Vitgave van de CuCtuur Jfistoriscfie VereniginQ 'T.yCandl Q-Cielandl' Elfde jaargang, nummerS December 2001 Hel blad verschijnl 3x per jaar Lidmaatschap/25,-- per jaar Bankrckcning nr.; 36.76.50.029 Correspondentie
adres:
E-mail: Telefoon:
Havenweg 2 8899 BB Vlieland
[email protected] 0562-451606
Bestuurssamenstelling: Dagelijks
bestuur:
J.H.Nanninga J.M.van Grinsven S.Bank-Gieles L.H.Sterenberg Overige
voorzitter vice voorzitter secretaris penningmeester
0562-451606 0562-451959 0562-451640 0562-451033
bestuursleden:
T.Bijtelaar-te Velde M.van der Pol-Reinders D.van der Veen Redactie: J.H.Nanninga J.M.van Grinsveen Commissies: Gasten schilderen Vlieland/Vlielander Amateurs T.Bijtelaar-te Veide Vlielander Monumenten S.Bank-Gieles en M.van der Pol-Reinders Het auteursrecht/copyright van de inhoud van dit blad benist uitsluitend bij de Cultuur Historische Vereniging "Eyiandl Fliclandt" te Vlieland. Wanneer artikelen de naam van een auteur dragen, berust het auteursrecht bij de auteur
Inhoudsopgave Van de redactie Kinderfuhrung Gasten schilderen Vlieland De geboorte van Willem Hesselsz. De Vlamingh VoorlzcUing van ccn artikclcnrccks waarvan hct begin in onzc publicatic van September 2001 plaats vond.
Het huis van zijn jeugd De Commissarissen in "het Vlie" Eerste deel: de nieuwe kolonie
Het Fregatschip "Adriana" 1891-1908 en de zeemansloopbaan van Kapitein Gerrit Bruyn, die van 1850 - 1932 leefde. Bockbesprcking
Het Gulden Vlies
Van de Redactie Lidmaatschapskaartcn Om de werkzaamheden van het museum het Tramp's Huys te verlichlcn, hcbbcn "het Museum" en het bcstuur van onze vcreniging besloten geen lidmaatschapskaarten meer af te geven. Bij een bezoek aan het museum zal aan dc liand van dc Icdenlijst gccontrolecrd wordcn of con lid gratis tocgang hccfl. Nicuw bock ovcrl 75 jaar reddingswerk op Vlieland Van ons lid de heer J.Houter kregen wij het verzoek aan onze leden binnen, om eventueel documentatie beschikbaar te stellen i.v.m. het uitgeven van bovenvermeld te schrijven boekwerk. Degenen die nog aanlckcningcn, folomatcriaal, cnz. in bczit hcbbcn, wordcn vricndelijk verzocht contact met hem op te nemen. Zijn telefoonnimimer is: 0562-451920 Walviskaak De vorig jaar door de Museumtechnische Werken in Groningen vcrvaardigdc replica van ccn walviskaak toondc naar vcrloop van lijd een grote scheur. Onlangs is op het kerkhof een onder garantie vallcndc nicuw replica geplaalsl. De vcrvaardiging is lets gewijzigd, waardoor dc Icvcrancicr gccn problemen meer vcrwacht.
Contributie:
Laatste Aanmaning!!!
In plaats van een herinnering betreflFende de contributie voor het jaar 2001, vcrzockl de pcnningmccslcr hicrbij dicgcncn die nog nict betaald hebben het bedrag van F 25,00 op de Rabobank rekeningnr. 36.76.50.029 ten name van onze vcreniging over tc makcn.
2
In een reaclie op het artikel in ons vorige hlad van Ben Stenekes over Willem de Vlamingh, het volgencie:
Kinderfuhrung
Het bovengenoemd, zeer goed gedocumenteerde en interessante artikel had uitcraard mijn belangstelling. Op biz. 17, 3^^ alLnea staat het woord "Kinderfiihrimg", waarbij de schrijver opmerkt dat het onzeker is (hij bcdoelt waarschijnlijk onbekend, want mecrdcre familieleden op een schip kwam vaak voor) of Willem de Vlamingh toen kindcrcn aan boord had, waarbij hij zich afvraagt of het woord misschien een andere betekenis had. Het is in dit verband vcrmeldenswaard dat het woord Scheepskinderen, in de IS''* - 16'''' eeuw wel gebruikt werd om de scheepsgezellen, d.w.z. de bemanning aan tc duidcn. Aktcn maken dan melding van de Schipper en de Scheepskinderen, o f in ons hedendaags taalgebruik: de kapitein en zijn bemanning. De opmerking "Kinderfuhrung" van de havcnautoriteiten in Koningsbergen, zou daarmede in verband kunnen worden gcbracht. Lezende over de activiteiten van meerdere leden van de "de Vlamingh" familie in hct Oostzee gebied, kan nog gewczcn worden op het artikel in "Tien Eeuwen Eylandt Flielandt" van december 1992 over de vele Vlielanders die zich in de 16'''^ en 17''*' eeuw voor langere tijd, en soms voorgoed, in Danzig vestigden en daar handel cn schcepvaart bedreven.
T.F.J.Pronker
3
GASTEN SCHILDEREN VLIELAND 2001/2002 Gaame nodigen we alle lezers en lezeressen van "Tien Eeuwen Eylandt Fliclandt" uit om dc lentoonstelling "Gasten scliilderen Vlieland" te komen bekijken. Dczc is half oklobcr gcopcnd en nog te bezichtigcn in hcl Tromp's Huys tot 7 april 2002. Er zijn prachtige schilderijen ingeleverd met een grole verscheidenheid aan technickcn, hclgccn dc bczocker steeds weer voor verrassingen zal stellen. Dcrticn dcclncmers hebben Vlieland gcschildcrd. Ilet resultaat van deze manifestaties, zo'n 23 werken, hangt op een zeer overzichtelijkc wijzc in hcl museum. Doordat de expositie ruimte onlangs aangepast is, komen deze door de plaatsclijkc oplianging en verlichting zeer lot hun recht. Het verheugd ons dan ook zeer, dat er in de eerste maand al een 600 bczockcrs gcwcesl zijn, die een stem uitgcbrachl hcbbcn op hiin keuze voor de eerste prijs. Zet deze tendens zich door, dan kan dit ongetwijfcld tot ccn record aantal leiden. Op de naast gelegen pagina is een schilderijen opgcnomcn:
4
lijst met de betrefFende
Deelne(e)[n(st)ers
Titel
Prijs
Frits Casparie
1 2
Vuurtoren Wadkanl bij eb
F 120,00 F 120,00
Bert Gehner
3 4
Armhuis Strand
F 500,00 F 300,00
Anneke van Joolen-Houtsma
5 6
Sloepenrace Zonsopgang
Henk op den Dries
7 8
Noordzeestrand Wad
F 550,00 F 550,00
Thea Speelman
9 10
Inzicht Uilzicht
F 800,00 F 750,00
Paul Mattijsen
11 12
Postweg Wrak
F 450,00 F 450,00
Jelly Terpstra
13 14
Eb De Punt
F 175,00 F 175,00
S.B.Bos
15
Nietiwe Kooi
G.ll. van dc Els-de Lang
16
Wadimpressie
F 2300,00
J.Visser
17
Droogvallen
F 250,00
Johan Kruyt
18 19
Bui Kerk
F 875,00 F 875,00
Wil Voortman-Wcijstcrs
20 21
Zeegezicht Kooisplek
F 300,00 F 200,00
Rien LeflFertstra
22 23
Vuurtoren Drenkel ingenhuisje
niet te koop nict tc koop
niet te koop
verkocht vcrkocht
Vervolg artikelenreeks van onze publicatie van September 2001 over Willem Hesselsz.de Vlaniingli:
