Handleiding rapport
Geachte ouders / verzorgers, Graag willen wij u op de hoogte houden van de ontwikkelingen van uw kind(eren). U ontvangt daarom eind groep 1 een schriftelijke rapportage. Vanaf groep 2 krijgen de kinderen twee keer per jaar een rapport. Het rapport kan besproken worden met de groepsleerkracht van uw kind(eren). U ontvangt hiervoor een uitnodiging voor een spreekuuravond. Het rapport wordt zorgvuldig samengesteld aan de hand van toetsen en criteria zoals inzet, werkhouding, etc. Om u een inzicht te geven op welke wijze het rapport tot stand komt, hebben wij deze informatie gebundeld in een handzame toelichting.
Namens het team van De Leer,
Petra Berentsen directeur
Gebruikte afkortingen: G
Goed
RV
Ruim voldoende
V
Voldoende
M
Matig
O
Onvoldoende
Daltonbasisschool De Leer
Handleiding rapport
1
Rapportage 1
Het bespreken van het welbevinden en de leervorderingen van de kinderen met de ouders De leerlingen van groep 1 ontvangen aan het eind van groep 1, als vaststaat dat ze naar groep 2 gaan, een rapport. Daarnaast gaat de leerkracht van groep 1 op huisbezoek en bespreekt hij/ zij tijdens spreekuuravonden de ontwikkeling van uw kind. Vanaf groep 2 krijgen de leerlingen twee keer per jaar een rapport. Ouders kunnen desgewenst het rapport bespreken met de groepsleerkracht. Hiervoor worden spreekuuravonden georganiseerd. Daarnaast is er in oktober een spreekuuravond, waarvoor alle ouders worden uitgenodigd. Deze bespreking zal vooral gaan over de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Bijzonderheden op het gebied van leerprestaties komen echter ook aan de orde.
2
Toelichting op de daltonaspecten (groep 1 tot en met 8) Zelfstandigheid Zelfstandigheid is van nature bij kinderen aanwezig. Kinderen willen actief zelf-ontdekkend bezig zijn. Wij stimuleren deze ontwikkeling naar zelfstandigheid. Zelf actief problemen oplossen leert kinderen zelfstandig nadenken en beter begrijpen. Hoe zelfstandiger een kind wordt, des te gemakkelijker zal het leren doordachte keuzes te maken. Op de zelfstandigheid van een kind wordt vooral een beroep gedaan binnen het zelfstandig werken. Na een instructiemoment kan een kind zelfstandig aan het werk met zijn/ haar taak. De taak van elk kind staat vermeld op een dag- of weektaak. Hierop staat wat een kind op het gebied van rekenen, taal, lezen en wereldoriëntatie in een dag c.q. een week moet doen. Voor kinderen die de basisstof van de weektaak af hebben, is er keuzewerk. Met behulp van een planbord en de registratie op de dag- of weektaak (d.m.v. afkleuren) heeft de leerkracht een helder beeld van hetgeen kinderen af hebben. Kinderen leren omgaan met uitgestelde aandacht; de leerkracht is niet op elk moment beschikbaar. De ontwikkeling naar zelfstandigheid waarbij het zelf verantwoordelijk zijn een belangrijke rol speelt, wordt nauwlettend gevolgd en begeleid door de leerkrachten. Verantwoordelijkheid Vrijheid is een voorwaarde voor de ontplooiing van de persoonlijkheid van de mens. Vrijheid gaat samen met verantwoordelijkheid. Een kind moet verantwoordelijkheid kunnen en durven dragen voor de keuzes die het maakt. Dat kan alleen als er een doel is en er zijn duidelijke regels en afspraken. De gestelde doelen zijn helder. Die zijn omschreven op het planbord of in de dag- of weektaak. Een kind heeft binnen deze taak vrijheden. Een leerling is vrij om te kiezen in welke volgorde het opgedragen taken gaat maken, vrij om zelf hulpbronnen te kiezen, vrij om te beslissen of het al dan niet samen gaat werken met anderen, vrij om zijn/ haar eigen tijd in te delen. Het kind leert dus al vroeg dat je keuzes kunt maken, maar tevens dat je gemaakte afspraken altijd moet nakomen. Met andere woorden: de taak moet verzorgd en goed af zijn op het afgesproken moment. Bij verantwoordelijkheid hoort ook de omgang met andere leerlingen en leerkrachten. Bij het beoordelen van deze sociale vaardigheden kijken we naar de volgende aspecten: Omgang met leerlingen Hier gaat het om aspecten van competitie, tolerantie, sportiviteit, hulpvaardigheid en samenwerken. Omgang met leerkrachten Hier draait het om beleefdheid, openheid, gehoorzaamheid en reageren op correcties.
