Aandeel van patiëntes met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling De richtwaarde ligt tussen 90% en 100%, en onze score is 96.7%. Dit is een zeer goede score. De receptoren worden steeds aangevraagd bij anatoompathologisch onderzoek. In sommige situaties als uitgesproken necrose is het evenwel technisch niet altijd mogelijk de receptoren te bepalen, vandaar geen 100 %.
Borstkanker 2: Weefselbeoordeling Aandeel vrouwen met een invasieve borstkanker waarbij een cytologische en/of histologische beoordeling van maligniteit gebeurde vóór de eerste chirurgische ingreep Onze score was in 2006 – 2007 nog laag, maar ondertussen wordt bij alle patiënten( indien mogelijk) een preoperatieve histologische en/of cytologische diagnose gesteld.
Borstkanker 3: medische beeldvorming Aandeel van cStadium I-III patiënten met borstkanker die een mammografie en/of borstechografie kregen binnen drie maanden vóór de eerste chirurgische ingreep (zonder neoadjuvante therapie) Onze score ligt binnen de richtwaarde van 90 – 100%. Het is hoogst uitzonderlijk dat de beeldvorming langer dan 3 maanden voor het starten van de therapie heeft plaatsgevonden. Mogelijk kan dit verklaard worden door het feit dat in die periode de wachttijden voor aanvullende beeldvorming & gespecialiseerde diagnostiek (MRI en mammotoombiopsie) nog vrij lang was.
Borstkanker 4: overleg Aandeel vrouwen met een invasieve borstkanker, die werden besproken op een multidisciplinair team overleg binnen een vaste termijn na de incidentiedatum (-1m<=inc<=+2m) In de periode 2006 – 2007 zitten we onder de richtscore. Ondertussen worden alle patiënten binnen de twee weken na diagnose en/of ingreep besproken op het multidisciplinair oncologisch overleg (MOC).
Borstkanker 5: Radiotherapie Aandeel vrouwen met een diagnose van invasieve borstkanker die radiotherapie kregen na een borstsparende ingreep Deze lage score is verwonderlijk daar ook in de periode 20062007 op enkele uitzonderingen na alle patiënten met een borstsparende heelkunde een aanvullende radiotherapie werd geadviseerd na bespreking op het multidisciplinair overleg (MOC).
Borstkanker 6: Borstsparende chirurgie Aandeel vrouwen met een cStadium I en II borstkanker die een borstsparende heelkundige ingreep kregen De score ligt boven de richtwaarde. Waar mogelijk en medisch aanvaardbaar proberen we borstsparend te werken, in nauwe samenwerking met de dienst radiotherapie.
Borstkanker 7: Hormonale therapie Aandeel vrouwen met invasieve borstkanker die hormonale therapie kregen na chirurgie Hierbij zitten we op de richtwaarde. Hormonale therapie hangt af van de hormoonreceptoren.
Borstkanker 8: Chemotherapie Aandeel vrouwen met invasieve borstkanker die chemotherapie kregen na chirurgie Hierbij zitten we binnen de normale richtwaarden. Chemotherapie wordt toegediend na bespreking op het multidisciplinair oncologisch overleg (MOC).
Borstkanker 9: Systemische therapie Aandeel vrouwen met een gemetastaseerde borstkanker die systemische therapie kregen Alle vrouwen met een gemetastaseerde (= uitgezaaide) borstkanker worden behandeld, hetzij met chemotherapie, hormonotherapie en/of gerichte therapie.
Borstkanker 10: NA systemische therapie Aandeel geopereerde cT2-3 cN0-1 cM0 borstkanker vrouwen die een neo-adjuvante systemische behandeling kregen In de periode 2006 – 2007 was de toediening van neoadjuvante chemotherapie nog niet de standaard in deze stadia van borstkanker, waar dit nu wel aan de patiënten aangeboden wordt.
Borstkanker 11: Overleving De geobserveerde vijfjaarsoverleving (%) van vrouwen met een diagnose van invasieve borstkanker Voor alle leeftijdscategorieën en alle stadia vallen onze overlevingscijfers binnen de gestelde limieten, en liggen op of boven de mediaan.
Borstkanker 12: Gecorrigeerde overleving De geobserveerde vijfjaarsoverleving (%) gecorrigeerd voor leeftijd en stadium Voor alle leeftijdscategorieën en alle stadia vallen onze overlevingscijfers binnen de gestelde limieten, en liggen op of boven de mediaan.
Borstkanker 13: Relatieve overleving De relatieve vijfjaarsoverleving (%) van vrouwen met een diagnose van invasieve borstkanker De resultaten voor relatieve overleving kunnen meer dan 100% bedragen. Dit betekent dat een individu in een dergelijke categorie meer kans heeft op overleving dan deze in de algemene populatie (bijvoorbeeld door een verschil in levensstijl, medische opvolging op lange termijn, enz.). Onze resultaten liggen binnen de richtwaarden, voor alle leeftijdscategorieën en alle stadia, en globaal naar de bovengrens toe. Voor patiënten beneden de 50 jaar, hebben we zelfs een relatieve vijfjaarsoverleving van 100%. Voor patiënten tussen de 50 en 69 jaar, bedraagt dit 91.7%.