Jaarverslag 2011
II
Voorwoord solidariteit We kiezen voor een solidair engagement en geven extra aandacht aan de hulpvragen van personen met geringe of gemiste kansen en aan noodsituaties waarvoor geen of ontoereikende oplossingen bestaan. Solidariteit vraagt ook collegialiteit. Het team is de drager van de dienstverlening. Positieve samenwerking tussen medewerkers en diensten is een voortdurend aandachtspunt. Onze opdracht willen we bovendien realiseren in verbondenheid met andere voorzieningen binnen de WGO-groep Tabor en het terrein van de gezondheidszorg en welzijnszorg. Onze werking wordt gedragen en geïnspireerd door de opdrachtverklaring. Naast gastvrijheid, kwaliteit, evenwaardigheid, soberheid, openheid en innovatie is solidariteit één van de ankerpunten.
bereid. We willen hiermee een grotere betrokkenheid, en zo het eigenaarschap laten groeien bij onze medewerkers. Hiervoor doen wij beroep op al onze medewerkers waarbij solidariteit en collegialiteit, afdeling- en dienstoverschrijdend van cruciaal belang is. Een flexibele arbeidsorganisatie is immers nodig om vlot te kunnen inspelen op vele veranderingen te meer nu de middelen beperkt zijn. Het ESF-project ‘leidinggevenden maken het verschil’ dat dit jaar werd opgestart zal ongetwijfeld de uitvoering van deze reorganisatie faciliteren. Daarnaast werd ondernemingsschap in praktijk gebracht om de dienstverlening nog beter te laten aansluiten bij de noden van de patiënt. Doelgroepen werden herschikt en kregen een nieuwe locatie; hierbij werd een versnelde afbouw gerealiseerd van 26 uitdovende PVT-bedden gedurende de laatste 2 jaar.
Zo wordt solidariteit, door ons vertaald in onze baseline ‘in zorg verbonden’ als toetssteen gebruikt bij de terugblik van 2011.
Het aanbod binnen arbeidszorg werd uitgebreid met een nieuwe activiteit omtrent ‘catering’.
Het jaar 2011 zal herinnerd worden als het jaar waarbij veel organisatieveranderingen werden voor-
Uitzonderlijk resultaat werd geboekt door een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten als volwaardige
III
vestigingsplaats van de ziekenhuisschool van de stad Gent. Dit alles en zoveel meer dat u kunt lezen in dit werkingsverslag vertrekt vanuit de focus van de vraaggestuurde zorg voor de patiënt. Tenslotte vestig ik ook de aandacht op het feit dat wij als partner in de Gentse regio, samen met vele andere actoren volop aan het werk zijn om de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg in praktijk te kunnen brengen. Een belangrijke uitdaging voor een nieuwe aanpak van de geestelijke gezondheid waarbij vele medewerkers hun schouders onder steken om dit optimaal te kunnen realiseren. Ook hier willen wij voor, naast en achter de patiënt blijven staan. 2011 was terug een jaar waar hard werd gewerkt om onze opdracht te realiseren: ‘de eigenwaarde van de patiënten en de bewoners te helpen in stand houden, te herstellen of verder te ontplooien’. Al onze medewerkers wil ik hiervoor feliciteren en geef ik mijn bijzondere dank voor het mooie resultaat dat samen werd gerealiseerd. Marc Van Ooteghem algemeen directeur
IV
Inhoud 1 1. Accent: De ziekenhuisschool 3 2. Psychiatrisch Ziekenhuis 11 3. Psychiatrisch Verzorgingstehuis 12 4. Activering 14 5. Medisch, verpleegkundig en paramedisch beleid 17 6. Kwaliteitsbeleid 19 7. Middelenbeleid 26 8. 2011 in cijfers
V
7 september 2011. Pedagogische studiedag en start van de verruimde ziekenhuisschool. Jan Steel (verpleegkundig en paramedisch directeur), Line De Vriendt (disciplinecoördinator onderwijs PC Caritas), Ingrid Vandenbrande (directeur ziekenhuisschool stad Gent), Rudy Coddens (schepen van onderwijs stad Gent), Véronique Van der heyden (financieel en logistiek directeur), Marc Van Ooteghem (algemeen directeur).
VI
1. Accent: De ZIEKENHUISSCHOOL Reeds van bij de start van De Kaap kreeg onderwijs een plaats binnen de behandeling. Dit gebeurde heel bescheiden via samenwerking en overleg met de scholen waar de kinderen school liepen. Zo konden kinderen tijdens hun opname schoolse opdrachten uitvoeren. Binnen het overleg van de K-diensten kreeg dit ook prioriteit. In juni 2003 werd het Decreet XIV voor subsidiëring van onderwijs binnen de K-diensten in het Vlaams parlement goedgekeurd. Dit decreet was een aanzet tot de concrete uitwerking van onderwijsbegeleiding. Gezien de aangereikte middelen ontoereikend bleven, vonden in het voorjaar van 2011 gesprekken plaats tussen de Stad Gent en PC Caritas waarin een samenwerking rond onderwijs aan zieke kinderen en jongeren werd voorbereid. Hiermee wou men het onderwijsaanbod in De Kaap binnen een gesubsidieerd kader brengen, om verdere ontwikkeling met nog meer accent op het schools leren mogelijk te maken voor alle kinderen en jongeren in ons centrum. In het voorjaar van 2011 werd, op vraag van ons centrum, een samenwerking voorbereid tussen de UZ-school, de stad Gent en PC Caritas rond onderwijs aan zieke kinderen. Op 1 september 2011 opende de ziekenhuisschool van de stad Gent een vestigingsplaats in het PC Caritas. In de opstartfase wordt een aanbod voorzien op de afdelingen De Kaap en De Branding. Het gaat om zowel een school voor Buitengewoon Lager als Buitengewoon Secundair Onderwijs type 5, opleidingsvorm 4. Bedoeling is dit aanbod uit te breiden naar alle kinderen en jongeren binnen het centrum die in aanmerking komen en voor wie het zinvol is om ziekenhuisonderwijs te volgen. Dit binnen de behandeling of schoolse en/of maatschappelijke herintegratie.
1
Ankerpunten binnen de schoolse werking −−De band met het ‘gewone leven’ bewaren: Bij een opname voelen ouders en kind zich vaak ‘afgesneden’ van het dagelijkse leven. Door de binding met de school tijdens de opname voelbaar te houden wordt dit afgesneden zijn getemperd. Het biedt tevens perspectieven na de opname en werkt ondersteunend en dynamiserend bij de behandeling. −−De herintegratie in school na opname faciliteren: Niet enkel het bijwerken van de leerstof of het onderkennen van leerproblemen worden aangepakt. Vaak wordt door de ernst van psychosociale problematiek het functioneren in de school bemoeilijkt. Daarom worden de scholen betrokken bij de behandeling, wordt expertise gedeeld en wordt advies geformuleerd voor verdere schoolse en psychosociale begeleiding. −−Speciale aandacht voor leermotivatie en competentiegevoel: De meesten hebben reeds een moeilijk schoolparcours afgelegd. Ze voelen zich miskend, zijn vaak gedemotiveerd of hebben ernstige faalangst. Het doorbreken van deze negatieve neerwaartse spiraal is dan ook een moeilijke opdracht. −−Een sterke focus op het schoolse leren: In het klasaanbod willen we het kind of de jongere heel duidelijk de band met de schoolse realiteit laten ervaren. Daarom wordt onderwijs gegeven in klaslokalen, door een leerkracht, en dit gedurende minimaal 5 lesuren per week. Het kind werkt met het leermateriaal van de eigen school. De regels en
2
afspraken zijn relevant voor en eigen aan een klascontext.
