t n e l a t t e m ) d ( n e w r Ve l a a i r e t a K- m 4-2015 201 r a a j k r e w l a ia Kampmater n bezinnen... Eve
EVEN BEZINNEN …
De goede herder en het kleine lammetje Er was eens een klein schaapje. Dat heette Lammetje. Lammetje woonde in de stal. Daar woonden nog veel meer schapen. Wel honderd. Een grote troep was het. Een grote kudde. Als het nacht was, dan was de deur van de stal dicht. Dan sliepen alle schapen in het warme stro. Maar als het morgen werd, dan kwam de goede Herder. Die deed de deur van de stal open. Hij riep alle schapen bij de naam: ‘Kom Zwartkopje!... Kom Hangoortje!’ Hij zei ook: ‘Kom Lammetje!’ En de schapen kenden de goede Herder wel. Zij kenden zijn stem wel! Ze kwamen allemaal naar buiten. De goede Herder zei: ‘Dicht bij mij blijven hoor!’ Toen gingen ze samen uit. De goede Herder liep voorop. De schapen liepen achter hem aan. Ze gingen langs diepe kuilen en over hoge bergen. En over smalle paadjes. De weg was erg gevaarlijk. Maar de schapen bleven dicht bij de goede Herder en toen ging het wel goed. Ze konden niet verdwalen. De goede Herder wist de weg. En na een poosje kwamen ze op de wei. Op de wei was het zo heerlijk. Daar groeide zo’n lekker gras! De schapen mochten eten zo veel ze wilden. Maar ze mochten niet ver weg lopen. Dan riep de goede Herder ze terug. Hij paste goed op de schapen. Op een keer was Lammetje een beetje afgedwaald. Toen kwam er een boos dier aansluipen. Dat loerde naar Lammetje. Dat wou het kleine schaapje pakken en opeten. Maar de goede Herder zag het wel! En toen kwam hij hard aanlopen. Hij was niet bang voor dat boze dier. Hij joeg het weg met zijn stok. En hij zei: ‘Blijf nu maar heel dicht bij mij, hoor. Bij mij ben je altijd veilig …’ (door Anne de Vries)
Vergeet niet dat je uniek bent Het is waar: je bent maar een klein fragment in het grote geheel. Maar jouw steentje heeft zijn eigen plaats en kleur. Het is waar: je kunt niet veel doen in de wereld. Maar zonder jouw kleine steen is de glans van het mozaïek gebroken. Het is waar: je kunt zelfs het leed van de mensen om jou heen niet ongedaan maken. En toch is de glinstering van jouw kleine mozaïeksteen voor hen voldoende en onvervangbaar. -2-
Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
Je bent als een van die talloze stofdeeltjes die dansen in de stralen van de zon. Je danst in het grote geheel een unieke dans: met jouw eigen, onvervangbare danspassen. Dans je dans, dans mee. Laat het leven in jou dansen. En ervaar dit: je leven is een heerlijke dans in de grote levensdans. Zo is het leven zalig. (Jean-Paul Vermassen uit Dat is pas leven!, Lannoo, Tielt, 2000)
Specialiseer je Specialiseer je in de kunst om in iedereen de goede kant te ontdekken die hij of zij bezit. (Dom Helder Camara) Waarom zou dat niet meer voor jou zijn? Gist te zijn in het deeg. Waarom zou dat niet meer voor jou zijn? Licht te zijn op de berg. Waarom zou dat niet meer voor jou zijn? Zout te zijn dat smaakt geeft. Waarom zou dat niet meer voor jou zijn? Wijnrank te zijn die verbonden blijft met de wijnstok. Waarom zou dat niet meer voor jou zijn? Brood te zijn om anderen van te laten leven. Waarom zou dat niet meer voor jou zijn? Liefde te zijn die niet opgeeft, nooit opgeeft. Waarom zou dat niet meer voor jou zijn? Christen zijn. Waarom zou dat niet meer van deze tijd zijn? (Jean-Paul Vermassen uit Dat is pas leven!, Lannoo, Tielt, 2000) Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
-3-
De armen van Jezus In een klein bergdorpje staat een kerkje met een heel oud Jezusbeeld. Het beeld is lelijk toegetakeld door de jaren en door de oorlog. Het heeft zelfs geen armen meer. Op een dag kwam de koster naar de pastoor met een voorstel. ‘Er is een jonge beeldhouwer in ons dorp komen wonen. Zullen we hem vragen om nieuwe armen te maken voor ons Jezusbeeld?’ De pastoor dacht lang en diep na over het voorstel. Uiteindelijk schudde hij zijn hoofd. ‘Onze Jezus is mooi zoals hij is’, zei hij. ‘Maar ik ga er iets bijschrijven.’ En op de witte muur schreef de pastoor: ‘Jezus heeft geen armen meer, maar hij heeft die van jou!’
