Gomarus College Assen Handboek voor ouders / verzorgers Schooljaar 2016-2017
Inhoud Blz.
Vooraf
2
1 Visie, missie en kernwaarden
3
2 Onderwijsconcept
3
3 Ondersteuningsstructuur leerlingen
4
4 Leerwegondersteunend onderwijs /LWOO
6
5 Extra ondersteuning
7
6 OPDC/ Trajectgroep en Rebound
9
7 Mentor
10
8 Docent
10
9 Inhaaluur toetsen
11
10 Functies binnen de school
12
11 Vakcollege en Praktische sector oriëntatie
17
12 Talentontwikkeling en maatschappelijke stage
18
13 Internationalisering
20
14 Vijf rollen van de docent
21
15 Overgangsnormen
22
16 Huishoudelijke zaken
24
1
Vooraf Dit handboek is bedoeld om u als ouders inzicht te geven in de manier waarop het Gomarus College locatie Assen is georganiseerd. Het beschrijft de uitgangspunten van onze school, de ondersteuning die we de leerlingen kunnen bieden en het onderwijs zoals we dat vorm geven. De school hoopt dat we met dit handboek, de informatievoorziening vanuit het Gomarus College te Assen, naar u als ouders, op een goede manier hebben vormgegeven. Wanneer u nog vragen of opmerkingen heeft kunt contact met ons opnemen.
augustus 2016 Johan Leever Locatiedirecteur
2
1 Visie, missie en kernwaarden Afgelopen schooljaar hebben we als docententeam onze missie (waar we voor staan) en onze visie (waar we voor gaan) vastgesteld. Aankomend schooljaar zult u merken dat dit binnen de school steeds meer zichtbaar wordt. Niet alleen tijdens de lessen maar ook in verschillende delen van de school. Onze visie en missie wordt ingezet om richting te geven aan de ontwikkelingen in de school en voor leerlingen en ouders/verzorgers is het duidelijk wat jullie van ons als school mogen verwachten.
Missie: Wij zijn een gereformeerde school voor christenen waar iedereen zich veilig voelt, de verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leerproces en waar we samen ontdekken wat Gods plan is met ons leven.
Visie: Het Gomarus College is een gereformeerde school voor actieve en betrokken christenen. De docenten geven inspirerende lessen waarbij activerende didactiek en maatwerk de sleutel zijn tot succesvol onderwijs. Samen met de leerlingen nemen we onze verantwoordelijkheid, werken doelgericht en hebben hoge verwachtingen van elkaar. Dit doen we binnen een veilige leeromgeving waar iedereen competent is en we oog hebben voor elkaars kwaliteiten.
Kernwaarden Zingeving – Kwaliteit – Verantwoordelijkheid – Veiligheid Onderzoekend – Talentvol
2 Onderwijsconcept Wanneer je vaststelt waar je voor staat en wat je doelen zijn voor de komende jaren is het een logisch vervolg om daarna na te denken over de praktische invulling daarvan. Wat betekent onze missie voor het onderwijs op het Gomarus College in Assen? Wat zie je terug in de lessen en wat betekent onze visie en missie voor de keuzes die we maken? In de hoofdstukken die volgen zult u daar al veel van terugvinden. Daarnaast gaan we aankomend schooljaar ons onderwijsconcept beschrijven.
3
3 Ondersteuningsstructuur leerlingen De ondersteuningsstructuur binnen de school is gebaseerd op het concept van de ‘geïntegreerde begeleiding’ die het Gomarus College Assen wil bieden. Geïntegreerde begeleiding houdt in dat de mentoren en docenten de spil zijn van het geven van ondersteuning. Zij zijn verantwoordelijk voor de signalering en analyse van het (leer)gedrag van hun leerlingen. Ook geven zij vorm aan de benodigde begeleiding. Indien nodig kunnen zij overleg voeren met de ondersteuningscoördinator, Mariëlle Holsappel, en via deze route extra hulp inroepen. Via de ondersteuningscoördinator worden de docenten en mentoren ondersteund door het begeleidingsteam en het Orthopedagogisch Didactisch Centrum1 (OPDC). De ondersteuningscoördinator stroomlijnt de begeleiding op de locatie. Het OPDC kan met haar adviezen en haar oplossingsgerichte begeleidingstrajecten voor een vlotte aanpak en behandeling zorgen. Deze ondersteuningsstructuur biedt kansen aan alle leerlingen die worden toegelaten op onze locatie. Zo is het onze ambitie om passend onderwijs te bieden voor leerlingen met een reguliere onderwijsbehoefte, evenals aan leerlingen die een specifieke onderwijsbehoefte hebben.
Ondersteuningsroute Assen In het kader van de wet op Passend Onderwijs oriënteert Assen zich op haar onderwijsondersteuningsroute. Deze route beschrijft de stappen die cyclisch in de school gezet worden op alle niveaus van ondersteuning. We onderscheiden binnen een onderwijsondersteuningsroute de volgende niveaus: - de basisondersteuning in de klas door mentor en (kern) docenten - interne zorg en ondersteuning aan leerlingen door leerlingbegeleiders en het begeleidingsteam - externe zorg aan leerlingen (en ouders) en externe ondersteuning van mentoren en docenten met handelingsadviezen vanuit het OPDC en eventueel het Zorgadviesteam (ZAT) en toeleiding van leerlingen naar externe instanties zoals (jeugd)zorg. Aan het ZAT nemen de wijkagent, de jeugdarts, de leerplichtambtenaar, iemand van het CJG en de school deel.
1
OPDC: expertisecentrum dat een dekkend netwerk vormt voor onderwijs, begeleiding advies ondersteuning ontwikkeling en scholing.
4
Route Actie 1. Er wordt een signaal voor extra ondersteuning bij een leerling geconstateerd 2. Signaal wordt doorgegeven aan mentor 3. Mentor heeft gesprek met leerling 4. Bij blijvende zorgen: Ouders wordt toestemming gevraagd voor een aanmelding bij het begeleidingsteam. De leerling wordt aangemeld bij de ondersteuningscoördinator 5. De casus wordt besproken, mentor krijgt een terugkoppeling 6. De lijnen worden uitgezet. Zo nodig wordt er verder onderzoek gedaan 7. Aan het einde van het traject wordt mentor op de hoogte gesteld
Door: Ouders/OOP/vakdocent/MT Ouders/OOP/vakdocent/MT Mentor Mentor
Begeleidingsteam Begeleidingsteam en evt. OPDC, mentor Begeleidingsteam
Om de informatie over de klas en de verschillende leerlingen te stroomlijnen, werkt de school steeds meer met groepshandelingsplannen. Deze worden door de mentor geschreven met ondersteuning van het begeleidingsteam. Hierin staat een korte karakteristiek van de klas en worden leerlingen geclusterd die een bepaalde aanpak nodig hebben. In het groepshandelingsplan staan ook de individuele leerlingen beschreven die een specifieke aanpak nodig hebben. Deze groepshandelingsplannen worden gedeeld met de collega’s en de handhaving ervan wordt gemonitord door de mentor en het begeleidingsteam. De groepshandelingsplannen worden regelmatig met de lesgevenden van een klas geëvalueerd, onder andere tijdens de leerlingenbesprekingen. De leerlingenbesprekingen worden iedere zes weken gehouden en daarbij wordt gewerkt met hulpvragen. Wat heeft een leerling nodig om te komen tot school succes.