Hoe realiseren we dit Voor elk kind of elke jongere wordt een aanbod op maat uitgewerkt. Het individueel klasbehandelingsplan streeft naar een evenwicht tussen: −−leerstof en draagkracht van de kinderen −−de algemene opnamedoelstellingen en de leerdoelstellingen −−didactische begeleiding en groepsdynamiek Bovenstaande doelstellingen veronderstellen een intensieve samenwerking en overleg met het multidisciplinair behandelteam van De Kaap enerzijds en de thuisscholen en het Centrum voor Leerlingen Begeleiding (CLB) anderzijds. Elk kind/jongere volgt minimaal 5 lesuren per week waarbinnen niet enkel wordt gefocust op de leerstof, maar ook op de leer- en sociale vaardigheden en attitudes die belangrijk zijn om binnen een schoolse omgeving adequaat te kunnen functioneren. De klas wordt aangeboden in klaslokalen op de afdeling en kan zowel in kleine groepjes van 3-5 kinderen en/of individueel aangeboden worden in functie van de doelstellingen in het Individueel Handelingsplan. De kinderen werken zoveel mogelijk met leermateriaal van de eigen thuisschool en worden begeleid door opgeleide leerkrachten.
2. Psychiatrisch Ziekenhuis Kinderen en jongeren De Kaap contextgerichte kindbehandeling Naar een andere benadering van urgentie en crisis bij kinderen en jongeren… Sinds de komst van het crisisnetwerk binnen Integrale Jeugdhulp hebben we vanuit de Kaap de mogelijkheid tot een crisisopname altijd open gehouden: een kind/jongere kan twee weken in opname komen omwille van een acute situatie, en daartoe proberen we 1 bed beschikbaar te hebben. Tot voor kort hebben we dit gehanteerd binnen de bestaande structuur van de Kaap. Het thema crisis/urgentie binnen de geestelijke gezondheidszorg is echter meer dan ooit actueel. Zo is er het KEC-rapport (over urgentie en crisis bij kinderen en jongeren) en het initiatief binnen Popov om het crisisaanbod binnen de GGZ Oost-Vlaanderen in kaart te brengen. Dit alles heeft ons, samen met de kinderpsychiatrische dienst van het UZ Gent, geïnspireerd om de koppen bijeen te steken. Sinds het voorjaar 2011 vergaderen we op geregelde basis om tot een ander uitwerking te komen van urgentie en crisis. Er is een zekere complementariteit tussen het UZ Gent en de Kaap: wij nemen de crisis van twee weken waar. Het UZ heeft de mogelijkheid om de spoed en urgentiefunctie in te vullen. Maar ons gemeenschappelijk denken reikt verder, voorbij de eigen bedden en setting, en wel met volgende uitgangspunten:
−− Een crisis willen we aangrijpen, als een signaal en kans tot aangepaste hulp. Maar al te vaak heeft een crisis een grote en negatieve impact op de stabiliteit van het systeem en de verdere ontwikkeling van het kind of jongere, en wordt er gestreefd om de crisis zo snel mogelijk ongedaan te maken. Wij willen de crisis vastgrijpen, aanklampend en snel, ook ter plaatse, om terug los te laten maar wel met de mogelijkheid tot een constructief vervolg. Een crisis gebeurt niet zomaar. −− Indien mogelijk verplaatsen we ons en werken outreachend, eventueel inreachend, om in te schatten, te herkaderen, te interveniëren. −− We kiezen voor een pooling van middelen. Bij wijze van experiment worden gemeenschappelijke interventies gedaan. Zo komen we tot een ‘crisis equipe’ die intervenieert buiten de eigen setting. Tijdens deze experimentele fase willen we nog niet te veel aflijnen. −− We streven naar het verbreden van de equipe, om te komen tot een zorgcircuit crisishulp binnen de geestelijke gezondheidszorg. Daartoe zitten we samen met onze partners uit de CGG. −− Omdat een ziekenhuisoverstijgende equipe een ander werkingsparadigma impliceert, los van het denken in termen van ‘bedden’ of ‘opnames’, kan dit niet zonder gevolgen op de eigen werking. Daarvoor moeten we met het beleid van het ziekenhuis, maar ook met de overheid, in communicatie gaan. Let wel, dit is geen pleidooi voor meer middelen, wel voor creativiteit en vernieuwing. De nood dringt zich op, zeker in tijden van schaarste, om vermeende zekerheden te herdenken. Onze
3
Europese sociaaleconomische crisis waaraan we allen onderhevig (zullen) zijn moeten we, getrouw aan onze visie op crisis, zien aan te grijpen om tot een herdenken van de systemen te komen. En laat crisis nu net iets zijn dat ons denken durft aan te tasten, ons mentaliserend vermogen uitsluit, m.a.w. een uitdaging te meer.
Vissen in Kaapse Wateren: 20 jaar De Kaap Op 1 april schreven meer dan 200 hulpverleners zich in voor de studiedag van De Kaap. De Kaap bestaat 20 jaar en dat kon niet onopgemerkt voorbijgaan. Daarom gingen we ‘vissen in Kaapse wateren’ en haalden alvast 3 grote vissen boven: het kind, het gezin en de school. Voor elke spreker bracht telkens één leefgroep een klinisch vignet handelend over het thema. Bruno Van Obbergen, kinderrechtencommissaris, sprak over de rechten van het kind in een K-dienst. Hij werd ingeleid door leefgroep 1 met een pakkend sprookje…. ’’ik heb recht op privacy en wie ben jij?’’ Leefgroep 3 kwam met een boeiende getuigenis van een moeder over de ontmoeting van haar gezin met De Kaap. Na de lezing van Dr. Lowyck over gezinstherapie verrasten Helga Ameye en haar vriendin ons met een prachtig zelf gecomponeerd liedje. Tijdens de middagpauze kon men in Transept naar de tentoonstelling: “Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’’. Een aantal vrijdagen na de gezinsgesprekken konden ou-
4
ders en kinderen hun kijk op een opname tonen bij onze ergotherapeuten wat resulteerde in creatieve werken voor deze expositie. Na de middagpauze dacht niemand er meer aan dat deze studiedag op 1 april plaats greep. De namiddag startte met een ‘valse professor’ die het over de schoolweigering van Pippie Langkous had. Een leuk intermezzo! Hierna had de (echte) professor Heyne uit de universiteit van Leiden het over de ontwikkelingen in het inschatten en behandelen van schoolweigering. Leefgroep 4 illustreerde dit met een greep uit haar archief: jongeren met de dynamiek ‘niet willen/niet kunnen’… Leefgroep 2 kon, als kers op de taart, de behandeling van een jongen toelichten waar reeds voorzichtig stappen gezet worden rond het mentaliseren. Perfecte inleiding voor de lezing van Professor Meurs die de komende twee jaar onze mentor wordt op het terrein van ‘Mentalisation Based Threatment’.