3. De geboorte van Willem Hesselsz.deVlamingh.
Het jaar 1640 was het jaar van de zandstormen, die het land "tot ruync en vcrstuyvinge brachten" (1). In het dorp Oost-Vlieland stortte het zand zich vanaf de hoge duinen op de huizen neer en dreigdc alles tc bcdclvcn. Dc nood werd zo groot dat enigc leden van de vroedschap naar Den Haag reisden om daar hulp af te smeken voor hun dorp. In novembcr, nadat het zand tot rust was gekomen door de najaarsbuien, kwam als een kind der zandstormen Willem Ilcsselsz. tcr wcrcld, die later als Willem Ilessclsz. dc Vlamingh rusteloos de zeeen zou bestormen. Kapitcin Ilessel en zijn vrouw Trijn lietcn hun zoon in dc hervormde kerk van Oost-Vlieland dopen. "Moey" Martje Comelis, de waardin van "Dc Ilollandschc Thuyn", was gctuigc. Voor dc vadcr was dc doop van zijn zoon Willem in de Hervormde Kerk een ingrijpende brcuk met het vcrlcdcn. Zijn voorouders, die ccn halve ccuw ccrder als Oostzeevaarders op het eiland waren gekomen, waren doopsgczind gcwcesl. Waarschijnlijk kwam Trijnljc Cornclis voorl uit een hervormde familie. Het gemengde huwelijk van Hessel en Trijn Cornells kwam bij dc harde kern der Doopsgezinden nauwelijks voor, maar stuitte bij de meer gematigde richtingen, zoals die der Vlaams-doopsgczindcn en Waterlanders, op minder grole bezwaren. Zij woonden hier in de eerste plaats om ongestoord hun bcrocp uil Ic kunnen ocfcncn zonder confliclcn met de hervormden.(2). Zelf weerstond Hessel Dircx nog 4 jaren de hervormde druk, voordat hij zich gewonnen gaf en zich op volwasscn Iccflijd in dc Hervormde Kerk liel dopen op bclijdcnis.(3) 6
Bij dc doop krccg Willcm Ilesscls dc naam Dc Vlamingh nict mcc. Zijn vader heeft die naam zelfs nooit gevoerd, want toen Trijn Cornclis, die ccn hogc Iccftijd bcrciktc, aan het cind van dc 17''* eeuw werd genoemd in een transportregister, was zij de weduwe van IIcsscl Dircx zaligcr (4). Ongetwijfcld zal Willcm IIcssclsz. ccn rcden hebben gehad om zich de Vlamingh te noemen: hij is waarschijnlijk dcmonstraticf dc Doopsgczindc richting wccr opgegaan. Maar de reden voor die achtemaam zou ook wel eens in het vcrlcdcn kunncn liggcn, in ccn tijd ver voor zijn gcboortc, toen zijn ovcrgrootvadcr nog een jongc man was.
Bronvermeldingen: 1. 2.
3. 4.
Oud-Archief Oost-Vlieland, inv. nr. 1, Resolutieboek van burgem. en vroedsch, anno 1640 Het dorp Oost-Vlieland herbergde in de Gouden Eeuw zeer veel doopsgczindcn van vcrschillcndc gczindtcn. Dc bckcndc Vcrmaning aan het Achterom was niet de enige doopsgezinde kerk in het dorp. In de Grote Straat, aan de lage zijde, bevond zich in het oostclijkc dccl ook ccn doopsgczindc kerk cn vrijwcl rccht daartegenover nog een aan de hoge zijde. Maar ook in het westelijk deel van het dorp aan de Grote Straat, aan de lage zijde, bijna gchccl achtcraan stond nog ccn Vcrmaning. Dczc was waarschijnlijk voor de vissers. Het lijkt crop dat er in OostVlieland rond 1680 drie a vier verschillende doopsgezinde richtingcn aanwezig waren. Oud arch. Oost-Vlieland, doopregister der hervormde Kerk. Rijksarchief Fryslan., toegang 13-40, inv. nr. 4, transportregister 1690-1697, fol. 26, d.d. 12-5-169
