I. Coene Voedingsdeskundige NICE
© Shutterstock
De gezondheidspromotie in Vlaanderen bestaat 20 jaar. Tijd om terug te blikken maar vooral ook om vooruit te kijken. Want dit beleidsdomein staat vandaag meer dan ooit in de kijker en breidt verder uit. De Vlaamse overheid blijft investeren in gezond leven en houdt de vinger aan de pols om nieuwe gezondheidsproblemen het hoofd te bieden.
Vlaanderen investeert in gezond leven De Vlaamse overheid wil via onderbouwde en haalbare gezondheidsdoelstellingen gezondheidswinst realiseren op bevolkingsniveau. De inzet is een gezonde leefstijl en leefomgeving voor Vlaanderen: gezonde voedingsgewoonten, meer lichaamsbeweging, minder gebruik van verslavende middelen, ongevallen- en suïcidepreventie, borstkankeropsporing en vaccinatie. Succes vergt een doordacht en consequent gezondheidspromotiebeleid. En de uitdaging is groot. Er is de toenemende vergrijzing en de gezondheidskosten lopen op. Het streefdoel is gezondheidswinst creëren in de vorm van meer gezonde levensjaren, minder ziekte en minder overlijdens. Daarnaast is er ook in de media veel aandacht voor het thema gezond leven. De gretigheid waarmee allerlei gezondheidsnieuws wordt vergaard en verspreid resulteert meer dan eens in tegenstrijdige berichtgevingen. Wie en wat moet Jan Publiek nog geloven?
Expertisecentrum VIGeZ Het expertisecentrum VIGeZ (Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie vzw) speelt een cruciale rol in de Vlaamse gezondheidspromotie. Het heeft voor Vlaanderen een referentiekader voor de gezondheidspromotie uitgebouwd dat uitgaat van gedragsverandering in combinatie met een stimu-
Samenvatting
20 jaar gezondheidspromotie
De gezondheidspromotie in Vlaanderen bestaat 20 jaar. Een goede gelegenheid voor enerzijds een historisch overzicht en anderzijds een blik vooruit. De Vlaamse overheid wil via onderbouwde en haalbare gezond heidsdoelstellingen gezondheidswinst realiseren op bevolkingsniveau. Om de doelstellingen te bereiken wordt een concreet actieplan uitgewerkt dat bestaat uit een doordachte mix van educatieve interventies, struc turele maatregelen en beleidsinitiatieven. Het experti secentrum VIGeZ (Vlaams Instituut voor Gezondheids promotie en Ziektepreventie) speelt een cruciale rol in de Vlaamse gezondheidspromotie. Belangrijke sleutel begrippen binnen de werking van het VIGeZ zijn sensi bilisering en samenwerking. Het VIGeZ blijft ook alert voor zowel wetenschappelijke als maatschappelijke ontwikkelingen en tracht de brug tussen de theorie en de praktijk zo actueel mogelijk te houden. Een mooi voorbeeld hiervan is de lancering op 9 maart 2012 van de herziene versie van de actieve voedingsdriehoek. Dit Vlaamse voedingsvoorlichtingsmodel werd 15 jaar gele den ontwikkeld en wordt regelmatig getoetst en waar nodig aangepast aan de wetenschappelijke actualiteit.
Nutrinews • nr 1 | 2012 | 3
20 jaar gezondheidspromotie
Mijlpalen in 20 jaar gezondheidspromotie met focus op voeding en beweging 1991 In 1986 verwerft gezondheidspromotie internationaal bestaansrecht door het Ottawa-charter van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Preventie, een gezonde levensstijl, een gezond beleid en een gezonde leefomgeving zijn de strategieën van de toekomst. Vlaanderen neemt zijn bevoegdheid voor het gezondheids promotiebeleid op en richt de vzw Vlaams Instituut voor Gezond heidspromotie (VIG) op. Het VIG fungeert als koepelorganisatie voor een samenwerkingsverband van 11 erkende voorzieningen. 1997 • De Vlaamse regering wijzigt de opdracht van het VIG. Het VIG doet voortaan dienst als expertisecentrum. • De Logo’s (loco-regionale gezondheidsnetwerken) worden opgericht. • Het Koördinatie Komitee Algemene Tabakspreventie (KKAT), de Organisatie voor de Promotie van Gezondheid op School (PROGES), Voeding en Gezondheid (VOEG) en de organisatie voor Koördinatie van Veiligheid in de Privésfeer (KVIP) worden geïntegreerd in het VIG. • Er worden convenanten afgesloten met erkende organisaties. • De Vlaamse overheid legt de prioriteiten van haar beleid vast in concrete en meetbare gezondheidsdoelstellingen. • De eerste voedingsdoelstelling dateert van 1998 en stelt een significante daling van de consumptie van vetrijke voeding ten voordele van vetarme en vezelrijke voeding voorop. • De voedingsdriehoek wordt het nieuwe voedingsvoorlichtings model voor Vlaanderen. 2003 • Het decreet van 21 november 2003 over het preventieve gezondheidsbeleid erkent partnerorganisaties (expertisecentra), organisaties met terreinwerking, Logo’s (Lokaal Gezondheids Overleg, officieel: Loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie), lokale besturen en individuele zorgaanbieders als actoren in gezondheidspromotie en ziektepreventie. • Het VIG en de Logo’s organiseren de eerste indicatorenbevraging over het rook- en voedingsbeleid in scholen en bedrijven in Vlaanderen en Brussel. Deze enquête is intussen een vaste waarde geworden en geeft een beeld van het gezondheidsbeleid in deze settings. Sedert 2009 worden ook gemeenten en OCMW’s bevraagd op hun gezondheidsbeleid. 2004 • De interactieve voedingsdriehoek wordt gelanceerd. Je vult in wat je gisteren hebt gegeten en het programma geeft je persoonlijk advies om je voeding te verbeteren. • De voedingsdriehoek evolueert naar de actieve voedingsdriehoek. Er komt een beweeglaag bij. • Logo’s en VIG promoten fruit op school met Tutti Frutti.