De Branding forensische dienst voor jongeren Hervalpreventie Het forensisch aspect van het behandelingsaanbod op De Branding richt zich op het verminderen/ voorkomen van de kans op recidive van normoverschrijdend gedrag. De forensische benadering is verweven in de totale afdelingswerking. Ze komt specifiek tot uiting in het doorvoeren van forensische diagnostiek en in de aanwezigheid van een veiligheidsbeleid met aandacht voor risicomanagement. Verder in het opstellen van een delictanalyse en delictketen en door gebruik te maken van het Equipprogramma. Ondanks het grote aanbod van interventies die direct of indirect gericht zijn op het verminderen of voorkomen van normoverschrijdend gedrag, kwam de vraag naar een programmaonderdeel dat specifiek gericht is op het delictgedrag. In september 2011 werd hieraan tegemoet gekomen met de opstart van de therapie “hervalpreventie”. Wat is hervalpreventie? Hervalpreventie is het geheel van interventies en technieken, die ertoe bijdragen dat een herval in het stellen van maatschappelijk niet aanvaard gedrag voorkomen wordt. Een terugval komt niet zomaar uit het niets opgedoken. Er gaat immers een keten van gedrag, gevoelens,
gedachten en kleine, soms onbewuste beslissingen vooraf aan het delict- of normoverschrijdend gedrag. Hervalpreventie heeft tot doel de kans op recidive te verkleinen. Dit doel wordt op verschillende manieren nagestreefd: −− het probleeminzicht bij de jongere vergroten −− de bewustwording van de eigen delictketen vergroten −− de jongere verantwoordelijkheid leren opnemen voor de eigen terugvalketen alsook daaraan (gedrag)consequenties leren te verbinden. Hervalpreventie heeft met andere woorden tot doel de zelfcontole over het terugvalproces te laten toenemen en leert hen zo vroeg en adequaat mogelijk in te grijpen in de terugvalketen. Implementatie op De Branding Hervalpreventie grijpt eenmaal per week plaats en richt zich momenteel enkel tot de residentiële jongeren. In een latere fase wille we dit uitbreiden naar de zorgopdracht ‘outreach’. De deelname aan hervalpreventie is opgebouwd in fases: een individuele en een groepsfase. In de eerste fase maken de jongeren individuele opdrachten waar ze stil staan bij de door hen gepleegde feiten: het slachtoffer, de aangerichte schade, hun motivatie voor gedragsverandering, de eigen risico- en protectieve factoren. Ze leren een delictketen op te maken. Motivatiebevordering en psycho-educatie staan centraal. Deze voorafgaande fase is noodzakelijk en kan beschouwd worden als prétherapie.
5
Na een vijftal weken is het werkboek, met de individuele opdrachten, doorlopen en wordt geëvalueerd of de jongere kan doorstromen naar de groepssessies. De groepstherapie wordt begeleid door de psycholoog en criminoloog. Via de groepswerking wordt getracht het inzicht van jongeren in het tot stand komen van delinquent gedrag te verhogen en de delictketen te verfijnen en aan te vullen met alternatieve cognitieve en gedragsmogelijkheden. De groepsgerichte benadering kent zijn meerwaarde onder meer in de vaststelling dat de input van de peergroep meer impact kent en meer aanvaard wordt door de individuele jongere, dan wanneer enkel volwassenen een professionele input geven. Het draagt ertoe bij dat taboes rond delictgedrag gemakkelijker doorbroken worden en het gedrag van de persoon losgekoppeld wordt. overzicht 2011
Aantal aanmeldingen Aantal jongeren in zorg Gemiddelde leeftijd
6
Outreach
Residentieel
Crisis
36
110
16
40
45
15,8
15
16
Aantal meisjes
6
20
14
Aantal jongens
10
20
31
Jovo (Sint-Elisabeth 2) Jongvolwassenen Door een strategische beleidskeuze werd de jongvolwassenenafdeling JOVO uitgebreid naar 11 plaatsen. Dit zorgt voor heel wat veranderingen. De bestaande middelen werden deels losgemaakt van Sint-Elisabeth 2, waarbij zowel de uren van therapeut, psycholoog als verpleegkundige werden uitgebreid. De jongeren die worden opgenomen hebben een zekere mate van zelfredzaamheid nodig om vrije momenten en avonden zelfstandig in te vullen. In de weekends gaan ze naar huis. Op basis van een zelfstandigheidvragenlijst die iedere jongere bij het begin van zijn opname invult, wordt het individueel multidisciplinair behandelplan opgesteld. Aangezien de werking gebaseerd is op een groepsaanbod, opteren we voor een behandelgroep van ongeveer 8 jongeren waardoor ze niet allen hetzelfde therapieprogramma volgen. Toch blijft de hele groep de uitvalsbasis.
7
Volwassenen Sint-Elisabeth 2 Crisisopvang In de intensieve psychiatrische crisisopvang voor volwassenen worden wij geconfronteerd met heel wat jonge mensen die zich in een acute crisis bevinden en/of een bedreiging vormen voor zichzelf en anderen. In 2011 waren er 107 gedwongen opnames, een stijging met 22%, vergeleken bij 2010 waarin wij 87 gedwongen opnames noteerden. Eén vierde van het aantal gedwongen opnames waren mensen jonger dan 25 jaar, een 60-tal zelfs onder de 35 jaar. Het therapeutisch zorgaanbod binnen de crisisfunctie wordt continu aangepast aan de individuele noden van de patiënt met bijzondere aandacht voor veiligheid, structuur, medicatie, empowerment en contextgerichte benadering. Onze personeelsequipe is ook op verpleegkundig vlak grondig gewijzigd. Heel wat nieuwe collega’s dienden zich in te werken. Ondersteunend aanwezig zijn is een opdracht voor het team. Ondanks het feit dat de draaglast en de draagkracht van al onze medewerkers bij momenten sterk aangesproken wordt, slagen wij er telkens weer in, goede zorg te verlenen. Dit blijkt overduidelijk uit de positieve resultaten van de tevredenheidenquêtes. Dit maakt ons sterk om de ingeslagen weg verder te gaan.
8
De Klimop Vervolgbehandeling gericht op symptoomstabilisatie en resocialisatie Artikel 107, SRH opleiding De therapeutisch verantwoordelijke en afdelingsverantwoordelijke van De Klimop investeerden in 2011 heel veel tijd in de vermaatschappelijking van de zorg. Beiden zijn actief betrokken in de projectgroep die ziekenhuisoverstijgend een werk- en organisatiemodel uitwerkt voor de nieuw op te starten mobiele teams voor begeleiding en behandeling van mensen met een langdurige psychiatrische problematiek (functie 2B van artikel 107). De Klimop is vanuit de ervaring met de eigen patiëntengroep reeds jaren vragende partij naar het ontwikkelen van vervolgzorg aan huis. Zo worden opnames voorkomen en is er meer kans op succes bij ontslag. Deze ervaring en visie kon ingebracht worden in dit zorgvernieuwingsproject van de regio Gent. Binnen de mobiele teams worden de principes van het systematisch rehabilitatiegericht (SRH) handelen gehanteerd om de begeleiding concreet gestalte te geven. Dit SRH model wordt ook op de afdeling zelf gepropageerd. Meerdere verpleegkundigen volgen hiervoor de interne opleiding. Het laat toe op systematische wijze de emancipatie- en de empowermentgedachte in de behandeling van de patiënten te realiseren.
Jericho NAH Tuinproject In het voorjaar werd binnen de NAH-unit een tuinproject opgezet. Hierbij was het de bedoeling om de cognitieve en motorische mogelijkheden van de patiënten met NAH optimaal aan te wenden in een resultaatsgericht project. Met de hulp van de tuinmannen werden moestuinperken aangelegd en met teelaarde gevulde bakken op stahoogte. De patiënten nemen zelf het initiatief om de planten te verzorgen en de vruchten te oogsten. Hiervoor wordt appèl gedaan op hun verantwoordelijkheid en groepsgevoel.
