BELGISCHE GROEP VAN DE INTERPARLEMENTAIRE UNIE
BEZOEK VAN DE SECTIE BELGIË-PALESTINA VAN DE BELGISCHE GROEP VAN DE INTERPARLEMENTAIRE UNIE IN PALESTIJNS GEBIED
van zondag 28 februari tot vrijdag 4 maart 2016
VERSLAG VAN MEVR. GWENAËLLE GROVONIUS, VOORZITSTER VAN DE BILATERALE SECTIE BELGIË-PALESTINA VAN DE BELGISCHE GROEP VAN DE INTERPARLEMENTAIRE UNIE INLEIDING Van zondag 28 februari tot vrijdag 4 maart 2016 bracht een delegatie van de Sectie België-Palestina van de Belgische Groep van de Interparlementaire Unie een bezoek aan het Palestijns Gebied. De delegatie was samengesteld uit: -
mevrouw
Gwenaëlle
GROVONIUS,
Lid
van
de
Kamer
van
volksvertegenwoordigers
(PS/Franstalige socialisten), Voorzitter van de Bilaterale Sectie België-Palestina van de Belgische IPU-groep -
mijnheer Vincent VAN QUICKENBORNE, Lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers (Open Vld/Vlaamse liberalen), Vicevoorzitter van de Bilaterale Sectie België-Palestina van de Belgische IPU-groep
-
mijnheer Piet DE BRUYN, Senator (N-VA/Vlaamse nationalisten), Vicevoorzitter van de Bilaterale Sectie België-Palestina van de Belgische IPU-groep
-
mijnheer Jean-Marc NOLLET, Voorzitter van de Ecolo-Groen Kamerfractie (Nederlandstalige en Franstalige Groenen), Lid van de Bilaterale Sectie België-Palestina van de Belgische IPU-groep
1
-
mevrouw Brigitte GROUWELS, Senatrice (CD&V/Vlaamse christendemocraten), Lid van de Bilaterale Sectie België-Palestina van de Belgische IPU-groep
-
mijnheer David CLARINVAL, Lid van de Kamer van volksvertegenwoordigers (MR/Franstalige liberalen), Lid van de Bilaterale Sectie België-Palestina van de Belgische IPU-groep
-
mevrouw Ann VANDENBOSCH, Adviseur bij de Kamer van volksvertegenwoordigers, Secretaris van de Bilaterale Sectie België-Palestina van de Belgische IPU-groep
De delegatie werd vergezeld door de heer Hassan ALBALAWI, belast met de Bilaterale Relaties op de Palestijnse Missie in Brussel, en de heer Baudouin LOOS, journalist bij de krant “Le Soir” Tijdens het bezoek publiceerde de delegatie twee persberichten. Het eerste na de weigering van Israël tot toekenning van de doorgangsbewijzen voor een bezoek aan Gaza. In het tweede roepen de delegatieleden de Belgische regering op zich aan te sluiten bij het Franse initiatief om het vastgelopen Israëlisch-Palestijnse vredesproces opnieuw op gang te brengen en zeggen een resolutie in die zin in het Parlement te zullen indienen.
2
PROGRAMMA Zondag, 28 februari 2016 15.00 u.
Aankomst op de luchthaven Ben Gurion in Tel Aviv Verwelkoming door de heer Jan De Pauw, Consul Politieke Zaken, Consulaatgeneraal van België in Jeruzalem, en Michael Aendenhof, Raad Politieke en Economische Zaken, Ambassade van België in Tel Aviv.
18.00
Aankomst in Ramallah - Check-in
20.00
Welkomstdiner met de heer Abdullah Abdullah, Voorzitter van de commissie voor het Algemeen Beleid van de Palestinian Legislative Council (PLC) en de heer Ahmed Magdadi, Adjunct-Secretaris-Generaal van de PLC bevoegd voor Buitenlandse Betrekkingen en Media, en de heer Akram Sakka, General Manager van het Olympisch Comité.
Maandag, 29 februari 2016
09.00
Vergadering in het United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) - (Mac House, 7 St. George Street, Sheikh Jarrah, Jeruzalem) Briefing door de heer David Carden, Head of Office, en de heer Ezekiel Lein, Head of the Analysis Policy and Protection Unit
10.30
Vergadering in het Alternative Information Center (AIC) Briefing door Sergio Yahni en Connie Hackbarth
12.15-13.15
Vergadering met de heer Abdul-Karim Qays (Democratic Front for the Liberation of Palestine), Jamal Abo Rub (Fatah), en Mustafa K. Al-Barghouti (Palestinian National Initiative), Leden van de PLC
13.15
Neerlegging van een krans op het graf van President Yasser Arafat
13.30-14.00
Audiëntie met Z.E. de heer Mahmoud Abbas, President, in de aanwezigheid van de heer Ziad Abu Amr, Vice-Eerste Minister, en de heer Azzam Al-Ahmed, Fractieleider van Fatah in de PLC
14.00
Middagmaal aangeboden door de heer Azzam Al-Ahmed, Fractieleider van Fatah in de PLC, in de aanwezigheid van mevrouw Najat Alastal, Lid van de PLC (Fatah) en de heer Ibrahim Khreisheh, Secretaris-Generaal van de PLC
3
16.15
Ontmoeting met de heer Mohammad Shtayyeh, Voorzitter van de Palestinian Economic Council for Development and Reconstruction (PECDAR)
20.00
Diner met leden van het middenveld (Sahar Francis, Algemeen Directeur van Addameer Prisoner Support and Human Rights Association, Jonathan Kuttab, advocaat bij Al-Haq, Qaddura Fares, Voorzitter van de Palestinian Prisoner’s Society, Shawan Jabarin, Algemeen directeur van Al-Haq, en Varsen Shahin, CommissarisGeneraal van The Independent Commission for Human Rights
Dinsdag, 1 maart 2016
09.00
Vergadering bij Defence Children International (DCI) met Khaled Quzmar, Advocaat, Algemeen Directeur, Ivan Karakashian, Advocacy Unit Coordinator, en Ayed Abueqtaish, Senior Member
10.45
Bezoek aan de Universiteit van Birzeit (bij Ramallah). Gesprek met de heer Abdullatif Abu Hijleh, Voorzitter, Professor Mudar Kassis, Master Program Director, Hanada Kharama, Faculty Member, Department of Philosophy and Cultural Studies, Samia Al-Botmeh, Faculty Member, Department of Economics, Dolly Naamour, Director Office of Grants and Contracts, en enkele vertegenwoordigers van de studenten
13:00
Lunch in Nablus Bezoek aan de archeologische site van Sebastia
18.30
Receptie aangeboden door de heer Bruno Jans, Consul-Generaal van België in Jeruzalem, in de aanwezigheid van leden van de Belgische gemeenschap
Woensdag, 2 maart 2016
09.00-10.00