4 | Nutrinews • nr 1 | 2012
2006 De ministers Leterme, Vandenbroucke, Vervotte en Anciaux ondertekenen een samenwerkingsprotocol over het gezondheidsbeleid op school. Het vernieuwende concept “Gezonde school” wordt op punt gesteld en bekendgemaakt. Binnen dit kader ontstaat ook het project “Fitte school” dat een WHO-award wint op de ministeriële conferentie in Istanbul over de aanpak van obesitas. De partners in “Fitte School” zijn de Stichting Vlaamse Schoolsport (SVS), het Vlaams Instituut voor Gezond heidspromotie (VIG, nu VIGeZ) en het Nutrition Information Center (NICE). 2008 Tijdens de gezondheidsconferentie van 23 oktober 2008 worden de nieuwe Vlaamse gezondheidsdoelstellingen voor voeding en beweging vastgelegd voor de periode 2008-2015. Ze vervangen de eerste voedingsdoelstelling van 1998. Om de nieuwe doelstellingen te bereiken wordt een concreet actieplan uitgewerkt. Het actieplan bevat een doordachte mix van educatieve interventies, structurele maatregelen en beleidsinitiatieven (meer lezen over de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen 2008-2015: www.zorg-en-gezondheid.be > Beleid > Gezondheidsdoelstellingen en Nutrinews december 2008). 2009 • Het VIG fuseert met de Ondersteuningscel Logo’s (OCL). Op 1 januari 2009 wordt het Vlaams Instituut voor Gezondheids promotie en Ziektepreventie (VIGeZ) opgericht. Voortaan gebeurt de Logo-ondersteuning vanuit één centraal punt. • De Logo’s promoten meer lichaamsbeweging met de campagne “10 000 stappen”. 2010 • Het Logo-besluit erkent 15 Logo-regio’s en verduidelijkt de taken en opdrachten van de Logo’s. De Logo’s zijn actief op lokaal en regionaal niveau. Hun belangrijkste opdracht is de lokale krachten bundelen en coördineren om de Vlaamse gezondheids doelstellingen waar te maken. Dit betekent lokaal gezondheids projecten implementeren en een integraal gezondheidsbeleid ontwikkelen in bedrijven, scholen, gemeenten of andere settings. VIGeZ werkt nauw samen met de Logo’s en biedt hen onder steuning (meer over de Logo’s: www.vigez.be > Over VIGeZ > werking). • Jommeke wordt het nieuwe gezicht van Tutti Frutti. Dankzij de Europese subsidie voor schoolfruit schakelt Tutti Frutti over naar een hogere versnelling. 2011 Gezondheidspromotie op het werk is in opmars dankzij het project “Jobfit. Gezond eten en bewegen op het werk”.
lerende omgeving en intersectorale samenwerking. Het resultaat zijn initiatieven zoals “gezonde school”, “gezondheidsbevordering op het werk” en het “integraal lokaal gezondheidsbeleid” die steunen op doordachte, evidence-based methodieken en strategieën en kant-en-klare programma’s aanbieden, onder meer ook rond het thema voeding en beweging. Advies en opleiding van professionals en hun organisaties zijn onderdeel van de VIGeZdienstverlening. Belangrijke sleutelbegrippen binnen de werking van het VIGeZ zijn sensibilisering en samenwerking: sensibilisering voor een gezond beleid op alle niveaus en in alle sectoren en samenwerking tussen professionals en iedereen die een rol speelt in gezondheidspromotie en ziektepreventie of invloed heeft op de gezondheid van mensen. Het VIGeZ blijft ten slotte alert voor zowel wetenschappelijke als maatschappelijke ontwikkelingen en tracht de brug tussen de theorie en de praktijk zo actueel mogelijk te houden.