5
4 Leerwegondersteuning / LWOO Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) houdt in dat leerlingen extra ondersteuning krijgen in de leerweg. Doorgaans gaat het om leerlingen in de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg. Leerlingen die door specifieke problemen het risico lopen om de leerweg niet tot en met het examen te kunnen voltooien, kunnen in aanmerking komen voor LWOO. Op deze manier proberen we voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften de kans om binnen het VMBO een diploma te halen te vergroten. De LWOO-aanvraag wordt gedaan door HLM en de PCL (permanente commissie leerlingzorg) beoordeelt de aanvraag positief of negatief. Het hangt met een aantal factoren samen of een leerling in aanmerking komt voor LWOO:
De intelligentie van de leerling De leerachterstanden van een leerling Sociaal-emotionele problematiek
Leerlingen met LWOO die naar de brugklas gaan, hebben vaak het gevoel dat ze niet kunnen wat andere klasgenootjes op de basisschool wel konden. Ze zijn gedemotiveerd geraakt, presteren daardoor minder en bevestigen zo hun eigen vooroordeel. Doordat de LWOO-klas klein is, de klas een kerndocent heeft die ze meerdere vakken geeft en er een klein team van vakdocenten les geeft aan deze klas, krijgen de leerlingen met LWOO veel individuele aandacht. Zij gaan ervaren dat ze veel kunnen en doen succeservaringen op. Dit maakt dat deze leerlingen vaak in de eerste klas enorm groeien in zelfvertrouwen. De school biedt de leerlingen met LWOO de onderstaande mogelijkheden aan:
veel begeleiding groepshandelingsplan mentor die meerdere vakken geeft (kerndocent) zoveel mogelijk les in een vast lokaal kernteam (vakdocenten) LWOO-coaches voor extra ondersteuning
6
5 Extra ondersteuning Leerlingen in de eerste klas worden gescreend om te kijken of ze extra ondersteuning nodig hebben op het gebied van sociale vaardigheid of faalangst. Ook de mentor kan aangeven dat hij een leerling in aanmerking vindt komen voor een bepaalde training. Dit wordt altijd met de leerling en ouders besproken. Belangrijk is dat de leerling zelf ziet dat hij hulp nodig heeft. De trainingen starten na de kerstvakantie en worden gegeven tijdens reguliere lessen. Een groep bestaat uit acht tot twaalf leerlingen. Beleid is dat leerlingen met een diagnose niet meedoen aan een training op school. Zij hebben specifieke begeleiding, passend bij hun beperking nodig. Ouders wordt aangeraden de leerlingen een training te laten volgen bij Accare of een soortgelijke instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Sociale vaardigheidstraining De sova-training kent tien tot twaalf sessies en wordt feestelijk afgesloten. Door middel van de SAQI worden leerlingen gescreend op het ontbreken van sociale vaardigheden. Tijdens de training komen onderwerpen aan de orde als: luisteren, gevoelens tonen, complimenten geven, lichaamstaal, praatje beginnen, nee zeggen, onderhandelen, aanpakken en pesten. Faalangstreductietraining De faalangstreductietraining (FRT) is bedoeld voor leerlingen die bang zijn om te mislukken in situaties waarin zij worden beoordeeld, zoals tijdens toetsen, of denken te worden beoordeeld, zoals in het contact met anderen. Door middel van de SAQI worden leerlingen gescreend op faalangst. De mentor gaat in overleg met de leerling en ouders over de ernst van de problematiek en meldt een leerling aan voor de FRT. De FRT wordt tien keer gegeven. Leerlingen leren manieren om met zaken om te gaan die zij spannend vinden. Dit gebeurt onder andere door middel van oefeningen, gesprekken en het uitwisselen van tips. Sociaal emotionele begeleiding Er kunnen allerlei omstandigheden zijn waardoor het voor een leerling op school even niet lekker loopt. Het kan met de thuissituatie te maken hebben of met de fase van ontwikkeling waarin het kind zich bevindt. Wanneer de mentor inschat dat de leerling tijdelijk een extra steuntje in de rug nodig heeft, kan hij voor de leerling via het begeleidingsteam gesprekken met de leerlingbegeleider aanvragen. Deze heeft vijf gesprekken met de leerling en stelt de mentor op de hoogte van de voortgang. Na vijf gesprekken wordt gekeken of de hulp afdoende is of dat er meer gesprekken of (externe) hulp nodig is. Bovenstaande gaat altijd in overleg met en met toestemming van de ouders. De leerlingbegeleider houdt in Magister bij wanneer de gesprekken plaatsvinden.
7
Studievaardigheden Wanneer de instructie tijdens de mentorles niet goed wordt opgepakt, krijgen de leerlingen extra ondersteuning in het plannen en maken/leren van huiswerk. Dyslexiebegeleiding Leerlingen met dyslexie kunnen deelnemen aan de dyslexiebegeleidingslessen, die aan het begin van het schooljaar worden gestart. De dyslexiebegeleiding wordt gegeven door de expert-ondersteuner en bestaat uit maandelijkse bijeenkomsten. Uitgangspunt is dat dyslexie geen handicap is, maar een uitdaging. In de begeleidingslessen is ruimte om ervaringen te delen en strategieën te leren en oefenen. Leerlingen worden verder gestimuleerd om te (gaan) lezen door middel van de leesstrippenkaart. Arrangement Zelf plannen. Het arrangement ‘zelf plannen’ is voor leerlingen die opvallen doordat ze dusdanig moeite ondervinden in het zelf plannen en organiseren van hun schoolwerk dat hun leerresultaten er onder te lijden hebben. Het arrangement ‘zelf plannen’ is een vast arrangement, bestaande uit 8 bijeenkomsten van elk 45 minuten: 1. Motivering en psycho-educatie 2. Nieuwe oplossingen bedenken en het gebruik van een agenda 3. Gebruik van een notitieboekje met to do list; stellen van prioriteiten 4. Problemen oplossen door gebruik van een actieplan en het opdelen van een grote taak in kleine stappen 5. Afleiding uitstellen en zelfcontrole op school 6. Huiswerk plannen 7. Hulp van een gezinslid/vriend/vriendin bij plannen en organiseren 8. Het maken van een plan om vol te houden Het arrangement wordt uitgevoerd door de expert-ondersteuner. reLEGS In klas 2 wordt door de stichting Terwille het karaktervormende programma reLEGS aangeboden. In de puberteit vindt de bewustwording en persoonlijkheidsvorming plaats. Doel van het programma is om leerlingen te ondersteunen om goede keuzes te maken en een gezonde levensstijl aan te leren. Het programma bestaat uit actuele thema's als imago, vriendschap, media, risicogedrag, seksualiteit en weerbaarheid. De leerlingen van een klas zijn twee dagen bezig om in zes modules onder begeleiding van een trainer van Terwille de verschillende thema’s te behandelen. Leerlingen die risicogedrag vertonen worden besproken met de mentor en ondersteuningscoördinator. Ouders worden door een ouderavond betrokken bij het programma.