Transfer naar BETHLEHEM
10.10-11.10
Audiëntie met mevrouw Rula Ma’ayah, Minister van Toerisme en Oudheden, in de aanwezigheid van Fayiz Saqqa, Lid van de PLC (Fatah), en Mohammed K. Lahham, Lid van de PLC (Fatah)
11.20-12.20
Bezoek aan de Geboortekerk
4
12.30-13.15
Bezoek aan het vluchtelingenkamp Aida en de Muur
13.30-15.00
Lunch in de aanwezigheid van Fayiz Saqqa, Lid van de PLC (Fatah), Mohammed K. Lahham, Lid van de PLC (Fatah)
15.10-15.45
Transfer naar HEBRON
15.50-17.00
Ontmoeting met Imad Hamdan, Directeur van het Hebron Rehabilitation Committee. Geleid bezoek aan de stad door mevr. Sahar Qawasmi, Lid van de PLC, en Issa Amro, Youth against Settlements, evenals Raed Abu a-Rmeilr, vertegenwoordiger van B’Tselem
17.10
Terugkeer naar Ramallah
Donderdag, 3 maart 2016 09.30-12.00
Transfer naar Jeruzalem Audiëntie met de heer Adnan Hussein, Gouverneur van de stad Jeruzalem Bezoek aan de stad
Namiddag georganiseerd door de Belgische ambassade in Tel Aviv
12.30
Werklunch met de heer Sammy Revel, Directeur Europese Aangelegenheden op het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Staat Israël
13.45
Transfer naar Tel Aviv
15.00
- Ontmoeting met mevr. Ksenia Svetlova, Lid van de Knesset (Zionist Union) - Ontmoeting met de heer Elie Podeh, Professor aan het Departement Islam en Midden-Oosten Studies, The Hebrew University of Jerusalem - Ontmoeting met mevr. Nurit Koren, Lid van de Knesset (Likoed) en Voorzitster van de Parlementaire Vereniging Israel-België - Debriefing door Z.E. de heer John Cornet d’Elzius, Ambassadeur
5
17.00
Terugkeer naar Ramallah
20.00
Ontmoeting met de heren Riyad Amleh, Ahmad Atton, Ayman Daraghmeh, Jaber Fuqaha en Mohammed Totah, Leden van de PLC (Hamas)
Vrijdag, 4 maart 2016 09.00
Transfer naar JERICHO Audiëntie met Saeb Erekat, Head of PLO's Negotiations Affairs Department Bezoek aan de archeologische site Hisham’s Palace
16.20
Vertrek naar Brussel
6
VERSLAG 1.
Maandag 29 februari 2016
1.1. United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) Het bezoek aan het Palestijns Gebied startte op maandag 29 februari 2016 met een briefing door OCHA. OCHA staat voor United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs. De briefing van de heer Ezekiel Lein, Head of the Analysis Policy and Protection Unit, bleek de ideale start van het parlementair bezoek. Hij gaf een algemeen overzicht van de problemen waarmee Palestina geconfronteerd wordt. -
de situatie van de Palestijnse vluchtelingen op de Westbank en in Gaza (4,5 miljoen) en in de buurlanden Libanon (430.000), Syrië (480.000), Jordanië (2 mio), Egypte (70.000) en in Saoedi-Arabië (240.000);
-
de problemen veroorzaakt door de fragmentatie van het grondgebied (bewegingsvrijheid en heropbouw);
-
de organisatie van het bestuur ingevolge de Oslo-akkoorden (1993). Het Palestijns Gebied is opgedeeld in 3 zones (A, B en C) en Oost-Jeruzalem. Meer dan 60% van de Westbank (of 300.000 Palestijnen) behoort tot zone C en valt onder de directe controle van Israël (IL). De beperkingen opgelegd inzake het gebruik van land vormt een groot probleem. Het creëert schaarste en zorgt voor prijsstijgingen in de andere zones. Minder dan 40% van de Westbank behoort tot zones A en B. In theorie vallen deze gebieden onder Palestijns bestuur doch in de praktijk
blijft
de
controle
van
Israël
groot
(o.m.
belastingen
en
waterbronnen).
Een studie toont aan dat zonder deze beperkingen het Palestijnse GDP met 35 % zou kunnen stijgen; -
Op de Westbank leven 573.000 kolonisten verdeeld over 150 kolonies. Deze kolonies vertegenwoordigen 3% van de totale oppervlakte van de Westbank. 18% van het grondgebied is exclusief militair gebied, 10% natuurgebied;
-
In zone C en Oost-Jeruzalem is het voor de Palestijnen quasi onmogelijk om een bouwvergunning te verkrijgen. Het aantal vernietigingen door Israël van deze (ook humanitaire) structuren is de laatste maanden aanzienlijk toegenomen. De bedoeïenen zijn hiervan het eerste slachtoffer (75% van de vernietigingen). Zij staan onder permanente druk om te verhuizen;
-
Het omstreden project E1 om Oost-Jeruzalem streeft ernaar de Westbank te verbinden met de kolonies en aldus de Westelijke Jordaanoever op te splitsen in twee delen. Dit zou de facto het einde van de tweestatenoplossing betekenen;
-
In Oost-Jeruzalem wonen 200.000 kolonisten i.e. een verdubbeling sinds 1993. Enkele dichtbevolkte Palestijnse gebieden die onder het bestuur van Jeruzalem vallen (bvb. Kafr ‘Aqab) werden door de bouw van de muur buitengesloten. Deze inwoners in het bezit van een Israëlische ID moeten bijgevolg telkens via de controles;
7
-
60% van de muur is gerealiseerd. In 2004 oordeelde het Internationaal Hof van Justitie de bouw van de muur strijdig met het internationaal recht waar deze de groene lijn overschrijdt. Het Hooggerechtshof van Israël hanteert de proportionaliteitsregel en ging in enkele gevallen over tot een gedeeltelijke correctie (bvb. Qalqiliya minus Zufin en Alfe Menashe). De veiligheidsoverwegingen aangehaald voor de bouw van de muur worden als weinig geloofwaardig afgedaan. Immers, 20.000 Palestijnse arbeiders steken dagelijks illegaal de grens over. 50 tunnels verbinden Palestijnse dorpen met elkaar onder de muur;
-
De humanitaire noden in Gaza blijft veel groter dan deze op de Westbank. 80% van de bevolking ontvangt de een of andere hulp, meer dan de heft is volledig afhankelijk van humanitaire bijstand. De blokkade (enigszins versoepeld), een cyclus van geweld en oorlogen (zomer 2014) en de interne Palestijnse verdeeldheid tussen Hamas en Fatah bemoeilijken de heropbouw.
