8
21-12-12 13:54
b
n
eten
en.
p
Er zijn uitdagende DIERENTUIN
opdrachten voor hoog taalvaardige kinderen.
OPDRACHT 6
OPDRACHT 7
Vul in. 1 Hiermee mag je de hele dag naar binnen. 2 Hiermee mag je het hele jaar naar binnen. 3 De baas. 4 Het leefgebied van een dier. 5 De jongen van beren, wolven en leeuwen. 6 Dier dat zijn jongen bij zich laat drinken. 7 Dier dat eieren uitbroedt. 8 Dit is je kaartje als je ervoor betaald hebt. i
Welke dierennamen ken jij?
1 2 3
a Schrijf het alfabet onder elkaar op een blaadje. b Bedenk bij elke letter van het alfabet een dier dat met die letter begint. De x en de q mag je overslaan. En voor de y neem je de ij.
OPDRACHT 8 Een geluksvogel is geen echte vogel. Er zijn meer van dat soort woorden. Wat is de betekenis? Trek een lijn. ogen die scherp kunnen zien
apekool
•
•
koeienletter
•
• vies regenweer
4 5 6
berenomhelzing •
• grote letter
7 8
arendsogen
•
• onaardig meisje
hondenweer
•
• kleine problemen
kattenkop
•
• onzin
muizenissen
•
• dikke knuffel
gdier.
en.
b Wat lees je onder de pijl?
129
16-11-12 09:26
lnformatiebrochure Staal • 23
Staal info brochure_211212.indd 23
21-12-12 13:54
lnhoud en didactiek – Spelling Preventief en instructiegericht Spellingresultaten moeten op veel scholen beter. Daarom gebruikt Staal de spellingmethodiek Zo leer je kinderen lezen en spellen van José Schraven. Deze unieke, preventieve spellingaanpak heeft zich in de praktijk ruimschoots bewezen. Door veel voor te doen en alles elke dag te herhalen wordt uitval zoveel mogelijk voorkomen. Bovendien combineert Staal spelling en grammatica in één methode. Zowel spelling als grammatica komen in de dictees en toetsen aan bod. Op deze manier maakt Staal kinderen sterk in spelling.
Spelling en grammatica gecombineerd Staal is de eerste methode die spelling en grammatica samen aanbiedt. Eigenlijk is dat heel logisch. Kennis van woordsoorten en zinsdelen is handig om woorden goed te kunnen schrijven. Grammatica is niet alleen een vast onderdeel van de toets, maar komt ook bij de nabespreking van het dagelijks dictee aan bod.
Modeling Het goed voordoen (modeling) is belangrijk binnen Staal. Goede instructie voorkomt fouten. De spellinglessen bestaan voor het grootste deel uit directe instructie. Hierin speelt u als leerkracht een belangrijke rol. Bij het uitvoeren van uw instructie geven de handleiding en de voorbeeldfilms per
Staal Spelling bestaat uit drie onderdelen: • spelling (van onveranderlijke woorden)
categorie duidelijke aanwijzingen.
• werkwoordspelling
Elke dag herhalen
• grammatica
Spelling vereist naast een goede instructie veel herhaling om het in de vingers te krijgen. Daarom
Spellingcategorieën
begint elke spellingles met het kort opfrissen van álle eerder geleerde spellingcategorieën en
Van groep 4 tot en met 8 biedt Staal in totaal
grammatica-onderdelen. Door het vele herhalen blijft
34 spellingcategorieën aan voor onveranderlijke
de kennis actueel.
woorden. De kinderen leren één nieuwe categorie per week. Daarnaast worden de oude categorieën herhaald. Werkwoordspelling komt in Staal heel vroeg aan bod. Al in groep 4 wordt de woordsoort werkwoord aangeboden. Vanaf groep 6 start Staal echt met werkwoordspelling en vervoeging met het werkwoordschema. Elke derde les in de week is een specifieke grammaticales.