8
Studiepunt/GSG+ Soms heeft een leerling extra begeleiding nodig bij het structuren, maken en leren van schoolwerk. Vaak is ADHD of een ASS de onderliggende problematiek waardoor de leerling niet op zijn niveau kan presteren. Ouders kunnen dan gewezen worden op het Studiepunt/GSG+. Studiepunt/GSG+ presenteert zich als Naschoolse Begeleiding. Dit geeft aan dat de hulp zich na schooltijd afspeelt, maar wel verband houdt met wat er in de school gebeurd is of gebeuren gaat. Het betreft hulp en steun bij (sociale) zelfredzaamheid en bij het structureren en organiseren van de dagelijkse algemene handelingen. Voor meer informatie zoals bekostiging zie: www.gsg.nl.
6 OPDC /Trajectgroep en Rebound OPDC betekent Orthopedagogisch en Didactisch Centrum. Het OPDC is een expertisecentrum voor het Gomarus College. De expertiseafdeling wordt gevormd door een schoolmaatschappelijk werker, een orthopedagoog, een schoolpsycholoog en (traject)begeleiders. Binnen het OPDC zijn expertise, ondersteuning, Rebound en onderwijs aan leerlingen met een ondersteuningsarrangement (voorheen clusterleerlingen) samengebracht. De laatste twee vormen samen de trajectgroep. In de trajectgroep krijgen leerlingen die over de mogelijkheid beschikken een VMBO-diploma te halen les. Voor deze leerlingen geldt dat zij de extra ondersteuning nodig hebben, omdat er een flink risico is dat hun schoolloopbaan anders vertraging oploopt. Voorwaarde is dat leerlingen schakelbaar naar het regulier onderwijs zijn. Als de ontwikkeling goed verloopt, maken de leerlingen geleidelijk de overstap naar de reguliere klas. Meestal gaan de leerlingen dan naar één van de leerwegen van het VMBO. Ook worden in de trajectgroep leerlingen geplaatst die tijdelijk niet in de reguliere klas kunnen meedraaien. Dit is de Reboundvoorziening. Onze locatie krijgt vanuit het OPDC tweewekelijkse ondersteuning in de persoon van Jan Ger Werkman. Hij begeleidt zowel leerlingen als docenten op het gebied van gedrag en voorziet de ondersteuningscoördinator van advies op verschillende gebieden.
9
7 Mentor Een docent op het Gomarus College in Assen is meestal ook mentor van een klas. De mentor onderhoudt de contacten met thuis en is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders. Hij is de spil in de ondersteuning en begeleiding van leerlingen. Hij voelt zich verantwoordelijk voor het welbevinden van de leerling, houdt de cijfers in gaten, voert ontwikkelgesprekken en helpt een leerling bij het kiezen van een sector of profiel in de bovenbouw. Mentoren hebben ook een signalerende functie en wanneer het nodig is, weten ze hoe ze extra ondersteuning voor de leerling kunnen organiseren. Zo kan de mentor een leerling waarover hij zich zorgen maakt aanmelden bij het intern begeleidingsteam. Het begeleidingsteam beoordeelt welke aanpak de leerling nodig heeft en of deze aanpak op de locatie geboden kan worden. Er kan advies ingewonnen worden bij het OPDC. De mentor blijft intensief betrokken bij het daarop volgende proces en is naar ouders en leerling toe het aanspreekpunt.
8 Docent Van de docent wordt gevraagd dat hij of zij goed lesgeeft. Onder goed lesgeven verstaan we dat hij of zij rekening houdt met verschillen tussen leerlingen, duidelijke doelen stelt en actief werkt aan de eigen professionalisering. Bij ons op school wordt er les gegeven aan de hand van de vijf rollen van de docent. Hierover meer uitleg in hoofdstuk 17. Om goed te kunnen lesgeven is het belangrijk dat de docent zo snel mogelijk een band opbouwt met de leerlingen en in zijn/haar lessen een veilige leeromgeving creëert. Tijdens de introductieweek is dat één van de belangrijkste speerpunten. De primaire taak van een vakdocent is om leerlingen onderwijs te geven. De docent begeleidt de leerlingen binnen zijn of haar vakgebied om ze te helpen de geboden kennis optimaal te verkrijgen en gebruiken. Dit is vooral gericht op vakspecifieke vaardigheden en vak inhoud en kan zowel tijdens als buiten de lessen om plaatsvinden. Daarnaast heeft de vakdocent een signalerende taak. Als iets niet goed verloopt bij een leerling stelt hij de mentor hiervan op de hoogte en meldt hij dit in Magister.
10
9 Inhaaluur toetsen Vanaf aankomend schooljaar gaan we van start met een vastgesteld inhaaluur. Tijdens dit uur kunnen leerlingen een toets of so inhalen die ze door ziekte of om een andere reden niet konden maken. Tot afgelopen schooljaar werden toetsen en so’s vaak tijdens de les ingehaald. Hierdoor verlies je effectieve onderwijstijd voor de klas als geheel en de leerling die de toets inhaalt mist (weer) een gedeelte van de lesstof. Vanaf de 4e week na de zomervakantie zal er elke twee weken een lesuur worden ingepland als inhaaluur en een docent of assistent is verantwoordelijk voor de afname. De leerling spreekt met de vakdocent af wanneer de toets gemaakt gaat worden en wat hij/zij aan voorbereiding moet doen. De mentoren zullen aan het begin van het schooljaar aan de leerlingen uitleggen wat de bedoeling is van het inhaaluur. Na periode 1 zullen we het inhaaluur evalueren met het docententeam, oudercommissie en de leerlingenraad.