7
4. Het huis van zijn jeugd.
Willem Hesselsz. woonde in zijn jeugd in de "Grote Straat", die nu Dorpsstraat heel. Het huis stond "om dc west", aan de "Hogc Zijde" : dus in het westelijke gedeelte van het dorp, aan de zijde met de even nummers. Een lange, dicht op elkaar gebouwde rij huizen strckte zich vanaf de Kerkeglop uit naar het westen. In 1644, toen Willem Hesselsz. vier jaar oud was, woonden hier ruim 50 gezinnen en ook in 1685 was dit aantal nog steeds hetzelfde (1). Op regelmatige afstandcn van 5 a 6 woningen werd de lange rij onderbrokcn door negen "gemeene gloppen", waarlangs men de dicht bevolkte Achlcr(om)straat kon berciken (2). Zelfs als men rekening houdt met de vele kleine houten huizen, die er om de west stonden, dan namen deze negen gloppen en ccn aantal grote stenen huizen tussen de houten hutjes teveel ruimte in om binncn dc huidige bebouwing te kunnen vallen. Uit dc koop en vcrkoopakten der huizen blijkt dat men zelden achter elkaar, maar vrijwcl uitsluitend naast elkaar woonde, ccn drietal woningen in enkele gloppen uitgezonderd (3). Een tekening van J. Rietschoof in 1712 (4), waarop de gehclc zuidzijdc van hct dorp Oosl-Vlieland wordt afgebeeld, en een plattegrond van de landmeter J. Harge die in de 1S*"" eeuw zelfs enige tijd in hct dorp Oost-Vlieland woonde, docn ook vermoeden dat het dorp verder naar het westen toe doorliep. Een derde aanwijzing vormt dc benaming van "Het Cocpadt" (5), dat tcr hoogte van het huidige pand 202 de Grote Straat met de Achtcromstraat vcrbond. Dit pad kan gediend hebben om kocicn van de ene weide naar de andere te brengen. Daar een deel van de weilandcn ten zuidwcstcn van het dorp lag, was de plaats van het pad ook ver naar het westen. Waarschijnlijk heeft er in de buurt van dit pad ook ccn bocrdcrij gestaan. Ten westen van dit pad bcvonden zich 8
nog 15 woningen, die verder dan tegenwoordig naar het westen hcbbcn gcstaan. Doordat het aantal huizen ten westen van de Kerkeglop aan de hoge zijde van dc Grote Straat in dc pcriodc van 1644 tot 1685 gclijk was gebleven, kon hier de plaats van ieder afzonderlijk huis worden vastgcsleld. Zo kon ook de plaats van de woningen van dc broers Aryaen en Hcsscl Dircks worden opgcspoord. Rond 1685 woonden in hun huizen de grootschipper Pieter Comelis Leeck en burgemeester Kerst Andries. De eerstgenoemde woonde in de 3'^^ glop , gerekend vanaf de Kerkeglop. De 2^ woonde ten zuiden van Pieter Com. Leeck op de oostelijke hoek van deze glop. Deze 3*** glop is dezelfde als de huidige Waterhalersglop (6) De vraag is of het ouderlijk huis van Willem Hesselsz.op de hoek van deze glop en de Grote Straat stond, of dat daar zijn oom Aryaen Dirks woonde. Uit de volgordc van vermelding in het haardstee register van 1644 en in het verpondings register van ca. 1685 blijkt dat hcl gczin van IIcsscl Dirks op de hock van dczc glop woonde (7). Het lastigst is de vraag te beantwoorden of dit huis waarin hij in zijn jeugd gewoond hccll ook zijn geboortehuis is gcwccst. Tusscn hcl moment van zijn geboorte in november van het jaar 1640 en het moment van dc vervaardiging van het haardstee register in September 1644 liggen bijna 4 jaren. Daar de familieclan der "Hessels" in OostVlicland wel bcgocdigd was, lijkl het uitgeslolcn dat hcl jongc gczin van Hessel Dirks in 1640 bij de geboorte van Willem Hesselsz. nog gecn woning had gcvondcn. Nict allcen had IIcsscl Dirks zclf als kapitein een goed beroep, maar ook diens vader was rijk. Dirk IIcssclsz, had zich namelijk na zijn tcrugkomst uit dc Sont gcvcsligd in het grote pand "Het Wapen van Harlingen" dat twee schoorstenen teldc cn in dc Grote Straat stond. (nu Dorpsstraal 75). Latcrc aklcn doen vermoeden dat dit een herberg is geweest. Zij waren dus wel in slaat ccn huis voor hcl jonge gezin te kopen. Daar dc Iransportaktcn pas in 1681 aanvangen, is het echter niet mogelijk met zekerheid te slellcn dat hcl gczin tusscn november 1640 en September 1644 nict verhuisd is. Bovendien is het onmogelijk te achterhalen of het gezin voor of na dc gcboortc van Willcm Hessels uit het huis van Dirk Hessels is vertrokken. 9
Over de plaats van het geboortehuis van Willem Hesselsz de Vlamiiigh kan dus geen absoluul oordeel worden gcveld. Ilet mccsl waarschijnlijk is het huis op de oostelijke hoek van de huidige Walcrhalcrsglop/Grolc Slraal zijn gcboortchuis. Maar ook zijn grootvaderlijk huis, "Het Wapen van Harlingen", kan niet uitgeslotcn wordcn. Een derde, onbckcnde pick is minder waarscliijnlijk Bronvermeldingen: 1.
2.
3.
4. 5. 6.
7.
10
Oud Archief van Oost-Vlieland, inv. nr. 16, fol. 65v-91 en Oud archief Medemblik, berustend in het streekarchief Hoorn, inv. nr. 1011, Jan Tack tot mr. Jan. llcl woord "gcmccnc" kan als algcmcnc gclczen wordcn: voor een ieder te gebruiken. Een greep uit de akten waarin deze gloppen worden genoemd: Rijksarchief Friesiand, archief van het ncdcrgcrccht Vlieland, inv. nr. 3, fol. 300. Inv. nr. 4, fol. 96 (dc familie Willem de Vlamingh koopt een huis in de Coeglop), fol. 92, 2''= akte. Inv. nr. 5: fol. 82, fol. 119, fol. 147 en fol. 163. Inv. nr. 6: fol. 73, fol. 101 links cn fol. 372. Daarmcc zijn dc 9 gloppen vanaf de Kerkeglop in westelijke richting aangegeven. Deze 3 woningen worden o.a. vermeld in: Rijksarch. Friesiand, enz. als 21. Inv. nr. 3, fol. 300. inv. nr. 4, fol. 96 en inv. nr. 6, fol. 229. Deze tekening kan men raadplegen in het Museum "Het Tromp's lluys'op Vlieland in dczccvaartvitrineop zoldcr. Zie 22: inv. nr. 4, fol. 96. Dc 3''" glop vanaf dc Kerkeglop: zic voorn. Archief, inv. nr. 3, fol. 300 en inv. nr. 5: fol. 82 en 119. Zij vermelen de eerste drie gloppen. Dc l * " cn 2'''' glop hcbbcn zich waarschijnlijk bcvondcn waar nu tuinen liggen. Telling der huizen en opengevallen plaatsen brengt de 3**° glop op de plaats van de Waterhalersglop. Daar dc gloppen icdcr 5'^' of 6'''^ huis voorkwamcn, is vcrschuiving van 5 of 6 huizen uitgeslpten. De Waterhalersglop is ogenschijniijk, gezien de aanliggende panden, vrijwel niet veranderd. Vergelijk de volgorde in het Oud-archief Oost-Vlieland, inv. nr. 16, fol. 83v: Pieter Corn. Leeck, die in deze glop woonde. Dit blijkt ook uit bovcngcnocmde akte fol. 300 in inv. nr. 3. Hn: Oud -archief Oost-Vlieland, inv. nr. 16, fol. 84: burgemeester Kerst Andries. Eveneens uit Rijksarchief Friesiand, nedergerecht Vlieland, inv. nr. 4, fol. 139. Hij woonde volgcns dczc akte op dc oostelijke hock van dczc glop.
Met de volgorde in het haardstee register van 1644, waarin Aryaen Dircks ook voorafgaat aan Hessel Dirks. Daar de volgorde van dczc registers (ni. het haardslcc register van 1644 en het verpondings register van 1685) op alle plaatsen gelijk is mag men aannemen dat dit voor de situering van deze beide huizcn aan het Waterhalersglop ook gcldt.