24 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 24
21-12-12 13:54
Differentiëren
Relatie tussen spelling en taal
Differentiëren gebeurt in het werkboek. Er zijn
De leerlijn taal van Staal is concentrisch opgebouwd,
opdrachten op drie verschillende niveaus. Maar
waardoor u zelf de volgorde van de thema’s kunt
juist omdat de spellingles vooral uit instructie
bepalen. Dat is bij de leerlijn spelling niet het geval.
bestaat, heeft u een uitgelezen kans om actief te
U volgt het jaarprogramma van begin tot eind in
differentiëren. Door de kinderen te observeren kunt
de aangegeven volgorde. Toch hebben de twee
u accenten leggen per kind. De handleiding en de
leerlijnen een samenhang. De gangbare woorden
voorbeeldfilms geven duidelijk aan hoe u actief kunt
uit de taalthema’s worden in de spellinglessen
differentiëren.
en dictees aangeboden. Daarnaast wordt in de schrijflessen van Staal taal aandacht aan spelling besteed. Er is binnen de methode dus een transfer van spelling naar taal en omgekeerd.
au-plaat
AUGUSTUS
Op de AU-plaat staan de woorden met AU. Bij de AU-plaat hoort een rap, zodat de kinderen de woorden eenvoudig kunnen onthouden.
lnformatiebrochure Staal • 25
Staal info brochure_211212.indd 25
21-12-12 13:54
Structuur en organisatie – Spelling Een methode met houvast Staal spelling is overzichtelijk. Het jaarprogramma is compact en de opbouw van elke les is hetzelfde, het hele jaar door. Dit geeft rust, houvast en structuur. Pictogrammen bij de spellingcategorieën
Compact jaarprogramma
Opbouw van een blok
Het jaarprogramma is met 32 weken compact. Het is
Eén blok duurt vier weken en heeft altijd dezelfde
opgedeeld in acht blokken van vier weken. Elke week
opbouw. In week 1, 2 en 3 wordt nieuwe leerstof
zijn er vier spellinglessen. De vijfde dag is optioneel.
aangeboden en eerder geleerde stof herhaald.
U kunt deze dag gebruiken als uitlooples, maar Staal
In week 3 neemt u ook de toets af. Week 4 is voor
biedt ook stof voor een volwaardige vijfde les aan.
herhaling.
Ook is er stof voor twee extra blokken (8 weken) voor het geval u een lang schooljaar heeft of door wilt
Opbouw van een week
oefenen met spelling. Staal Spelling is een lineaire
Per week zijn er vier lessen: drie spellinglessen
methode die van begin tot eind in de juiste volgorde
en één les grammatica, telkens als derde les.
moet worden uitgevoerd.
De weekopbouw van een blok ziet er als volgt uit:
maandag
dinsdag
week 1
week 2
week 3
week 4
• instructieles
• instructieles
• instructieles
herhaling
• nieuwe categorie
• nieuwe categorie
• nieuwe categorie
categorie week 1
instructieles
instructieles
instructieles
herhaling categorie week 2
woensdag
grammatica
grammatica
grammatica
herhaling grammatica
donderdag
instructieles
instructieles
toets
herhaling categorie week 3
vrijdag
uitlooples voor herhaling
uitlooples voor herhaling
uitlooples voor herhaling
uitlooples voor herhaling
26 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 26
21-12-12 13:54
10 minuten
les spelling
les grammatica
• opfrissen: alle oude categorieën
• opfrissen: eerder aangeboden woordsoorten,
• instructie: nieuwe spellingcategorie
zinsdelen en leestekens • instructie: nieuw grammatica-onderdeel
10 minuten
• oefendictee: dictee van zes woorden
• oefendictee: dictee van zes woorden
(met lidwoord) en één zin
5 minuten
(met lidwoord) en één zin
• nabespreking oefendictee: klassikaal, ook worden
• nabespreking oefendictee: klassikaal, ook worden
woordsoorten, zinsdelen en leestekens benoemd
woordsoorten, zinsdelen en leestekens benoemd
• zelfstandig werken
• zelfstandig werken
Opbouw van een les
Na de toets
Een spellingles duurt 25 minuten. Elke les, dus
De week na de toets (week 4) is bedoeld voor
ook de les grammatica op woensdag, is op
herhaling:
dezelfde manier opgebouwd: opfrissen, instructie,
• Maandag: herhaling van de categorie van week 1
oefendictee, nabespreking en zelfstandig werken.
