Een jaar vol inspiratie Bezinnen met Landelijke Gilden
Inhoud 1 Bezinnen met je Gilde 5 Voorwoord 7 Advent 13 Kersttijd 19 Lichtmis 23 Veertigdagentijd 29 Goede Week 35 Paastijd 41 Onze – Lieve – Heer Hemelvaart 45 Kruisdagen 47 Pinksteren 51 Maria ten hemelopneming 55 Allerheiligen en Allerzielen 59 Tijd door het jaar
Voorwoord ‘Waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden’ (Mt 18,20) Op de vraag wat een zinvolle bezinning is antwoordde een medewerker van Boerenbond en Landelijk Gilden: “Zinvol bezinnen is tijd krijgen om even tot rust te komen. We stellen ons de vraag wie we kunnen zijn voor de anderen en wat we kunnen betekenen voor elkaar. Het leven is toch meer dan het dagelijkse to do.” Op een treffende wijze wordt hier gezegd waarom het goed is om bij het begin van een vergadering, maar ook op andere momenten, de tijd te nemen of even stil te vallen. De bezinning is niet het eerste agendapunt. Het is een sfeerschepper of beter nog een ruimteschepper. Een tekst, een vraag, een dialoog, een gedicht, een beeld, een lied helpen om de focus te verleggen van het eigen ik, naar de ander en de wereld. De tijd wordt als het ware stilgelegd om innerlijke rust te vinden en op krachten komen. En in de stilte van dit moment, wordt de ruimte geschapen waarin we de ander echt kunnen onthalen en – voor wie hiervoor open staat – Jezus in het midden komt om heel ons doen en laten, ons spreken en ons zwijgen te inspireren. Het boekje dat je in handen hebt is opgebouwd rond de feesten en sterke tijden van het kerkelijk jaar. Het is een verzameling van duidingen, bezinningen en gebeden die kunnen helpen om de goede toon te vinden bij elk samen-zijn. Als rode draad nemen we bijbelcitaten en verhalen uit het evangelie. Deze zijn de bron waaruit christenen al eeuwenlang leven. Ook vandaag blijven deze woorden betekenisvol zowel voor gelovigen als niet gelovigen. Ze gaan steeds weer over basiswaarden die iedere mens nauw aan het hart liggen: respect voor het leven, zorg dragen voor elkaar, solidariteit met iedereen en in het bijzonder met de zwakken. Waar mensen zo met elkaar leven wordt een nieuwe wereld geboren: een wereld waar solidariteit en vrede openbloeien. Is dat niet waarvoor wij, als leden en medewerkers van Boerenbond en Landelijke Gilden, ons blijvend willen inzetten? Martha, Jonathan, Jürgen, Marc en Sam
5
6
Advent Laat uw geest daarom voortdurend paraat zijn, wees waakzaam en vestig al uw hoop op de genade die u ontvangen zult wanneer Jezus Christus zich openbaart (1e Petrusbrief 1,13) Wanneer de dagen opmerkelijk korter worden, de nachten gevoelig langer en er uiteindelijk her en der groene kransen met kaarsen verschijnen dan weten we: het is advent. Tijdens deze vier weken durende aanloopperiode naar Kerstmis kijken de christenen uit naar de geboorte van Jezus. Advent is niet zomaar niets doen en wachten, integendeel, het is paraat staan en actief uitkijken naar Kerstmis. Het gaat over het verlangen naar de komst van God in deze wereld die week na week – kaars na kaars – duidelijker wordt en dichterbij komt. Tijdens deze vier weken maken christenen als het ware hun hart klaar om Hem te ontvangen en opnieuw binnen te laten. Net zoals je je huis of je living wat in orde probeert te krijgen wanneer je bezoek verwacht, is de advent een tijd van ‘opruimen’, een periode waarin gelovigen de tijd nemen om even stil te staan bij het hun eigen leven, hun relatie met God en met de medemens. De advent wordt beleefd als een periode van ‘tijd maken’ en van goede voornemens voor een nieuw begin dat aangekondigd wordt door een beetje wintergroen en elke week een extra kaarsje, op weg naar het licht van Kerstmis.
7
Jesaja 11, 1-10 Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei. De geest van de HEER zal op hem rusten: een geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest van kennis en eerbied voor de HEER. Hij ademt eerbied voor de HEER; zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn, noch grondt hij zijn vonnis op geruchten. Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen. Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen en trouw als een gordel om zijn heupen. Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de HEER vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt. Op die dag zal de telg van Isaï als een vaandel voor alle volken staan. Dan zullen de volken hem zoeken en zijn woonplaats zal schitterend zijn.
8
Help mij waakzaam blijven, God, op elk uur van de dag en elk uur van de nacht. Laat mij de deur van mijn leven wagenwijd voor U open stellen, als ik U mag ontmoeten in het gekwetste hart van een broer of een zus. Schud mij wakker als het oppervlakkige in onze samenleving mij in slaap heeft gesust. Open dan mijn ogen en geef mij de durf mijn leven te delen met armen en kleinen. Misschien dat U met Kerstmis dan ook in mijn hart mens wilt worden. Erwin Roosen
9
Donker in onze dagen, donker in onze nachten. De weg van ons leven, gehuld in duister van niet weten en niet kunnen. Waarheen? Waarvoor? Waarom? Het vragen houdt niet op, de wereld lijkt verdwaald en onze dromen lijken kwijt, de dromen van die mens, de dromen van dat licht waar wij zo naar uitzien. Maar nog steeds blijven mensen bij elkaar om elkaar aan te sporen niet in het donker te blijven. Goede God, help ons, bij ons zoeken naar die droom soms zo ver weg, maar eens ergens weer zichtbaar en heel nabij. Breng Uw licht dichterbij Amen.