Jij rekent op ons Alleen God kan jou het geloof schenken, maar jij kan er getuigenis van afleggen. Alleen God kan hoop geven, maar jij kan vertrouwen op je vrienden. Alleen God kan liefde geven, maar jij kan leren de ander lief te hebben. Alleen God kan vrede brengen, maar jij kan de eenheid bewerken. Alleen God kan kracht geven, maar jij kan een ontmoedigde ondersteunen. Alleen God is de weg, maar jij kan anderen die weg wijzen. Alleen God is licht, maar jij kan het laten schijnen in ieders ogen. Alleen God is het leven, maar jij kan anderen terug levensmoed geven. Alleen God kan doen wat onmogelijk lijkt, maar jij kan doen wat mogelijk is. Alleen God heeft genoeg aan zichzelf, maar Hij rekent liever op jou!
KSJ-KSA-VKSJ bidt Heer, U gaf me … U gaf me, Heer, een hart vol liefde om te beminnen, een mond om te zingen, te lachen en te kussen. U gaf me het leven om te groeien en vreugde uit te stralen. U gaf me ogen om te bewonderen en om de natuur te bekijken, de bloemen en de mensen. U gaf me handen om te helpen, -4-
Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
te werken en te scheppen. En benen ook om tot U te komen. U gaf me bloemen om de wereld op te vrolijken, en regen om hem te doen leven. U gaf me ouders, broers en zussen, vrienden en mensen om van te houden. U gaf me alles wat ik nodig heb, en daarom zeg ik U: ‘Dank U wel, Heer’.
Geef me een zetje, Heer. Soms denk ik: ‘Het is niet meer te doen! Die opdracht kan ik niet aan. Die berg is te hoog, te steil. Die puzzelstukken krijg ik nooit in elkaar. Niets voor mij.’ Studeren. De proefwerken. Een kanjer van een boek (moeten) lezen en bespreken. Een al te moeilijke opdracht. Thuis. Op school. Soms wacht ik op een zetje. Een duw in de rug. Een hand op de schouder. Van om het even wie. Als ik maar weet dat iemand achter me staat. Dan lukt het meestal wel. Sta Jij ook achter mij, God? Ik durf het graag geloven. Mag ik op Jou rekenen? Dankjewel. (Stef Desodt)
Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
-5-
Vacature De Heer van het leven zoekt mensen die de handen uit de mouwen durven steken. Laten we daarvoor bidden: De VDAB deelt mee dat er voor de opbouw van het Rijk van God nog vele vacatures moeten worden ingevuld. Daarom worden dringend gevraagd: Garagisten, die sleutelen aan grote en kleine foutjes. Leerkrachten wiskunde, die alles eerlijk verdelen. Mijnwerkers, die mensen uit de put halen. Duivenmelkers, die vredesduiven kweken. Zakenmensen, die tijd vrijmaken voor hun gezin. Deurwaarders, die alle oorlogstuigen in beslag nemen. Muzikanten, die mensen opvrolijken en hen laten dansen van plezier. Opticiens, die blindheid wegnemen. Kleermakers, die de wereld in een nieuw kleedje steken. Badmeesters, die mensen boven water halen. Wegenbouwers, die eenzamen met eenzamen verbinden. Fietsenmakers, die zorgen dat alles weer op wieltjes loopt. Tolken, die ons vreemdelingen leren verstaan. Slopers, die hinderlijke muren afbreken. Studenten, die zich bekwamen om iets te betekenen in onze samenleving. Portiers, die openheid bewerken. Installateurs, die meer warmte mogelijk maken. Metsers, die woningen bouwen voor daklozen. Priesters en kloosterlingen, die de Blijde Boodschap niet voor zichzelf houden. Soldaten, die de vrede van de ene kant naar de andere schieten. Verpleegkundigen, die niemand alleen laten sterven. Jongeren, die ouderen vertrouwen schenken. Christenen, die daadwerkelijk bewijzen dat Christus niet dood is, maar leeft.