Onderbouwde en haalbare gezondheids doelstellingen Het decreet van 21 november 2003 over het preventieve gezondheidsbeleid legt op om gezondheidsdoelstellingen uit te werken die op een gezondheidsconferentie worden voorgesteld en vastgelegd. Hiervoor wordt beroep gedaan op inhoudelijke experts, praktijkdeskundigen en vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid, van de verschillende doelgroepen en van de Logo’s. De Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement spreken zich ten slotte uit over de voorgestelde doelstellingen en de aan te wenden strategieën. Met deze aanpak wordt gezocht naar een breed maatschappelijk draagvlak voor zowel de gezondheidsdoelstellingen als het strategische actieplan. Werken met expliciete gezondheidsdoelstellingen maakt niet alleen een betere procesbeheersing mogelijk, maar levert ook betere resultaten op. Er is meer cijfermateriaal beschikbaar, het gezondheidszorgsysteem wordt efficiënter, de preventieprogramma’s zijn van een betere kwaliteit, de klemtoon ligt meer op preventie en er is een intensievere intersectorale samenwerking. Tijdens de gezondheidsconferentie van 23 oktober 2008 werden nieuwe Vlaamse gezondheidsdoelstellingen voor voeding en beweging vastgelegd voor de periode 2008-2015. Ze vervangen de eerste voedingsdoelstelling van 1998. Om de nieuwe doelstellingen te bereiken werd een concreet actieplan uitgewerkt. Het bevat een doordachte mix van educatieve interventies, structurele
Succes vergt een doordacht en consequent gezondheidspromotiebeleid.
Ook 20 jaar NICE Nutrition Information Center (NICE vzw) werd in 1992 opgericht naar aanleiding van een Pan-Europees project voor de verspreiding van wetenschappelijk gefundeerde informatie over de voedings- en gezondheidsaspecten van melk en melkproducten. De acties van NICE kregen ruime belangstelling vanuit de wetenschappelijke wereld en werden uitgebreid naar alle producten van de landbouw, tuinbouw en visserij. Graanproducten zoals brood, aardappelen, groenten, fruit, melk en melkproducten, vlees, vis of eens een ei zijn trouwens belangrijke basisingrediënten van onze voeding die in de juiste hoeveelheden en in de juiste context ook prima passen in een gezonde voeding.
Onder toezicht van de wetenschappelijke adviesraad Vanaf 2002 werden de activiteiten van NICE geïntegreerd binnen de activiteiten van VLAM vzw (Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing). De doelstellingen en de aanpak van NICE bleven evenwel behouden. De verstrekte informatie is actueel, wetenschappelijk gefundeerd en sluit aan bij de nationale voedingsaanbevelingen en de richtlijnen van de actieve voedingsdriehoek. De wetenschappelijke adviesraad van NICE kijkt hierop toe. De bedoeling van voedingsvoorlichting is de theorie omzetten in de praktijk. NICE besteedt hieraan extra aandacht door de theorie zoveel mogelijk aan te vullen met tips en tricks voor de dagelijkse praktijk, en dit op maat van verschillende doelgroepen.
NICE-publicaties en -activiteiten NICE biedt health professionals zoals artsen en diëtisten maar ook docenten voeding, scholen, vormingswerkers en de pers ondersteuning om hun rol van voedingsvoorlichter optimaal te kunnen vervullen. • Het voedingsmagazine Nutrinews brengt wetenschappelijk gefundeerde artikels rond thema’s die in de wetenschappelijke wereld maar ook daarbuiten in de belangstelling staan. • Alle artikels verschenen in Nutrinews zijn te raadplegen op www.nice-info.be, maar er staat nog veel meer online. Je vindt er geschikt informatiemateriaal om makkelijk en snel te kunnen inspelen op allerhande vragen en bezorgdheden van patiënten/cliënten/lezers over voeding en gezondheid (brochures, info en tips in de rubriek “Weten over eten”). Met de gratis NICEnieuwsbrief blijf je op de hoogte van elke informatie-update op de NICE-site. • Huisartsen vinden voedingsinformatie op maat van de huisartsenpraktijk op www.voedinguitgedokterd.be. • Het educatieve project “Het land van Calcimus” - www.calcimus.be - biedt leerkrachten van de lagere school concreet les- en spelmateriaal. • Wie vormingsactiviteiten organiseert, kan beroep doen op het NICE-aanbod aan voordrachten (NICE educatief). Alle voordrachten worden gegeven door diëtisten/voedingsdeskundigen.
Samenwerken Met het oog op de verspreiding van uniforme adviezen en om versnippering van boodschappen te vermijden werkt NICE samen met relevante en vooraanstaande partners die eveneens actief zijn binnen het ruime terrein van voeding en gezondheid zoals het VIGeZ, Domus Medica, Kind & Gezin, de Vlaamse Beroepsvereniging van Voedingsdeskundigen en Diëtisten (VBVD), de Vlaamse Diabetes Vereniging (VDV), de Vlaamse Vereniging voor Kindergeneeskunde (VVK) en de Stichting Vlaamse Schoolsport (SVS). Daarnaast doet NICE ook beroep op een uitgebreid netwerk van experten.