5. Overzicht van de familierelaties Van Willem Hesselsz. de Vlamingh
Over de periode 1588 tot ca. 1740 konden tot nog toe de familierelaties van Willem Hesselsz. de Vlamingh wordcn nagetrokken.Daar de familie vrijwel geheel uit Doopsgezinden bcslaal cn daar vclc pcrsoncn leefden in een tijd dat cr nog vrijwel geen doop-, trouw-, of overlijdensregisters bestonden moet dit ovcrzicht als ccn bcnadcring wordcn bcschouwd. Maar tengevolge van de op Vlieland niet alledaagse naam Hessel, die vcrdcr op Vlieland allccn voorkomt in de aangctrouwdc familie van Hessel Poulusz Klein, was het samenstellen van de gencalogie toch mogelijk. Opvallcnd is het voorkomen van exact dezelfde namen, waarvan Willem Hesselsz de Vla-mingh zelf een voorbecld is: liij had in 1595 reeds ccn voorloper die zich Willem de Vlamingh noemde. Dit verschijnsel kan volgens de heer Nicuwland, Ryksargyf Fryslan ccn gcvolg zijn van ccn bijgeloof dat tot halverwege de Gouden Eeuw in zwang was: Men vernocmde kinderen niet naar nog levcnde familielcdcn, waardoor in de onderhavige familie vaak ooms en tantes werden vcrnocmd, i.p.v. grootvaders. 11
Voor de liefhebbers volgt hier een "voorlopig" overzicht van de fainilierelalics van Willem Ilessclz de Vlamingh: 1'" generatie: -llcsscl Dircx, dc ovcrgrootvadcr, voorlopig stamvadcr. Gcborcn ca. 1550. Tot ca. 1600 Oostzeevaarder op "De Swarte Hont" als schipper. Woonde te Oost-Vlieland. Zijn broer was Ariaen (of ook Adriaen) Dircx, geboren ca. 1550. Tot ca. 1602 Oostzeevaarder op "'Dc Si. Pclrus" en "Dc Mclckmcydl" als schipper. Hvcnecns wonend in Oost-Vlieland l*"" generatie: Dirck Hesselz, ook Dirck Hesselsen, de grootvader. Geboren ca. 1585. Tot 1630 visiteur (douanebeambte) in de Sont. Vanaf 1621 voorkomend in de bclastingrcgistcrs van Oost-Vlieland. Woonde in dc Grote Straat lage zijde, oostelijk gedeelte, in een groot huis. Leefde in elk geval tot 1660. Broers: Jacob Hesselsz., geboren ca. 1575, schipper en Oostzeevaarder op de "Witte Valck" van 1595-1599. (kinderen: Hessel, Neel, Aryaen, Pieter, Jan cn Jacob Jacobs, vclen met dc bijnaam Crab, cn in dc klcinzoons Jacob Hesselse Mossel, Jan en Pieter Jans Crab en het achterkleinkind Sytje Pieters Crab. Van deze tak worden verder geen nakomelingen meer onderzocht. Willem Hesselsz., ook Willem Hesselsen (alias Willem de Vlamingh). Geboren ca. 1575, schipper/Oostzeevaarder op "De Knickhaen" of "Kncghkacn" van 1596 lot 1602. Hij was korle tijd koopman in Denemarken, wonend in De Sont. Waarsch. daar gebleven of vroeg overleden. Komt niet voor in de cohieren van Oost-Vlieland, maar had als koopman in Denemarken wcl conlaclcn op Vlieland, namclijk met Dominicus Jans, de herbergier van het Gulden Vlies. Hij gebruikte voor zijn goederen een merkteken waarin een H ea een V. zichtbaar zijn. Van deze lak zijn gccn nakomclingcn ondcrzocht. Hct is namclijk onzeker of zijn nakomelingen in Oost-Vlieland hebben gewoond. Neel Hesselsdr. Geboren ca. 1575. Overl. 1610. Gehuwd met Jan Alberts van Mcyn, Oostzeevaarder, cclilclieden tc Oost-Vlieland. Z i j bczat een graf (in de kerk) van Oost Vlieland. Maertje Hessels, geboren ca. 1575, overl. na 1644. Komt voor in de bclastingkohicrcn van Oost-Vlieland. Zij woonde aan dc lage zijde van dc Grote Straat, oostelijk gedeelte in ccn groot huis met 2 schoorstcncn
12
3*** generatie Hcsscl Dircx, dc vader, gcborcn ca. 1615, doopsgezind opgcvocd wcgcns doop op volwassen leeftijd. Was in 1644 kapitein, woonde aan de hoge zijde van de Grote Straat, dichtbij de kruising met de Molenstraat. (tegenwoordig Molenglop) Gchuwd met Trijn Cornclis. Hij kwam na 1644 nict mccr voor in de cohicrcn. Waarschijnlijk jong overleden. Broers: Aryaen Dircx, woonde hoogstwaarschijnlijk in hetzelfde huis als Hessel Dircx. O f er naast. Schipper, waarsch. Oostzeevaarder. Overleed voor 1672. Zoon Arjacn Arjacns. Jan Dircks Hessels. Geboren ca, 1620-1625. Schipper, waarsch. Oostzeevaarder. Hij trouwt Lysbcth Macrtcns Schacff, die dochter was van een doopsgezinde timmerman en vermaner in Oost-Vlieland. Jan Dircks Hessels vertrok eind n*** eeuw als makelaar naar Amsterdam en kocht het familicgraf in de kerk van Oost-Vlieland, dat aan zijn tante Neeltje Hessels had toebehoord. Overleed ca. 1701. Kinderen Adriaen Jans nu eens met de toevoeging Schaap, dan weer met Coy. Martje Jans, die met Jan Hessels Klein trouwde en bij hem Dirck Jan Hessels "convooiloper" procrcecrde. Maarten Dircks, geboren ca. 1615, overleden na 1653, getuige de belastingcohieren van Oost-Vlieland. Kinderen: Ariaen Maertens Klinck, klcink.: Soutjc Ariacns. 4*** generatie: Willcm IIcssclsz. dc Vlamingh, huwdc 1669 tc Oost-Vlieland met Willcmpje Comelis. Alle kinderen werden in de hervormde kerk van Oost-Vlieland gedoopt, hoewel de Vlamingh zelf, evenals zijn voorouders waarschijnlijk doopsgezind van dc "Vlaanischc" richting was. Dczc tcgcnstrijdighcid wijst op aangctrouwd hervormd.
