Beste ouders/verzorgers, Met trots biedt het team van openbare basisschool De Twee Wieken u onze nieuwe schoolgids aan. Deze gids is bedoeld voor alle ouders en verzorgers die hun kind op De Twee Wieken hebben, maar ook voor alle ouders van toekomstige leerlingen, (PABO)studenten en andere belangstellenden. Voor het eerst naar de basisschool is een grote stap in het leven van een kind. Als ouder wilt u uw kind daarbij zo goed mogelijk begeleiden. U wilt er zeker van zijn dat de school die u kiest, uw kind de beste kansen tot ontwikkeling biedt. In deze schoolgids proberen we u een duidelijk beeld van De Twee Wieken te geven. We proberen u zo duidelijk mogelijk te laten zien, wat u op verschillende gebieden van onze school kunt verwachten en hoe wij uw rol als ouder zien. Wij willen namelijk dat uw kind elke dag met plezier naar school gaat en heel veel leert. Vanuit een fijne sfeer doen onze leerkrachten er alles aan om het optimale uit uw kind te halen. Als bijlage ontvangt u onze schoolkalender en jaarbijlage met daarin alle geplande activiteiten en afspraken van het huidige schooljaar. Uiteraard is deze gids nooit volledig. Mocht u suggesties, vragen of wensen hebben, komt u dan gerust even langs of neem contact met ons op. Wij wensen u veel plezier met het lezen van de gids. Namens het team, Francis Jeijsman Directeur Koen Offermans Locatieleider Roerdompstraat Saskia Euser Locatieleider Duivenvoorde
1
2
Colofon
Inhoudsopgave
Openbare basisschool De Twee Wieken Hoofdlocatie Duivenvoorde 2-4 3334 EH Zwijndrecht tel: 078-6123226 website: twitter: facebook:
e
2 locatie Roerdompstraat 3 3334 AG Zwijndrecht tel: 078-6129029
www.detweewieken.nl @detweewieken http://facebook.com/detweewieken
Directie: Francis Jeijsman, directeur tel.: 078-6772386. email:
[email protected]
Onze school Waar staat De Twee Wieken voor Hier werken we voor Het onderwijsaanbod De zorg op De Twee Wieken Ouders actief op De Twee Wieken
blz. blz. blz. blz. blz. blz.
5 6 9 10 15 19
Bijlagen Protocol gedrag en gedragsregels Pestprotocol Dyslexieprotol Praktische informatie van A tot Z
blz. blz. blz. blz.
21 25 37 40
Locatieleiders: Locatie Roerdompstraat: Koen Offermans (ma en wo) email:
[email protected] Locatie Duivenvoorde: Saskia Euser (wo/do) email:
[email protected] Medezeggenschapsraad: Trudi Mühlheim-van Wijnen, voorzitter tel: 010-4225512 Bestuur: Stichting 3Primair Bestuursmanager: Dhr. J. van Knijff Postbus 96, 2990AB email:
[email protected] website: www.3primair.nl Vertrouwenspersoon bestuur: Mw. R.Kruidenier. Voorzitter Ouderraad: Monique Rozendaal loc. D en Jolijn van den Berge loc. R Schoolcontactpersoon: Saskia Euser-van de Velde
3
4
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht
Onze school
Waar staat De Twee Wieken voor
De Twee Wieken is een eigentijdse openbare basisschool met twee locaties in de wijk Nederhoven.
De Twee Wieken is een openbare school waar openheid en respect centraal staan. Betrokkenheid en verantwoordelijkheid van leerkrachten en ouders worden als waardevol gezien. We zien ons onderwijs als een ontmoetingsplaats van levensovertuigingen, waar in een goede sfeer goed onderwijs wordt gegeven. Verschillen tussen kinderen en ouders in uiterlijk, opvatting en levensbeschouwing verzwijgen wij niet, maar gebruiken wij juist actief, als uitgangspunt voor ons onderwijs. Zo leren de kinderen met en over elkaar, met respect voor elkaars identiteit. De kinderen, ouders en leerkrachten zorgen ervoor dat onze school een levendige, kleurrijke school is. Daarmee is onze school de samenleving in het klein.
Het team Naast de reguliere leerkrachten, die les geven aan de leerlingen, zijn er een aantal leerkrachten met extra taken binnen de school. Zo is er op beide locaties een intern begeleider die verantwoordelijk is voor de organisatie van de leerlingenzorg. Tevens zijn er vakleerkrachten voor gymnastiek, handvaardigheid en godsdienst binnen de school. De directie bestaat uit de directeur en twee locatieleiders. Zij worden bijgestaan door bouwcoördinatoren en gezamenlijk vormen zij de staf. De staf geeft, in overleg met de intern begeleiders, leiding aan het onderwijskundige beleid van de school.
Visie Het belangrijkste onderwijskundige uitgangspunt van “De Twee Wieken” hebben wij in onze visie en missie verwoord: “Leer je vleugels uitslaan op De Twee Wieken” “Kinderen steeds zelfstandiger maken” is een opdracht die wij ons daarom stellen. Wij willen de kinderen op een ontdekkende, betekenisvolle en oplossingsgerichte wijze laten leren. Dit doel is samen te vatten in de volgende drie kernwoorden: ontdekkend, betrokken en oplossingsgericht onderwijs. Wij bieden kinderen een veilige plek, waar op een respectvolle manier met elkaar wordt omgegaan. Wij creëren deze veilige plek door de rust die de school uitstraalt, de schoolregels die we hanteren en door het realiseren van een veilig en ordelijk gebouw. Structuur en duidelijkheid zijn belangrijke pijlers bij het creëren van een veilige school.
5
6
Kanjerschool Wij vinden dat onze school behalve een werk- en leergemeenschap vooral een leefgemeenschap is, waarin kinderen zich veilig, vertrouwd, geborgen en gerespecteerd kunnen voelen. Als kinderen ‘niet lekker in hun vel zitten’, leren ze niet goed. Vanuit een sfeer van geborgenheid en acceptatie willen wij het onderwijs gestalte geven. De leerkrachten werken aan duidelijke regels en afspraken en een fijne sfeer in de klassen. Hierdoor ontstaan rust, orde en regelmaat die de sfeer in de school bepalen. Al jaren werken wij met succes aan de “Kanjertraining” . Wij zijn dan ook, met trots, een gecertificeerde Kanjerschool. De Kanjertraining geeft in alle groepen structurele aandacht aan de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen en het volgen hiervan. Het doel van deze Kanjertraining is op een goede manier leren omgaan met jezelf en met een ander. Dit te kunnen is een belangrijke voorwaarde voor geluk in het leven! Kwaliteit Ons team bestaat uit professionele, enthousiaste leerkrachten die bewust deel uit willen maken van de leefgemeenschap “De Twee Wieken”. Steeds met een open vizier naar kinderen en ouders. Aan de leerkrachten, die op onze school werken, vertrouwt u uw kind toe. Bij alles wat we doen en willen verbeteren, stellen we ons kritische vragen als: hoeveel ruimte geven we kinderen om zelf dingen te doen en te ontdekken en hoe zorgen we ervoor dat we kinderen voortdurend uitdagen? Dit vraagt van leerkrachten een professionele houding. Het kunnen reflecteren op eigen werk, willen leren van elkaar, steeds kritisch bezig willen zijn met verbetering van het onderwijs zijn hierbij basisvoorwaarden. Het is voor ons dan ook belangrijk om ons te blijven ontwikkelen en een lerende organisatie te zijn. Daarvoor hebben wij een jaarlijks scholingsplan met het doel ons onderwijs te verbeteren. Uiteraard sluit deze scholing aan bij de onderwijskundige ontwikkelingen van het moment en op onze visie op onderwijs en opvoeding. De kwaliteit van ons handelen meten via tevredenheidsonderzoeken onder leerlingen, ouders en leerkrachten. Tevens maken we gebruik van elkaars kwaliteiten vinden er klassenbezoeken, consultaties en functioneringsgesprekken plaats om deze ontwikkelingen te verbeteren en te bewaken.
7
8
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht
Hier werken we voor
Het onderwijsaanbod
Zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid “Leer je vleugels uitslaan op De Twee Wieken” is onze visie met als doel op een ontdekkende, betrokken en oplossingsgerichte manier te leren. In onze school is leren: verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van eigen werk, andere leerlingen en de omgeving. Hierbij vinden wij het belangrijk dat kinderen zowel samen kunnen leren en werken als zelfstandig taken leren uit te voeren. De school biedt de kinderen mogelijkheden om zelfstandig naar oplossingen te zoeken, keuzes te maken en beslissingen te nemen.
Ontdekkend, betrokken en oplossingsgericht Bij ons staat uw kind centraal met zijn eigen specifieke talenten, kwaliteiten, mogelijkheden en onderwijsbehoeften. Om hier optimaal aan tegemoet te komen, maken wij in ons onderwijs gebruik van de actualiteit en eigentijdse onderwijsmethoden en materialen. Hierbij willen wij uw kind op een ontdekkende, betrokken en oplossingsgerichte wijze laten spelen, leren en ontdekken. Naast of vervlochten met het lesprogramma, houden we ons gedurende het schooljaar bezig met tal van andere activiteiten en evenementen. Projecten, theatervoorstellingen, veel sportieve activiteiten, feesten, schoolreizen, de werkweek voor groep 7 en educatieve excursies benadrukken dat de school geen leerfabriek is, maar een leef- en leergemeenschap waar iedereen zich prettig voelt en zich optimaal en veelzijdig kan ontwikkelen.
Individuele ontwikkeling Om elk kind tot zijn recht te laten komen, hoeft bij ons niet elke leerling hetzelfde werk te doen. Vanuit de concepten “adaptief onderwijs” en de “1-zorgroute” houden wij rekening met de verschillen van de kinderen. Dit betekent dat we de kinderen begeleiden op verschillende niveaus en met behulp van verschillende werkvormen om het maximale uit zichzelf te halen. Hierbij is ons uitgangspunt om ieder kind met de juiste basis naar het voortgezet onderwijs te laten gaan. Ouderbetrokkenheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid Ouderbetrokkenheid is onmisbaar in het onderwijs. Wanneer u positief bij de school betrokken bent, is dit in alle opzichten goed voor uw kind. Wij proberen u zoveel mogelijk bij de school te betrekken. U als ouder bent dus welkom op school. Wij zijn immers samen verantwoordelijk voor de schoolontwikkeling van uw kind. Het bijwonen van informatiebijeenkomsten en rapportgesprekken is daarbij een voorwaarde om het onderwijsproces samen met u te kunnen begeleiden. De school organiseert verschillende activiteiten waarbij u wordt uitgenodigd om mee te praten en te ervaren hoe het op school gaat. Voorbeelden hiervan zijn de inloopochtenden bij de onderbouw, koffieochtenden met een thema, boekenpret en open lesmomenten. Jaarlijks evalueren we met ouders wat goed gaat en wat wij anders kunnen doen. Wij verwachten dat u met ons contact opneemt als u dat nodig vindt, in het belang van uw kind. U kunt er op rekenen dat wij dit ook zullen doen, als er zich iets bijzonders met uw kind voordoet.
9
10
Respect, veiligheid, zelfstandigheid Leesonderwijs De Twee Wieken vindt het, net als u, erg belangrijk dat kinderen plezier hebben in lezen. Lezen vormt immers de basis van het leerproces. Om deze reden heeft De Twee Wieken de afgelopen jaren veel studie en expertise ingezet op het leesonderwijs. Wij willen onze leerlingen, naast het goed technisch leren lezen, de juiste vaardigheden aanleren om teksten ook goed te kunnen begrijpen. Informatie Communicatie Technologie (ICT) De afgelopen jaren is de computer steeds een belangrijkere rol gaan spelen in het onderwijs. Binnen onze school wordt de computer in de groep op allerlei verschillende manieren ingezet als ondersteuning van ons onderwijs. Hierbij verdiepen wij ons in de ontwikkelingen op dit gebied en maken een bewuste keuze in de mogelijkheden. Wij zien het ook als taak onze leerlingen voor te bereiden op een toekomst waarin computervaardigheden belangrijk zijn. We laten onze leerlingen kennis maken en oefenen met de vele mogelijkheden van computers en internet. Een goede begeleiding naar een veilig en verstandig gebruik hoort hier uiteraard bij.