Nutrinews • nr 1 | 2012 | 5
20 jaar gezondheidspromotie
maatregelen en beleidsinitiatieven (meer lezen over de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen voeding en beweging 2008-2015: www.zorg-en-gezondheid.be > Beleid > Gezondheidsdoelstellingen en Nutrinews december 2008).
Facettenbeleid In 2003 ontstaat het vernieuwende begrip facettenbeleid of samenwerking van verschillende beleidsdomeinen met het oog op de bevordering, de bescherming en het behoud van gezondheid. Een concreet voorbeeld is de ondertekening in 2006 van een samenwerkingsprotocol over het gezondheidsbeleid op school door de Vlaamse ministers bevoegd voor Landbouwbeleid en
Zeevisserij, voor Onderwijs, voor Welzijn en Gezondheid en voor Jeugd en Sport. Zij spraken af dat zij gezamenlijk willen bijdragen tot de gezondheidsbevordering in het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Deze benadering werd onder meer concreet vertaald in het project “Fitte school”, een initiatief van de Stichting Vlaamse Schoolsport (SVS), het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG, nu VIGeZ) en het Nutrition Information Center (NICE) (meer lezen: www.fitteschool. be). Tijdens de ministeriële conferentie over obesitas in november 2006 te Istanbul sleepte dit project een WHO“Counteracting Obesity Award” in de wacht.
15 jaar actieve voedingsdriehoek Interview met Erika Vanhauwaert, VIGeZ senior stafmedewerker voeding en beweging De actieve voedingsdriehoek wordt al 15 jaar gebruikt en is niet meer weg te denken uit de voedingsvoorlichting. Zorgverstekkers, diëtis ten, leerkrachten en vormingswerkers maken er dankbaar gebruik van om op een eenvou dige en visuele manier de principes van een evenwichtige en gevarieerde voeding uit te leggen. Erika Vanhauwaert stond mee aan de wieg van het Vlaamse voedingsvoorlichtings model. We gingen haar opzoeken.
We kennen nog allemaal het klavertje vier. Waarom moest er een nieuw voedingsvoor lichtingsmodel komen? Erika Vanhauwaert: “Het klavertje vier werd ontwikkeld in 1967. Dertig jaar voor de eerste publicatie van de voedingsdriehoek in 1997. De doelstelling van het klavertje vier was de consument stimuleren om meer van vier productgroepen te eten: 1) melk, yoghurt en karnemelk, 2) vlees, vis, gevogelte, eieren en peulvruchten, 3) groenten en fruit, 4) brood, aardappelen en volkoren deegwaren. Zowel de voedingsgewoonten als het aanbod aan producten is echter sterk veranderd in die 30 jaar. Er was meer nood om de totale voeding in beeld te brengen en meer specifieke aanbevelingen en tips te geven. Vandaar bijvoorbeeld de idee om de restgroep in 6 | Nutrinews • nr 1 | 2012
de voedingsdriehoek op te nemen. Anderzijds zijn sommige aanbevelingen van het klavertje vier ook vandaag nog altijd actueel, bijvoorbeeld: wees matig met vetten en suiker en varieer elke dag je voeding”.
Waar ligt de wetenschappelijke basis van de voedingsdriehoek? Erika Vanhauwaert: “Voorafgaand aan de eerste publicatie van de voedingsdriehoek in 1997 is er twee jaar gewerkt aan de ontwikkeling en het uittesten van het nieuwe model. Dit werd opgestart vanuit de toenmalige organisatie VOEG (Voeding en Gezondheid, later geïntegreerd in VIG, intussen VIGeZ) onder leiding van Prof. Dr. Lea Maes. De stuurgroep baseerde zich voor de theoretische achtergrond op de voedingsaanbevelingen voor België, opgesteld in 1996 door de toenmalige Nationale Raad voor de Voeding (nu Hoge Gezondheidsraad), en op internationale aanbevelingen van onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Daarnaast werd ook rekening gehouden met de gangbare voedingsgewoonten, met veel voorkomende knelpunten in de voeding – toen op basis van onder meer de B.I.R.N.H.-studie en de P.I.H.-studie en na 2004 herzien aan de hand van de nationale voedselconsumptiepeiling - en met de beschikbare voedingsmiddelen in Vlaanderen.”
