Beste Ouders/verzorgers, Voor u ligt de schoolgids voor het nieuwe schooljaar. Een belangrijk document voor u, omdat u kunt lezen hoe de Singel als basisschool van Stichting De Waarden, invulling geeft aan het onderwijs aan uw kinderen. Waar staan we voor, wat is onze visie en hoe krijgt dit gestalte in de praktijk? De kwaliteit van de schoolgids wordt gecontroleerd door het College van Bestuur, M.R. en Inspectie. We hopen dat deze schoolgids mag bijdragen aan een goede communicatie tussen u en school. Uiteraard hoort bij dit document de schoolkalender waar actuele informatie op staat. Deze krijgt U apart uitgereikt. Voor vragen en opmerkingen kunt u altijd telefonisch of persoonlijk terecht bij het team of directie. Team van de Singelschool
1
Inhoudsopgave Inleiding Inhoudsopgave Voorwoord van het bestuur Waarom een schoolgids? Voor wie is deze schoolgids geschreven? In onze schoolgids komt u onder andere tegen
1 2-3 4 5 5 5
De school 1. Stichting de Waarden 2. Naam en adres 3. Bereikbaarheid leerkrachten 4. Schooltijden
6 6 6 7
Missie van onze school Missie: 1 Samen leven 2 Samen vieren 3 Samen spelen 4 Samen leren 5SAMEN
8 8 8 8 9
Organisatie van de school 1. Groepen algemeen 9 2. Nieuwe plannen en ontwikkelingen voor de komende jaren 9 3. Groep 1 en 2 14 4. Groep 3 t/m 8 16 Zorg voor de kinderen 1. Nieuwe leerlingen 2. Volgen van ontwikkelingen van kinderen in de school (leerlingvolgsysteem) 3. Toetskalender 4. Bepreken leervorderingen met ouders 5. Extra hulp (remedial teaching) 6. Inschakelen Edux 7. Dyslexiebeleid 8. Rugzak leerlingen/ Passend onderwijs 9. Voortgezet onderwijs Kwaliteitsbeleid van onze school De school als organisatie 1. Contact school met ouders 2. Vragen over het onderwijs 3. Klachtencommissie/ Seksuele intimidatie Vertrouwenspersoon 4. Medezeggenschapsraad 5. Ouderraad 6. Extra verlof
23 23 23 24 24 24 24 25 26 28 29 30 31 32 33 33 2
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Ziekte/afwezigheid leerkracht Edukans Pleinwacht Tussenschoolse opvang Ziekmelden etc. Kerndoelen vanuit het ministerie Jeugd Gezondheidszorg Inspectie van het onderwijs Schorsing en verwijdering van een leerling Activiteiten Sponsoring Ouderparticipatie Kalender
34 34 35 35 35 35 36 38 38 39 40 40 41
3
Voorwoord van het bestuur Een basisschoolkind brengt een groot deel van zijn of haar tijd door op school. Een plek waar kinderen samen leren, spelen en zich voorbereiden op de toekomst. Een belangrijke plek dus! Ouders en leerkrachten delen de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van het kind. Het is van belang dat ouders voor hun kind een school uitzoeken die bij hen past, want niet alleen het kind moet zich er goed voelen, ook de ouders moeten vertrouwen hebben in de school en in het team. Alleen op die manier kan er een partnerschap zijn tussen school en ouders die wezenlijk is voor de ontwikkeling van het kind. Deze school is een basisschool die deel uitmaakt van Stichting De Waarden. Onze stichting verzorgt het onderwijs voor ongeveer 3100 leerlingen. Deze leerlingen vindt u verspreid over negentien basisscholen en één school voor speciaal basisonderwijs in de gemeenten Moerdijk, Drimmelen en Goeree-Overflakkee. De scholen worden bestuurd door een College van Bestuur, dat het bevoegd gezag van de stichting vormt. Een Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van Bestuur. De belangrijkste doelstelling van de stichting, vastgelegd in de statuten, is het geven van kwalitatief goed en kindgericht onderwijs. Tevens wordt aandacht besteed aan de godsdienstige vorming van de kinderen. Onze scholen hebben een katholieke, protestantschristelijke of interconfessionele grondslag. Al onze scholen streven naar een hoge kwaliteit van onderwijs, waarbij de eigenheid van elk kind veel aandacht krijgt. Op al deze De Waarden-scholen ontmoet u leerkrachten en medewerkers die het belangrijk vinden dat kinderen zich optimaal kunnen vormen en ontwikkelen en zich veilig en geborgen voelen. U mag er dan ook op rekenen dat onze medewerkers met veel inzet en enthousiasme uw kind de zorg en begeleiding trachten te geven, die het nodig heeft om zich te kunnen ontplooien. Wat staat er in de schoolgids? - Wat leren de kinderen op school - De zorg voor de kinderen - Wat ouders mogen verwachten van de school - De resultaten die de school bereikt - Praktische informatie over schooltijden, gym, ziektemelding, overblijven, etc. Kortom, de schoolgids geeft een levendig beeld van alles wat zich op school afspeelt en is daarmee een belangrijke bron van informatie voor alle ouders. Het College van Bestuur waardeert uw keuze om uw kind op deze school onderwijs te laten volgen en wenst u en uw kind(eren) een heel prettig en leerzaam schooljaar 2014-2015 toe. Het College van Bestuur, Will Aper, voorzitter Kees van der Slikke, lid
4
1. Waarom een schoolgids? Scholen verschillen steeds meer; - in manieren van werken - in sfeer - en in wat kinderen leren. Kortom: Ze hebben verschillende eigen kwaliteiten. - Wat voor school is ‘De Singel’? - Waar staan wij voor? - Hoe werken wij met de kinderen in de dagelijkse praktijk? - Vinden de kinderen bij ons geborgenheid? Dat zijn enkele vragen waarop wij, vanuit onze visie als school, in deze gids antwoord willen geven. 2. Voor wie is deze schoolgids geschreven? Deze schoolgids is bedoeld om ouders en verzorgers te informeren. De schoolgids kan nieuwe ouders behulpzaam zijn bij het maken van een overwogen schoolkeuze en de schoolgids kan de ouders van kinderen die al op school zitten laten zien dat verwachtingen in de praktijk ook worden waargemaakt. 3. In onze schoolgids komt u onder andere tegen: - Korte kennismaking met de school. - De opzet van ons onderwijs. - Wat ouders van de school kunnen verwachten. - Wat van ouders mag worden verwacht. - Een beschrijving van de zorgverbreding op onze school. In deze schoolgids vindt u uitgebreid terug op welke wijze wij de voortgang van het onderwijs van uw kind bijhouden, hoe wij intern en met ouders deze zaken bespreken, maar ook op welke wijze wij extra begeleiding geven aan die leerlingen die dat nodig hebben. Dat kunnen leerlingen zijn die het in een wat langzamer tempo moeten doen en leerlingen die wat meer aan kunnen dan gemiddeld wordt aangeboden.
5
De School 1. De Waarden - Stichting voor confessioneel basisonderwijs Met ingang van januari 2008 is onze vroegere Stichting P.C.O gefuseerd met de stichting Noordrand. Het aantal scholen binnen de stichting bestaat uit 21 basisscholen. Stichting De Waarden Kristallaan 1 (2e verdieping) 4761 ZC Zevenbergen Telefoonnummer 0168-404502 Fax 0168-404548 E-mail:
[email protected] Website : www.stichtingdewaarden.nl De Raad van Toezicht bestaat uit : Ad Verdoorn : Voorzitter RvT Juul IJzermans : Vice-voorzitter + lid auditcommissie Karin van Esch : Lid RvT Mariet van Goch : Lid RvT Cees Maas : Lid RvT Het College van Bestuur bestaat uit: De heer W.E.J Aper, voorzitter College van bestuur De heer C.M. van der Slikke, lid College van bestuur De dagelijkse leiding van elke school berust bij de directeur/ locatieleider. Hij/zij wordt bijgestaan door een onderbouw en een bovenbouw coördinator. Alle directeuren/ locatieleiders van de aangesloten scholen vormen het Directieberaad. Zij komen maandelijks bij elkaar. Het Directieberaad wordt voorgezeten door een van de Bovenschoolse Directeuren. De Medezeggenschapsraad (M.R.) van onze school is ook op stichtingsniveau vertegenwoordigd, namelijk in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (G.M.R.) 2. Naam en adres van de school Protestants Christelijke Basisschool ‘De Singel’ Postbus 43 4797 ZG Willemstad Tel. 0168-472589
[email protected] www.singelwillemstad.nl 3. Bereikbaarheid leerkrachten De leerkrachten zijn minimaal een half uur voor aanvang van de school tot 1 uur na het uitgaan van de school aanwezig, tenzij er op deze tijdstippen een vergadering of cursus is gepland. Wij verzoeken u, indien nodig, de leerkrachten binnen deze tijden te benaderen.
6
4. Schooltijden: Groep 1: 08.30 uur – 12.00 uur 13.00 uur – 15.00 uur (maandag, dinsdag en donderdag) Woensdag 8.30 uur – 12.00 uur Vrijdag hele dag vrij Groep 2: 08.30 uur – 12.00 uur 13.00 uur– 15.00 uur (maandag, dinsdag en donderdag) Woensdag 8.30 uur – 12.00 uur Vrijdag 8.30 uur – 12.00 uur Groep 3 en 4 : 08.30 uur – 12.00 uur 13.00 uur – 15.00 uur (maandag t/m vrijdag) Woensdag 8.30 uur – 12.00 uur Groep 5 t/m 8: 08.30 uur – 12.00 uur 13.00 uur – 15.00 uur (maandag t/m vrijdag) Woensdag tot 12.30 uur Alle groepen zijn op woensdagmiddag vrij.
7
Missie van onze school Samen Singel Onze school wil een leefgemeenschap zijn waar kinderen niet alleen cognitief (=kennis verwerven) iets leren, maar zich ook kunnen ontwikkelen in een houding van zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag. Samengevat Samen spelen Samen leven
SAMEN
Samen leren Samen vieren
1. Samen leven De Bijbel is voor ons een belangrijk uitgangspunt. Wij willen dit onder andere tot uiting brengen door aandacht te hebben voor elkaar als mens en door in goede harmonie met elkaar om te gaan. Als leerkrachten zijn wij een voorbeeld. Belangrijke punten hierbij: - liefde tot elkaar; - respect (ook voor andersdenkenden); - openheid; - rechtvaardigheid. 2. Samen vieren Het vieren heeft zijn wortels in het bovenstaande en kan gezien worden als een invulling ervan. Schoolspecifiek willen wij er inhoud aan geven door op bepaalde momenten in het jaar gezamenlijk iets te vieren. Maar ook binnen een groepssituatie gebeurt dat op meerdere momenten in het jaar. 3. Samen spelen Spelend leren gebeurt uiteraard vooral bij kleuters. Maar ook in de hogere leerjaren blijft het speelse moment in het leren mogelijk. Het samen spelen komt verder tot uiting op de speelplaats, bij de binnenpauzes, tijdens gymlessen en andere sportactiviteiten en het spelen in de hoeken.
4. Samen leren Kinderen trekken tijdens hun schoolloopbaan vele jaren met elkaar op. De sociaal emotionele ontwikkeling vormt een belangrijke basis voor het goed kunnen presteren op cognitief gebied. Bij het leerproces gaat het ons niet om kennis vergaren alleen, maar ook om het toepassen ervan. Naast onderlinge samenwerking hierbij, vinden 8
wij het ontwikkelen van zelfstandigheid van groot belang. Kinderen leren zich daardoor, binnen de samenwerking van een groep, als zelfstandig individu ontplooien. 5. Samen Het woord samen geeft tevens aan dat wij het belangrijk vinden om, samen met u, medeopvoeder te zijn van uw kind(eren). Ook hier vinden wij het ontwikkelen van het zelfstandige individu binnen de samenwerking met anderen van groot belang. Wij hopen op deze manier uw kind te kunnen begeleiden naar een volwassen toekomst gebaseerd op hoop en onderling vertrouwen. Organisatie van de school 1. Groepen algemeen Adaptief onderwijs We werken leerling- en leerstofgericht. Onze werkvormen stemmen wij enerzijds af op het doel van de les en anderzijds op de leerlingen. De werkvormen worden ingedeeld in werk dat klassikaal, in groepjes of individueel wordt gedaan. Ook met onze instructie proberen wij adaptief te zijn. De kinderen krijgen op een verschillende manier instructie. Pre-instructie en verlengde instructie. Wij wijzen het werken met combinatiegroepen niet af: Het verhoogt de zelfstandigheid en het biedt de mogelijkheid binnen een jaargroep te leren samenwerken in verschillende leeftijdsgroepen; onze voorkeur gaat echter uit naar aparte groepen, door omstandigheden kan het zo zijn dat wij niet ontkomen
aan een combinatiegroep.
