ORGANNON
NU’91 MAGAZINE - November 2013 - 22e jaargang - Nr.135
Vertrouw je niet-pluisgevoel
Geïntrigeerd door het bewegingsapparaat Jong en gedreven Kwestie van smaak ZORGANNONUMMER 135 - 1
Inhoud 8 10
Samen sterk tegen stigma Stichting Socialrun strijdt tegen het brandmerken van mensen met een psychische aandoening.
Vertrouw je niet-pluisgevoel In het belang van hun patiënten moeten verpleegkundigen hun niet-pluisgevoel erkennen en bespreekbaar maken.
14
Jong en gedreven ‘De zorgverlener beslist niet voor de cliënt, dat doet hij of zij zelf. En dat is nu nog niet vanzelfsprekend!’
12 Geïntrigeerd door het bewegingsapparaat Als gipsverbandmeester moet je ook beschikken over biomechanisch en technisch inzicht.
16
Kwestie van smaak
Smaak ontstaat door een samenspel van meerdere zintuiglijke waarnemingen; de smaakbeleving verschilt per persoon.
ZORGANNONUMMER 135 - 2
Column
Intuïtie Elke zorgverlener kent het: het plots opkomende gevoel dat er iets niet klopt. Onderzoek heeft uitgewezen dat je die eerste waarneming echt wel serieus mag nemen. Je ‘onderbuik’ zegt soms meer dan je brein. Dit niet-pluisgevoel wordt in deze Zorg anno NU beschreven. Interessant artikel als je het mij vraagt. Sinds NU’91 ook de CAO belangen van aan het verpleegkundige en verzorgende vak verwante professionals behartigt, treden steeds meer Specifieke Beroepsorganisaties tot onze vereniging toe. Inmiddels zijn het er negen. Zo ook de beroepsorganisatie van gipsverbandmeesters. In een interview legt een gipsverbandmeester uit waarom zij voor dit vak koos en wat het in de praktijk inhoudt. Als recreatieve hardloper doet het mij goed het verslag te lezen van een van onze leden die deelnam aan de Socialrun, een 48-uur durende estafetteloop tegen stigmatisering van mensen met psychiatrische aandoeningen. Petje af voor de deelnemers aan deze uitdaging. Dat NU’91 vele actieve leden heeft, is natuurlijk wel bekend. Deze vrijwilligers vertegenwoordigen NU’91 op veel plaatsen en tijdens verschillende activiteiten, zelfs internationaal. Sinds oktober is Saskia ten Hoopen, student hbo-v, onze vertegenwoordiger bij de European Nursing Students Association. Zij vertelt over haar ideeën en ambities met betrekking tot het vak en doet verslag van haar eerste ENSA bijeenkomst. In dit nummer ook aandacht voor smaak. Dat niet iedereen elke smaak kan waarderen is een waarheid als een koe. Vreemde uitdrukking eigenlijk, maar ook dat is natuurlijk een kwestie van smaak.
Monique Kempff Voorzitter NU’91
colofon
Zorg anno NU is het verenigingsblad van Nieuwe Unie ‘91, beroepsorganisatie van deverpleging en verzorging. Hoofdredactie en eindredactie: Yvonne Sturkenboom
Redactie: Sinanda Benjamins, Ruth Heiligers, Jos Kaldenhoven, Susan Konst, Redactieadres: Bernadottelaan 11, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht, Tel. 030 - 296 41 44, Fax. 030 - 296 39 04,
[email protected] Bladmanager: Yvonne Sturkenboom. Vormgeving en productie: Meneer E. / illustratie & vormgeving - Amsterdam www.meneer-e.nl, Advertentie-exploitatie: NU’91, Utrecht, T 030-2964144,
[email protected]. Uitgever NU’91, Utrecht, ISSN 0927 - 4774. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven en artikelen in te korten en te redigeren. De in Zorg anno NU verkondigde standpunten of meningen zijn niet noodzakelijk de standpunten
en menigen van NU’91. Hoofdkantoor NU’91 en regio’s: Postbus 6001, 3503 PA Utrecht. T 030-296 41 44, F 030-2963904, Groningen, Friesland, Drenthe: Richard Wisman, Overijssel, Gelderland: Gorrit Smit, Utrecht, Flevoland: Ymke Hylkema Noord-Holland: Esther Tibbe, Limburg, Noord-Brabant: Peer Meesters, Zeeland, Zuid-Holland: Mark Froklage Telefonische spreekuren Serviceloket NU’91: Maandag t/m donderdag van 9.00 - 17.00 uur en vrijdag van 9.00 - 13.00 uur. Tel. 030 - 296 41 44 of
[email protected]. Graag lidmaat-
schapnummer vermelden. Zowel voor beroepsinhoudelijke als juridische zaken. NU’91 online: www.nu91.nl Opzegging van het NU’91 lidmaatschap kan halfjaarlijks. Dit dient schriftelijk te geschieden vóór 1 mei of vóór 1 november. Uw opzegging gaat respectievelijk per 1 juli of 1 januari in. U ontvangt een schriftelijke bevestiging van uw opzegging. NU’91 ledenadministratie, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht.
ZORGANNONUMMER 135 - 3
NUinhet Nieuws! Van papier naar digitaal
NU’91 op Nursing Experience NU’91 is met een interactieve stand aanwezig op Nursing Experience 2013. NU’91 leden kunnen er kennismaken met onze medewerkers en krijgen een leuke attentie. Nog geen lid? Laat je dan informeren over nut en noodzaak van het NU’91 lidmaatschap. Of maak gebruik van de kans om alles wat je nog wilt weten over de herregistratie BIG voor te leggen aan de NU’91 jurist. Bij het Wellpoint dat NU’91 samen met Zilveren Kruis Achmea heeft ingericht, kun je je gezondheidsparameters laten checken. We hopen je te zien op 3 en 4 december!
Jarenlang kregen onze leden samen met het oktober/novembernummer van ons magazine een NU’91 agenda toegestuurd. Ook NU’91 kan er echter niet omheen: de elektronische agenda heeft de papieren versie grotendeels verdrongen. Vanuit die vaststelling hebben we besloten te stoppen met de NU’91 agenda. Met de app Ontzorgje die NU’91 voor de IPhone liet ontwikkelen, zullen we je in de naaste toekomst de mogelijkheid bieden je digitale agenda naar eigen inzicht in te richten. Eén leuke service bieden we je nu vast: via Vergeet Mij Niet kun je onder andere verjaardagen, vakanties en afspraken inplannen.
nursingexperience.nl
PPGM legt het uit
Tevredenheidsonderzoek Om een goed beeld te krijgen van de beleving, wensen, verwachtingen en waardering van onze leden als het gaat om de dienstverlening van NU’91, nodigen wij alle leden uit de online enquête in te vullen. Je vindt dit tevredenheidsonderzoek van 1 tot 15 december op onze website nu91.nl. Op basis van jullie antwoorden kunnen wij
Solidariteit, verplichtstelling, keuzemogelijkheden; zaken die regelmatig voorbij komen als het om pensioen gaat. Medewerkers van PPGM geven in een drietal artikelen antwoord op mogelijke vragen die je hebt over deze onderwerpen. nu91.nl > nieuws > pensioenfondsen
Beter Af voor ZZP-er
verder verbeteren. Onder de deelnemers aan dit onderzoek verloten we 100 leuke ‘hebbedingetjes’.