Hoe werd de theorie vervolgens in een voe dingsvoorlichtingsmodel gegoten en vertaald naar praktische aanbevelingen? Erika Vanhauwaert: “Dit gebeurde in zes stappen. Stap 1: De gemiddelde voedingsinname en veel voorkomende voedingsfouten bij de Vlaamse bevolking werden in kaart gebracht. Stap 2: Op basis van de theoretische aanbevelingen werd de energie-, macro- en micronutriëntenbehoefte voor alle leeftijdsgroepen bepaald. Stap 3: In functie van de voedingsstoffen die voedingsmiddelen aanbrengen, werden voedingsgroepen samengesteld. Stap 4: De praktische voedingsaanbevelingen werden bepaald. Zij zijn de praktische vertaling van de energieen voedingsstoffenbehoefte per leeftijdsgroep. Stap 5: Bij de voedingsgroepen werden prioritaire boodschappen bepaald, bijvoorbeeld meer focus op bruin brood, gekookte aardappelen en halfvolle melk, om een goede voedingskeuze te stimuleren. Stap 6: Er werd een nieuw voedingsvoorlichtingsmodel ontwikkeld en uitgetest, rekening houdend met vooraf vastgelegde doelstellingen. De visuele voorstelling moest bijvoorbeeld eenvoudig zijn, het model moest zowel in de klas als in de algemene voorlichting bruikbaar zijn en het concept moest ook geschikt zijn voor lacto-vegetariërs. Dit resulteerde in de voedingsdriehoek. Hij werd in 1997 voorgelegd aan de toenmalige Nationale Raad voor de Voeding (nu Hoge Gezondheidsraad) en de Commissie Gezondheids bevordering van de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) en wordt sindsdien als voedingsvoorlichtingsmodel gebruikt. In 2004 werd de voedingsdriehoek aangepast en ontstond de actieve voedingsdriehoek.”
Er bestaan wereldwijd verschillende voedingsvoorlichtingsmodellen. Waarom moest Vlaanderen zijn eigen model hebben? Waarin verschilt het van andere modellen? Erika Vanhauwaert: “Elke regio heeft zijn eigen eetcultuur. Het is het belangrijk dat men kan teruggrijpen naar een model dat courant gebruikte producten afbeeldt die herkenbaar zijn voor de mensen en aansluiten bij hun eetcultuur. Alleen op die manier kan een voorlichtingsmodel effectief zijn. Aardappelen zijn in de actieve voedingsdriehoek bijvoorbeeld afgebeeld in de groep “graanproducten en aardappelen” omdat ze bij ons doorgaans als onderdeel van een maaltijd een goede bron zijn van complexe koolhydraten. In andere landen, zoals de VS, worden aardappelen als groenten beschouwd die men ter afwisseling maar niet elke dag eet. De indeling van voedingsmiddelen in de verschillende voedingsgroepen en de verdere indeling in de categorieën “kies bij voorkeur” en “kies als middenweg” worden bepaald door de voedingsstoffen die producten aanbrengen, maar houdt ook rekening met de gangbare voedingsgewoonten en de voedingsaanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad.”
Zijn er specifieke gebruiksvoorschriften bij de toepassing van de actieve voedingsdriehoek in de voedingsvoorlichting? Waarvoor is hij het meest geschikt? Erika Vanhauwaert: “De actieve voedingsdriehoek is een visueel vereenvoudigde voorstelling van de algemene voedingsaanbevelingen, opgesteld op basis van actuele en algemeen aanvaarde wetenschappelijke kennis. Het is een handig basisinstrument om educatie te geven tijdens voordrachten, lessen, workshops, winkeloefeningen en consultaties. Het geeft simpelweg weer wat een evenwichtige voeding is. In functie van de doelgroep is het uiteraard belangrijk om de informatie verder te concretiseren en te verfijnen, bijvoorbeeld: hoe stel ik een gezonde maaltijd samen, tot welke voedingsgroep behoren samengestelde producten, welke producten krijgen de voorkeur in een evenwichtige voeding, wat zijn belangrijke aandachtspunten per leeftijdsgroep, enz. Alle hiervoor benodigde achtergrondinformatie is uitgewerkt en beschikbaar via www.vigez.be/ voeding. Je vindt er ook ondersteunend materiaal zoals affiches, stickers, werkbladen en winkeloefeningen. Op www.gezondheidstest.be of www.mijndriehoek.be zijn instrumenten ontwikkeld die de consument voedingsadvies op maat aanbieden. Het model is niet alleen geschikt in het kader van algemene voorlichtingsactiviteiten. Het is meestal ook goed hanteerbaar bij specifiek dieetadvies en bij voedingsadvies voor sporters mits de nodige individuele aanpassingen van de algemene aanbevelingen.”
Mag iedereen de afbeelding van de actieve voedingsdriehoek vrij overnemen? Erika Vanhauwaert: “De afbeelding van de actieve voedingsdriehoek is auteursrechtelijk beschermd. Wie hem in een publicatie wil opnemen, moet hiervoor een officiële aanvraag indienen (www.vigez.be > zoeken op onderwerp > voeding en beweging > Gebruiksvoorwaarden actieve voedingsdriehoek).”