2. Ontwikkelingen voor de komende jaren
Beleid veiligheid
De lessen van de methode Leefstijl zijn bedoeld om: - kinderen bewust te maken van hun eigen gedrag; - kinderen te leren zichzelf en anderen te respecteren; - vaardigheden te ontwikkelen om met elkaar om te gaan, zoals luisteren en ruzies oplossen; kortom de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling stimuleren. Door een uurtje per week écht aandacht voor elkaar te hebben, kan het klasklimaat al sterk verbeteren. Dat merk je ook buiten dat ene uur. En dat heeft een positieve invloed op de leeropbrengst. Leefstijl heeft lesmaterialen die zijn afgestemd op de belevingswereld van peuters en leerlingen in het primair en voortgezet (speciaal) onderwijs. Borging van deze methode: met Edux (schoolbegeleidingsdienst) is overeengekomen om deze methode te borgen door middel van terugkerende studiemomenten van de leerkrachten. Invoeren van Zien ( volgsysteem op sociaal-emotioneel gebied) in combinatie met het bovenstaande. Het doel hiervan is de veiligheid van het kind te vergroten. Niet alleen de fysieke veiligheid maar ook de mentale veiligheid. Ook het gebruik van een pestprotocol blijft aan de orde. De school verzorgt ook sova-lessen (sociaal-vaardig).
9
Techniek
Techniek zal een steeds duidelijker onderdeel worden van ons onderwijs. Vanuit het bedrijfsleven en de overheid wordt techniekonderwijs op de basisschool gestimuleerd en verplicht. Ook voor onze leerlingen is het heel belangrijk om met techniek kennis te maken, bovendien vinden ze techniek leuk. Bij ons zijn de technieklessen ook geïntegreerd in de biologie methode, zoals lessen over warmte, luchtdruk, water en elektriciteit, maar ook komt techniek aan de orde in de rekenlessen en in creatieve vakken. Verder is er regelmatig een ‘techniekdag’ en hebben we een techniektoren voor de middenbouw en bovenbouw. De lessen die hierin zitten voldoen aan de doelstellingen die aan deze groepen gesteld worden. De onderbouw heeft door zijn vele materialen al een ruim aanbod van techniek en in de bovenbouw wordt er al enkele jaren techniekles gegeven door medewerkers van het VTB (Verbreding Techniek Basisscholen).De nieuwe methode Natuniek is aangeschaft.
Timboektoe en AVI
We zijn begonnen met het invoeren van de nieuwe leesmethode Timboektoe. Dit is een methode voor voortgezet technisch leesonderwijs. Het sluit prima aan bij de methode Veilig Leren Lezen van groep 3. Door de AVI- toets en de DMT (3 minuten toets, losse woordjes lezen), een onderdeel van de Cito- toetsen, wordt gekeken op welk leesniveau de kinderen zitten. Ze krijgen dan op eigen niveau leesinstructie en gaan oefenen. Bij een aantal kinderen ontwikkelt het lezen als vanzelf, echter veel kinderen hebben veel instructie nodig om nauwkeurig en vlot te leren lezen. Goed kunnen technisch lezen is een voorwaarde voor het begrijpend - en studerend lezen. Doordat ook een woorden - leestoets gebruikt wordt, is het mogelijk dat een kind met Timboektoe in een lager niveau zit dan met AVI.
Groepsplan
Voor de vakken rekenen, lezen en spelling worden 2x per jaar groepsplannen gemaakt, waarin de onderwijsbehoefte van alle leerlingen van de groep een plaatsje krijgt. In het overzicht komt o.a. te staan welke leerlingen extra instructie nodig hebben, wie er snel klaar is en extra werk of ander werk krijgt en wie b.v. de I-lijn gebruikt. Dit overzicht wordt gemaakt aan de hand van de Cito resultaten en de bevindingen van de leerkracht.
B.V.L. verkeer
B.V.L. staat voor Brabants Veiligheidslabel. Dit label hebben wij verdiend door tal van verkeersactiviteiten. Om dit label te behouden moeten wij elk jaar een nieuw plan Wegwijs indienen om het verkeersonderwijs actueel te houden. Dit gebeurt onder andere door buitenlessen n.a.v. de methode en Streetwise van de ANWB. Op dit moment hebben we twee actieve verkeersouders.
ICT (Interne Communicatie Techniek)
Uiteraard zijn we met ICT volop in ontwikkeling, zoals vervanging van de hardware, implementatie van de huidige software, het zorgdragen voor een probleemloos gebruik van de software in de groepen en de website op orde houden. 10
Voor de bovenbouw wordt de mogelijkheid geboden om een typediploma te halen. De school biedt ruimte. De kosten zijn voor de ouders zelf. Vanaf groep 4 oefenen de leerlingen in het maken van een ‘PowerPoint’ presentatie. In het schooljaar 2011 zijn er Touch-screens gekomen in de onderbouw. De kleuters leren hun eigen leerprogramma zelfstandig op te zoeken op de computer. Voor de bovenbouw starten we dit jaar met tablets.
Onderwijsconcept
We zijn als school al een aantal jaren bezig met adaptief onderwijs, zoals u hierboven al hebt kunnen lezen. In deze ontwikkeling past ook het plan om met meervoudige intelligentie aan de slag te gaan. Hersenonderzoek toont aan dat mensen verschillend en uniek zijn. Als men als leerkracht om wil gaan met de verschillen tussen kinderen, moet men tijd vinden om ieder kind individueel te begeleiden. Het model van Gardner, waarin acht intelligentietypen worden beschreven, is goed te gebruiken om met verschillen tussen kinderen om te gaan; aansluitend bij de sterke kanten van het kind door het inrichten van een rijke leefomgeving. De doelstelling is om: 1. Dit te bereiken via variatie en interactie in de dagelijkse les. 2. Een rijke en uitdagende leeromgeving te scheppen, waarin kinderen worden uitgenodigd om zelfstandig te werken. 3. Zoveel mogelijk momenten per week te creëren, waarin kinderen vanuit hun eigen leerstijlvoorkeuren kunnen werken.
Cultureel aanbod van de Singelschool
Vanaf 2007 hebben we een cultuurcoördinator op school. Deze leerkracht verzorgt het culturele aanbod voor de leerlingen en heeft zitting in de werkgroep Kunst en Educatie. Deze werkgroep behartigt de uitvoerende taken rondom het Kunst Educatieve programma. Jaarlijks zijn er optredens, activiteiten die onder een vooraf bepaalde discipline vallen, bijvoorbeeld dans, toneel, schilderen enz. Na schooltijd vinden er workshops plaats waar de kinderen zich kunnen opgeven b.v. voor dans, muziek, striptekenen, gedichten maken enz.
In 2013 gaan we samen werken met Erfgoed Brabant en de Heemkundekring. In september 2013 starten de groepen 1,2, en 3 met het project: “OVERGISTEREN”. Sinds kort hebben we een cultuur-sportfunctionaris van de Gemeente Moerdijk. 11
Dede functionaris heeft verschillende activiteiten ontplooid om het sportgebeuren te promoten. Er vinden activiteiten met verschillende sportverenigingen in de buurt. Zoals skeelers- , korfbal- , tennislessen, judolessen etc.
Cesar therapie
Het is belangrijk dat de kinderen zich op motorisch gebied goed ontwikkelen. Niet alleen de grove motoriek is belangrijk, maar ook de fijne motoriek. In het bijzonder voor het schrijfonderwijs. Daarom komt er een Caesartherapeut op school om de kinderen te testen op hun motoriek. Zij screent de leerlingen, net zoals een logopediste dat doet. Uiteraard gebeurt dit in overleg met de ouders. In de klassen werken we aan de fijne motoriek door met de methode Schrijfdans te werken.
V.V.E ( voor- en vroegschoolse educatie)
De Stichting De Waarden heeft met de gemeente Moerdijk en Kindercentra De Roef een convenant afgesloten met als doel : - een uniforme overdracht van kinderen van de PSZ naar het PO te regelen; - in het kader van Passend Onderwijs het concretiseren van doorgaande leeren ontwikkelingslijnen; - een peutervolgsysteem op te zetten - kennisdeling op het gebied van kindobservatie. Ook nu al vinden activiteiten op de onderscheiden terreinen plaats, maar door het convenant worden deze geformaliseerd. De basisscholen hebben de plicht om dit te melden in hun schoolgids c.q. kalender en informeren ouders hierover tijdens het intakegesprek. Na drie maanden vindt er een overdrachtsgesprek plaats met de peuterspeelzaal, waar de kleuters vandaan komen. Voordat de peuters komen, is er al een gesprek met de leidsters. De peuterspeelzalen hebben de plicht om het overdrachtsprotocol te gebruiken. In elke peuterspeelzaal worden de peuters aan de hand van het peutervolgsysteem op twee momenten gescreend. In het afscheidsgesprek stelt de peuterspeelzaal ouders in de gelegenheid om het overdrachtsformulier aan te vullen en vraagt zij de ouders voor overdracht te tekenen. De gemeente heeft de verplichting om de peuterspeelzaalleidsters te faciliteren in scholing en begeleiding.
Opbrengst gericht werken
Dit is het systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van leerlingprestaties. D.m.v. opbrengst gericht werken willen we een ambitieuze leercultuur ontwikkelen die van iedereen inzet vraagt, omdat er zowel voor leerlingen als voor leerkrachten naar een hoger niveau wordt gestreefd. Het mooie van deze werkwijze is dat eer een relatie gelegd wordt tussen opbrengst gericht werken op leerling en leerkracht niveau. Het gedrag van leerkrachten wordt regelmatig vergeleken met de standaarden voor goed pedagogisch handelen en op leerling-niveau blijkt dat er zowel op de gevorderde, voldoende en minimum standaard groei te zien is in de richting van gestelde ambities. We gaan werken met de trendanalyse van de Cito-toetsen. Zo kunnen we als school de voortgang bewaken en eventueel hiaten opsporen ( bijvoorbeeld bij een veranderde methode).
12
Integraal Personeelsbeleid Ontwikkelen van het P.O.P (Persoonlijk Ontwikkeling Profiel)/Functiemix
Leerkrachten staan voor de uitdaging om onderwijs te geven waar alle leerlingen van profiteren. Verschillen tussen de leerlingen doen een sterk beroep op het vakmanschap van de leerkracht. Onderwijs afstemmen op de ontwikkelingsaspecten van leerlingen is natuurlijk niet iets dat je alleen op routine of intuïtie kunt doen. Je zult er over moeten nadenken en je zult je moeten durven ontwikkelen. In augustus 2006 trad de wet BIO in werking (Beroepen In Onderwijs). De wet BIO bepaalt dat scholen zorgen voor het onderhouden van de bekwaamheid van het personeel. Het personeel heeft een bekwaamheidsdossier moeten maken. In april in 2008 is het Convenant Leerkracht gesloten tussen de werkgevers en werknemers in het onderwijs en de minister van OCW. Een onderdeel van dit convenant is de zogenaamde functiemix. De bedoeling is dat er betere carrièremogelijkheden voor de leerkracht komen om het werken in het onderwijs aantrekkelijk te maken en tevens de leerkrachtvaardigheden te verbeteren ten gunste van de leerlingen. Over 4 jaar bezit elke leerkracht een bekwaamheidsdossier. - Arbo-beleid – personeelsbeleid De nieuwe wet arbeidsomstandigheden ( Arbo) is ook voor het onderwijs van toepassing. Op grond van deze wet moet de school een aantal zaken omtrend veiligheid en welzijn geregeld hebben. Zo moeten er BHV-ers zijn en een ontruimingsplan dat jaarlijks wordt geoefend- geëvalueerd.