Overgang van peuterspeelzaal of kinderopvang De meeste kinderen die voor het eerst naar de basisschool gaan, hebben op een peuterspeelzaal of een kinderdagopvang gezeten. In die voorschoolse periode heeft uw kind zich ontwikkeld en geleerd met andere kinderen te spelen. De leidsters van de zalen hebben een indruk gekregen van de ontwikkeling van het kind. Zodra een kind naar de basisschool gaat, is het van belang dat er voldoende informatie beschikbaar is over de ontwikkeling van uw kind. In de gemeente Zwijndrecht wordt door alle peuterspeelzalen en kinderopvangcentra gewerkt met een overdrachtsformulier. Ouders en school ontvangen het overdrachtsformulier van de kinderopvang/ peuterspeelzaal. Hiernaast krijgt de leerkracht informatie over uw kind door middel van een vragenlijst die wij na inschrijving van uw kind met u invullen. Uw kind mogen wij plaatsen in groep 1 op de dag dat uw kind 4 jaar wordt. Om jongere kinderen alvast te laten wennen, mag uw kind hiervoor 10 dagdelen komen wennen. Kinderen die van een andere school komen, krijgen ook de gelegenheid om kennis te komen maken voordat zij starten op De Twee Wieken. De onderbouw: Groep 1 en 2 In de groepen 1 en 2 werken de leerlingen vanuit verschillende onderwijsleersituaties aan hun ontwikkeling. Iedere ochtend en middag wordt gestart met een ‘inloop’. De kinderen hebben dan een vrije werkkeuze en kunnen direct actief bezig zijn. Daarna gaan de kinderen in de kring. De kring neemt een belangrijke plaats in bij de kleuters. In de kring vinden muzikale-, reken- en taalactiviteiten plaats en er wordt gesproken over de wereld om ons heen. Zo praten kinderen met elkaar, luisteren ze naar elkaar, ze leren ervaringen en gevoelens te verwoorden en vergroten zo hun woordenschat. Vanuit de kring start de werkles. Tijdens de werkles wordt er gewerkt met materialen en gespeeld in hoeken. Hierbij vinden wij het belangrijk om kinderen veel te laten spelen, want spelen is ontdekkend leren. Een kind dat bijvoorbeeld in de huishoek speelt is ook met taalvaardigheid bezig, wie met blokken speelt, leert met hoeveelheden en afmetingen omgaan, wie de golven van de zee tekent, is bezig met voorbereidend schrijven en wie op het klimrek klautert, leert o.a. omgaan met de ruimtelijke begrippen als op, onder, hoog en laag. In groep 1 ligt de nadruk op gewenning aan de regels en regelmaat, het samen spelen en leren en aanleren van technieken op allerlei ontwikkelingsgebieden. Door middel van dagritmekaarten worden er
11
12
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht verschillende activiteiten per dagdeel aangegeven. Hierdoor wordt het tijdsbesef en doorzettingsvermogen bij kinderen ontwikkeld. In groep 2 ligt het accent meer op basisvaardigheden die voor het lezen, rekenen en schrijven van belang zijn. Daardoor wordt veel aandacht besteed aan het leren van begrippen als links, rechts, eerste, laatste enz. Aan de hand van de belevingswereld van de kleuter wordt structuur aangebracht in de grote hoeveelheid informatie (wereldoriëntatie). Door middel van observaties en toetsen wordt de ontwikkeling van de kleuter gevolgd en waar nodig wordt extra hulp geboden. De leerkracht legt de ontwikkeling van uw kind vast en als ouder wordt u minimaal twee keer per jaar uitgenodigd om deze ontwikkeling te bespreken. Wij vinden het belangrijk dat een kind voldoende tijd in een kleutergroep doorbrengt. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas als een kind hieraan toe is.
De onderbouw: Groep 3 en 4 In groep 3 wordt er nog vanuit de kring gewerkt en zijn er in en om deze groep nog diverse speel - ontdekhoeken te vinden. Net als in groep 1 en 2 starten groep 3 en 4 met een inloop. Spelenderwijs leren de kinderen zelfstandig taken en opdrachten uit te voeren als verwerking van instructie door de leerkracht. Deze activiteiten staan vermeld op het takenbord, er is een dagprogramma en er wordt vanaf groep 3 een begin gemaakt met een weektaak. Daarbij wordt in groep 3 gebruik gemaakt van symbolen. Op deze wijze vindt de overgang plaats van het magneetbord uit groep 1 en 2 naar zelfstandige taken in het kader van het zelfstandig leren werken. In groep 3 staat het aanvankelijk taal/lees- en rekenonderwijs centraal. Onderscheid wordt gemaakt in technisch en begrijpend lezen. Het
13
technisch lezen wordt aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind. We werken met de methode "Veilig Leren Lezen”. Het technisch lezen wordt mede begeleid door onderwijsassistenten in opleiding, leesouders en kinderen uit hogere groepen (tutoren genoemd). Voor het rekenen gebruiken wij de methode Wereld in Getallen. Op het moment dat de kinderen in groep 3 met het leesproces bezig zijn, beginnen wij ook met het schrijven van enkele letters uit deze schrijfmethode. Op deze manier ondersteunt het schrijfproces het leesproces en kan daardoor alle aandacht besteed worden aan het leren lezen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Schrijven in de basisschool’. De wereld oriënterende vakken worden in groep 3 en 4 net als in de groepen 1 en 2 vanuit de belevingswereld van het kind aangeboden. Er wordt veel aandacht besteed aan natuuronderwijs, de eigen omgeving en het verkeer. De bovenbouw: groep 5 tot en met 8 In de bovenbouw wordt er net als in de onderbouw gewerkt vanuit de belevingswereld van het kind. Er wordt gewerkt met dag- en weektaken. Het onderwijs wordt in de bovenbouw ondersteund door diverse methodes die verbonden aan zijn aan de vakken die worden gegeven. Een overzicht van deze vakken en bijbehorende methodes: Taal / spelling: Taal Actief Begrijpend lezen en woordenschat: Nieuwsbegrip Schrijven: Schrijven in de basisschool Rekenen: Wereld in getallen Engels: Hello World (groep 7 en 8) Aardrijkskunde: Wijzer door de Wereld Geschiedenis: Brandaan Natuur en techniek: Naut Verkeer: Verkeerseducatielijn VVN Sociaal-emotioneel: Kanjertraining Naast deze vakken wordt er ook aandacht besteed aan de expressieve vakken als muziek, drama, tekenen en handvaardigheid. Voor handvaardigheid is er een vakleerkracht die de lessen verzorgt. Ook krijgen onze leerlingen twee keer per week gymnastiek, waarvan een les van een vakleerkracht en een les van de eigen groepsleerkracht.
14
Respect, veiligheid, zelfstandigheid
De zorg op o.b.s De Twee Wieken Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Passend onderwijs betekent dat ieder kind het onderwijs en de ondersteuning krijgt die het nodig heeft. De onderwijsbehoefte van het kind staat centraal. Scholen in de regio werken samen om alle kinderen de beste onderwijsplek te bieden. De beste onderwijsplek voor een kind kan zijn in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. De school heeft zorgplicht Met de invoering van de wet ‘Passend onderwijs’ melden de ouders hun kind aan bij de school die hun voorkeur heeft. Deze school moet een zo passend mogelijk onderwijsaanbod bieden. Als u denkt dat uw kind extra hulp nodig heeft, dan is het belangrijk dat u dit bij de aanmelding doorgeeft. Hierbij kunt u ook denken aan informatie of adviezen, die u m.b.t. uw kind heeft gekregen vanuit het consultatiebureau, de peuterspeelzaal of kinderopvang. De school kan dan onderzoeken welke ondersteuning en begeleiding uw kind nodig heeft. De onderwijsondersteuning die De Twee Wieken kan bieden staat beschreven in het Schoolondersteuningsprofiel, welke in te zien is op school en terug te vinden is op de website. Binnen 6 tot 10 weken na aanmelding een passend aanbod voor uw kind Binnen 6 weken na uw aanmelding doen we u een passend aanbod. Als we uw kind niet voldoende zelf kunnen ondersteunen, zoeken we binnen diezelfde 6 weken een betere plek. We mogen deze termijn 1 keer met maximaal 4 weken verlengen. Uw kind blijft ingeschreven bij ons op school, totdat we een geschikte andere school hebben gevonden.
15
Ontwikkelingsperspectief Heeft uw kind bij plaatsing op onze school extra ondersteuning nodig en volgt uw kind een afwijkend onderwijsprogramma, dan is het prettig om de ontwikkelingsmogelijkheden van uw kind te kennen. Daarvoor stellen we in overleg met u (binnen 6 weken na plaatsing) het ontwikkelingsperspectief op, waarin staat welke onderwijsdoelen uw kind zal kunnen halen. We gebruiken hiervoor ook de medische gegevens, informatie over eerder verleende hulp en ondersteuning en de behaalde leerresultaten. Indien nodig wordt gekeken naar de thuissituatie en worden eventueel aanvullende observaties en/of onderzoeken gedaan. Indien u het niet eens bent met het beschreven perspectief, dan bespreekt u dit met de school. Wanneer dit gesprek niet tot overeenstemming leidt, kunt u een second opinion aanvragen bij het Samenwerkingsverband van de school. Blijkt het geschil niet oplosbaar dan kunt een en ander voorleggen aan de geschillencommissie ‘toelating en verwijdering’. Deze commissie geeft binnen 10 weken een oordeel aan het schoolbestuur. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met onze school of ga naar www.swv-drechtsteden.nl. Leerlingvolgsysteem Vanaf het moment dat uw kind op onze school komt totdat uw kind de school verlaat, volgen wij de ontwikkeling nauwkeurig. Door regelmatige observaties uit te voeren en toetsen af te nemen brengen de leerkrachten de ontwikkeling van het kind zowel op sociaalemotioneel gebied als op cognitief gebied in kaart. Deze gegevens gebruiken wij als signaleringsmiddel om uw kind zo goed mogelijk te kunnen begeleiden. Er vindt geregeld overleg plaats tussen de groepsleerkrachten en de IB ’er en wordt de voortgang van dit proces bewaakt. Behalve met methode-gebonden toetsen, toetsen we ook door middel van niet-methodegebonden toetsen als de Cito-toetsen. Alle vorderingen die een leerling maakt worden vastgelegd in een rapport. Deze resultaten zijn voor u digitaal te volgen via het ouderportaal van Parnassys. Vanaf groep 1 wordt het rapport opgebouwd. Twee keer per jaar wordt de ontwikkeling van uw kind naar aanleiding van het rapport besproken. Op dit moment wordt u uitgenodigd om samen met de leerkracht van gedachten te wisselen over de ontwikkeling van uw kind. Op deze bespreking wordt u verwacht. Indien u zonder tegenbericht afwezig bent, wordt het rapport niet meer meegegeven. Natuurlijk is er tussentijds contact mogelijk indien u of de school hier behoefte aan heeft.
16
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht 1-zorgroute In onze school wordt gewerkt met de 1-zorgroute. Dit betekent dat er voor elk kind meerdere keren per jaar wordt bekeken wat hij/zij nodig heeft om goed te kunnen leren en zich te ontwikkelen. Voor het ene kind is dat bijvoorbeeld extra instructie, een ander kind heeft misschien behoefte aan meer complimenten. Per vakgebied maakt de leerkracht een groepsplan, waarin dit voor elk kind wordt vastgelegd. Mocht er meer aandacht nodig zijn om de juiste begeleiding te bieden, zal er in overleg met u, de groepsleerkracht en de intern begeleider verder gekeken worden. In een enkel geval is het zo dat het voor de school niet mogelijk is om uw kind het onderwijs te bieden dat het nodig heeft. Dan is het beter om uw kind te verwijzen naar een speciale basisschool (SBO) of het speciaal onderwijs (SO). Dit wordt uiteraard met u overlegd. Ouders moeten toestemming geven om hun kind aan te melden bij een commissie die beslist over de toelating tot de speciale (basis)school of het toekennen van extra middelen om op de basisschool te blijven.
De aandacht voor onze leerlingen houdt niet op na het basisonderwijs en daarom houden wij de resultaten en de schoolloopbaan van de kinderen in het voortgezet onderwijs van de afgelopen jaren nauwkeurig bij. Van vrijwel alle opgevolgde adviezen van de kinderen voor het voortgezet onderwijs hebben de kinderen dát onderwijs met succes gevolgd dat wij geadviseerd hebben. Dit bevestigt voor ons dat het advies goed is geweest. We worden op de hoogte gehouden door de scholen voor voortgezet onderwijs; we ontvangen cijferlijsten en onze leerkrachten hebben gesprekken met docenten van de brugklassen van het Walburgcollege en het Develsteincollege. Ook vindt regelmatig overleg plaats tussen directies, bovenbouwleerkrachten van de openbare basisscholen en docenten van het Walburgcollege. Er worden onderwerpen besproken die de overgang van basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs zo soepel mogelijk moet laten verlopen. Op basis van dit alles kunnen we zeggen dat onze leerlingen met voldoende bagage aan het voortgezet onderwijs kunnen beginnen.
Begeleiding naar het voortgezet onderwijs Na acht jaar basisonderwijs stromen leerlingen door naar het voortgezet onderwijs. Vanaf het tweede rapport in groep 7 bespreekt de leerkracht met u en uw kind welke vorm van vervolgonderwijs tot de mogelijkheden behoort. We vinden het van het grootste belang dat uw kind “op zijn niveau” is op het voortgezet onderwijs. In groep 8 geven wij uw kind een schooladvies. Dit advies is gebaseerd op de gegevens van het drempelonderzoek en de gegevens van het leerlingvolgsysteem. Naast leerprestaties worden ook inzet, leerhouding, doorzettingsvermogen, concentratie en zelfstandigheid meegewogen. Van onze school stromen leerlingen door naar diverse vormen van voortgezet onderwijs. Het aantal per schoolsoort is elk jaar weer verschillend. De kwaliteit van een school valt niet te meten aan de resultaten van een eindtoets basisonderwijs. Ieder jaar hebben we namelijk te maken met een andere leerling-populatie. Wij zijn van mening dat onze school een kwalitatief goede school is, die op alle gebieden uit een kind haalt wat erin zit. Wij werken eraan om elke leerling zo veel mogelijk kennis en vaardigheden aan te bieden die nodig zijn om verder te gaan op een passende school. De toetsresultaten van onze school liggen de afgelopen jaren op of boven het landelijk gemiddelde.