De voedingsdriehoek is in 2004 geëvolueerd naar de actieve voedingsdriehoek. Recent is hij opnieuw herzien. Waarom? Erika Vanhauwaert: “Het model wordt regelmatig getoetst aan relevante wetenschappelijke ontwikkelingen. Bij elke herziening van de voedingsaanbevelingen voor België maar ook naar aanleiding van internationale ontwikkelingen, bv. vanuit de WHO, verifiëren we de driehoek op zijn boodschappen, aanbevelingen en visuele weergave. In 2004 kreeg de voedingsdriehoek er bijvoorbeeld een beweeglaag bij en werd de achtergrondinformatie over vetten aangepast. Naast de info over de hoeveelheid vet werd er ook meer ingegaan op het belang van de soort
Het model wordt regelmatig getoetst aan relevante wetenschappelijke ontwikkelingen. Nutrinews • nr 1 | 2012 | 7
15 jaar actieve voedingsdriehoek
vet. In de laatste herziening van de voedingsaanbevelingen voor België door de Hoge Gezondheidsraad (2009) werd de natriumaanbeveling voor volwassenen verlaagd van 2400 mg naar 2000 mg per dag. In functie hiervan werden de aanbevelingen en de boodschappen van de actieve voedingsdriehoek in 2011 nagekeken en, waar nodig, aangepast. Natrium werd ook voor het eerst als criterium opgenomen voor de productindeling in de categorieën “kies bij voorkeur” en “kies als middenweg” bij de voedingsgroepen water, groenten, vlees, vis, eieren en vervangproducten en de restgroep.”
doelgroepen, en dit zowel op individueel als op groepsniveau, uit te leggen wat gezond eten betekent. In het onderwijs wordt om de drie jaar nagegaan in welke mate scholen zich engageren om een kwaliteitsvol gezondheidsbeleid te voeren. Hieruit blijkt dat bijna drie kwart van de basisscholen en secundaire scholen de actieve voedingsdriehoek als methodiek gebruiken om educatie te geven over een evenwichtige voeding. Sinds zijn ontstaan in 1997 is de driehoek bovendien gepubliceerd in duizenden folders, tijdschriften en boeken die diverse organisaties en instellingen verspreiden.”
Hoe gaat een herziening van de actieve voedingsdriehoek in zijn werk?
Houdt de actieve voedingsdriehoek reke ning met verschillende leeftijdsgroepen en doelgroepen?
Erika Vanhauwaert: “Elke herziening gebeurt in overleg met een werkgroep experts in voeding, beweging en gezondheidsvoorlichting - onder meer vertegenwoordigers van alle hogescholen voedings- en dieetkunde, universiteiten, de Vlaamse en de Federale overheid, NICE, de Vlaamse Diabetes Vereniging (VDV), NUBEL, de Federatie Voedingsindustrie (FEVIA) en Kind & Gezin - en wordt pas goedgekeurd als er consensus is binnen de werkgroep. Daarnaast worden ook de internationale wetenschappelijke literatuur en publicaties van relevante internationale organisaties, zoals de WHO, opgevolgd. Op basis hiervan is tijdens de laatste herziening in 2011 bijvoorbeeld sedentair gedrag opgenomen in de actieve voedingsdriehoek, namelijk in de restgroep. Niet visueel – de top blijft een wit driehoekje dat boven de andere groepen zweeft – maar in de bijhorende achtergrondinformatie en aanbevelingen. Het feit dat de driehoek al 15 jaar bestaat en in de loop der jaren wel aanpassingen maar geen drastische wijzigingen heeft moeten ondergaan, zegt iets over zijn sterk fundament. De driehoek is als model een driehoek gebleven en de algemene basisprincipes blijven behouden. De herzieningen zorgen ervoor dat de driehoek wetenschappelijk actueel blijft.”