• Dinsdag: herhaling van de categorie van week 2 • Woensdag: herhaling van de grammatica van de
Toets
afgelopen drie weken
Aan het eind van de derde week vindt de toets
• Donderdag: herhaling van de categorie van week 3
plaats. Dit is een dictee waarin ook onderdelen van
• Vrijdag: uitlooples voor herhaling of volwaardige
werkwoordspelling en grammatica worden getoetst. De toets bestaat uit twintig woorden en twee zinnen
vijfde les.
plus een grammatica-onderdeel. Alles wat aan bod
Combinatiegroepen
is geweest wordt getoetst. U vindt de toetsen als
De lessen van Staal spelling bestaan voor het
kopieerblad in de handleiding.
grootste deel uit instructie, oefendictee en nabespreking. Dit kunt u niet voor twee jaargroepen tegelijk doen, omdat de stof voor elke jaargroep anders is. Toch kunt u de methode in een combinatiegroep uitvoeren. U geeft de ene groep spelling en u laat de andere groep zelfstandig werken, bijvoorbeeld aan de weektaak van een ander vak.
Pictogrammen bij de spellingcategorieën
lnformatiebrochure Staal • 27
Staal info brochure_211212.indd 27
21-12-12 13:54
Differentiatie – Spelling Leren en oefenen op je eigen niveau De spellingaanpak van Staal kenmerkt zich door instructie en interactie met de kinderen tijdens de instructie. Door de interactie vindt al differentiatie plaats. Daarnaast zijn er opdrachten op drie niveaus in het werkboek en in de oefensoftware spelling.
Oefensoftware spelling Ook de oefensoftware heeft opdrachten op drie niveaus. Het programma zet automatisch de oefeningen op het juiste niveau voor het kind klaar.
Steropdrachten In het werkboek staan opdrachten op drie niveaus die tijdens het onderdeel zelfstandig werken in de les worden gemaakt: Alleen de nieuwe categorie oefenen (isoleren). De nieuwe én oude categorieën oefenen (generaliseren). Open vragen over de nieuwe categorie en oude categorieën oefenen.
lnteractie Van de 25 minuten die een spellingles duurt,
Een voorbeeld van een hakkaart. In het Staalboek
zijn 20 minuten bestemd voor instructie door de
staan de hakkaarten en alle hulpmiddelen die de
leerkracht, inclusief dictee en nabespreking. Door
kinderen tijdens de les kunnen gebruiken.
de kinderen goed te observeren, weet u snel wie wat extra hulp kan gebruiken. Zo kunt u tijdens het opfrissen van eerder geleerde categorieën de kinderen die bepaalde categorieën nog niet goed beheersen extra begeleiden. Daar kunt u ook visuele hulpmiddelen bij gebruiken, zoals hakkaarten. Bovendien vermelden we in de handleiding wat sterke spellers eventueel over kunnen slaan. Zo legt u accenten bij elk kind.
28 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 28
21-12-12 13:54
Materialen – Spelling Basismaterialen en extra materialen De leerlijn spelling bestaat uit basismaterialen
Staalboek
en extra materialen. De basismaterialen heeft u
Het Staalboek bevat handige hulpmiddelen voor
minimaal nodig bij de uitvoering van het programma.
de kinderen: de categoriekaart (overzicht met alle categorieën), de klankgroepenkaart (hulpmiddel bij
basismaterialen leerlijn spelling
het spellen van de open en gesloten lettergrepen)
• handleiding
en overzichten met alle woordsoorten, zinsdelen en
• werkboek a
leestekens. Het staalboek van groep 4 bevat ook
• werkboek b
nog de hakkaarten. In het staalboek van groep 6,
• staalboek
7 en 8 is een werkwoordschema opgenomen.
• posterset • letterkaarten (groep 4) extra materialen leerlijn spelling • antwoordenboek • digibordsoftware spelling • oefensoftware spelling
Handleiding Ook spelling heeft een overzichtelijke, complete handleiding. Elk blok heeft een handig uitneembaar katern. In de handleiding staat de instructie centraal. Daarnaast staan de pagina’s uit het werkboek afgebeeld. De handleiding laat in één oogopslag het lesverloop zien en de aanwijzingen bij de les.