10
Als groen dat in de wintertijd aan onze bomen hangen blijft, als zaad dat in de koude grond moet wachten tot de lente komt: zo is het koninkrijk, midden onder ons. Een kind dat klein en ademloos nog sluimert in de moederschoot, totdat het, uit zijn slaap verlost, als mens aan ons gegeven wordt: zo is het koninkrijk, midden onder ons. Een stem die zonder groot geweld gerechtigheid en vrede meldt, de kleinen zullen het verstaan en samen nieuwe wegen gaan: zo is het koninkrijk, midden onder ons. Een naam die ons wordt doorgezegd, Hij die herkend wordt onderweg, die komt en gaat en komen blijft tot in het einde van de tijd: zo is het koninkrijk, midden onder ons.
11
Advent moet een tijd worden die onrustig maakt: het durven zien van zoveel uitsluiting. Het moet een oproep worden om grondig iets te veranderen bij onszelf, bij onze eigen groep en in de grote samenleving. Advent moet een tijd worden om te leren ongeziene mensen zien. Je laten raken door het zwijgen dat over hun bestaan hangt en het je aantrekken. Kerstmis moet een begin worden van een nieuwe manier van leven, waarbij “ Ik zal er zijn voor u” in mensen zichtbaar wordt. Een nieuw begin van een lange weg van ommekeer en solidariteit, van gerechtigheid, van hoop en vertrouwen, van er zijn voor anderen. Zo wordt God mens! Carlos Desoete
12
Kersttijd Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst (Jesaja 9,5) Op 25 december vieren de christenen het grote wonder dat meer dan 2000 jaar geleden, God, die schepper is van hemel en aarde, mens is geworden in Jezus, een klein en weerloos kind. Niet in een voorverwarmd wiegje met flanellen lakentjes, maar in doeken gewikkeld, in een voederbak in een stal, lachte God de wereld toe en werden herders geraakt door Gods vriendelijke blik. Wijzen uit het Oosten volgden een ster en brachten op hun manier hulde aan het pasgeboren kind Jezus. Ze herkenden in Hem een koning, de Vredevorst. Vanaf zijn geboorte was het al duidelijk dat God mens is geworden, niet voor enkelingen, maar voor alle mensen van alle uithoeken van de wereld. In de Kersttijd worden christenen er op bijzondere wijze aan herinnerd dat zij een roeping hebben om zich te blijven inzetten voor de universele vrede. Dit vanuit hun geloof in Jezus, mens geworden God, Vorst van de Vrede.
13
Lucas 1, 1-13 In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de Messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.” En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: ’Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft.’
14
De ster heeft zich niet vergist De ster heeft zich niet vergist, toen zij de meest verre riep om op weg te gaan naar de nabije God. De ster heeft zich niet vergist, toen zij de weg wees in de woestijn, de meest nederige weg, de meest harde ook. De ster heeft zich niet vergist, toen ze stilhield boven het huis van kleine mensen: daar werd een onmetelijke toekomst geboren. Je hart heeft zich niet vergist, als het op weg is gegaan, op zoek naar het onbekende. Je hart heeft zich niet vergist, als het niet toegaf aan een ongeduld zonder hoop. Je hart heeft zich niet vergist, toen het neerboog voor het Kind. Klaus Hemmerle
15
Het wonder van de menswording gebeurt. Niet in een zee van licht niet in straten vol glitter niet in de verblindende veelheid en ver van wie uit is op macht. Maar naamloos, geborgen misschien in het holst van de nacht. Op plaatsen, ontelbaar, waar leven wordt doorgegeven, waar brood van vertrouwen met ieder gedeeld wordt waar niemand te min is waar je als vreemde een thuis vindt waar eenzaamheid wordt geheeld pijn niet vergeten angst niet meer hoeft waar men grootmoedig een stap zet naar vrede. Het kind van de hoop wordt steeds weer geboren uit mensen. God, wat een wonder! naar Kris Gelaude
16
Weet je het nog? Er was toen een man en een vrouw en een kind. En er waren herders en koningen. Een ster wees mensen de weg. Men zegt dat dit alleen maar meer dan 2000 jaar geleden is gebeurd. Maar deze week, toen ik het kribbetje ging versieren zag ik in elk beeldje een mens van nu. Het ging toch over mensen op de vlucht, verloren in asielcentra. Of over mensen die niet geteld, meegeteld worden. En in mijn gedachten zag ik ook de herders van nu die zieke en eenzame mensen gingen bezoeken. Die de warmte van hun genegenheid als een mantel drapeerden rond de eenzaamheid van een ander. Ik zag de koningen die kostbare tijd en aandacht en heel veel liefde gaven. Net zoals toen wierook, mirre en goud werd gedeeld. In elk beeldje van de kribbe herkende ik wel iemand die ik ooit had ontmoet. Mensen met handen en ogen en vooral met een hart. En toen de kribbe mooi stond te pronken wist ik het zeker: ook nu zal Kerstmis weer gebeuren. Even Stilstaan in Het Belang van Limburg, 24-25 december 2008
17
18
Lichtmis Mijn ogen hebben Uw heil aanschouwd dat Gij hebt bereid voor alle volken: Het licht dat voor alle heidenen straalt de glorie van Israël Uw volk. (Lucas 2,30-32). Op 2 februari, Maria lichtmis, viert de Kerk het feest van ‘de opdracht van de Heer’. Hierbij wordt herdacht dat Jezus, zoals alle joodse jongetjes, kort na Zijn geboorte wordt opgedragen aan God, Zijn en onze Vader. Net zoals Jezus op die dag een intrede maakt in de tempel wordt vandaag nog op vele plaatsen een intrede of processie gehouden, meestal met gezegende kaarsen. Deze kaarsen verwijzen naar Christus, het licht van de volkeren – vandaar de naam Lichtmis. Jezus is gekomen om voor alle mensen licht en vrede te zijn. De blijde boodschap die Hij brengt is vreugdevol nieuws (‘evangelie’) voor iedereen. Maria is diegene die dit licht mee in de wereld heeft gebracht. Volgens de joodse gebruiken moest Maria als vrouw een zuiveringsoffer brengen veertig dagen na de geboorte van haar Zoon. Ze krijgt op dit moment tevens te horen dat ze door grote pijn zal moeten gaan, maar dat haar liefde voor haar Zoon en het geloof dat haar leven kenmerkt een lichtend voorbeeld voor vele mensen zal zijn. Net als Kerstmis is ook dit moment een feest van licht, hoop en verlossing.