17
18
Respect, veiligheid, zelfstandigheid
Ouders actief op De Twee Wieken Op school zijn er tal van activiteiten en andere zaken waarin de hulp van u als ouder onmisbaar is. Op de algemene informatieavond krijgt u de gelegenheid om u aan te melden om hier aan deel te nemen. De ouderraad (O.R.) De ouderraad bestaat uit een aantal actieve ouders, die zich in samenwerking met het team bezighouden met het organiseren van allerlei activiteiten voor de kinderen. Daarnaast probeert de ouderraad de ouders te betrekken bij de school, int zij de vrijwillige ouderbijdrage en besteedt zij dit geld op een verantwoorde wijze, zodat genoemde activiteiten ook bekostigd kunnen worden. De ouderraad bestaat uit een hoofdgroep waarin van beide locaties vertegenwoordigers zitten. Hiernaast is er op elke locatie een werkgroep ouderraad. De data waarop de hoofdgroep vergadert wordt op de schoolkalender vermeld. Deze vergaderingen zijn openbaar.
De medezeggenschapsraad (M.R.) Aan iedere school is, wettelijk verplicht, een medezeggenschapsraad verbonden. De M.R. bestaat uit ouders en personeel en biedt de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op het beleid van de directie en het bestuur.
19
Bevoegdheden van de medezeggenschapsraad zijn: het bespreken van de algemene gang van zaken met het bestuur. De MR kan hierbij op eigen initiatief voorstellen doen. Het bestuur moet alle inlichtingen verstrekken die de M.R. verlangt. advies geven over school-inhoudelijke aspecten zoals onderwijsinhoudelijke zaken, benoemingen van personeel en groepsindeling. Om praktische redenen zijn veel van bovengenoemde zaken gedelegeerd aan de Gemeenschappelijke Medezeggen-schapsRaad (GMR). Hierin zijn bestuursleden, leerkrachten, en ouders van alle 3Primair-scholen vertegenwoordigd. Het medezeggenschapsreglement is voor iedereen ter inzage. De vergaderingen van de medezeggenschapsraad zijn openbaar. U bent van harte welkom. Klassenouders Betrokkenheid bij het onderwijs aan uw kind vinden wij erg belangrijk. De klassenouder zet zich in om de groepssfeer te bevorderen en het contact tussen school en ouders te stimuleren. Hij/zij is ook de schakel tussen de groepsleerkracht en de ouders van de kinderen bij zaken van organisatorische aard. Op verzoek van de groepsleerkracht assisteert de klassenouder bij de (organisatie van) activiteiten in de klas waarbij ouders betrokken zijn. Dat kan bijvoorbeeld zijn bij het niveau lezen, excursies, de verjaardag van de groepsleerkracht enzovoorts. De klassenouder kan daarbij de groepsleerkracht werk uit handen nemen door het schrijven van brieven naar ouders van de kinderen uit de groep, het benaderen van ouders om te helpen en het indelen van ouders die zich hebben aangeboden om te helpen. Ouderhulp Tijdens de schooluren kunnen wij ook heel wat ondersteunende hulp gebruiken in de groepen. Ouders assisteren bijvoorbeeld bij het leesonderwijs, de crea-activiteiten, werken met de computers, begeleiding bij diverse spelactiviteiten, de school-bibliotheek, vervoer bij culturele uitstapjes, luizencontrole, de verkeersactiviteiten, sportevenementen en feesten. Condities m.b.t. ouders die ondersteunende diensten verrichten: de werkzaamheden worden in onderling overleg bepaald en geschieden onder de verantwoordelijkheid van de leerkrachten of directie.
20
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht Protocol gedrag en gedragsregels Op alle openbare scholen werken we met gedragsregels en een gedragsprotocol. Gedragscode Karakter openbaar onderwijs De school is toegankelijk voor alle kinderen. Bij ons op school worden verschillen geaccepteerd en gerespecteerd. Bij ons op school respecteren we ieders geloof of levensovertuiging passend binnen de democratische rechtsstaat. Bij ons op school heerst een veilig schoolklimaat. Veilig klimaat Leerlingen, docenten, onderwijsondersteunend personeel, directie en ouders gaan respectvol met elkaar om: zij doen elkaar geen pijn, hinderen elkaar niet en berokkenen elkaar geen schade. Niemand doet iets wat een ander stoort, raakt de ander niet aan als deze dat niet prettig vindt. Gelijke gevallen worden gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, (seksuele)geaardheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Op school wordt geen geweld gebruikt, niet gepest en er worden geen bijnamen gegeven. Er wordt niet geroddeld en gescholden, er worden geen spullen afgepakt en vernield. Ook wordt niet met geweld gedreigd en vindt geen afpersing plaats. Er wordt niet mishandeld en geen seksueel geweld gebruikt. Op school wordt iedereen met zijn eigen naam aangesproken. Iedereen zorgt ervoor dat de school er gezellig en ordelijk uitziet. Vanzelfsprekend heeft het personeel daarbij een voorbeeldfunctie. Personeelsleden wijzen de kinderen, indien nodig, op de schoolspecifieke gedragsregels. Iedereen gaat zorgvuldig om met het eigendom van een ander. Met zorgvuldig wordt bedoeld: het niet met opzet misbruiken van het geleende eigendom, zodat het eigendom ongeschonden teruggegeven kan worden. Het is niet toegestaan de (ICT-)apparatuur binnen de school te gebruiken voor opslag, opvragen en verspreiden van racistisch, discriminerend en seksueel getint materiaal. Personeel en leerlingen dragen kleding die voor anderen niet aanstootgevend is. Persoonlijke contacten tussen leerkrachten/assistenten en leerling Directie, leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel proberen zoveel mogelijk te vermijden met één leerling achter te blijven. De leerkracht zorgt ervoor dat hij/zij zichtbaar is voor anderen.
21
Kinderen worden in principe niet bij de leerkracht thuis uitgenodigd. Wel kan een groepje leerlingen op bezoek komen na overleg met en toestemming van de ouders. De directeur wordt hierover geïnformeerd. Directie, leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel geven aan en accepteren van leerlingen geen dure persoonlijke cadeaus. Schoolgebonden activiteiten Tijdens buitenschoolse activiteiten gelden dezelfde regels als in de schoolsituatie. Mannen en vrouwen, jongens en meisjes slapen gescheiden van elkaar tijdens een kamp of werkweek. Het gedrag van leerkrachten vormt geen bedreiging of probleem voor de leerlingen. Het toezicht in douches en kleedruimtes wordt, indien mogelijk, verricht door leerkrachten van hetzelfde geslacht als de betreffende leerlingen. Is dit niet mogelijk, dan klopt de leerkracht duidelijk voordat hij of zij de douche- of kleedruimte betreedt. Bewegingsonderwijs Het toezicht in douches en kleedruimtes wordt, indien mogelijk, gedaan door leerkrachten van hetzelfde geslacht als de betreffende leerlingen. Indien dat niet mogelijk is, wordt er door de leerkracht eerst duidelijk geklopt voordat de kleed- of doucheruimte wordt betreden. Leerlingen vanaf groep 5 worden geacht zich zelfstandig aan en uit te kunnen kleden. Bij jonge kinderen wordt incidenteel hulp verleend bij het aan- en uitkleden. Jongens en meisjes douchen gescheiden van elkaar. In de lessen wordt rekening gehouden met het zich op een bepaalde leeftijd ontwikkelend schaamtegevoel bij kinderen. Tijdens oefeningen kan de leerkracht functionele hulp verlenen zodanig dat de oefening juist en zonder gevaar wordt uitgevoerd. Lichamelijk contact mag nooit leiden tot ongewenste aanrakingen. Er wordt altijd voorzichtig gewerkt en gevaarlijk gedrag wordt gemeden: loshangende kledingstukken en moeilijk verwijderbare sieraden worden vastgemaakt of vastgeplakt, andere sieraden worden verwijderd en lang haar wordt bij elkaar gebonden, zodat er geen gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Geweld Verbaal geweld is niet toegestaan; er mag niet worden gescholden en onbehoorlijke taal worden gebruikt. Non-verbaal geweld is niet toegestaan: er mogen bijvoorbeeld geen gewelddadige en/ of dreigende gebaren worden gemaakt en dreigbrieven en afpersing zijn niet toegestaan.
22
Respect, veiligheid, zelfstandigheid Wapens, roken, alcohol, drugs We gaan er van uit dat in onze basisscholen problemen met wapens, roken, alcohol en drugs geen rol zullen spelen. Toch willen we onderstaande gedragsregels proactief vaststellen. In het schoolgebouw wordt niet gerookt. Roken is eventueel toegestaan op een door de directeur van de school aangewezen plek op het schoolterrein of in het schoolgebouw. Het gebruik van alcohol of het bij zich hebben van alcoholhoudende dranken is op school niet toegestaan. De directeur kan ouders, personeel en leerlingen van 16 jaar en ouder toestemming geven alcohol te gebruiken tijdens bijeenkomsten. Het onder invloed zijn, in bezit hebben of verhandelen van cannabis, XTC, cocaïne of andere niet met name te noemen drugs is op school niet toegestaan. Het gebruik van welk voorwerp dan ook als wapen is verboden en het meenemen naar school of het op school in bezit hebben van voorwerpen die als wapen kunnen worden gebruikt, is niet toegestaan. Gedragsprotocol 1) Alle mensen die bij de school betrokken zijn, proberen gedragsproblemen te voorkomen. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid de kinderen een veilige leeromgeving te bieden en collega’s ondersteunen elkaar. 2) Er zijn duidelijke regels waar alle teamleden gezamenlijk verantwoordelijk voor zijn. We spreken dan ook, indien nodig, leerlingen van collega’s aan als regels overtreden worden. 3) Alle leerkrachten maken gebruik van het pestprotocol. Er wordt aandacht besteed aan het aanleren van normen en waarden. Positief gedrag wordt beloond. Er wordt daarbij bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de methode “Kinderen en omgaan met waarden en normen”. 4) Gedragsproblemen worden zo vroeg mogelijk gesignaleerd. Dit gebeurt in de klas, op het plein, in het schoolgebouw. Opvallende kinderen worden regelmatig besproken in een leerlingbespreking. Er wordt een verslag gemaakt. 5) Ouders worden zo spoedig mogelijk ingelicht over gedragsproblemen van hun kind. 6) Er worden afspraken gemaakt die vastgelegd worden op een daarvoor ontworpen formulier. Dit formulier wordt ondertekend door de ouder(s). Indien nodig worden herhalingsafspraken gemaakt. 7) Mocht bovenstaande niet tot een oplossing leiden en het ongewenste gedrag gaat door of verhardt zich, dan wordt er na overleg met de ouders externe hulp ingeschakeld, bijvoorbeeld: Onderwijsbegeleidingsdienst, plaatsingscommissie Weer Samen Naar School, schoolarts, Riagg, huisarts, politie, e.d.). 8) Mocht er na deze hulp, of het uitblijven ervan (ouders wensen geen medewerking te verlenen), nog geen verbetering te constateren zijn,
23
dan resten de volgende mogelijkheden die aan leerling en ouder(s) mondeling en schriftelijk medegedeeld worden: het inschakelen van bijv. de Raad van Kinderbescherming het uitdelen van een “gele kaart”, hetgeen als een zeer ernstige waarschuwing moet worden beschouwd, om duidelijk te maken dat er grenzen worden overschreden. de leerling wordt tijdelijk uit de groep geplaatst. Lost bovenstaande nog steeds niets op, dan gaat het volgende in werking: 1. Het uitdelen van een tweede “gele kaart”, als teken van laatste waarschuwing. Het schorsen van de leerling voor twee schooldagen. In deze periode wordt een gesprek met ouders, verzorgers gehouden. De schorsing wordt gemeld bij inspectie en bestuur. 2. Plaats zoeken op een andere basisschool voor de leerling (acht weken zoeken). 3. Het verwijderen van de leerling van de school. Ook nu wordt hiervan melding gemaakt bij bestuur en inspectie. Onder ongewenst gedrag wordt verstaan alle vormen van gedrag die onze normen en waarden te buiten gaan, of waarvan een ander of anderen last hebben. Er kan gedacht worden aan pestgedrag, agressie (verbaal/ fysiek), bedreigingen, vernielzucht, discriminatie, brutaliteit of ongevoeligheid voor correctie door volwassenen. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Vanaf 1 juli 2013 zijn we als school verplicht om een meldcode te hanteren. Dit betekent dat wij een stappenplan volgen op het moment dat wij signalen krijgen dat er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Ons uitgangspunt is dat wij hierover in gesprek blijven met de betrokkenen. Het protocol dat wij gebruiken is altijd op school op te vragen. Vertrouwenspersoon integriteit Mevrouw R. Kruidenier is de vertrouwenspersoon integriteit binnen de stichting 3primair. Indien u een vermoeden van een misstand wilt melden, kunt u zich tot haar wenden. U kunt haar per e-mail bereiken:
[email protected].