Zilveren Kruis Achmea biedt de zzp-ers onder de NU’91 leden korting op het Beter Af Zelfstandigen Pakket. Dit pakket bestaat uit een collectieve zorgverzekering, een arbeidsongeschiktheidsverzekering en een Support Module. De twee verzekeringen kunnen ook apart worden afgesloten. Van de gratis Support Module met een groot aantal preventie en re-integratie services, kan in alle opties gebruik worden gemaakt. nu91.nl > nieuws > Beter Af Zelfstandigen pakket
ZORGANNONUMMER 135 - 4
het beleid en de dienstverlening van NU’91
NU in het Nieuws
GGz Kennisplein Voor professionals in de GGz en verslavingszorg is er sinds kort een nieuw online platform. Het GGz Kennisplein biedt kennis, nieuws en ervaringen over actuele onderwerpen in de GGz en verslavingszorg, zoals ambulantisering, de basis GGz en e-mental health. Op het platform kun je een persoonlijk profiel aanmaken, een werkplaats of een discussiegroep starten, en contacten leggen met andere GGz / verslavingszorg professionals. Het samenwerkingsplatform leent zich goed voor het delen en verspreiden van bijvoorbeeld - handreikingen en stappenplannen - trainingen en e-learning-modules - ervaringen, good practices - wetenschappelijke en andere vakinhoudelijke publicaties Als je een profiel hebt aangemaakt, kun je gebruik maken van de vele mogelijkheden.
O V E R O P
Europa werkt toe naar één Europese betaalmarkt: de Single Euro Payments Area (SEPA). Een van de gevolgen is dat je huidige rekeningnummer vervangen wordt door een internationaal rekeningnummer: het International Bank Account Number (IBAN). Vanaf februari 2014 geldt dit nummer voor alle betalingen. Uiteraard moet dan ook de NU’91
ggzkennisplein.nl
administratie aangepast zijn aan de nieuwe eisen. Meer informatie over de invoering van IBAN/SEPA vind je op onze website; onder contact vind je alle bankgegevens De Liedjesfabriek brengt muziek in het leven van zieke kinderen. Samen met de kinderen een liedje schrijven en een videoclip opnemen dat is
van NU’91.
wat Patrick Spierts en Léon Winters uit Nijmegen voor ogen stond toen zij in 2008 dit
Wil je een wijziging in je gegevens
initiatief namen. ‘Muziek geeft veel. Je kunt negatieve emoties uiten, dat lucht op.
(adres, bankrekening e.d.) alsjeblieft
Het is een prettige afleiding van al je kleine en grote zorgen.’ De Liedjesfabriek werkt met muzikanten en muziektherapeuten in opleiding. Samen met jonge patiënten maken
zo snel mogelijk aan ons doorgeven?
ze wekelijks liedjes in het Amalia Kinderziekenhuis. Inmiddels melden pedagogisch
Mocht je nog vragen hebben, neem
medewerkers ook kinderen aan vanuit het Juliana Kinderziekenhuis Den Haag en het
dan contact op met projectleider
Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht. En de belangstelling groeit. De ambitie is om in de komende jaren het aantal locaties waar zij langsgaan met hun liedjesmachine en zieke kinderen voor een dag popster laten zijn, uit te breiden. Maar daarvoor is wel de hulp
Puck Dekker: 030- 296 41 44 of
[email protected]
nodig van vrijwilligers, sponsors en donateurs.
uz pzel liedjesfabriek.nl
Winnaars De juiste oplossing van de puzzel uit Zorg anno NU 134: VEILIGHEIDSGORDEL Uit de goede inzendingen hebben we tien winnaars getrokken. Zij hebben inmiddels de ResQMe ontvangen.
Hanneke Carmiggelt Bea Verhoeven Judith van Teeseling Myrthe Vis Marjolein Hoes Jildou Rozestraten Geert Vogel Marieke Preuter Anne Schut Hennie van der Linden
Lochem Santpoort Noord Nijmegen Rosmalen Rotterdam Groningen Bennekom Enter Apeldoorn Kessel ZORGANNONUMMER 135 - 5
Wo ebode nd 3.0 n doo r Hart m
, e sedatie v ie t ia ll a P wel/niet? g a m t a w Uitgebreide t informatiemark
Klinische les over verschillend e medicatie
ann)
nde team
Mooie prijzen te winnen bij de
ab
Skills L
De 2e Nursing Experience zal dit jaar nog meer interactieve workshops en uitdagende praktijksessies hebben. Verzeker jezelf van deelname en meld je aan voordat het weer uitverkocht is.
(aang
Zelfsture
Moo ie
Workshop Mindfulness (aangeboden door IZZ)
n! ijze pr
im
eren Herre gistr at klaar voor ie wet BI G: de st art
3 en 4 december ReeHorst, Ede
Moo ie
us r ean
D
curs
AN ST
n! ijze pr
G
fris)
n! ijze pr
N
(Op
Moo ie
SI UR
Moo ie
n! ijze pr N
Omdat beter worden je vak is!
s
NURSING STAND!
Werk & privé in balans voor Ma ntelzorgers (aangeboden door IZZ)
neren
Meer grip op klinisch rede
ge
Het grote Pijncolle
www.nursingexperience.nl Initiatiefnemer:
ZORGANNONUMMER 135 - 6
Hoofdsponsors:
Kennispartner:
Internationaal
Jaarvergadering ENSA Tekst: Saskia ten Hoopen
Jaarvergadering EFN Tekst: Esther de Vries
Als de nieuwe vertegenwoordiger bij de European Nursing Students Association heb ik - student verpleegkunde en NU’91 lid - begin oktober in Istanbul de jaarlijkse algemene vergadering van deze organisatie bijgewoond. Voor mijn voorgangster en reisgenoot Karin Hoekman was deze vergadering de laatste klus als voorzitter van de ENSA. Is het belangrijk dat Nederland vertegenwoordigd is binnen de ENSA? Hebben Nederlandse studenten verpleegkunde er profijt van? Ja, zeker weten. Studenten hebben rechten en plichten. De plichten zijn meestal duidelijk omschreven in het curriculum. Maar hoe staat het met de rechten? Ik wil dat studenten in Nederland zich meer bewust worden van hun rechten en wil hen samen met NU’91 steunen als die rechten geschonden worden. De ENSA is daarbij belangrijk omdat er Europese landen zijn die een erg goed functionerend studenten netwerk hebben. Daar kan Nederland veel van leren, en natuurlijk delen wij onze kennis en ervaring weer met andere aangesloten landen. Ik vind het belangrijk dat studenten zich betrokken voelen bij hun opleiding en de ontwikkelingen in de zorg, daarom heb ik dinsdag 8 oktober j.l. mijn ervaringen ook gedeeld met de deelnemers aan de bijeenkomst van het NU’91 jongerenplatform. Ik ben er trots op student verpleegkunde te zijn. Jij toch ook?
