Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Landelijk Diëtisten Netwerk COPD (LDN COPD) Gonnie Geraerts Heleen Froon Paula van Melick Anke Kalisvaart
1. Welke gegevens vraag je na en welke antropometrie voer je uit?
Naast de gebruikelijk gegevens (medische gegevens, medicatie, klachten, woon-/leefsituatie, gewichtsverloop, lichamelijke activiteit, beroep, roken, andere behandelaars, voedingsanamnese e.d.) is het belangrijk de vetvrije massa te bepalen.
2. In welke gold klasse valt mevrouw?
Gold 2
Gold 1: FEV1 >80% Gold 2: FEV1 50-80% Gold 3: FEV1 30-50% Gold 4: FEV1 <30%
3. Wat zijn haar berekende energie- en eiwitbehoefte? Met Harris & Benedictformule (1984): BEE: 1424 kcal Toeslag: 30% TEE: 1851 kcal
Eiwitbehoefte: 0,8-1,0 gram per kg lichaamsgewicht: 58-73 gram Discussiepunt: Welke toeslag gebruik je bij het berekenen van de energiebehoefte?
4. Welke diëtistische diagnose stel je? 55-jarige vrouw met COPD gold 2, overgewicht (BMI: 26,8 kg/m2) en een laagnormale vetvrije massa (VVM-i: 15,1 kg/m2) Mevrouw is bekend met cardiale klachten en osteoporose. Regelmatig heeft ze last van dyspnoe en hoesten. Mevrouw is in de afgelopen 15 jaar geleidelijk gestegen van 65 kg naar 73 kg. Mevrouw is inactief en rookt ongeveer 15 sigaretten per dag. Ze heeft een lage sociaal economische status. De voeding is niet volwaardig door het ontbreken van fruit en melkproducten. De hoeveelheid eiwit in de voeding is krap. Door het gebruik van energierijke extraatjes en dranken met suiker is de energie-inname hoger dan het energieverbruik. De hoeveelheid verzadigd vet in de voeding is hoog door het gebruik van vaste vetten bij de bereiding van de warme maaltijd en het gebruik van extraatjes met veel verzadigd vet. Mevrouw gebruikt dagelijks een grote hoeveelheid koffie en slaat haar ontbijt over. Mevrouw is gemotiveerd haar eetpatroon te veranderen.
5. Wat zijn je behandeldoelen?
Blijvende gewichtsvermindering tot 65 kg (BMI: 23,9 kg/m2) met behoud van spiermassa (VVM-i > 15,0 kg/m2) Volwaardige voeding Bijdrage leveren aan het voorkomen van voortschrijding van osteoporose
6. Stel een behandelplan op.
Richtlijnen Goede Voeding met aandacht voor voldoende eiwit, calcium en vitamine D Suppletie vitamine D met 10 microgram per dag Trainen onder begeleiding van een fysiotherapeut Elke 8 weken meten van de vetvrije massa. Bij daling van VVMI onder 15,0 kg/m2 adviseren gewicht te stabiliseren en niet verder af te vallen. Stoppen met roken onder begeleiding van een praktijkondersteuner/ longverpleegkundige/ coach. Zonodig begeleiding van maatschappelijk werker voor problemen met zoon.
7. Zou je willen samenwerken met andere disciplines? Zo ja, met wie?
Ja, met de fysiotherapeut, maatschappelijk werker, praktijkondersteuner/ longverpleegkundige/ stoppen met roken coach.
8. Wat zijn haar berekende energie- en eiwitbehoefte?
BEE: 1387 kcal Toeslag: 50% TEE: 2080 kcal Eiwit: 1,5-1,7 gram per kg lichaamsgewicht: 104-117 gram (1,7 gram per kg alleen als er trainingsmogelijkheden zijn, 1,5 gram per kg is om onnodig verlies van spiermassa te voorkomen)
9. Wat zou nu je diëtistische diagnose zijn?
55-jarige vrouw met exacerbatie COPD gold 2, licht overgewicht (BMI: 25,3 kg/m2) en een te lage spiermassa (VVM-i: 14,3 kg/m2). Door vermoeidheid en dyspnoe nauwelijks inname sinds een aantal dagen. Mevrouw heeft een sterk verminderde eetlust en ervaart slijmvorming bij het gebruik van melkproducten. Mevrouw heeft snel een vol gevoel en eet slechts kleine beetjes per keer. Haar gewicht is 4 kg gedaald in twee weken. Inname ongeveer 1450 kcal en 60 gram eiwit (70% resp. 58-51% van behoefte). Mevrouw was recent gestart met begeleiding voor gewichtsvermindering, trainen bij de fysiotherapie en een traject om te stoppen met roken.