11
10 Functies binnen de school Hieronder kunt u lezen welke functies en taken er zijn op het Gomarus College in Assen en in het kort wat iedere functie inhoudt. Daarbij hebben we niet de illusie volledig te zijn maar willen we u een indruk geven van het reilen en zeilen bij ons op school. Daarnaast is het een handig naslagwerk wanneer u een specifieke vraag heeft over een onderwerp. De verantwoordelijke medewerker en bijbehorend email adres zijn vermeld. Conciërge: De belangrijkste taak van de conciërge is het zijn van gastheer. Dit betekent dat leerlingen, ouders en medewerkers zich welkom weten en kunnen werken in een goed onderhouden en schoon schoolgebouw. Een andere belangrijke taak van de conciërge is het controleren van de absentie registratie in Magister. Wanneer een leerling onwettig afwezig is, zal hij/zij door de conciërge worden aangesproken. De precieze regeling vindt u onder hoofdstuk 19, kopje 14. Bij ons op school is de conciërge ook bedrijfshulpverlener en hij controleert of veiligheidsmaatregelen worden nageleefd. Jaap van der Heide -
[email protected] Fokke Haveman –
[email protected]
Begeleidingsteam: Ondersteuningscoördinator en leerlingbegeleiders VMBO en H/V De ondersteuningscoördinator ondersteunt leerlingen, mentoren en docenten in de breedste zin van het woord. Dit kan zijn in gesprekken met individuele leerlingen, advies geven aan mentoren, lesobservaties en handvatten voor het lesgevende team of door het geven van arrangementen aan kleine groepen leerlingen. Samen met de leerlingbegeleiders vormt de ondersteuningscoördinator het begeleidingsteam. Dit begeleidingsteam is een intern ondersteuningsteam en komt tweewekelijks bijeen om hulpvragen van leerlingen of mentoren te bespreken en passende acties te ondernemen. Ondersteuningscoördinator Mariëlle Holsappel –
[email protected] Leerlingbegeleider VMBO Frank Mulder –
[email protected] Leerlingbegeleider H/V Carolien van der Molen –
[email protected] Schoolleiding: Directeur en teamleider Vanuit de missie en visie van de school inspireert, motiveert en stimuleert de schoolleiding het team. De schoolleiding geeft zichtbaar leiding aan de onderwijskundige ontwikkelingen in de school. Daarnaast is het begeleiden van onderwijsgevenden tijdens het primaire proces van lesgeven aan de leerlingen een belangrijk speerpunt. Daarbij zijn ‘de 5 rollen van de docent’ het uitgangspunt. Voor meer informatie verwijs ik u graag door naar hoofdstuk 17. Directeur Johan Leever –
[email protected] Teamleider Andrea Hiemstra –
[email protected] 12
Administratie: Binnen de school is de administratiemedewerker verantwoordelijk voor allerlei administratieve taken. Denk hierbij aan het verwerken van nieuwe aanmeldingen in het leerlingvolgsysteem, het voorbereiden van rapporten en diploma’s en de verslaglegging tijdens vergaderingen. Daarnaast vervangt ze de conciërge wanneer deze afwezig is. Jolanda Stelpstra –
[email protected]
Vertrouwenspersonen Iedereen die in school problemen ervaart, waardoor de persoonlijke integriteit wordt aangetast of bedreigd kan contact opnemen met de vertrouwenspersonen. Hun rol in de opvang is begrensd: alleen eerste verkenning, opvang en het samen kijken naar een juiste doorverwijzing. Er is bewust gekozen om een vrouw en een man te benoemen. Afgelopen seizoen zijn beide vertrouwenspersonen opgeleid tot anti-pestcoördinatoren. Aan het begin van het seizoen zullen de vertrouwenspersonen langs de klassen gaan om uitleg te geven over hun taak binnen de school. Homme de Jong –
[email protected] Janneke Molenhuis –
[email protected]
Examensecretaris De examensecretaris heeft de belangrijke taak om te zorgen dat alles rondom het examen in klas 4TL goed verloopt. Dit gaat van informatievoorziening richting alle betrokkenen, de zaal klaarzetten tot allerlei administratieve handelingen. Ook is de examensecretaris verantwoordelijk voor de PTA herkansingen in klas 3 en 4TL. Homme de Jong –
[email protected]
Schoolopleider De schoolopleider helpt studenten bij de dagelijkse gang van zaken in de school en begeleid ze in hun ontwikkeling naar docent. De schoolopleider organiseert het introductieprogramma voor nieuwe en/of beginnende docenten en ondersteunt ze waar nodig. Anton Dijkstra –
[email protected]
13
Decaan: De decaan is de specialist op het terrein van keuzeprocessen, studievoorlichting, vervolgopleidingen, profielkeuze en het beroepenveld. Omdat keuzes een proceskarakter hebben, houden mentoren zich middels ontwikkelgesprekken ook bezig met de keuzebegeleiding. Ze worden hierin aangestuurd door de decaan. Hieronder vindt u een beknopt overzicht van de te maken keuzes: Sectorkeuze (VMBO BBL en KBL) De bovenbouw van BBL en KBL (3e en 4e klas) van het VMBO van het Gomarus College te Groningen kent vier profielen: BWI (Bouwen Wonen en Interieur); PIE (Produceren, Installeren en Energie); E&O (Economie en Ondernemen); Z&W (Zorg en Welzijn). Sectorkeuze VMBO (TL) Leerlingen in klas 2TL moeten een sector kiezen met bijbehorende vakken voor klas 3, bestaande uit: Economie, Landbouw, Zorg en Welzijn en Techniek. In klas 3TL kunnen ze 1 of 2 vakken laten vallen en zelfs eventueel switchen van sector. Profielkeuze HAVO/VWO Leerlingen in klas 3H/V moeten een profiel kiezen met bijbehorende vakken voor de bovenbouw HAVO/VWO. Ze kunnen kiezen uit: Natuur en Techniek, Natuur en Gezondheid, Economie en Maatschappij en Cultuur en Maatschappij. Een belangrijk onderdeel van het keuzeproces zijn de stages. Op die manier ervaring leerlingen het werkveld en krijgen ze meer zicht op hun kwaliteiten en leerdoelen. De stages worden gecoördineerd door de decaan en de mentor is de stagebegeleider. Voor aankomend schooljaar staan de volgende stagemomenten gepland: 1BK 1TH en 1HV 2BK 2TL, 2H en 2V 3GT 3HV