Hoogbegaafdheid/Excellent
Leerlingen worden aangemeld voor de breinklas door hun leerkracht. De toelatingscommissie van de breinklas besluit of een leerling kan komen. Het besluit van de toelatingscommissie wordt aan school mede gedeeld en de leerkracht bespreekt met de ouders het resultaat hiervan. De breinklas is 1 dagdeel per week in Zevenbergen. De Singelschool heeft zich ingeschreven voor een Pilotproject voor kinderen die begaafd-hoogbegaafd zijn. In 2013 zijn we gestart met een excellentieprogramma voor kinderen en de daarbij behorende leermaterialen. Het project vindt plaats met plaats met Prof. Mooy van de Universiteit van Nijmegen. Alle leerlingen worden nauwlettend in de gaten gehouden door de professor en de leerkrachten. In de onderbouw zijn er speciale speelgoedkasten opnieuw ingedeeld op een niveau van de kinderen in relatie tot de Cito-toetsen. Zo blijft er uitdaging voor de leerlingen bestaan. In het nieuwe schooljaar gaan we verder met deze manier van werken in de groepen 4,5 en 6. In de kasten kunnen kinderen kiezen uit uitdagend materiaal speciaal gemaakt voor leerlingen die daar interesse in hebben. Uiteraard gaan de groepen 7 en 8 verder met hun programma waarin ze extra uitdaging kunnen krijgen, deze leerlingen krijgen extra instructie van hun leerkracht. De leerlingen kunnen dan zelfstandig in een groepje aan hun opdracht werken. 13
Burgerschap
Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen betrokken burgers worden met een positieve mentaliteit en die een grote mate van zelfstandigheid bezitten. Binnen deze maatschappij moeten onze leerlingen zich prettig voelen. Onze burgerschapsvorming vooral moet gaan om: zelfstandigheid, respect voor de ander en accepteren van verschillen, sociale omgangsvormen en vaardigheden, samenwerken, zorg dragen voor de leefomgeving, kennis en begrip hebben van onze maatschappij en van andere landen, culturen en godsdiensten. We kaderen het begrip burgerschapsvorming in drie thema’s : - Democratie. We zien de school als oefenplaats voor omgaan met elkaar binnen de schoolgemeenschap. Binnen de school leren de leerlingen omgaan met de spelregels vinnen de school en omgaan met conflicten. We betrekken de leerlingen bij de gebeurtenissen om hen heen en stimuleren hen hierin een actieve rol te nemen. - Participatie. De school is een veilige omgeving waarin de leerlingen leren samen te leven en telkens opnieuw mogen beginnen. Op onze school wordt daartoe een methode sociaal emotionele ontwikkeling gebruikt. De leerlingen leren zich in een ander te verplaatsen en worden betrokken bij het opstellen en handhaven van afspraken in de klas. Tevens worden leerlingen gestimuleerd in het deelnemen aan de samenleving door activiteiten te ontplooien waarin leerlingen iets voor anderen kunnen betekenen. We streven naar een volledige ontplooiing van de persoonlijkheid van leerlingen. 3. Groep 1 en 2 Spelen is in de kleuterklassen heel belangrijk. Door de combinatie van spelen, werken en leren in een prettige sfeer en sfeervolle omgeving worden kinderen optimaal in hun ontwikkeling gestimuleerd. Wij gebruiken hierbij een huis- en bouwhoek, zand-watertafel, kasten met ontwikkelingsmateriaal, lees- en luisterhoek, constructiehoek en werkbank, ontdek- en themadagen. De aanpak in groep 1 en 2 verschilt van die van andere groepen. Ook de inrichting van de lokalen en de manier van werken is anders. Elke morgen van 8.30 – 8.45 uur mag groep 1 kiezen waarmee ze gaat spelen/werken. Het werken in groep 1 en 2 gebeurt vanuit de kring(er zijn kringactiviteiten). Er wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in hoeken en er is volop keuze uit ontwikkelingsmateriaal in het lokaal, in het speellokaal en op het schoolplein. Ook de ruime hal/ingang wordt gebruikt door de kinderen. Ze kunnen zich hier volop ontwikkelen door in groepjes te spelen met tijdelijk neergezet materiaal waarin de vele intelligenties van de kinderen aan bod komen. Tevens werken we samen met de GGD o.a. door het project Lekker Fit te gebruiken. Wij werken aan de hand van thema’s zoals de seizoenen, de tandarts, de fiets, de winkel, het verkeer enz. Deze thema’s staan in de methode ‘Schatkist’. In het lesrooster worden verschillende leer - en vormingsgebieden onderscheiden. In de kring komen veel taal - en rekenactiviteiten aan bod, van de methode ‘Schatkist’ en ’Rekenrijk’.
14
Tijdens het spelen en de werklessen komen de kinderen spelenderwijs in aanraking met deze aspecten. Wij vinden het heel belangrijk om naast deze leergebieden veel aandacht te besteden aan de sociaal - emotionele ontwikkeling van de kleuter. De kleuter moet zich veilig voelen in de groep en met veel plezier naar school komen (zie methode ‘Leefstijl’). De meeste kinderen zitten, afhankelijk van hun geboortedatum en ontwikkeling, twee tot twee en een half jaar in de kleutergroepen. In de tweede helft van het schooljaar worden in groep 1 en 2 de Cito-toetsen ‘Rekenen voor Kleuters’ en ‘Taal voor Kleuters’ afgenomen, mits de kleuter minstens een paar maanden onze school heeft bezocht. N.a.v. deze toetsen volgt een gesprek tussen leerkracht en ouders. Op grond van de ontwikkeling van de leerling in groep 1 en 2 en de toetsresultaten wordt besproken of de leerling toe is aan groep 3. De toets is niet alleen bepalend voor deze beslissing. Ook de Pravoo lijst leggen wij er naast. Zoals al eerder is vermeld, gebruiken wij de methode ‘Leefstijl’. Voor de motorische ontwikkeling wordt ‘Schrijfdans’ gebruikt. Het verkeersonderwijs is ook een belangrijk onderdeel; naast een terugkerend project wordt hier veel over gesproken. Zo is er een brede aanpak om de ontwikkeling van een kind te bevorderen. De leerkrachten vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in een kleutergroep werkt, om zo aan de voorwaarden van groep 3 te voldoen. Succesvol groep 3 doorlopen, lukt pas als een kind hieraan toe is. Wij zien een kind liever een jaar langer in groep 2, dan jarenlang op de tenen de school doorlopen. Uiteraard zijn er ook leerlingen die minder dan 2 jaar in de kleutergroep les volgen. Kinderen die daarvoor in aanmerking komen worden apart besproken m.b.v. een overgangsprotocol van groep 1 naar 2. Wanneer uw kind naar groep 3 gaat is het volgende van belang: - de reken- en taalvoorwaarden moeten voldoende worden beheerst; - uw kind moet zich voldoende kunnen concentreren; - uw kind is er sociaal-emotioneel aan toe. - verder gebruiken we het overgangsprotocol. Ieder jaar vinden ook in groepen 1 en 2 tien minuten -gespreksavonden plaats. Natuurlijk zijn wij altijd bereid met u een aparte afspraak te maken. In de loop van het jaar zullen wij regelmatig een beroep doen op uw hulp bij allerlei activiteiten en uitstapjes, bijvoorbeeld tijdens het bezoek aan de lammetjes, maar ook in het kader van het V.V.E.-project (zie hierboven beschreven). Tot slot: Wilt u uw kind(eren) op tijd brengen? De deuren gaan 10 minuten voor schooltijd open. Bij de deur van de klas kunt u afscheid nemen van uw kind. Dit geeft rust in de klas. Voor het gymonderwijs vragen wij u om uw kind gymschoenen (liefst met klittenband of instappers) mee te geven. Schrijft u a.u.b. de naam van uw kind in de schoenen? Op de gymdagen is het fijn als uw kind gemakkelijke kleding en schoenen aan heeft. 15
Bijzondere zaken willen wij nog even melden: - In de pauze wordt er gedronken en gegeten (geen snoep). Op woensdag is het fruitdag. - Bij verjaardagen is het gebruikelijk dat er op één gezonde verrassing wordt getrakteerd. - De leerkrachten horen graag de verjaardagsdata van de ouders en de grootouders, zodat er iets leuks kan worden gemaakt. 4. Groep 3 tot en met 8 (algemeen) In de onderstaande lessentabel wordt globaal weergegeven hoeveel uren per week aan de verschillende vakken worden besteed. Het gaat hier om gemiddelden die per leerjaar en per periode enigszins kunnen variëren. 1. Godsdienstonderwijs (incl. Leefstijl) 2. Rekenen 3. Taal
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
2
uur
5 5
uur uur
Lezen 4 Schrijven 1.30 Engels (groep 7/8) 0.45 Aardrijkskunde 1 Geschiedenis 1 Natuur 0.45 Verkeer 0.30 Muziek 0.30 Handvaardigheid 1 Tekenen 1 Bewegingsonderwijs 1.30
uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur
De leerlingen vanaf groep 1 werken volgens een lesrooster om te komen tot een herkenbaar dagritmesysteem. Zelfstandig kunnen werken neemt daarbij een belangrijke plaats in. Ook de differentiatie is van groot belang. Dit houdt in dat in principe alle leerlingen dezelfde stof aangeboden krijgen. Maar ook de mogelijkheid tot aangepaste (individuele) werkwijzen, extra uitleg, werken met verdiepingsstof, is volop aanwezig.
16
Kring In groep 3 en 4 beginnen wij regelmatig in de kring. De kinderen krijgen de gelegenheid om iets te vertellen. Het toepassen van mondeling taalgebruik in een goede sfeer is van groot belang. Hoeken In veel groepen werken wij ook nog in hoeken. Diverse elementen m.b.t. motoriek, taal, rekenen en lezen worden geoefend. Wij proberen dit aan het einde van de morgen ongeveer een half uur toe te passen. Gezien de tijd is dat niet altijd mogelijk. Minstens twee maal per week krijgen de leerlingen de gelegenheid om ook ’s middags ongeveer een half uur spelenderwijs in hoeken te werken en te spelen. Op deze manier kunnen de leerlingen hun eigen mogelijkheden verder ontplooien en ook het samenspel is van groot belang. Godsdienst onderwijs Enkele malen per week wordt er aan het begin van de dag een bijbelverhaal verteld. Als het mogelijk is, wordt een link gelegd met de actualiteit in een klassengesprek. Elke schooldag wordt geopend en geëindigd met een lied en een gebed. Daarover wordt met elkaar gesproken, omdat Bijbelse Geschiedenis meer is dan alléén geschiedenis. De groepen 1 t/m 2 volgen een rooster. Groep 3 t/m 8 gebruiken de methode Trefwoord. Ook de methode ‘Leefstijl’ betrekken we bij de godsdienstlessen. Rekenen en wiskunde Bij ons op school werken we met de methode: ‘Rekenrijk’ voor de groepen 1 t/m 8. Er wordt methode-gebonden gewerkt; dat wil zeggen volgens een leerstofjaarklassensysteem, waarbij de groep als geheel de leerstof verwerkt, maar waar binnen wel gedifferentieerd wordt gewerkt. Leerlingen die de leerstof zeer goed beheersen, d.w.z. die bij de vorige LOVS-toetsing een A+ score hebben behaald, maken alleen de hoofdstukken 5 en 10 en krijgen daarnaast ander werk aangeboden. (Verrijkingsmateriaal uit Kien en Rekentijgers). Uiteraard worden ook de bloktoetsen gemaakt. De leerstof is dusdanig geordend, dat de verschillende onderdelen (hoofdrekenen, cijferen, vraagstukjes, projecten) op een evenwichtige manier aan bod komen. Er is sprake van realistisch rekenen, doordat met praktijkvoorbeelden wordt gewerkt. Tevens wordt in de leerstof veel gewerkt met herhalingen om tot automatismen te komen. In een jaar worden twee boeken (a+b) doorgewerkt. Elk boek bestaat uit zes blokken, die eindigen met een toets. Dan wordt bekeken of het nodig is om gebruik te maken van herhaling - en of verrijkingsstof. Daarnaast wordt de computer gebruikt (individueel) om onder andere het hoofdrekenen te ondersteunen.