Werkboek
ISBN 978 90 345 7155 7
Er zijn twee werkboeken per jaargroep. De grammaticalessen zijn duidelijk in kleur te
540041
onderscheiden van de spellinglessen. In de werkboeken zijn er oefeningen op drie niveaus. Werkboek, groep 6
lnformatiebrochure Staal • 29
Staal info brochure_211212.indd 29
21-12-12 13:54
Posterset Om de spellinglessen visueel te ondersteunen, zijn er bij Staal posters ontwikkeld. Elke set posters bevat een categoriekaart en een klankgroepenkaart. In de set voor groep 4 en 5 vindt u ook nog een ei-plaat en een au-plaat. In de posterset voor groep 6 t/m 8 is een werkwoordschema opgenomen. groep
aantal posters per set
groep 4
4 posters
groep 5
4 posters
groep 6
3 posters
groep 7/8
3 posters
Letterkaarten In groep 4 wordt het aanleren van de klanken (korte klank, lange klank, tweetekenklank, medeklinker) visueel ondersteund met letterkaarten. Met leuke flitsoefeningen leren de kinderen snel welke klank bij een letter hoort. De kaarten zitten in één doosje en zijn bedoeld voor de leerkracht.
Antwoordenboek Er is één antwoordenboek per jaargroep. Dit is een ingevuld werkboek, zodat de kinderen de opdrachten makkelijk zelf kunnen nakijken.
30 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 30
21-12-12 13:54
lCT – Spelling Visuele en auditieve ondersteuning Staal heeft diverse digitale middelen voor leerkracht en kind. De digibordapplicatie helpt u bij het geven van goede en duidelijke instructie. Met de oefensoftware kunnen de kinderen extra en gericht oefenen.
Digibordsoftware spelling In deze software is het lesproces van de leerkracht het uitgangspunt. Alles wat u doet tijdens de instructie wordt door deze software ondersteund. U navigeert zeer eenvoudig vanuit het lesmenu. De software bevat spellinganimaties per categorie. De animatie introduceert de spellingregel bij de betreffende categorie. Daarnaast bevat de software uiteraard de opdrachten uit het werkboek en enkele ondersteunende modellen. De software biedt ook korte instructiefilms voor de leerkracht per categorie. Hierin wordt voorgedaan hoe u een spellingregel goed aanleert. Dit zorgt ervoor dat elke leerkracht de regel op dezelfde manier aan de kinderen leert. Uniformiteit bij het aanbieden van regels is een belangrijk uitgangspunt van deze spellingaanpak.
Oefensoftware spelling In het oefenprogramma spelling doorlopen alle kinderen hun eigen leerroute. Het programma zet automatisch oefeningen klaar op het niveau van het kind. Na de oefeningen mag een kind een kort spelletje doen als beloning. Dit om het oefenen aantrekkelijk te houden.
De categoriekaart is interactief. Zo kunt u een spellinganimatie eenvoudig oproepen.
lnformatiebrochure Staal • 31
Staal info brochure_211212.indd 31
21-12-12 13:54
Voorbeeldpagina’s – Spelling Handleiding Overzicht
Handleiding, groep 4
blok 4 | week 1 | les 4
De handleiding laat op
klankgroepenwoord
een gestructureerde manier het lesverloop zien. Bij ieder
Doel Leren schrijven van het klankgroepenwoord. Leren schrijven van het dictee zonder de categoriekaart.
lesonderdeel staan opfrissen au-woorden De kinderen noemen om de beurt een woord van de au-plaat. Laat de au-rap horen of lees de rap voor. Pauzeer steeds bij het au-woord en wijs het aan op de au-plaat. De kinderen noemen het woord. Wissel individuele beurten af met in koor oefenen.
aanwijzingen voor het geven van de les. Lesfasen Alle lessen starten
categorieën De kinderen bedenken in tweetallen een woord met een voorvoegsel met steeds een andere categorie. Bespreek met de hele groep de woorden die bedacht zijn. Het ene kind noemt het woord. Het andere kind noemt de bijbehorende regels.
met het opfrissen, daarna volgt de instructie. Vervolgens een oefendictee en
Wijs op de categoriekaart de overige aangeleerde categorieën aan. De kinderen noemen de regel bij elke categorie en geven een voorbeeldwoord. Wissel individuele beurten af met in koor oefenen.
de nabespreking. De les eindigt met zelfstandig werken.
Kijk voor de regels op de regelkaart in de handleiding.