27 januari 2017 6 en 7 juli 2017 27 januari 2017 25 en 26 januari 2017 6,7,10 en 11 april 2017 25 en 26 januari 2017 31 oktober – 4 november 2016 23 en 24 januari 2017
Anton Dijkstra –
[email protected]
14
CITO coördinator Ook in het voortgezet onderwijs willen we de voortgang van alle leerlingen monitoren. Dit doen we o.a. door ieder jaar CITO toetsen af te nemen. In klas 1 wordt de nulmeting afgenomen in september. In alle 1e, 2e en 3e klassen wordt de 1 meting in mei afgenomen. Zo maken we inzichtelijk welke ontwikkeling een leerling doormaakt op het gebied van Nederlandse taal, Engels en wiskunde. De vakdocent gebruikt de CITO gegevens om niveaugroepen binnen een klas te vormen die de stof op verschillende manieren krijgt aangeboden. Denk hierbij aan versnelling en verdieping maar ook verlengde instructie of meer begeleide inoefening. Wanneer een leerling in discussie staat of mogelijk kan opstromen, worden o.a. de CITO gegevens gebruikt om tot een goede afweging te komen over het vervolgtraject voor de leerling. Deze manier van werken met de resultaten van de Cito-uitslagen is volop in ontwikkeling. De CITO coördinator is verantwoordelijk voor de afname en ziet toe op de verdere verwerking van de gegevens. Op de dagen dat we CITO toetsen afnemen, worden er geen andere so’s of toetsen afgenomen. Berend Jan Meijering –
[email protected]
Rekencoördinator Scholen zijn verplicht tot een structurele en herkenbare aanpak van leerachterstanden en rekenen te komen, waarbij de door de overheid vastgestelde referentieniveaus leidend zijn. Daarom krijgen de leerlingen op het Gomarus College Assen in klas 1 t/m 3 aparte rekenlessen aangeboden. In het rekenuur wordt gebruik gemaakt van de digitale methode Got-it van uitgever Thieme Meulenhoff, afgestemd op leerjaar en niveau. De eerste klassen werken op niveau 1F. Dit gebeurt door middel van een eigen leerroute. De leerlingen van klas twee en drie werken op niveau 2F. De rekenlessen worden gegeven door Wian Meijer en in de BK klassen door Erna ter Horst. De vorderingen op het gebied van rekenen worden door middel van de Cito-toetsen gemeten, waarbij wordt uitgegaan van de referentieniveaus. In klas 3tl en 4tl wordt het rekenonderwijs afgesloten met de landelijke rekentoets. De resultaten daarvan worden vermeld op het diploma van de leerling. Wian Meijer –
[email protected]
15
Taalcoördinator De taalcoördinator heeft een duidelijke visie op het taalbeleid op het Gomarus College en levert een actieve bijdrage aan de uitvoering hiervan. Het grootste deel van de uitvoering zit in het geven van het taaluur. Tijdens het taaluur wordt gewerkt aan het verbeteren van zakelijk lezen, waarbij gebruik gemaakt kan worden van onder andere de methode Diaplus. Hierbij worden originele teksten op niveau ingezet die aansluiten bij de actualiteit en belevingswereld van de leerlingen. Ook wordt er gewerkt aan uitbreiding van de woordenschat aan de hand van Struikelblokken. Het streven is dat de docent die het taaluur geeft ook de docent Nederlands is. Aankomend schooljaar zullen Hans van den Beukel en Gerben Westerhof de taallessen verzorgen. De vorderingen op het gebied van taal worden door middel van de Cito-toetsen gemeten, waarbij wordt uitgegaan van de referentieniveaus (1F eind basisschool, 2F eind onderbouw H/V en VMBO examenklas en 3F examenklas HV). De taalcoördinator ziet er op toe dat er aandacht wordt besteed aan taal in alle vakken. Uitgangspunt is dat elke docent taaldocent is. Hans van den Beukel –
[email protected]
16
11 Vakcollege en Praktische sector oriëntatie (PSO) Het Vakcollege is een leerlijn in het VMBO (en MBO). Op het Gomarus College in Assen volgen alle leerlingen in de Basisberoeps en kaderberoepsgerichte leerweg deze leerlijn. Het vakcollege kenmerkt zich door leren en oriënteren in de praktijk en er is een nauwe samenwerking tussen vmbo, mbo en werkgevers. Praktisch talent wordt gestimuleerd doordat ze veel praktijk lessen hebben. Door bedrijven te bezoeken en ons te laten bezoeken krijgen de leerlingen een goed beeld van het bedrijfsleven. Ook zullen er gedurende het schooljaar verschillende stages plaats vinden, deze stages worden zo veel mogelijk gezocht in het vakgebied die het beste past bij de leerling. In jaar 1 en 2 is er een duidelijk mix van theorie en praktijk, en maakt de leerling kennis met zichzelf als toekomstig werknemer. In jaar drie en vier gaan de leerlingen gerichter kijken naar de beroepen binnen hun vakgebied. Er zijn twee leerlijnen binnen het Vakcollege namelijk: Vakcollege Mens en Dienstverlening en is een goede voorbereiding op de profielen: o E&O (Economie en Ondernemen) o Z&W (Zorg en Welzijn). Vakcollege Techniek en Vakmanschap is een goede voorbereiding op de profielen: o BWI (Bouwen Wonen en Interieur) o PIE (Produceren, Installeren en Energie) De leerlingen uit de tweede klas met niveau B en K gaan acht dagdelen naar de locatie van het Gomarus College in Groningen aan het Vondelpad om daar PSO te volgen. PSO staat voor Praktische Sector Oriëntatie en dat houdt in dat de leerlingen dan kennismaken met verschillende profielen waaruit ze in klas 3 kunnen kiezen. In klas twee worden ze dus voorbereid om aan het eind van klas twee een goede keuze te kunnen maken. Leerlingen kunnen in klas drie van het VMBO kiezen uit de volgende beroepsgerichte profielen: BWI (Bouwen Wonen en Interieur); PIE (Produceren, Installeren en Energie); E&O (Economie en Ondernemen); Z&W (Zorg en Welzijn). Omdat veel leerlingen al wel een idee hebben welke kant ze later op willen voor wat betreft hun vervolgopleiding of beroep kunnen leerlingen voor de PSO twee van de vier profielen kiezen. In klas twee gaan ze dan twee keer een dagdeel naar elk van de twee gekozen profielen (in totaal dus vier dagdelen). Daarna gaan ze nog vier dagdelen naar het profiel dat hen het meest boeide en wat ze dan ook waarschijnlijk in leerjaar drie gaan kiezen. De totale PSO bestaat dus uit acht dagdelen. Door deze leerlijn te volgen krijgen de leerlingen een goed beeld van hun eigen kunnen en interesses en hebben ze uiteindelijk een vergrote kans op een plek op de arbeidsmarkt. Mens en Dienstverlening Aukelien Stalman –