1.2. Alternative Information Center (AIC) Het Alternative Information Center (AIC) is een Palestijns-Israëlische co-organisatie en probeert, volgens de heer Sergio Yahni, de Palestijnen, de Israëli’s en de internationale gemeenschap te informeren over de huidige realiteit ‘vanuit een niet schizofreen oogpunt’. Het AIC, een gezamenlijk Palestijns-Israëlisch initiatief, wenst met de hulp van het middenveld en de vakbonden een brug te slaan tussen beide gemeenschappen om een einde te maken aan de bezettingspolitiek. Het samenleven van beide gemeenschappen wordt alsmaar moeilijker, niet alleen door de fysieke scheiding, maar ook door het populistisch opbod en de toenemende sfeer van haat. Op vraag van de Belgische delegatie werden twee recente wetgevende initiatieven toegelicht: een eerste over de controle op de buitenlandse financiering van de ngo’s en een tweede inzake de mogelijke uitsluiting (van een reeks parlementaire activiteiten) van Leden van de Knesset (Suspension Bill). Volgens het AIC bestaat er reeds strenge wetgeving ter zake. Deze initiatieven spruiten voort uit een zekere profileringdrang van nieuwe MP’s en kaderen in een algemene sfeerschepping en profileringdrang. Het laatste initiatief past in de bredere discussie over de inhoud te geven aan ‘een Joodse staat’. De Joodse meerderheid is bedreigd door de afnemende Joodse migratie en de lagere demografische groei aan Joodse kant.
8
1.3. Palestinian Legislative Council Tijdens de vergadering met de Leden van de PLC (Abdul-Karim Qays van het Democratic Front for the Liberation of Palestine, Jamal Abo Rub van Fatah, en Mustafa K. Al-Barghouti van het Palestinian National Initiative), en het middagmaal aangeboden door de heer Azzam Al-Ahmed, Fractieleider van Fatah in de PLC, in de aanwezigheid van mevrouw Najat Alastal, Lid van de PLC voor Fatah, en de heer Ibrahim Khreisheh, Secretaris-Generaal van de PLC, werd er vooral van gedachten gewisseld over de mogelijke verzoening tussen Hamas en Fatah, de organisatie van
presidents- en wetgevende verkiezingen en de opvolging van
President Mahmoud Abbas. Een akkoord tussen beide fracties moet de weg vrijmaken voor een regering van nationale eenheid en de organisatie van verkiezingen. De ongeveer 40.000 door Hamas in Gaza aangeworven ambtenaren en het beheer van de grenspost van Rafah zijn heikele punten. Beide partijen kondigden een persstop af om de onderhandelingen niet te schaden. Volgende onderwerpen kwamen eveneens aan bod : -
het onevenwicht tussen de uitvoerende macht en de PLC. De Palestijnse autoriteit gaat vaak haar bevoegdheden te buiten. Dit is een onmiddellijk gevolg van de bezetting die ervoor zorgt dat de PLC niet naar behoren kan functioneren. De PLC is echter de enige plaats waar de interparlementaire verzoening tot stand kan komen;
-
de sit-in van Najat Abou Baker, Lid van de PLC voor Fatah, in de gebouwen van de PLC. Mevrouw Abou Baker beschuldigt een minister van corruptie. De Procureur-Generaal wenst haar hierover te ondervragen en vraagt bewijzen aan te dragen. Alle fracties zijn het er echter over eens dat de Procureur-Generaal het recht niet heeft om mevrouw Abou Baker te convoceren zolang de assemblee haar parlementaire onschendbaarheid niet opheft.
-
het gebrek aan oplossing voor het Israëlisch-Palestijns conflict als voedingsbodem voor de andere conflicten in de regio en het terrorisme;
-
de politieke gevangenen. Sommige parlementsleden, vooral van Hamas, verblijven al meer dan 13 jaar in Israëlische gevangenissen. Op een bepaald ogenblik betrof het 50 Leden.
9
1.4.
Z.E. de heer Mahmoud Abbas, President
Audiëntie met Z.E. de heer Mahmoud Abbas, President, in de aanwezigheid van de heer Ziad Abu Amr, Vice-Eerste Minister, en de heer Azzam Al-Ahmed, Fractieleider van Fatah in de PLC. Z.E. de heer Mahmoud Abbas wees in de eerste plaats op de toegenomen spanningen met IL ingevolge de aanvallen van IL op de heilige plaatsen, de houding van de kolonisten en de weigering van IL om mee te werken aan een permanente oplossing (permanent status) voor het conflict. President Abbas vraagt respect voor eerder gemaakte afspraken. De vraag om de naleving van de VN-resoluties gelijk te stellen met het stellen van precondities is oneerlijk. De President wil zo snel als mogelijk een oplossing. De buitenlandse dreiging die uitgaat van IS betekent immers een groot gevaar voor iedereen. Hij zegt de recente reeks aanvallen tegen Israëlische burgers te betreuren. Het zijn individuele aanvallen van enkele jongeren. Hij spreekt de hoop uit dat deze aanvallen snel zullen stoppen. De PA behield de veiligheidssamenwerking met IL, en dit ondanks interne kritiek. IL geeft toe dat de Palestijnse inspanningen ter zake succesvol zijn. Met betrekking tot de verzoeningsgesprekken tussen de facties Hamas en Fatah stelt President Abbas dat hij zo snel mogelijk een regering van nationale eenheid wil die wetgevende en presidentsverkiezingen kan organiseren. De laatste verkiezingen dateren immers van 2006. De onderhandelingen zouden eerstdaags starten in Qatar.
10
De Palestijnse President is tevreden met het Franse initiatief. Hij vraagt een gelijkaardig canvas zoals dit bij de onderhandelingen met Iran (5 + 1). Een Lid van de Belgische delegatie polste bij President Abbas naar diens mening over de eindbalans van President Barack Obama’s beleid in het Midden-Oosten. Hij zei hier slechts te willen op antwoorden na diens vertrek. De heer Ziad Abu Amr, Vice-Eerste Minister, dringt aan op de erkenning van de Staat Palestina door de Europese landen. Op dit ogenblik gebeurde dit alleen door Zweden en het Vaticaan.