17
I-lijn (rekenonderwijs) Voor sommige leerlingen in het midden of in de hogere groepen kan rekenen te moeilijk worden. We hebben dan de mogelijkheid om de I-lijn (individuele lijn) te gebruiken. Dit is een iets vereenvoudigde versie van de methode. De stof en de hoeveelheid worden iets aangepast. Voor de betere rekenaars kunnen we de I-lijn op een hoger niveau gebruiken (compacting). Daarnaast gebruiken we de ‘Rekentijger’, ‘Pluspunt’, ‘Kien’, ‘Somplex’ en andere aangepaste methodes en/of via het rekenweb. Nederlandse taal In groep 4 t/m 8 werken we met de methode ‘Taalleesland’. In deze methode zijn taal en begrijpend lezen geïntegreerd. Groep 3 werkt met Veilig Leren Lezen en groep 1 en 2 met Schatkist. De methode is zo opgezet, dat de leerlingen veel zelfstandig werken, zodat er ruimte is voor de leerkracht om individueel leerlingen ( zowel sterke als zwakke) vooruit te helpen. De methode is ook zeer geschikt voor combinatiegroepen. Er wordt gewerkt vanuit thema’s, die als rode draad door de lessen heen lopen. In elk thema komen taal én lezen aan bod. Wat een leerling leert bij een les leesbegrip, past hij toe bij bijvoorbeeld stellen. De teksten uit de leeslessen vormen het uitgangspunt voor de taallessen. Hierbij komen de verschillende taalaspecten steeds in vaste volgorde aan bod: luisteren en spreken, leesbegrip, taalbeschouwing, stellen, leesbeleving en woordenschat. Er wordt veel aandacht besteed aan de uitbreiding van de woordenschat omdat: Met een grotere woordenschat leerlingen hun eigen ideeën en denkprocessen beter kunnen verwoorden. * De leerlingen tijdens de lessen (ook andere vakken) minder zullen struikelen over onbegrepen termen. ‘Taalleesland’ heeft een aparte leergang voor spelling. Deze sluit aan bij de methode. De leerlingen krijgen spellingstrategieën aangeboden, die helpen bij het oplossen van spellingproblemen. Doel hiervan is dat zij de spelling zelfstandig gaan hanteren, ook bij (nog) niet bekende soortgelijke woorden. Ook ‘Taalleesland Spelling’ biedt de mogelijkheid om tempoverschillen op te vangen. Zo is er naast de basisstof ook nog extra stof. De spellingswoorden staan op onze website. Thuis kan het huiswerk, m.b.v. de ouders, er af gehaald worden. Na elk thema worden er verschillende taalaspecten getoetst. Als leerlingen niet aan de gestelde eisen voldoen, komen ze in aanmerking voor herhalingsstof. Leerlingen die voldoende scoren krijgen verdiepingsstof aangeboden. 18
Lezen Hoe kunnen wij kinderen stimuleren om zich een goede leesvaardigheid eigen te maken? Wij denken dit te kunnen verwezenlijken door een klimaat te scheppen waarin leerlingen ontdekken dat lezen een middel is om te verkennen, te fantaseren, te beleven, je kennis te vergroten, je leefwereld te verruimen. In de jongste groepen begint dit al met vertellen, voorlezen, praten over boeken, samen boeken bekijken en gebruik maken van een boekenhoek. In groep 3 ligt de nadruk vooral op het aanvankelijk lezen. Wij gebruiken hiervoor de methode ‘Veilig Leren Lezen’. Op het rapport wordt vermeld welk AVI - niveau / Timboektoe niveau de kinderen beheersen. Hoe proberen wij het bovenstaande te bereiken? Door: - op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen en gebruik te maken van de beste methoden; - regelmatig de kinderen te toetsen, om zo voortijdig uitvallers te signaleren; - uitvallers extra hulp en stof te geven; - een aantal keren per week in de onder – en middenbouw te lezen in niveaugroepen; - gebruik te maken van de klassenbibliotheek die regelmatig worden aangevuld en vernieuwd; De bibliotheek “Van Nu” heeft boeken neergezet op school. De boeken worden regelmatig gewisseld. De kinderen kunnen via internet de boeken aanvragen die ze nodig hebben. Die worden een week later op school gebracht. - informatie halen en verzamelen van de moderne communicatiemiddelen zoals internet. - aandacht te besteden aan het laten houden van spreekbeurten en het maken van werkstukken ( dit laatste in de bovenbouw); - organiseren van de Kinderboekenweek, - tweejaarlijks organiseren we een voorleeswedstrijd. - elk jaar verkoop van kinderleesboeken. Schrijven Kinderen leren op de Singel schrijven volgens de methode ‘Pennenstreken’. Al in groep 2 wordt een aanvang gemaakt met deze methode. Kinderen kunnen ook te vroeg beginnen met schrijven en daarom werken wij met de methode ‘Schrijfdans’ om de fijne motoriek te ontwikkelen. 19
Engels voor alle groepen! ‘Take it easy’ is de eerste complete digibordmethode in het Nederlandse basisonderwijs. Een digitale leerkracht presenteert de les. Via filmpjes en muziekclips komen de leerlingen in aanraking met spannende en grappige situaties waarin de voertaal altijd Engels is. ‘Take it easy’ heeft twee native speakers die via het digibord de lessen aan de leerlingen presenteren. Zij doen dit in het Engels en de leerlingen hoeven niet alles te begrijpen en ze moeten eraan wennen dat ze in een vreemde taal niet alles letterlijk hoeven te begrijpen om de strekking van het verhaal te volgen. Doordat de leerlingen de digitale juf of meester zien kunnen zij ook gebruik maken van buitentalige informatie zoals mimiek, liplezen en gebaren. Wereldoriënterende vakken Elke dag leren de kinderen op diverse manieren de wereld om hen heen steeds verder verkennen op een wijze die bij hun leeftijd past. De vakken: kennis der natuur, geschiedenis, aardrijkskunde en verkeer komen al vroeg aan bod. In de bovenbouw (groep 5 tot en met 8) worden deze vakken apart gegeven, maar ook hier is de scheiding minder strikt dan vroeger. Het zelfstandig opdrachten verwerken en werkstukken maken, neemt een steeds grotere plaats in, naarmate de leerlingen in een hogere groep zitten. Het nieuws uit de wereld wordt daarbij op diverse manieren gelezen bekeken en besproken. Waar mogelijk wordt met een groep deelgenomen aan excursies of buitenschoolse lessen. Ook het vak ‘Burgerschapsvorming’ (zie ‘nieuwe plannen’) is toegevoegd. Schooltv-weekjournaal voor groep 7 en 8. De vakken Aardrijkskunde, Geschiedenis en Biologie zijn geïntegreerd in ons concept Meervoudige Intelligentie. Aardrijkskunde Met groep 5, 6, 7, en 8 werken met de aardrijkskundemethode ‘Hier en Daar’. Kinderen zullen zich op een verantwoorde manier in de maatschappij moeten ontplooien en handhaven. Zij moeten kennis nemen van de verscheidenheid in menselijke bestaanswijzen hier en in andere landen, leren gebruik te maken van kaarten, vertrouwd raken met begrippen als vulkanisme, weer en klimaat, rivieren, continenten enz. Geschiedenis Wij gebruiken de methode ‘Bij de Tijd’, die past in modern adaptief onderwijs. Met behulp van deze methode leren kinderen belangrijke historische feiten kennen en deze te verbinden met hun hedendaagse werkelijkheid. Biologie- Techniek In de biologie-techniekmethode NatuNiek leren leerlingen onderzoeken, ontwerpen, presenteren en samenwerken. Bij de techniekthema’s ontwerpen en maken de leerlingen zelf een werkstuk. Ze leren bij dit proces vooruitdenken en problemen oplossen. Niet alleen het eindproduct of het resultaat telt, maar juist ook de ontdekkende weg ernaar toe. De leerlingen presenteren elkaar hun werkstukken en leggen uit hoe ze tot dit ontwerp en de oplossingen zijn gekomen. Zij oefenen hiermee tegelijkertijd hun presentatievaardigheden. 20
Verkeer In de groepen 1 en 2 werken wij regelmatig met een project over verkeer. In de groepen 3 t/m 8 werken wij met de methode ‘Wegwijs’. De leerlingen uit groep 7 nemen deel aan het landelijke verkeersexamen, dat bestaat uit een theoretische proef die op school wordt afgenomen en een praktisch gedeelte waarbij, in samenwerking met de basisschool ‘De Ruigenhil’, een uitgezette route moet worden gefietst. Creatieve vakken Ook aan muziek, tekenen en handvaardigheid besteden we wekelijks ongeveer 3 uur. Deze vakken brengen evenwicht in het lesprogramma; niet alleen het leren is belangrijk, ook de creatieve vorming. Toch zien wij deze vakken niet alleen als ontspannend. Ook hier wordt les gegeven en streven wij naar kwaliteit. In groep 1 en 2 is de creatieve vorming geïntegreerd in het totale programma. Voor muziek hebben wij een nieuwe methode genaamd : Muziek moet je doen. Al deze vakken zien we terug in onze Meervoudig Intelligentieconcept. Meervoudige intelligentie De Amerikaanse Harvard-professor Howard Gardner ziet intelligentie als de bekwaamheid om te leren en problemen op te lossen. Hij onderscheidt acht soorten intelligenties Scholen die meervoudige intelligentie stimuleren, reiken leerlingen leerstrategieën aan die aansluiten bij die intelligenties. Dit zijn ze: Verbaal/linguïstisch Visueel/ruimtelijk Muzikaal/ritmisch Lichamelijk/kinethetisch Interpersoonlijk Intrapersoonlijk Natuurgericht Vooral met de wereld-oriënterende vakken willen we bereiken dat de kennis heel lang bij de leerling wordt behouden. Leerkrachten en leerlingen geven aan wat de sterkste punten zijn om het leren te vergemakkelijken. De leerkracht houdt daar dan rekening mee. Muzikaal ingestelde kinderen kunnen bijvoorbeeld anders leren dan leerlingen die verbaal zijn ingesteld. Als een kind iets niet begrijpt ga je kijken in welke intelligentie het kind het sterkste is en probeer je vanuit die leerstrategie stof opnieuw uit te leggen. Het lijkt misschien lastig maar de leerkrachten en kinderen vinden het fijn dit op verschillende manieren aan te kunnen bieden. Natuurlijk proberen we ook met de andere vakken deze werkwijze toe te passen. Als een leerling erg sportief is, is het een leuke uitdaging te lezen over sport om zo het tempo omhoog te krijgen. Muzikaal ingestelde leerlingen kunnen breuken sneller begrijpen dan leerlingen die visueel ingesteld zijn en bewegelijke kinderen leggen de breuken met deelstukken op tafel. Ook met meetopdrachten kunnen leerlingen betere resultaten behalen als ze praktisch mogen uitvoeren. Natuurlijk leggen we sommen uit op het digibord maar beseffen wel dat we vooral de visueel ingestelde kinderen helpen.
21
E.H.B.O In het voorjaar start groep 8 met een cursus E.H.B.O., die wordt afgesloten met een examen om het jeugddiploma E.H.B.O. te halen. Bewegingsonderwijs Beweging en sport staan hoog in het vaandel in de maatschappij van vandaag. Als Singel willen wij hierop actief inspelen door het aanbieden van een gevarieerd aanbod aan gymlessen en sportactiviteiten. De groepen 1 en 2 doen dagelijks aan beweging en spel door buitenspel en de lessen en activiteiten in de speelzaal. Het buitenspel is vaak vrij en in een open situatie, in tegenstelling tot de spel- en beweeglessen in de speelzaal. Wij streven ernaar 2 keer per week een gymles te verzorgen in de speelzaal. We beschikken over een goed voorziene speelzaal en goed ingericht speelplein. De groepen 3 t/m 8 hebben 2 keer per week gymles in de gymzaal aan de Singel in Willemstad(gemeentelijke gymzaal). Voor de invulling van de gymlessen maken we gebruik van de methode Basislessen, met als aanvulling het Basisdocument. Wij streven ernaar lessen te geven waarbij zelfredzaamheid en samenwerken tussen leerlingen een belangrijke rol spelen. Daarnaast komen alle belangrijke leerlijnen aan bod, zodat er een breed scala aan beweegactiviteiten is. Naast de gymlessen, maken we bij mooi weer gebruik van het speelveldje achter de school en hebben we met regelmaat clinics van verschillende sportverenigingen. Huiswerk Getracht wordt om de leerstof zoveel mogelijk op school te leren. Er wordt huiswerk gegeven, om het kind te laten wennen, wij hopen dat ze hierdoor gemakkelijker hun draai kunnen vinden in het voortgezet onderwijs. Het gaat dan om de vakken rekenen, taal en de kennisgebieden. Incidenteel kunnen kinderen extra werk krijgen. Dit betreft dan kinderen die in de zorg terecht zijn gekomen en als het gaat om basisvaardigheden. Structureel wordt huiswerk meegegeven vanaf groep 5. Het gaat hierbij om rekenen en taal. In groep 6 komt daar dan nog aardrijkskunde bij. Tenslotte wordt in groep 8 behalve bovenstaande vakken ook nog het gebruik van de agenda ingevoerd. In groep 5 wordt begonnen met een spreekbeurt en vanaf groep 6 komt daar een werkstuk bij.