[email protected] Techniek en Vakmanschap Marco Albertema –
[email protected] 17
12 Talentontwikkeling en maatschappelijke stage Talentontwikkeling maakt persoonlijk excelleren mogelijk en is een verplicht vak in de onderbouw van het Gomarus College in Assen. De leerlingen in de bovenbouw kunnen zelf de keuze maken om mee te doen met (onderdelen van) TO. Een leerling kan aan deze uren zelf invulling geven naar motivatie, voorkeur of talent. Talentontwikkeling heeft als doel dat leerlingen de mogelijkheid krijgen om hun talenten te ontdekken en / of verder te ontplooien. Er is een ruime keuze aan workshops waaruit leerlingen zelf een keuze kunnen maken. Talentontwikkeling bevordert het onderlinge contact tussen leerlingen. In een workshop zitten leerlingen uit verschillende klassen, niveaus en leerjaren, ze leren elkaar daardoor beter kennen, want leerlingen met dezelfde interesses zoeken elkaar sneller op. We streven ernaar dat leerlingen: zich maximaal kunnen ontplooien; zelf ontdekken en verbreden waar ze goed in zijn hun zelfvertrouwen vergroten in een veilige leeromgeving zich kunnen ontwikkelen respectvol om leren gaan met alle leerlingen ongeacht hun niveau, leeftijd of klas Wij werken voor dit vak samen met externe instanties: de gemeente Assen, de bovenbouw in Groningen, Alfa College Assen en het Drenthe College Assen. Daarnaast werken we met veel vrijwilligers (ouders) die op een bepaald gebied passie of talent hebben en dit graag met onze leerlingen willen delen. Wanneer u graag een workshop zou willen geven, kunt u contact opnemen met de coördinator Gerla Sandink. De verschillende TO workshops worden doorgaans op dinsdagen en donderdagen het 7de en 8ste uur aangeboden. Soms worden er ook workshops of onderdelen daarvan aangeboden op avonden, zaterdagen of in vakanties. In totaal dienen de leerlingen minimaal de volgende uren zelf in te vullen per leerjaar: Klas 1 30 TO uren 10 MAS uren Klas 2 20 TO uren 20 MAS uren Klas 3 3GT 20 TO uren (internationalisering), vrijwillige deelname 3HV vrijwillige deelname Klas 4 20 TO uren (sectorwerkstuk), vrijwillige deelname
18
Maatschappelijke stage (MAS) Hoewel een maatschappelijke stage niet verplicht is, zijn we op het Gomarus College overtuigt dat MAS prima past bij onze identiteit. Het MAS aanbod is opgenomen in de TO structuur, zodat wij dit initiatief van de overheid gemakkelijk in stand kunnen houden op de vestiging in Assen. De school mag maximaal 30 uur maatschappelijke stage per leerling meetellen als onderwijstijd. Dit mag verspreid zijn over verschillende schooljaren. We kiezen ervoor om de leerlingen 25 uur MAS te laten doen. De eerste tien uur in de tweede helft van het eerste leerjaar en daarna 15 uur in klas 2. Dit doen we bewust in de onderbouw om geen extra druk te geven op het lesprogramma in de derde en vierde klassen. Maatschappelijke stage gaat om het doen van vrijwilligerswerk. Dit vindt vooral plaats in de non-profitsector: bij een vrijwilligersorganisatie, vereniging, instelling of maatschappelijke organisatie. Soms buiten een georganiseerd verband, bijvoorbeeld door boodschappen te doen voor een oude buurvrouw of een gezin te helpen dat tijdelijk hulp nodig heeft. Bedrijven kunnen ook een rol spelen op het gebied van maatschappelijk betrokken ondernemen. Leerlingen zijn gemotiveerder als de maatschappelijke stage aansluit bij hun interesses. De maatschappelijke stage levert dan ook meer op. Hoewel we vanuit TO stages/ workshops aanbieden, proberen we ook het eigen initiatief van de leerlingen te stimuleren. Na een goede uitleg weten leerlingen vaak al waar ze graag hun maatschappelijke stage willen lopen. De leerling kan zelf een stage bedenken en aan hun mentor vragen of die geschikt is als maatschappelijke stage. Een stageadres is niet altijd noodzakelijk; een leerling of school kan bijvoorbeeld ook een sponsoractie opzetten voor een goed doel. Lukt het de leerling niet een maatschappelijke stage te vinden, dan ondersteunt de school de leerling via het TO aanbod. Coördinator TO/MAS Gerla Sandink –
[email protected] Afdeling VMBO Aukelien Stalman –
[email protected] Afdeling H/V Wiebe Doorn –
[email protected]
19
13 Internationalisering Sinds het cursusjaar 2014/15 zijn we gestart met het organiseren van een internationale ervaring voor de 3GT klas. Dat houdt in dat de klas een week naar het buitenland gaat, daar verblijft bij een gastgezin en kennis maakt met de plaatselijke cultuur. Ook komt er een groep buitenlandse leerlingen hierheen, verblijft bij onze leerlingen en die maken op hun beurt kennis met onze cultuur. Het doel van dit alles is dat de leerlingen een aantal betekenisvolle weken hebben, dat er integratie van kennis en ontdekken plaatsvindt, dat de horizon van de leerling verbreed wordt en dat de leerling zich persoonlijk ontwikkelt. Het biedt ook mogelijkheden voor de school. We kunnen bij de andere school “in de keuken kijken” en leren van andere onderwijsaanpakken. Tegelijkertijd komen er buitenlandse docenten bij ons kijken die een frisse blik hebben op hoe wij de zaken aanpakken. 