13
Kinderen: 1. Ilcssci, d. 6-10-1669, waarsch. jong ovcrlcdcn. 2. Eeuwertje Vlamingh, d. 6-12-1671, vertrekt 10 maart 1699 met hervormde attestatie naar Amsterdam, trouwt met Claes Boeff, van oorspr. ook Vliclandcr. Is in 1736 wcduwe van hem. Dochtcr en enig erfgename: Maria Boeff, trouwt voor 1746 met Mr. Wybrand van Itsma, lid van de Gedepu-teerde Staten van Friesland. S. Trijntjc, d. 3-12-1673, ovcrlijdt waarsch. jong. 4. Trijntje, d. 27-1-1675. Overl waarsch. op 78 jarige leeftijd, hoewel er teveel Trijntje Willemsdrs in het dorp woonden om dit met zekerheid te zeggcn. 5. Hessel, d. 19-1-1676. Nadere bestudering is nodig om zijn nakomelingen te vinden. Hoogstwaarschijnlijk zijn Willem en Ariaan Ilcssclsc, die in het begin van de 18''''" ccuw in het Verpondingsregistcr van Oost-Vlieland voorkomen. zoons van hem. Mogelijk is de wagenaar Willem Ariaans Jonker, een achterkleinzoon van Willem Hessels de Vlamingh 6. Comelis de Vlamingh, d. 12-6-1678, die als jonge, voor die tijd nog niet volwassen man, de reis naar Australie meemaakte als stuurman, en als gezagvocrdcr tcrugkccrdc. l l i j overlce d op 27-1-1735, oud 56 j . Zijn lijk werd voor f 30,- vanuit Amsterdam naar Oost-Vlieland overgebracht. Hij Met in het begin van de IS"*' eeuw ook een jong zoontje, Claas, begraven. Hierbij mocst ccn graf geopend wordcn, waarvoor hij bctaaldc. 7. Pietje, d. 25-1-1680. Haar lot is onbekend. Mogelijk leeft zij later door een leesfout/schrijffout verder onder de naam Tietje Willems. 8. Aefjc, d. 11-4-1688. Z i j huwde voor 1710 haar buurman, de commissaris van de Amsterdamse admiraliteit, die ten westen van haar woonde op de oostelijke hoek van Grote straat en Molenstraat. Haar man overleed in 1729. Haar zoon Arent Vlamingh Selkart overleed in 1738 als haar erfgenaam. Hij liet zijn bezittingen na aan Eeuwertje Vlamingh
Van de onderstaande namen zijn de ouders niet bekend: Aryan Willems Hartogh (ca. 1705) Aryan Jans Vcrmcycn (ca. 1705) Ysbrand Gcrrils Vlamingh
Ben Stenekes 14
De Commissarissen in "het Vlie" Inleiding: Er is veel onduidelijkheid over de aanwezigheid van de commissarisscn ler admiraliteit in het dorp Oost-Vlieland. Het is nu eenmaal moeilijk om het verleden te doorzien, Toch herinneren sommige overleveringen en namen nog aan die vervlogen tijd, toen in het dorp Oost-Vlieland de Heren der Admiraliteiten rondwaarden. Hcl slaat vast dat er vanaf 1598 tot 1795 door drie Colleges ter Admiraliteit, te weten die van Amsterdam, West-Frieslan/Noorderkwartier en Friesiand commissarissen naar het eiland zijn gezonden om in het Vlie de zaken der zee te behartigen. In een aantal arlikclen zal hicrop nader worden ingegaan.
1. De nieuwe kolonie Onder het bestuur van Karel V , in de jaren voorafgaand aan de 80jarige oorlog (die van 1568-1648 duurde), wees niets crop dat er in de toekomst op het Oosteinde van het eiland Vlieland eens een welvarcnd dorp verrijzen zou met 1800 a 2000 inwoncrs waaronder commissarissen in Het Vlie van 3 verschillende Admiraliteiten. Op de plaats van het toekomstige dorp lag slechts een kleine "uitbuurt'Van het dorp West-Vlieland. Kennelijk waren de handels en vrachtvaarders nict geihteresseerd in het eiland, want het aantal schippers dat in die tijd bij het passeren van de Sont Vlieland als domicilic opgaf bcdrocg 0 o f 1. Toen brak de 80-jarige oorlog uit. Het was een bevrijdingsoorlog en het Waddcngebied was, naast Den- Briel het cerst aan bevrijding toe. Hier konden de Watergeuzen de Spanjaarden goed weerstaan. De gcisolccrdc Waddeneilanden cn het gemakkelijk bcrcikbare "Embdcn" boden een goede vluchtplaals. A l sncl controlccrdcn de
geuzen de scheepvaart op de Waddenzee en namen schepen van de vijand in beslag. Met name sehepen uit Amsterdam werden geweerd, daar deze stad aan het begin van de oorlog de zijde van de Spanjaarden had gekozen. Om die reden verlieten vele handelsschepen het IJ en vestigden zich overal waar men dc Spanjaarden van zich had afgeschud. In 1574 bezat Vlieland dan ook plotseling een forse vloot van 27 schepen, waarbij hct dorp incens 350 woningen tclde. De schippers uit het dorp, gaven in dat jaar bij het passeren van de Sont, Vlieland als domicilie op (1). Deze 27 schippers lijken het ontstaan van een dorp van 350 huizen met ongeveer 1500 inwoners niet te kunnen verklaren. Met hun gezinnen waren het hooguit 100 personen. Hxm personeel met familie, mogelijk het achtvoudige, waarvan waarschijnlijk ccn groot deel ook op het eiland woonde, brengt het aantal echter al dichterbij. Op het eiland vestigden zich echtcr ook vecl mensen met beroepen die te maken hadden met deze nieuwe vloot. Zeer belangrijk waren bijvoorbecld de wagcnaars die over de brede wadplaat ten zuiden van het eiland af en aan reden. Zonder deze wagens zou de vestiging van een vloot bij Vlieland waarschijnlijk niet eens mogelijk zijn gcwcest. Echter ook de timmerlieden, die schepen repareerden en huizen bouwden. Tenslotte waren er ook nog de Watergeuzen zelf Zij konden het veiligst wonen in Oost-Vlieland: zo ver mogelijk van de vaste wal, vlakbij het Vlie dat van groot stratcgisch bclang was. Bovendien hadden ze hier een zeer goed uitzicht en konden door de brede wadplaat voor de kust, ook niet plotseling ovcrvallen worden. De nieuwe Vlielandse vloot werd door de geuzen waarschijnlijk niet allecn maar gctolereerd. Zij hadden tijdens de strijd groot bclang bij een goede aanvoer van goederen. In elk geval is de komst van een nieuwe vloot Oostzecvaarders naar Oost-Vlieland in tegenspraak tot de reputatie die de watergeuzen in de geschiedschrijving hebben als rovers cn plundcraars van schepen. Het lijkt er meer op alsof zij al in die tijd een ruwe, admiralitcitachtigc organisatie bezaten. Hun doclstellingen: oorlog voeren op zee en regulering van de scheepvaart leken in elk geval sterk op dc doclstellingen der latcre officicle admiraliteitcn. Of zij 16