1.5. Palestinian Economic Council for Development and Reconstruction (PECDAR) De Palestinian Economic Council for Development and Reconstruction (PECDAR) werd opgericht na de akkoorden van Oslo om op een transparante manier het geld van de 46 donoren bestemd voor de heropbouw en ontwikkeling te verdelen. PECDAR functioneert als een soort bypass (donoren hoeven niet voorbij het ministerie van Financiën) en ressorteert direct onder de President van de PA. PECDAR financiert ook het National Institute for Administration (een soort ENA), het Nationale Institute for Information Technology en het Woman’s Found; Dat laatste verleent microkredieten waarvan 99,9% ook effectief worden terugbetaald. Het is de enige instelling van de PA die bleef doorwerken in Gaza. 11
Volgens de heer Mohammad Shtayyeh, Voorzitter van PECDAR, vernietigt IL elke grond voor een tweestatenoplossing (tenzij men dit interpreteert als een tweestatenoplossing binnen de Westbank met de kolonisten enerzijds en de Palestijnen anderzijds). IL doet er volgens hem op het terrein alles aan om de mogelijke totstandkoming van een Palestijnse Staat onmogelijk te maken met de oprichting van zone C, de bezetting van Gaza, de annexatie van Jeruzalem en het inpalmen van de Jordaanvallei. De vallei van de Jordaan beslaat 28% van de totale oppervlakte van de Westbank. IL haalt veiligheidsredenen aan om dit gebied af te schermen maar volgens voorzitter Shtayyeh gaat het over het inpalmen van vruchtbare landbouwgrond en waterreserves. Op dit ogenblik leven er 681.000 kolonisten op de Westbank wat overeenstemt met 22% van de totale bevolking van dat gebied. Het feit dat de Palestijnen zone C niet kunnen uitbuiten betekent een economisch verlies van 4 mio USD op jaarbasis. De werkloosheid op de Westbank bedraagt 28% (deze in Gaza zelfs 41%). Investeringen zullen uitblijven zolang een duurzaam vredesakkoord uitblijft. Aan het einde van de laatste ronde vredesonderhandelingen in Julie 2014, onder leiding van Secretary of State John Kerry, kwam er plots de eis van IL tot erkenning van de Joodse Staat.
Volgens de heer Shtayyeh komt het alleen aan de Israëli’s toe de inhoud te
bepalen die hun Staat moet aannemen net zoals dat een exclusief recht is voor de Palestijnen wanneer het hun Staat betreft. Hij wees ook op de dringende noodzaak van een interne verzoening en de troebele rol die Turkije hierbij speelt. Met betrekking tot het pijnpunt van de terugname van de ambtenaren in Gaza zijn de cijfers wat hem betreft ruim overtrokken. Hij schat hun getal op 18.000 à 20.000. De ‘Swiss Salary 1
Proposal’ gaf een eerste aanzet . Een speciale rechter zal moeten oordelen over de individuele dossiers. Hij wees op een belangrijke demografische evolutie. Op dit ogenblik leven er 6,3 mio Joden in Israël en Palestina en 6,3 mio Palestijnen in Palestina en Israël. In 2020 zullen deze laatsten echter 53% van de totale bevolking uitmaken. De hoognodige vernieuwing en verjonging van het politiek personeel kan alleen maar na verkiezingen. Meer in het algemeen moet het democratisch proces zo snel als mogelijk hersteld worden.
1
Het ‘Swiss salary proposal’ of ‘Swiss employment plan’ is een intitatief van een delegatie Zwitserse diplomaten o.l.v. de gewezen Zwitserse vertegenwoordiger bij de PA, Ronald Steiniger, en de Zwitserse Consul in Jeruzalem, de heer Paul Garnier, dat een oplossing beoogt voor de uitbetaling van de lonen aan de door de niet militaire vleugel van Hamas aangeworven ambtenaren in Gaza.
12
2.
Dinsdag 1 maart 2016
2.1.
Children International (DCI)
Dinsdag 1 maart 2016 startte met een vergadering bij Defence Children International (DCI) met Khaled Quzmar, Advocaat, Algemeen Directeur, Ivan Karakashian, Advocacy Unit Coordinator, en Ayed Abueqtaish, Senior Member. DCI Palestine (DCIP) verleent legal advocay voor kinderen in de Israëlische gevangenissen en in deze die onder de jurisdictie van de PA vallen. Mede onder druk van DCI kwam er in Palestina een nieuwe Kindwet en Jeugdwet tot stand in overeenstemming met de internationale standaarden. Tussen oktober 2015 en februari 2016 noteerde DCIP 1.
het opnieuw toepassen van de administratieve aanhouding op kinderen (d.i. tussen 12 en 17 jaar);
2.
een aanzienlijke toename van het aantal kinderen in de IL gevangenissen;
3.
het buitensporig gebruik van geweld tegen kinderen door IL veiligheidsdiensten.
Vooraleer deze punten verder uit te diepen wenste de heer Ivan Karakashian de delegatieleden op een belangrijk gegeven te wijzen. De Palestijnen op de Westbank ressorteren onder de IL militaire wetten, de kolonisten daarentegen vallen onder de burgerlijke wetten. In principe zijn deze laatste ook van toepassing op de Palestijnen in Oost-Jeruzalem maar de toepassing ervan is zeer verschillend. IL gaat over tot pick and choose uit de internationaal humanitair recht. Op dit ogenblik zijn er 4 kinderen administratief aangehouden op de Westbank en werd er voor de eerste keer ook een kind administratief aangehouden in Jeruzalem. In december 2015 verbleven er 422 kinderen in IL gevangenissen. Dit betekende een verdriedubbeling in vergelijking met augustus 2015 en het hoogste aantal sinds februari 2009. Bijna 60% van de Palestijnse kinderen worden overgebracht naar gevangenissen in Israël wat een schending betekent van de Vierde Conventie van Genève. In 99% van de gevallen die voor een militaire rechtbank worden gebracht wordt ook een effectieve veroordeling uitgesproken. Bijna 40% van de kinderen (Westbank en Oost-Jeruzalem) worden aangehouden tussen 00.00 u. en 05.00 u. AM zogezegd om te vermijden dat er bij de omstanders geweld zou uitbreken. Dit betekent een traumatische ervaring voor het kind en het hele gezin. Vaak gaan deze aanhoudingen gepaard met verbaal en psychologisch geweld. Sommige kinderen worden ook in een isolatiecel geplaatst. Meestal wordt de vrijlating op borgsom geweigerd. 13
Veel kinderen worden de eerste drie maanden geïsoleerd van hun ouders die meestal ook niet weten waar hun kind verblijft. Er bestaan drie soorten veroordelingen: gevangenisstraf (waarbij de administratieve aanhouding niet in mindering wordt gebracht), boete (wanneer de ouders niet kunnen betalen betekent dit een bijkomende gevangenisstraf) en opschorting van straf (bijkomende sanctie in geval van recidive tijdens een periode van 5 jaar nu i.p.v. 2 jaar vroeger). In de praktijk heeft het kind er alle belang bij om schuldig te pleiten. Na een straf van 3 tot 6 maanden wordt hij vrijgelaten. Vaak komen de trauma’s bij deze kinderen pas veel later aan de oppervlakte. Op dat ogenblik is er echter niet langer psychologische hulp beschikbaar.