9
Ouderen Jericho behandeling van ouderen met psychiatrische problemen 2011 was een jaar vol veranderingen voor Jericho. De werking van de ouderenzorg en de NAH werd gesplitst. De ouderenzorg kreeg het voormalige ‘Betanië’ toegewezen. Na aanpassing van de infrastructuur kon in oktober gestart worden. De capaciteit van de ouderenwerking is opgedreven naar 17 bedden wat in combinatie met 7 uitdovende PVT bedden van het voormalige Betanië leidt tot een afdeling van 24 bedden. De naam ‘Jericho’ werd behouden. De meerwaarde voor onze mensen was vooral de rust en de gezelligheid die het oude gebouw uitstraalt. Los van wat infrastructurele problemen geven de grote rustieke ruimtes ons toch de mogelijkheid een huiselijk en geborgen gevoel te creëren. Dit heeft vaak een positief effect op de psychische toestand. Samen met onze nieuwe collega’s konden we de ouderenwerking nieuw leven inblazen. We blijven aandacht hebben voor individuele begeleiding van de patiënten. Door deze manier van werken en een goed uitgewerkte psychodiagnostiek trachten wij onze populatie te heractiveren, te resocialiseren en te heroriënteren naar een aangepaste verblijfplaats.
10
3. Psychiatrisch Verzorgingstehuis De Wadi Budgetbeheer Empowerment is één van de belangrijke werkpunten binnen het PVT. Dit jaar besteedden we aandacht aan het zelfstandig beheren van het eigen budget. Meer en meer bewoners doen dit op De Wadi. Maandelijks wordt door de maatschappelijk werker consult gehouden om met de bewoner zijn financiële situatie door te lichten. Er worden afspraken gemaakt rond zakgeld en grotere uitgaven. We doen dit ook voor bewoners van wie de financiën beheerd worden door een voorlopig bewindvoerder. Het valt op dat steeds meer bewoners een overzicht vragen van hun lopende rekening en spaartegoeden. Door deze informatie zijn ze meer betrokken, kennen ze hun financiële situatie en leren ze hun budget beter te beheren.
Montagne Eind oktober werden Betanië (verblijfsafdeling voor bejaarden met een psychiatrische problematiek) en Montagne (verblijfsafdeling voor volwassen personen met een verstandelijke beperking en bijkomende psychiatrische problematiek) samengevoegd. De naam Montagne werd behouden. Zeven bewoners van Betanië verhuisden naar afdeling Montagne en 8 personeelsleden (6,5 FTE) maakten de overstap mee. De leefgroepwerking werd heropgestart. De bewoners werden verdeeld in 3 leefgroepen met vaste begeleiders. De bedoeling is om het beste uit beide werkingen mee te nemen en hierop verder te werken. Dit was de aanzet om de werking en visie van de afdeling te herbekijken. We investeerden in vorming rond SRH (Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen), patiëntveiligheid en nieuwe therapieprogramma’s.
11
4. Activering arbeidscentrum De Keiberg & activiteitencentrum De Klik Gemiddeld kwamen 105 mensen op weekbasis naar De Keiberg. In het Vlaams beleid rond Sociale Economie blijft ‘activering’ een belangrijk thema. Een concept van arbeidszorg naar een nieuw geïntegreerd beleidskader wordt op dit moment uitgewerkt en zal gevolgen hebben voor onze werking. Ook de Provincie Oost-Vlaanderen bleef een belangrijke rol spelen in het stimuleren van Arbeidszorg. Met ons arbeidscentrum konden we niet achter blijven. We traden toe tot de Tender ‘Zorg en Empowerment’. Werkzoekenden met ernstige medische, mentale, psychische of psychiatrische problemen kunnen via de VDAB en in het bijzonder door GTB worden geactiveerd om terug in het arbeidscircuit te stappen. We kunnen deze mensen opvolgen en begeleiden door het aanbieden van een activeringsstage op De Keiberg. Het deel zorg wordt door een psycholoog van PC Caritas opgevolgd. In het kader van het meerbanenplan werd er verder samengewerkt met onze partners. Hiervoor begeleidden we 12 mensen. Ook het fietsherstelproject met de gemeente Merelbeke liep verder. In De Klik zijn er naast de vaste ontmoetingsmomenten op dinsdag- en donderdagavond overdag ook activiteiten. Heel wat mensen nemen hieraan deel. Om dit alles te kunnen sturen, evalueren en op te volgen, was er voor ons team op 17 juni een denkdag. Via een SWOT analyse kwamen we tot nieuwe beleids- en werkingsinzichten.
Broodjeszaak Justi-Pani In juni nam PC Caritas de broodjeszaak Justi-Pani over rechtover het zorgcentrum APB Lemberge te Merelbeke. Zo startte een arbeidszorgproject dat als doel heeft (ex)patiënten de kans te geven beter te integreren in de arbeidsmarkt. Deze mensen beschikken over heel wat mogelijkheden maar vinden door hun problematiek vaak geen werk. In de praktijk zorgt een jobcoach van De Keiberg, samen met de uitbater van de broodjeszaak, er voor dat elke medewerker (patiënt of ex) werk op maat krijgt. Zo worden bijvoorbeeld complexe taken opgesplitst in deel taken zodat deze door de medewerkers op eigen tempo kunnen uitgevoerd worden. Dankzij de opgedane werkervaring kunnen deze mensen doorgroeien naar vast werk.
12
zin in een lekker broodje ?
justi-pani Salisburylaan 121, Merelbeke - tel 09 336 04 56
justi-pani is een arbeidszorginitiatief van PC Caritas voor mensen met verminderde kansen op werk.
13
5. Medisch, verpleegkundig en paramedisch beleid artsen en directie Cyclus infoavonden In de reeks ‘Over de drempel van de psychiatrie…’, een informatie- en verkenningsronde voor de huisarts werden twee avonden georganiseerd. Op woensdag 22 juni werd de werking van het zorgtraject ‘Angst-, stemmings-, aanpassings- en persoonlijkheidsstoornissen’ voorgesteld. De verschillende behandelafdelingen Sint-Elisabeth 1, Emmaus 2 en De Klimop kwamen aan bod. Daarnaast werden ook de verschillende therapieën toegelicht. Woensdagavond 23 november stond het zorgtraject ‘Psychose’ in de kijker. Binnen PC Caritas werd een globale visie van benadering van patiënten met een psychotische problematiek uitgewerkt. Binnen het traject zien we 3 fases: crisisinterventie, behandeling en begeleiding. Het crisisontwikkelingsmodel dat gebruikt wordt op de crisisafdeling Sint-Elisabeth 2 werd voorgesteld. Daarnaast kwamen ook de opname- en behandelafdeling Dageraad en de rehabilitatieafdeling Lente aan bod. Tenslotte kon men kennismaken met de werking van het daghospitaal Emmaus 1, het PVT De Wadi, het arbeidscentrum De Keiberg en het activiteitencentrum De Klik.
Therapieën Werkgroep therapeuten voor de kanteling van de zorg Ter voorbereiding en ondersteuning van de kanteling van de zorg heeft een groep van therapeuten intensief gewerkt rond een aantal thema’s: tijdsblokken, het aantal patiënten in een therapiegroep, de infrastructuur en een evenwichtige verdeling directe/indirecte patiëntentijd. Het opzet was om de beleidsteams handvaten aan te reiken voor het uitwerken van de nieuwe behandelprogramma’s. Cruciaal daarbij was de afspraak om te werken met gelijke tijdsblokken voor alle afdelingen. Het bood een duidelijke structuur bij het bouwen van het afdelingsprogramma en gaf ook de mogelijkheid om de infrastructuur efficiënter te gebruiken. De voornaamste bepalende factoren voor de groepsgrootte blijven de mogelijkheden van de lokalen, de aard en de doelstelling van de activiteit.
14
Rond de verdeling van de directe/indirecte patiëntentijd beoogde de werkgroep vooral een billijk evenwicht voor te stellen en de aandacht te vestigen om de ondergrens en de bovengrens te bewaken. Voorafgaand aan de kanteling werden de resultaten van de werkgroep voorgelegd en besproken op een forum met de beleidsteams.