19
Lucas 2,22-40 Toen de tijd was aangebroken dat Maria en Jozef zich overeenkomstig de wet van Mozes rein moesten laten verklaren, brachten ze Jezus naar Jeruzalem om hem aan de Heer aan te bieden, zoals is voorgeschreven in de wet van de Heer: ‘Elke eerstgeboren zoon moet aan de Heer worden toegewijd.’ Ook wilden ze het offer brengen dat de wet van de Heer voorschrijft: een koppel tortelduiven of twee jonge gewone duiven. Er woonde toen in Jeruzalem een zekere Simeon. Hij was een rechtvaardig en vroom man, die uitzag naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken, en de heilige Geest rustte op hem. Het was hem door de heilige Geest geopenbaard dat hij niet zou sterven voordat hij de Messias van de Heer zou hebben gezien. Gedreven door de Geest kwam hij naar de tempel, en toen Jezus’ ouders hun kind daar binnenbrachten om met hem te doen wat volgens de wet gebruikelijk is, nam hij het in zijn armen en loofde hij God: ‘Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan, zoals u hebt beloofd. Want met eigen ogen heb ik de redding gezien die u bewerkt hebt ten overstaan van alle volken: een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’
20
Maria, Moeder van Jezus, gij weet wat het zeggen wil nieuw leven te ervaren en zich te verheugen over de geboorte van een kind. Uit eigen ondervinding kent U ook de zorgen en de pijn die dit met zich meebrengt. Als moeder van de Heer wilt U moeder zijn van allen, die in Hem geloven en zijn weg willen gaan. Gij, Moeder met het grote hart, draag zorg voor onze kleinen. Laat uw sterke hand rusten op kwetsbare kinderen. Dat het licht van uw Zoon hen mag omstralen en hen behoedt voor alle duister in dit leven. Wees een voorbeeld voor de ouders in de levenskunst van het liefhebben; dan zullen onze kinderen geborgen zijn in de veilige schoot van onze liefde, in het stralende licht van uw goedheid, vandaag en alle dagen. Amen.
21
Dat er licht mag zijn: Licht in onze ogen dat we elkaar zullen zien, zo goed als nieuw. Licht in onze harten: dat wij ruimte scheppen, plaats maken voor velen. Licht in onze gedachten: dat wij komen tot nadenken en eerlijke besluiten. Licht in onze huizen: dat er vriendschap en gastvrijheid zou heersen. Licht in onze omgang: dat we te zien zijn, niet verborgen voor elkaar. Licht op deze plaats: om elkaar bij te lichten, elkander toe te schijnen met geloof in Hem die zegt: “ Ik ben het Licht van de wereld” vandaag en alle andere dagen tot in eeuwigheid. Amen.
22
Veertigdagentijd Streef steeds naar wat goed is voor ieder van u en voor alle mensen. Wees altijd verheugd. Bid zonder ophouden. Dank God voor alles. Dit verlangt God van u in Christus Jezus. (1e brief aan de Thessalonicenzen 5,15-18) Aan het begin van het voorjaar wordt vaak grote schoonmaak gehouden zodat alles er weer piekfijn uitziet wanneer de lente echt aanbreekt. Parallel hiermee, wordt aan de gelovigen ook een tijd aangeboden om wat orde te scheppen. Dit is de Veertigdagentijd die de christenen voorbereidt op Pasen. Op die manier krijgt vasten een positieve betekenis: niet zomaar een aantal dingen verminderen of nalaten te doen, maar aandacht proberen te schenken aan dat wat echt belangrijk is in het leven van een christen. De focus in deze bijzondere tijd is drievoudig. Ten eerste worden christenen uitgenodigd om zich in het gebed met heel hun hart te richten tot God. Een dagelijkse bezinning bij het evangelie of verschillende vasten- of gebedskalenders kunnen hierbij helpen. Een tweede belangrijk aandachtspunt is de naastenliefde. De Kerk, in samenwerking met organisaties zoals Broederlijk Delen, nodigt uit om in deze veertigdagentijd extra aandacht te besteden aan mensen die zorg en hulp nodig hebben. Ten derde is dit een periode waarin extra aandacht wordt gevraagd voor de sacramenten. Al in het vroege christendom en tot op vandaag zijn deze veertig dagen de voorbereidingstijd op het doopsel, de eerste communie en het vormsel. De sacramenten zijn immers de momenten bij uitstek om het paasmysterie te beleven en erin binnen te treden.
23
Mattheüs 4, 1-11 Daarna werd Jezus door de Geest meegevoerd naar de woestijn om door de duivel op de proef gesteld te worden. Nadat hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, had hij grote honger. Nu kwam de beproever naar hem toe en zei: ‘Als u de Zoon van God bent, beveel dan die stenen in broden te veranderen.’ Maar Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.” Vervolgens nam de duivel hem mee naar de heilige stad en zette hem op het hoogste punt van de tempel. Hij zei tegen hem: ‘Als u de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: “Zijn engelen zal hij opdracht geven om u op hun handen te dragen, zodat u uw voet niet zult stoten aan een steen.” Jezus antwoordde: ‘Er staat ook geschreven: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.” De duivel nam hem opnieuw mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij toonde hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht en zei: ‘Dit alles zal ik u geven als u voor mij neervalt en mij aanbidt.’ Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem.” Daarna liet de duivel hem met rust, en meteen kwamen er engelen om voor hem te zorgen.