22
Zorg voor de kinderen 1. Nieuwe leerlingen Het aantal aanmeldingen zal bepalend zijn voor het al dan niet starten van een instroomgroep ( tweede groep 1) in de tweede helft van het schooljaar, of voor het al dan niet nemen van organisatorische maatregelen die de instroom moeten regelen. U begrijpt dat tijdige aanmelding zeer op prijs wordt gesteld (minimaal 6 maanden van te voren). 2. Het volgen van de ontwikkelingen van kinderen in de school (leerlingvolgsysteem) Twee keer per jaar, in januari en juni, worden alle leerlingen van groep 1 t/m 8 getoetst m.b.v. de methodeonafhankelijke toetsen van het CITO. Zo kunnen we goed signaleren of een leerling vooruitgaat, terugvalt of stagneert in zijn/haar ontwikkeling gedurende de hele basisschoolperiode. Daarnaast volgen we de leerlingen ook in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Hiervoor gebruiken we in groep 1 en 2 de ‘Pravoo’-observatielijst en gedeeltelijk ook het volgsysteem van ‘Schatkist’. Voor groep 3 t/m 8 gebruiken we hiervoor de signaleringslijst van ‘Eduforce’. In het nieuwe schooljaar gaan we het programma Zien verder uitwerken. Toetsen zijn altijd momentopnames, dus is het ook heel belangrijk om te weten hoe een leerling normaal in de groep functioneert. De interne begeleider bezoekt regelmatig een groep en/of observeert leerlingen. Het heeft niet altijd zin om een leerling met zijn/haar klasgenootjes te vergelijken. Iedere leerling is en blijft uniek en daarom blijft het zo belangrijk om onderwijs op maat te geven. Via ons nieuwe systeem Parnassys kunnen we de leerlingen goed bekijken en volgen m.b.v. trendanalyses kunnen we de data vertalen naar een groepsplan. De groepsplannen worden daarna bijgesteld. 3. Toetskalender Om het resultaat van onze manier van werken ‘te toetsen’ aan het landelijke gemiddelde, gebruiken wij in sommige groepen ook toetsmateriaal dat niet bij een bepaalde lees - rekenmethode hoort, maar landelijk is genormeerd. Deze toetsen worden op vaste momenten in het jaar afgenomen. Na de toetsperiode bespreken de leerkrachten per bouw (onder-midden- of bovenbouw) samen met de interne begeleider de groepsresultaten. Deze toetsen zijn van het Cito en worden in de hele school gebruikt. In groep 1 en 2 nemen wij bij kinderen, die minstens een half jaar op onze school zitten, de toetsen Ordenen, Ruimte en Tijd en Taal voor Kleuters van het Cito af. In de groepen 3 t/m 7 worden Cito toetsen afgenomen op het gebied van spelling, rekenen, technisch - en begrijpend lezen. In groep 7 nemen wij ook de Entreetoets af. In groep 8 nemen wij de landelijke Citotoets af. Naar aanleiding van deze besprekingen wordt er vooral aandacht gegeven aan kinderen die uitvallen of juist erg hoog scoren. Dit alles wordt in het dossier bijgehouden.
23
4. Bespreken van leervorderingen met ouders Aan het begin van het schooljaar worden in de groepen 1 tot en met 8 informatieavonden gehouden over de leerstof, verschillende vakken, didactische aanpak en dergelijke. Voor ouders van leerlingen in de groepen 1 tot en met 8 worden drie keer per jaar 10-minuten-gespreksavonden gehouden. U krijgt dan de gelegenheid om op de hoogte te worden gesteld van de vorderingen van uw kind(eren). U kunt daarnaast ook een gesprek aanvragen op eigen verzoek. Ook een gesprek op uitnodiging van de leerkracht behoort tot de mogelijkheden. De ouders van leerlingen in groep 8 krijgen in februari - maart een uitnodiging om te komen praten over de schoolkeuze voor hun zoon of dochter, die naar het voortgezet onderwijs gaat. 5. Extra hulp De registratiegegevens (resultaten) van de leerlingen, die wij bijhouden in het leerlingvolgsysteem, zijn het startpunt voor de invulling van de extra hulpverlening in of buiten de groep. Dit gebeurt in principe door de eigen leerkracht. De materialen voor extra hulp zijn gerangschikt in de orthotheek. Dit is een soort bibliotheek met methodes, boeken, hulpmiddelen etc. op gebied van rekenen, spelling, lezen, schrijven en gedrag. Deze materialen worden vooral gebruikt wanneer wij er achter komen dat een kind met een bepaald onderdeel moeite heeft. Er wordt dan bekeken of de leerling extra begeleiding nodig heeft. Deze extra begeleiding ( remedial teaching) proberen wij zoveel mogelijk binnen de klas te geven. Speciale hulpmiddelen uit de orthotheek kunnen worden gebruikt. Het is echter ook mogelijk dat wij met elkaar besluiten om de leerling tijdens RT - tijd (remedial teaching ) intensieve hulp te bieden: groepsgewijs of individueel buiten de groep. De toetsresultaten en de resultaten in de groep worden met de interne begeleider en de betreffende leerkracht besproken. 6. Inschakelen Edux (schoolbegeleidingsdienst) Als de begeleiding niet genoeg effect heeft, schakelen wij iemand van Edux in. In dit geval doen wij een beroep op een psycholoog. De psycholoog verdiept zich in het probleem m.b.v. het dossier van uw kind en informatie van de interne begeleider en de leerkracht. Het kan zijn dat hij/zij komt observeren (video interactiebegeleiding) of een deelonderzoek (klein onderzoek) verricht, of misschien een uitgebreid onderzoek. Ouders moeten dan eerst toestemming geven. Dit wordt uiteraard eerst goed besproken. 7. Dyslexiebeleid Aanpassing van het dyslexiebeleid Door het regionale WSNS (Weer Samen Naar School) is voor álle scholen in onze regio het dyslexiebeleid vastgesteld. Bij een onvoldoende score voor spelling, krijgt de leerling RT, en voor het lezen gebruiken we de methode Timboektoe. Bij herhaaldelijk onvoldoende prestaties op de Cito spelling en/of een te trage leesontwikkeling, bespreken we de betreffende leerling met de begeleidster van Edux. Zij adviseert eventueel een nog intensievere 24
RT, of een andere aanpak in de klas. Na minimaal drie maanden is er weer een gesprek met Edux over de vorderingen. Bij te geringe vorderingen worden ook de Cito scores van de andere vakken erbij betrokken. Op grond van de gegevens kan de onderwijsadviseur van Edux dan een ‘onderkenning dyslexie verklaring’ afgeven. D.w.z. dat er ’naar alle waarschijnlijkheid’ sprake is van dyslexie. De verdere begeleiding van deze leerling is dan dezelfde als zou er een diagnostisch onderzoek hebben plaatsgevonden. Mocht er uiteindelijk voor het examen op de middelbare school dan toch een ‘echte’ verklaring nodig zijn, dan is een klein onderzoek voldoende om deze te krijgen. Sinds 1 januari 2009 is in de Zorgverzekeringswet opgenomen dat de behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie kan worden vergoed voor kinderen in de basisschoolleeftijd. 8. Passend Onderwijs De Singel heeft als taak voor ieder kind adequaat onderwijs te realiseren. Daaronder wordt verstaan een voor het kind passend onderwijsaanbod, zowel in pedagogisch (opvoedkundig) als didactisch (onderwijskundig) opzicht, dus zoveel mogelijk afgestemd op wat het kind nodig heeft (adaptief onderwijs). Passend onderwijs, rekening houdend met wat wenselijk is voor het kind. Daarbij komen vragen aan de orde als: -
Wat heeft het kind precies nodig? Welke kennis heeft het al? Welke knelpunten moeten worden opgelost? Wie kan ons daar eventueel bij helpen?
De school heeft echter ook haar beperkingen, om de eenvoudige reden dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden in het opvangen van kinderen. Alvorens de school overgaat tot toelating van een leerling met een REC indicatie(= speciaal onderwijs) dient een zorgvuldige afweging plaats te vinden. Een eventuele plaatsing van een dergelijke leerling in het regulier primair onderwijs mag niet de ontwikkeling van het kind schaden. Hoewel de school het als haar taak ziet in voldoende mate tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van de leerling, zijn sommige kinderen beter op hun plaats op een school voor speciaal onderwijs. Is er sprake van een handicap, dan hanteren wij de stappen die beschreven staan in het zorgplan. De school vraagt informatie op en de binnengekomen gegevens worden besproken met de desbetreffende instantie(s). Daarna vindt er een afweging plaats in het team en in een adviesgesprek met de ouders wordt het besluit van de school besproken. Door de wet is voorgeschreven dat een leerling niet zomaar naar het speciaal onderwijs kan worden doorverwezen. De basisschool zal eerst moeten aantonen wat er al aan het probleem is gedaan. Een onafhankelijke commissie, de Permanente Commissie Leerlingenzorg, bepaalt dan of de leerling naar een school voor speciaal onderwijs kan. Uiteraard alles in samenwerking en overleg met de ouders (aanmeldingsformulier en ouderformulier).
25
Passend onderwijs betekent kwalitatief goed onderwijs aan alle leerlingen. Ook aan hoogbegaafden. Passend Onderwijs is onderwijs op maat voor leerlingen in het Primair en Speciaal onderwijs die extra ondersteuning in het onderwijs nodig hebben. Centraal staat de vraag op welke school een kind de beste kansen heeft. Het onderwijsprogramma moet voor ieder kind uitdagend zijn, aansluiten bij hun mogelijkheden en hen zo goed mogelijk voorbereiden op de samenleving en arbeidsmarkt. Vanaf 2011 is een schoolbestuur verplicht om voor ieder kind dat is aangemeld, Passend Onderwijs te leveren. Het betekent niet dat het speciaal onderwijs wordt opgeheven. Integendeel, juist in het voortgezet speciaal onderwijs zetten leraren en onderwijsondersteunend personeel in op een kwaliteitsverbetering. P.O. is een ontwikkeling die al lang gaande is. Binnen het onderwijs zijn we natuurlijk al een hele tijd bezig om alle leerlingen binnen de school te houden. Uiteraard is inmiddels op de Singelschool ruime kennis aanwezig om hieraan te voldoen. Toch lukt dat in de praktijk niet altijd. Als een kind aangeeft ongelukkig te zijn kan het soms beter zijn om naar een andere school verwezen worden. Dan is het fijn dat er gespecialiseerde basisscholen zijn. 9. Voortgezet onderwijs In groep 8 wordt toetsing gebruikt om het niveau voor het vervolg onderwijs vast te stellen. Dit is echter niet het enige item om dit niveau te bepalen, maar ook: de werkhouding, de manier waarop kinderen met leerstof omgaan, de motivatie, de zorgvuldigheid, het tempo enz., worden meegenomen in de adviesvorming. Daarnaast wordt een ‘capaciteitenonderzoek’ door Edux (schoolbegeleidingsdienst) afgenomen. In maart worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek en krijgen een advies voor een kind, dat is gebaseerd op de bevindingen van de leerkrachten, op de onderzoeksgegevens van Edux en de toetsresultaten van Cito. Het percentage leerlingen dat naar bepaalde vormen van voortgezet onderwijs gaat, wisselt van jaar tot jaar. Grafieken waar leerlingen naar toe gaan, vindt u jaarlijks terug in de kalender. Wij vinden het belangrijk, dat het ‘hele’ kind wordt meegenomen bij de totstandkoming van het advies richting vervolgonderwijs. Vanuit ‘De Singel’ gaan de meeste kinderen naar de scholen voor voortgezet onderwijs in Oud-Beijerland, Zevenbergen, Roosendaal en Middelharnis. Een kleiner percentage gaat naar Oudenbosch, Breda en Rotterdam. Met deze scholen hebben wij regelmatig contact, ook over de leerlingen. Wij blijven op de hoogte van de leervorderingen van onze oud-leerlingen.