Met betrekking tot het derde punt gaf de heer Ivan Karakashian aan dat er tussen 1 oktober 2015 en einde februari 2016 38 jongeren gedood werden. Er wordt geweld gebruikt ook nadat het kind geïmmobiliseerd is en hij krijgt geen toegang tot een ambulance. Vaak wordt er geen degelijk onderzoek gevoerd noch autopsie uitgevoerd en weigert men het lichaam terug te geven aan de familie. DCIP probeert de procedures van de militaire rechtbanken te veranderen wat niet uitsluit dat ze principieel tegen het gebruik van deze rechtbanken in deze gevallen zijn.
Op een vraag van een Lid van de Belgische delegatie stelt Algemeen Directeur Khaled Quzmar dat administratieve aanhoudingen in se niet verboden zijn door het internationaal recht voor zover er strikte voorwaarden worden nageleefd. De excessieve toepassing ervan door IL vormt wel een probleem. Verschillende Palestijnse NGO’s dienden een klacht in bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. DCIP vraagt België om druk uit te oefenen op IL om haar wettelijke verplichtingen en alle internationale conventies tegenover de Palestijnse bevolking na te leven. Ze pleiten ook voor een bezoek van een groep Belgische rechters/advocaten om het militaire rechtssysteem te evalueren evenals voor steun aan NGO’s die psychosociale hulp verlenen aan kinderen die de gevangenis verlaten hebben.
14
2.2. Universiteit van Birzeit Bezoek aan de Universiteit van Birzeit (bij Ramallah). Gesprek met de heer Abdullatif Abu Hijleh, Voorzitter, Professor Mudar Kassis, Master Program Director, Hanada Kharama, Faculty Member, Department of Philosophy and Cultural Studies, Samia Al-Botmeh, Faculty Member, Department of Economics, Dolly Naamour, Director Office of Grants and Contracts,
en enkele
vertegenwoordigers van de studenten.
De Universiteit van Birzeit telt 8 faculteiten, 12.000 studenten en 300 lesgevers. Twee derde van de studenten zijn meisjes. Er werd vooral uitgelegd op welke wijze de bezetting de werking van de universiteit hypothekeert. Sinds haar oprichting in 1976 werd de universiteit 15 keer voor een min of meer lange periode gesloten, een laatste maal van 1988 tot 1992. In 2001 werd de toegangsweg afgesloten met als gevolg dat de lessen gedurende een maand niet konden doorgaan. Op 11 januari 2016 volgde er een inval in de gebouwen van de Studentenraad met heel wat vernielingen als gevolg. 4 leden van de Studentenraad verblijven in administratieve hechtenis. Dit weerhoudt veel studenten zich te engageren in de Studentenraad. Sinds oktober 2015 werden er 25 aanhoudingen onder de studenten verricht van wie er 15 nog steeds in de gevangenis verblijven. De Universiteit hanteert een zogenaamd ‘make-up system’ dat het studenten die de gevangenis verlaten moet mogelijk maken de verloren tijd in te halen en hun studies alsnog succesvol af te ronden. In dit kader maakt men ook gebruik van nieuwe technologieën o.m. om de lessen die niet kunnen plaatsvinden wegens de fysieke afwezigheid van een docent toch te kunnen laten doorgaan. 80% van de studenten komen uit Jeruzalem en Ramallah terwijl vroeger 30% van de studenten uit Gaza afkomstig waren. De universiteit kan niet langer aanspraak maken op een internationaal statuut. Het is immers onmogelijk om als buitenlander (lesgever of student) een visum te krijgen voor langer dan 3 maanden. De werking van de universiteit draait hoofdzakelijk op de inschrijvingsgelden van de studenten. De overheid stelt nauwelijks werkingsmiddelen ter beschikking. De universiteit ondersteunt 3000 studenten. Ondanks deze contraintes presteren de studenten van deze universiteit uitstekend wanneer ze studies in het buitenland aanvangen of bij de uitoefening van hun job. De uiterst lage tewerkstellingsgraad van vrouwen heeft niets van doen met religieuze overwegingen maar heeft alles te maken met het feit dat de Palestijnse economie en arbeidsmarkt volledig verstoord zijn door de bezetting. De Universiteit van Birzeit schrijft zich in de BDS Movement (Boycott, Divestment and Sanctions) in. Geen enkele IL universiteit betoonde haar solidariteit met de Universiteit van Birzeit wanneer deze gesloten werd noch met de studenten in administratieve detentie.
15
3.
Woensdag, 2 maart 2016
3.1.
Ontmoeting met Rula Ma’ayah, Minister van Toerisme en Oudheden
Op woensdag 2 maart bracht de delegatie een bezoek aan Bethlehem waar zij een audiëntie had met mevrouw Rula Ma’ayah, Minister van Toerisme en Oudheden, in de aanwezigheid van Fayiz Saqqa, Lid van de PLC (Fatah), en Mohammed K. Lahham, Lid van de PLC (Fatah). De hoofdmoot van het gesprek met mevrouw Rula Ma’ayah, Minister van Toerisme en Oudheden, betrof eens te meer de problemen die de sector in Palestina ondervindt ingevolge de bezetting. De cijfers van het aantal toeristen en overnachtingen schommelen in functie van de heropflakkering van het geweld (oorlog in Gaza en recente steekincidenten). De sector lijkt zich snel te herstellen en doet het al bij al niet slecht. Europese toeristen maken zich vooral zorgen over de veiligheid. Toeristen uit Arabische landen ondervinden moeilijkheden om van IL een visum te krijgen om Palestina in te reizen. De meeste archeologische sites bevinden zich in zone C. In weerwil van de akkoorden van Oslo blijft IL illegale (in tegenspraak met de Conventie van Genève) opgravingen uitvoeren. Ook de toeristische infrastructuur aan de Dode Zee is bijna uitsluitend in IL handen.