24
Woestijntijd Neem de tijd ja neem 40 dagen de tijd om jezelf te ontmoeten als een zwerver doorheen de woestijn. Neem de tijd om uit je kwetsbaarheid weer op te staan, kracht te putten aan je Bron rondom jou te kijken en te voelen dat niemand ooit alleen gaat. Neem de tijd ja neem 40 dagen de tijd om oog in oog te staan met wat jou beweegt, en te voelen wat jouw woestijntocht kleur geeft. Neem de tijd, neem gerust de tijd wel 40 dagen lang om te voelen er zit méér in mij licht daagt aan de horizon. naar Antoon Vandeputte
25
Als je voelt dat je vastroest Als je voelt dat je vastroest in een patroon van ieder voor zichzelf en verstrikt raakt in een woestenij van hebben en houden, durf dan de woestijn door: stap voor stap de weg van mensen opnieuw gaan, vragen stellen bij je doen en laten, je heroriënteren met een ander horloge en een ander kompas in de hand, stil houden bij een vergeten bron om je andere ik en die andere mens als tochtgenoot te treffen, verder gaan, met mensen en omwille van mensen, weer mens worden aan elkaar. En zakt de moed in je schoenen, haak dan toch niet af, vrees niet, want bij elke exodus is de Heer met je. Kathleen Boedt
26
Probeer het eens… Probeer het eens: anders om te gaan met je tijd. Tijdrovende dingen afbouwen om tijd vrij te hebben voor wat zolang al bleef liggen. Probeer het eens: anders om te gaan met je geld. Geldopslorpende dingen loslaten om geld vrij te hebben voor wat je meer mens maakt. Probeer het eens: anders om te gaan met God. Godverwensende woorden afbouwen om woorden te spreken die vertrouwen geven. Misschien zal je na 40 dagen een houvast vinden om hiermee verder te gaan. Probeer het toch eens!
Antoon Vandeputte
27
Solidariteit Solidariteit begint waar men zich laat raken door de mens achter de droog opgesomde feiten. Solidariteit begint waar het eigen leven in vraag mag worden gesteld in het licht van die heel andere wereld van de armen. Solidariteit begint waar men opstaat uit de spinsels van excuses en verantwoordingen, om gewoon te doen wat hier en nu al kan. Solidariteit begint waar de kracht als een vonk overslaat van de ene mens op de andere. Dan staat niemand meer alleen! Carlos Desoete
28
Goede Week Vader, in uw handen beveel ik mijn Geest. (Lucas 23,46)
De Goede Week is één van de sterkste en meest intense periodes in het kerkelijk leven van christenen. In deze week voorafgaand aan Pasen worden christenen uitgenodigd om van heel dichtbij de laatste momenten van Jezus’ sterfelijke leven mee te maken. Deze Goede of Heilige week, begint met Palmzondag, Jezus’ intrede in Jeruzalem. Hij wordt onthaald als Koning, maar dan wel één die op een ezel rijdt. Samen met zijn leerlingen viert Jezus’ het joodse paasfeest, dat tegelijkertijd zijn laatste avondmaal wordt: Witte Donderdag. Op deze dag vieren christenen het ontstaan van de eucharistie. Het verhaal van de voetwassing dat overal wordt voorgelezen, herinnert alle gelovigen eraan dat ze geroepen zijn tot dienstbaarheid. Die nacht werd Jezus overgeleverd en de volgende dag, op Goede Vrijdag, ter dood veroordeeld en aan het kruis genageld. Hij sterft en wordt begraven. Stille zaterdag is er niets, enkel stilte en dood. Maar na een korte stilte van één dag, waarop de hele Kerk het lijden en de dood van Christus herdenkt, breekt in de nacht na het waken en bidden het feest van de Verrijzenis aan.
29
Palmzondag
Hij kwam steeds dichter bij de stad. Waar de weg de Olijfberg afgaat begonnen al zijn leerlingen vrolijk en uit volle borst God te prijzen om alle machtige daden die ze hadden gezien. Ze riepen: ‘Gezegend is de koning, die komt in de naam van de Heer! In de hemel vrede, glorie in de hoogste hemel!’ (Lucas 19, 37-38) Hij was maar een man, gedragen door een ezel, eenvoudig en zonder aanzien. Zonder grote parade, zonder rode loper onder de voeten, zonder lijfwachten. Geen speciale veiligheidsmaatregelen, geen agenten, geen afzettingen en geen geblokkeerde wegen. Hij was maar een man gedragen door een ezel, de koning der armen, de Messias van dienst. Zonder troon, zonder triomfantelijke en plechtige ontvangst van de overheid, zonder diplomatieke aanwezigheid. Hij was maar een man gedragen door een ezel, vol aandacht voor de minstbedeelden, vol zorg voor de uitgestotenen en toch in het verzet tegen uitbuiting en onrechtvaardigheid. Hij was maar een man gedragen door een ezel, de zachtste van alle mensen. Hij werd gedragen door een zacht dier, de hardste stad van alle steden binnen. Moeten wij dan ook die Man op de ezel in ons leven niet binnenlaten en ons grondig veranderen als wij Zijn Naam willen dragen?