VMBO VMBO/HAVO HAVO HAVO/VWO VWO VWO TTO
2012 6 3 2 0 6 0
2013 7 0 7 1 5 0
2014 7 0 6 1 2 0
26
8 7 6 5
2012
4
2013
3
2014
2 1 0
Norbertus College Willem van Oranje RSG Oud-Beijerland Markland College Oudenbosch Markland College Zevenbergen Roncalli Wellant Jan Tinbergen Roosendaal Michael College Prinsenbeek RSG Middelharnis Prinsentuin College
2012 0 3 1 2 9 0 0 0 0 1 1
2013 4 4 3 0 7 1 0 0 1 0 0
2014 4 1 1 0 5 0 1 1 1 1 1
17
20
16
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
2012 2013
Resultaten Cito Singelschool
2012 Landelijk gemiddelde 2013 idem 2014 2012 2013 2014
Prinsentuin College
RSG Middelharnis
Michael College Prinsenbeek
Jan Tinbergen Roosendaal
Wellant
Roncalli
Markland College Zevenbergen
Markland College Oudenbosch
RSG OudBeijerland
Willem van Oranje
Norbertus College
2014
535,1 534 534,4 541 540 539,3
27
Kwaliteitsbeleid van onze school Wij meten de kwaliteit op school met het diagnose-instrument ‘Kwaliteit in Kaart’ van Edux. In 2013 zijn we gestart we met een nieuwe systeem genaamd K.M.S. (Kwaliteits Management Systeem). Dit instrument bestaat uit een aantal kaarten, waarop ons onderwijs wordt gepresenteerd en waarop we kunnen worden aangesproken (onder het motto: doen wat je zegt), b.v. de volgende items: leerlingenzorg, spelling, onderwijs leerproces, externe/interne communicatie pedagogisch klimaat. De kaarten worden nu gecontroleerd door collega-scholen. Via de Arbo wordt een risico-inventarisatie gemaakt. Hier wordt ook het onderdeel ‘Welzijn van het personeel’ bekeken. Ook andere aspecten van veiligheid in school worden bekeken en in een plan van aanpak neergezet en aangeboden aan de MR. Ouder tevredenheids onderzoek Om de twee à drie jaar wordt er een enquête onder de ouders gehouden. Stichting de Waarden is nu bezig met een nieuw oudertevredenheidsonderzoek. (K.M.S.) Leerling tevredenheids onderzoek Een leerling tevredenheids onderzoek is redelijk nieuw op onze school. In elk schooljaar zal dit worden afgenomen in de groepen 6, 7 en 8. De afname vindt plaats in de periode tussen de herfst - en kerstvakantie. De leerkrachten kunnen met de uitslag nog tijdens het lopende schooljaar eventuele verbeteringen realiseren. In het nieuwe schooljaar starten wij ook met het systeem K.M.S. Opbrengsten Op onze school hanteren wij het Cito Leerling Volg Systeem en bij de leerlingen van groep 8 wordt de Cito Eindtoets afgenomen. Bij groep 7 de Entreetoets. Wij gebruiken daarnaast de volgende toetsen: - Schoolkeuze onderzoek van Edux - Taal voor Kleuters - Rekenen voor kleuters - SVS Spelling - DMT Lezen - Begrijpend lezen - Rekenen en Wiskunde - Leestempo en Techniek
28
Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken wij: - Pravoo - Zien - Observatielijsten van Eduforce - Sova-training - Sociogram Methodegebonden toetsen De methodegebonden toetsen bepalen voor de leerkracht hoe en op welke wijze de leerlingen extra begeleid moeten worden. Voor enkele methodes worden toetsen afgenomen, zoals: - Veilig Leren Lezen (nieuwe versie) - Rekenrijk - Taalleesland Deze toetsen meten vooral het resultaat van het aangeboden onderwijs en zijn een indicator of de aangeboden stof door de leerlingen wordt beheerst. De school als organisatie 1. Contact school met ouders Een goed contact tussen school en thuis is heel belangrijk. Wij informeren u over alle belangrijke gebeurtenissen op school, over algemene schoolzaken via de maandelijkse nieuwsbrief, maar ook over het wel en wee van uw kind in de tien minutengesprekken. De Nieuwsbrief kunt u alleen nog digitaal ontvangen. U kunt zich hiervoor aanmelden via onze website: www.singelwillemstad.nl. Via de klassenmail wordt u op de hoogte gehouden van het wel en wee van de groep. We stellen het zeer op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van uw kind, dat staat vast. Ook doen wij als school een beroep op ouders om aan allerlei activiteiten deel te nemen en mee te helpen met de organisatie. Ook de betrokkenheid van de ouders in de klas is belangrijk. Gedurende het schooljaar kunnen ouders in groep 1,2 en 3 deelnemen aan activiteiten in de klas met hun kinderen. Voor alle ouders die meehelpen worden zo nodig ook informatiebijeenkomsten gehouden, om hen duidelijk te maken, hoe een en ander zo goed mogelijk functioneert. Informatieverstrekking door school aan (gescheiden) ouders Beide ouders worden gelijk behandelend en beide ouders worden voor de ouderavonden uitgenodigd. Ook hebben zij recht op een schoolgids en schoolkalender en weten ze wanneer er speciale avonden zijn voor hun kinderen. Uiteraard kunnen ze ook op de website kijken. Of er moeten andere ondertekende documenten aanwezig zijn op school, die dit anders bepalen.
29
Klachtenregeling Overal waar mensen samenwerken kan er iets fout gaan. Ook op een school. Als u het niet eens bent met de gang van zaken moet u uw beklag kunnen doen. Het beste is die persoon aan te spreken, waarmee u het niet eens bent. Vaak werkt een goed gesprek verhelderend. Als dit niet naar wens verloopt zijn er de volgende mogelijkheden: - U kunt een afspraak met de directie maken. Deze zal in overleg met u en de andere betrokkene(n) naar een oplossing zoeken. - U kunt een afspraak maken met de interne of externe vertrouwensperso(o)n(en). Op de schoolkalender kunt u vinden wie de interne vertrouwenspersonen voor onze school zijn. De externe vertrouwenspersoon is de heer A. van Dorst (Arbo Unie Breda). De heer Van Dorst is bereikbaar op telefoonnummer 06-52 50 19 75. Ook deze personen zullen in eerste instantie luisteren en nagaan welke vervolgacties wenselijk zijn: een vorm van hulpverlening, het indienen van een klacht bij de klachtencommissie of het doen van aangifte. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij/zij in die hoedanigheid verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn/haar taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd - U kunt een officiële klacht indienen bij: De landelijke klachtencommissie voor het christelijk onderwijs, Postbus 694, 2270 AR Voorburg (telefoonnummer 070-3861697). U hebt het recht om de klachtencommissie rechtstreeks te benaderen, dus zonder tussenkomst van de desbetreffende leerkracht, directie, of vertrouwenspersoon. Het wordt wel aangeraden om de school te informeren, zodat deze beter in staat is om de klacht op te lossen. De klachtencommissie is bedoeld voor klachten van ouders/verzorgers/voogden, (ex-) leerlingen, personeelsleden, vrijwilligers die werkzaamheden verrichten voor de school alsmede personen die anderszins deel uitmaken van de school. U kunt een kopie van uw klacht of bezwaar sturen naar de Inspectie van het Onderwijs (Onderwijsinspectie). De inspecteur kan hierdoor bij een schoolbezoek alerter zijn op problemen in de school. Verdere informatie kunt U vinden op de website van Stichting De Waarden www.stichtingdewaarden.nl 2. Vragen over onderwijs Als ouder of verzorger van een kind op school heeft u ongetwijfeld wel eens vragen over het onderwijs. Soms zijn die vragen eenvoudig te beantwoorden door de leerkracht of de schoolleiding. En soms ook niet. Daarom is er nu ‘5010’, waar u terecht kunt voor al uw vragen. Het voordeel van ‘5010’is de onafhankelijkheid. ‘5010’ handelt uitsluitend in het belang van ouders en leerlingen. U krijgt alle informatie die u hebben wilt en een eerlijk advies. Hoe kunt u uw vragen stellen? U kunt uw vragen aan ‘5010’op twee manieren stellen: 1. Telefonisch, via het gratis nummer 0800 5010 2. Via internet: www.50tien.nl Vragen stellen aan ‘5010’ is gratis. U hebt altijd de zekerheid van een deskundig antwoord. Daar staat de ervaring van ‘5010’ borg voor. Dus blijf niet rondlopen met vragen over onderwijs, maar neem snel contact op met de vraagbaak op dit gebied; ’5010’. 30
3. Klachtencommissie seksuele intimidatie Beleid Agressie, Geweld en (Seksuele) Intimidatie Veiligheid is een basisbehoefte van iedereen. Bij gebrek aan veiligheid kun je niet goed functioneren. Daarom is het zo belangrijk, dat iedereen zich veilig kan voelen op school. Agressie, geweld, seksuele intimidatie en seksueel machtsmisbruik zorgen voor een gevoel van onveiligheid en vormen een bedreiging voor de ontwikkeling van iedereen die hiermee geconfronteerd wordt. Hoewel dat op onze school gelukkig nog meevalt, vinden het team, het bestuur van ‘De Waarden’ en de (G)MR het belangrijk om hier aandacht aan te besteden. Het beleid richt zich met name op de onderstaande vormen en geldt ook voor vrijwilligers:
agressor
personeel leerlingen ouders
slachtoffer personeel x x x
leerlingen x x -
ouders x -
Onder agressie, geweld en seksuele intimidatie wordt het volgende verstaan: Lichamelijk geweld, onder andere: schoppen, slaan, verwonden, vastgrijpen Psychisch geweld, onder andere: lastig vallen, bedreigingen met geweld, chantage, onder druk zetten, irriteren, achtervolgen. Seksueel geweld, onder andere: seksistische opmerkingen of toespelingen, ongewenste intimiteiten . Discriminatie in woord en gedrag. Verbaal geweld, onder andere: schelden, beledigingen. Vernielingen van voorwerpen. Vormen van geweld tegen de school waardoor betrokkenen zich onveilig of bedreigd voelen. Vormen van geweld in de omgeving van de school waardoor betrokkenen zich onveilig of bedreigd voelen. Geweld van leerlingen onderling waardoor medewerkers en/of vrijwilligers zich bedreigd kunnen voelen (en de kinderen zelf) Hier wordt trouwens wel over vrijwilligers gesproken. Het doel van het beleid is om incidenten te voorkomen en om, als het toch gebeurt, handvatten te geven om er zo goed mogelijk mee om te gaan. Onderdelen hiervan zijn bijvoorbeeld gedragsregels (waarin onder andere het pestprotocol verwerkt is), cursussen voor personeelsleden en vrijwilligers en regelmatige enquêtes waarin gevraagd wordt naar het gevoel van veiligheid. Ook wordt het onderwerp regelmatig op de agenda gezet van de verschillende overlegvormen binnen de school en is het een onderdeel van de RisicoInventarisatie. Zijn er onverhoopt toch incidenten, dan zijn er protocollen (een soort gebruiksaanwijzing) waarin beschreven wordt welke acties er genomen moeten worden.