De desbetreffende
instructie Fris de kennis van het klankgroepenwoord kort op. Lees de zinnen voor. Daar komen de heksen. Ze vliegen iegen ie gen hoog in de lucht. Ze zitten op een bezem. Lees de zinnen nog een keer voor. Vraag na elke zin of een kind een klankgroepenwoord gehoord heeft. Het kind noemt het woord en de stappen van dat klankgroepenwoord. Schrijf tegelijkertijd met het verwoorden mee op het digibord. – komen. De klankgroep is koo. De laatste klank is oo. Dat is een lange klank. En dan neem ik een stukje van de oo weg. – heksen. De klankgroep is hek. De laatste klank is k. Dat is een medeklinker. En dan schrijf ik het woord zoals ik het hoor. – vliegen. De klankgroep is vlie. De laatste klank is ie. Dat is een tweetekenklank. En dan schrijf ik het woord zoals ik het hoor. – zitten. De klankgroep is zi. De laatste klank is i. Dat is een korte klank. En dan schrijf ik de t dubbel. – bezem. De klankgroep is bee. De laatste klank is ee. Dat is een lange klank. En dan neem ik een stukje van de ee weg.
pagina van het werkboek is opgenomen in de handleiding.
oefendictee De kinderen maken voor het eerst het dictee zonder de categoriekaart. Haal de categoriekaart bewust weg. De kinderen doen ook hun staalboek dicht. We gaan nu in ons hoofd naar de categoriekaart kijken. Denk bij elk woord in je hoofd aan de categorie op de kaart en aan de regel. Schrijf dan het woord op. Zet een sterretje voor een samenstelling. Zeg het eerste woord één maal. Vraag een kind aan welke categorie het denkt. Alle kinderen schrijven het woord op. Doe dit woord voor woord op dezelfde manier. De kinderen schrijven geen categorienummers boven de woorden. het gebouw, het *marktplein, de mensen, de *voorkant, dichtbij, nauw. Zeg de zin één maal: het kind staat in de rij bij het *zwembad. De kinderen zeggen de zin in koor na en schrijven de zin in één keer op. Ze schrijven bij staat en zwembad het nummer van de categorie erboven. De kinderen zetten een streep onder het werkwoord+t.
10
32 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 32
21-12-12 13:54
Extra informatie Materiaal leerkracht • Categoriekaart (na klankgroepenwoord afgedekt) • Regelkaart • Klankgroepenkaart • Au-plaat en au-rap
Boven de les staat
• Woordenlijst
belangrijke informatie:
Materiaal kinderen • Staalboek • Kleurpotlood
het lesdoel, de benodigde materialen en de categorie die
blok 4 week 1 les 3 werkwoord+t
nabespreking oPdrACHT 1 De kinderen kijken hun dictee na met een kleurpotlood. Schrijf de woorden en de zin op het digibord. Vraag de kinde● ● loopt ren om de beurt: Hoezijnheb je nagedacht? ● Een ● kind noemt de ● ● categorie en heeftde regel. ● ● jas Pas op dat de kinderen niet in nummers praten, maar altijd in ● ● vertelt ● ● categorienamen en de regels. zingt maakt pauze
●
●
●
●
Woorden: oPdrACHT 2 – het gebouw. Voorvoegsel. Ik hoor de /u/, maar ik schrijf de e. Staat niet op de au-plaat, dus otje-ou. – het marktplein. Samenstelling. 1e woord: markt. Langermaakwoord. Ik hoor een /t/ aan het eind, dus langer oPdrACHT 3 maken. Ik hoor of ik d of t moet schrijven. 2e woord: plein. Hakwoord. Ik schrijf het woord zoals ik het hoor. Staat op de ei-plaat, dus korte ei. – de mensen. Klankgroepenwoord. De klankgroep is mennn. De laatste klank is n. Dat is een medeklinker. En dan schrijf ik het woord zoals ik het hoor. – de voorkant. Samenstelling. 1e woord: voor. Oor-woord. Ik oPdrACHT 4 schrijf oo. 2e woord: kant. Langermaakwoord. Ik hoor een /t/ aan het eind, dus langer maken. Ik hoor of ik d of t moet schrijven. – dichtbij. Luchtwoord. Korte klank + cht met de ch van lucht. Behalve bij hij ligt, hij legt, hij zegt. Staat niet op de 54 ei-plaat, dus lange ij. – nauw. Hakwoord. Ik schrijf het woord zoals ik het hoor. Staat op de au-plaat, dus atje-au. Zin: het kind staat in de rij bij het zwembad. – kind. Langermaakwoord. Ik hoor een /t/ aan het eind, dus langer maken. Ik hoor of ik d of t moet schrijven. – zwembad. Samenstelling. 1e woord: zwem. Hakwoord. Ik schrijf het woord zoals ik het hoor. 2e woord: bad. Langermaakwoord. Ik hoor een /t/ aan het eind, dus langer maken. Ik hoor of ik d of t moet schrijven. Woordsoorten Woordsoorten/leestekens: Noem het werkwoord+t. (staat) Wat heb je aan het eind van de zin gezet? (een punt)
blok 4 week 1 les 4 klankgroepenwoord
behandeld wordt.