Eind september vond de jaarvergadering van de European Federation of Nurses Association plaats in Skopje, de hoofdstad van Macedonië. De leden kregen een uitgebreide update over het ENS4care project, dat als doel heeft het leveren van richtlijnen voor verpleegkundigen waar het gaat om de invoering van eHealth diensten. EFN is projectleider van Ens4care en NU’91 een van de 25 partners. Een belangrijk onderdeel van het project - dat twee jaar in beslag gaat nemen - is de opzet van het European Nurses Research Foundation. Deze databank gaat alle Europese researchprojecten samenbrengen, zodat die beschikbaar komen voor zorgverleners in alle landen van de Europese Unie. Op elke bijeenkomst van de EFN wordt aan de vertegenwoordigers van alle landen gevraagd om tijdens een tour de table hun licht te laten schijnen over het centrale thema van de bijeenkomst. Dit keer waren er zelfs twee onderwerpen: patient empowerment en patient ratio. Elke vergadering valt weer op dat de onderlinge verschillen enorm zijn. Niet alleen tussen oost en west, maar ook tussen de rijkere landen onderling. De Nederlandse vertegenwoordiging heeft het zorgconcept Buurtzorg beschreven. In dit concept hebben verpleegkundigen en verzorgenden een belangrijke taak in het begeleiden van hun cliënten bij het maken van de juiste keuzes als het gaat om het verkrijgen van de beste zorg. Een prikkelende opmerking werd gemaakt door de vertegenwoordigster van Engeland: de grote aandacht voor patient empowerment van de afgelopen jaren, vloeit voort uit de noodzaak te bezuinigingen in de zorg.
Saskia’s dagboek over de ENSA AGM 2013 vind je op nu’91.nl > jongeren
ZORGANNONUMMER 135 - 7
GGz
Socialrun genereert geld om de-stigmatiserende projecten te ondersteunen
Samen sterk tegen stigma Tekst: Sinanda Benjamins
Wat een machtig evenement! Na 51 uur en 555 kilometers passeerden ook de laatste lopers van het team GGz Centraal de eindstreep van de Socialrun. Een estafetteloop die als doel heeft het taboe op psychische aandoeningen te doorbreken en een vuist te maken tegen stigmatisering.
Stichting Socialrun strijdt tegen het brandmerken van mensen met een psychische aandoening. Een van de middelen die daarvoor worden ingezet is de jaarlijkse Socialrun, een non-stop estafetteloop waarvoor teams, bestaande uit acht lopers en begeleiders, zich kunnen aanmelden. De Socialrun - dit jaar met als motto No Judgment, No Limits! - heeft als kernwaarde dat mensen met een psychiatrische stoornis betrokken zijn bij dit evenement. Met dit evenement zamelt de stichting geld in om de-stigmatiserende projecten in Nederland financieel te ondersteunen. De regels voor deze ondersteuning zijn eenvoudig: het project moet worden geïnitieerd of uitgevoerd door mensen met psychische klachten, en de uitwerking ervan moet stigmatisering tegen gaan. Een commissie, bestaande uit drie ervaringsdeskundigen op het gebied van psychische aandoeningen en een bestuurslid van Stichting Socialrun, besluit of een project wel of geen financiële steun krijgt.
BREDE STEUN Bij de start op 27 september werden de negen deelnemende teams toegesproken door PvdA partijvoorzitter Hans Spekman, die indruk maakte met zijn verhaal over zijn zus: ‘Alle stickers die er waren voor een psychiatrisch patiënt zijn ooit op haar geplakt, maar ze was ook gewoon mijn zus!’ ZORGANNONUMMER 135 - 8
GGz
Stigma Stigmatisering begint met het labelen of ‘markeren’ van iemand, waardoor de persoon in kwestie op een bepaalde manier wordt bekeken en behandeld. Stigma is een groot probleem voor mensen met een psychiatrische aandoening. Het heeft een negatief effect op zijn of haar zelfvertrouwen en beïnvloedt in hoge mate de mogelijkheden tot socialiseren. De ideeën over psychische ziekten en de mensen die eraan lijden, hebben vaak weinig met de werkelijkheid te maken. Ook onder hulpverleners leven vooroordelen over wat mensen al dan niet kunnen. Maar ook patiënten zelf gaan geloven in die vooroordelen. Het gevaar bestaat dat het stigma deel wordt van hun persoonlijkheid. Uit de lezing Stigma en Stigmabestrijding van Annette Plooij tijdens het Kwartiermakerscongres, 22 mei 2007: ‘Toen ik halverwege de jaren 80 werd opgenomen in ‘n psychiatrisch ziekenhuis veranderde mijn leven voorgoed. Er gebeurden drie dingen met me: ik maakte kennis met angst, depressie en psychose, ik maakte kennis met de eigenaardige wereld en wetten van de psychiatrie en vooral: vanaf dat moment behoorde ik tot de anderen.
Iedereen die opgenomen is geweest kent de bijbehorende vervreemding.Van zelfstigmatisering is sprake wanneer we de negatieve stereotypen die over ons leven internaliseren, wanneer we ze gaan geloven. Wanneer we gaan geloven dat we gevaarlijk, onbetrouwbaar of toch op zijn minst minder bekwaam en sociaal aanvaardbaar zijn dan anderen. En je moet wel heel erg sterk zijn om het niet te gaan geloven. Zelfstigmatisering is het meest vernietigende onderdeel van het probleem van stigma. Het wordt wel de tweede ziekte genoemd, een ziekte die ons herstel kan belemmeren en onze psychiatrische aandoening zelfs kan verergeren. Maar het is geen ziekte .. het wordt ons aangedaan.’ De gehele lezing vind je op de website van Kenniscentrum Phrenos.
Elk deelnemende team, bestaande uit hardlopers en fietsers, werd ondersteund door chauffeurs, masseurs en koks. De spirit onder de teamleden was enorm; iedereen hield iedereen twee etmalen lang op de been. Het hele weekend werden de lopers en fietsers, langs de route en vooral ook via de social media, gevolgd en gesteund. #Socialrun was op zaterdag zelfs een paar uur trending toppic op twitter. Aan de finish in De Meern reikten burgemeester Wolfsen en tweede kamer leden Linda Voortman en Tunahan Kuzu onder grote belangstelling de medailles uit, en spraken hun enthousiasme en steun uit voor dit evenement. De voorzitter van Stichting Socialrun heeft de verzekering gegeven dat er in 2014 opnieuw een Socialrun wordt georganiseerd.
