Amsterdam, november 2014 Aan de ouders/verzorgers van de vierde klas-leerlingen Geachte ouders/verzorgers, Deze maand zijn we begonnen met het maken van de sectorwerkstukken. Een sectorwerkstuk is een belangrijk onderdeel van het examen. De wet schrijft voor dat het sectorwerkstuk als voldoende of goed beoordeeld moet zijn. Als dat niet zo is, dan kan de leerling GEEN diploma halen dit jaar. Het maken van een sectorwerkstuk is zeker niet makkelijk. De leerlingen moeten zelfstandig een onderwerp kiezen, een planning maken, informatie vergaren en deze informatie tot een leesbaar werkstuk omvormen. Het vraagt veel van onze leerlingen. Wij begeleiden ze op twee manieren. Ten eerste begeleidt dhr. Musters, docent Nederlands, alle leerlingen met de planning van het werkstuk en het schrijfproces. Ten tweede begeleidt de vakdocent de inhoud van het werkstuk. De leerlingen worden geacht om zelf de ondersteuning van de vakdocent te vragen. Het werkstuk wordt in principe thuis gemaakt en niet tijdens de les. Vanzelfsprekend kan een leerling in de tussenuren of na schooltijd wel op school eraan werken. De werkstukken worden beoordeeld volgens vaste punten. De beoordeling en de werkwijze van het sectorwerkstuk kunt u vinden in de handleiding die alle leerlingen hebben gehad. De inleverdatum is 2 maart. Voor de leerlingen die het werkstuk op dat moment een onvoldoende beoordeling hebben, is er dan nog de mogelijkheid om de op- en aanmerkingen van de docent te verwerken. De bedoeling daarvan is om dan alsnog een voldoende te scoren. De werkstukken worden op school bewaard, omdat het een officieel examendocument is. Ook na het examen moet de school het werkstuk nog geruime tijd in het examendossier bewaren. Het onderwerp van het werkstuk en de beoordeling voldoende of goed zullen op het werkstuk vermeld worden. Wij hopen u voldoende ingelicht te hebben en zijn altijd bereid om uw vragen hierover te beantwoorden.
De examencommissie
Handleiding sectorwerkstuk 2014-2015
Pagina 1
Inleiding Je gaat dit jaar een sectorwerkstuk maken. In deze handleiding lees je waaraan een sectorwerkstuk moet voldoen en hoe je voorbereid wordt op en begeleid wordt bij het maken van een sectorwerkstuk. Je sectorwerkstuk wordt beoordeeld aan de hand van een lijst met beoordelingscriteria. Alle onderdelen die ontbreken leveren geen punten op. Het is dus belangrijk dat je ervoor zorgt dat je werkstuk aan het eind compleet is. Het onderzoek moet aan een aantal wettelijke eisen voldoen: a) De begeleiders beoordelen niet alleen het product, maar ook het proces (= manier waarop je tot het product gekomen bent). b) Het onderzoek heeft een studielast van 40 klokuren. c) De beoordeling gebeurt aan de hand van een beoordelingsmodel. Dit beoordelingsmodel vind je in deze handleiding. d) Dit werkstuk moet als voldoende of goed beoordeeld worden. Een onvoldoende beoordeling houdt in dat je wél examen kunt doen, maar dat je dan géén diploma kan halen. Je moet dan het werkstuk volgend jaar herkansen.
Handleiding sectorwerkstuk 2014-2015
Pagina 2
Het sectorwerkstuk. Het maken van een sectorwerkstuk bestaat uit een aantal stappen: 1) Het stellen van een onderzoeksvraag. 2) Het maken van goede deelvragen. 3) Het zoeken van goede informatie. 4) Het schrijven van het sectorwerkstuk. 5) Het schrijven van een inleiding en een goede conclusie. 6) Het maken van een goede indeling. 7) Het vormgeven van het sectorwerkstuk. 1) Het stellen van een goede onderzoeksvraag. Je gaat bepalen wat je wilt onderzoeken. Dit doe je samen met de leerkracht. Dit noemen we de onderzoeksvraag. Voorbeelden van onderzoeksvragen zijn: Hoe werken vulkanen? Hoe komen we aan schoon drinkwater? Wat is kernenergie? Wie was Albert Einstein? Hoe komt het dat de banken de schuld van de economische crisis krijgen? Wat gebeurt er als de zon niet meer opkomt?
2) Het maken van goede deelvragen. Bedenk een aantal vragen die met het onderwerp te maken hebben. Maak gebruik van een woordveld of een woordspin. Ook de vijf W-vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom) kunnen je hierbij helpen. Voor de onderzoeksvraag “wat gebeurt e als de zon niet meer opkomt?”, kunnen de deelvragen bv. zijn: Wat is de zon? Hoe groot is de kans dat dit gebeurt? Wat zijn de gevolgen op korte termijn? Wat zijn de gevolgen op lange termijn? Hoe overleef ik de duisternis?