2016/2017: Van 10 t/m 25 september zal Jennifer Oliver (docent maatschappijleer, ondersteuningscoördinator en docent Engels in opleiding) bij ons twee weken stage lopen. Daarbij zal ze alle H/V groepen Engels gaan geven, dit komt neer op 17 lesuren per week. Hierbij zal ze samenwerkend leren introduceren in de tweede en derde klas en in de eerste klas thematisch onderwijs geven. Inhoud en doelen worden afgestemd met de docenten Engels op de locatie. Naast de lessen zal Jennifer het team de beginselen van samenwerkend leren bijbrengen. In januari gaan onze 3GT leerlingen een week naar Tenerife voor de uitwisseling. Daarbij zullen Joop Riemer, Gerla Sandink en Frank Mulder meegaan als begeleiding. Naast het begeleiden van de leerlingen zullen de docenten uit Assen onderzoek doen op de la Salle school in la Laguna. Ze zullen met docenten en leerlingen spreken en lessen bezoeken. De focus zal dit seizoen liggen op het gebied van bewegingsonderwijs, gezonde school en talentontwikkeling (buitenschoolse activiteiten). Uiteraard wordt alle opgedane kennis gedeeld met het team in Assen. In april zullen de leerlingen uit Tenerife een week in Assen verblijven voor de uitwisseling. Het curriculum in klas 3GT wordt steeds meer verweven met de internationale ervaring waardoor het onderwijs meer betekenis krijgt voor de leerlingen. Bij Engels zijn dat PTA onderdelen als schrijfvaardigheid (logboek) en gespreksvaardigheid (presentatie samen met match). Afgelopen jaar is het onderwerp Anne Frank op beide scholen behandelt ter voorbereiding aan het bezoek aan het Anne Frank museum. Het streven is om internationalisering steeds meer te integreren in het reguliere lesprogramma. Al met al is het een unieke en leerzame ervaring voor de leerlingen en de school. Coördinator internationalisering Joop Riemer –
[email protected] Frank Mulder –
[email protected] Gerla Sandink –
[email protected] Partner school: La Salle, la Laguna Tenerife - http://www.lasallelalaguna.es/
20
14 Vijf rollen van de docent Op het Gomarus College wordt er les gegeven aan de hand van de vijf rollen van de docent. Leraren brengen leerlingen tot betere prestaties als ze goed contact kunnen maken met hun leerlingen, een persoonlijke presentatie hebben en hun vak verstaan. Uit onderzoek en door goed naar effectieve leraren te kijken, blijkt dat hun gedrag tijdens de les te herleiden is naar vijf verschillende rollen: de rol van gastheer, presentator, didacticus, pedagoog en afsluiter. Elke rol kent concreet gedrag en hoort bij een bepaalde fase van de les. De vijf rollen in de praktijk Een effectieve docent weet in de klas een situatie te scheppen die leerlingen in een leermodus brengt (en houdt!). De vijf rollen helpen daarbij: de rol van gastheer, presentator, didacticus, pedagoog en afsluiter. Elke rol hoort bij een bepaalde fase van de les en kent specifiek gedrag. Zo verwelkomt de gastheer zijn leerlingen bij binnenkomst en maakt hij bewust contact. De leraar als presentator verandert zijn focus van individueel contact naar contact met de hele groep. Hij vertoont daarbij leiderschapsgedrag en bepaalt de regels voor de komende les. De leraar als didacticus legt de leerstof op verschillende manieren uit en activeert vervolgens het denkproces bij de leerlingen en geeft hierop feedback. De effectiviteit van de leraar wordt zichtbaar in het leergedrag van leerlingen. De pedagoog zorgt voor een veilig leerklimaat, duidelijk en voorspelbaar. In de rol van afsluiter laat de leraar de leerlingen reflecteren op lesinhoud en leerproces: zijn de lesdoelen behaald? En sluit zijn les op een effectieve manier af. De les wordt vormgegeven aan de hand van het directe instructiemodel. Dit model past bij de vijf rollen van de docent. Stappen in de les Introductie
Instructie
Begeleide in oefening
Zelfstandig verwerken of toepassen
Samenvatten en vooruitblikken
Korte toelichting Interesse wekken Kort herhalen Doel les duidelijk maken Voorkennis ophalen Stap voor stap uitleg geven Vragen stellen Voorbeelden geven Zelf hardop voordoen Expliciet gebruik leerstrategieën Kort samen oefenen onder begeleiding van de leraar Sturen en begeleiden Controleren op juiste toepassing Samen strategie nog eens voordoen Leerlingen werken zelfstandig Feedback geven (loopronde) Verlengde instructie geven aan zwakkere leerlingen (subgroep) Feedback geven aan groepje leerlingen dat meer uitdaging krijgt (subgroep) Evalueren en samenvatten wat er geleerd is Aangeven welke strategie wanneer toegepast wordt Vooruitblik op de volgende les 21
15 Overgangsnormen en opstromen Overgangsnormen Zie voor de overgangsnormen het stroomschema op de volgende pagina. Onder een onvoldoende verstaan we alle cijfers onder de 6. Wanneer een leerling in discussie staat, beslist de vergadering (lesgevende team) of de leerling overgaat. Voorafgaand vindt dossier onderzoek plaats zodat alle relevante gegevens en informatie worden meegenomen in deze afweging. Wanneer een leerling niet over is, blijft de leerling zitten of zal het afstromen naar een lager niveau. Hierbij geeft de vergadering een onderbouwt advies richting leerling en ouders. Ouders en leerling beslissen uiteindelijk of hij/zij blijft zitten of gaat afstromen naar een lager niveau. Regels voor opstromen Wanneer een leerling een gemiddelde van een 8,0 of hoger heeft, voldoet hij aan het criterium om op te stromen. Indien de leerling een 7,5 of hoger staat maar onder de 8,0, kan de vergadering besluiten de leerling op te laten stromen. Ouders dienen hiervoor een opstroomverzoek in bij de mentor. Dit verzoek wordt behandeld in de cijferbespreking aan het einde van het jaar. Opstromen kan alleen aan het einde van het jaar. Leerlingen die geen Frans of Duits volgen Kaderleerlingen die in een basiskader klas zitten en opstromen naar TL volgen geen Frans. Hoewel leerlingen het vak niet volgen, zitten ze in de les wel bij hun klas. Mentoren voorzien deze leerlingen van werk. In de praktijk zal dit vaak het Duitse boek (en werkboek) van de eerste klas zijn dat ze in deze uren gaan doorwerken. De mentor organiseert dit met de leerling zelf en de betreffende collega. Ook worden ouders hiervan op de hoogte gesteld.