Het resocentrum: een huis met vele kamers… Hiervoor werd een denkgroep samengesteld die een uitgebreide conceptnota uitwerkte. Het resocentrum wordt operationeel in het voorjaar van 2012. Als brug naar ‘herstel’ is het bieden van herstelondersteunende zorg belangrijk. Daarom werd besloten om een dynamisch centrum op te starten dat herstelondersteunende zorg centraal plaatst. Dit centrum dient open te staan voor alle doelgroepen uit de volwassenenzorg, zowel vanuit de behandelingsfase als bij patiënten die langere tijd in het ziekenhuis verblijven. Dit houdt ook in dat er grote verschillen kunnen zijn qua leeftijd, cognitieve en motorische mogelijkheden en de toekomstverwachting. Ook de gebruiksfrequentie zal sterk verschillen. Voor de een zal dit een volledige activiteit vormen, voor anderen een aanvulling op bestaande programma’s. Vanuit de herstelondersteunende visie dient de patiënt tevens zelf actief deel te nemen aan het zorgaanbod.
15
Vrijwilligerswerking Verschillende ontwikkelingen noopten om de visie op vrijwilligerswerk te herzien. Vanuit behandelafdelingen komt meer en meer de vraag om beroep te doen op vrijwilligers. Nieuwe initiatieven zijn gestart, zoals de Klik en het toekomstige resocialisatiecentrum, waar vrijwilligers aan de slag kunnen. Daarnaast is er vooral nood van individuele patiënten en bewoners om een bondgenoot te vinden om de eenzaamheid te doorbreken en met twee iets samen te doen. Daarbovenop is het aantal PVT-afdelingen ook sterk afgenomen door afbouw en de uitdovende PVT-bedden. Een nieuw samengestelde werkgroep van medewerkers en vrijwilligers besprak de visietekst. Men keek wat er goed was en wat behouden diende te blijven. Vervolgens kwamen de nieuwe uitdagingen aan bod. Het principe dat de ontmoeting tussen de vrijwilliger en patiënt/bewoner centraal staat blijft prioritair. Wij blijven ook investeren in de betrokkenheid en inspraak van vrijwilligers in ons centrum. In de adviesgroep vrijwilligers worden de organisatie van de ontmoetingsdagen, items die in bewonersraden aan bod komen, vragen van vrijwilligers en het vrijwilligersbeleid besproken. De vrijwilligers worden ook uitgenodigd op infodagen, het personeelsfeest en ontvangen de nieuwsbrief.
16
Elke vrijwilliger heeft ook een contract waarin het engagement en de geheimhoudingsplicht in vermeld staat. Nieuw is dat alle afdelingen beroep kunnen doen op vrijwilligers, zowel in ontspanningsactiviteiten als buddywerking. Een buddy is een soort bondgenoot, die samen met de patiënt een activiteit doet om de eenzaamheid van de patiënt/bewoner te doorbreken en een vertrouwensband te creëren. Voorbeelden zijn: samen muziek maken, iets gaan drinken, een partijtje schaak of een ander gezelsschapsspel,.. Belangrijk is de evenwaardige relatie. In het kader van reïntegratie doen we zoveel mogelijk beroep op externe buddywerking. Een match vinden tussen de talenten en verwachtingen van de vrijwilliger en de behoefte van de organisatie en/of patiënt/bewoner staat centraal bij het rekruteren. Wij vinden het belangrijk dat zowel familieleden als (ex)-cliënten van de GGZ hier aan vrijwilligerswerk kunnen doen. Deze hernieuwde principes werden in december met alle vrijwilligers besproken. Zij vertelden ook aan elkaar waar ze actief zijn en hoe ze het vrijwilligerswerk in ons centrum beleven. Het was een aangename verrassing! Naar jaarlijkse traditie, nodigden we tijdens de week van de vrijwilliger op 3 maart alle vrijwilligers uit. We bezochten het STAM te Gent en sloten de avond af met een etentje.
6. Kwaliteitsbeleid In 2011 lag het accent vooral op de afdeling- en dienstbeleidsplannen. Deze werden in dialoog met de directie geëvalueerd, verder uitgevoerd en waar nodig bijgestuurd. In verschillende kwaliteitsprojecten lag de focus op patiënt- en personeelsveiligheid. Sinds 2007 tekent het centrum jaarlijks in op het project “Kwaliteit en patiëntveiligheid” van de Federale Overheid. Voor het contractjaar 2011 werd opnieuw gewerkt rond 3 pijlers.
Een operationeel meldsysteem en tweede veiligheidscultuurmeting Ook in 2011 werden diverse soorten incidenten gemeld via het elektronisch patiëntendossier, zoals agressie en suïcide(pogingen). Deze werden op jaarbasis geanalyseerd. 5 incidenten werden ook diepgaand geanalyseerd met de betrokkenen en gecodeerd volgens de WHO-classificatie, wat resulteerde in een aantal verbeteracties op ziekenhuis- en afdelingniveau. We hielden een tweede ziekenhuisbrede veiligheidscultuurmeting. 80% van de artsen en 66% van de bevraagde medewerkers beantwoordden de 42 items van dezelfde vragenlijst uit 2008. Dit laat nu toe een vergelijking in de tijd te maken en verbeteracties op te zetten. Samen met 58 andere Vlaamse ziekenhuizen (waaronder 19 psychiatrische ziekenhuizen) namen we deel aan een onderzoek van het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap van de KULeuven. Hierin werd nagegaan of er een systematisch actieplan is bij ernstige incidenten en of er een ondersteuningsplan is voor personeel dat betrokken is bij een incident (de zogenaamde ‘second victim’). Ons centrum scoort hierin hoog. Er is aandacht voor eerste opvang en aanwezigheid. We beschikken tevens over een getraind opvangteam. Slechts 2 voorzieningen behaalden een hogere score. In 2012 zullen wij deelnemen aan het vervolgonderzoek.
Herontwikkeling van processen In 2010 werd gestart met de uniforme elektronische registratie van afzonderingen via het patiëntendossier. Dit resulteerde in 2011 in een eerste ziekenhuisbrede analyse op basis van indicatoren. (vb aantal afgezonderde patiënten, aantal preventieve maatregelen, veiligheidsgevoel bij personeel). Hierbij werden ook benchmarkdata
17
van 13 andere psychiatrische ziekenhuizen gebruikt. De afdelingen gingen met de cijfers aan de slag en dit resulteerde in verbeteracties zoals gerichte vorming, bijsturing van visie en concrete aanpak. Vanaf 2012 zal dit verder worden opgevolgd door de indicatoren en streefwaarden. In voorbereiding van het contractjaar 2012 gebeurde ook een sterkte-zwakte analyse van een extern samenwerkingproces. We kozen voor onze samenwerking met de Steiger (PC Dr. Guislain). Het betreft een gemeenschappelijke intakecel voor volwassen verstandelijk gehandicapten met een psychiatrische problematiek. De continue meting van cliënttevredenheid bij ontslag op een opname en/of behandelafdeling liep ook in 2011 door. 228 van de 233 ontvangen vragenlijsten werden ondertussen verwerkt en geven alvast een algemene tevredenheidscore van 8.0 op 10. Verschillende procedures werden gereviseerd en het zorgproces van begeleiding bij externe consultaties werd grondig herwerkt. Verschillende andere zorgprocessen werden geautomatiseerd binnen het patiëntendossier, zoals de parameter- en patiëntenregistratie. Voor 2012 is het klaarleggen van medicatie van op scherm en de elektronische toedieningregistratie ervan voorbereid. In het kader van de organisatiekanteling en procesgericht werken zijn ook een aantal ondersteunende processen bijgestuurd, zoals aankoop. Het intern distributiesysteem werd vereenvoudigd door het inrichten van een centraal magazijn met een elektronisch bestelsysteem. Op de afdelingen en in de zelfbediening werden ook waterfonteinen geplaatst, waardoor transport met waterbakken niet meer nodig is en onze ecologische voetafdruk verkleint. We evalueren ook aan de hand van gegevens van andere instellingen. Daarom participeren wij aan een benchmarkgroep van 12 Vlaamse psychiatrische ziekenhuizen. Zo wisselden wij in 2011 ondermeer cijfers uit rond afzonderingen, arbeidsongevallen, ziekteverzuim en de Minimale Psychiatrische Gegevens (MPG). Ook met enkele Oost-Vlaamse psychiatrische ziekenhuizen loopt een benchmarkproject.