oPdrACHT 1 Hoor je een korte of een lange klank als laatste klank van de klankgroep? Schrijf de woorden in de goede rij. 10g lange klank
10f korte klank
pennen
Eén pen en twee ... Eén school en twee ... Eén muur en twee ... Eén juf en twee ... Eén vraag en twee ...
pdfjuffen werkboek spelling
Eén jas en twee ...
oPdrACHT 2
scholen muren
jassen
vragen
Schrijf de woorden in de goede rij.
samenstelling
de bomen de vissen
de tuinslang de ijsbeer de inktvis
oPdrACHT 3 Maak de rij af. Zet een rondje om de goede categorie. ik geeuw ik bedoel
wij geeuwen hij bedoelt
ik schreeuw hij schreeuwt ik strooi ik raap
wij strooien wij rapen
ik pak
wij pakken
oPdrACHT 4
Vul de puzzel in.
1 2 3 4 5 6
i
Niet zoet of zuur, maar … Waarin je kunt wonen of werken. Niet warm, maar … De poot van een leeuw. Niet gekookt, maar … Niet lief, maar …
Wat lees je onder de pijl? ze
kauwt
1 z ou t g e b ou w 3 k ou d k l au w r au w 6 s t ou t 2
4 5
55
zelfstandig werken De kinderen maken tijdens hun dag- of weektaak de oefeningen van deze week in het werkboek.
tip Oefenen met de bal: gooi de bal en zeg tegelijkertijd een klank. Het kind vangt de bal en noemt de groep (lange klank, korte klank, tweetekenklank, medeklinker). De 2-ster opdrachten in het werkboek zijn handig om te diagnosticeren: u ziet dan goed bij welke categorieën het misgaat.
Observeer de kinderen tijdens het dictee. Met welke categorieën hebben ze nog problemen? Kom daar de volgende dag bij het opfrissen en/of tijdens het zelfstandig werken op terug.
Staal • Handleiding spelling • groep 4 • © Malmberg 's-Hertogenbosch
11
lnformatiebrochure Staal • 33
Staal info brochure_211212.indd 33
21-12-12 13:54
Voorbeeldpagina’s – Spelling Werkboek Grammatica en spelling Elke les spelling wordt afgesloten
Werkboek, groep 4 BLOK 4 WEEK 1 LES 3 WERKWOORD+t
OPDRACHT 1 Kijk naar het gekleurde woord. Kleur het rondje bij ja of nee. werkwoord+t ja nee
met vijf minuten zelfstandig werken.
Hij loopt naar school.
Deze verwerking staat
Zijn drinkbeker zit in zijn tas.
in het werkboek.
Hij heeft een krentenbol mee.
De spellinglessen zijn
Hij hangt zijn jas op.
herkenbaar aan de
De juf vertelt een verhaal.
blauwe kleur en de
Hij zingt een lied.
grammaticalessen aan de roze kleur.
Iedereen maakt rekensommen. Tijdens de pauze speelt hij.
OPDRACHT 2
Zet een streep onder het werkwoord+t.
Op drie niveaus
Emine klimt op het klimrek.
Evert speelt buiten op het plein.
Alle lessen bieden
Jasper rent over het plein.
Emre lacht met zijn vriend.
oefeningen op drie
Jip bakt een zandtaart.
Jan schopt de bal in het doel.
niveaus.
Anna maakt haar werk af.
De juf roept iedereen binnen.