Handleiding sectorwerkstuk 2014-2015
Pagina 3
3) Het zoeken van goede informatie. Je gaat nu bij de deelvragen informatie verzamelen. Daar zijn heel veel verschillende bronnen voor. Hieronder zie je een lijst met informatiebronnen: Internet Encyclopedie Bibliotheek Leerboek Folders Kranten Tijdschriften Kennissen Docenten Video/dvd/televisie Ga alle informatie die je vindt sorteren op deelvraag.
4) Het schrijven van het sectorwerkstuk. Verwek de informatie in een logische volgorde. Zorg ervoor dat je niet alles zomaar overneemt: je moet zelf schrijven! Dus kopiëren van internet is niet de bedoeling! Gebruik: Alinea’s Koppen Tussenkopjes Schrijf één hoofdstuk tegelijk en voeg er meteen de illustraties bij die je nodig hebt. Vraag je altijd af of andere mensen kunnen lezen en begrijpen wat jij schrijft. Grafieken, tabellen, tekeningen, foto’s, schetsen en bouwtekeningen vallen allemaal onder het begrip illustratie.
Handleiding sectorwerkstuk 2014-2015
Pagina 4
5) Het schrijven van een inleiding en een goede conclusie. In een inleiding vertel je waarom je dit onderwerp gekozen hebt. In een conclusie vertel je wat je geleerd hebt (kan een korte samenvatting zijn) of vertel je over andere vragen of oplossingen die je tegengekomen bent of vertel je over de problemen die je tegengekomen bent. Signaalwoorden die bij een conclusie belangrijk zijn, zijn : DUS en DAAROM.
6) Het maken van een goede indeling. Maak: Een inhoudsopgave Een bronvermelding Een titelpagina Een paginanummering
7) Het vormgeven van het sectorwerkstuk. Een goed verzorgd werkstuk is al een goed begin om aan een goede beoordeling te komen. Je werkstuk hoeft geen fraai vormgegeven tijdschrift te zijn, maar het moet er wel netjes uitzien. Denk aan: Papier Lettertype ( dit moet zijn Times New Roman of Verdana, lettergrootte max. 14) Illustraties Duidelijke indeling Titelpagina * Verpakking ** *Op een titelpagina staat: De juiste titel Een illustratie die met het onderwerp te maken heeft Rechtsonder je naam, klas, vak, datum. ** Stop je werkstuk in een mooie map of een net hoesje.
Handleiding sectorwerkstuk 2014-2015
Pagina 5
De werkwijze vanuit school. Begin november start het werk aan het sectorwerkstuk. Je krijgt dan ook het vak te horen waarvoor je het sectorwerkstuk maakt. Als je wilt ruilen van vak, gebeurt dit in overleg met de examencommissie. De uiterste inleverdatum is 2 maart 2015!! Tijdens de lessen Nederlands wordt één uur per week gereserveerd voor het procesmatig begeleiden van het sectorwerkstuk. Dit kan het volgende inhouden: Planning Hoe ziet mijn werkstuk er uit. Worden de deelvragen goed beantwoord? Als je het werkstuk inlevert, dan wordt het nagekeken door de vakdocent. Deze geeft eventueel aanwijzingen voor verbeteringen aan. Deze verbeteringen moeten dan uitgevoerd worden en dan moet het sectorwerkstuk opnieuw ingeleverd worden. Eventueel kan het dan nog een keer teruggegeven worden met aanwijzingen voor verbeteringen. Het doel is om een voldoende beoordeling te krijgen.
Handleiding sectorwerkstuk 2014-2015
Pagina 6
Beoordeling Proces 1 De leerling kan een planning opstellen en weet zich aan deze planning te houden. 2 De leerling weet op gepaste wijze om te gaan met zijn begeleiders en komt afspraken na. 3 De leerling heeft minimaal 2 keer, buiten de verplichte bijeenkomsten, zelf contact gezocht met zijn begeleiders.
0–1-2 0–1-2 0–1-2
Werkstuk 4
Het werkstuk bevat een titelpagina, inhoudsopgave en bronvermeldingen. 5 De leerling heeft één duidelijke hoofdvraag en minimaal vier deelvragen opgesteld. 6 De leerling laat zien dat hij gevonden tekst kan omzetten in een zelfgeschreven tekst. 7 De leerling beantwoordt de deelvragen in voldoende mate. 8 De leerling verwerkt kwalitatief goede informatie over het onderwerp. 9 De leerling heeft een actueel nieuwsitem gebruikt en voegt er een kwalitatief commentaar aan toe. 10 De leerling schrijft een goede inleiding en conclusie. 11 De leerling hanteert het lettertype Times New Roman of Verdana en gebruikt maximaal lettergrootte 14. 12 Het werkstuk ziet er verzorgd uit en is voorzien van passende illustraties
0–1-2 0–1-2 0–1-2 0–1-2 0–1-2 0–1-2 0–1-2 0–1-2 0–1-2
0 = onvoldoende, moet aangevuld/verbeterd worden. 1 = voldoende 2 = goed
Handleiding sectorwerkstuk 2014-2015
Pagina 7
Handleiding sectorwerkstuk 2014-2015
Pagina 8