Ik wens je… Sterke schouders om de zorgen van vandaag en morgen te dragen en om de pijn te ondersteunen die je voelt. Alerte oren om de roepstem van je hart te horen en om de noden van je buren te herkennen. Onvermoeibare voeten om je eigen levensweg te stappen en om de mens die je verwacht te bezoeken. -6-
Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
Stralende ogen om het mooie in de schepping te zien en om de Heer in de mens naast je te ontmoeten. Open handen om wat mensen je in vertrouwen bieden te ontvangen en om je eigen overvloed te delen. Een glimlach om je grote en kleine zorgen te relativeren en om wie stil langs de weg blijft zitten aan te moedigen. Een kloppend hart om biddend te danken in de geborgenheid van de Heer; een hart, ruim genoeg voor wie er even wil schuilen.
Zelfstandig Raar. Ik heb niet altijd graag dat men me helpt, dat men me goede raad geeft. ‘Goed bedoeld’, zegt men dan. Het zal wel. Ik wil mijn eigen weg vinden. Het zal me wel lukken. Denk ik. Meer en meer ontdek ik wat ik kan en … niet kan. Mijn zwakke kantjes. Maar daarover spreek ik niet graag. Omwille van die mindere kantjes durft een en ander al eens niet lukken. Dan verlies ik mijn geduld. En mijn gezicht. Dan geef ik het op. Dan ben ik kwaad op mezelf. Niet zelden jaloers op hem of haar bij wie het wel lukt. Op zo’n moment heb ik iemand nodig. Iemand die me inspireert. Me weer op weg zet. Die me de weg naar beter toont. De weg naar de oplossing. Het antwoord.
Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
-7-
Jezus, ik kijk in Jouw richting. Jij begrijpt me. Wijs me de weg naar het vertrouwen. Laat me opnieuw beginnen. Met kracht. Met nieuwe moed. Ga met me mee. Laat me voelen dat ik op zo’n moment niet alleen ben. (Stef Desodt)
NV De Schepping Een verrassend perspectief, een actuele parabel met: God als rentmeester van de mens: de mens als aandeel in een goddelijke holding: NV De Schepping met God als CEO. Gods bedrijf staat op zijn kop, er is sprake van een economische crisis. Hoewel hij constant in elk individu zijn fortuin investeert, lijkt de groei van het hemelse bedrijf te stagneren. God zit met de handen in het haar; waar loopt zijn plan mis en hoe kan hij de crisis in zijn bedrijf oplossen voor het op de fles zou gaan? God besluit een crisismanager aan te stellen om het probleem in NV De Schepping te analyseren en orde op zaken te stellen. Zijn keuze valt op Jezus. Jezus overschouwt de chaos en besluit dat niet een gebrek aan middelen aan de basis ligt van het probleem, als wel een verkeerd gebruik van middelen. Sommigen investeren helemaal niet in hun eigen talenten. Talenten van anderen worden dan weer overgewaardeerd. Het halsstarrig nastreven van andermans overgewaardeerde talenten kan de grote massa aan ondergewaardeerd en dus onaangeboord talent nog maar net compenseren, waardoor de rijkdom in Gods bedrijf nauwelijks groeit. Dat er bovendien steeds meer talenten uit de boot vallen, maakt de malaise compleet: de groeiende massa aan gebreken dreigt het restje overgeëxploiteerde kwaliteiten teniet te gaan doen; een zelfvernietigend mechanisme. Hiervoor had de mens echter al een oplossing gebricoleerd onder volgend devies: “tene quod bene” of “behoud wat goed is”. Hij was er zich echter niet van bewust dat deze filosofie het probleem juist vergrootte. Het bedachte principe lag immers aan de basis van de uitsluiting van talenten die hij niet als “bene” (goed) beschouwde. De ‘bad bank’ van de mens werd er alleen maar groter door. Zelfs God had zijn lesje op dit vlak al geleerd: door de zondvloed had hij dit principe immers met titanische rigueur toegepast. Doch hij had er spijt van. (Gen. 8:20) Jezus als crisismanager had echter een alternatief plan voor ogen. In plaats van het beste te selecteren en de menselijke ‘bad bank’ overboord te gooien, ging hij net -8-
Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