Bij de 1-ster
OPDRACHT 3
opdrachten wordt
Vul de samenstelling in. Zet een streep onder het werkwoord+t.
de nieuwe categorie geïsoleerd aangeboden. Bij de 2-ster opdrachten worden alle
Anusha kijkt op de
tot dan toe aangeboden
Eline bakt een ei in de
onderdelen door elkaar
Matap gebruikt de
aangeboden.
Jaring legt de kaas in de
De 3-ster opdrachten
Rik poetst de tafel met een
zijn meer open.
. . . . .
OPDRACHT 4
Bedenk drie dingen die Jens op school doet. Zet een streep onder het werkwoord+t.
Iedereen maakt ten
Jens
.
minste de eerste twee
Jens
.
opdrachten.
Jens
.
54
34 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 34
21-12-12 13:54
Categorie
BLOK 4 WEEK 1 LES 4 KLANKGROEPENWOORD
OPDRACHT 1
Het pictogram laat de
Hoor je een korte of een lange klank als laatste klank van de klankgroep? Schrijf de woorden in de goede rij. 10f korte klank
Eén pen en twee ...
10g lange klank
kinderen zien welke categorie er behandeld wordt.
pen ennnen
Eén school en twee ... Eén muur en twee ... Eén juf en twee ... Eén vraag en twee ... Eén jas en twee ...
OPDRACHT 2
Schrijf de woorden in de goede rij.
samenstelling
OPDRACHT 3 Maak de rij af. Zet een rondje om de goede categorie. ik geeuw
wij gee geeuuwen
ik bedoel
hij
ik schreeuw hij ik strooi
wij
ik raap
wij
ik pak
wij
OPDRACHT 4
Vul de puzzel in.
1 2 3 4 5 6
Niet zoet of zuur, rr, maar … Waarin je kunt wonen of werken. Niet warm, maar … De poot van een leeuw. Niet gekookt, maar … Niet lief, maar …
Wat lees je onder de pijl?
1 2 3 4 5 6
55
lnformatiebrochure Staal • 35
Staal info brochure_211212.indd 35
21-12-12 13:54
lnformatie Meer weten over Staal? Zichtzending Vraag een gratis zichtzending aan van Staal. Met deze zichtzending kunt u de lesmaterialen geheel vrijblijvend vier maanden op school uitproberen.
Telefoon De Malmberg-methodespecialisten hebben ruime ervaring in het onderwijs en beantwoorden graag uw vragen. U kunt ze rechtstreeks bellen op telefoonnummer (073) 628 87 22. U kunt ook mailen naar
[email protected]
lnternet Op www.staal-malmberg.nl vindt u informatie over de methode, de materialen, referentiescholen en nog veel meer.
Bestellen en prijzen Voor meer informatie over prijzen en bestellingen kunt u contact opnemen met uw schoolleverancier of met de afdeling Klantenservice van Malmberg via het telefoonnummer (073) 628 87 22. E-mail:
[email protected]
Uitgeverij Malmberg Magistratenlaan 138 Postbus 233 5201 AE ’s-Hertogenbosch
36 • lnformatiebrochure Staal
Staal info brochure_211212.indd 36
21-12-12 13:54
Staal info brochure_211212.indd 3
21-12-12 13:54
Sterk fundament In elk thema legt Staal eerst een sterk kennisfundament. De kinderen doen de eerste twee weken kennis op, die zij vervolgens in week drie in een eindproduct toepassen. Echt werken mét taal dus, zoals je in het echte leven doet.
Sterk motiverend In de verrassende thema’s van Staal gaan de kinderen aan de slag met levensechte bronnen, teksten en foto’s die ze ook buiten de klas tegen kunnen komen. Elk kind maakt per thema zijn eigen eindproduct in de vorm van een publicatie of presentatie. Staal laat kinderen dus niet schrijven voor de juf of meester, maar maakt taalonderwijs functioneel en realistisch. Dat brengt taal tot leven.
Sterk in spelling
556111
Staal werkt met de beproefde, preventieve spellingaanpak van José Schraven. Het vaste ritme, goed voordoen, elke les herhalen en dagelijkse dictees zorgen voor optimale spellingresultaten. Staal is ook de eerste methode die spelling en grammatica combineert.
Staal info brochure_211212.indd 4
21-12-12 13:54