Daltonbasisschool De Leer
Handleiding rapport
2
Samenwerken Samenwerken staat centraal binnen ons onderwijs. We leren kinderen de sterke kanten van elkaar te benutten, maar ook om elkaar hulp te vragen en hulp te aanvaarden wanneer dat nodig is. Samenwerken moet je leren: luisteren naar elkaar, samen problemen oplossen, positief met elkaar omgaan. Samenwerken kan plaatsvinden op het gebied van rekenen, taal, etc., maar ook tijdens keuzewerk. Samenwerken is een belangrijke vaardigheid, die het kind later in staat stelt relaties aan te gaan en in stand te houden, zowel in de werk- als privésfeer.
3
Toelichting op de rapportage van groep 1 en 2 Uw kind wordt op verschillende onderdelen beoordeeld. Binnen elk onderdeel wordt onderscheid gemaakt in verschillende fasen, die horen bij de ontwikkeling van een kind, in de leeftijd van 3 tot 61/2 jaar. Bepalend voor de beoordeling is of de fase waarin een kind zich op een bepaald moment bevindt, overeenkomt met de fase die op dat moment van de betreffende leerling verwacht mag worden. Hieronder worden de verschillende onderdelen van het rapport kort weergegeven: Werkhouding Bij het beoordelen van de werkhouding kijken we naar de volgende aspecten: Tempo
Het gaat hierbij om de snelheid en regelmaat
Concentratie
Er wordt o.a. gekeken naar duur en intensiteit tijdens werk en spel
Motivatie
Het gaat om de motivatie van het kind tijdens werk en spel
Werkverzorging
Belangrijk zijn de netheid, overzichtelijkheid en duidelijkheid van het werk
Lees- taalonderwijs Bij het beoordelen van het lees- taalonderwijs kijken we naar de volgende aspecten:
Mondeling taalgebruik
Deelname aan gesprekken
De ontwikkeling van het taalgebruik loopt van het spreken in zinnen van vier woorden tot aan het kunnen vertellen van een samenhangend verhaal van meerdere zinnen met een juist woordgebruik en zinsbouw. Hierbij wordt gekeken of kinderen actief deelnemen aan groepsgesprekken. Of zij de durf en vaardigheden hebben om klassikaal antwoord te geven op vragen en of zij hun mening kunnen en durven uiten.
Woordenschat
De woordenschat bestaat uit een passief deel (het aantal woorden en de soort woorden die het kind begrijpt) en een actief deel (de woorden die een kind gebruikt of kan gebruiken).
Begrijpend luisteren
Bij begrijpend luisteren observeren wij de luisterhouding en het “denkend” luisteren bij het onderwerp dat aan de orde is.
Taalbewustzijn
De ontwikkeling van het taalbewustzijn loopt van het begrijpen van begrippen als koud, moe, honger, tot aan het leggen van verbanden (oorzaak-gevolg) en het vertellen van een verhaal in de juiste volgorde.
Letterkennis
Hierbij moet er een onderscheid gemaakt worden tussen visuele letterkennis (het herkennen van bijvoorbeeld de letter ‘S’ op een plaatje) en een auditieve letterkennis (ik hoor de ‘R’ in het woord ‘start’).
Daltonbasisschool De Leer
Handleiding rapport
3
Rekenonderwijs Bij het beoordelen van het rekenonderwijs kijken we naar de volgende aspecten:
Tellen en getalbegrip
De ontwikkeling van het tellen en getalbegrip bestaat onder meer uit het ordenen van groot naar klein, het kunnen vergelijken tot tien en weten wat 1 meer dan een bepaald getal is en 1 minder dan een bepaald getal is.
Tijdsoriëntatie
De ontwikkeling van de tijdsoriëntatie loopt van het ervaren van een tijdsritme tot het toepassen van de dagen van de week en de begrippen gisteren/ morgen.
