Vertrouwen in het kunst- en cultuurbeleid Een tussentijdse evaluatie van onderdelen van de cultuurnota ‘Graft-De Rijp, vol van cultuur en historie!’
In opdracht van de gemeente Graft-De Rijp
PRIMO nh, juni 2006
Colofon
Purmerend, juni 2006 Dit is een uitgave van PRIMO Noord-Holland © PRIMO nh 2006 Overname of openbaarmaking van (gedeelten van) deze uitgave is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van PRIMO nh. Projectleider en eindrapportage: Drs. Peter de Boer Interviews: Marianne Baltjes
PRIMO nh Emmakade 4 1441 ET Purmerend Telefoon: 0299 418 700 Fax: 0299 418 799 e-mail:
[email protected] internet: www.primo-nh.nl
1
INHOUD 1. Inleiding 1.1.Opdracht 1.2. Methode en sleutelpersonen
3 3 4
2. Beoordeling van de resultaten van cultuurbeleid 2.1. Algemene beoordeling van het cultuurbeleid in Graft-de Rijp 2.2. Cultuureducatie en –participatie van jongeren en ouderen 2.2.1. Cultuureducatie 2.2.2. Extra aandacht voor het cultureel erfgoed ` 2.2.3. Verbreding cultuurbereik jongeren en ouderen 2.2.4. Verbreding cultuurbereik via ontwikkeling cultureel centrum 2.3. Knelpunten 2.3.1. Accommodatie en kwaliteit van accommodaties 2.3.2. Gebrek aan financiële middelen 2.3.3. De spanning tussen cultuurparticipatie en toerisme 2.3.4. De positie van de muziekschool
5 5 5 5 6 6 7 7 7 7 8 8
3. Conclusies en aanbevelingen 3.1. Faciliteren en regie voeren 3.2. Aanbevelingen
9 9 10
Bijlage 1, Interview handleiding
11
2
1. Inleiding De gemeente Graft-De Rijp heeft in de nota ‘Graft-De Rijp, vol van cultuur en historie!’ een samenhangend cultuurbeleid gepresenteerd. Deze cultuurnota is met actieve betrokkenheid van (culturele) instellingen en het verenigingsleven tot stand gekomen. De betrokken partijen zijn georganiseerd in het Cultureel Platform Graft-De Rijp. De centrale visie in de cultuurnota leidt tot vijf speerpunten voor beleid, die vervolgens zijn uitgewerkt in vijf projecten. Het eerste speerpunt is het versterken van het cultureel bewustzijn door het vergroten van het publieksbereik en de actieve participatie aan kunst en cultuur. Doel is het bestaande kunst- en cultuuraanbod te behouden en waar mogelijk kwalitatief te versterken, verbreden of vernieuwen. Bij het vergroten van het cultuurbereik is de aandacht in het bijzonder gericht op de doelgroepen van jongeren en ouderen. De vijf projecten zijn: * samenwerking tussen culturele organisaties; * verbreding en vernieuwing van het cultuuraanbod; * cultuureducatie en – participatie van jongeren; * cultuur(-historie) en toerisme; * promotie van Graft-De Rijp als culturele gemeente. Het particulier initiatief is ook bij de uitvoering van de projecten nadrukkelijk betrokken. De gemeente Graft-De Rijp heeft behoefte aan een evaluatie van het cultuurbeleid en heeft PRIMO nh gevraagd hierover te adviseren. Een aantal varianten van beleidsevaluatie is daarbij besproken. Gekozen is voor een beleidsevaluatie die bijdraagt aan een (nog) betere uitvoering van de nota in de resterende planperiode (totaal vijf jaar). Een evaluatie in de zin van een beoordeling van de inzet van het particulier initiatief of de rechtmatigheid van subsidie-uitgaven is hier dus niet aan de orde. Het gaat er wel om de effectiviteit van de uitvoering te verbeteren aan de hand van de ervaring die inmiddels is opgedaan. Vanuit dat perspectief staat het gezamenlijk leren centraal, met het oog op een mogelijke verbetering van de aanpak in de resterende planperiode. ‘Gezamenlijk’ staat hier voor alle betrokken partijen die bij de uitvoering een sleutelrol vervullen, onder regie van de gemeente. Met het oog op het leereffect is de evaluatie van het cultuurbeleid in het bijzonder gericht op het eerste speerpunt zoals dat is geconcretiseerd in project 3: Cultuureducatie en – participatie van jongeren en ouderen. Bij de uitvoering zijn diverse partijen betrokken en de gemeente is hier projecteigenaar. Bovendien gaat het hier om bundeling van bestaande en extra financiële middelen. 1.1 OPDRACHT De opdracht behelst een evaluatie in de vorm van een kwalitatieve analyse van project 3 uit de cultuurnota. Dit project is gericht op de ‘Cultuureducatie en –participatie van jongeren en ouderen’. Bij de evaluatie van dit project gaat het om het opmaken van een tussenbalans. De evaluatie biedt de gemeente en het particulier initiatief de mogelijkheid lering te trekken uit de ervaring die inmiddels is opgedaan ten dienste van een (nog) betere uitvoering van het cultuurbeleid in de resterende planperiode. PRIMO nh hanteert hierbij de methode van diepte-interviews met sleutelfiguren uit de kring van belanghebbenden, aangevuld met een documentenanalyse met betrekking tot het gemeentelijk cultuurbeleid.