24
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht Pestprotocol o.b.s. De Twee Wieken 2015 - 2016 Dit pestprotocol is opgesteld voor ouders, leerlingen en leerkrachten om goed te kunnen reageren op situaties waarin een kind wordt gepest of pest. Dit protocol sluit aan bij het gedachtegoed en de materialen van de Kanjertraining. Het zijn feitelijk fatsoen afspraken. Plagen of pesten Wanneer is er nu sprake van plagen en wanneer is er sprake van pestgedrag? Pesten wordt gedefinieerd als een subtype van agressief gedrag waarbij een of meerdere personen een betrekkelijk machteloze ander doelbewust herhaaldelijk aanvalt, vernedert of buitensluit (Salmivalli, 2010). Het is belangrijk om het verschil duidelijk te hebben, ook voor de kinderen zelf. Het meest eenvoudig onderscheid is deze: Plagen gebeurt meestal in het zicht van leerkrachten en ouders. Pesten gebeurt meestal uit het zicht van leerkrachten en ouders. Daarnaast is het belangrijk om te weten dat pesten intentioneel is het herhaaldelijk en over een langere periode gebeurt er sprake is van een machtsverschil Pesten is een vorm van proactieve agressie. Pesten vindt vaak plaats in groepen, buiten het zicht van het gezag, waarin het gedrag niet altijd goed te onderscheiden valt. Je hebt hierbij te maken met het omstandereffect: hoe groter de groep, hoe kleiner de kans is dat er iemand ingrijpt. De verantwoordelijk wordt verdeeld over de groep. Voor de leerkracht is deze vorm van agressie dus vaak moeilijk te signaleren. Hierbij speelt tevens het feit dat de kinderen die gepest worden dit meestal niet vertellen aan iemand die ze vertrouwen, omdat ze bang zijn dat het gedrag van de pester verergert. Om die reden is het van belang dat ouders en leerkrachten goed samenwerken om een goede sfeer in de klas te behouden en hun informatie delen. Een belangrijke stelregel is dat kinderen hun zorgen leren delen met iemand die zij vertrouwen, zoals hun vader, moeder of leerkracht. Vanaf de kleutergroep leren de kinderen het verschil tussen vertellen en klikken. Als er sprake is van pesterijen, dan is het belangrijk dat kinderen dat vertellen aan hun vader, moeder of leerkracht. Grensstellend De school heeft als uitgangspunt dat kinderen zich niet willen misdragen en te vertrouwen willen zijn. Maar het kan misgaan. Dat is op zich niet erg. Het zijn leermomenten. Hierbij staan de volgende leervragen centraal: “Hoe ga je het de volgende keer doen? Hoe herstel je de emotionele en/of materiële schade? Kunnen we op deze manier weer verder met elkaar?” Wangedrag kan zich op verschillende manieren manifesteren. Voorbeelden hiervan zijn:
25
Verbaal vernederen, schelden, bedreigen, belachelijk maken, bijnamen geven, roddelen, briefjes rondsturen, bedreigen op internet, buitensluiten. Fysiek schoppen, knijpen, slaan, spugen, krabben, bijten, trekken, laten struikelen. Materieel stelen, onderkladden, verstoppen van kleding en/of spullen, spullen kapotmaken van een medeleerling of van school, fietsbanden lekprikken. Het doet zich een enkele keer voor dat een leerling zich wenst te misdragen en/of vindt daartoe het recht te hebben. Op dat moment schaadt de leerling het wederzijdse vertrouwen en brengt een leerling de veiligheid van anderen in gevaar. Hier verbindt de school consequenties aan die in dit protocol staan beschreven. Wat doet o.b.s. De Twee Wieken? School- en klassenregels De school streeft een positieve, opbouwende sfeer na en doet dat binnen de kaders van de wet enerzijds en binnen het kader van de Kanjerafspraken anderzijds. De school zet middels de Kanjertraining in op het versterken van het onderling vertrouwen en het besef dat het goed is elkaar te helpen. Binnen het kader, dat gebaseerd is op wederzijds vertrouwen, leven we de volgende schoolregels na: we vertrouwen elkaar we helpen elkaar niemand speelt de baas niemand is zielig niemand lacht uit we werken samen Deze regels zijn afgeleid van de Kanjerafspraken. Naast de schoolregels worden er in elke groep aan het begin van het jaar klassenregels afgesproken. Deze regels stellen de kinderen samen met de leerkracht op en de leerlingen ondertekenen deze regels. Zo stellen zij zich samen verantwoordelijk voor een veilige en fijne omgeving. Kanjertraining Met behulp van de lessen van de Kanjertraining doet de school aan preventie ten aanzien van problemen die zich voor kunnen doen in de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Kernpunten in de aanpak van de Kanjertraining: 1. De Kanjerafspraken. 2. Denk goed over jezelf en de ander. 3. Pieker niet in je uppie, maar deel je zorgen met de ander, bij voorkeur met je ouders. 4. Denk oplossingsgericht.
26
5.
Geef op een nette manier je mening en doe je voordeel met kritiek die je krijgt. 6. De school maakt onderscheid tussen onvermogen en onwil. 6a. Is er sprake van onvermogen, dan mag deze leerling erop vertrouwen dat hiermee rekening wordt gehouden. Deze leerling heeft veel te leren in een moeizaam proces. De omgeving heeft daar begrip voor. De omgeving dient hierbij begeleiding/ ondersteuning te bieden. 6b. Is er sprake van onwil, dan krijgt deze leerling een grens gesteld, ook als dat samengaat met onvermogen. Bij onwil kan geen beroep meer worden gedaan op begrip vanuit de omgeving. Die rek is eruit. Het kan namelijk niet zo zijn dat de omgeving overal rekening mee moet houden, en dat het onwillige kind om wat voor reden dan ook “de eigen gang” mag gaan. 7. Hulp in de vorm van een maatje/buddy/tutor (bemiddeling). 8. Duidelijk schoolbeleid en handhaving ervan.
De school gebruikt het overzicht van de smileys als uitgangspunt: “Het is prima dat jouw vrienden het leuk vinden wat jij bedenkt en doet, maar als de rest van de klas dat niet leuk vindt, evenals jouw juf of meester, (en jouw ouders als die erachter komen) dan gaan we dat niet doen op school.” Je blijft fatsoenlijk en je laat je niet bepalen door je uitdager(s): “Geef geen benzine aan vervelend lopende motortjes.” Mocht een leerling zich niet willen houden aan de eenvoudige afspraken zoals weergegeven in de smileys, dan wordt dat met de ouders van het betreffende kind besproken. In dit gesprek wordt ervan uitgegaan dat de ouders met de school willen meedenken om een oplossing te zoeken die goed is voor het eigen kind, andere kinderen, de leerkracht, de school en de buurt.
Uitgangspunten van o.b.s. De Twee Wieken Veel ouders verlangen van de school dat “het kwaad” (de pester) moet worden bestreden, en dat “het goede” (de gepeste) moet worden beschermd. De school kiest er echter niet voor om kinderen te beoordelen als behorend bij “kwaad of goed”. Ieder mens maakt wel eens fouten. De weg van de mens, en die van het kind in het bijzonder, gaat met vallen en opstaan. Kinderen hebben het recht daarin te worden begeleid en te worden opgevoed. Ouders hebben die opvoedingsplicht evenals leerkrachten. Deze taak neemt o.b.s. De Twee Wieken zeer serieus en verwacht dat ook van de ouders. In gesprek met kinderen (en ouders) wordt de voorwaarde gehanteerd dat binnen de kaders van de Nederlandse wetgeving veel mag, zolang je rekening houdt met elkaar. Jij hoeft je niet onveilig te voelen door het gedrag van de ander, en die ander hoeft zich niet onveilig te voelen door jouw gedrag. Kortom: je gedraagt je. Deze voorwaarden worden op school ook gehanteerd. Met anderen wordt bedoeld: 1. jouw klasgenoten en andere leerlingen op school 2. de leerkrachten, de directie, de ouders van andere kinderen 3. jouw ouders, die trots op je kunnen zijn. Omdat jij iemand bent die is te vertrouwen. Als je iets vertelt, dan vertel je het hele verhaal 4. mensen die op eenzelfde manier doen als jij, maar ook mensen die anders doen dan jij
27
Aanpak bij pestgedrag De Kanjertraining richt zich op meer dan pesten alleen. Kinderen leren om te gaan met vervelend gedrag van een ander. Kinderen die zich misdragen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid en hun verlangen het goede te doen. De meeste kinderen bedoelen het goed, maar het kan er behoorlijk brutaal uitkomen. Daarin wijkt een kind niet af van veel volwassenen. Als zoiets zich voordoet, dan is het goed dat het kind wordt gecorrigeerd. Omdat leerkrachten (en) ouders niet alles zien, is het van belang dat kinderen zelf ook enige zelfredzaamheid vertonen. Kinderen kunnen best aan elkaar vertellen dat ze last hebben van bepaald gedrag. Omdat kinderen, op een
28
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht enkeling na, niet vervelend willen doen, zijn op dit niveau de meeste problemen op te lossen. In de Kanjertraining wordt expliciet geoefend in rollenspelen hoe je kunt reageren op vervelend gedrag. Dit gebeurt met gedragsrollen met behulp van verschillende petten. Kinderen leren rechtop te staan, de ander aan te kijken en te zeggen: “Ik vind dit vervelend, Wil je ermee stoppen?” Vervolgens lopen ze naar een andere leerling die ze kunnen vertrouwen. Daar gaat de leerling niet zeuren, maar gaat samen met zijn buddy/maatje iets anders doen. Als het op deze manier niet oplost, dan gaat de leerling samen met zijn maatje naar de juf of meester. Tijdens dit rollenspel hebben medeklasgenoten de neiging om te giechelen om het grensoverschrijdend gedrag van de uitdager. Aan deze leerlingen wordt duidelijk gemaakt dat dit giechelgedrag het pestgedrag van de uitdager versterkt. Ze geven als het ware “benzine” aan een vervelend lopend motortje. De leerlingen leren geen voeding (benzine) meer te geven aan vervelend gedrag. Zo oefent niet alleen de gepeste, maar ook de omstander. Op welke manier corrigeert de leerkracht op school? De leerkracht gaat ervan uit dat mensen, dus ook kinderen, elkaar niet dwars willen zitten. Kinderen hebben niet de bedoeling om vervelend te doen. In een conflict wordt daarom gevraagd naar bedoelingen van het kind. “Is het jouw bedoeling om mij zo boos te maken? Is het niet jouw bedoeling? Doe dan anders. Is het wel jouw bedoeling, dan doe je het goed, maar dan heb je nu een probleem, want ik sta niet toe dat jij verder gaat op deze manier.” Aanpak bij bewust wangedrag Het doet zich een enkele keer voor dat een leerling zich wenst te misdragen en/of vindt daartoe het recht te hebben. In dat geval wordt ter plekke contact opgenomen met de ouder(s). Zolang de ouder(s) niet is te bereiken en/of niet op school is verschenen, wordt deze leerling uit de groep geplaatst. De groep wordt beschermd tegen deze leerling. Het gesprek met de ouder wordt oplossingsgericht gevoerd. Als de ouder van mening is dat hun kind zich mag misdragen (bij deze invaller, want die kan geen les geven; ten opzichte van dat kind, want die doet altijd vervelend, heeft een rare moeder… enz.) wordt de leerling uit de klas gehaald. We noemen dit de eerste verwijdering. Tijdens de verwijdering wordt overwogen of deze leerling kan worden teruggeplaatst in de eigen klas. Terugplaatsing is afhankelijk van het idee dat de ouders en de verwijderde leerling erop nahouden. Als de leerling zich niet wil misdragen dan wordt een begeleidingsplan voor gedrag uitgewerkt, waaraan de ouders meewerken en dan kan de leerling kind worden teruggeplaatst. Als dat niet mogelijk is (de ouders en de leerling zijn van mening dat het zich mag misdragen omdat…), dan wordt de leerling minimaal twee groepen hoger in een andere groep geplaatst. Een leerling uit groep 5, komt bijvoorbeeld terecht in groep 7 of 8. Negatief gedrag wordt
29
genegeerd door de leerkracht en de nieuwe groepsgenoten. Op die manier wordt de leerling geholpen zich te houden aan normale gedragsregels. Begrijpt de leerling dat hij zich moet houden aan de gedragsregels van de school, dan kan de leerling worden teruggeplaatst naar de eigen groep. Leerlingen uit groep 7 en 8 komen bij een ambulant persoon of in overleg in een andere beschikbare groep. Een andere mogelijkheid is dat de leerling een nieuwe kans krijgt op de dependance (als dat mogelijk is) of op een school binnen het bestuur waarmee een samenwerkingsverband bestaat. Samengaand met deze maatregelen wordt ouders geadviseerd contact op te nemen met een van de Kanjertrainingspraktijken, Jeugdzorg of andere hulpinstellingen. Het afwijzen van adviezen en het niet mee willen denken van ouders aan een positieve oplossing interpreteert de school als een vorm van pedagogische verwaarlozing, en zal daar melding van doen bij het Algemeen Meldpunt van Kindermishandeling. Het AMK heeft als gangbare regel dat het ingrijpt in een gezin als er meer dan twee meldingen over een gezin zijn binnengekomen. Wanneer na de eerste aanpak het wangedrag zich herhaalt zal de school overgaan tot definitieve verwijdering en zullen de ouders, in samenwerking met school, op zoek moeten gaan naar een andere school. Een voorbeeld van de aanpak staat in bijlage 1. Het goede voorbeeld School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Ook ouders hebben dus de verantwoordelijkheid om een pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen: het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders andermans kind een lesje gaan leren, met het doel de problemen voor het eigen kind op te lossen. Bij problemen van pesten of agressie zullen de leerkrachten, directie en ouders hun verantwoordelijkheid nemen en overleg voeren met elkaar, met het doel een goede oplossing te vinden die ook in de toekomst houdbaar is. Voorbeeldgedrag van leerkrachten en ouders is van groot belang. Er zal minder worden gepest als duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar (fatsoensnormen), waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met verbaal of fysiek geweld worden opgelost. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en leerlingen wordt niet geaccepteerd. Alle betrokkenen nemen duidelijk stelling tegen dergelijke gedragingen. Dossiervorming De misvatting heerst bij verschillende partijen dat schorsing pas mag plaatsvinden na ruime dossiervorming. Dit is niet het geval.