op zoek naar Gods fortuin in het verloren gewaande deel van NV De Schepping. Bij Jezus komen zieken, allochtonen en marginalen wel aan bod. Een klein duwtje in de rug, een miniem teken van vertrouwen volstaat in de meeste gevallen om echt talent tot bloei te laten komen. Deze strategie werpt dan ook zijn vruchten af als ze gedragen wordt door het gehele bedrijf. Iedereen wordt er beter van: diegenen die voordien verstoken waren van talent functioneren opnieuw in Gods bedrijf en de druk op de schouders van diegenen die Gods bedrijf noodgedwongen rechthielden, wordt verlicht. Hoewel Jezus’ plan tot op vandaag een “work in progress” is, zit de taak van de crisismanager zelf er al lang op. Hij liet aan Gods bedrijf een innovatief businessplan na zonder daarvoor overigens een exuberante ontslagpremie op te eisen. (Raf Wollaert)
Bezinning Kom uit je schaduw van middelmatigheid die je kracht vermindert en je geestdrift verbergt. Kom uit je stoel van gemakzucht die je gevangen houdt in eigenbelang en zelfbeklag. Kom uit je huis van beslotenheid die de wereld inperkt, die je uitzicht verduistert. Verken de wereld rondom jou. Breek uit je eigen onwetendheid. Ontworstel je aan de greep van wie jou domineert. Neem je beslissingen zelf. Droom je eigen dromen. Niet die van anderen. Herover je menselijke waardigheid. Sla de handen in mekaar. Verzamel je talenten. Kom naar buiten en maak samen een verhaal van openheid en warmte, vrijheid en licht, solidariteit en vuur. Wees opstandig en maak opstanding mogelijk. Sta op en schitter. Het is Pasen! (Roos Maes)
Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
-9-
Waterdruppel Er was eens, nog niet zo lang geleden, een waterdruppel. Het drupje hing in een grote wolk boven het land, niet zo gek ver van de mooie altijd blauwe zee. Toen het op een dag de veelbelovende reis naar de zee wou maken, sprong het – zonder de andere drupjes erbij te betrekken – vanuit de wolk de droge rivierbedding in. Maar de bedding was droog en in het mulle zand raakte hij niet verder dan enkele centimeters. De altijd blauwe zee bleef een onbereikbaar droombeeld. Ver daarvandaan hadden enkele waterdruppeltjes hetzelfde plan opgevat, ook zij wilden die rustige, vredevolle zee bereiken. Maar zij sprongen helemaal niet overhaast. Zij werkten samen, als vrienden, en wachtten net tot wanneer iedereen van de hele groep druppels bereid was te gaan. Zij spoorden elkaar aan, moedigden elkaar aan. En toen de eerste druppeltjes naar beneden sprongen, volgde de hele groep, want samen wilden ze de zee bereiken ! Samen hebben ze inderdaad die prachtige altijd blauwe zee bereikt. Want toen de druppels samen sprongen, vulde de droge rivierbedding zich tot een kolkende stroom en gesteund door elkaar vloeiden ze recht hun doel tegemoet !
God maakt foto’s God maakt foto’s. Hij maakt er honderden van ons. Hij ontwikkelt ze ’s nachts. Iemand poetst andermans schoenen. Iemand geeft het drinken door. Iemand eet een appel. Iemand geeft hoop. Iemand waakt bij een ander, dag en nacht. Iemand speelt. Iemand bidt. ’s Morgens zijn de foto’s klaar. Elke foto is een verhaal. God glimlacht, de zon komt om zijn mond. - 10 -
Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
Sigrid Beck (11 jaar)
Even bidden … God, Samen op weg gaan, is moeilijk. We zijn allemaal anders. Hebben een eigen karakter, eigen talenten en een eigen wil. En toch is samen gaan de enige weg om onze droom waar te maken naar een nieuwe toekomst waar ruimte is voor elkaar waar vertrouwen en geloof in elkaar ongedwongen kan groeien. Geef ons het lef en de durf om te kiezen voor die weg, Heer. Geef ons de kracht om vol te houden en elkaar te ondersteunen onderweg zodat we samen kunnen groeien als één groep mensen die in Jouw naam onderweg zijn. Amen.
Zalig Zalig de jongeren met idealen: zij bouwen aan de toekomst. Zalig de jongeren die “ja” zeggen tegen het leven: zij zullen het geluk ontdekken. Zalig de jongeren die weerbaar staan tegen tegenslag: zij kunnen het leven aan. Zalig de jongeren die kritiek verdragen: zij zullen hun leven verrijkt zien. Zalig de jongeren die geduld kunnen opbrengen: zij zullen hun doel bereiken. Zalig de jongeren die initiatief durven nemen: zij laten de samenleving niet in slaap vallen. Zalig de jongeren die geen geweld gebruiken: zij bouwen aan de vrede. Zalig de jongeren die onrecht durven aanklagen: zij banen een weg van hoop. Zalig de jongeren die de realiteit durven zien: zij bouwen aan de toekomst.