31
Bij ernstige incidenten wordt een schoolopvangteam samengesteld (er is per 1 september 2006 een werkgroep A,G en SI opgericht, dit is verplicht.) dat eventueel een beroep kan doen op externe hulpverleners. De vroegere interne vertrouwenspersoon (voor seksuele intimidatie) zal voortaan ook vertrouwenspersoon zijn voor bovengenoemde onderwerpen. Ook bestaat de mogelijkheid de wijkagent hier voor uit te nodigen. Wat te doen als u te maken krijgt met seksuele intimidatie? Als u te maken krijgt met seksuele intimidatie zijn er 3 contactmogelijkheden: a) De contactpersoon (interne vertrouwenspersoon) van de school; b) De externe vertrouwenspersoon van de GGD; c) De vertrouwensinspecteur van het onderwijs. Ad a) Hij/zij kan luisteren naar de klacht van u of uw kind en u doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon van de GGD en/of naar de vertrouwensinspecteur. Let op! Sommige vormen van seksuele intimidatie zijn volgens de wet strafbaar. We spreken dan van een zedenmisdrijf ofwel een strafbaar feit. Als u bij de contactpersoon van de school melding maakt van een strafbaar feit (ontucht, aanranding, verkrachting) is deze persoon verplicht dit te melden aan het bestuur. Het bestuur is op zijn beurt verplicht hierover de vertrouwensinspecteur van het onderwijs te raadplegen. Als zij beiden vermoeden dat hier sprake is van een strafbaar feit, is het bestuur verplicht hiervan aangifte te doen bij justitie. Ad b) Wilt u liever eerst iemand vertrouwelijk spreken, dan kunt u het beste direct contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon van de GGD. Deze heeft namelijk niet de verplichting te melden bij het bestuur en hoeft ook geen aangifte te doen bij justitie. Hij/zij zal samen met u bekijken wat er aan de hand is en welke stappen er gezet kunnen worden. U kunt hiervoor het centrale meldpunt bellen in Breda, tel. 076 -5282241. Zij zorgen ervoor, dat u zo spoedig mogelijk teruggebeld wordt door een van de deskundigen op dit gebied. Ad c) U kunt voor advies ook rechtstreeks contact opnemen met de vertrouwensinspectie van het onderwijs. Ook zij hebben geen meld- en aangifteplicht. Zij zijn bereikbaar via nummer 0900-1113111. Met al deze maatregelen tezamen hopen wij een prettig schoolklimaat voor iedereen te bereiken. Wij hopen dat u dit net zo belangrijk vindt als wij en daar waar mogelijk mee zal helpen om dit te bereiken. Hebt u vragen, of wilt u met iemand praten over dit onderwerp, neem dan gerust contact met ons op. 4. Medezeggenschapsraad (M.R.) Aan iedere school zijn veel ‘partijen’ verbonden, er werkt personeel, leerlingen volgen er onderwijs en ouders willen dat hun kind goed onderwijs krijgt. Van oudsher praten deze groepen (geledingen) over het beleid van de school via de medezeggenschapsraad (MR). De MR heeft een aantal bevoegdheden waardoor personeel, leerlingen en ouders het beleid van de school mede kunnen bepalen. Soms heeft de MR adviesrecht, het bestuur of schoolleiding moet de MR dan eerst advies vragen over een voorstel voor het als besluit mag worden uitgevoerd. Soms gaat het om instemmingsrecht, het bestuur van de school heeft de instemming van de MR nodig voordat ze een voorstel mogen uitvoeren. 32
Vanaf januari 2007 is er de nieuwe Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). Het belang van deze nieuwe wet WMS zit hem in het in evenwicht brengen van de verhouding tussen bestuur/ management van een school en de andere betrokkenen. Meer evenwicht betekent meer gelijkwaardigheid en dat betekent een duidelijker stem voor medezeggenschap. Het gevolg daarvan is meer helderheid over de koers van de school en een breder draagvlak voor de beleidsvoorstellen. Daarom kunt u door actief te zijn in onze eigen M.R. invloed uitoefenen op de gang van zaken op de Singelschool. De MR van ‘De Singel’ bestaat uit: - drie leden die uit en door het personeel worden gekozen; en - drie leden die uit en door de ouders worden gekozen Aan de stichting is ook een medezeggenschapsraad verbonden nl. de GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad). Van iedere school zit één afgevaardigde in de GMR. Van de ene school is dat een personeelslid en van de andere school een ouderlid. Onze school levert dit jaar een personeelslid en na 3 jaar weer een ouderlid. 5. Ouderraad Op de Singel is een ouderraad actief. De uitvoerende taken van de O.R. ter ondersteuning van het schoolteam, bestaat voor een groot deel uit steeds terugkerende activiteiten, zoals: hand - en spandiensten bij ‘ouderavonden’ e.d. Tevens wordt hulp geboden bij het Sinterklaasfeest, Kerst-en paasviering, schoolkamp, sportdag, enzovoort. De verslagen van de OR vergaderingen worden tijdens de teamvergaderingen besproken. Naast het team is de ouderraad ook erg belangrijk voor de goede sfeer die heerst op onze school. 6. Extra verlof De directeur van de school mag maximaal eenmaal per schooljaar buiten de schoolvakanties om extra verlof van ten hoogste 10 dagen verlenen en moet daarbij de volgende richtlijnen hanteren: Specifieke beroeps aard: - wanneer het gezin een vakantie niet kan opnemen in de schoolvakanties, vanwege de specifieke aard van het beroep van een van de ouders. Wegens familieomstandigheden: - Bij huwelijk, jubilea of overlijden van familieleden voor ten hoogste 2 dagen ( afhankelijk of de gebeurtenis in of buiten de eigen woonplaats is) - Bij verhuizing: 1 dag - Bij gezinsuitbreiding: 1 dag - In uitzonderlijke gevallen enkele dagen Medische/ sociale noodzaak: - Uit een verklaring van een arts of sociale instantie blijkt de noodzaak van een extra vakantie voor het gezin. 33
Kennelijke onredelijkheid: - Extra verlof kan worden verleend, wanneer het weigeren van verlof volgens bovengenoemde richtlijnen leidt tot kennelijke onredelijkheid. Bij afweging voor toekenning zal vooral het belang van de leerling in ogenschouw worden genomen. - In samenspraak met de ouders wordt vaak gekeken of de leerling bij afwezigheid extra huiswerk meeneemt, zeker als het verlof langer is dan een paar dagen. Zo wordt de ‘voortgang’ met het onderwijsleerproces van de groep niet geremd. - Voor de eerste twee weken van het schooljaar mag geen verlof worden verleend. - Onwettig verzuim wordt gemeld bij de ambtenaar van de leerplicht zaken van de gemeente Moerdijk. Bij meer dan 10 dagen extra verlof wordt deze ook in kennis gesteld. Wanneer u dus om wat voor reden dan ook vrij wilt vragen, dient u dat uitsluitend bij de directie te doen en wel minimaal twee weken van tevoren, zodat u van ons een schriftelijke reactie kunt verwachten. 7. Ziekte/afwezigheid van een leerkracht Bij ziekte of afwezigheid van een leerkracht proberen wij een vervanger te vinden. Wij proberen er alles aan te doen om de leerlingen zo verantwoord mogelijk op te vangen. Hiervoor nemen wij de volgende stappen: - Benaderen van de eigen vervangers als die er zijn. - Proberen of er eventueel andere parttime leerkrachten bereid zijn om in te vallen. - Nagaan of er nog leerkrachten in de vervangingspool van de stichting zitten. - Intern wisselen als er een LIO-stagiaire aanwezig is, waarna de vrij geroosterde leerkracht in de desbetreffende groep kan worden ingezet. - Het verdelen van de groep over andere groepen, als het mogelijk is. Bieden de voorgaande mogelijkheden geen aanvaardbare oplossing, dan blijft de betreffende groep thuis, volgens de richtlijnen van de hoofdinspectie, met daarbij de volgende afspraken: -
In principe niet de eerste dag. Alleen in het uiterste geval. Ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld. Voor leerlingen die geen opvang hebben, moet binnen de school opvang worden geregeld.
8. Edukans In het lokaal van de groepen 1 t/m 8 staan busjes, waar uw kind iedere maandag een vrijwillige bijdrage in mag stoppen. Wij steunen scholenprojecten van Edukans in 3e wereldlanden.
34
9. Pleinwacht Er is tien minuten voor de morgenschooltijd, tien minuten voor de middagschooltijd en in de pauze toezicht op de leerlingen door leerkrachten. Tussen de middag zijn de overblijfleidsters verantwoordelijk. Laat uw kinderen alstublieft niet te vroeg naar school komen. ’s Morgens is er dan geen toezicht en tussen de middag is dit lastig voor de overblijfleidsters. 10. Tussenschoolse opvang Er is een mogelijkheid om uw kind op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag op school te laten overblijven. Hiertoe zijn overblijfleidsters aangesteld. Op vrijdag is er één overblijfleidster aanwezig, op andere dagen twee. Deze overblijfleidsters hebben van 11.55 tot 13.00 uur de ‘zorg’ voor de kinderen. De kosten voor het overblijven ( 2,00 euro per keer) kunt u contant voldoen door middel van een ‘strippenkaart’. De kosten van de strippenkaart is 20,00 euro plus 2x gratis. Hij is verkrijgbaar bij de overblijfleidsters. De kaart blijft op school. Op deze kaart wordt vermeld, wanneer uw kind (eren) overblijft/ overblijven. Is de kaart vol, dan wordt deze meegegeven naar huis. Is de kaart aan het einde van het schooljaar niet vol, dan krijgt u uw geld terug.De leerlingen eten in hun eigen lokaal. Voor de goede gang van zaken moeten de kinderen zich wel aan enkele regels houden: - Overblijven gebeurt in de aangewezen vertrekken. - We beginnen gezamenlijk om 12.05 uur met een ogenblik stilte. - Tijdens het eten blijft iedereen rustig aan de tafel zitten - Na het eten worden de tassen bij het eigen lokaal gezet. Bij goed weer gaat Iedereen naar buiten (12.35 uur). - De overblijvers moeten op het schoolplein blijven. - Is het geen buitenweer, dan blijven de overblijvers in het lokaal. - Er wordt niet door de gangen gerend en het is niet toegestaan in de klaslokalen te komen. - Er wordt niet gevoetbald na 12.45 uur. - Een gezonde maaltijd heeft bij ons de voorkeur, dus geen snoep erbij! - Een kind dat tijdens het overblijven ongewenst gedrag blijft vertonen, mag geen gebruik meer maken van de overblijfmogelijkheid. Kinderen die niet overblijven, mogen voor schooltijd, zonder toestemming, niet naar binnen (dus niet te vroeg naar school sturen!) Op school is een overblijfreglement verkrijgbaar. 11. Ziek melden etc. Bij ziekte verwachten wij van u voor schooltijd even een briefje of telefoontje. Ook als uw kind niet mag meedoen met de gymnastiek ( liefst niet per e-mail). Is uw kind een kwartier na aanvang nog niet op school en er is geen afmelding ontvangen, dan neemt een leerkracht van de school contact met thuis op. 12. Kerndoelen vanuit het ministerie Het Ministerie van Onderwijs geeft aan dat ouders recht hebben op informatie. Niet alleen belangrijke adressen of schooltijden, maar ook welke uitgangspunten de school heeft en welke organisatie binnen de school daar uitvoering aan moet geven. 35
Daarnaast vindt het Ministerie dat ouders recht hebben om te weten hoe de kwaliteit van het onderwijs van de school gegarandeerd wordt vastgesteld en besproken met de ouders. Op ‘de Singel’ informeren wij u via deze schoolgids en de jaarlijkse kalender. 13. Jeugdgezondheidszorg De afdeling Jeugd en Gezin (J&G) van de GGD West-Brabant onderzoekt alle kinderen op 5-6 jarige leeftijd en 10-11 jarige leeftijd. Zij adviseert ouders, verzorgers, kinderen en scholen bij het gezond opgroeien van kinderen. Jeugd en Gezin werkt preventief, dat wil zeggen, uit voorzorg. Alle kinderen worden op verschillende leeftijden gezien om mogelijke problemen in het opgroeien op het spoor te komen. Daarnaast helpt J&G bij het bewandelen van de juiste weg als er problemen zijn gesignaleerd. Twee keer per jaar vindt er een bespreking plaats met bovengenoemde instanties. Uw kind kan dan besproken worden in het ZAT-team. Uitnodiging voor onderzoek Voor het onderzoek op school krijgt u een uitnodiging. Hierin wordt uitgelegd hoe het onderzoek in zijn werk gaat. U krijgt ook een vragenlijst met vragen over de ontwikkeling en gezondheid van uw kind. Deze lijst moet ingevuld worden en aan de GGD per post teruggestuurd, of aan uw kind worden meegegeven naar het onderzoek. De leerkracht krijgt zelf ook een lijst waarop hij/ zij invult bij welke kinderen hij/ zij extra aandacht gewenst vindt. Voordat uw kind op deze lijst wordt ingevuld, zal de leerkracht dat met u bespreken. Onderzoek op 5-6 jarige leeftijd en 10-11 jarige leeftijd Nieuw is dat de doktersassistente ook voor kinderen van 10-11 jarige leeftijd het onderzoek (screening) uitvoert. De doktersassistente voert een screening uit. Ze doet geen uitgebreid onderzoek, maar kijkt of er aanleiding is om nader onderzoek door de jeugdarts of jeugdverpleegkundige te laten doen. Ze bekijkt daarvoor de vragenlijst en meet de lengte en het gewicht. Bij kinderen van 5-6 jaar worden standaard ook de ogen getest. Als daar aanleiding toe is, gebeurt dat ook bij de kinderen van 10-11 jaar. Op deze manier krijgt de doktersassistent een goede indruk van de ontwikkeling en gezondheid van uw kind. Gezien de aard van de screening is uw aanwezigheid bij het onderzoek niet nodig. Als u dat wilt kunt u er natuurlijk wel bij aanwezig zijn. U kunt dat aangeven bij ons afsprakenbureau (tel. 076-5282486). Na het onderzoek: resultatenformulier Na het onderzoek krijgt u per post een brief met de resultaten van het onderzoek thuisgestuurd. Op deze manier wordt u geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. Eventueel volgt later een uitnodiging voor een spreekuur van de jeugdverpleegkundige of de jeugdarts. Folders GGD West-Brabant heeft over verschillende onderwerpen folders met informatie voor ouders. Als een folder voor u interessant kan zijn, geeft de doktersassistente die mee met de resultaatbrief. Sommige folders worden aan alle kinderen meegegeven. 36
Zelf een afspraak maken voor het spreekuur Ook als uw kind buiten de onderzoeksgroep valt, kunt u met uw vragen terecht op het spreekuur bij de jeugdarts en/ of de jeugdverpleegkundige. U kunt bellen voor een afspraak naar 076-5282486. Soms is het eerstvolgende spreekuur bij de GGD, soms op een nabij gelegen locatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het C.J.G. wil zeer toegankelijk zijn. Het nummer van C.J.G. Moerdijk is alleen bedoeld voor de gemeente Moerdijk. Het telefoonnummer is 0800-6816816. De website is www.cjgmoerdijk.nl Doorverwijzen naar het spreekuur door een leerkracht Als de leerkracht van uw zoon of dochter aanleiding ziet voor een onderzoek door een jeugdarts of jeugdverpleegkundige, zal hij/ zij dit doorgeven aan de GGD. Hij/ zij zal dit altijd eerst met u overleggen. Contact Afspraak op het spreekuur n.a.v. onderzoek doktersassistente (= screening). Hiervoor hoeft u niet te bellen; u ontvangt automatisch een uitnodiging. Afspraak op eigen initiatief Bereikbaar tijdens kantoordagen van 8.30-10.30 en 14.30-16.30. Tel. 076-5282486 e- mail:
[email protected] Meer informatie over de gezondheid van kinderen vindt u op onze website www.ggdwestbrabant.nl Uw vindt Jeugd en Gezin onder: Ik zoek informatie over> Jeugd (aan de linkerkant van het scherm). Aanvragen voor een extra onderzoek of gesprek U kunt altijd een extra onderzoek of gesprek aanvragen, telefonisch of schriftelijk. Net als alle activiteiten van de afdeling JGZ is dit gratis. Het is belangrijk dat u tijdig met uw vragen of moeilijkheden komt. De kans is dan groter dat er iets voor uw kind gedaan kan worden. Om enkele voorbeelden te noemen: -
Angsten en zorgen van het kind. Moeilijk contact krijgen. Problemen met eten. Druk en beweeglijk zijn. Problemen met spraak of taal.