3
1.2. METHODE EN SLEUTELPERSONEN Gekozen is voor een aantal diepte-interviews met sleutelfiguren uit de kring van de betrokken partners bij het gemeentelijk cultuurbeleid in het algemeen en het eerder genoemde project in het bijzonder. De gemeente heeft de sleutelpersonen aangeschreven met het verzoek hun medewerking te verlenen. Zonder uitzondering was men daartoe bereid. De volgende personen zijn geïnterviewd: - de manager van de openbare bibliotheek; - de conservator van het museum “In ‘t Houten Huys”; - de voormalig voorzitter van de muziekschool en lid van het Cultureel Platform; - de jongerenwerkster van Graft-de Rijp; - de secretaris van stichting De Groene Zwaan; - de voorzitter van het Cultureel Platform; - de directeur van een basisschool; - twee vertegenwoordigers uit de kring van betrokken burgers. De gesprekken zijn gevoerd aan de hand van een interview handleiding (zie bijlage I)
4
2. Beoordeling van de resultaten van cultuurbeleid 2.1. Algemene beoordeling van het cultuurbeleid in Graft-De Rijp Alle respondenten beoordelen het beleid dat met de cultuurnota is ingezet als zeer positief en het algemene oordeel is dat de cultuureducatie en – participatie van jongeren en ouderen is toegenomen. Het Cultureel Platform heeft volgens het overgrote deel van de respondenten de voorwaarden gecreëerd voor samenwerking en afstemming. Via het platform weet men van elkaar wat men doet. Het feit dat de burgemeester participeert, geeft extra status aan het platform. Eén respondent merkt daarbij wel op, dat het gezamenlijk organiseren van nieuwe activiteiten nog moeizaam loopt; iedereen heeft het druk namelijk met z’n eigen activiteiten. De uitwisseling van activiteiten leidt er wel toe dat andere deelnemers op een idee worden gebracht en dat activiteiten elkaar gaan versterken. Een afwijkende opvatting is dat het Cultureel Platform inhoudsloos is en geen betekenis heeft, afgezien van de meerwaarde van een gemeenschappelijke Uit-agenda. “Iedereen op het dorp kent elkaar toch al”. In verschillende toonaarden is er waardering voor het gemeentelijk beleid, zeker vergeleken met dat van andere gemeenten. Verschillende respondenten benadrukken het belang van continuering van - financiële - ondersteuning van de gemeente. Voor een aantal respondenten is de gemeente vooral zichtbaar in de belangrijke rol van de burgemeester en van de verantwoordelijke ambtenaar. Sommige respondenten maken zich zorgen over bezuinigingen die ten koste zullen gaan van het ambitieniveau van de gemeente.