Ruimtelijke oriëntatie
De ontwikkeling van de ruimtelijke oriëntatie loopt van het zelf uitvoeren van eenvoudige posities (achter stoel, voor tafel) tot aan het kunnen onderscheiden van links-rechts vanuit verschillende standpunten.
Wereldoriëntatie Bij het beoordelen van wereldoriëntatie kijken we naar de volgende aspecten:
Interesse Lichaamsoriëntatie
Levensbeschouwing
Toont het kind interesse in activiteiten en spelmomenten waarbij oriëntatie op de wereld centraal staat. De ontwikkeling van de lichaamsoriëntatie loopt van het kunnen aanwijzen van de belangrijkste lichaamsdelen tot aan het verwoorden van wat alle verschillende lichaamsdelen doen. Hierbij letten we vooral op de betrokkenheid van de leerling bij het onderwerp dat aan de orde is.
Expressieactiviteiten Bij het beoordelen van expressieactiviteiten kijken we naar de volgende aspecten:
Muziek/dans/drama Tekenen
Er wordt gekeken naar de deelname en vaardigheden van de leerling op het gebied van muziek, dans en drama. Het gaat hierbij om het tekenen van eenvoudige vormen tot het maken van een gedetailleerde compositie die overeenkomt met de werkelijkheid.
Handvaardigheid
Er wordt gewerkt met verschillende materialen en technieken. Niet alleen de kunde, maar ook de inzet en de creativiteit van de leerling wordt beoordeeld.
Spelontwikkeling
Spelontwikkeling begint met een eenvoudig symbolisch spel (doen als…) en loopt door tot het spelen van een samenhangend spelverhaal met andere kinderen, waarbij het kind zich ook kan verplaatsen in een rol van een ander.
Motoriek Bij het beoordelen van de motoriek kijken we naar de volgende aspecten:
Grote motoriek
Fijne motoriek
Daltonbasisschool De Leer
De ontwikkeling van de grote motoriek van het gecoördineerd uitvoeren van globale grote patronen (rennen en opspringen) tot aan het komen tot een soepel bewegingspatroon van verschillende onderdelen zoals evenwicht, hinkelen, huppelen gooien en vangen. De ontwikkeling van de fijne motoriek loopt van het maken van grovere handbewegingen vanuit de schouder en elleboog tot aan een goede motorische coördinatie (moeilijke schrijfpatronen, cirkel knippen, veters strikken).
Handleiding rapport
4
4
Toelichting op de rapportage groep 3 t/m 8 Uw kind wordt op verschillende onderdelen beoordeeld. Binnen elk onderdeel wordt onderscheid gemaakt in verschillende fasen, die horen bij de ontwikkeling van een kind, in de leeftijd van 6 tot 12 jaar. Bepalend voor de beoordeling is of de fase waarin een kind zich op een bepaald moment bevindt, overeenkomt met de fase die op dat moment van de betreffende leerling verwacht mag worden. Hieronder worden de verschillende onderdelen van het rapport kort weergegeven: Werkhouding Bij het beoordelen van de werkhouding kijken we naar de volgende aspecten: Tempo
Het gaat hierbij om de snelheid en regelmaat
Concentratie
Er wordt o.a. gekeken naar duur en intensiteit tijdens werk en spel
Motivatie
Het gaat om de motivatie van het kind tijdens werk en spel
Werkverzorging
Belangrijk zijn de netheid, overzichtelijkheid en duidelijkheid van het werk
Lees- taalonderwijs Bij het beoordelen van het lees- taalonderwijs kijken we naar de volgende aspecten:
Mondeling taalgebruik
Technisch lezen
Bij mondeling taalgebruik observeren wij de woordenschat, een logische zinsopbouw, durf en inbreng. Onder technisch lezen verstaan wij het verklanken van woorden. Het gaat om de leesvaardigheid: correct lezen op tempo. Zowel de AVI-toets als de Drie-Minuten-toets scoren op basis van het aantal goed gelezen woorden binnen een bepaalde tijd. Hier gaat het niet om het begrip van een woord.
Begrijpend luisteren groep 3 en 4
Bij begrijpend luisteren observeren wij de luisterhouding en beoordelen wij het bergrijpen en interpreteren van gesproken taal.