30
Verwijdering zelf is het dossier. Anders gezegd: de aanleiding tot de eerste verwijdering is dossiervorming. Als een kind zich blijft misdragen, en de ouders hebben er geen problemen mee dan volgt een definitieve verwijdering. Het dossier is dan compleet. Argumenten in dossier: 1. School is een leerinstelling. De school beschermt het leerproces tegen kinderen en ouders die het leerproces ernstig belemmeren. 2. School beschermt de leerlingen en de leerkrachten tegen grensoverschrijdend gedrag van een enkele medeleerling en/of een enkele ouder. 3. Een leerkracht kan op deze manier weer gewoon lesgeven, en vervalt niet in de functie van rechercheur (wie is dader en wie is het slachtoffer); aanklager (jij bent de dader); verdediger (van het slachtoffer); rechter en gevangenisbewaarder. Wat u mag verwachten van de leerkrachten op school Voorbeeldgedrag U mag verwachten dat de leerkrachten van de school respectvol omgaan met uw kind en met u als ouder. U mag verwachten dat de leerkrachten onderling respectvol met elkaar omgaan. Zij zijn zich bewust van het gezegde: “een goed voorbeeld doet goed volgen.” U mag verwachten dat de leerkrachten twee gedragstalen weten te spreken. De ene gedragstaal sluit aan op de straatcultuur * (directief: duidelijk, helder en grens stellend), de andere gedragstaal sluit aan op de wereld van wederzijds respect (richt zich op het geven inzicht). Het voorbeeldgedrag van de leerkracht nodigt kinderen uit om over te stappen naar de wereld van wederzijds respect. Doet zich een probleem voor op school, dan mag u van de leerkrachten verwachten dat zij daarmee oplossingsgericht aan de slag gaan. Zeurgerichte of wraak- en haatgerichte reacties vinden geen voedingsbodem bij de leerkrachten. De leerkrachten hebben u nodig om tot een goede oplossing te komen, die goed is voor uw kind, maar ook voor de andere kinderen, hun ouders, de leerkracht, de school en de buurt. *N.B. de leerkracht gedraagt zich niet volgens de normen van de straatcultuur, maar weet dat er heel duidelijk, zonder omhaal van woorden een grens moet worden gesteld aan de mentaliteit van de straat. Geen overleg, geen onderhandeling, niet ingaan op: “Ja…maar!” Voor meer informatie verwijzen wij u naar het Kanjerinformatieboek voor ouders, leerkrachten en pabo-studenten. Correcte reactie van de leerkracht op excuus van kinderen voor hun wangedrag Om leerlingen te helpen hun oplossingsstrategieën te vergoten, zal de leerkracht andere oplossingen aandragen of de leerling hier over na laten denken. Reactie kind: Maar hij/zij daagt mij uit! Juf/meester: Je laat je uitdagen en opjutten. Doe alsof de opjutter een radio is. Je hoort het wel, maar luistert niet.
31
Reactie kind: Ik deed het wel, maar hij/zij vertelde niet dat ik moest stoppen. Juf/meester: Je moet rekening leren houden met gevoelens van een ander. Als iemand niet blij kijkt, dan moet jij je afvragen of het wel leuk is wat jij allemaal doet. Reactie kind: Maar hij/zij deed het ook bij mij. Juf/meester: Natuurlijk hoef jij het niet over je kant te laten gaan. Maar dan ZEG je er iets van. Je gaat niet schelden, zeuren, huilen, roddelen. En gaat het door? Dan haal jij je schouders op en denkt: jammer dan. Je stapt naar je maatje. Wordt het heel erg? Dan stap je naar de juf of meester. En die weten van wanten. Daar mag je op vertrouwen. Reactie kind: Ik deed het wel, maar ik deed het niet alleen. Waarom moet u mij weer hebben? Juf/meester: Ik ben niet van plan om slecht over je te denken. Maar ik ben ook een soort scheidsrechter waar je de discussie niet mee aangaat. Anders gezegd: als je iets doet wat niet helemaal de bedoeling is en ik zie dat, dan ga je daarover met mij niet in discussie. Correcte reactie van de leerkracht op misdragingen van ouders Wij verwachten van kinderen dat zij met respect over elkaar spreken en dus ook van ouders dat zij met respect over elkaars kinderen en opvoeding spreken. Uiteindelijk doen we allemaal ons uiterste best naar eer en vermogen. U spreekt met respect over de leerkrachten die werkzaam zijn op deze school. Zie ook: http://kanjertraining.nl/informatie-voor-ouders/pesten Wat wordt van u als ouder verwacht Het oplossen van conflicten tussen kinderen is zelden een probleem, als op basis van het voorgaande met elkaar wordt overlegd. Van de ouders wordt verwacht dat zij zich aan de volgende vuistregels houden: 1. U oefent zich in zelfbeheersing. Dat betekent dat u het recht niet heeft andermans kind, een andere ouder of een leerkracht verbaal of fysiek te overdonderen/aan te vallen. Het wordt helemaal een drama als u zich misdraagt in aanwezigheid van andere kinderen. 2. U spreekt in positieve zin over andermans opvoeding en andermans kind. Dat doet de school ook over u en uw kind. Kunt u dat niet, dan houdt u uw mond. Meent u toch het recht te hebben kwaad te spreken op basis van vermeend onrecht dat u is aangedaan, dan bent u waarschijnlijk de oorzaak van alle emotionele opwinding. 3. Als u zich zorgen maakt om het welzijn van uw kind, of het welzijn van andermans kind, dan overlegt u met de school. Uitgangspunt daarbij is dat u in gesprek gaat met het doel een oplossing te zoeken die goed is voor u en uw kind, maar ook goed is voor de andere kinderen. De school is hierin uw medestander. 4. Als ouder kent u het verschil tussen overleg waarin zorg wordt gedeeld/een oplossing wordt gezocht, en kwaadsprekerij/achterklap.
32
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht Aanvullend: Als u opvoedt uit angst (= met mijn kind zal het niet goed komen), dan plaatst u uw kind in een zwakke positie. U haalt uw kind hiermee onderuit. Als u corrigeert vanuit gevoelens van ergernis en irritatie, dan zal uw kind zich afgewezen voelen. Laat u zich door angst leiden in uw opvoeding, of door gevoelens van irritatie, dan is de kans aanwezig dat uw kind zelfbeschadigende gedachten zal ontwikkelen en opvattingen zoals: ik ben geen goed kind, mijn moeder/vader is niet trots op mij. In de praktijk A. Kinderen die handelen uit onvermogen, zijn goed te corrigeren als hun ouders goed samenwerken met de leerkrachten. B. Kinderen die handelen uit onvermogen zijn moeilijk te corrigeren als hun ouders dat onvermogen als excuus voor vertoond wangedrag gebruiken. C. Kinderen die zich willen misdragen zijn snel te corrigeren (omdat er geen onvermogen meespeelt) als ouders op dezelfde lijn zitten als de school. D. Kinderen die zich willen misdragen, zijn niet te corrigeren als ouders het een probleem van school vinden. “Val ons niet lastig met gezeur over ons kind. Ons kind mag zijn zoals het is! Tips voor ouders en leerlingen Gedragstips voor ouders Een extra moeilijkheid doet zich voor als ouders van de “niet-pester” van mening zijn dat hun kinderen slachtoffer zijn van de “dader”. Ouders uiten hun ongenoegen op Facebook, op het schoolplein enz. over de dader en eisen dat de school de vermeende slechterik van school verwijdert. Het vraagt uitzonderlijk veel talent van de school in de communicatie met ouders om deze vorm van samenspanning te pareren. Het vergt een specifieke aanpak. We volstaan in dit kader met de verwijzing naar de website waar gedragstips voor ouders worden gegeven (zie http://kanjertraining.nl/informatie-voor-ouders/pesten (uit Basisschool Management, juli 2013, drs. L. Vliek, Kanjertrainer/psycholoog/promovenda. Tips voor ouders 1. Ook mijn kind kan doen als de zwarte, rode of gele pet. Ook mijn kind kan pesten. 2. Ook mijn kind kan worden gepest. 3. Ik neem het probleem serieus. 4. Ik raak niet in paniek. 5. Ik straf niet fysiek en ga niet “uit mijn dak” als ik hoor dat mijn kind vaak doet als de zwarte pet. 6. Ik probeer er achter te komen wat mogelijke oorzaken kunnen zijn van het gedrag van mijn kind. 7. Ik vraag mij af: Voelt mijn kind zich veilig thuis Voelt mijn kind zich veilig op school
33
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Pest mijn kind uit stoerheid of uit gewoonte Pest mijn kind omdat het denkt dat het zo hoort? Pest mijn kind omdat het bij de groep wil horen Welke t.v.-programma’s kijkt mijn kind allemaal? Wat doet mijn kind allemaal op internet? Weet mijn kind wel wat het doet, wat het aanricht? Ik besteed extra aandacht aan mijn kind. Ik corrigeer agressieve buien. Ik stimuleer mijn kind om aan sport te doen of bij een club te gaan. Ik overleg met de school, ik ga niet zelf ingrijpen. Ik bied hulp aan mijn kind. Ik lees boeken over pesten en/of vraag informatie op. Ik schakel eventueel een expert in als ik dat nodig vind of als de school dat aangeeft.
Tips voor de kinderen Spreek met respect over je ouders. Uiteindelijk bepalen jouw ouders wat wel en niet kan. Spreek met respect over je school. Uiteindelijk bepalen de leerkrachten wat wel en niet kan op school. Spreek met respect over je klasgenoten. Beheers jezelf. Blijf fatsoenlijk. Daar kom je het verst mee. Je juf/meester is hiervoor het aanspreekpunt als dit moeilijk voor je is. Spreek met respect over jezelf. Ook jij mag er zijn. Als je daaraan twijfelt, spreek dan met je ouders en/of je juf/meester. Wil ik stoer zijn?... Dan ga ik op vechtsport Wil ik de baas spelen?... Ik vraag een hond Verveel ik me?... Dan verzin ik zelf een leuk plan. Ouders en leerkrachten zijn geen wandelende Efteling. Pest ik omdat ik bang ben zelf gepest te worden?... Dan stop ik daarmee! Op school trainen we dit: Veel leerlingen gaan vervelend met elkaar om. Blijf rustig. Haal je schouders op. Sommige leerlingen zijn gewoon in de war. Maak je niet druk. Jammer dan. Kom je naar gedrag tegen? Zeg en doe dan dit: 1. Wil je ermee stoppen? Ik krijg een naar gevoel van jouw gedrag. Ik vind het vervelend dat je dit (schelden, achterna roepen, slaan enz.) doet. 2. Wil je er niet mee stoppen? Meen je dat? 3. Zoek het uit. Hier heb ik geen zin in. Je haalt je schouders op en gaat iets gezelligs doen. Je blijft rustig, je blijft eigen baas (je laat je niet bepalen door een vervelend persoon) je doet als de witte pet.
34
Respect, veiligheid, zelfstandigheid
4. 5. 6.