30
Witte Donderdag
‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb? Jullie noemen Mij meester en Heer, en terecht, want dat ben Ik. Welnu, als Ik, jullie Heer en meester, jullie voeten heb gewassen, dan behoren jullie ook elkaar de voeten te wassen. (Johannes 13, 12-14) Eens, lang geleden is de mens begonnen met zaaien en maaien, met dorsen en malen, en hij bakte het eerste brood om goed van te eten en dan weer verder te gaan. Eens, lang geleden is de mens begonnen met planten en sproeien, met plukken en persen, en hij vulde de eerste beker met wijn, om goed van te drinken en dan weer verder te gaan. Eens, lang geleden is de mens begonnen met zoeken en vinden, met geven en delen, en hij nam het brood en de beker en werd de eerste die zei: brood met anderen gedeeld en wijn voor anderen verschonken om mens van te worden en dan weer met velen verder te gaan. Eens, ooit, nog hoeveel eeuwen kan het duren, zullen we leven, voorgoed en zonder angst, van geven en ontvangen, van aanzien en beminnen, en voor het eerst zullen wij weten, dat liefde is gedeeld en leed vergeten, dat de hemel de aarde is, om zomaar eindeloos verder te gaan!
31
Goede Vrijdag
Toen de centurio die tegenover Hem stond, zag dat Hij op deze manier de geest gaf, zei hij: ‘Inderdaad, die man was de Zoon van God.’ (Marcus 15,39) Heer, onze God, stil zijn we, stil voor U, die de weg van het kruis bent gegaan. Stil ook van verwondering, omdat wij - U volgend opgenomen worden in die gemeenschap van het kruis, betrokken bij het lijden in deze wereld, mede verantwoordelijk voor wat dichtbij en ver weg geschiedt. Op onze schouders kunnen wij dat soms nauwelijks dragen: onze vuile handen willen maar niet schoon. Toch mogen en willen wij die weg - Uw weg - gaan, naar de ander, onze naaste, in de Naam van dé Ander: Uw Naam, Uw kracht, Uw Zoon, Heer onze God. Doe ons zo leven door Uw Geest. Amen. Tiemen Harder
32
Stille Zaterdag
Hij haalde het van het kruis, wikkelde het in linnen en legde Hem in een graf dat in de rotsen was uitgehouwen, en waarin nog niemand lag. (Lucas 23, 53) De stilte weegt nu als een steen na het getimmer en gehamer de leerlingen zo stil bijeen in die bekende bovenkamer ... Is Hij toch dood – is het voorbij? De droom die mensen had gewekt de nieuwe schepping, verse klei – leven vol liefde en respect. Terug naar af – weer naar de boot, en weer gaan vissen op het meer... De hoop is stuk – de Heer is dood – Er is helaas geen ommekeer Jan Coghe
33
34
Paastijd “Wees niet bang. U zoekt Jezus, de man uit Nazareth die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood. (Marcus 16,6) Jezus is verrezen. Dat wordt over de hele wereld gevierd door de gelovige christenen. Jezus is meer dan een mooie herinnering, het kruis meer dan een souvenir. De grote revolutie van het christendom is dat Jezus werkelijk leeft en dat men, waar ook ter wereld met Hem in relatie kan treden. Tweeduizend jaar geleden ging Jezus al weldoende rond in Palestina. Hij genas er zieken en verkondigde een boodschap van hoop aan lijdende mensen en uitgestotenen. Tweeduizend jaar geleden schonk Jezus het leven aan mensen die voor dood werden achtergelaten in de goten van de toenmalige steden. Zijn liefde zonder grenzen, Zijn dienstbare liefde tot het uiterste, liet mensen opstaan uit hun ellende en schonk hen leven in overvloed. Maar in Zijn menselijkheid was Hij beperkt in tijd en ruimte. Hij ontmoette alleen die mensen die Hij op Zijn weg tegenkwam. Toen Hij na Zijn kruisdood uit de doden opstond, werd Hij bereikbaar voor alle mensen waar ook ter wereld en in welke tijd dan ook. Verrijzenis wil zeggen dat Gods liefde zich niet laat begraven in de duisternis. De milde kracht van de liefde laat zich kruisigen, maar buigt niet voor het kwaad. Ze is sterker dan het brute geweld en breekt de macht van de dood. Gods liefde baant zich een weg doorheen tijd en ruimte en is door geen macht te stuiten. Dat is Pasen.