18
7. MIDDeLenBeLeID organisatieontwikkeling Wij kiezen voor een organisatie waar patiënten en personeel centraal staan en menen dat we dit in de toekomst het best kunnen realiseren door een kanteling door te voeren in de organisatie. Hierbij is het team eigenaar van het zorgproces rond de patiënt, worden verantwoordelijkheden op het juiste niveau gelegd en werken alle medewerkers efficiënt samen om het zorgproces te ondersteunen. Centraal staan effectieve teams met maximale regelmogelijkheden. De ondersteunende diensten organiseren zich rond dit primair zorgproces en faciliteren dit op een efficiënte en effectieve wijze. Het afgelopen jaar werden heel wat processen op gang gebracht. De opdrachten van de beleidsartsen, de afdelingsverantwoordelijken en de therapeutisch verantwoordelijken zijn bepaald en gedragen door de leidinggevenden. De beleidsteams zijn samengesteld en de taken van de disciplinecoördinatoren liggen vast en deze functies werden ingevuld. Verder zijn er principebeslissingen genomen omtrent de rol en de taak van de dienstverantwoordelijken binnen de ondersteunende diensten. De aanpak van een aantal processen en procedures zoals aankoop, distributie, centraal magazijn, externe consultaties, kooktherapie, communicatie, databeheer,… zijn verwezenlijkt. De toewijzing van therapeuten aan afdelingen heeft een belangrijke impact. In 2011 werd dit proces grondig voorbereid. Alle therapeuten werden gevraagd naar hun voorkeurafdelingen. Op basis hiervan werd een voorstel uitgewerkt van toewijzing.
19
Ethisch beleggen We belegden in de wereldspaarrekening van VDK. Hiermee kunnen Trias, Wereldsolidariteit, Incofin en Broederlijk Delen, vier ontwikkelingsorganisaties actief in de derde wereld, fondsen verzamelen en waardevolle projecten opzetten. Het zijn o.a. het verstrekken van microkredieten en ondersteuning van initiatieven van ondernemende mensen om de spiraal van armoede te doorbreken. Naast het financieel aspect heeft dit ook een sociaalmaatschappelijk rendement. Het forum Ethibel, een onafhankelijk controleorgaan, verstrekt hiervoor een certificaat waarin deze investeringen gecontroleerd en gecertificeerd worden.
Personeelsbeleid Attentiebeleid medewerkers Elk jaar worden evenementen en acties op het getouw gezet voor onze medewerkers. De Nieuwjaarsontmoeting, het personeelsfeest, de huldiging bij het bereiken van een aantal dienstjaren, het afscheidsfeest bij brug- of rustpensioen,… zijn hier enkele voorbeelden van. Ook de activiteiten van de vriendenkring en Caritas Sportief worden ondersteund zoals de Caritasquiz, de fietstocht, badminton, volley, minivoetbal,...
20
Vorming Veerle De Graeve werd aangesteld als vormingscoördinator. In 2011 kwamen als vormingsprojecten: rehabilitatie, onderwijs, EHBO, teamontwikkeling voor de afdelingen De Meander, Jericho en Montagne aan bod. We blijven verder intervisie van teams ondersteunen op de afdelingen Dageraad, Kaap, Branding, Wadi. Ook individuele opleidingen zoals kaderopleiding voor nieuwe afdelingsverantwoordelijken werden weerhouden.
Vormingstraject herstelondersteunende zorg We zijn reeds een aantal jaar bezig met rehabilitatie vanuit het SRH model (Wilken en den Hollander) en willen deze werking verder versterken. Hierbij verschuift de focus: herstel is wat mensen zelf doen, rehabilitatie is wat hulpverleners doen om dat herstelproces te bevorderen. In die zin is herstel niet los te zien van empowerment, een proces van zelfversterking. Empowerment is reeds enkele jaren een belangrijk aandachtspunt binnen de organisatie. Daarnaast zijn er ontwikkelingen in het kader van artikel 107 ter. Ons ziekenhuis participeert aan de vijf functies. In functie 2 B (rehabilitatieteams) en functie 3 (activering) wordt eveneens het kader van herstelondersteunende zorg gehanteerd. In 2011 lag het accent op het uitbouwen van het intern vormingstraject SRH en waren we actief betrokken bij de opstart van het Vlaams Herstelplatform. Veerle De Graeve, stafmedewerker zorg, en Greet Verhaeren, psychologe afdeling Lente, volgden in Emergis (Goes, NL) de coachopleiding, van het opleidingscentrum RINO. Medewerkers van De Klimop, Lente, Mon tagne, Wadi, Keiberg, toekomstig resocentrum, Beschut Wonen kregen een diepgaand vormingstraject. Het traject bestaat uit 30u vorming, training en coaching per medewerker en gebeurt in kleine groepjes. Op 19 december vond de eerste trainingsdag plaats in. Het was een dynamische start met 2 Nederlandse docenten (Dirk den Hollander en Eric Albers). Het eerste traject zal lopen tot begin mei 2012. Om het SRH-gedachtegoed verder in de organisatie te implementeren en het ook vast te houden; wordt er begin 2012 een interne stuurgroep SRH opgericht, waarin 1 medewerker per betrokken afdeling zal participeren.
21
Agressiehantering Een nieuw dossier ’Omgaan met en preventie van agressie’ werd opgemaakt en goedgekeurd door het Sociaal fonds voor de Privéziekenhuizen. Dit project loopt van september 2011 tot september 2013 en is goed voor 3.105 gesubsidieerde vormingsuren. De halfjaarlijkse herhalingssessies voor de zorgmedewerkers en de driedaagse trainingen voor nieuwe zorgmedewerkers liepen verder. Voor de ondersteunende diensten werd een aangepaste vorming agressiehantering voor administratieve medewerkers gehouden.
Ergonomie Het project ‘rugklachtpreventie’ van het ‘Sociaal fonds voor de Privéziekenhuizen’ werd verder uitgewerkt. In 2011 was het de beurt aan de ondersteunende diensten: technische dienst en administratie. Voor deze laatste groep werd een specifieke vorming’ bureauergonomie’ uitgewerkt door het fonds.
Extern 24 voorzieningen schreven in op de basis- en trainersopleidingen agressiehantering. Gespreid over 10 dagen kwamen 170 trainers uit Vlaanderen naar de jaarlijkse terugkomdag. In het ASZ Lokeren kregen alle medewerkers een vorming over het wettelijk kader rond vrijheidsberovende middelen(waaronder fixatie). In 8 voorzieningen werden 50 fixatiecoaches opgeleid.
22
Voor het laatste jaar bachelor psychiatrisch verpleegkundige van de Vesalius Hogeschool en voor het laatste jaar bachelor psychiatrisch verpleegkundige van de Arteveldehogeschool werd een vormingsnamiddag gehouden.