Ga weg bij vervelend gedoe. Zoek een maatje, doe iets gezelligs, maakt een kletspraatje met iemand anders. Op die manier kom je meestal van pesters af. Zorg ervoor dat jezelf geen benzine geeft. Ga je reageren dan wordt het alleen maar erger. Stopt het niet? Dan wordt het alleen maar erger.
Weten jij en je maatje geen oplossing dan stap je naar de juf of meester toe. Bijlage 1 Voorbeeld De aanpak wordt hieronder aan de hand van een voorbeeld uitgewerkt. Een jongen wordt dag in dag uit gepest door een vijftal klasgenoten. De leerkracht vraagt aan dit vijftal: ‘Is het jullie bedoeling om deze jongen zo te treiteren dat hij bang wordt en nauwelijks nog naar school durft? “Nee, het is niet mijn bedoeling.” Leerkracht: “Fijn, hoe ga je het nu oplossen met deze jongen?” Een andere leerling zegt echter: “Ja, het is wel mijn bedoeling hem te treiteren, zodat hij bang wordt.” Leerkracht: “Daar ben je dan in geslaagd. Maar het kan niet. Ik geef je bedenktijd. Want ik begrijp nu dat jij de bedoeling hebt om deze leerling te treiteren?” “Ja, dat is mijn bedoeling.” Leerkracht: “Je gaat rustig nadenken over je antwoord. Misschien heb je een bijzondere reden. Misschien vind je het nodig om stoer te doen op dit moment. Na schooltijd kom je even bij me (of blijf even na).” Leerling krijgt bedenktijd. Leerkracht: “Je hebt kunnen nadenken. Wat ben jij van plan hier op school, is het nog steeds jouw bedoeling om deze jongen dwars te zitten? Is daar misschien een reden voor om dat zo op die manier aan te pakken?” Leerling: “Hij is gewoon stom.” Leerkracht: “Wat voor stoms doet hij dan. Kan hij daar iets aan veranderen? Of is het gewoon jouw bedoeling om hem dwars te zitten.” Leerling reageert door te zeggen: “Nee, het is eigenlijk niet mijn bedoeling om te treiteren.” Leerkracht: “Gelukkig. Wat ga jij nu bij jezelf veranderen? En hoe herstel je het verdriet dat je hebt aangericht?” Leerling houdt voet bij stuk. “Ja, het is mijn bedoeling. Want hij is stom.” Leerkracht: “Jammer, ik bel nu je ouders op om te vragen of ze hier willen komen. Dan herhaal je hetgeen je tegen mij zegt, in aanwezigheid van je ouders. Het hangt van het gesprek af met je ouders of je de klas nog in kunt komen.”
Contact opnemen met de ouder(s) van dit kind. Proberen ter plekke telefonisch of door middel van directe afspraak met de ouders te overleggen hoe nu verder te handelen. In contact met de ouders wordt verteld wat het probleem is en wat de bedoeling van hun kind lijkt te zijn. Aan de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd of zij de bedoeling van hun kind ondersteunen. Zolang de ouders niet op school zijn geweest wordt de leerling de toegang tot de klas ontzegd en ergens anders binnen de school geplaatst. Kern van deze laatste aanpak is de banden van deze leerling doorsnijden met de klasgenoten, zodat niet kan worden gemanipuleerd door deze leerling. Reactiemogelijkheid 1 van de ouder “Nee, natuurlijk ondersteunen wij het gedrag van ons kind niet.” Dan wordt een afspraak gemaakt met de ouders met het doel gezamenlijk tot een oplossing te komen, waarin het gedrag van het kind zich niet meer voordoet. Reactiemogelijkheid 2 van de ouder “Ja, u moest eens weten wat een idiote moeder die jongen heeft waar mijn kind het op heeft gemunt.” (=Ik vind het goed wat mijn zoon doet.) Ouders worden duidelijk gemaakt dat deze manier van reageren niet op prijs wordt gesteld. Voorbeeld: Leerkracht: “Begrijp ik hiermee dat u het goed vindt dat uw kind deze jongen zo treitert?” Ouder: “U moest eens weten wat een rare moeder die jongen heeft. En zijn die andere leerlingen soms heilig?” Leerkracht: “Bedoelt u te zeggen dat u het gedrag van uw zoon/dochter goedkeurt?” Ouder: “Nee, dat niet, maar die leerling heeft een heel rare moeder, ik kan u verhalen vertellen, dat wilt u niet weten!” Leerkracht: “Zoals u spreekt lijkt u het gedrag van uw zoon/dochter niet af te keuren. Ik heb u niet uitgenodigd om kwaad te spreken over een moeder. Wat vindt u ervan dat uw kind een andere leerling het even zuur maakt? Het moet hoe dan ook duidelijk zijn dat er geen enkel excuus is voor wangedrag.
Actie die door de leerkracht wordt ondernomen: Contact opnemen binnen de organisatie met een van de volgende personen: Adjunct-directeur, directeur, bouwcoördinator, mentor of ander persoon op school die vanuit de lijn (=hiërarchie) kan ondersteunen en bijstaan.
35
36
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht Dyslexieprotocol Algemeen Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 10% van de basisschool-leerlingen te maken krijgt met lees- en/of spellingproblemen. Bij ongeveer 7% gaat het om ernstige lees- en/of spelling-problemen, maar bij ongeveer 3 % van alle leerlingen in de basisschool gaat het om dyslectische problemen bij lezen en spellen. Het verschil is niet altijd even duidelijk te zien, maar het is er zeker. Dyslexie: Kinderen met dyslexie bouwen een ernstige lees- en/of spellingachterstand op. Dat wil zeggen dat de lees- en/of spellingprestaties van deze kinderen bij herhaling behoren tot de zwakste 10 % op landelijk genormeerde toetsen. Het probleem is hardnekkig, d.w.z. dat extra, planmatige en intensieve didactische maatregelen en de hulp nauwelijks leiden tot een verbetering van de lees/spellingvaardigheid. Als uw kind op school niet mee kan komen met lezen en spellen, kan er sprake zijn van dyslexie. Wij volgen op school dan een stappenplan dat vastgelegd is in ons dyslexieprotocol. De onderstaande fasen komen in het protocol voor: Fase 1: Oriëntatie op dyslexie Fase 2: Melding bij de intern begeleider Fase 3: Eerste gesprek met ouders Fase 4: Uitvoeren extra begeleiding Fase 5: Evaluatie van de begeleiding Fase 6: Nader onderzoek Fase 7: Dyslexie bovenbouw en overgang naar het VO Deze fasen worden hieronder uitgelegd. Fase 1: Oriëntatie op dyslexie Aan de hand van een checklist wordt het kind geobserveerd als er een vermoeden is van dyslexie. Per schooljaar kunnen de kenmerken verschillen. In groep 1 en 2 kunnen dat bijvoorbeeld de volgende elementen zijn: moeite om namen, kleuren, versjes te onthouden geen gevoel voor rijmen geen belangstelling voor letters en woorden, geen zin om eigen naam te leren schrijven algemeen zwak taalniveau In groep 3, 4 en 5 weinig belangstelling voor of zin in lezen, schrijven, taal bij zwakke taalvorderingen wel goede rekenprestaties: rekenbegrip goed, automatiseren en/of tafels tot 10 leren minder goed vergeetachtig (“slordig”) in de klas moeite om het verschil te horen tussen m en n, t en k, b en d herkenning/verwisseling
37
In groep 6, 7 en -
8 geen zin in lezen, geen zin in “boeken” langzaam met schriftelijke verwerking van leerstof zwakke taalvorderingen, rekenen voldoende tot goed, soms mindere prestaties op hoofdrekenen (automatiseren) en tafels vaak een onleesbaar schrift met veel doorhalingen
Voor een dyslexieverklaring moet een kind voldoen aan de onderstaande 5 criteria: 1. Het probleem is hardnekkig, ondanks alle hulp is er geen vooruitgang. 2. Het is soms een onverwacht probleem. Het kind kennende hadden we niet verwacht dat het problemen zou krijgen. 3. Het probleem is behoorlijk ernstig. Er is een achterstand ontstaan van meer dan één jaar. 4. Het probleem is niet verklaarbaar. Er kan een gebrek zijn in precies lezen, op snelheid lezen en spellen. 5. Er is veelal sprake van een automatiseringsprobleem. Fase 2: Melding bij de intern begeleider Als door de bovenstaande gegevens het vermoeden voor dyslexie bestaat, wordt het kind aangemeld bij de intern begeleider en wordt het vermoeden van dyslexie met de ouders besproken. Samen met de IB’ er worden de lees- en spellingsresultaten besproken. Indien nodig wordt er een diagnostisch onderzoek uitgevoerd. Fase 3: Gesprek met ouders Nadat er een verslag is gemaakt van alle bevindingen, wordt er een gesprek met de ouders gepland. In dat gesprek kunnen vermoedens betreffende dyslexie worden uitgesproken / bevestigd. De ouders worden ingelicht over welke acties de school gaat ondernemen en… wanneer die acties ondernomen worden. Fase 4: Uitvoeren extra begeleiding Voor het aanvragen van een eventueel dyslexieonderzoek is de school verplicht langdurig begeleiding te geven. De leerkracht verwerkt deze extra begeleiding in het groepsplan en houdt een logboek hiervan bij. De begeleiding wordt samen met het groepsplan altijd geëvalueerd en bijgesteld. Een dyslexieonderzoek kan pas aangevraagd worden na 16 maanden leesonderwijs. Maar het starten met groepsplan kan reeds in groep 3 plaatsvinden, zodat het onderzoek onmiddellijk na 16 maanden leesonderwijs aangevraagd kan worden. Het dyslexieonderzoek kan worden aangevraagd door ouders bij een externe instantie. Fase 5: Evaluatie van de begeleiding De groepsplannen en het logboek worden geëvalueerd en er vindt een evaluatiemoment plaats met de ouder(s), het kind, de leerkracht en indien nodig de IB’er. Wanneer er onvoldoende vooruitgang is en er sprake is van
38
Respect, veiligheid, zelfstandigheid handelingsverlegenheid vanuit school dan kan de leerling aangemeld worden bij het zorgteam. Fase 6: Nader onderzoek Na een evaluatiemoment kan na overleg met de orthopedagoog van de school (SPON of CED) of na bespreking in het Zorgteam besloten worden dat we gaan aanmelden bij de Leeskliniek of ambulante begeleiding bij het SPON aanvragen of dat er een psychologisch onderzoek wordt afgenomen om te kijken of er een dyslexieverklaring kan worden afgegeven. Dit onderzoek wordt vergoed door de zorgverzekering. Een dergelijk onderzoek vindt plaats als de school of de ouders de noodzaak ervan inzien. Als de school het niet noodzakelijk vindt, dan kunnen de ouders zelf een bureau inschakelen. Fase 7: Dyslexie bovenbouw en overgang naar het VO Voor leerlingen in groep 8 is er een bijzondere regeling. De openbare scholen in Zwijndrecht hebben met de school voor voortgezet openbaar onderwijs afspraken gemaakt. Leerlingen die vermoedelijk dyslectisch zijn, kunnen voorafgaand aan het jaar dat zij naar het VO gaan, aangemeld worden voor een onderzoek. Het onderzoek wordt door de PCL VO verricht.
Praktische informatie van A tot Z Aansprakelijkheid De school is aansprakelijk voor die zaken die zij zelf organiseert. Het bestuur heeft hiervoor een bestuursaansprakelijkheidsverzekering. Overigens geldt altijd dat er in redelijkheid sprake moet zijn van verwijtbaar handelen van de school. De verzekering zal bovendien altijd nagaan of uw eigen verzekering kan worden aangesproken. Bedrijfshulpverlening (BHV) De school beschikt over 7 bedrijfshulpverleners. Tweemaal per jaar wordt er met kinderen en leerkrachten een ontruimingsoefening gehouden. Er wordt een logboek bijgehouden. Hierin worden ongevallen vermeld. Bibliotheek op school Een aantal ouders zet zich per locatie in voor de bibliotheek in samenwerking met de landelijke organisatie De Bibliotheek van A tot Z. De kinderen kunnen dan een boek meenemen om (thuis) te lezen. Om beschadigingen te voorkomen moeten de boeken in een tas meegenomen worden. Boekenwinkel Op School (BOS) locatie Roerdomp In de BOS kunnen kinderen sparen voor de aankoop van boeken. Eén keer in de week is de BOS, die door ouders geleid wordt, geopend. Van de opbrengst gaat 10% naar de school, waar nieuwe boeken voor de school van gekocht worden. Voor de jongste kinderen graag het geld meegeven in een portemonnee voorzien van naam. Brede School Op beide locaties is er sprake van een “Brede School”, waarin wij samenwerken met verschillende instanties. Doordat er meer organisaties onder één dak zitten, kunt u gebruik maken van de kinderopvang voor jongere kinderen of voor, tussen- en naschoolse opvang van uw schoolgaande kind. Deze wordt georganiseerd door SKZ. Op deze manier is de school een vertrouwde omgeving voor uw kind en hoeft u zich niet van de ene plek naar de andere te haasten om uw kinderen op tijd op school of op de opvang te krijgen. Door samenwerking en afstemming van activiteiten tussen onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzaal ontstaan er betere ontwikkelingskansen voor kinderen. Wij besteden aandacht aan het uitvoeren en ontwikkelen van een gezamenlijke pedagogische visie van alle instellingen die betrokken zijn bij de Brede Scholen. Voor ons is “de Brede School” een ontmoetingsplaats voor ouders en kinderen in een vertrouwde omgeving, ook na schooltijd. Het gaat niet alleen om het leren maar ook om invulling van vrije tijd. Er vinden Verlengde schooldagactiviteiten zoals dans, sport, spel, crea- en cognitieve activiteiten voor kinderen.