35
Johannes 20, 19-29 Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen. Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’ Een van de twaalf, Tomas (dat betekent ‘tweeling’), was er niet bij toen Jezus kwam. Toen de andere leerlingen hem vertelden: ‘Wij hebben de Heer gezien!’ zei hij: ‘Alleen als ik de wonden van de spijkers in zijn handen zie en met mijn vingers kan voelen, en als ik mijn hand in zijn zij kan leggen, zal ik het geloven.’ Een week later waren de leerlingen weer bij elkaar en Tomas was er nu ook bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan. ‘Ik wens jullie vrede!’ zei hij, en daarna richtte hij zich tot Tomas: ‘Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof.’ Tomas antwoordde: ‘Mijn Heer, mijn God!’ Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’
36
Op weg naar Emmaüs God, onze Vader. Steeds zijn wij ergens onderweg tussen Jeruzalem en Emmaüs, tussen ontmoediging en ontmoeting. Soms lijkt het erop dat alles uit de handen is geslagen. Geef ons dan de moed om de eerste stap te zetten naar nieuwe hoop, het gesprek met goede vrienden aan te gaan, onze teleurstelling wederzijds aan elkaar uit te spreken. Maar inspireer ons telkens ook weer door uw woord, door het Boek van de geschiedenis van mensen die in lijden en onmacht iets van uw levenwekkende aanwezigheid hebben ervaren. Spreek tot ons, verruim onze horizon, wijs ons tekenen van hoop zodat ons hart weer warmte en levenskracht ervaart. Mgr. Paul Schreurs
37
Pasen Het zal zijn als het ontwaken uit een winterslaap de frisheid van een dauwtrip, de ochtendzon tegemoet. Het zal zijn als kiemen in de donkere aarde barsten uit de knop ontvouwen van nieuw groen na ijs en dorre koude. Het zal zijn als een ontwapenende glimlach twee vragende ogen, hoop in woorden, warme nabijheid die je doen opstaan uit wat je verpletterend verlamde. Zo is verrijzen: Christus gaat ons voor in een leven uit de dood. Pasen: nooit te vroeg nooit te laat! Kathleen Boedt
38
Op weg naar Emmaüs Zoals eens op weg naar Emmaüs loop Jij met ons mee de verkeerde richting uit, weg van Jeruzalem. Jij stelt allereerst een vraag: “Waarover lopen jullie zo druk met elkaar te praten?” Wij mogen op verhaal komen en vertellen honderduit, over onze hoop en onze ontgoocheling. Jij luistert. Pas dan vertel Jij, met beelden uit de Schrift, jouw verhaal. De Schrift gaat open, nu toont hij zijn geheim. Ons hart wordt warm, Jij raakt onze diepste menselijke ervaring. Jij dwingt niet en laat ons vrij: Je doet alsof je verder wilt gaan. Blijf bij ons, Jij hebt in ons iets wakker gemaakt. Bij het breken van het brood - in wat Jij doet eerder dan in wat Je zegt – zien we wie Jij bent. ‘Meteen’ keren we terug naar Jeruzalem om te vertellen wat ons ten diepste beroert. Peter Malfiet
39
Pasen en alles is van ongekende kracht doordrongen. De aarde heeft een nieuw gezicht. Het zaad bestorven in de voren, komt wonderbaarlijk aan het licht Zelfs als geen mens het zou geloven, dan zouden bloemen en bomen het nog verkondigen dat zelfs wat ingeslapen is toch onbedwingbaar kan herleven. In al haar kwetsbaarheid mag hoop gekoesterd worden. Omwille van die Ene. Zijn leven was zo onvoorwaardelijk en diep in ons bestaan geworteld dat er geen grafsteen zwaar genoeg kon wegen. Dood is niet sterker dan de liefde. Sta op en durf die weg te gaan. Laat Hem in taal en teken weer herkenbaar worden Kris Gelaude
40
Onze – Lieve – Heer Hemelvaart Houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ (Mattheüs 28, 20) Veertig dagen na Pasen wordt het feest van Onze – Lieve – Heer Hemelvaart gevierd. Op die dag wordt herdacht dat Jezus voor de ogen van zijn leerlingen naar de hemel opsteeg om er eeuwig te leven bij God, van aangezicht tot aangezicht. Dit klinkt vreemd in een tijd waar de rede primeert. Maar de diepere betekenis van dit feest is dat iedere mens uiteindelijk geroepen is om te leven bij God. Daarenboven is het ook een oproep om nu al dag na dag de hemel te openen voor elkaar in het streven naar vrede en gerechtigheid voor alle mensen.
41
Handelingen 1, 9-12 Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhoog geheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen. Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan. Daarop keerden de apostelen van de Olijfberg terug naar Jeruzalem.
42
Heer God, U woont daarboven en wij hier beneden. Dat is een heel verschil. Hier beneden lijkt het vaak alsof U er niet bent. Maar de dag van Uw Hemelvaart herinnert ons eraan dat er een verbinding is tussen de hemel en de aarde. Die verbinding is gelegd door Jezus Christus. Hij kwam naar beneden en Hij is weer teruggekeerd naar boven. Hij is nu bij U en dankzij Hem kunnen wij bij U komen. Geef, God, dat wij daar warm van worden en blij van hart en zegen onze collega’s en alle mensen die aan onze zorg zijn toevertrouwd, zodat we merken dat Jezus bij ons is. Help ons om de band tussen hemel en aarde te mogen voelen en voelbaar maken voor anderen en hoor ons gebed om Jezus’ wil. Amen.
43
Kruisdagen Vanouds werd op de maandag, dinsdag en woensdag voor Onze – Lieve – Heer Hemelvaart gebeden tegen rampen en om zegen over de akkers en de vruchten van de aarde. Eeuwenlang trokken die dagen processies door de velden, waarbij het kruis werd meegedragen. Daarom worden deze dagen traditioneel de Kruisdagen genoemd. Vandaag zijn deze processies eerder zeldzaam. Toch is het nog steeds zinvol om in de dagen Onze – Lieve – Heer Hemelvaart te bidden om zegen over de aarde en de mensen die haar bewerken.
44
Om te danken God, ik dank U voor de vruchtbaarheid van de aarde, voor de zon en de regen, voor het ontkiemde zaad, voor de uitbundige bloesem, voor de overvloedige vrucht. God, ik dank U voor de vruchtbaarheid van de mens, voor de oogst van zijn denken en handelen, voor de kinderen, voor de zegeningen van cultuur en wetenschap voor de welvaart die de zorgen verdrijft. God, ik dank U voor de kiemkracht van uw woord, voor de boodschap van uw profeten, voor het evangelie van uw Zoon, voor de stuwkracht van uw Geest. God, zegen ons met liefde, blijdschap en vrede met goedheid en trouw. God, uw naam zij geprezen in de heerlijkheid van de hemel en in de vruchtbaarheid van de aarde. Amen. Uit: Bidden en bezinnen in de Landelijke Beweging, p.21
45
46
Pinksteren Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft. (Brief aan de Galaten 5, 22-23) De Paastijd wordt na vijftig dagen afgesloten door Pinksteren. Christenen vieren dan dat de Heilige Geest is neergedaald over de vrienden van Jezus. Daarna zijn de apostelen niet meer tegen te houden en overal verkondigen ze enthousiast dat Jezus leeft. Pinksteren is het feest dat christenen eraan herinnert om niet lauw te zijn, maar geestdriftig. Juist omdat ze Jezus kennen en geloven dat Hij hen ontzettend graag ziet, zijn ze geroepen om hun spreken en hun handelen te laten inspireren door Jezus’ boodschap en zo ook nu het evangelie in de wereld te verspreiden.