Is de actieve voedingsdriehoek ingeburgerd in Vlaanderen? En hoe zit dit bij professionelen? Erika Vanhauwaert: “De actieve voedingsdriehoek wordt veel gebruikt door zorgverstrekkers en in scholen. In 2010 werd een bevraging gedaan bij diëtisten. Het gebruik van de driehoek als model maar ook de bijhorende materialen en teksten scoorden zeer hoog. De sterkte van de driehoek ligt volgens de bevraagde diëtisten vooral in de visuele voorstelling en de eenvoud ervan: er zijn de duidelijke internationale basiskleuren per groep, de tekst bij het model beperkt zich tot de groepsnaam en de gemiddelde aanbeveling, de restgroep zweeft boven het model en wordt helemaal in het wit weergegeven (zonder afbeelding van producten), de visuele weergave van de grootte van de groepen staat in verhouding tot de hoeveelheid die je er dagelijks van nodig hebt en de groep “lichaamsbeweging” brengt de bredere invalshoek van een gezonde leefstijl in beeld. De actieve voedingsdriehoek wordt bestempeld als een makkelijk en bruikbaar instrument om aan verschillende 8 | Nutrinews • nr 1 | 2012
Erika Vanhauwaert: “Het beeld van de actieve voedingsdriehoek geeft de gemiddelde praktische voedingsaanbevelingen weer vanaf de leeftijd van 6 jaar. In de bijhorende achtergrondinformatie vindt men meer leeftijdsspecifieke aanbevelingen en bijzondere aandachtspunten per leeftijdsgroep (vanaf de peuterleeftijd). Voor bepaalde doelgroepen zijn bovendien aangepaste versies van de actieve voedingsdriehoek beschikbaar. Er is een versie voor de Turkse gemeenschap, voor de Marokkaanse gemeenschap, voor peuters (Kind & Gezin en VIGeZ), voor kleuters (NICE, VVK, VIGeZ en Kind & Gezin) en voor diabeten (VDV en VIGeZ). Dit vergemakkelijkt de voorlichting naar deze specifieke doelgroepen en het algemene beeld blijft goed herkenbaar. Toch proberen we zoveel mogelijk te vertrekken vanuit het basismodel en de nodige aanpassingen vooral in de bijhorende teksten en methodieken aan te brengen.”
Wordt er in de beschikbare achtergrond informatie en materialen ook rekening gehouden met het feit dat het niet evident is om het eetgedrag te veranderen omdat het onderhevig is aan tal van zowel individuele factoren als omgevingsfactoren? Erika Vanhauwaert: “Het VIGeZ werkt ter ondersteuning van de gezondheidspromotie in Vlaanderen aangepaste methodieken en materialen uit op maat van diverse doelgroepen en settings (www.vigez.be). Naast de actieve voedingsdriehoek als visueel educatiemiddel zijn er bijvoorbeeld ook verschillende voedingstesten ontwikkeld. Zij zijn te raadplegen op www.gezondheidstest.be en willen mensen bewust maken van hun eigen voedingsgedrag. Er is ook specifieke informatie uitgewerkt op maat van bedrijven, ploegarbeiders, basisscholen, secundaire scholen, gemeenten en kansengroepen. Naargelang de doelgroep of setting verandert de focus.”
Sluit de actieve voedingsdriehoek goed aan bij de dagelijkse realiteit? Zijn de adviezen haalbaar? Erika Vanhauwaert: “De actieve voedingsdriehoek geeft aan wat we elke dag zouden moeten eten en hoeveel we zouden moeten bewegen om gezond te blijven. Het zijn gemiddelde aanbevelingen die wetenschappelijk onder-
De herziene versie van de actieve voedingsdriehoek Op 9 maart 2012 werd de herziene versie van de actieve voedingsdriehoek officieel voorgesteld. De gemiddelde dagelijkse aanbevolen hoeveelheden zijn niet veranderd. Er wordt wel meer gefocust op water drinken en minder zout innemen. Het natriumgehalte wordt opgenomen als indelingscriterium voor “kies bij voorkeur” en “kies als middenweg” in verschillende voedingsgroepen. De restgroep verandert visueel niet maar wel inhoudelijk. Waar zitten de belangrijkste veranderingen per groep? Lichaamsbeweging De figuur “wandelen met kinderen” toont dat meer lichaamsbeweging nemen ook laagdrempelig kan zijn. Sporten is niet de enige manier om meer te bewegen. Water Zeven glaasjes water in de watergroep leggen meer nadruk op het belang van water drinken (1 liter van de aanbevolen 1,5 liter). Het natriumgehalte wordt opgenomen als indelingscriterium voor “kies bij voorkeur” en “kies als middenweg”. Het kommetje bouillon (wegens mogelijk te veel natrium en nog weinig actueel) en het lepeltje in de koffie (suggestie voor voorkeur voor koffie zonder toegevoegde suiker) zijn verdwenen. Graanproducten en aardappelen Geen veranderingen. Groenten Het natriumgehalte wordt opgenomen als indelings criterium voor “kies bij voorkeur” en “kies als middenweg”. Soep bereid met minstens 400 g groenten en maximaal 1 bouillonblokje per liter kan volwaardig bijdragen tot de dagelijks aanbevolen hoeveelheid groenten. Fruit Er is meer duidelijkheid over de plaats van vruchtensappen en smoothies in de fruitgroep: zij kunnen vers fruit niet volledig vervangen. Melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten Een bron zijn van eiwitten met een hoge biologische waarde is opgenomen als indelingscriterium. Het vetgehalte uitgedrukt per 100 g kaas wordt gebruikt als indelingscriterium in plaats van het vetgehalte per 100 g droge stof.
De actieve voedingsdriehoek is een visueel vereenvoudigde voorstelling van de algemene voedingsaanbevelingen.