10. Welke behandeldoelen stel je op?
Onnodig verslechteren van de voedingstoestand voorkomen; stabiliseren huidige gewicht en een bijdrage leveren aan het zo min mogelijk laten verslechteren van de vetvrije massa Lange termijndoelen: Volwaardige voeding Bijdrage leveren aan het voorkomen van voortschrijding van de osteoporose
Discussiepunt: Op welk moment in de behandeling kaart je calcium en vitamine D aan ter preventie van osteoporose?
11. Wat wordt je behandelplan?
energie- en eiwitrijke voeding en tussenmaaltijden begeleiding van een fysiotherapeut Lange termijn: Richtlijnen Goede Voeding met aandacht voor voldoende eiwit, calcium en vitamine D Trainen onder begeleiding van een fysiotherapeut
12. Wat zijn haar berekende energie- en eiwitbehoefte tijdens de longrevalidatie? BEE: 1387 kcal Toeslag: 70-100% TEE: 2358-2774 kcal Eiwit: 1,5 gram per kg lichaamsgewicht: 104 gram
13. Stel opnieuw een diëtistische diagnose, behandeldoelen en een behandelplan op. Diëtistische diagnose: 55-jarige vrouw met exacerbatie COPD gold 3, ondergewicht (BMI: 18,7 kg/m2) en een te lage spiermassa (VVM-i: 13,2 kg/m2). Door vermoeidheid en dyspnoe slechte inname en moeite met het klaarmaken van de warme maaltijd. Mevrouw heeft een sterk verminderde eetlust en ervaart slijmvorming bij het gebruik van melkproducten. Mevrouw heeft snel een vol gevoel en eet slechts kleine beetjes per keer. Haar gewicht is 18 kg gedaald in het laatste jaar. Haar inname is nu ongeveer 1000 kcal en 40 gram eiwit (48% resp. 38-34% van behoefte).
Behandeldoelen:
Verbeteren van de voedingstoestand; stabiliseren huidige gewicht en spiermassa en (na opname) gewichtstoename tot minimaal 57 kg (BMI: 21 kg/m2) en een bijdrage leveren aan het verbeteren van de spiermassa (toename VVMI tot minimaal 15,0 kg/m2) Lange termijndoelen: Volwaardige voeding Bijdrage leveren aan het voorkomen van voortschrijding van de osteoporose
Behandelplan:
energie- en eiwitrijke voeding en tussenmaaltijden aangevuld met dieetpreparaten begeleiding van een fysiotherapeut begeleiding van een ergotherapeut (energiebesparende maatregelen in verband met moeite met koken e.d.)
Lange termijn: Richtlijnen Goede Voeding met aandacht voor voldoende eiwit, calcium en vitamine D Trainen onder begeleiding van een fysiotherapeut
14. Wat is je advies voor na ontslag? Behandeling in de eerste of tweede lijn? Afhankelijk van het ziekenhuis zou mevrouw poliklinisch verder begeleid kunnen worden of verwezen kunnen worden naar de eerste lijn. Bij verwijzing naar de eerste lijn bij voorkeur naar een diëtist die nascholing heeft gevolgd op het gebied van COPD en beschikt over een bio-impedantiemeter.
15. Welke gegevens zou je in je overdracht zetten?
Persoonsgegevens Verwijzer Reden van verwijzing Diëtistische diagnose Antropometrie Behandeldoelen Behandelingsverloop Beleid/afspraken NB: Wanneer lichaamssamenstelling is bepaald, is het aan te raden, behalve de VVM-i, ook de gemeten weerstand (R) te vermelden in de overdracht. De diëtist aan wie je overdraagt, kan dan desgewenst met een andere formule werken. Vermeld ook altijd welke formule je gebruikt hebt (Steiner, Rutten) en van welke apparatuur je gebruik maakt.
Formules: Steiner
Formules: Excel Steiner
Formules: Rutten VVM = -11,81 + 0,245 x gewicht + 0,298 x lengte²/impedantie + 0,148 x lengte + 5,284 x geslacht (1 voor mannen, 0 voor vrouwen)
Formules: Excel Rutten