Begrijpend lezen groep 5 t/m 8
Bij begrijpend lezen gaat het om de volgende aspecten: reproductie (navertellen), conclusies trekken, samenvatten (tekstbegrip) en de betekenis van afzonderlijke woorden.
Taal
In de groepen 3 tot en met 6 wordt er gekeken naar de woordenschat (passief en actief), het stellen (schrijven van verhalen) en ontleden (zinsontleding en woord-benoemen). In de groepen 7 en 8 draait het onderdeel ‘taal’ met name om de woordenschat en het stellen.
Spelling
Bij spelling gaat het om de juiste schrijfwijze van de woorden.
Werkwoordspelling groep 7 en 8
Hierbij wordt er gekeken of de kinderen de werkwoorden op de juiste wijze kunnen vervoegen.
Engels groep 7 en 8
Het luisteren, begrijpen en spreken van de Engelse taal. De onderlinge spreek- en luistervaardigheid staat hierbij centraal. Daarnaast is er aandacht voor eenvoudig lezen en schrijven in de Engelse taal.
Rekenonderwijs Bij het beoordelen van het rekenonderwijs kijken we naar de volgende aspecten:
Automatiseren
Bij het automatiseren (vrijwel routinematig uitvoeren van rekenhandelingen) gaat het vooral om het zich eigen maken van de tafels, het splitsen van getallen zowel van onder de 10 als boven de 10. Ook beoordelen we het optellen en aftrekken van de getallen tot 20.
Rekenen
Bij rekenen beoordelen we het cijferen, dit bestaat onder meer uit het optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen en hoofdrekenen. Daarnaast beoordelen we het inzicht en het kunnen toepassen van de rekenvaardigheden.
Daltonbasisschool De Leer
Handleiding rapport
5
Wereldoriëntatie Bij het beoordelen van wereldoriëntatie kijken we naar de volgende aspecten:
Wereldoriëntatie groep 3 en 4 Aardrijkskunde groep 5 t/m 8
Bij wereldoriëntatie in groep 3 en 4 staat het omgaan met de natuur, de omgeving en de plek van het kind daarin, centraal. Dit gebied wordt in samenhang aangeboden en beoordeeld. Uitgangspunt voor de beoordeling van aardrijkskunde is kennis en inzicht van de leerlingen op de wereld om hen heen, dichtbij en veraf.
Aardrijkskunde topografie groep 5 t/m 8
We beoordelen kennis van en het kunnen omgaan met kaart en atlas.
Natuurkennis groep 5 t/m 8
Uitgangspunt voor de beoordeling van natuurkennis is kennis en inzicht in de verschijnselen, die zich voordoen in de levende en dode natuur.
Geschiedenis groep 5 t/m 8
De tijdbalk met enige markante jaartallen loopt als een rode draad door ons geschiedenisonderwijs. Het gaat hierbij vooral om de mensen die in die periode hebben geleefd.
Verkeer groep 5 t/m 8
Het verkeersgedrag als voetganger en als fietser staat centraal. Daarnaast is er aandacht voor de kennis van de verkeersregels en verkeersborden.
Levensbeschouwing
Hierbij letten we vooral op de betrokkenheid van de leerling bij het onderwerp dat aan de orde is.
Schrijfonderwijs Bij het beoordelen van het schrijfonderwijs kijken we naar de volgende aspecten:
Schrijven
Bij de beoordeling van het schrijven letten we op de juiste schrijfhouding, de penhantering, de schrijfvaardigheid en de verzorging van het schrijfwerk.
Expressieactiviteiten Bij het beoordelen van expressieactiviteiten kijken we naar de volgende aspecten:
Muziek/dans/drama
Tekenen
Er wordt gekeken naar de deelname en vaardigheden van de leerling op het gebied van muziek, dans en drama. Het gaat hierbij om het tekenen van eenvoudige vormen tot het maken van een gedetailleerde compositie die overeenkomt met de werkelijkheid. Niet alleen de kunde, maar ook de inzet en de creativiteit van de kinderen wordt beoordeeld.
Handvaardigheid
Er wordt gewerkt met verschillende materialen en technieken. Niet alleen de kunde, maar ook de inzet en de creativiteit van de leerling wordt beoordeeld.
Spelontwikkeling
Spelontwikkeling begint met een eenvoudig symbolisch spel (doen als…) en loopt door tot het spelen van een samenhangend spelverhaal met andere kinderen, waarbij het kind zich ook kan verplaatsen in een rol van een ander.