OP ELKAAR AANGEWEZEN De Socialrun is opgezet naar het voorbeeld van de RoParun, een soortgelijke langdurige estafette, ten behoeve van de kankerbestrijding. Ooit was kanker een ziekte waarvan je de naam niet mocht uitspreken, die je in eenzaamheid moest ondergaan en te boven moest zien te komen. Kankerpatiënten werden gestigmatiseerd en buitengesloten. Net als bij de RoParun, of de beklimming van de Alpe d’Huez, gaat het bij de Socialrun om het neerzetten van een onvoorstelbaar buitensporige, sportieve prestatie. Een uitdaging die het uiterste en nog een stukje meer van je vraagt, waarbij je je misschien af kunt vragen of het niet te ver gaat. Maar wanneer mensen die kanker hebben gehad een dergelijke prestatie kunnen leveren, groeit het bewustzijn dat het dus mogelijk is om na een ingrijpende ziekte en een zware behandelperiode, een sportieve prestatie van niveau te leveren. Uit die inspiratie is het initiatief voor de Socialrun ontstaan. De drijfveer van GGz Centraal om met een team mee te doen, was ingegeven door de droom dat ook het stigma op het hebben van een psychiatrische ziekte kan verdwijnen. Zoals dat is gebeurd met het stigma dat lang aan het hebben van kanker heeft gekleefd. Wat ik als deelnemende hulpverlener en fietser tijdens deze run heb ervaren, is dat wij elkaar binnen het team allemaal even hard nodig hadden. Gedurende die ruim vijftig uur waarin wij de 555 km volbrachten, waren wij volledig op elkaar aangewezen. Het speelt geen enkele rol meer wat je doet, wat je hebt, waar je vandaan komt. Het gaat erom wie je bent. Zoals een van de deelnemers uit ons team het achteraf beschreef: het beste in ieder van ons kwam boven. En zo is dat! NOOT: Wil je weten hoe je Stichting Socialrun kunt steunen of wil je een team samenstellen voor de Socialrun 2014? Kijk voor meer informatie op www.socialrun.eu
ZORGANNONUMMER 135 - 9
In de praktijk
Ondanks dat parameters en uitslagen van onderzoeken niet aantonen dat een patiënt klinisch achteruit gaat, kan een verpleegkundige het gevoel hebben dat ‘er iets niet klopt’. Dit niet-pluisgevoel - ook wel skilled intuïtion genoemd maakt onderdeel uit van de professionaliteit van verpleegkundigen.
Tekst: Yvonne Sturkenboom
De introductie van het HBO-V in 1972 en van de studie Verplegingswetenschappen midden jaren tachtig heeft er in belangrijke mate toe bijgedragen dat in Nederland verpleegkundige theorievorming serieus werd aangepakt. Bij de theoretici waren de verwachtingen hooggespannen, maar het bleek heel wat tijd en veel moeite te kosten om de ideeën in de praktijk toegepast te krijgen. Met een meer wetenschappelijke, theoretische benadering werd de traditionele, intuïtieve manier van verplegen naar een meer theoretisch hoger plan gebracht. De laatste jaren echter dringt het besef door dat er weliswaar terecht veel meer aandacht is voor de theoretische grondslagen van het beroep, maar dat ook het intuïtieve element inherent is aan de zorg.
Het intuïtieve element is inherent aan de zorg
Vertrouw je niet-pluisgevoel
Intuïtie moet groeien Uit studies van onder andere Benner (1984) blijkt dat verpleegkundigen veelvuldig gebruik maken van hun intuïtie bij het beoordelen van de gesteldheid van een patiënt en bij het maken van keuzes. Intuïtie wordt vaak verward met ‘op gevoel’ handelen, maar intuïtief handelen is gebaseerd op impliciete leerprocessen. Benner relateert een intuïtieve benaderingswijze dan ook primair aan het expertiseniveau van de verpleegkundige. Kennis en ervaring zijn een absolute voorwaarde voor het ontwikkelen van intuïtie, ook wel omschreven als klinische blik of niet-pluisgevoel. Een verpleegkundige aan het begin van haar carrière beschikt nog over weinig intuïtie. Een beginner ontleedt situaties, analyseert onderdelen en hanteert daarbij vaste procedures en regels. Dat geeft richting voor het handelen. Ervaren verpleegkundigen zien meer het geheel en voelen intuïtief aan welke interventies uitgevoerd moeten worden en wat prioriteit heeft, zonder daar uitvoerig bij stil te hoeven staan. Overigens is dit een stellingname waar een aantal studenten verpleegkunde van de Hogeschool van Amsterdam in het artikel The way you look tonight or how to become a bedside Sherlock zich tegen verzetten.
ZORGANNONUMMER 135 - 10
In de praktijk
Kennis Naar aanleiding van de Anna Reynvaanlezing 2010 - waarin de klinische observatie door verpleegkundigen centraal stond - vroegen zij zich af of je observeren kunt leren. Als studenten werden zij in de praktijk regelmatig geconfronteerd met de termen klinische blik en niet-pluisgevoel, waarbij de suggestie werd gewekt dat ervaring daarbij onontbeerlijk is. Op grond van een literatuurstudie kwamen zij tot de conclusie dat de opleiding meer mogelijkheden kan bieden om studenten de nodige tools in handen te geven om actief aan de ontwikkeling van de klinische blik te werken. Bijvoorbeeld door bedside teaching en simulatie-onderwijs.
Een professional voert zijn werk uit op basis van aanwezige kennis. Deze zogenaamde body of knowledge bestaat uit een hoeveelheid aan theorieën, regels, verbanden en eerder opgedane persoonlijke ervaringen.
Reden om te handelen Ongerustheid over de patiënt ontstaat doordat wat de verpleegkundige verwacht te zien, verschilt met de klachten en symptomen van de patiënt. Om patiëntveiligheid te waarborgen en zo de kwaliteit van zorg te verbeteren, moeten verpleegkundigen hun niet-pluisgevoel erkennen en bespreekbaar maken. Dat is een van de conclusies uit het onderzoek Niet-pluisgevoel, meerwaarde of niet? van Sanne Legemaat en Evian van der Wekken, studenten verpleegkunde Christelijke Hogeschool Ede (2013). Zij onderzochten het nietpluisgevoel van verpleegkundigen op de beide locaties van Gelre ziekenhuizen. Ook bestudeerden zij onderzoeksliteratuur over dit onderwerp. In de literatuur wordt het niet-pluisgevoel beschreven als een spontaan opkomend, alarmerend gevoel van alertheid. Een verpleegkundige gaat echter niet blindelings af op haar intuïtie, maar neemt op basis van haar professionele kennis subtiele veranderingen in het gedrag of uiterlijk van de patiënt waar (Benner, 2001). Het blijkt dat verpleegkundigen die een niet-pluisgevoel bij een patiënt hebben verschillende acties ondernemen om te achterhalen wat er aan de hand kan zijn: nauwkeurig observeren van uiterlijke kenmerken van de patiënt, controleren van de vitale functies, klinisch redeneren, hulp inschakelen van een collega, een arts waarschuwen en duidelijk rapporteren. Een van de conclusies uit Niet-pluisgevoel, meerwaarde of niet? is dat het voor een verpleegkundige belangrijk is, alvorens contact op te nemen met de arts(assistent), eerst zelf goed op een rijtje te hebben op welke observaties het niet-pluisgevoel is gebaseerd. Door een onzekere houding wordt de kans verkleind dat de arts de verpleegkundige op dat moment serieus neemt. En dat kan ten koste gaan van de patiënt.