Gebouwen en infrastructuur De bewegwijzeringsborden op de site Caritas werden vernieuwd. Aan het reavlidatiecentrum en de zustergemeenschap werd het rioolwater ontkoppeld van het regenwaterafvoersysteem. Op afdeling Sint-Elisabeth 1 werden 2 vierpersoonskamers naar 2 x 2 tweepersoonskamers omgebouwd. In de wasserij kwamen nieuwe wasmachines, drogers en een strijkrol. In het activiteitencentrum De Keiberg werden ramen en deuren in aluminium met dubbel glas geplaatst. Op de afdelingen Dageraad en Lente werd geschilderd. In het kader van de herschikking van afdelingen De Meander, Betanië en Jericho werden heel wat ruimtes aangepast. Ook op De Branding kwam een omvorming van lokalen. Een omvangrijk project, het installeren van een nieuwe telefooncentrale werd aangevat.
Bescherming site Het bezwaarschrift dat we indienden tegen de voorlopige bescherming van de site Caritas werd door Minister Bourgeois aanvaard. We kregen bevestiging dat het domein verder niet meer voor bescherming als waardevol erfgoed in aanmerking komt.
IT Datanetwerk Het gebruik van het datanetwerk is de laatste jaren enorm toegenomen, zowel op professioneel vlak als door het internetgebruik van de patiënten. De datastroom is dan ook flink gestegen, zodat op veel locaties de databekabeling en de toestellen die het dataverkeer regelen niet meer voldeden. Daarom werd begonnen met de vervanging van de oudste en meest gebruikte bekabeling, namelijk die van het administratief gebouw. Eind december gebeurde dit ook op de afdelingen De Branding en Jericho. Verder werden heel wat ingrepen gedaan om het datanetwerk snel en bedrijfszeker te houden. Hierbij werken we met extra apparatuurbestanddelen als zekerheid bij mogelijke systeemuitval. Zo werden bijvoorbeeld de fysieke servers omgezet naar virtuele (lees softwarematige) servers. Dit geeft heel wat extra mogelijkheden zoals bijv. het creëren van servers op maat voor bepaalde takenpakketen, een betere backupvoorziening, minder stroomgebruik en als dusdanig een kleinere ecologische voetafdruk.
De centrale firewall werd vervangen door een systeem waarop derde partijen, zoals leveranciers of ons softwarehuis OBASI, van buiten uit gemakkelijker ingrepen of onderhoudswerken kunnen verrichten. Dit toestel past ook in het strategisch plan voor redundantie, omdat er meerdere externe internettogangen van verschillende providers kunnen worden geactiveerd.
Internet voor patiënten Op meer en meer afdelingen en locaties kunnen patiënten niet alleen gebruik maken van een door het ziekenhuis ter beschikking gesteld toestel om op internet te gaan, maar ook van een gecontroleerd toegangssysteem om te kunnen surfen met hun eigen meegebrachte laptops. Zoals te verwachten was kent dit een groot succes: de maandelijkse downloadhoeveelheid van 200 Gb werd al snel bereikt en uitgebreid.
Thuiswerk Meer en meer personeelsleden hebben de mogelijkheid om van thuis uit te werken. Dit gebeurt via een Citrix Access gateway in PCC, die via internet toegang biedt.
Mobiele verbindingen In 2011 werd een aantal smartphones in gebruik genomen. Er werd gekozen voor Android toestellen boven Blackberry of iPhone wegens de grotere flexibiliteit en compatibiliteit met Microsoft Exchange servers.
23
We telden 172 dagen t.o.v. 386 dagen vorig jaar. Belangrijk om weten is dat in 2010 één arbeidsongeval 261 verloren kalenderdagen telde.
Risicoanalyse Afgelopen jaar werd er door Provikmo een risicoanalyse uitgevoerd op de Kaap. Het verslag werd aan het CPBW toegelicht en waar nodig werden verbeteringen aangebracht.
Stewards
Milieu en Veiligheid Vorming brandpreventie Dit jaar werd in het PVT De Wadi een evacuatieoefening gehouden. Ook de bewoners werden hierin betrokken. Met het zorgcentrum Ter Wilgen, gelegen naast De Wadi, werden de afspraken omtrent het verzamelen van onze bewoners bij een algemene evacuatie nog eens doorgenomen.
Arbeidsongevallen Er waren 42 arbeidsongevallen ten gevolge van agressie, dit is lichte stijging van 36 naar 38 % . Het aantal prikaccidenten is dan weer gestegen van 2% vorig jaar naar 15 % dit jaar. Het aantal ongevallen met werkverlet is licht gestegen naar 18 t.o.v. 16 vorig jaar. Het aantal verloren kalenderdagen ligt lager dan in 2010.
24
Sedert 1 april namen de stewards meer specifieke veiligheidsgerelateerde taken op zich . Op basis van een takenlijst komen zij met regelmaat op alle afdelingen. Hun taken omvatten ondermeer bewaking, brandpreventie, agressiebeheersing, alarmen, sleutelbeheer, vandalismepreventie, kleine technische interventies,… De stewards reageren op alle noodoproepen via het huidige oproepsysteem om de zorgmedewerkers te ondersteunen. In functie hiervan hebben zij de PTV technieken gevolgd bij Jeroen Cottenie. De stewards werken tijdens weekdagen in een vroegdienst (06u00 – 14u30) en een laatdienst (15u3024u00) en tijdens de weekends en feestdagen enkel in laatdienst.
Rookbeleid Als zorginstelling wensen we het roken te ontraden. Een werkgroep werkt verschillende acties uit. Zo wordt op een aantal afdelingen het rooklokaal zoveel
mogelijk gesloten. Op 5 september ging er samen met de VRGT (Vlaamse vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding) een interactieve infosessie door over roken en rookstop binnen de psychiatrie.
Beeldvorming en public relations Nieuwe website Op 14 november werd de nieuwe website gelanceerd. Om dit ruim bekend te maken werd door het communicatieteam een kleine promotiecampagne opgezet. Aan alle medewerkers werd gevraagd om dit te ondersteunen.
Transept In Transept liepen volgende tentoonstellingen:
Ecologisch project bos Caritas
−− 6 tot 8 april, ‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’, werken van jongeren, ouders en begeleiders naar aanleiding van de studiedag ‘Vissen in Kaapse wateren’ −− 18 tot 26 juni, ‘Schatten in beeld’, foto’s van bewoners uit het Woon- en zorgcentrum De Vliet uit Zele −− 20 augustus tot 18 september, ‘Een huis, een havenlicht’, de kunstcollectie van priester-dichter Anton van Wilderode werd voor het eerst geëxposeerd buiten het museum −− 10 tot 11 december, ‘Natura Artis Magister’, keramiek en schilderijen van Erica Schram en Anne Verthé
Gedurende 8 maanden werd door studenten van het departement Biowetenschappen en landschapsarchitectuur een onderzoeksproject uitgevoerd in het bos palend aan de E40 snelweg. Op 19 mei werden de resultaten voorgesteld.
25
Het Caritasbos maakte vroeger deel uit van het Cottelhoeckbosch. Er staan overwegend beuken, maar ook zomereiken en tamme kastanjes. In de bodembegroeiing vindt men lelietje van dalen, maagdenpalm, boshyacint, adelaarsvaren,… Dit stukje natuur ontwikkelt zich verder naar een waardevolle ecologische site die een natuurlijke buffer is met de snelweg.