Jong zijn … Jong zijn betekent kansen grijpen, groeien, Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
- 11 -
kopje-onder gaan en proestend weer boven komen, roeien tegen de stroom op, kwistig zijn met je talenten, geven en blijven geven, onvermoeibaar zijn. Jong zijn is ook: Een eigen mening hebben en ervoor durven uitkomen, niet onderduiken in de groep, de zwakken durven beschermen, geen onrechtvaardigheid dulden, blij zijn met wat je hebt en bent. Het is durven leven met je hart én je verstand, met open ogen en oren, kunnen zien en luisteren, stil worden voor het lied van een vogel of de kleur van een bloem. Jong zijn is een toverwoord, op duizend manieren geschreven: wie jong is, heeft de toekomst. Jong zijn kent dus ook zijn grenzen. Het is zoeken en soms die grenzen durven doorbreken, leven met onzekerheden, elkaar vinden en samen op weg gaan, veel geduld hebben met elkaar en weten dat mensen mensen nodig hebben.
1 Kor. 12, 12-26 Ons lichaam met zijn vele delen vormt één geheel, en alle lichaamsdelen, hoe veel ook, zijn samen één lichaam; zo is het ook met Christus. Want wij allen, Joden en Grieken, slaven en vrijen, zijn in de kracht van een en dezelfde Geest tot één lichaam gedoopt, en allen zijn wij doordrenkt van één Geest. Een lichaam bestaat nu eenmaal niet uit één lichaamsdeel, maar uit vele. Veronderstel dat de voet zegt: ‘Omdat ik geen hand ben, hoor ik niet tot het lichaam’, hoort hij dan niet tot het lichaam? En als het oor zou zeggen: ‘Omdat ik geen oog ben, hoor ik niet tot het lichaam’, hoort het dan niet tot het lichaam? Als het hele lichaam oog was, waar bleef dan het gehoor? Als het helemaal gehoor was, waar bleef dan de reuk? God heeft nu eenmaal de lichaamsdelen elk afzonderlijk hun plaats in het lichaam toegewezen, zoals Hij het gewild heeft. Als zij al- 12 -
Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
lemaal samen één lichaamsdeel vormden, waar bleef dan het lichaam? In feite zijn er echter vele lichaamsdelen, maar is er slechts één lichaam. Het oog kan niet tegen de hand zeggen: ‘Ik heb je niet nodig’, en evenmin het hoofd tegen de voeten: ‘Ik heb jullie niet nodig’. Nog sterker, juist die lichaamsdelen die het zwakst schijnen te zijn, zijn onmisbaar. En die lichaamsdelen die wij beschouwen als minder eerbaar, eren wij des te meer. Onze minder edele delen worden daarom met grotere kiesheid behandeld; de andere delen hebben dat niet nodig. God heeft het lichaam zo samengesteld dat hij aan het mindere meer eer gaf, opdat er in het lichaam geen verdeeldheid zou zijn en de lichaamsdelen eensgezind voor elkaar zouden zorgen. Wanneer één lichaamsdeel lijdt, delen alle andere in het lijden; wordt één lichaamsdeel geëerd, dan delen alle andere in die vreugde.