47
Handelingen 2, 1-11 Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven. In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’
48
Geest van opstandigheid Kom in ons midden, Geest van opstandigheid, die ons de moed schenkt om in te gaan tegen alles wat kleineert, tegen alles wat het uitzicht ontneemt, tegen alles wat misbruikt en schendt, tegen alles wat onvrede brengt. Kom in ons midden, Geest van opstandigheid, die ons de kracht geeft om mee te werken aan alles wat gerechtigheid bouwt, aan alles wat tranen droogt, aan alles wat leven bevordert, aan alles wat strijdt tegen de dood. Kom in ons midden, Geest van opstandigheid, die ons leert geloven in alles waar liefde woont, in alles wat kloven overbrugt, in alles wat verzoening brengt, in alles wat Christus de mensen heeft geboden. Alfred C. Bronswijk
49
50
Maria ten hemelopneming Mijn hart juicht om God, mijn redder: hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen. (Lucas 1, 47-48) Maria is als een moeder bij wie veel mensen in alle omstandigheden terecht kunnen. Zij is ook de modelchristen bij uitstek. Door haar leven toont Maria wat christen-zijn eigenlijk is, namelijk leven in de dynamiek van Gods liefde. De roeping van iedere christen is die om lief te hebben. Dit is geen voorwaarde om in de hemel te komen, maar het antwoord op de onvoorwaardelijke liefde waarmee God zelf iedere mens bemint. Wie zich openstelt voor Gods liefde, gaat zelf verlangen om lief te hebben en om dienstbaar te worden. Dat dit geen eenvoudige weg is, heeft ook Maria zelf ervaren. Ze stootte tegen muren van onbegrip, onmacht en agressie. Ze stootte tegen de muur van de dood. Maar ook daar onder het kruis van haar eigen zoon is ze blijven geloven in de liefde, sterker dan de dood. Steeds weer vond ze de vrijheid om lief te hebben en zo de hemel te openen voor de mensen rondom haar. En op het einde van haar aardse leven werd voor haar de hemel geopend en werd ze opgenomen in de schoot van God die Liefde is. Ook hierin is Maria het model voor iedere christen. Op 15 augustus is het feest van Maria ten Hemelopneming. Maria, de moeder van Jezus krijgt op het einde van haar leven de hemel cadeau.
51
Johannes 2, 1-5 Op de derde dag was er een bruiloft in Kana, in Galilea. De moeder van Jezus was er, en ook Jezus en zijn leerlingen waren op de bruiloft uitgenodigd. Toen de wijn bijna op was, zei de moeder van Jezus tegen hem: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ ‘Wat wilt u van me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’ Daarop sprak zijn moeder de bedienden aan: ‘Doe maar wat hij jullie zegt, wat het ook is.’
52
Stil en onopvallend, vind je haar toch overal terug. In kerken en kapellen, op hoeken van straten, verkleurd door regen en wind, in huiskamers, oud of modern: Maria, de vrouw zo menselijk nabij. Een jonge vrouw uit Galilea, Met een leven getekend door het lijden van haar Zoon. Maria, een vrouw waarin elke moeder zich kan herkennen. Zij stond onder het kruis van Jezus op een moment dat de leerlingen er allemaal vandoor waren. Tegenwoordig spreekt men niet veel meer over haar. Zij past in haar eenvoud niet meer in onze tijd. Haar beeld is uit vele huiskamers verdwenen, en toch blijft haar leven van pijn en diep geloof een uitnodiging tot inzet en inkeer. Bij haar komen mensen met zorgen en verdriet, bij haar worden mensen opnieuw eenvoudig. Haar beeld zal mensen blijven troosten en wegen laten vinden naar elkaar en naar God. Een mens als wij is zij geweest: Maria, met angst en tranen in de ogen, met onzekerheid en niet goed weten wat allemaal. Een mens als wij is zij geweest, staande en levend tussen de mensen, met vreugde om kleine dingen. Een mens zoals wij, maar haar geloof was sterker dan ons geloof, en haar vertrouwen groter dan het onze. Langs Maria, deze buitengewone vrouw, willen wij dichter bij Jezus en Zijn evangelische boodschap komen.
53
54
Allerheiligen en Allerzielen ‘Als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. (Johannes 12, 24) Tijdens de eerste novemberdagen schrijden ontelbare mensen, beladen met chrysanten, over de kerkhoven, waar de doodse stilte plaats ruimt voor het onafgebroken kraken van grint en het gefluister van bekenden die elkaar terug zien. Hier en daar wellen tranen op bij het graf van een geliefde die onlangs of al jaren geleden is gestorven. Als je van iemand houdt, is het altijd te vroeg om afscheid te nemen. Doorheen de pijn die zich beweegt als eb en vloed, vertrouwen christenen erop dat de dood geen definitief vaarwel is, maar een “adieu”. Christenen geloven dat zij die gestorven zijn leven bij God. Heilig zijn, is leven in de nabijheid van God. Dit is de weg van Jezus gaan die gezegd heeft: “Heb elkaar lief”. Deze weg is niet voorbehouden voor een select clubje maar is er voor alle mensen. Alle christenen zijn geroepen om te leven in de nabijheid van God, en te stappen in het voetspoor van Jezus. Dat is de voor iedereen haalbare heiligheid die wordt gevierd en herdacht op Allerheiligen en Allerzielen.