Verpleegkundige gaat niet blindelings af op haar intuïtie
Naar verloop van tijd zorgt deze body of knowledge ervoor dat de professional een zekere mate van routine ontwikkelt in zijn werk. Wat eerst expliciet was in de vorm van regels en procedures wordt voor een deel stilzwijgende, onuitgesproken kennis die ‘in het hoofd’ zit, ook wel tacit knowledge genoemd. Deze onbewuste of ervaringskennis is persoonlijk en kan moeilijk zichtbaar gemaakt of in woorden gevangen worden. Deze vorm van kennis speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen en gebruiken van intuïtie (Polanyi, 1966).
Literatuur: - Benner, P. (1984), From novice to expert, excellence and power in clinical nursing practice. Menlo Park,CA: Addison-Wesley Publishing Company - Legemaat, S., Van der Wekken, E. (2013), ‘ Niet-pluis gevoel’, meerwaarde of niet? Ede: Christelijke Hogeschool Ede. - Polanyi, M. (1966), The Tacit Dimension. London: Routledge
ZORGANNONUMMER 135 - 11
Van de werkvloer
Het werk van de gipsverbandmeester draait om meer dan gips
Geïntrigeerd door het bewegingsapparaat Tekst: Marjan Scherrenberg
Sommigen weten al heel lang dat ze gipsverbandmeester willen worden. Zij kiezen bewust voor de studie hbo-v of fysiotherapie zodat zij daarna de specialisatie tot gipsverbandmeester
N
a de middelbare school koos Iris Gouweleeuw voor de studie fysiotherapie. Het steun- en bewegingsapparaat had haar interesse. Het werd haar echter al snel duidelijk dat de aandacht voor het psychosomatisch aspect van het vak, waarbij bekeken wordt of de lichamelijke klacht een psychische oorzaak heeft, haar minder aansprak. Na een half jaar stopte ze dan ook met haar studie en begon ze aan de duale variant van de hbo-v. Iris werkte als leerling verpleegkundige op de afdeling Orthopedie en kwam in contact met een gipsverbandmeester. ‘Met veel enthousiasme vertelde zij over haar vak. Zij stelde voor een keertje mee te lopen en tsja… het kwartje viel.’ Een half jaar nadat ze was afgestudeerd solliciteerde Iris naar de functie leerling gipsverbandmeester. ‘Weer terug bij het steun- en bewegingsapparaat dat ik tijdens mijn opleiding fysiotherapie al zo ontzettend leuk vond!’ Met haar zes jaar ervaring als gipsverbandmeester, onder andere opgedaan in het HAGA ziekenhuis in Den Haag en het Hospitaal op Aruba, werkt ze sinds 2012 in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) in Utrecht, samen met twee collega gipsverbandmeesters, Alies van der Wal en Krista te Kronnie.
ZORGANNONUMMER 135 - 12
kunnen doen. Iris Gouweleeuw (30) had echter nog nooit van het beroep gehoord: ‘Ik denk dat het een specialisatie is waar je over het algemeen pas later bij terecht komt.’
Van de werkvloer
Breed scala aan ziektebeelden In de behandelkamer, in aanwezigheid van collega Alies, vertelt Iris over de vele kanten van haar vak. ‘Werken met kinderen (0-18 jaar) geeft een heel andere sfeer in een gipskamer dan werken met volwassen patiënten. Kinderen komen ondanks de beperking van het gips meestal wel daar waar zij naar toe willen. Volwassenen moeten soms gestimuleerd worden om te bewegen.’ Ze legt uit dat er een breed scala aan ziektebeelden is waarbij de gipsverbandmeester een bijdrage levert aan de behandeling. Deze ziektebeelden hebben te maken met afwijkingen aan botten en spieren, het ‘steun en bewegingsapparaat’ dus. Zo kan een kind geboren worden met afwijkingen aan de botten. Voorbeelden daarvan zijn een scoliose - een zijwaartse kromming van de wervels - en het ontbreken van een kuitbeen. Bij jonge kinderen is door middel van gipsen nog veel correctie van een afwijkende stand mogelijk. ‘Dat betekent soms dat ouders bij bepaalde afwijkingen - zoals bijvoorbeeld een klompvoetje - al na vijf dagen na de geboorte met hun kind bij ons op de gipskamer zijn. Bij die afwijking wordt er wekelijks, gedurende zeven tot negen weken, een nieuw gips aangelegd, met als doel de voet weer in de normale stand te krijgen.’
Bij jonge kinderen is door middel van gipsen nog veel correctie van een afwijkende stand mogelijk Verder ziet de gipsverbandmeester veel kinderen met een heupdysplasie. De onderontwikkeling van de heupkom wordt in het WKZ behandeld door het aanleggen van een Pavlik bandage, een soort tuigje dat het kind in een bepaald bewegingspatroon dwingt, waardoor de heupkom weer dieper wordt. Iris: ‘Die tuigjes maken wij niet zelf, maar we begeleiden de ouders in de manier waarop zij er mee om moeten gaan. En we houden de ontwikkeling van het kind in de gaten.’ De arts, die verantwoordelijk is voor de behandeling, zoekt in overleg met de gipsverbandmeester naar de juiste immobilisatiemethode en volgt middels echografisch onderzoek de verbetering van de heupkom. Samen met de patiënt kijkt de gipsverbandmeester naar de immobilisatievorm die het grootste conform biedt. Dat is een essentieel aspect van het beroep gipsverbandmeester: ervoor zorgen dat de breuk in een arm niet meer beweegt, maar dan wel zó dat de patiënt zich bijvoorbeeld zelf kan aankleden of nog kan gaan zwemmen.
Ervaring opdoen Ook speelt de gipsverbandmeester een rol in het corrigeren van afwijkende standen van armen of benen. Zowel standsafwijkingen als verkortingen van een bot kunnen ontstaan door een aangeboren afwijking of door een fractuur, die in een niet-anatomische stand is genezen. De gipsverbandmeester werkt hierbij niet alleen met gips.