Het adres van de Jeugdzorg is: Vestiging Zevenbergen Van de Markstraat 40 4761 KC Zevenbergen Telefoon: (0168) 324577 Zorg voor Jeugd voor scholen Als Singelschool zijn wij aangesloten op het digitale signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Zorg voor Jeugd is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0-23 jaar in een vroeg stadium te signaleren en te organiseren. Op deze manier krijgen jeugdigen en/of de ouders, snel de goede hulp. Als er meer vormen van hulp nodig zijn, dan worden op die op elkaar afgestemd. 37
He signaleringssysteem Zorg voor Jeugd is beschikbaar gesteld door de gemeente. De gemeente heeft vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) namelijk de taak om problemen bij jeugdigen te signaleren en coördinatie van zorg te organiseren. In onze school kunnen de IB-er en directeur zorgsignalen afgeven in Zorg voor Jeugd. Als er een signaal wordt afgegeven dan worden de ouders/verzorgers en/of de jongere hiervan op de hoogte gesteld. Bij het afgeven van een signaal wordt alleen vermeld dat er zorgen zijn over een jeugdige. Er wordt niet vermeld wat er aan de hand is. Op onze school werken we samen met schoolmaatschappelijk werk van Surplus Welzijn. Dit is bedoeld om vroegtijdig op en vanuit de school hulp in te kunnen zetten voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. Als het schoolmaatschappelijk werk wordt ingezet voor een leerling van onze school dan wordt dit door de schoolmaatschappelijk werker vermeld in Zorg voor Jeugd. Er wordt alleen vermeld dat de jeugdige met een hulpvraag bekend is bij het schoolmaatschappelijk werk. Er wordt niet vermeld wat de hulpvraag is. Als een jeugdige twee keer of meer vermeld staat in Zorg voor Jeugd, dan wordt automatisch een ketencoördinator aangewezen. Deze ketencoördinator is een ervaren beroepskracht van een hulpverleningsorganisatie. Hij/zij gaat na wat er aan de hand is met de jeugdige en/of het nodig is om, in overleg met betrokken partijen, een hulpverleningsplan op te stellen, zodat de jeugdige de juiste hulp krijgt. Op www.zorgvoorjeugd.nu vindt u meer informatie over Zorg voor Jeugd. 14. Inspectie van het onderwijs www.onderwijsinspectie.nl
[email protected] Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Bezoekadres : Spoorlaan 420 5038 CG Tilburg Correspondentieadres : Postbus 88 5000 AB Tilburg Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief). 15. Schorsing en verwijdering van een leerling Helaas is het soms nodig om leerlingen op het ’matje’ te roepen. Helpt het echter niet om het ‘probleem’ op te lossen, dan zullen er andere maatregelen genomen moeten worden. Verwijdering en/of schorsing gebeurt in overleg met de ouders/verzorgers en wel bij o.a. ernstige misdragingen en diefstal op school. Ook de klachtencommissie zal voor een oplossing om hulp worden gevraagd, ook om een goede nazorg te kunnen geven. Het bevoegde gezag hoort eerst de leerlingen en ouders, daarna wordt er contact opgenomen met de inspectie en leerplicht- ambtenaar. Van alle gesprekken wordt een verslag gemaakt. Als dit geen nieuwe gezichtspunten oplevert, deelt het bevoegde gezag het besluit/resultaat aan de ouders mee.
38
16. Activiteiten - Kerstvieringen in groep 1 t/m 8 De kerstvieringen worden tijdens de lessen voorbereid. Eventueel in aanwezigheid van ouders wordt op een avond het kerstfeest op school of op een andere locatie gevierd. Deze viering kan bestaan uit het zingen van liedjes, samenzang, het voordragen van gedichten en de vertelling van het kerstverhaal of een vrij verhaal. Verdere informatie hierover krijgt u via de Nieuwsbrief. - Paasfeest Dit feest wordt voorbereid tijdens de godsdienstlessen. Het hoogtepunt van het feest is de gezamenlijke Paasbrunch en de viering in de kerk. De Paasbrunch wordt georganiseerd door de Ouderraad. - Koningsspelen Sinds het aantreden van Koning Willem-Alexander op 30 april 2013 vieren wij op koningsdag (27 april) de koningsspelen. Alle groepen doen hieraan mee. Hierbij denken wij aan een koningsontbijt en spelletjes op en rond het schoolplein en in Willemstad. - Sinterklaasfeest in groep 1 t/m 4 Ongeveer twee weken voor aankomst in Willemstad komen de Sint en zijn Pieten steeds in de lessen aan de orde. Ook mogen alle groepen een schoen zetten en wordt er iets in gedaan. De viering van het feest vindt, in principe, plaats op 5 december. Enkele weken voor 5 december worden in de groepen 5 tot en met 8 lootjes getrokken. Elke leerling maakt thuis een surprise die tijdens de viering wordt uitgepakt. Het programma staat die dag in het teken van de Sint. Sinterklaas bezoekt elke groep; in de onderbouw een half uur en in de bovenbouw een kwartiertje. - Dierendag In de onderbouw staat Dierendag als thema op de agenda door middel van boeken, knuffels,gesprekjes en liedjes. Op Dierendag mag door elk kind een dier worden meegebracht. Dit dier wordt geshowd op het schoolplein of in het speellokaal. De kinderen kunnen elkaars dieren bewonderen en er vragen over stellen, omdat het Dierendag is gaan alle dieren na een half uurtje weer met de ouders mee naar huis. - Natuur Milieu Educatie Elke groep gaat 1x per jaar naar buiten om biologielessen te volgen. Dit gebeurt in de vorm van een excursie, georganiseerd door een ouder die daarvoor een certificaat heeft gehaald. - Kinderboekenweek Jaarlijks besteden wij uitgebreid aandacht aan de Kinderboekenweek. Dit doen wij door middel van boekbesprekingen, uitnodigen van een schrijver, drama, creatieve verwerkingen etc. De kinderen krijgen gelegenheid om via een ‘boekenmarkt’ op school 2de hands boeken te kopen of verkopen.
39
- Slotdag-week Sinds kort wordt er geen sportdag meer georganiseerd door de Willemstadse scholen. Daardoor zijn er, de laatste maanden, extra sportactiviteiten georganiseerd door de sportverenigingen. - Avondvierdaagse Elk jaar organiseert voetbalvereniging ‘de Kogelvangers ‘een avondvierdaagse. Kinderen vanaf groep 2 kunnen meelopen onder begeleiding van ouders en/of leerkrachten van onze school. - Schoolkorfbaltoernooi Op een woensdagmiddag in het schooljaar kunnen kinderen meedoen aan dit toernooi, dat wordt gehouden op de korfbalvelden van korfbalvereniging ’VIOS’. Ook voor de onderbouw wordt een spelactiviteit georganiseerd. - Unihockey De Niervaert, in Klundert, organiseert jaarlijks een Unihockey-toernooi voor de bovenbouw. De school vaardigt teams af en de kinderen proberen de wisselbeker te winnen. Dit toernooi duurt enkele weken en is op woensdagmiddag in februari/maart. De Niervaert vraagt ouders om als teamcaptains te fungeren. - Tennis De tennisleraren verzorgen om het jaar een clinic. Dit vindt plaats op de tennisbaan en is tijdens de gymles van school. - Tafeltennis Hetzelfde geldt voor de tafeltennisvereniging. De kinderen krijgen een clinic tijdens de gymles in de Blokhut in Helwijk. - Gymnastiek De gymnastiekvereniging organiseert jaarlijks een middag voor de schooljeugd. Deze vindt buiten school plaats in het gymlokaal aan de kerkring. Informatie over bovenstaande evenementen krijgt u via de Nieuwsbrief of de diverse verenigingen geven een formulier mee aan uw kind. 17. Sponsoring Tot nu toe wordt geen gebruik gemaakt van sponsorgelden. Wanneer dit in de toekomst wel het geval zal zijn, zullen deze gebruikt worden voor extra faciliteiten binnen het onderwijs of voor projecten. Deze inkomsten worden dan opgenomen in de schoolboekhouding. Dit gebeurt altijd in overleg met de directie en medezeggenschapsraad. 18. Ouderparticipatie Al enkele jaren worden ouders “verplicht” ingezet bij de groepen 1,2 en 3 om te helpen met de technieklessen en gezelschapsspelletjes. In de hogere groepen gebeurt dit facultief en kunnen ouders kiezen met bijv. een klassenouder waar u ingezet kunnen worden. Ouders betrekken bij de school is goed voor het leerproces van kinderen. 40
Er vindt niet alleen digitale communicatie plaats via de schoolnieuwsbrief maar ook via de e-mailadressen per groep. Maar ook komen de ouders verplicht op school in de groepen 1,2 en 3. Ook via andere kanalen als betrokken bij het onderwijs d.m.v. bespreken handelingsplannen op ouderavonden. Educatief partnerschap is voor het kind belangrijk. Een goede relatie maakt dat leerlingen beter presteren en dat leerkrachten en ouders als er sprake mocht zijn van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 19. Kalender Bij deze schoolgids hoort de jaarlijkse kalender. Hierop staat recente informatie die van belang is voor u en uw kind(eren).
41