55
Mattheüs 5, 1-12 Toen hij de mensenmassa zag, ging hij de berg op. Daar ging hij zitten met zijn leerlingen om zich heen. Hij nam het woord en onderrichtte hen: ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel.’
56
Om nooit te vergeten Enkele mensen, niet zeer velen spreken je zo diep aan dat hun herinnering je bijblijft in lengte van jaren. Het was een ontmoeting, kortstondig en onverwacht of een van vele jaren in samenleven en samenwerken. Hun onbevangen openheid, hun eerlijk medevoelen -of was het hun levensblijheid?kan je maar niet vergeten. Valeer Deschacht
57
Heilig zijn Niet zoveel is er nodig om gelukkig te zijn en licht in de ogen te dragen: een paar mensen nabij, en een plek waar men brood en wat vriendschap mag vragen. Niet zoveel is er nodig om gelukkig te zijn en hoop in het hart te dragen: een paar woorden van troost een paar woorden van trouw een bloem, een lief kind en wat warmte voor koude dagen. Niet zoveel is er nodig om gelukkig te zijn en met blijdschap naar morgen te kijken, een weg te gaan, God mag weten waarheen: Hij is lief en begaan, met ons lot als géén één. Hij bewaart onze droom als geheim in zijn hand, en geneest alle pijn in dat andere land dat de hemel zal zijn. Niet zoveel is er nodig om heilig te zijn.
58
Tijd door het jaar Jezus uit Nazaret zalfde met heilige Geest en kracht; Hij trok weldoende rond. (Handelingen 10,38) In het leven is het niet elke dag feest. Er moet gewerkt en geleefd worden met elkaar. Doorheen het alledaagse zijn christenen geroepen om alles wat ze doen en zeggen te laten kleuren door het evangelie en de levenswijze van Jezus.
59
Dankbaarheid Ik dank U Heer, niet omdat ik geleerd heb U dat te zeggen, niet omdat mijn hart me dit woord ingeeft, niet omdat het geloof me zegt, dat U Liefde bent, en niet eens alleen omdat U voor mij bent gestorven. Ik dank U Heer, omdat U in mijn leven kwam, meer dan de lucht in mijn longen, meer dan het bloed in mijn aderen. U kwam binnen, waar niemand komen kon, toen niemand me kon helpen en telkens wanneer niemand me kon troosten. Ik dank U Heer, omdat U vele jaren met mij geleefd hebt en ik heb geleefd van u. Ik dronk Uw Woord en merkte het niet. Ik heb me ermee gevoed, gesterkt, me weer opgericht. Toch was ik onwetend zoals het kind dat drinkt van de moeder, en haar nog niet kan noemen bij die mooie naam. Laat me voor de tijd die nog blijft U dankbaar kunnen zijn voor deze liefde waarmee u me overladen hebt, en die me gedwongen heeft te zeggen: “Ik hou van U.” Chiara Lubich
60
Ik leef nu Is er antwoord op onze vragen? Hoe begin je als mens te vermoeden dat het leven zinvol is, de moeite waard? Misschien is het belangrijkste, altijd weer opnieuw, echt bewust te leven, te zien, toe te zien, dieper te zien naar wat achter de dingen steekt, in de mensen leeft. ‘Maar ik zie de tekens en die zeggen mij genoeg…’ (…) Ik herinner me nog die eerste keer dat ik besefte: ik leef nu. Ik was een tijdje ziek geweest. Op een morgen kwam de lentezon door de gordijnen priemen. Ik ervaarde nieuw leven. Ineens drong het tot me door: ‘ik leef nu’: drie kleine woordjes, maar welk een wonder. Paul Schruers in Mensen van de Weg, p.15
61
God, wat ben je groot God, wat ben je groot! Je bent in de adem van de wind. Je bent in het water van de zee en van elke bron. Jij laat de regen vallen en het gras groeien voor de dieren. Jij laat tarwe, druiven en fruit rijp worden voor de mensen. Jij hebt de zon en de maan gemaakt, dag en nacht, en de aarde is vol van jouw grote daden. Jouw adem schept nieuw leven. Ik wil voor jou zingen, mijn God, heel mijn leven lang. Jij bent voor mij een bron van vreugde. Ik hoop dat er geen slechte mensen meer zullen zijn op aarde. Gezegend ben Jij, God, mijn ziel, alleluja! Erwin Roosen
62
Tijd Ik eis tijd op. Ik wil mezelf niet voorbij hollen. Ik wil niet leven in een feuilleton van elke week snel een andere aflevering. Ik wil tijd krijgen om te groeien en te kiezen. Ik wil stokken steken in dolgedraaide wielen. Ik eis tijd op voor al de lotgenoten die er te weinig krijgen om echt te leven: tijd om te lachen, tijd om te wenen, tijd om te beminnen, tijd om te troosten, tijd om te zaaien en tijd om te oogsten, tijd om in vrede te leven, tijd om de angst te vergeten, tijd voor kinderen om te groeien en te spelen, tijd om te zingen en te strijden, tijd om te vergeven en te vieren, om zo samen mens te zijn. Naar Prediker 3, 1-15
63
Laat ons mensen zijn met ogen die niet alleen kijken maar ook kunnen aanzien, met oren, die niet alleen horen maar ook kunnen luisteren, met een mond die niet alleen praat maar ook kan aanspreken, met een verstand dat niet alleen begrijpt maar ook kan verstaan, met voeten die niet alleen draven maar ook tegemoet kunnen komen met handen die niet alleen grijpen maar zich ook kunnen openen, met een hart dat niet alleen klopt, maar ook bewogen kan zijn Laat ons mensen zijn in wiens samenwerken iets van God herkenbaar wordt. Amen. Naar: W.R. van der Zee
64