16
De Palestijnse touroperatoren rijden er m.a.w. heen en keren terug. De bussen uit IL komen met eigen gidsen en rijden tot aan de Dode Zee. Deze gidsen vertellen de buitenlandse toeristen hun politieke en religieuze waarheid. Het is een grote uitdaging voor het ministerie om de buitenlandse toeristen ook in Palestina te laten overnachten. In Jeruzalem moesten trouwens veel Palestijnse hotels de deuren sluiten wegens teveel dagdagelijkse problemen. De akkoorden van Oslo stipuleren dat alle IL en PAL bussen die toeristen vervoeren Jeruzalem in en uit kunnen. In de realiteit kregen slechts 42 Palestijnse bussen hiervoor een vergunning.
3.2.
Hebron Rehabilitation Committee
Ontmoeting met Imad Hamdan, Directeur van het Hebron Rehabilitation Committee. Geleid bezoek aan de stad door mevr. Sahar Qawasmi, Lid van de PLC, en Issa Amro, Youth against Settlements, evenals Raed Abu a-Rmeilr, vertegenwoordiger van B’Tselem
Volgens mevrouw Sahar Qawasmi, Lid van de PLC, en de heer Imad Hamdan, Directeur van het Hebron Rehabilitation Committee, bereikt de IL bezettingspolitiek stilaan haar doel. Veel Palestijnen verlaten de regio van Hebron. 600 kolonisten terroriseren een Palestijnse bevolking van 205.000 eenheden. Nog steeds volgens mevr. Qawasmi en de heer Hamdan gebeuren 80% van de moorden op Palestijnen in de stad zonder geldige reden. Ook dit draagt bij tot het feit dat vele Palestijnen de regio verlaten. Sinds het bloedbad in de Ibrahimi-moskee op 25 februari 1994 worden de bezoeken aan de Grot der Patriarchen voor beide gemeenschappen strikt gescheiden. Onze gesprekspartners kloegen de beperkte toegang voor de moslims tot deze plaatsen aan. Na de briefing vond er een bezoek aan de stad plaats waarbij de Belgische delegatie gewezen werd op de dagelijkse hindernissen die de Palestijnse bevolking ondervindt.
Er vond ook een korte
ontmoeting met een team van Temporary International Presence in Hebron (TIPH) plaats, een in 1997 door 6 landen opgerichte burgerlijke observatiemissie die de autoriteiten van IL en PAL moet bijstaan in hun inspanningen om de situatie op het terrein te verbeteren (voor meer info http://www.tiph.org/)
17
4.
Dinsdag 1 maart 2016
4.1. Gouvernoraat van de stad Jeruzalem
De heer Adnan Hussein, Gouverneur van de stad Jeruzalem, wees in de eerste plaats op het feit dat zijn ministerie buiten de stad ligt. Het mag zich niet vestigen in Jeruzalem noch er opereren. IL is er sinds 1967 in geslaagd het aangezicht van de stad volledig te veranderen geeft hij aan. Oost-Jeruzalem telde bijvoorbeeld in 1967 nog 40% christenen (op 65.000 inwoners) terwijl zij op dit ogenblik nog nauwelijks 1% uitmaken (van haar 360.000 inwoners). Voor IL bestaat er slechts één stad, een Israëlische stad. Gouverneur Adnan Hussein pleit voor een open stad waarbij beide stadsdelen (Oost-Jeruzalem onder Palestijns bestuur) in gezamenlijk overleg beheerd worden. Hij wees verder op de perverse gevolgen van de toepassing van de ‘Absentees’ Property Law’ in Oost-Jeruzalem. Palestijnse eigenaars die op de Westbank of in Gaza wonen kunnen als afwezig van hun eigendommen in Oost-Jeruzalem genoteerd worden. In dat geval kan de IL Staat zich deze eigendommen ook effectief toe-eigenen. Met betrekking tot de kritiek op de veiligheidssamenwerking van de PA met IL stelt Gouverneur Hussein dat het stopzetten van deze samenwerking nog grotere veiligheidsrisico’s inhoudt. 36.000 gewapende eenheden zouden immers teruggetrokken worden.
18
4.2. Belgische ambassade in Tel Aviv
Na een briefing door de heer Sammy Revel, Directeur Europese Aangelegenheden op het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Staat Israël, in Jeruzalem ontmoette de Belgische delegatie volgende personen op de Belgische Ambassade in Tel Aviv -
mevr. Ksenia Svetlova, Lid van de Knesset (Zionist Union),
-
de heer Elie Podeh, Professor aan het Departement Islam en Midden-Oosten Studies, The Hebrew University of Jerusalem,
-
Nurit Koren, Lid van de Knesset (Likoed) en Voorzitster van de Parlementaire Vereniging Israel-België.
Mevrouw Ksenia Svetlova, voormalige journaliste en sinds 2015 Lid van de Knesset voor de Zionist Union, en mevrouw Nurit Koren, sinds één jaar Lid van de Knesset voor Likoed, beantwoordden de talrijke vragen van de Belgische parlementsleden inzake de huidige nederzettingenpolitiek
en
een
eventuele
ontmanteling
of
annexatie,
de
gescheiden
rechtssystemen, de politieke gevangenen, de vernietiging door IL van onder meer met Belgisch geld gefinancierde projecten. Meer in het algemeen vertolkten beiden het standpunt van hun partij over de toekomst van het vredesproces en de visie op het karakter dat de Israëlische staat in de toekomst moet aannemen. 19
Mevr. Svetlova lichtte het plan de Voorzitter van haar politieke partij, de heer Isaac Herzog, toe dat zou leiden tot een unilaterale en volledige afscheiding van de Palestijnen. Mevr. Koren wees op het feit dat er aan Palestijnse kant op dit ogenblik geen valabele onderhandelingspartner bestaat.
De heer Elie Podeh, Professor aan het Departement Islam en Midden-Oosten Studies van The Hebrew University of Jerusalem en lid van de denktank Mitvim, plaatste het conflict tussen Israël en Palestina in een ruimer geopolitiek kader. Hij belichtte de verschillende conflicten in de regio van het Midden-Oosten en stond uitgebreid stil bij de oorlog in Syrië. Mede als gevolg van dit conflict geraakt dat tussen IL en PL van de agenda verdwenen wat de IL overheid toelaat vast te houden aan haar beleid van conflict management. Professor Podeh schetste verder een overzicht van de historiek van 2
de IL-PL vredesonderhandelingen (en de gemiste kansen aan beide zijden) - . 2016 wordt wellicht een rustig jaar gezien de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Dit schept mogelijkheden voor de bij het conflict betrokken protagonisten. 2017 daarentegen blijft op dit ogenblik een grote onbekende. Het kan beide kanten uit, met name een nieuwe geweldspiraal en breuk of een hernieuwde dynamiek in de vredesondehandelingen.