Evangelie: Johannes 15, 1-17 Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijngaardenier. Als een van mijn ranken geen vrucht draagt, snoeit Hij die weg. En als een rank wel vrucht draagt, snoeit Hij die bij, zodat ze gezuiverd wordt en nog rijkelijker vrucht draagt. Jullie zijn al gezuiverd door het woord dat Ik jullie verkondigd heb. Laten we met elkaar verbonden blijven, jullie en Ik, want zoals een rank geen vrucht kan dragen uit eigen kracht, maar alleen als ze verbonden blijft met de wijnstok, zo kunnen ook jullie geen vrucht dragen als je niet met Mij verbonden blijft. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Alleen wie met Mij verbonden blijft – zoals Ik met hem – draagt rijkelijk vrucht, want los van Mij kunnen jullie niets. Wie niet met Mij verbonden blijft, wordt weggegooid als een wijnrank: ze verdorren, men haalt ze bijeen en gooit ze in het vuur, waar ze verbranden. Als jullie met Mij verbonden blijven en mijn woorden in jullie blijven, vraag dan wat je wilt, en het valt je ten deel. Mijn Vader wordt verheerlijkt wanneer jullie rijkelijk vrucht dragen en jullie je mijn leerlingen betonen. Met de liefde die de Vader Mij heeft toegedragen, heb Ik jullie liefgehad. Blijf in die liefde met Mij verbonden. Als je mijn opdracht ter harte neemt, zul je in liefde met Mij verbonden blijven, zoals ook Ik de opdracht van mijn Vader ter harte heb genomen en met Hem in liefde verbonden blijf. Dit alles heb Ik jullie gezegd om jullie deelgenoot te maken van mijn eigen vreugde, en zo jullie vreugde volkomen te maken. Dit is mijn opdracht: dat jullie elkaar liefhebben met de liefde die Ik jullie heb toegedragen. De grootste liefde die iemand zijn vrienden kan betonen, bestaat hierin dat hij zijn leven geeft voor hen. Mijn vrienden zijn jullie, maar dan moeten jullie ook doen wat Ik jullie opdraag. Voor Mij zijn jullie geen dienstknechten meer: een knecht heeft geen begrip van wat zijn meester doet. Vrienden noem Ik jullie, omdat Ik alles wat Ik van de Vader heb vernomen, aan jullie heb meegedeeld. Niet jullie hebben Mij uitgekozen; nee, Ik heb jullie uitgekozen en Ik heb jullie de taak gegeven erop uit te gaan en vrucht te dragen, vruchten die blijvend zijn. Wat je de Vader ook vraagt in mijn naam, Hij zal het je geven. Dit draag Ik jullie op: dat je elkaar liefhebt. Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
- 13 -
Evangelie: Matteüs 4, 18-22 Toen Jezus eens langs het meer van Galilea liep, zag Hij twee broers – Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas – het net uitwerpen in het meer; want het waren vissers. Hij sprak hen aan: ‘Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken’. Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem. Verderop zag Hij nog twee broers, Jakobus van Zebedeüs en zijn broer Johannes; ze waren in de boot met hun vader Zebedeüs hun netten aan het klaren. Hij riep hen. Meteen lieten ze de boot en hun vader achter en volgden Hem.
Evangelie: Matteüs 25, 14-30 Het is met het koninkrijk van God als met iemand die naar het buitenland ging. Hij riep zijn slaven bij zich en vertrouwde hun zijn bezit toe. Aan de een gaf hij vijf talenten, aan een ander twee en aan een derde één, overeenkomstig ieders bekwaamheid. En hij vertrok naar het buitenland. Degene die de vijf talenten gekregen had, ging er meteen mee handelen en verdiende er nog vijf bij. Zo verdiende ook die er twee gekregen had er nog twee bij. Maar die er één gekregen had, ging een gat in de grond graven en stopte daar het geld van zijn heer in. Na lange tijd kwam de heer van die slaven terug en hield afrekening met hen. Degene die de vijf talenten gekregen had, kwam naar voren met nog vijf talenten en zei: ‘vijf talenten, heer, had u me toevertrouwd. Kijk, ik heb er nog vijf talenten bij verdiend.’ Zijn heer zei tegen hem: ‘Uitstekend, goede en trouwe slaaf, in het kleine ben je betrouwbaar geweest, over veel zal ik je aanstellen. Kom delen in de vreugde van je heer.’ Ook degene die de twee talenten gekregen had, kwam naar voren en zei: ‘Twee talenten, heer, had u me toevertrouwd. Kijk, ik heb er nog twee bijverdiend.’ Zijn heer zei tegen hem: ‘Uitstekend, goede en trouwe slaaf, in het kleine ben je betrouwbaar geweest, over veel zal ik je aanstellen. Kom delen in de vreugde van je heer.’ Ook degene die het ene talent had gekregen, kwam naar voren en zei: ‘Heer, ik heb u leren kennen als een streng man; u oogst waar u niet hebt gezaaid en u haalt binnen waar u niet hebt uitgestrooid. Uit angst heb ik uw talent in de grond gestopt. Kijk, hier hebt u uw eigendom terug.’ Maar zijn heer antwoordde hem: ‘Slechte, lamlendige slaaf, je wist dat ik oogst waar ik niet heb uitgestrooid. Je had dus mijn geld op de bank moeten zetten. Dan had ik het bij mijn komst teruggekregen. Neem hem daarom het talent af en geef het aan hem die de tien talenten heeft. Want aan ieder die heeft, zal gegeven worden en wel overvloedig. Maar aan degene die niet heeft, zal zelfs nog ontnomen worden wat hij heeft. Werp die nutteloze slaaf in de uiterste duisternis.’ Het zal daar een gejammer zijn en een tandengeknars.
- 14 -
Talent ten Top - Jaarthema 2014-2015
NOTA’S