2.2. Cultuureducatie en –participatie van jongeren en ouderen Naast een beoordeling van het algemene beleid, is bij de interviews met name stilgestaan bij een evaluatie van project 3, Cultuureducatie en -participatie van jongeren en ouderen. Centraal doel is dat in vijf jaar (vanaf 2004) een groter deel van de bevolking meer in contact zal komen met cultuur, zowel actief als passief. Voor jongeren zou dat moeten resulteren in toename van de deelname aan culturele activiteiten met 5% per jaar. Dit project zoals het omschreven is in de cultuurnota riep voor respondenten weinig herkenning op. In dit verband merkte een respondent op dat de ondervonden steun van de gemeente pas na het lezen van de cultuurnota beter was te plaatsen. De opvattingen en ervaringen van respondenten over de ontwikkeling die heeft plaatsgevonden ten aanzien van de cultuureducatie en – participatie van jongeren en ouderen, komen in de volgende subparagrafen aan de orde. 2.2.1. Cultuureducatie Drie van de vier scholen nemen deel aan het project cultuureducatie. De scholen hebben een visie en missie ontwikkeld en op school vinden meer culturele activiteiten plaats. De projecten vormen nu een cyclus, met activiteiten gericht op onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Nieuw is een tentoonstellingsruimte in school. Het bovenschoolse cultuurprogramma in samenwerking met het Steunpunt Kunstzinnige vorming (SKV), het museum en het museaal historisch perspectief is eveneens van de grond gekomen. De driehoek scholen, museum en bibliotheek heeft een vaste basis gekregen. Er is een verbinding gekomen tussen de activiteiten van het SKV en bovenschoolse projecten waaraan de gemeente - financiële - steun verleent via het provinciaal Actieplan Cultuurbereik. Een voorbeeld in dit verband is het project rond het 350 jarig bestaan van de Grote Kerk, met aandacht voor theater, muziek en cultureel erfgoed. Volgens opgave van de scholen hebben ongeveer 800 kinderen hieraan deelgenomen. In 2006 kreeg de activiteit 5
een vervolg met het thema geschiedenis en sport en spel. Voor september 2007 zijn opnieuw activiteiten gepland. De scholen hebben ook samengewerkt met Kunst op Kamers; 4 kunstenaars hebben gastlessen gegeven op de scholen. Bij de samenwerking op het gebied van de cultuureducatie en – participatie, beperken de scholen zich in principe tot projecten die ook een binnenschools karakter hebben. Reclame maken voor buitenschoolse activiteiten van derden, bijvoorbeeld het museum, doen de scholen liever niet. Uitzonderingen bevestigen blijkbaar de regel. De scholen waren volgens een respondent bijvoorbeeld wel bereid aandacht te besteden aan het voornemen van Cartouche, om een kindervoorstelling met Frank Groothof te organiseren. 2.2.2. Extra aandacht voor het cultureel erfgoed Het aantal bezoekers van het museum is in 2005 met ruim 450 gegroeid tot 7158 (zie ook paragraaf 2.2.3). Mondjesmaat komen er nu ook buitenlandse toeristen, mede door de PR en de combinatie-arrangementen met fort Spijkerboor. Ook de jaarlijkse tentoonstelling van het museum, over een bedrijf of een persoon uit de omgeving, wordt met name door ouderen zeer gewaardeerd. De betrokkenheid van 50-plussers bij de organisatie van deze activiteit is eveneens groot. De museumnacht, een samenwerking van De Groene Zwaan met het museum, de Grote Kerk, de bibliotheek, de gemeente, horeca en vrijwilligers is een succes geworden. Activiteiten op onverwachte locaties, zoals een lichtshow in de kerk en een lezing over de walvisvaart in het jongerencentrum, bevorderen bovendien dat ouderen op plekken komen van jongeren en vice versa. Ouderen zijn ook actief betrokken bij de Oudheidkundige Vereniging en bij de stichting tot behoud van de Zerkenvloer in Graft. 