ook al gebruik maakten van commissarissen is onbekend. Zeker is in elk geval dat in die tijd de Admiraliteit van Amsterdam nog niet bestond en ook geen commissarissen naar Vlieland had gestuurd, omdat Amsterdam nog onder het Spaans bewind stond. Toen Caspar di Robles in 1575 het dorp Oost-Vlieland platbrandde was dit waarscliijnlijk niet uit wraak of frustratie, maar eerder ccn weloverwogen daad om een belangrijk steunpunt van de tegenstanders te treflen. De brand maaktc op de inwoncrs zoveel indruk dat er 62 jaar later nog over werd gesproken. In 1637 verrichttcn de Oost-Vlielandse burgers Symon Swccdt en Yck Douwes de cultuur -historische daad van hun leven. Zij haalden "de grote brand aan" om een gemeene glop van de ondergang te redden. Zij vonden dat men de gemeene glop tussen hun huizen niet mocht dicht bouwen omdat die "cr van outs he(e)r en altijdt geweest heeft, niet alleen na(ar) de brant, over desen dorppe voorgevallen, maar ook voor de brandt". De herinnering aan deze brand veroorzaakte zoveel ontzag bij het dorpsbestuur, dat zij het verzoek direct inwilligdcn met dc woorden: "en dat het zal blijve een gcmeen glop gelijck het altijd geweest is". Deze glop kon niet worden gelokaliscerd omdat in 1637 de bewoners van "de buurt achter de Grote Straat" (Dorppstraat) in de haardsteeregisters van 1637 en 1644 nict met name genoemd wordcn. Nadat Amsterdam zich in 1578 aan de zijde der opstandelingen had geschaard, vcrtrokken de Oostzee-vaarders tcgen de verwachting in, niet uit Oost-Vlieland. Ze hadden de voordelen van het dorp aan het Vlie ontdckt. In dc loop der tijd zou de vloot nog verder groeien. Het dorp was rijp voor dc komst der commissarisscn in het Vlie. Bronvermelding: 1: Ilcnk Schoorl,dc Convexe Kustboog, dcel 3, label 8, pag. 643
Ben Stenekes 17
Het Fregatschip "Adriana" 1891-1908 en de zeemansloopbaan van
KaptGerrit Bruyn 1850-1932
Na het verschijnen van zijn boek "Het Barkschip Amicitia, verschijnl cr opnicuw ccn werk over het leven en varen van ccn Vlielander zeilschip kapitein uit handen van ons lid de heer T.F.J.Pronkcr. Er werd in hcl bock over "Hcl Barkschip Amicitia" niet alleen de geschiedenis van de in 1885 gebouwde ijzeren bark "Amicitia" bcschrcvcn, maar tevens een biografie van de langstlevende van de Nederlandse kapiteins ter Groote Zeilvaart, de Vlielander groolvadcr van de auteur, Kapt.T.Pronkcr, bcginncndc als 14-jarige scheepsjongen, matroos, stuurman, gezagvoerder op de "Amicitia" cn dirccleur van een sloomboot recderij. Dit bock dat in ons tijdschrift van September 1999 werd beschreven en dat zich in onze bibliotheek bcvindt, is toen door velen op Vlieland aangcschafl. Tegelijk met zijn werk aan het "Amicitia" boek, had de schrijver ook de gchclc levensloop van het Ircgat "Adriana" met 28 reizen tusscn aUe werelddelen gereconstrueerd. Tevens beschikte hij, door familicbanden over vclc details cn uitgcbreid illustraticmateriaal betrefifende de zeemansloopbaan van de eveneens Vlielander kapitein G. Bruijn, die de "Adriana" gedurendc bijna haar gehcle bestaan voerde. Een kapitein die ook voor-de-mast begon en van zijn 43 jarcn op zee, gedurendc 25 jaar het bevel voerde over nict minder dan zes zeilschepen. Met de "Adriana" kwam hij acht maal om Kaap Hoorn. Op twee van die Kaap Hoorn reizen had de "Adriana"mct uitzonderlijk slecht weer te kampen. In 1896 slaagde Kapt. Bruijn er in om zijn schip ondanks zwarc schade aan romp en tuig, vcilig in
18
Rio de Janeiro binnen te brengen. Ook in 1908 eisten storm en ijs bij Kaap Hoorn zo'n zware lol dat Kapt. Bruijn opnieuw moest bcsluiten om Rio de Janeiro als noodhaven aan te lopen; toen echter was het schip te oud om omvangrijke rcparaties nog lonend te makcn cn moest de "Adriana"als een van de laatste grote zeilschepen de Nedcrlandsche vlag strijken. De "Adriana" was gebouwd in Alblasserdam en eigendom van de scheepsbouwers en reeders familie Smit aldaar. Aan het bock over de "Adriana" werkte de Alblasserdammer A. Belder als medeauteur mee, vanuit zijn kennis over de bouwwerf, de reeders, de financiele achtcrgronden, schadcs opgelopen tijdens zware reizen enz.. Met 230 bladzijden is dit "Adriana"-boek niet zo omvangrijk als de 700 bladzijden van het "Amicitia"-boek, maar het is zeker niet "een herhaling"; in tegendeel, het nieuwe boek bevat vrijwel uitsluitend nooit eerder gepubliceerd tekst en illustratie matcriaal. Uniek zijn ook de gespecificeerde bouwkosten, de uitvoerige en zeer gedctaillccrdc invcntarislijst die een goed beeld gccll hoe zo'n schip was uitgerust. Bijzonder is eveneens, dat van de "Adriana" een zeilenboek is ovcrgclcverd, waarin allc zcilcn met maten, materialen en uitvoering in tekening zijn gebracht. Ook dat, nooit eerder van een zeilschip uit die periode beschikbaar gckomen, zeilenboek is integraal en in facsimile in dit nieuwe boek over een van onze laatste schepcn van de Groote Zeilvaart opgenomcn." Het Fregatschip Adriana" zal gcbondcn worden in een fraaic band. De oplage van 1500 exemplaren van "Het Barkschip Amicitia" was binnen andcrhalf jaar uitvcrkocht. "Het Fregatschip Adriana" zal 25 Januari 2002 in het Maritiem Museum te Rotterdam te water worden gelaten. Licfliebbers kunncn nu het nieuwe bock bij voor intekening tegen gereduceerde prijs reserveren. Wat Vlieland betreft, kunt U zich meldcn bij T.F.J. Pronker, Dorpsstraat 29, tcl.451454.