39
40
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht
Calamiteiten In geval van noodsituaties gaan wij ervan uit, dat de kinderen altijd op school opgevangen kunnen worden. Op beide locaties is een ontruimingsplan aanwezig. Jaarlijks wordt dit ontruimingsplan geoefend. Eigendommen op school Wij verschaffen de kinderen materialen zoals pen, potlood, liniaal en schriften. U wordt verzocht uw kind geen dure materialen mee te geven naar school. Ze kunnen zoek raken of kapot gaan, met alle narigheid van dien. Gebruik van mobiele telefoontjes door kinderen op school kan uitsluitend, in uitzonderlijke gevallen, na overleg met de leerkracht van uw kind. Voor verlies of schade aanvaardt de school geen verantwoordelijkheid en kan dan ook niet aansprakelijk worden gesteld. E-mail adressen Zie jaarkalender / colofon Facebook De school houdt een algemene facebookpagina bij waar u het laatste nieuws kunt volgen. Ook iedere groep heeft een eigen pagina waarin u de activiteiten en het nieuws uit de verschillende groepen kunt volgen. Bij de intake wordt er gevraagd of er foto’s van uw kind op facebook geplaatst mogen worden. Fietsen Aangezien de meeste kinderen dicht bij de school wonen, willen wij het meenemen van fietsen beperken. Het grote aantal klachten over kapotte fietsen, te weinig speelruimte op de speelplaatsen, fietsende kinderen op voetpaden etc. speelt hierbij een rol. De regels m.b.t. het fietsgebruik zijn: 1. De meegebrachte fietsen moeten in de daarvoor bestemde fietsklemmen worden geplaatst. 2. Op de schoolpleinen en aansluitende voetpaden mag niet worden gefietst! 3. Voor verlies of schade aanvaardt de school geen verantwoordelijkheid en kan dan ook niet aansprakelijk worden gesteld. Foto’s Bij diverse feesten worden foto’s gemaakt, die vertoond worden op de website en/of bij de digitale versie van de nieuwsbrief. Goedkeuring voor foto’s op de website: Regelmatig worden er bij evenementen foto’s van de kinderen gemaakt. Indien u niet wilt dat er van uw kind foto’s gemaakt worden, laat ons dit dan weten. Ieder schooljaar komt de schoolfotograaf. Hij maakt van ieder kind een kleurenportretfoto. Van elke groep wordt een groepsfoto gemaakt. U bent niet verplicht de foto's te kopen.
41
Fruit Tijdens de ochtendpauze of na het melk drinken eten de kinderen fruit. Wilt u bij jongere kinderen het fruit zoveel mogelijk geschild of in partjes in een plastic zakje of doosje met naam erop meegeven? Gevonden voorwerpen Deze worden verzameld. Het verdient aanbeveling om (gym)kleding, gymschoenen, kaplaarzen, tassen, broodtrommels e.d. van naam of merkje te voorzien. Godsdienstonderwijs Kinderen uit de groepen 6, 7 en 8 kunnen op vrijwillige basis deelnemen aan godsdienstonderwijs. De lessen worden verzorgd door leerkrachten van de Zwijndrechtse stichting IKOS. Het onderwijs sluit aan bij het karakter van de openbare school, waar ruimte is voor alle overtuigingen. De kinderen maken kennis met de belangrijkste aspecten van het christendom en andere in ons land voorkomende godsdiensten. In de lessen wordt ook ruim aandacht besteed aan wat bij de kinderen leeft en hoe ze dingen ervaren zoals: angst, hoop, ruzie, vriendschap, vreemdelingen in ons land. De bekende godsdienstige feestdagen zoals Kerstmis, Pasen en Pinksteren, maar ook bijvoorbeeld het Suikerfeest en Pesach worden uitgelegd. De kinderen bezoeken, indien mogelijk, kerken, waaronder een protestantse kerk, een Rooms-katholieke kerk en een moskee. Bij de lessen wordt o.a. de methode “ Het verhaal centraal” gebruikt. Het vertellen van verhalen uit de Bijbel en uit andere godsdiensten heeft daarin een belangrijke plaats. De kinderen worden daarbij geholpen de thema’s uit de verhalen te verbinden met de wereld van vandaag. Het godsdienstonderwijs wil vooral bevorderen dat kinderen de manier van leven, denken en geloven van anderen respecteren. Juist dát sluit aan bij de doelstelling van het openbaar onderwijs: “Niet apart maar samen”. Gymnastiek De groepen 1 en 2 maken gebruik van het speellokaal. De kinderen brengen een tas met gymschoenen mee naar school. Wilt u schoenen (voorzien van naam) zonder veters meegeven? De tas met schoenen blijft op school. De groepen 3 t/m 8 maken gebruik van de gymzaal. Kinderen uit deze groepen dienen een gymbroek, shirt of gympak en gymschoenen zonder zwarte zolen mee te nemen op de dag dat ze gym hebben. Tijdens de gymlessen mogen de kinderen geen maillots, zweetbanden, petjes, ringen, kettinkjes, horloges of andere sieraden dragen. Het is verstandig deze spullen op een gymdag thuis te laten. De school kan bij verlies of diefstal niet aansprakelijk gesteld worden. Als uw kind niet kan deelnemen aan de gymles moet een briefje aan de groepsleerkracht of vakleerkracht overhandigd worden met daarop de reden van verzuim. Zonder briefje of mededeling van de ouders neemt ieder kind normaal deel aan de gymnastieklessen. De gymnastiektijden worden bekendgemaakt in het jaaroverzicht.
42
Respect, veiligheid, zelfstandigheid Hoofdluisbeleid Na iedere vakantie controleert één ouder per groep de kinderen op hoofdluis. Indien er tussentijds melding gemaakt wordt van hoofdluis, wordt er direct gecontroleerd. De ouders van het betreffende kind worden bij constatering van hoofdluis op de hoogte gebracht. Dit alles gebeurt uiteraard zo discreet mogelijk en op deze manier houden wij uitbraak van hoofdluis aardig onder controle. Wij zijn blij met de inzet van een aantal bereidwillige ouders die dit voor ons uitvoeren. Internetprotocol Waarom internet? Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs: om informatie te zoeken, contacten te leggen met leerlingen van andere scholen en deskundigen te kunnen raadplegen. De software die in ontwikkeling is verwijst meer en meer naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal. Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer onderdeel van methodes en leergangen. De software bij methodes kan in de toekomst door kinderen ook via Internet benaderd worden.
Samen met de kinderen en de leerkrachten hebben wij een aantal afspraken gemaakt: Geef nooit persoonlijke informatie door op Internet, zoals namen, adressen en telefoonnummers, zonder toestemming van de leerkracht. Vertel het je leraar meteen als je informatie tegenkomt waardoor je je niet prettig voelt of waarvan je weet dat dat niet hoort. Houd je je aan de afspraken, dan is het niet jouw schuld dat je zulke informatie tegenkomt. Leg nooit verdere contacten met iemand zonder toestemming van je leraar. Verstuur bij e-mail berichten nooit foto’s van jezelf of van anderen zonder toestemming van je leraar. Beantwoord nooit e-mail waarbij je je niet prettig voelt of waar dingen in staan waarvan je weet dat dat niet hoort. Het is niet jouw schuld dat je zulke berichten krijgt. Verstuur ook zelf dergelijke mailtjes niet. Spreek van tevoren met je leraar af wat je op internet wilt gaan doen. Alle kinderen volgen cursus veilig internet en leren ook omgaan met de gevaren van sociale media. Afspraken met de leerkrachten Internet wordt gebruikt voor opbouwende educatieve doeleinden. Sites die wij kinderen willen laten gebruiken worden eerst door de leerkracht bekeken. Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen. Er wordt aan de kinderen uitgelegd waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken. De leerkracht draagt zorg voor een omgeving waarin kinderen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is meestal immers niet hun schuld.
43
Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. Informatie die terug te voeren is op leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terechtkomen. Namen in combinatie met foto’s van kinderen worden niet op het net gepubliceerd. In voorkomende gevallen alleen met toestemming van de ouders. Ook voor het publiceren van individuele foto’s wordt eerst toestemming gevraagd. Voor e-mail geldt ook het briefgeheim, maar op grond van hun pedagogische verantwoordelijkheid mogen de leerkrachten e-mail van leerlingen bekijken. Kinderopvang Op beide locaties vindt er kinderopvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar plaats. Daarnaast bestaat de mogelijkheid tot voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse opvang. Indien u hier gebruik van wilt maken, vraag dan naar de informatiefolder met bijbehorend inschrijfformulier of neem contact op met de leidsters van Dribbel, tel. 078-6253470 of Doerak tel. 078-3030130. Meer informatie kunt u vinden op de website www.kinderopvangzwijndrecht.nl Klachtenregeling Overal waar gewerkt wordt, zijn er wel eens misverstanden en worden af en toe fouten gemaakt. Dat is op onze school niet anders. Bespreek uw klacht altijd eerst met de betreffende persoon. Als dit geen bevredigend resultaat geeft, kunt u zich tot de directeur en locatieleider op locatie Duivenvoorde of de locatieleider op locatie Roerdompstraat wenden. Deze zullen in een gesprek met betrokkenen een oplossing proberen te vinden. Als dit niet tot een bevredigend resultaat leidt, kunt u gebruik maken van de klachtenregeling. Deze ligt op school ter inzage. Schoolcontactpersoon Bij ons op school is er een contactpersoon, waar ouders, kinderen en personeel een beroep op kunnen doen als het gaat om problemen zoals bijvoorbeeld ongewenste intimiteiten. De naam van de schoolcontactpersoon staat in het colofon afgedrukt. Het spreekt vanzelf dat elk gesprek vertrouwelijk behandeld wordt. De contactpersoon kan verwijzen naar de vertrouwenspersoon of klachtencommissie. Vertrouwenspersoon Stichting Openbaar Basisonderwijs 3Primair beschikt over een vertrouwenspersoon die functioneert als aanspreekpunt bij klachten voor ouders en kinderen. Mevrouw R. Kruidenier is de vertrouwenspersoon voor stichting 3Primair.. Om de vertrouwenspersoon te bereiken, kunt u contact opnemen met de personeelsfunctionaris van Stichting 3Primair, mevrouw H. Konings. Het contact kan worden opgenomen per email
[email protected] of telefonisch via nummer 0180-750660. De personeels- functionaris zal ervoor zorgen dat de vertrouwenspersoon contact opneemt met de betreffende klager.
44
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht
Rol vertrouwenspersoon De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt en gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. De vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in die hoedanigheid verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd. Over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 Kleding Bij warm weer verwachten wij dat de kinderen correct gekleed op school komen. Een ontbloot bovenlijf is in de groep niet toegestaan. Voor kleuters is het prettig als ze kleding dragen die ze zelf aan en uit kunnen trekken. In de klas worden geen hoofddeksels/zonnebrillen gedragen. Leerplicht en buitengewoon verlof Vanaf de leeftijd van 5 jaar zijn kinderen verplicht een school voor primair onderwijs te volgen. In de wet is vastgelegd, dat 5-jarigen 1 dag per week de school mogen verzuimen, zonder opgaaf van reden. De directeur is bevoegd om per week nog een dag buitengewoon verlof te verlenen, als de ouders hier met opgaaf van reden om vragen. Vanaf de leeftijd van 6 jaar dienen de kinderen iedere dag de school te bezoeken, behoudens in geval van ziekte. De directeur kan buitengewoon verlof verlenen ter gelegenheid van een bepaald feest, jubileum of een begrafenis of bij ernstige ziekte van naaste verwanten. In de wet staat dit allemaal precies omschreven. Verder kan de directeur buitengewoon verlof verlenen voor "andere gewichtige omstandigheden". De vraag is alleen: wat is gewichtig en wie bepaalt dit ? Volgens de leerplichtambtenaar wordt onder gewichtig verstaan “waar je niet zelf voor kiest”. De directeur moet dit beoordelen in overleg met de leerplichtwet en zal bij dat oordeel altijd het schoolbelang van het kind zwaar laten wegen. Bij een aanvraag voor buitengewoon verlof voor meer dan 10 schooldagen is de directeur verplicht de aanvraag aan de leerplichtambtenaar ter goedkeuring voor te leggen. Vakanties dienen opgenomen te worden gedurende de voorgeschreven schoolvakanties. Indien dit door bijzondere omstandigheden niet mogelijk is, dan kunt U zich het best wenden tot de directeur om te kijken of er een wettelijke mogelijkheid bestaat om buitengewoon verlof te verlenen. Voor extra (tweede) vakanties wordt geen toestemming verleend.