‘Je hebt niet alleen biomechanisch en technisch inzicht nodig, maar ook creativiteit Collega Alies van der Wal legt uit hoe standsafwijkingen van het bot ook gecorrigeerd kunnen worden met een externe fixateur. Tijdens de hele behandeling die de arts indiceert, speelt de gipsverbandmeester een rol in het aanpassen van de externe fixateur. Hiervoor is biomechanisch en technisch inzicht absoluut noodzakelijk. Alies: ‘De directe invloed van het frame op een standsverandering in het bot maakt het noodzakelijk dat je goed begrijpt hoe het in z’n werk gaat en hoe het frame al die standsafwijkingen kan corrigeren.’ ‘Je komt soms voor situaties te staan die je niet aan hebt zien komen. Je hebt dus niet alleen biomechanisch en technisch inzicht nodig, maar je moet soms ook creatief zijn’, zegt Iris. ‘Alies heeft al 20 jaar ervaring, ook met onverwachte situaties. Die neemt zij mee bij het bouwen van een frame. Natuurlijk kan ik heel veel van haar leren, maar ik moet zelf de ervaring opdoen van het bouwen van een framewerk. Zij helpt mij door veel te begeleiden.’
‘Ook hier is de zorg voortdurend in beweging’ Taakverschuivingen Iris geeft aan dat er ook op de gipskamer taakverschuivingen plaatsvinden. Als voorbeeld noemt zij het corrigeren van de stand van een klompvoet, in principe de taak van de orthopedisch chirurg. Maar in het WKZ legt tegenwoordig de gipsverbandmeester niet alleen het gips aan, maar neemt ook deze taak op zich. Na speciale scholing voert zij op basis van een protocol - onder verantwoordelijkheid van een orthopedisch chirurg - de standscorrectie uit. ‘Je ziet ook dat er een verandering in het conservatieve beleid met betrekking tot gips gaande is’, voegt ze eraan toe. ‘In vergelijking met vroeger zitten patiënten minder lang in het ‘vaste’ gips, maar wordt sneller overgegaan op een afneembaar gips. Ook hier is dus de zorg voortdurend in beweging.’
ZORGANNONUMMER 135 - 13
Interview
Zij doet momenteel twee opleidingen: het laatste jaar hbo-v en de pre-master Klinische Gezondheidswetenschappen, richting verplegingswetenschappen. Saskia ten Hoopen (20) is daarnaast betrokken NU’91 lid en sinds oktober vervangt zij Karin Hoekman als Nederlands vertegenwoordiger bij de European Nursing Students Association (ENSA).
Je denkt mee met de cliënt over de zorgvraag
Jong en gedreven Tekst: Jos Kaldenhoven Foto: Emma ten Hoopen
Saskia weegt haar woorden zorgvuldig af, maar klinkt bevlogen als het gaat om het werk waar zij voor heeft gekozen: de ouderenzorg. ‘Ik wilde eerst arts worden, maar ik had niet de benodigde vooropleiding. Mijn plan was om via de propedeuse hbo-v alsnog geneeskunde te gaan studeren. Maar al tijdens mijn stage in het eerste studiejaar ben ik verknocht geraakt aan verpleegkunde. Ik vond het zo bijzonder dat je als hulpverlener met de cliënt meedenkt over de zorgvraag én die zorg kunt bieden. Ik heb op verschillende plaatsen leeren werk-ervaring opgedaan, onder andere in een verzorgingscentrum, een instelling voor verstandelijk gehandicapten en het ziekenhuis. Aansluitend ben ik de differentiatie hbo-vgg (verpleegkundige gerontologie geriatrie) gaan doen. Na een half jaar in een verpleeghuis, loop ik nu stage in een hospice.’ Saskia is zich ervan bewust dat zij als jongere in de zorg iets bij haar cliënten te overwinnen heeft: ‘Wat ouder zijn is in dit werk wel handig, ja. Ik heb de leeftijd van hun kleinkinderen. Maar gelukkig worden wij op school getraind ZORGANNONUMMER 135 - 14
Interview
in de juiste houding naar ouderen toe. We krijgen veel gastlessen, verdiepen ons in de geschiedenis en leren ons in te leven in de belevingswereld van de doelgroep.’ Haar interesse voor deze specifieke doelgroep was een reden om de studie verplegingswetenschappen op te pakken. ‘De mening dat werken in de ouderenzorg niets aan is, is nog alom aanwezig. Ik wil die mening graag veranderen. Ik denk dat de studie verplegingswetenschappen mij daarbij kan helpen. Ik heb veel bewondering voor de zienswijze van professor Marieke Schuurmans, lector Ouderenzorg binnen het lectoraat Chronisch zieken aan de Hogeschool Utrecht.
Marieke Schuurmans Prof. dr. Marieke Schuurmans is sinds mei 2009 hoogleraar Verplegingswetenschap aan de Universiteit Utrecht en sinds 2002 lector Verpleegkundige en Paramedische Zorg aan de Hogeschool Utrecht. Na haar middelbare schoolopleiding koos zij voor de universitaire studie gezondheids-
Toekomst Saskia begrijpt dat veranderingen in de zorg noodzakelijk zijn.
wetenschappen, met als afstudeerrichting
‘We moeten de zorg anders gaan organiseren, daar ontkomen wij niet aan. Gezien de oplopende kosten moeten we wel. Maar hoe dat dan georganiseerd moet worden, dat mag niet zomaar van bovenaf worden opgelegd!’ Consensus vindt zij heel belangrijk. Ouderen moeten zelf kunnen aangeven wat voor hen goede zorg is, wat zij belangrijk vinden. ‘Wij doen het voor hen, maar nog niet in samenspraak met hen! Kernvraag bij de behandeling moet zijn: ‘wat wilt ú?’ De zorgverlener beslist niet voor de cliënt, dat doet hij of zij zelf. En dat is nu nog niet vanzelfsprekend!’
verplegingswetenschap.
De huidige ouderen in Nederland hebben de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog meegemaakt, de invoering van de AOW en de komst van de verzorgingsstaat. Dat heeft hen het idee gegeven dat zij ‘op hun oude dag’ zullen worden verzorgd. Saskia realiseert zich dat het is zuur dat dit niet meer zo is. ‘Ik denk dat de zorg dusdanig moet worden georganiseerd dat wij hen terug geven wat zij ons hebben gegeven. En dat betekent feitelijk dat wij de ouderenzorg met zijn allen moeten doen!’ Zij refereert daarbij aan het voornemen van zorginstelling De Vierstroom om familie en vrienden van bewoners van de verpleegafdelingen te verplichten zich minimaal vier uur per maand in te zetten als mantelzorger. Daarmee moet het gevoel van huiselijkheid op de afdelingen vergroot worden. Saskia: ‘In andere landen is de zorg al veel meer op die manier georganiseerd. Nederlanders reageren als het om mantelzorg gaat heel primair. Wij willen niet iets opgelegd krijgen. Terwijl het bijdragen aan die huiselijke sfeer zo gemakkelijk kan zijn: op bezoek komen, een kopje koffie drinken, een wandeling maken.’