2.2.3. Verbreding cultuurbereik jongeren en ouderen De zomerspelen voor de jeugd van 6-16 jaar hebben zich onder invloed van het cultuurbeleid sterk ontwikkeld. Het ‘timmerdorp’ is van een eendaags gebeuren uitgegroeid naar een activiteit die een hele week duurt. In 2005 is een Art Party georganiseerd met een graffiti workshop, tijdelijke tatoeages, een tentoonstelling, een expositie van een amateurkunstenaar en een DJ. Aan de zomerspelen gaat een intensieve voorbereiding vooraf. De Groene Zwaan, de Popschool, kanovereniging De Argonauten, de bibliotheek en de gemeente zijn hierbij betrokken. Bij de zomerspelen en via het jongerenwerk is zowel het aantal activiteiten als het aantal deelnemers in 2005 sterk toegenomen. Het aantal deelnemers is gestegen van 31 jongeren in 2004 tot 326 in 2005. De activiteiten voor 2006 zijn opnieuw verbreed. Het museum trok 282 jeugdige bezoekers in 2004 en 1034 in 2005. Het museum organiseert drie keer in het jaar een kindermiddag, een tentoonstelling met een activiteit met aandacht voor het cultureel erfgoed. Het museum maakt ook leskisten die naar de scholen gaan. De stijging van het aantal deelnemende jongeren in 2005 hangt onder meer samen met het project De Jarige Kerk, dat samen met de scholen werd georganiseerd. Het eerder genoemde streven van een groei van 5% per jaar van de deelname van jongeren aan culturele uitingen is met deze aantallen glansrijk overtroffen. De bibliotheek heeft voor de groep ouderen een aanbod van lezingen en workshops. In de zomervakantieweek organiseert de bibliotheek een dinsdagmiddagprogramma in samenspel met het jongerenwerk. De reeks concerten in de Grote Kerk, georganiseerd door Cartouche, wordt breed gewaardeerd. Via deze concerten is men er in geslaagd jonge Rijper kunstenaars te verbinden met een breed publiek. Cartouche heeft het netwerk verder verbreed met Holland Music Sessions, die toegang heeft tot muzikaal talent uit heel Europa. De kerk in de Rijp krijgt een podiumfunctie voor deze talenten. Uit de kring van de betrokken burgers komt naar voren, dat het aanbod goed aansluit op de behoeften van ouderen. De praktijk laat echter ook zien, dat er meer factoren een rol spelen
6
bij het bereik van ouderen. Filmavonden in de Groene Zwaan zijn bijvoorbeeld ook voor ouderen toegankelijk, maar er gaan vooral mensen van middelbare leeftijd naar toe. 2.2.4. Verbreding cultuurbereik via ontwikkeling cultureel centrum De Groene Zwaan organiseert culturele activiteiten, waaronder de jazzclub, het literair café en het filmhuis, waaraan met name bezoekers uit de leeftijdscategorie van 25-40 deelnemen. Het gemiddelde aantal bezoekers is 25 en vertoont een stijgende lijn. Het gewenste aantal is 80 bezoekers. Recent is een nieuwe aanvraag voor cabaret gedaan, om een breed publiek te bereiken op de zaterdagavond. Het Actieplan Cultuurbereik heeft duidelijk een aanjaagfunctie voor culturele activiteiten. Cultuurparticipatie van jongeren krijgt eveneens vorm in en vanuit de Groene Zwaan, zoals in de samenwerkingsprojecten rond de zomerspelen en de museumnacht. In De Groene Zwaan is de vrijdagavond bestemd voor jongeren. Door samenwerking met Popschool de Rijp behoort ook het spelen van popmuziek tot het aanbod, zowel privé als met een band. De potentiële doelgroep wordt door een respondent ingeschat op 120 jongeren en daarvan komen er 35 naar de jongerensoos in de Groene Zwaan. Deelname van de jeugd van 12-16 jaar aan culturele activiteiten blijft volgens een aantal respondenten een probleem. De uitdaging is om verschillende groepen te bereiken en te voorkomen dat in- en uitsluitingsmechanismen een drempel opwerpen voor andere groepen. De Groene Zwaan had het imago van ‘jongerenhonk’ voor alternatieve jongeren (alto’s) of voor ‘buitenstaanders’. Een aantal respondenten neemt nadrukkelijk afstand van de mening van sommige bewoners, die De Groene Zwaan uitsluitend in verband brengen met blowen en drugs. Men is positief over de ontwikkeling die in gang is gezet. De beeldvorming als jongerenhonk is wel een belemmering om uit te groeien tot cultureel centrum. Via activiteiten zoals het Kunst- en Cultuurweekend werkt men aan imagoverbetering. Aan het programma nemen verschillende kunstenaars deel (veejays, deejays, fotografen, tekenaars en dichters).