4.3. Ontmoeting met Leden van Hamas
De dag werd afgesloten met een ontmoeting met de heren Riyad Amleh, Ahmad Atton, Ayman Daraghmeh, Jaber, Fuqaha en Mohammed Totah, Leden van de PLC voor Hamas
De hoofdmoot van het gesprek vormde de onderhandelingen tussen Hamas en Fatah. Een Lid van Hamas wees op de grote verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap voor de huidige politieke patstelling in Palestina. Na de wetgevende verkiezingen van 25 januari 2006 en de overwinning van Hamas hierbij mengde de internationale gemeenschap zich in de interne Palestijnse aangelegenheden en strafte hierbij het hele Palestijnse volk. Opnieuw hangt het slagen van de verzoeningspogingen tussen Hamas en Fatah niet alleen af van beide partijen. Er is grote buitenlandse druk om niet te landen. Het Palestijnse volk wil een eengemaakt Palestina. Falen is dus geen optie. De bezetting vormt het grootste obstakel, niet de verschillen tussen beide facties. De PA heeft geen controle over land noch watervoorraden. Volgend op de verkiezingsresultaten van 2006 blokkeerde IL gedurende 10 maanden de doorstorting van de geïnde belastingen met een ontwrichting van het overheidsapparaat in Gaza als gevolg. Uiteraard zal het ook niet eenvoudig om tot een akkoord te komen na een accumulatie van 10 jaren onenigheid. Beide delegaties zullen dra naar Doha reizen met de hoop daar een finaal akkoord te kunnen ondertekenen.
2
Professor Elie Podeh publiceerde in november 2015 bij de University of Texas Press een werkstuk over dit onderwerp met als titel Chances for Peace, Missed Opportunities in the Arab-Israeli Conflict
20
Een Lid vervolgt. Hamas telt vele afdelingen. Een beslissing wordt genomen na intern overleg tussen deze afdelingen. Een uitspraak van een Lid engageert m.a.w. niet noodzakelijk de hele beweging. Alleen een uitspraak van Khalid Meshal, Hoofd van het Politiek Bureau van Hamas, kan dat. Vooraleer het principe van nieuwe verkiezingen te aanvaarden wil Hamas ‘garanties’ dat de internationale gemeenschap deze keer wel de verkiezingsuitslag zal erkennen. Zal IL een verkiezingsgang in Jeruzalem toelaten? Zullen de verkozenen van Hamas ditmaal ook effectief hun mandaat kunnen opnemen en niet zoals bij de vorige verkiezingsgang opgesloten of gedeporteerd worden? IL lijkt de democratische spelregels alleen maar op zichzelf te willen toepassen. Verder moet er een oplossing komen voor de integratie van de 40.000 door Hamas sinds 2007 aangeworven ambtenaren evenals voor zij die op laste van toenmalig EM Salam Fayyad thuisbleven. Met betrekking tot het beheer van de grenspost van Rafah, vervolgt een ander Lid, dat er een akkoord bereikt werd met de Egyptische autoriteiten. Deze grensovergang moet ten dienste staan van het hele Palestijnse volk en gezamenlijk worden beheerd. De beweging weigert zich het etiket van terroristische beweging te laten opkleven. Dit zou immers betekenen dat een groot deel van de Palestijnen terroristen zijn. Hamas stelt vragen bij het Franse vredesinitiatief. De terugkeer van de vluchtelingen noch het statuut van Oost-Jeruzalem, twee essentiële punten zou er ter sprake komen.
21
5.
Vrijdag 4 maart 2016
5.1.
Ontmoeting met Saeb Erekat, Head of PLO's Negotiations Affairs Department
Het bezoek aan Palestijns gebied werd afgerond met een ontmoeting met de heer Saeb Erekat, Head of PLO’s Negociations Affairs Department. De heer Saeb Erekat stelde dat de grootste dreiging op dit ogenblik uitgaat van de IS. Het gedachtegoed van Abu Bakr Al Baghdadi moet bestreden worden met sterke ideeën en niet alleen met militaire middelen. Hij dringt aan op de erkenning door België van de Palestijnse Staat. Als je de geweldspiraal wil stoppen moet je immers hoop geven. België moet het Franse vredesinitiatief steunen en dreigen met de erkenning van de Staat Palestina indien IL niet naar de onderhandelingstafel komt. Hij bestempelt de beslissing van de EU om de producten afkomstig uit de Israëlische kolonies te labelen als een belangrijke maar onvoldoende stap in de goede richting. Als het de EU menens is moet er een verbod komen op deze illegale producten uit de nederzettingen. De Arabische regio bevindt zich in een uiterst kritieke fase. Het door de regering van Benjamin Netanyahu gevoerde beleid vernietigt beide vredeskampen. De tweestatenoplossing lijkt verder af dan ooit. De Palestijnen ervaren de huidige situatie hoe langer hoe meer als een systeem van apartheid. Tot slot stelde de heer Saeb Erekat de Belgen volgende vraag. Wat kan België doen om het Palestijnse volk te helpen? België moet de Staat Palestina zo vlug mogelijk erkennen en de producten uit de kolonies boycotten.
22
CONCLUSIES De delegatie kreeg de kans vertegenwoordigers van alle geledingen van de maatschappij alsook uit de politieke wereld te ontmoeten.
Ze apprecieerde hierbij de franchise van de
gesprekspartners en de hartelijke ontvangst. De delegatie stelde zowel tijdens deze gesprekken als op het terrein vast wat de gevolgen zijn van het bezettingsbeleid van Israël, een beleid dat door de Palestijnen wordt gelijkgesteld met apartheid. De delegatieleden vragen de Belgische regering zich aan te sluiten bij de inhoud en finaliteit van het Franse vredesinitiatief teneinde het vredesproces opnieuw op de rails te zetten. Een oplossing voor het conflict is hoogdringend. Israël gaat onverminderd verder met het bouwen van illegale kolonies wat op termijn de leefbaarheid van een tweestatenoplossing onmogelijk maakt.
De Belgische parlementsleden werden bijzonder getroffen door het feit dat de
vernietigingen van de door de EU gefinancierde infrastructuur verder gaan op de Westbank. De delegatieleden waren eveneens bijzonder ontstemd over de weigering van Israël om een bezoek aan Gaza te brengen. Weldra zak er een uitnodiging verstuurd worden naar de Palestijnse parlementariërs opdat ze ons een bezoek in België kunnen brengen.