Daltonbasisschool De Leer
Handleiding rapport
6
Bewegingsonderwijs Bij het beoordelen van bewegingsonderwijs kijken we naar de volgende aspecten:
Vaardigheid Spel Sportiviteit
5
Hierbij wordt gekeken naar de vaardigheid van de leerling met turnoefeningen. De spelvaardigheid van de leerling staat hierbij centraal. Hier gaat hier onder meer om het spelinzicht en de betrokkenheid. Sportiviteit draait om het zich houden aan spelregels, tegen verlies kunnen en gedrag bij het streven om te winnen.
Toelichting bijlage leerlingrapport met uitslagen van het CITO-leerlingvolgsysteem U ontvangt bij het eerste rapport de toetsuitslagen van het lopende schooljaar in een grafiek. Deze bijlage wordt bij het tweede rapport vervangen door een overzicht met alle toetsuitslagen in een grafiek en een tabel, waarbij u dan goed kunt volgen hoe uw kind zich ontwikkelt. Dit overzicht kan dan in het rapport blijven. Hieronder vindt u een toelichting op de tabel bij het leerlingrapport van het CITOLeerlingvolgsysteem: Afnamedatum Jaargroep
Datum waarop de toets is afgenomen Groepsniveau van de toets
Toets
De toets die afgenomen is met daarbij vermeld de periode waarin hij is afgenomen. Bijvoorbeeld: B3 begin groep 3 M4 midden groep 4 E5 eind groep 5 DMT (Drie-Minuten-Toets): een toets voor technisch lezen: van drie kaarten worden losse woorden gelezen, per kaart lezen de kinderen één minuut.
Taak
De taak is het deel / de delen van de toets die afgenomen zijn. Zo wordt er bij begrijpend lezen na de afname van deel 1 n.a.v. de uitslag per kind besloten of de afname verder gaat met deel 2 of deel 3. Er staat dan op het overzicht vermeld 1 & 2 of 1 & 3. Ook bij de Spellingtoetsen (vanaf groep 3) wordt op deze wijze gewerkt. Er staat dan bijvoorbeeld op het overzicht vermeld M3A of M3B.
Toets-score
De toets-score geeft het aantal goede antwoorden aan.
Taalscore
De schaalscore is een meetlat(schaal) waardoor de vorderingen in de tijd te volgen zijn. Deze geeft aan in welke mate de leerling zichzelf heeft ontwikkeld.
Score-interval
Alle toetsen geven een nauwkeurig beeld van de vaardigheden van uw kind. Toch kan het zijn, dat de werkelijke vaardigheid iets hoger of lager ligt dan door de scores wordt aangegeven. Hoeveel hoger of lager kunt u zien aan de score-interval. Daar is voor iedere score aangegeven wat de mogelijke afwijking is naar boven en beneden.
Daltonbasisschool De Leer
Handleiding rapport
7
De nieuwe Cito normering vanaf januari 2013 Op onze school maken we al jaren gebruik van het leerlingvolgsysteem (LOVS) van CITO. Dit bestaat uit toetsen voor rekenen, spelling, begrijpend lezen, technisch lezen en woordenschat. En voor de kleuters de toetsen rekenen en taal voor kleuters. De CITO toetsen zijn landelijk genormeerd. Dat betekent dat er een vaste score is, die gebaseerd is op hoe alle kinderen in Nederland scoren op deze toetsen. Door deze toetsen jaarlijks af te nemen, krijg je een redelijk beeld van de ontwikkeling van een kind. Je kunt zien hoe het kind scoort ten opzichte van het landelijk gemiddelde, maar ook of het kind zijn eigen ontwikkelingslijn blijft volgen of dat het daar ineens boven of onder scoort. Als dat laatste gebeurt is dat een signaal om te kijken wat de oorzaak van die verandering kan zijn. De normering wordt uitgedrukt in de Romeinse cijfers I, II, III, IV en V. I II III IV V
= = = = =
20% 20% 20% 20% 20%
Daltonbasisschool De Leer
= = = = =
ver boven het gemiddelde boven het gemiddelde de gemiddelde groep leerlingen onder het gemiddelde ver onder het gemiddelde
Handleiding rapport
8