2.3 Knelpunten 2.3.1. Accommodatie en kwaliteit van accommodaties Verschillende opmerkingen gaan over huidige en nieuwe accommodaties en er is enige bezorgdheid over de kwaliteit van accommodaties. Het historische pand van De Groene Zwaan, een voormalige Lutherse kerk, verkeert in zeer slechte staat. Het bestuur spant zich in om fondsen te werven om het pand ook het aanzien te kunnen geven van een cultureel centrum voor een breed publiek. Over de betekenis van de bestaande accommodaties voor het cultuurbeleid zijn er verschillende opvattingen. Sommige respondenten zijn van mening dat de Groene Zwaan beter betrokken moet worden bij de cultuurstatus van het dorp en zijn functie moet verbreden naar een cultureel centrum met professioneel beheer. Andere respondenten zijn voorstander van de realisatie van een multifunctionele accommodatie (MFA). De voorstanders van investeringen in de huidige accommodaties van De Groene Zwaan en het ‘Rijper Huis’, zien het belang van een MFA niet. Zowel voor- als tegenstanders van een MFA zijn het over eens dat de historische panden, zoals De Groene Zwaan, het ‘Rijperhuis’ en De Witte Ezel behouden moeten worden. Eén respondent constateert dat de Doopsgezinde kerk minder toegankelijk is voor exposities. 2.3.2. Gebrek aan financiële middelen Verschillende respondenten noemen het geldgebrek als een belangrijk obstakel bij het vergroten van het publieksbereik en de actieve participatie aan kunst en cultuur. Men zou graag de kwaliteit van het aanbod willen verbeteren (bijvoorbeeld door aanschaf van professionele apparatuur en extra middelen voor activiteiten). Financiële problemen waren er ook de oorzaak van, dat ‘Kunst op kamers’ vorig jaar niet door is gegaan.
7
2.3.3. De spanning tussen cultuurparticipatie en toerisme Er is een aantal opmerkingen gemaakt over de verhouding tussen toerisme en cultuur en over de kwestie of bepaalde activiteiten primair bedoeld zijn voor de eigen inwoners of voor buitenstaanders. De verschillende posities die men hierbij in neemt, hangen samen met: - de vrees dat het aantrekken van toeristen ten koste gaat van het culturele aspect of de cultuurhistorische waarden van het dorp. als voorbeeld is het Midwinterfeest genoemd, dat volgens een respondent te veel het karakter krijgt van toeristische promotie. Vanuit deze optiek zou het dorp zou met markten en toegangspoorten historisch gezien een verkeerd aanzien krijgen. Een aantal respondenten is van mening dat bepaalde activiteiten zoals de museumnacht en het Midwinterfeest primair voor de eigen inwoners zijn bestemd. - dat men het als doel ziet het toerisme te promoten, uit commerciële overwegingen of om alle waardevolle culturele uitingen en de cultuurhistorische waarden met anderen te delen (Een genoemd knelpunt in dit verband is, dat het museum weinig publiek trekt via hotel de Rijper Eilanden; het museum zit niet in het dagprogramma). - dat men het imago van aantrekkelijk kunstenaarsdorp wil uitdragen en dat de keerzijde in de vorm van overlast hiermee onlosmakelijk verbonden (‘veel motoren en wielrenners’ en intensief gebruik van de horeca). Het merendeel van de respondenten is de laatste mening toegedaan. De zorg uit de kring van betrokken burgers is, dat bij sommige activiteiten de functie van publiekstrekker ten koste zal gaan van het historisch aanzien van Graft-De Rijp. 2.3.4. De positie van de muziekschool De ondersteuning van de muziekschool liet volgens sommige respondenten te wensen over. Door een zakelijker beleid van de muziekschool is de verhouding van de muziekschool met de gemeente inmiddels wel verbeterd.