45
Ook wordt er geen toestemming verleend voor verlofaanvragen in de eerste twee weken van een schooljaar. Tegen het besluit van een directeur om geen verlof te verlenen kunt u in beroep gaan bij de leerplichtambtenaar of bij de rechtbank. Bij ongeoorloofd verzuim kan een boete worden opgelegd aan de ouders. Ook kan aan de directeur een boete worden opgelegd als hij ten onrechte verlof verleent. Als u alle wettelijke voorschriften met betrekking tot buitengewoon verlof tot Uw beschikking wilt hebben, kunt u dit downloaden op de site www.leerplichtenvoortijdigschoolverlaten.nl Aanvragen dienen zoveel mogelijk tijdig (minimaal 14 dagen van te voren) en schriftelijk te geschieden. U wordt verzocht, in het belang van uw kind en de schoolorganisatie, om van de mogelijkheid tot buitengewoon verlof op verantwoorde wijze gebruik te maken. Schoolverzuim Als uw kind de school verzuimt, dienen wij de reden hiervan te weten. Dit moet door u als ouders/verzorgers (dus geen broertjes of zusjes) worden doorgegeven. In geval van ziekte verwachten wij dat ouders of verzorgers de kinderen op school komen ophalen. Kinderen mogen niet zelfstandig naar huis. Indien het schoolverzuim buiten de wettelijke regels valt dan wordt dit als ongeoorloofd verzuim aangemerkt. Regelmatig te laat komen wordt ook als schoolverzuim gezien. De leerplichtambtenaar wordt hiervan op de hoogte gesteld. Deze kan een onderzoek instellen. Als uw kind de school vaak verzuimt, dan willen we graag in overleg met u bekijken hoe dit verzuim tot een minimum teruggebracht kan worden. Te laat komen wordt aangemerkt als verzuim en valt als zodanig onder de leerplichtwet. Als uw kind zesmaal of vaker te laat komt dan krijgt u van school een brief met de vermelde data en het verzoek hier aandacht aan te schenken. Een afschrift van deze brief dient naar het bureau leerplicht te worden gestuurd. Bij negen maal verzuim wordt er een melding gedaan. Logopedie De GGD heeft de taak om de 5 jarige kinderen éénmalig te screenen op spraak, taal- en stemproblemen. Behandeling gebeurt altijd na overleg met de betreffende ouders. Medicijngebruik Indien uw kind medicijnen gebruikt dient u dit te melden bij de groepsleerkracht en in overleg kan uw kind deze medicijnen ook onder schooltijd gebruiken. In andere gevallen geven wij de kinderen op school geen medicijnen.
46
Respect, veiligheid, zelfstandigheid
Ongevallenverzekering De ouderraden van de openbare scholen hebben voor de leerlingen een ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering dekt schade door ongevallen. De schade moet dan aantoonbaar in relatie staan met activiteiten die door de school zijn georganiseerd. De verzekering dekt schade vanaf een half uur voor schooltijd tot een half uur na schooltijd. Wanneer de school deelneemt aan activiteiten die door derden worden georganiseerd, geldt de aansprakelijkheidsverzekering en de ongevallenverzekering van de school niet. De organisatoren van dergelijke activiteiten dienen zelf een ongevallenverzekering af te sluiten. De school vraagt u daarom steeds aan het begin van het schooljaar te tekenen dat u akkoord gaat met deelname aan activiteiten buiten de school. Ouderraad/ Medezeggenschapsraad Indien u interesse heeft om zitting te nemen in een van de raden, meldt u dan aan bij de directie. Parkeren Voor de veiligheid van al onze kinderen geldt er aan de Duivenvoorde en aan de Roerdompstraat een parkeerverbod. Brengt of haalt u uw kinderen met de auto, zet deze dan in een parkeervak aan de overkant of elders en help uw kind(eren) even met oversteken. De wijkagent bekeurt regelmatig verkeer geparkeerde auto’s. Schoolmelk De kinderen kunnen op school gekoelde melk drinken. Als u uw kind schoolmelk wilt laten drinken, dan is er op school een aanmeldingsformulier verkrijgbaar. Na invulling levert u dit in op school. U krijgt van de Melkunie een acceptgiro thuisgestuurd en zodra deze betaald is, ontvangt de school bericht wanneer uw kind voor het eerst schoolmelk gaat drinken. Op school zijn ook afmeldings- en wijzigingsformulieren verkrijgbaar. In het kader van gezondheidsvoorlichting verschaft de school alleen halfvolle melk. Drinkt uw kind geen melk, bijvoorbeeld in verband met melkallergie, dan kunt u een (goedsluitende) beker van thuis meegeven met een gezonde vruchtendrank. Schrijfgerei Als de kinderen in groep 3 leren schrijven, beginnen zij met een driekantig potlood. Na enige tijd wordt overgegaan op een vulpen. Deze wordt door de school beschikbaar gesteld. Is de vulpen versleten, kapot of zoekgeraakt, dan wordt u verzocht een nieuwe vulpen te kopen. U kunt dit bij de leerkracht doen. Voor sommige kinderen wordt geadviseerd door de leerkracht een Lamy pen aan te schaffen. Vullingen voor de Lamy pen zullen door de ouders zelf moeten worden aangeschaft.
47
Schrijfpedagoge Wij kunnen u extra schrijfhulp voor uw kind aanbieden door de contacten die wij hebben met de schrijfpedagoge Mevrouw A. van Bruggen. In overleg met de leerkracht, IB’er en ouders werkt zij met een specifiek op het kind afgestemd handelingsplan. Wij zijn blij dat wij u op school deze mogelijkheid aan kunnen bieden, maar deze voorziening hoort niet bij het onderwijsleerpakket van een basisschool. Vandaar dat zij u een vergoeding per les in rekening moet brengen.(zie jaarbijlage). Speelgoed De kinderen van groep 1 en 2 mogen op vrijdagmorgen speelgoed mee naar school nemen. De kinderen worden dan in de gelegenheid gesteld met eigen en speelgoed van elkaar te spelen. Wilt u de kinderen geen zwaarden, pistolen, geweren e.d. meegeven? Kinderen die jarig zijn, mogen op de dag dat de verjaardag op school wordt gevierd, speelgoed meebrengen, dat zij voor hun verjaardag gekregen hebben. Op de dag na het sinterklaasfeest mogen alle kinderen speelgoed meebrengen. Alle andere dagen mogen de kinderen geen speelgoed meebrengen, tenzij nadrukkelijk gevraagd aan de leerkracht. Voor verlies of schade aanvaardt de school geen verantwoordelijkheid en kan dan ook niet aansprakelijk worden gesteld. Sponsoring Onze school sluit zich aan bij het beleidsplan sponsoring van 3Primair. Officieel is er sprake van sponsoring vanaf €500, maar hoofdregel bij sponsoring is dat ons onderwijs op geen enkele wijze hiervan afhankelijk mag worden. De beleidsuitgangspunten van het beleidsplan sponsoring van 3Primair vinden hun basis in het Convenant voor Sponsoring, dat de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen en alle landelijke onderwijsorganisaties van besturen, personeel, ouders en leerlingen (24 januari 2002) hebben ondertekend. U kunt informatie hierover verkrijgen bij de school / bestuurskantoor 3Primair. Toelating en verwijdering Hieronder vindt u een samenvatting van de notitie “Toelating en verwijdering in het openbaar onderwijs Zwijndrecht”. De notitie ligt op school ter inzage. Toelating: de aanmelding wordt beoordeeld op basis van: - een gesprek - een onderwijskundig rapport - overgangsprotocol peuterspeelzaal - contact met de instelling die het kind bezoekt de procedure: het bevoegd gezag van de school dient uiterlijk binnen acht weken op een verzoek om toelating te beslissen. Het ingediende aanmeldingsformulier is
48
Ontdekkend, betrokken, oplossingsgericht formeel als zo’n verzoek op te vatten. Uitgaande van een weigering, zijn er twee procedures mogelijk: - de weigering is gebaseerd op de gegevens die de ouders hebben verstrekt. - de weigering is gebaseerd op andere gegevens dan de ouders hebben verstrekt. - de weigering wordt zowel mondeling als schriftelijk aan de ouders bekend gemaakt onder verwijzing naar de weigeringsgronden en de geleverde inspanningsverplichting. Verwijdering: De gronden voor verwijdering zijn: - de school kan niet aan de zorgbehoefte van de leerling voldoen. - ernstig wangedrag van de leerling of de ouder. De procedure: - het voornemen tot verwijdering wordt zowel mondeling als schriftelijk aan de ouder gemeld onder verwijzing naar de gronden zoals gedragsregels en schoolreglement en reeds eerder gemaakte afspraken. - bij de motivatie wordt de mening van de leerkracht, IB’er, directie, team en zo mogelijk de inspectie betrokken. - ouders worden schriftelijk uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek kunnen zij een toelichting geven op het voornemen tot verwijdering. - de school en het bevoegd gezag zoeken aantoonbaar gedurende acht weken naar een alternatief. Indien in de acht weken: - geen school bereid is gevonden de leerling toe te laten, - wel een school gevonden is die de leerling wil toelaten maar de ouders weigeren hun kind daar aan te melden en het bevoegd gezag zich voldoende heeft ingespannen, kan het schoolbestuur definitief tot verwijdering overgaan. Hierbij worden de voorschriften over toelating en weigering in acht genomen. We geven daarbij gemotiveerd aan waarom het belang van de school bij verwijdering uiteindelijk zwaarder heeft gewogen dan het belang van de leerling op de school te blijven. De rechter hecht hier grote waarde aan. Ouders kunnen tegen dergelijk besluit van het bevoegd gezag formeel schriftelijk bezwaar aantekenen op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). Verjaardagen Als een leerling jarig is, maken wij er een gezellige viering van. Natuurlijk mag er getrakteerd worden in de eigen groep. Ook mag het jarige kind met twee kinderen langs de leerkrachten van de andere groepen (waarvan één kind de volgende jarige is). Als er getrakteerd wordt, zien wij graag dat snoep of ander zoetigheid achterwege gelaten wordt. Uiteraard doen ook de leerkrachten mee met verstandig snoepen. Houdt u ook rekening met de kinderen die een bepaald dieet moeten volgen? (Bij de leerkracht vooraf te vragen). Wij verzoeken u geen traktaties mee te geven voor kinderen uit andere groepen. De verjaardag van de leerkracht is altijd een feestdag voor de betreffende groep. De data van de vieringen van de verjaardagen van de leerkrachten vindt u op de schoolkalender.
49
Verlof leerkracht Leerkrachten kunnen naast compensatie (BAPO)verlof ook verlof hebben voor studie en training e.d. Bij compensatie (BAPO)verlof is er een vaste leerkracht aangesteld. In de overige gevallen doen we zoveel mogelijk een beroep op vaste invalkrachten. Vervanging bij ziekte Het vinden van vervanging bij ziekte van leerkrachten in het basisonderwijs kan problematisch zijn. Beleid bij ziekte/vervanging In overleg met vakorganisaties, inspectie en collega’s is het volgende protocol opgesteld, dat op alle scholen wordt toegepast. Als de school een eigen vervanger heeft, dan wordt deze het eerst benaderd. Is er geen vervanger beschikbaar, dan zoekt de school intern naar een oplossing, bijvoorbeeld - parttime leerkracht van eigen of andere school - intern wisselen als dit mogelijk is - ruilen van uren compensatieverlof taakrealisatie, IB’er, indien dit mogelijk is (deze uren mogen in principe niet vervallen) - gymnastiek, handvaardigheid en levensbeschouwelijke uren verschuiven - de groep verdelen over andere groepen voor maximaal 1 dag per week Bieden voorgaande mogelijkheden geen aanvaardbare oplossing, dan de betreffende groep thuis laten volgens de richtlijnen van de rijksinspectie primair onderwijs, met daarbij de volgende afspraken: - in principe niet de eerste dag - alleen in het uiterste geval - ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld - instellen van een “telefoonboom” per groep om in geval van nood de ouders snel te kunnen informeren. De school kan er voor kiezen om bij langdurige ziekte wisselende groepen naar huis te sturen, zodat het aantal vervallen lesuren voor een bepaalde groep niet te groot wordt Voor leerlingen die geen opvang hebben, wordt binnen de school opvang geregeld. De schoolleider dient in principe niet voor vervanging beschikbaar te zijn in zijn ambulante tijd, tenzij er verschuiving van die tijd mogelijk is en zijn geplande werkzaamheden die verschuiving toestaan. Verkeersouder Een verkeersouder is de contactpersoon tussen, school, en derden als het gaat om de verkeersveiligheid van kinderen. Deze ouder is aanspreekpunt en coördinator en werkt samen met andere ouders, het team van de school en verkeersorganisaties Dat wil echter niet zeggen dat de verkeersouder er alleen voor staat en alles zelf moet doen. Uw goede voorbeeld in het verkeer is het belangrijkste voor de veiligheid van uw kind.
50