opleidingen te weinig specifiek onderwijs
Voor Saskia is een centrale rol van de verpleegkundige in de multidisciplinaire zorg aan ouderen vanzelfsprekend: ‘Verpleegkundigen kunnen in de ouderenzorg heel goed de rol van regisseur vervullen. Dat hoeft niet per definitie de arts te zijn. De verpleegkundige ziet de cliënt tenslotte veel vaker.’ Maar de toekomst van de zorg valt natuurlijk moeilijk te voorspellen. ‘Er speelt zoveel, er zijn zoveel ontwikkelingen. Ook binnen het zorgonderwijs. Saskia vindt het belangrijk dat studenten zich daarvan bewust zijn. En als vertegenwoordiger bij de ENSA hoopt zij daaraan een bijdrage te kunnen leveren. Het niveau tussen de opleidingen verschilt. De organisatie van een school heeft invloed op de kwaliteit van de opleiding.’ Saskia haast zich te zeggen dat zij hiermee niet bedoelt dat er goede en slechte scholen zijn: ‘Iedere school gaat voor de best mogelijke kwaliteit van het onderwijs. Dat staat buiten kijf. Maar de uitdaging is het onderwijs aan te laten sluiten bij die veranderingen in de praktijk. De meeste van mijn docenten zijn academisch geschoold. Maar Saxion wil graag dat docenten daarnaast ook werkzaam zijn in de zorg. Die link met de werkvloer vind ik heel belangrijk.’
Maar het besef dat de afstand tussen studie en praktijk wel erg groot was en dat binnen de verpleegkunde weinig waardering bestond voor wetenschappelijke kennis, deed haar na haar afstuderen besluiten de hbo-v te gaan doen. Schuurmans is van mening dat de huidige over ouderenzorg aanbieden. Ze pleit voor lessen ouderengeneeskunde, wil stages in de ouderenzorg verplichten en ze vindt het belangrijk dat inspirerende rolmodellen les gaan geven op de opleidingen. Schuurmans is per 1 oktober van dit jaar benoemd tot Chief Nursing Officer (CNO), de belangrijkste adviseur van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport waar het gaat om verpleegkundige zorg.
ENSA De European Nursing Students Association is een internationaal verpleegkundig netwerk en heeft als doel samenwerking te bevorderen tussen nationale studentenorganisaties of verpleegkundige opleidingen in Europa. Saskia ten Hoopen heeft vorige maand tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering van ENSA in Istanbul de Nederlandse studentverpleegkundigen vertegenwoordigd. Het thema van deze bijeenkomst was empowering nursing students oftewel: Hoe kunnen studentverpleegkundigen worden aangemoedigd voor zichzelf en hun opleiding op te komen? Op pagina 7 vind je een verslag van de ENSA vergadering. ZORGANNONUMMER 135 - 15
Smaakbeleving
Kwestie van Tekst: Ruth Heiligers
De hoeveelheid smaakpapillen is van invloed op de
In het algemeen verwijst smaak naar de waarneming van zoet, zuur, zout, bitter en umami door de smaakpapillen op de tong en het verhemelte. Maar proeven is een complexe ervaring. Smaak ontstaat door een samenspel van meerdere zintuiglijke waarnemingen en de intensiteit van de smaakbeleving verschilt per persoon.
intensiteit van de smaakbeleving. Het aantal kan behoorlijk verschillen per persoon. Je hebt bijvoorbeeld ‘superproevers’ die zeer smaakgevoelig zijn en daardoor smaken al snel als te intens ervaren. Elke smaak is opgebouwd uit een combinatie van drie elementen: niet vluchtige stoffen; elke smaakknop of -papil bevat miljoenen smaakreceptoren voor de vijf basissmaken: zoet, zuur, zout, bitter en umami. Overal op je tong proef je deze basissmaken. Het is dus niet zo dat je zoet op het puntje van je tong proeft en bitter aan de zijkant. Overal op je tong liggen smaakpapillen en die kunnen alle smaken waarnemen; één papil bevat alle smaakreceptoren. Afhankelijk van de plaats op de tong zijn de smaakpapillen wel wat gevoeliger voor de ene smaak dan voor de andere. vluchtige stoffen; zonder geursensatie is een smaak vlak en moeilijker te herkennen. De combinatie van de geur die het voedsel direct afgeeft en de geur die vrijkomt tijdens het kauwen en via het strottenhoofd de neus bereikt, is sterk van invloed op de smaakbeleving. Daarom proef je vaak minder goed als je verkouden bent . het mondgevoel; iets is knapperig, korrelig, romig of sappig. Niet alleen de smaak maar ook de consistentie van het voedsel maakt of je iets lekker vindt.
ZORGANNONUMMER 135 - 16
Smaken verschillen Naast geur, kleur, textuur en temperatuur draagt ook de manier waarop het voedsel wordt gepresenteerd bij aan de smaakbeleving. Zelfs geluid kan een rol spelen; denk aan het kraken van de chips of het bruisen van het koolzuur in je frisdrank. Daarnaast zijn de omgeving, het tijdstip en de verwachting van invloed. Het drankje dat je tijdens je vakantie zo lekker vond, kan thuis behoorlijk tegenvallen. De ene mens heeft een voorkeur voor hartig en de andere meer voor zoet. Meerdere factoren zijn daarvoor verantwoordelijk, maar een belangrijke basis wordt gelegd in de baarmoeder. Baby’s hebben van nature een voorkeur voor zoet. Eet de moeder echter tijdens de zwangerschap veel voedsel met een sterke smaak zoals uien, knoflook en peper, dan ontwikkelt het kind al in de baarmoeder een voorkeur voor dit soort smaken. Sterke smaakstoffen dringen namelijk door in het vruchtwater. Als het kind borstvoeding krijgt, gebeurt eigenlijk hetzelfde; wat de moeder eet heeft effect op de smaak van de moedermelk. Zo kan een kind dus al met uiteenlopende smaken kennis maken voordat hij of zij met vast voedsel begint.
Smaakbeleving
Veel factoren zijn van invloed op wat je wel of niet lust
smaak Kinderen die al op jonge leeftijd (gedurende de eerste drie jaar) met veel soorten smaken hebben kennisgemaakt, blijken ook op latere leeftijd veel minder moeite te hebben met nieuwe smaken.