8
3. Conclusies en aanbevelingen In deze paragraaf maken we kort de balans op en in het kader van de cultuurnota een tussenbalans. De neerslag van ervaringen biedt verschillende aanknopingspunten om lering uit te trekken voor de resterende planperiode. Na de belangrijkste conclusies, volgen in dit hoofdstuk een aantal beleidsaanbevelingen. 3.1. Faciliteren en regie voeren Alle respondenten beoordelen het beleid dat met de cultuurnota is ingezet als positief. Voor wat betreft de gestelde doelen is het algemene beeld dat de uitvoering op schema ligt. Exacte cijfers over deelnemersaantallen over meerdere jaren en in verschillende leeftijdscategorieën zijn niet voor alle activiteiten beschikbaar (zie in dit verband ook de aanbevelingen). Het unanieme oordeel van respondenten is echter, dat zowel het publieksbereik als de actieve participatie aan kunst en cultuur is toegenomen. Dit komt overeen met het beeld dat naar voren komt uit kwantitatieve gegevens die wel beschikbaar zijn. Het bezoekersaantal van het museum is in 2005 met ruim 450 bezoekers gestegen tot 7158. Het aantal jeugdige bezoekers steeg met 752 tot 1034 in 2005. De deelnemersaantallen van jongeren aan de zomerspelen en het jongerenwerk lieten eveneens een forse groei zien. Hieruit blijkt dat de doelstelling om een stijging van het aantal deelnemers met 5% per jaar glansrijk is overtroffen. Zowel het aantal activiteiten als het aantal deelnemers zijn sterk toegenomen. De samenwerking van scholen, museum en bibliotheek heeft een vaste basis gekregen. Aan het gezamenlijke project ‘De jarige kerk’ hebben ongeveer 800 kinderen deelgenomen. De basisscholen kijken wel of activiteiten in het onderwijsprogramma passen. Promotie van uitsluitend buitenschoolse activiteiten doen de scholen liever niet. Bij samenwerkingsprojecten is dat een gegeven om rekening mee te houden. Voor respondenten is het duidelijk dat de gemeente de cultuurparticipatie stimuleert en faciliteert. Vanuit welke projecten dat beleid precies vorm krijgt en gevoed wordt, was voor respondenten niet direct duidelijk. In die zin kon men met vragen over project 3, Cultuureducatie en –participatie van jongeren en ouderen’ moeilijk uit de voeten. Dat neemt niet weg, dat het wel resulteert in wat men van het gemeentelijk beleid verwacht: het faciliteren van het particulier initiatief bij het vergroten van het cultuurbereik. Er is enige bezorgdheid over de kwaliteit van accommodaties en er zijn verschillende opvattingen over de betekenis van de bestaande accommodaties voor het cultuurbeleid. Sommige respondenten vinden dat de Groene Zwaan zijn functie moet verbreden naar een cultureel centrum met professioneel beheer. Andere respondenten zijn voorstander van de realisatie van een multifunctionele accommodatie (MFA). Voor- en tegenstanders van een MFA zijn het over eens dat de historische panden behouden moeten blijven. Naast de faciliterende rol van de gemeente zou gemeentelijke regie deze discussie verder kunnen brengen, zodat helder wordt welke plaats de verschillende accommodaties in het cultuurbeleid innemen. Voor zover het eerder uitgevoerde accommodatieonderzoek hierin richting geeft, kan dit bij de discussie worden betrokken. Gemeentelijke regie bij dit onderwerp past bij een onderdeel van project 3, namelijk ‘de zorg voor kwalitatief en kwantitatief voldoende accommodaties’. Iedereen begrijpt dat in een kleine gemeente de ‘bomen niet tot in de hemel groeien’. Als er geen extra middelen komen, betekent dit wel dat er keuzes gemaakt moeten worden om de kwaliteit op peil te houden. Die kwaliteit moet volgens sommige respondenten ook bewaakt worden om te voorkomen dat het cultureel erfgoed als ‘goedkope’ publiekstrekker wordt ingezet.