22
23
16 Huishoudelijke Zaken Op een school met 270 pubers ontkom je niet aan een aantal duidelijke regels/afspraken. Docenten creëren een veilige en plezierige sfeer in en om de school door gezamenlijk en van harte de regels te handhaven. 1. Kleding: We verwachten dat elke leerling zich kleedt op een manier die past bij onze christelijke identiteit. Extreme kledingvormen, zoals naveltruitjes, shirtjes met inkijk, te korte rokjes/broekjes, afgezakte broeken (zodat de onderbroek duidelijk zichtbaar is) en grove teksten op kleding zijn niet toegestaan. Bij overtreding wordt de leerling naar huis gestuurd om gepaste kleding te halen, de gemiste schooltijd wordt na de reguliere lessen ingehaald. Indien de leerling niet naar huis wil of kan wordt hij naar de conciërge gestuurd om gepaste kleding aan te trekken (Gomarus shirt). 2. Mobiele telefoons: Mobiele telefoons kunnen ingezet worden tijdens de lessen. Dit gebeurt op initiatief van de docent en uiteraard alleen ter ondersteuning van het onderwijs. Denk hierbij aan toepassingen als kahoot en quizlet maar ook om informatie te zoeken via een zoekmachine. De mobiele telefoon mag ook gebruikt worden als agenda. De resterende tijd is de mobiele telefoon niet zichtbaar en staat op stil in het lokaal. Bij oneigenlijk gebruik van de mobiele telefoon, wordt deze ingeleverd bij de conciërge. Om 16.30 mag de telefoon weer worden opgehaald. 3. Muziek tijdens de les en in de pauze: Het is niet wenselijk dat leerlingen tijdens de les muziek luisteren. Dit verstoort het leren van de leerlingen omdat de interactie met de docent en de klasgenoten wordt vermeden. De leerling kan in samenspraak met ouders toestemming vragen aan de mentor omdat hij/zij zich dan beter kan concentreren. Eventuele toestemming wordt dan verleend door onze ondersteuningscoördinator Mariëlle Holsappel. De mentor communiceert dit met ouders en docenten. Er mogen geen geluidsdragers gebruikt worden in de school of op het plein. 4. Eten en drinken: Eten en drinken in het lokaal mag alleen wanneer de desbetreffende leraar hiervoor toestemming geeft. Energie drank is op school niet toegestaan. 5. Pauze: Leerlingen zijn tijdens de pauzes op het plein, in de aula of op de trap. In de rest van de school zijn dus geen leerlingen aanwezig. 6. Tussenuur: Tijdens een tussenuur zijn leerlingen in de aula of buiten op het plein. Willen ze, buiten de lessen om, met schoolwerk bezig dan kan dit onder toezicht van een docent in de verschillende secties van de school (lokaal 8, 14 en 18). Alleen leerlingen van klas 3TL en 4TL mogen tijdens een tussenuur het schoolterrein verlaten. Er wordt wel van de leerlingen verwacht dat ze dit melden bij de conciërge. 24
7. Roken: Roken rondom de school door leerlingen is niet toegestaan. Wanneer we constateren dat een leerling rookt, worden de ouders geïnformeerd. 8. Werkboeken: De afspraak is dat: · basisberoeps en kaderberoepsgerichte leerlingen in alle werkboeken mogen schrijven; · voor de vakken aardrijkskunde, wiskunde en biologie in de werkboeken geschreven mag worden; · leerlingen met dyslexie in de werkboeken mogen schrijven; · voor de overige vakken NIET in de werkboeken mag worden geschreven. De werkboeken worden aan het einde van het jaar op school ingenomen. 9. Ziek melden Wanneer uw kind ziek is, kunt u voor 9.00 de school bellen om dit aan te geven. Tel. 0592-342228 10. Verlof aanvragen Extra verlof wegens vakantie of bijzondere omstandigheden kan aangevraagd worden bij de schoolleiding. Bij de beoordeling van de aanvraag is de leerplichtwet het uitgangspunt en die wet is streng. De schoolleiding beoordeelt of het extra verlof wordt toegestaan. Ongeoorloofd verlof wordt altijd gemeld bij de leerplichtambtenaar. E-mail:
[email protected] /
[email protected]
11. Huiswerk plannen en Magister Docenten plannen schoolwerk 4 weken vooruit en noteren dit in Magister. Op die manier is de leerling in staat zijn/haar schoolwerk goed te plannen. Toetsen en so’s worden zorgvuldig ingepland door het docententeam. De afspraak is dat er maximaal 1 toets en 2 so’s per dag worden ingepland. Het is toegestaan om onverwachte overhoringen te geven over opgegeven leerwerk mits het maximaal aantal toetsen op een dag niet wordt overschreden. Vanaf schooljaar 2016/2017 is Magister leidend. Bij wijzigingen in de planning zullen deze ook in Magister worden aangepast. 12. Absentie: De docent geeft iedere les in Magister aan welke leerlingen absent zijn. Ook noteert hij/zij regelmatig welke leerling zijn spullen is vergeten of zijn huiswerk niet af heeft. Op die manier hebben we een duidelijk overzicht van het functioneren van de leerling. Wanneer een leerling een les gemist heeft is het belangrijk om in Magister te kijken wat het huiswerk is en te overleggen met de docent wanneer er zaken ingehaald moeten worden. De mentor kan ingeschakeld worden wanneer de leerling langere tijd afwezig is geweest. 13. Ongeoorloofd verzuim: Mocht een leerling de lessen ongeoorloofd verzuimen (spijbelen), dan haalt hij de gemiste lesuren dubbel in. Voor de verdere afhandelingen gelden dezelfde afspraken als bij onwettig te laat komen (zie tabel bij punt 14).
25
14. Onwettig te laat komen: Onderstaande tabel geeft weer hoe wij omgaan met leerlingen die onwettig te laat komen. Aantal 1e keer te laat
Actie Door Waarschuwing + Conciërge registratie Magister e 2 keer te laat 1 uur nakomen + Conciërge registratie Magister 3e keer te laat 1 uur nakomen + Conciërge registratie Magister e 4 keer te laat 2 uur nakomen + Conciërge registratie Magister 5e keer te laat 2 uur nakomen + Conciërge/mentor registratie Magister + conciërge stuurt mail naar mentor + mentor heeft gesprek met leerling. e 6 keer te laat Vierkant rooster voor 1 Conciërge/mentor/HLM dag + registratie Magister + mentor geeft signaal door aan HLM. HLM neemt contact op met ouders. e 7 keer te laat Vierkant rooster voor 3 Conciërge/HLM dagen + registratie Magister + inlichten ouders door HML 8e keer te laat Vierkant rooster voor 3 Conciërge/HLM dagen + registratie Magister + inlichten ouders door HML e 9 keer te laat Vierkant rooster voor de Conciërge/HLM/LPA hele week + registratie Magister. Melding DUO door HLM + gesprek leerplichtambtenaar/ ouders en leerling op school. e 10 keer te laat Vierkant rooster voor de Conciërge/HLM hele week. + registratie Magister. HLM neemt contact op met ouders + contact LPA. LPA verwijst door naar bureau Halt. HLM – Mariëlle Holsappel, ondersteuningscoördinator LPA - leerplichtambtenaar 26
15. Leerling uit de les verwijderen. Eruit sturen is een uiterste maatregel. Dit gebeurt alleen op het moment dat het gedrag van een leerling in de les zodanig grensoverschrijdend is, dat de voortgang van de les ernstig verstoord wordt en andere maatregelen niet het gewenste effect teweegbrengen. Is een leerling er uit gestuurd: Actie
Door
1. Leerling wordt eruit gestuurd
Vakdocent
2. Er wordt een melding gemaakt in Magister
Vakdocent
3. Leerling gaat naar conciërge en vult het ‘uit de les gestuurd’ formulier in 4. Het formulier wordt gecontroleerd
Leerling (conciërge)
5. De leerling maakt schoolwerk bij de conciërge tot vijf minuten voor het einde van de les 6. De leerling gaat voor het einde van de les naar de vakdocent 7. De vakdocent en leerling hebben een gesprek en vinden een passende oplossing 8. Docent vult het formulier verder in
Leerling (conciërge)
9. Het formulier gaat naar de mentor
Vakdocent
10. Het formulier komt in het dossier van de leerling
Mentor
Conciërge
Leerling Vakdocent, leerling Vakdocent
27