Vlees, vis, eieren en vervangproducten Het natriumgehalte wordt opgenomen als indelings criterium voor “kies bij voorkeur” en “kies als middenweg”. De vetcriteria variëren naargelang het type product. De gemiddelde dagelijkse aanbevolen hoeveelheid betreft het bereid gewogen product. Smeer- en bereidingsvet De olie in het flesje is lichter van kleur. Dit geeft beter weer dat behalve olijfolie ook andere oliën kunnen worden gebruikt. Restgroep Sedentair gedrag (bv. beeldschermactiviteiten, lang zitten) is opgenomen in de restgroep. Naast de aanbeveling om meer lichaamsbeweging te nemen is het ook belangrijk om specifiek sedentair gedrag te beperken. Er wordt aangeraden om niet meer dan 10 % van de dagelijkse energiebehoefte uit de restgroep te halen. Dit betekent niet meer dan 200 kcal voor een volwassen vrouw en niet meer dan 250 kcal voor een volwassen man. Er is een verdere indeling in eerste-, tweedeen derdekeuzeproducten voor koeken, zoet broodbeleg en dranken.
Nutrinews • nr 1 | 2012 | 9
15 jaar actieve voedingsdriehoek
bouwd zijn, maar ook op haalbaarheid getoetst zijn. In de bijhorende achtergrondinformatie proberen we bovendien zoveel mogelijk praktische tips te geven om bijvoorbeeld elke dag 300 g groenten te eten en lekker te koken met minder vet en zout.”
dreigen zal het VIGeZ niet nalaten om te reageren en haar standpunt verder via haar website te verduidelijken en te verspreiden. Gezondheidswerkers en de media kunnen ten slotte ook altijd bij ons terecht met vragen, voor ondersteuning en om teksten na te lezen.”
Wordt er kritiek geleverd op de actieve voedingsdriehoek? Hoe gaat het VIGeZ hiermee om?
Is er al nagegaan of het model zijn werk doet en de Vlaming gezonder doet eten?
Erika Vanhauwaert: “Ja, dat gebeurt. Als er kritiek, vragen, opmerkingen of suggesties zijn, dan kan men deze rechtstreeks aan het VIGeZ overmaken. De driehoek heeft zelfs een eigen email-adres: actieve.
[email protected]. Suggesties en opmerkingen worden altijd ter harte genomen en afgetoetst. Indien terecht en relevant worden ze bij een volgende herziening van de Voor bepaalde doelgroepen zijn actieve voedingsmeegenoaangepaste versies van de actieve driehoek men. Een werkgroep voedingsdriehoek beschikbaar. volgt dit mee op. Kritiek via de pers betreuren we. Het zorgt voor verwarring en kan de motivatie bij de lezers of luisteraars om gezonder te gaan eten ondermijnen. Wij streven zoveel mogelijk overleg en wetenschappelijke consensus na om de bevolking op een uniforme en correcte manier te informeren en te motiveren voor een gezonde eet- en leefstijl. Het thema voeding en gezondheid is en blijft een complex gegeven dat enige nuancering vergt en zich moeilijk in zwartwitboodschappen laat vatten. Wanneer er misverstanden
Erika Vanhauwaert: “De actieve voedingsdriehoek zorgt voor kennisoverdracht en is een visuele leidraad voor voordrachtgevers om voedingsvoorlichting te geven. Dit werd getest en goed bevonden. Om Vlamingen gezonder te doen eten is er behalve een visueel hulpmiddel uiteraard meer nodig. Er zijn immers tal van factoren of determinanten die mee bepalen wat en hoe we eten, bijvoorbeeld de beschikbaarheid van een gezond voedingsaanbod, vaardigheden (bv. het etiket lezen, koken) en sociale steun. Men mag nog zo goed weten dat fruit eten belangrijk is voor een goede gezondheid, maar als er geen fruit is om mee te nemen naar school of naar het werk of als er geen fruit zichtbaar in huis is, wordt voldoende fruit eten moeilijk.”
I. Coene
Meer info? • www.vigez.be/voeding • www.gezondheidstest.be • www.mijndriehoek.be
Meer lezen? Naar aanleiding van de 15de verjaardag van de actieve voedingsdriehoek en de recente herziening werden twee boeken uitgebracht. Zij zijn verkrijgbaar in de boekhandel, via de webwinkel van VIGeZ of via www.uitgeverijacco.be.
“De actieve voedingsdriehoek” – een handleiding voor professionelen Er wordt van A tot Z beschreven wat de actieve voedingsdriehoek inhoudt. Je leest op welke wetenschappelijke basis de driehoek is gebouwd. Je vindt er alle aanbevelingen en indelingscriteria per groep en praktische richtlijnen per maaltijd, per leeftijd en per doelgroep.
“Bewust eten: kiezen, kopen en klaarmaken” – een praktische gids voor het algemeen publiek om uit het grote gamma voedingsmiddelen een gezonde keuze te maken.
10 | Nutrinews • nr 1 | 2012