23
PERSBERICHTEN 1 maart 2016
Belgische parlementairen wordt toegang tot Gaza ontzegd Een Belgische delegatie met volksvertegenwoordigers Gwenaëlle Grovonius (PS), Vincent Van Quickenborne (Open Vld), Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen) en David Clarinval (MR) en senatoren Brigitte Grouwels (CD&V) en Piet De Bruyn (N-VA) bezoekt deze week Palestina op uitnodiging van hun Palestijnse collega's, in het kader van de IPU (Interparlementaire Unie). Op de agenda staan heel wat politieke ontmoetingen en terreinbezoeken. Er werd ook een bezoek aan de Gazastrook voorzien. Dit gebied van 360 km2 maakt integraal deel uit van het Palestijnse grondgebied en telt meer dan 1,8 miljoen Palestijnse inwoners. Sedert 2007 is Gaza geïsoleerd door een totale blokkade door Israël. Deze blokjade werd nochtans veroordeeld door de internationale gemeenschap. In 2014 werden meer dan 100.000 woningen gedeeltelijk of volledig vernield. Een verslag van OCHA (Bureau van de Verenigde Naties voor Coördinatie van de humanitaire hulp), waaraan de delegatie maandag bij aanvang van haar werkzaamheden een bezoek bracht, spreekt van 17 beschadigde ziekenhuizen, waarvan 4 totaal vernield, en van 36 compleet vernielde scholen. Tussen 20 en 30% van de waterleidingen werd beschadigd. De wederopbouw is een absolute noodzaak voor de bevolking en voor de stabiliteit in de regio. De delegatie had op haar programma onder meer een ontmoeting met het middenveld in Gaza voorzien en een terreinbezoek onder leiding van UNWRA (het agentschap van de Verenigde Naties voor de Palestijnse Vluchtelingen). Uiteindelijk werd hen de toegang tot Gaza ontzegd. "Wil men iets verbergen?", vragen de zes verkozenen zich unaniem af, die het hierbij niet willen laten. "Wij hebben de Belgische autoriteiten verwittigd van deze onaanvaardbare situatie en van het feit dat Israël zich een recht toe-eigent dat flagrant in tegenspraak is met alle internationale akkoorden."
Brussel, 6 maart 2016
België moet zich aansluiten bij het Franse initiatief om het vastgelopen Israëlisch-Palestijnse vredesproces opnieuw op gang te brengen. Na afloop van hun missie in Palestina en Israël luiden de Belgische Parlementsleden die lid zijn van de afdeling België-Palestina van de Interparlementaire Unie de alarmbel: "We zijn gechoqueerd door de flagrante onrechtvaardigheden en de permanente vernederingen die de Palestijnen ondergaan. De gevolgen van de bezetting door Israël en de uitbouw van de illegale nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever zijn dramatisch en zorgen elke dag voor onaanvaardbaar lijden.”
24
De delegatie stelde zowel tijdens gesprekken als op het terrein vast wat de gevolgen zijn van het beleid van Israël, een beleid dat door de Palestijnen wordt gelijkgesteld met apartheid. Er gelden immers verschillende wetten voor de Israëlische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever dan er gelden voor de Palestijnen. Zo kunnen Palestijnse kinderen vanaf de leeftijd van 12 jaar worden aangehouden voor het gooien met stenen om vervolgens bij vonnis van een militaire rechtbank tot een jarenlange gevangenisstraf te worden veroordeeld, terwijl Israëlische jonge kolonisten voor eenzelfde actie geen enkel vervolging moeten vrezen. Het bestaan van twee rechtssystemen in hetzelfde gebied en dit enkel op basis van etnische afkomst, wordt nog verzwaard doordat bepaalde wegen zijn verboden voor de Palestijnen, Israël hen stelselmatig bouwvergunningen weigert en daarenboven onophoudelijk verder gaat met het vernietigen van Palestijnse woningen en van infrastructuur die door de Europese Unie werd gefinancierd in het kader van humanitaire steun. Heel concreet werden bijvoorbeeld op 2 maart in Khirbet Tana vernielingen aangericht aan projecten die mede door de Belgische overheid werden gefinancierd en die enkel tot doel hadden de grote humanitaire noden te verlichten. Alle blikken zijn vandaag gericht op het conflict in Syrië waardoor het Israëlisch-Palestijnse conflict naar de achtergrond is verschoven. De kwestie is nochtans eveneens hoogdringend: Israël intensiveert zijn illegale nederzettingenbeleid en holt daardoor de leefbaarheid van een toekomstige Palestijnse Staat volledig uit. Als we willen voorkomen dat een tweestatenoplossing totaal onuitvoerbaar wordt, moet er ingegrepen worden voordat het definitief en onherroepelijk te laat is. De delegatieleden veroordelen ten stelligste elke vorm van geweld, zowel van Palestijnse als van Israëlische kant. Ze herinneren iedere betrokken partij aan de verantwoordelijkheid die ze dragen voor de toekomst van het Palestijnse en Israëlische volk en wijzen op de noodzaak dat elke partner in het conflict in alle omstandigheden alle internationale verplichtingen en de mensenrechten onverkort naleeft. Aan de Belgische regering vragen de delegatieleden zich aan te sluiten bij de inhoud en finaliteit van het Franse initiatief teneinde het vredesproces, dat vandaag vastgelopen is, opnieuw op de rails te zetten. Dit initiatief, dat op 29 januari werd gelanceerd door Laurent Fabius, strekt ertoe de vandaag geblokkeerde inspanningen om dit conflict op te lossen en een Palestijnse Staat te creëren in vreedzame co-existentie met Israël, een nieuwe impuls te geven. Het initiatief voorziet onder meer in de oprichting van een internationale steungroep en de organisatie van een internationale conferentie in de zomer van 2016. Tot slot stellen de delegatieleden in het parlement te zullen werken aan een resolutie die nadrukkelijk pleit voor alle steun aan het Franse initiatief. Namens de delegatieleden: Gwenaëlle Grovonius (PS), voorzitter van de delegatie Vincent Van Quickenborne (Open-VLD), ondervoorzitter van de delegatie Piet De Bruyn (N-VA), ondervoorzitter van de delegatie Brigitte Grouwels (CD&V) Jean-Marc Nollet (Ecolo-Groen) David Clarinval (MR) Contact : Gwenaëlle Grovonius 0476/340046
25
PERSKNIPSELS
PALESTINE_9MARS1 6.pdf
PALESTINE_10MARS 16.pdf
26