9
3.2. Aanbevelingen Aan de hand van de evaluatie doen wij de volgende aanbevelingen: * De resultaten van deze evaluatie te bespreken met alle betrokken partijen, bijvoorbeeld in het cultureel platform en op basis van de evaluatie afspraken te maken over de resterende planperiode. * De discussie over de verschillende accommodaties onder gemeentelijke regie verder te brengen en op die manier verder inhoud te geven aan een onderdeel van project 3, de zorg voor kwalitatief en kwantitatief voldoende accommodaties. Voor- en nadelen van de verschillende varianten (MFA / ontwikkeling bestaande accommodaties) kunnen tegen elkaar worden afgewogen, waarna de gemeente uiteindelijk gefundeerd kan besluiten wat de gewenste ontwikkeling is. * Naast de rol van de gemeente als projecteigenaar ook te verhelderen wat het voor partijen betekent om ‘trekker’ te zijn van (bepaalde onderdelen van) het project. * Afspraken te maken (en in de subsidievoorwaarden opnemen) over eenvoudige registratie van gegevens van deelnemers en activiteiten per project en/ of per boekjaar als één van de kwantitatieve indicatoren van cultuureducatie en -participatie. * Overleg te voeren met betrokken partijen over een eenvoudige vorm van meting van de klanttevredenheid, om die informatie te betrekken bij de programmering van (nieuwe) activiteiten.
10
BIJLAGE I INTERVIEW HANDLEIDING Thema en vraag Algemeen 1. Eind 2004 is na voorbereiding met alle betrokkenen de gemeentelijke cultuurnota vastgesteld. Hoe beoordeelt u de ontwikkeling die sindsdien in gang is gezet?
2
3
Perspectief op vergroting publieksbereik en actieve participatie kunst en cultuur Bent u betrokken bij het project cultuureducatie en participatie van jongeren en ouderen, b.v. activiteiten voor de jeugd via * cultuurbeleving en cultuureducatie in het basisonderwijs * jeugdtheater * muziekschool * activiteiten eigentijdse muziek oudere jeugd Met welke andere partijen werkt u samen bij de activiteiten van dit project?
Aandachtpunten bij doorvragen Waar positief? En waarom? Zijn er ook zaken die minder goed lopen? Wat zijn daarvan de oorzaken? Hoe zou de gemeente de positieve effecten kunnen versterken? Wat zou er in de toekomst nog meer moeten veranderen? Zo, ja bij welke deelprojecten? Wat is uw ervaring? Wat loopt goed? Wat loopt minder? Waarom? (Vervolgens toespitsen op betrokkenheid bij deelprojecten)
Perspectief op verbreding culturele activiteiten in de zomervakantieweek voor de basisschooljeugd 4. Eén van de actiepunten is verbreding van de culturele activiteiten in de zomervakantieweek, met b.v. poppentheater, film en schilderen met een kunstenaar. Wat is er inmiddels ondernomen om dit te realiseren?
Perspectief op meer deelname van de jeugd van 12 tot 16 jaar 5. Wat is er ondernomen om meer aandacht te schenken aan de skatesubcultuur, met b.v. demonstraties, film en kleding? Perspectief op versterking samenwerking museum en scholen bij aanbod erfgoededucatie buiten schooltijd 6. In hoeverre wordt er inmiddels samengewerkt tussen het museum en de scholen om erfgoededucatie buiten schooltijd te stimuleren?
Perspectief op deelname ouderen 7. Sluit het aanbod aan culturele activiteiten voldoende aan op de behoefte van ouderen?
Hoe verloopt de samenwerking? Waar loopt de samenwerking minder goed? Wat zou er moeten gebeuren om de samenwerking te verbeteren? Wat zijn eventuele knelpunten? Wat moet er volgens u gebeuren om de knelpunten te ondervangen? Welke partijen kunnen een sleutelrol spelen om dit projectonderdeel tot een succes te maken? Wie moet hierin het voortouw nemen?
Wat is er wel gelukt en wat niet? Waarom? Wat zijn eventuele knelpunten? Op welke wijze zijn deze te ondervangen? Hoe verloopt de samenwerking? Wat is de rol van verschillende partijen, museum, scholen en bibliotheek? Wat is er inmiddels ondernomen om erfgoededucatie buiten schooltijd te stimuleren? Wat zijn eventuele knelpunten. Hoe deze te ondervangen? Waar wel/ waar niet (positieve/ negatieve ervaringen). Wat zijn eventuele knelpunten. Hoe zijn deze te ondervangen?
Algemene vragen 8. Als u het in deze gemeente voor het zeggen had... Wat Er zijn verschillende onderwerpen aan bod geweest. zou u dan doen om het cultuurbeleid tot een succes te Wat zou u alles overziende in de toekomst anders maken? doen? En waarom? 9. Heeft u zelf zaken nog andere zaken die onder de aandacht wil brengen?
11