25
8. 2011 In cijfers cijfergegevens voor het psychiatrisch ziekenhuis (bron: MPG) Evolutie van het aantal opnames 2000 – 2011 646
601
600 513
554
541
594
544 532
500
574 478
494
518 456
400 339
368
346
364
403
346
309
296
334
381
380
300
200 123
133
125
129
51
62
61
51
100
0
2000
2001
2002
2003
0-18 jaar
2004
145
142
148
142
123
171
152
41
49
37
40
61
49
42
2005
19-64 jaar
2006 >64 jaar
2007
2008
2009
2010
151
39 2011
totaal
In de cijfers is onze forensische K-dienst De Branding niet opgenomen omwille van het huidige projectstatuut. In 2008-2009 steeg het aantal opnames naar 601. Na een daling in 2010 zet de stijging zich in 2011 verder naar 646 opnames. De toename gebeurde exclusief in de doelgroep volwassenen (19-64 jaar). Het betreft hier in totaal 575 verschillende patiënten, de meerderheid vrouwen: 54%. De gemiddelde leeftijd bij opname was 34 jaar. De jongste patiënt was 6 jaar, de oudste 88 jaar.54% van de opnames betreft een eerste opname in het ziekenhuis.
26
26
We registreerden 624 ontslagen, het ging om 546 verschillende patiënten. 27% was binnen de maand ontslagen, bijna 60% binnen drie maanden en 80% binnen de zes maanden na opname. 10% van de opnames duurde langer dan een jaar.
Meest frequente hoofddiagnoses bij opname aantal 0
20
Stemmingsstoornissen
17
100
120 13
95
8
15
103
8
65
25
Middelenstoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen 2
80 94
Kind & Adolescentiestoornissen
Angststoornissen
60
22
Aanpassingsstoornissen Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
40
35
14
33
20
1 -19jaar
19-64jaar
+ 64 jaar
Bij opname komen ‘stemmingsstoornissen’ en ‘aanpassingstoornissen’ het vaakst voor: 20%, gevolgd door ‘schizofrenie en andere psychotische stoornissen’ (19%). De doelgroep volwassenen (19-64 jaar) is hierin steeds uitgesproken vertegenwoordigd. Dit wordt gevolgd door ‘kind- en adolescentiestoornissen’ (16%) en ‘angststoornissen’ (6%); hier betreft het telkens vooral de doelgroep kinderen en jongeren.
27
Cijfergegevens op doelgroepenniveau Kinderen en jongeren meest frequente hoofddiagnose bij opname kinderen en jongeren 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Kind & Adolescentiestoornissen
45%
50%
44%
Angststoornissen
17%
Stemmingsstoornissen
15%
Aanpassingsstoornissen
12%
Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
5%
151 van de patiënten waren bij opname jonger dan 19 jaar. Dit is 23% van het totaal aantal opnames. De gemiddelde leeftijd binnen deze leeftijdsgroep was 15 jaar. 56% waren jongens. Er werden vooral “kind/adolescentiestoornissen” als hoofddiagnose geregistreerd: voornamelijk ‘pervasieve ontwikkelingsstoornissen’ en ‘gedragsstoornissen’. In 2011 registreerden we 139 ontslagen in deze doelgroep. 27% ging binnen de maand op ontslag en 55% verliet het ziekenhuis binnen drie maanden. Eén opname duurde langer dan één jaar. verblijfsduur bij ontslag: kinderen en jongeren 0%
10%
20%
30%
40%
<1 dag 1-3 dagen
1,4%
4-7 dagen
3,6%
8-28 dagen
21,6%
29-90 dagen
28,8%
3-6 maanden
36,0%
7-12 maanden
28
>1 jaar
7,9% 0,7%
Volwassenen 456 van de 646 opnames of 71 % van het totaal aantal gebeurde in de leeftijdsgroep tussen 19 en 64 jaar. De gemiddelde leeftijd bij opname binnen deze groep was 37 jaar. 56% waren vrouwen. Het betreft vooral ‘psychotische stoornissen’ (23%), ‘stemmingsstoornissen’(21%) en ‘Aanpassingsstoornissen’ (21%). meest frequente hoofddiagnose bij opname volwassenen 0%
5%
10%
15%
20%
25%
Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
23%
Stemmingsstoornissen
21%
Aanpassingsstoornissen
21%
Kind & Adolescentiestoornissen
8%
Middelenstoornissen
7%
In 2011 registreerden we 446 ontslagen in deze doelgroep. 29% van de opgenomen patiënten verliet binnen de maand het ziekenhuis en de 59% binnen de drie maanden. Anderzijds gebeurde 12% van de ontslagen pas na een verblijf langer dan één jaar. verblijfsduur bij ontslag: volwassenen 0% <1 dag 1-3 dagen 4-7 dagen
10%
20%
4,0% 6,1% 17,9%
29-90 dagen
29,4%
3-6 maanden
>1 jaar
40%
1,1%
8-28 dagen
7-12 maanden
30%
18,4% 10,8% 12,3%
29
Ouderen 39 van de 646 opnames of 6 % gebeurde in de leeftijdsgroep +64 jaar. De gemiddelde leeftijd bij opname binnen deze groep was 74 jaar en 69% waren vrouwen. Het betreft vooral ‘aanpassingsstoornissen’ (39%) en ‘stemmingsstoornissen’ (33%). meest frequente hoofddiagnose bij opname ouderen 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
39%
Aanpassingsstoornissen
Stemmingsstoornissen
33%
Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
21%
In 2011 registreerden we 39 ontslagen in deze doelgroep. Het aantal ontslagen binnen de maand was beperkt: 8%. Maar bijna 60% verliet het ziekenhuis wel binnen de drie maanden. 21% van de ontslagen gebeurde pas na een verblijf langer dan één jaar. 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
<1 dag 1-3 dagen 4-7 dagen 8-28 dagen
7,7%
29-90 dagen 3-6 maanden 7-12 maanden >1 jaar
30
51,3% 7,7% 12,8% 20,5%
Cijfers voor het Psychiatrisch Verzorgingstehuis (bron: MPG) In 2011 werden vijf nieuwe bewoners opgenomen, 9 bewoners muteerden naar een RVT en 4 naar een algemeen ziekenhuis. 6 bewoners overleden. Leeftijd pvt-bewoners op 31 december 2011 25% 21% 20%
percentage
15% 14%
15%
13%
13%
10%
10%
7% 4%
5% 1%
1%
0% 45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
70-74
75-79
80-84
85-89
≥90
leeftijd
Op 31 december verbleven 71 bewoners in het PVT, waaronder 7 mannen. 56 bedden hebben een blijvend statuut. De PVT-bewoner was op dat moment gemiddeld 68 jaar, maar het leeftijdsprofiel is duidelijk gespreid: de jongste bewoner is 49, de oudste 99 jaar. 25% is jonger dan 60 jaar. De grootste groep is tussen 65 en 69 jaar oud (21%) en 18% is 80 jaar of ouder. Drie bewoners zijn ouder dan 90 jaar.
31
Psychiatrisch Centrum Caritas Caritasstraat 76, 9090 Melle tel. 09 252 16 45, fax 09 252 24 61
[email protected], www.pccaritas.be ondernemingsnummer 0861 314 369
PVT De Wadi Poelstraat 39a, 9820 Merelbeke tel. 09 210 52 00, fax 09 210 53 00
[email protected]
Arbeidscentrum De Keiberg Hundelgemsesteenweg 270, 9820 Merelbeke tel. 09 210 47 70, fax 09 210 47 78
[email protected]
Activiteitencentrum De Klik Hundelgemsesteenweg 270, 9820 Merelbeke tel. 09 210 47 76
vzw Psychiatrisch Centrum Caritas is lid van WGO-groep Tabor. De groep Tabor is gegroeid uit de Zusters van Liefde van J.M., Noordprovincie, en staat voor Waardegericht Ondernemen in Welzijn, Gezondheidszorg en Onderwijs.
foto’s: Johan Demets en Henk Van den Fonteyne verantw. uitgever: Marc Van Ooteghem, Caritasstraat 76, 9090 Melle 32