19
Het Gulden Vlies Aan het eind van de 16 eeuw begon voor het dorp Oost-Vlieland een geheel nieuw lijdperk. Het was reeds enige tijd ccn groot dorp met vele inwoncrs die hun bestaan vonden als Oostzeevaarders, maar ccn bcstuur of ccn raadhuis bczat het dorp nog nict. Enigc lijd voordat het dorp een vast bestuur kreeg hadden zich echter al enige invloedrijken in hcl dorp als burgcrlcidcrs opgcworpcn. Zij zouden ook de eerste burgemeesters worden.Rond de tijd van de komst der commissarisscn van drie colleges ter admiraliteit naar het dorp was ook het bestuur van Oost-Vlieland op voile sterkte. De burgemeesters cn dc vroedschap mocsten vergadcren maar zij hadden nog geen raadhuis. Dus vergaderden zij in herberg het "Gulden Vlics", waarvan burgemeester Dominicus Jans dc waard was. Het Gulden Vlies was voor 1598 het dorpscentrum en waarschijnlijk ook het oudstc gcbouw van het dorp. Vanuit het voorste gedeelte van deze herberg, gelegen aan de lage zijdc van de Grote Straat, hadden de burgervadcrs in 1596/97 ccn goed uitzicht over het centrum van het dorp met op de achtergrond in noordclijke richting het oude kerkje dat nodig vcrnieuwd mocst worden. Daar, vanuit hun vergaderkamer in het Gulden Vlies, hadden zij ook een goed uitzicht op die pick aan dc overzijdc, icts naar het oosten, waar nog ruimte was voor een nieuw raadhuis. Daar werd het raadhuis dus gcbouwd, lerwijl dc vroede vaderen tockeken vanachter de ramen van "Het Gulden Vlies". De langc gescliicdcnis van dit "Gulden Vlics", dat stond op dc plaats waar nu het westelijk gedeelte van het gemeentehuis gcbouwd is, en ten westcn hiervan nog lets doorliep, kan wordcn doorgrond met dc gcgevens uit diverse registers, die berusten in de archieven van het dorp Vlieland zelf, het Rijksarchief in Friesiand en het Streekarchief in Hoorn. Aan het begin van dc 17**^ eeuw zag dc cigenaar/burgemeester van het Gulden Vlies, Dominicus Jans, zijn dochter Bcatrijs trouwcn met Leenert Focckes, de zoon van dc Oostzeevaarder Foecke Eelkes. Dezelfde Foecke die nog had gevaren met Willem dc Vlamingh's ovcrgrootvader Hessel Dirx. Dc cnc als 20
schipper van "De Witte Swaen" , de andere als schipper van "De Swarte Hont". Leenert Foeckes koos voor een rustiger bestaan. Hij volgde zijn schoonvadcr, (die voor 1621 stierf) op als waard van het Gulden Vlies. Het bracht hem rijkdom, want in de eerste belasting cohieren van Oost-Vlieland wordt hij als geld opbrengende belastingplichtige gemeld. (Streekarchief Hoom, oud-arcWef Medemblik, inv. nrs. 967, 990.) Hct achtcrste gedeelte van zijn herberg werd door de familie als woonhuis gebruikt, want in 1637 wordt het het huis van Leenert Foeckes genocmd met 3 schoorstcnen.(idem, inv. nr. 1010). Maar in 1644 bij het teUen van de schoorstenen werd op dezelfde plaats alwccr "'t Vlies" genoemd met 3 schoorstcncn. In de loop der jaren gaat de oude herberg zeker niet achteruit want de eigenaar, Leenert Foeckes bercikt in 1654 in het taxatierapport, dat o.a. door Willem de Vlamingh's grootvader, Dirck Hessels werd opgemaakt, de positie van hoogst aangcslagene in hct dorp met " f 8000" getaxeerd vermogen". Dit vermogen geeft een indruk van de voorspoed van Het Vlies. Het "extract authentiq uyt het quohier van het Groote familiegelt ofte 200cn pcnningh"van 1675 nodigt vervolgens uit tot ccn klein maar niet zo heel erg gewaagd sprongetje, want daar staat vermeld dat inmiddcis zijn dochter Pleun Leenderts, ccn der erfgenamen van haar vader is. Leendert Foekes is dus tussen 1661 (de laatste vermelding in het oud archief Medemblik, cohicr 1000^* penning, inv. nr. 996) en 1675 overleden. Daar hij reeds in 1600 een jonge man moct zijn gcwcest is hij dus oud gestorven. Het drukke, interessante leven als herbergier tussen dc Oostzecvaarders, walvisvaardcrs, burgervadcrs, vlootvaders en loodsen op zoek naar een vrachtje door het Vlie, lijkt zijn gezondheid niet in dc weg tc hebben gestaan. Zijn overlijden op hoge leeftijd had wel tot gevolg dat "Het Vlies" nagelaten werd aan een groot aantal erfgenamen. Waarschijnlijk wel zo'n 12, die alien een part van het Vlies ontvingen en dit vervolgens op cigcn houlje doorverkochtcn. Vermelding van dc vcrsnipperde verkoop van deze partjes levert een meer dan gemiddeld aantal gcgevens over de herberg op in dc registers der transportaktes. Welke 21
parten er voor 1681, het eerste jaar van de transportakten, zijn vcrkocht is onbckcnd. Waarschijnlijk hicld dc familie van volwassen kinderen het Vlies aanvankelijk nog in eigen beheer. De herberg leverde tcnslollc gcnocg winst op. Pas in 1692, als de kinderen van Leendert Foekes inmiddels ook hoogbejaard zijn geworden, begint dc vcrkoop van parten "Vlies" op gang te komcn. Ecrst wordt cr ccn part van 1/12 verkocht. Het bedrag van f 58,- voor een twaalfde part lijkt wat tcgcn tc vallcn. Maar men moct bedenkcn dat dc herberg inmiddels ruim 100 jaar bestond, en dat waarschijnlijk het achterste woonhuisgedccltc daar niet bij inbegrcpen was. Dat werd namelijk in 1693 afeonderlijk verkocht aan de kaagschipper Pieter Jans Valck voor 400 gulden. (Ryksargyf Fryslan, toegang 13-40, inv. nr. 4, fol. 50, 17-1-1693). Met dczc gcgcvcns in handen valt wel lets over de groottc van dc herberg te zeggen. Als men de 12 parten optelt blijkt de herberg op dat moment ca. F 700,- waard tc zijn. Het voormaligc Tromp's Iluys, dat 30 jaar later, rond 1730, in de bloei van zijn bestaan, voor f 750,wcrd vcrkocht was dus redclijk vcrgclijkbaar met Het Gulden Vlies qua groottc cn aanzicn. De zojuist genoemde heer Pieter Jans Valck was zo in zijn nopjes met "Het Vlies" dat hij op 10 mei 1694 weer 1/12''* part kocht van de erven van Leendert Foekes. Maar een deel van de familie bleef ook nu nog in het gebouw wonen. Zij haddcn aan dc N.W. zijde ccn woning, die ten zuiden en ten oosten begrensd werd door het Gulden Vlies. Dit lijkt vccl op dc indcling van het Tromp's buys met zijn opkamer aan de N.W. zijde. (als boven, fol 99 links). Een veelzcggende aktc kan worden gcvondcn ondcr RAF, tocg. 1340, inv. nr. 4 - fol 121 dd. 3-6-1696. Trijn Comelis, de weduwe van dc inmiddels overleden Pieter Jans Valck is dan herbergicrsc van het Gulden Vlies. (Dit was niet de moeder van Willem Hessels de Vlamingh). Zij zict zich gcnoodzaakl geld tc lenen van Jan Symens Zeylemaker met als onderpand, haar herberg. Het waren waarschijnlijk dc eerste tekencn van de achtcmitgang van het dorp Oost-Vlieland, die eigenlijk al aan het einde van de Gouden Eeuw was begonnen. Over het algcmccn is men nogal vaag over dc rcdcncn van deze achteruitgang. Opvallend was voor Oost-Vlieland 22
wel de moordende verpondingen die men moest betalen. Velen kwamen op grote achterstandcn bij het betalen van deze ieder jaar terugkerende belasting op onroerend goed. Weduwen werden uit hun huizcn gczet, die vervolgens per executie werden verkocht. Zclfs de hardwerkende dorpssmid die zijn werkplaats had op de plaats van het huidigc cafetaria ten westen van de herberg van Vlieland, kon met hard en eerlijk werken niet aan zijn verplichtingen voldoen en ging na een taai gevecht tegen de verpondings schuldcn ten onder. In de bovengenoemde akte van 3 juni 1696 staan enige gegevens over het Gulden Vlics waardoor men tot een ruwe plattegrond van het pand kan komen. Het Gulden Vlies zelf was achter en voor staand, 't enc gedccltc in de straat, e n ' t grootste gedeelte in het ten oosten van de herberg gelegen "Vliezeglop". Achter de herberg bevond zich een behoorlijk grote woning. En aan de noordwest zijde, ten zuiden en ten oosten grenzend aan de herberg zelf, bevond zich een kleincr huis. Het is nict onmogelijk dat "Het Vlies" een indeling had die op die van het Tromp's Huys leek. Na het jaar 1698 treed er een soort archiefliiaat op, dat duurt tot 1718. Vele registers zijn waarschijnlijk in die tijd verloren gegaan o f om de ccn o f anderc reden niet geschreven of gekopieerd De registers die na 1718 weer verschijnen zijn afschriften waaronder geen originele handtekeningen te zien zijn. Volgens het verpondingregister wordt een deel van het Gulden Vlies in 1724 door Laas Ilaantjes van Steens gekocht. Hij koopt het van Harmen van den Berg, de ofiBcier van Vlieland, hetgeen zou kunnen betekencn dat Trijn Comclis, de wed. van Pieter Jans Valck, die in 1696 was begonnen te lenen, haar schulden niet heeft kunnen betalen. Het huis verviel in zo'n gcval aan de Schout, die het per executie liet verkopen. Het wordt dan een beetje stil rond het Gulden Vlics maar het pand staat cr nog wcl, want in 1736 cn 1748 wordt Dominee Costerus nog steeds als bewoner van de Noordwestelijke woning genocmd.(RAF, tocgang 13-40, inv. nr 6 fol. 53 en 307.) Terwijl er een stilte valt rond de naam "Het Gulden Vlies", verschijnt op 5 oktobcr 1731 de naam "Bier cn Broodspot". Vooralsnog is dit heel geheimzinnig. Dit pand stond ten westen van Het Gulden Vlies. Ilet lijkt wcl alsof het ccn soort kamcrcomplcx was. Mogelijk voor
23
gasten van het Vlies. Aan boord van schepen was de "Bier en Broodspot" ccn mcngscl dat gegcten werd door ernstig zicken die geen ander voedsel konden verdragen. In dat geval kan dit gebouw dus ook ccn soort hospitaaltje zijn gcwcest. Hct komt in hct register der verpondingen niet onder deze naam voor. Maar in een aanheingsel worden dc "bewoncrs van dc Bier en Broodspot" als collccticf vermeld als huurders. Andere huurders in het register krijgen een eigen naam. Deze niet. Een spcciale groep huurders, te onbclangrijk om hen van een eigen naam te voorzien? Latere akten kunnen hierover misschien meer verteUen. In elk geval kan dit pand niet verder naar het westen hebben gelcgen dan hct nieuwe huis van Dijkstra, dat nu ten westen van het gemeentehuis staat omdat de volgcndc huisjes uit de IV** eeuw zijn.Van dc "Bier cn Broodspot" kon men parten kopen. Er waren 12 parten. Verkoop d.m.v. parten kwam bij schepen wel vecl voor, maar was voor de huizen in hct dorp niet gebruikelijk. Alleen van het Gemeene Lands-huys werden ook parten gekocht en verkocht. Recht tegenover het raadhuis,ten oosten van het Gulden Vlies, en daarvan geschciden door de "Vliezeglop" lag in de Gouden Eeuw nog een herberg, genaamd "De Hollandsche Thuyn" . Deze herberg verviel echtcr door schulden. Op hct Icge erf waar eens naast "Hct Gulden Vlies" de "Hollandsche Thuyn" had gestaan, verscheen in 1738 of lets eerder de Vismarkt. (RAF, toegang 13-40, inv. nr. 6, fol 119 links). Hoe het met het "Gulden Vlies"afliep, kan nog niet vermeld worden. Er mocten cerst nog meer akten ondcrzocht worden. Het Vlies begon in de loop der jaren steeds vaker zijn nam te verliezen. De Vliezeglop ten oosten van dc herberg vcrvicl. Of kreeg een andere naam en heette voortaan de "Vismarktglop". De aftakeling was dan ook duidelijk af te lezen op de rekeningen, Het pand verloor gaandeweg zijn waarde en werd tenslotte voor zeer weinig geld verkocht. Dit is slechts de geschiedenis van een pand in het voormalige dorp Oost-Vlieland tot 1750. De transportakten over de periodc 17501811 dienen nog ondcrzocht te worden. Ben Stenekes.
24
Orgaan van de Cultuur HistoriscfieVereniging "Eyiandt FdeUmdt" ViieUind
Elfde jaargang, nr. 3. December 2001