Manipulatie van smaak Vroeger was de voorkeur van de mens voor zoet en vet van levensbelang. Je wist immers nooit wanneer je weer voedsel zou tegenkomen. Bovendien was de lichamelijke activiteit hoog en was enige lichamelijke voedselreserve dus nuttig. Het eten van voedsel met een hoogcalorische waarde geeft nog steeds een prettig gevoel. Maar nu er overal en altijd voedsel verkrijgbaar is en onze lichamelijke activiteiten sterk zijn afgenomen, werkt dit tegen ons. Het beloningsmechanisme in de hersenen heeft zich nog niet aangepast aan het moderne westerse voedsel. Overgewicht en alle daaraan gerelateerde ziektes vormen nu al een groot probleem. Er wordt dan ook naarstig gezocht naar methoden om onze smaak te manipuleren: wel de smaak, niet de calorieën. De mirakelbes heeft de belangstelling van onderzoekers omdat de bes het vermogen heeft de smaak van zure en bittere dingen te veranderen. Nadat je de bes hebt gegeten, smaakt alles wat je de uren daarna eet zoet. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit te maken heeft met een proteïne in de miralkelbes, die
Umami Het concept van de vier basissmaken - zoet, zout, zuur en bitter is achterhaald. Onze smaakpapillen blijken gevoelig voor een vijfde smaak, namelijk umami. De Japanse professor Kikunae Ikeda beschreef al in 1908 deze nieuwe basissmaak tijdens het proeven van een bouillon op basis van zeewier. Termen als hartig, vleessmaak en bouillonachtig zijn vaak gebruikt in een poging umami te omschrijven. Geen enkele westerse taal kent vooralsnog een eigen woord voor deze vijfde basissmaak. Vandaar dat overal de Japanse term wordt gebruikt. Umami is gevoelig voor glutamaat, een van de twintig aminozuren. Glutamaat wordt tegenwoordig vaak gebruikt als smaakversterker in veel kant-en-klare etenswaren, zoals zoute snacks en bouillonblokjes.
de naam miraculine kreeg. Dit stofje bindt zich aan de smaakpapillen op de tong die zoete smaken moeten detecteren. Maar het activeert deze smaakpapillen niet. Dat gebeurt pas wanneer een zure smaak onze mond binnenkomt. De proteïnen veranderen van vorm en schakelen de zoete smaakpapillen in. Hierdoor ervaren we het voedsel als heel zoet, terwijl ook andere smaken in het voedsel bewaard blijven. Op dit moment zoekt men naar een methode om de bes in voedsel te verwerken. Ander onderzoek richt zich op de werking van geurstoffen. Het blijkt dat bepaalde geurstoffen de zoetperceptie kunnen beïnvloeden. Men hoopt dat op termijn, door het toevoegen van bepaalde geurstoffen aan producten, het suikerpercentage in voedingsmiddelen omlaag kan. Ook wordt onderzoek gedaan naar de relatie tussen textuur en verzadiging. Ons lichaam lijkt niet goed te weten hoe het moet omgaan met vloeibare calorieën. Evolutionair gezien werden er, afgezien van de melk als baby, geen vloeibare calorieën genuttigd. Er moest altijd flink gekauwd worden om aan de energiebehoefte te voldoen. Door de snelheid waarmee vloeibare calorieën worden genuttigd, lijkt het erop dat het lichaam niet doorheeft dat deze calorieën binnenkomen, en dat dus het punt van verzadiging veel later wordt bereikt.
Vroeger was de voorkeur van de mens voor zoet en vet van levensbelang Bronnen: Kees de Graaf, Voeding nu, 2005, 2006, BBC Horizon, 2013 • www.wetenschap24.nl www.kennislink.nl ZORGANNONUMMER 135 - 17
VERPLEEGKUNDE
BIJ DEFENSIE Kijk op werkenbijdefensie.nl/Verpleegkunde MARIN E | L AN DMACH T | L U CH TMACH T | MAREC HAUS S E E ZORGANNONUMMER 135 - 18
Boeken
E-module huiselijk geweld GGz Ecademy - een samenwerkingsverband van 32 GGz-instellingen - heeft de e-learning module Huiselijk geweld en kindermishandeling sneller signaleren samengesteld. Sinds 1 juli bepaalt de wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, dat alle organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren die werken met kinderen en ouders, over een meldcode beschikken en hiernaar handelen. Scholing is een belangrijke randvoorwaarde om te werken met een meldcode en werkgevers moeten hun medewerkers hierin faciliteren. Om ervoor te zorgen dat de casuïstiek binnen de aangeboden module aansluit bij de situaties die behandelaren en begeleiders in de GGz tegenkomen, heeft de GGz Ecademy praktijkmensen ingeschakeld. Aan de hand van waargebeurde verhalen, interactieve opdrachten en praktijkgerichte video’s wordt informatie gegeven over en geoefend met het herkennen van en omgaan met huiselijk geweld. De cursus wordt afgesloten met een toets. De online cursus is sinds september beschikbaar voor de ca. 60.000 medewerkers van de 32 betrokken GGz-instellingen. Anderen kunnen zich voor de cursus aanmeldende via de website thenextpage.nl. Hier vind je ook een demo van de cursus. Meer informatie: ggzecadamy.nl
NUfo
is de digitale nieuwsbrief van NU’91. Hierin vind je het laatste nieuws over NU’91 en over de ontwikkelingen binnen de zorg. Wil jij ook NUfo ontvangen? Ga dan naar www.nu91.nl en log in via Mijn NU’91 en pas Mijn gegevens aan.
Ikben
NUlid
Geef het ons op tijd door wanneer je van adres verandert of van werkgever. Vul de nieuwe gegevens in en stuur de bon -zonder postzegel - naar: NU’91 Ledenadministratie Antwoordnummer 9331 3500 ZC Utrecht Je kunt de wijzigingen natuurlijk ook per email doorgeven:
[email protected]
naam lidnr. email
Nieuw adres adres postcode tel. nr.
woonplaats
oude postcode
rekeningnr.
Nieuwe werkgever naam instelling adres postcode
plaats
ingangsdatum email werk ZORGANNONUMMER 135 - 19
Waarom een auto kopen… Lease’m!
Zo werkt het: - ga naar www.leasem.nl en kies je auto - kies bij reserveren voor lidmaatschaplease om de extra korting te krijgen - reserveer de auto
Heb je nog vragen over deze unieke aanbieding, of heb je afwijkende Een nieuwe auto rijden zonder je spaargeld aan te spreken? NU’91 leden kunnen nu profiteren!
wensen met betrekking tot de uitvoering? Stuur dan een e-mail
All-in maandtarief Lease’m biedt de leden van NU’91 een nieuwe auto voor een all-in maandtarief met een optionele unieke inleverregeling! Door dit maandtarief weet je exact wat je auto kost. Verzekering, wegenbelasting, onderhoudskosten, hulp bij pech, afschrijving; alles is inbegrepen! Het enige dat je daarnaast betaalt, is de brandstof!
Inleverregeling Dankzij de unieke inleverregeling van Lease’m hoeven leden van NU’91 in deze onzekere tijden niet wakker te liggen van de financiële verplichtingen. Raak je buiten je schuld je baan kwijt, dan kan je de auto - zonder meerkosten - voortijdig inleveren.
Unieke aanbieding Alle leden van NU’91 kunnen NU gebruik maken van de voordelen van privé-lease tegen een nog scherper tarief! Op het tarief zoals dat op onze website vermeld staat, heeft NU’91 voor haar leden een korting bedongen van €100,- per jaar! Ook hierom ben je lid van NU’91
waarom kopen....
Voor NU’91 leden
€100,korting per jaar!
m
voordelig leasen voor de particulier!
naar
[email protected]