vertigo beoordeling op de SEH
Bart van der Worp
disclaimer geen duizeligheidsexpert geen belangenverstrengeling
oorzaken duizeligheid vestibulair centraal cardiovasculair intoxicatie metabool …
BPPD neuritis vestibularis M. Meniere labyrintitis … TIA/beroerte vestibulaire migraine …
ritmestoornis orthostatische hypotensie …
acuut vestibulair syndroom
acute duizeligheid bewegingsintolerantie nystagmus instabiele gang misselijkheid en braken geen ‘focale neurologie’
centraal of perifeer?
TIA beroerte multipele sclerose …
neuritis vestibularis labyrintitis …
vascularisatie binnenoor
Lee 2013
vascularisatie binnenoor
Lee 2013
vrouw, 56 jaar voorgeschiedenis depressie hypertensie anamnese in bed plots draaiduizelig, persisterend kon niet meer lopen door duizeligheid dag ervoor ‘scheel zien’ gedurende 5 s veel stress
vrouw, 56 jaar lichamelijk onderzoek RR 151/89 mm Hg; pols, hart g.a. 3e graads nystagmus naar rechts zit stabiel loopt enkele passen wijdbeens CT hersenen na 90 min normaal
man, 71 jaar voorgeschiedenis hypertensie anamnese < 3 weken aanvallen acute vertigo, geïsoleerd huisarts → cinnarizine uren “niet lekker” → plots bewustzijnsverlies
man, 71 jaar neurologisch onderzoek E1M3V1 pupillen 2 mm +/+ CR -/ OCR -/-
frequentie beroerte bij acute duizeligheid retrospectieve studie SEH – VS 9472 presentaties vanwege duizeligheid vestibulair 33% cardiovasculair 21% respiratoir 12% ook neurologisch 11% neurologische beroerte 4% uitval metabool 11% intoxicatie 11% Newman-Toker 2008
kans op beroerte na duizeligheid op SEH prospectieve studie in Texas, 2011 – 2012 1245 patiënten met duizeligheid, instabiliteit ≥ 45 jaar, gemiddeld 62 jaar beroerte “uitgesloten” kans op beroerte bepaald in volgende jaar
Kerber 2014
kans op beroerte na duizeligheid op SEH
Kerber 2014
kans op beroerte na duizeligheid op SEH
Kerber 2014
onderscheid centraal en perifeer ABCD2 head-impulse test HINTS (-plus)
ABCD2 score Age ≥ 60 jaar Blood pressure ≥ 140/90 mm Hg Clinical features unilateral weakness speech Duration > 1 hour Diabetes mellitus
1 1 2 1 1 1
Johnston 2007
kans op beroerte (%)
ABCD2 en kans op herseninfarct
ABCD2 score Johnston 2007
kans op beroerte (%)
ABCD2 en kans op herseninfarct
maanden
Amarenco 2016
ABCD2 bij duizeligheid
studie in UMC VS 190 patiënten met acuut vestibulair syndroom 35% neuritis vestibularis 60% vertebrobasilair infarct / bloeding ABCD2 ≥ 4: sensitiviteit en specificiteit ≈ 60%
Newman-Toker 2013
head impulse test
vestibulo-oculaire reflex
head impulse test
Halmagyi 2000
head impulse test https://www.youtube.com/watch?v=-fs20vQnNzA
head impulse test test in afgelopen 2 jaar ≥ 5x uitgevoerd?
betrouwbaar in eigen handen? betrouwbaar indien uitgevoerd door lokale collega’s?
head impulse test studie in UMC VS 42 patiënten met acuut vestibulair syndroom 8 vestibulopathie → 8 HIT + → 31 HIT – 34 beroerte → 3 HIT +
Newman-Toker 2008
Tatu 2012
HINTS Head Impulse Nystamus Test of Skew
Halmagyi 1988
HINTS suggestief voor centrale oorzaak bij één of meer: Head Impulse → normaal Nystamus → verandert met blikrichting Test of Skew → skew deviation
Newman-Toker 2015
HINTS bij duizeligheid
studie in UMC VS 101 patiënten met acuut vestibulair syndroom 25 perifeer 76 centraal HINTS ‘centraal’ 100% sensitief 96% specifiek Newman-Toker 2008
beperkingen head impulse test / HINTS sensitiviteit en specificiteit getest in (sterk) geselecteerde populaties en door (sterk) geselecteerde onderzoekers. vaak lastig uit te voeren bij acuut duizelige patiënt niet bruikbaar als symptomen voorbij zijn
Venhovens 2016
Venhovens 2016
acuut vestibulair syndroom zit en staat zonder steun geen “neurologie”
horizontale nystagmus in één richting afwijkende head impulse test verticale oogstand normaal centrale oorzaak erg onwaarschijnlijk Edlow 2015
conclusies Bij een acuut vestibulair syndroom zonder ‘focale neurologie’ is de kans op een centrale oorzaak erg klein. Het bestaan van een centrale oorzaak dient echter te worden geëvalueerd. Er is geen test in de SEH setting met voldoende specificiteit. Met combinatie van tests kan een centrale oorzaak voldoende uitgesloten worden.
duizeligheid met of zonder bewegingssensatie?
Hijdra 2010
niet-focale symptomen transient neurological attack (TNA) plots ontstaan; duur < 24 uur geen migraine, epilepsie, syncope, ect. focaal (= TIA) niet-focaal gemengd
Bos 2007
niet-focale TNA’s verminderd bewustzijn verwardheid amnesie instabiliteit niet-rotatoire duizeligheid paresthesieën onwel gevoel bilaterale zwakte Bos 2007
incidentie TNA’s in Rotterdam studie per 1000 persoonjaren focaal 4,7 niet-focaal 3,8 gemengd 0,6 → slechtste prognose
Bos 2007
vasculaire sterfte na TNA
Bos 2007
klinische relevantie niet-focale symptomen bij TIA of herseninfarct Nederlands TIA-onderzoek (1986 – 1990) zeer gedetailleerde anamnese LiLAC-cohort follow-up tot 2003 primaire uitkomst: beroerte, hartinfarct of overlijden Compter 2014
Nederlands TIA-onderzoek 2409 patiënten gemiddelde follow-up 10,1 jaar focale + niet-focale symptomen op moment TIA of infarct bij 739 patiënten (31%) 373 niet-rotatoire duizeligheid 110 instabiliteit Compter 2014
beroerte, hartinfarct of vasculaire dood
___
non-focal symptoms present ___ non-focal symptoms absent
Compter 2014
conclusie Niet-focale symptomen bij een TIA of herseninfarct hebben geen effect op de kans op een beroerte, hartinfarct of vasculaire dood in de daaropvolgende jaren.