KWARTAALMAGAZINE OVER DE OPTIMALE WAARDE ® VAN SPORTFONDSEN NEDERLAND NV • JAARGANG 6, NR. 1 mei 2010
Publicitair
verslag
SportPlaza Groenendaal wordt
een beleving 4 Jip’s WaterWereld, óók voor nietSportfondsenbaden
6
Sportfondsen op weg naar ISO-certificering
8
Sportfondsen: uw partner
10
Exploitatiemodel
brengt cijfers tot leven Met klantfocus en lokaal ondernemerschap naar
Sportfondsen 2.0
Sportfondsen:
uw partner
12 14
Duchenne en Arricirco
Sportfondsen maatschappelijk actief
14
Op zoek naar maatschappelijk rendement
18
Voorwoord SAMENWERKEN AAN MAATSCHAPPELIJK De Sportfondsen Groep is sinds haar oprichting een belangrijke speler in de sport-, recreatie- en welzijnsbranche. De groep is volop in beweging en koersvast onderweg naar haar 100-jarig jubileum. Het idee voor de oprichting van een fonds om een eigen zwembad te realiseren ontstond in 1923 te Amsterdam. Via de Sportfondsen werd geld door spaarders bijeengebracht, terwijl de gemeente de benodigde garantie verleende voor een aanvullende lening: een publiek-private samenwerking nog voordat deze term was uitgevonden. Vandaag de dag is het Sportfondsenbad Amsterdam-Oost nog steeds een prachtige accommodatie met ruim 200.000 bezoekers per jaar. Het goede Amsterdamse voorbeeld kreeg navolging in diverse Nederlandse gemeenten. Dankzij Sportfondsen zijn veel maatschappelijke voorzieningen tot stand gebracht. In de vorige eeuw is de Sportfondsen Groep verworden tot een toonaangevende exploitant èn dienstverlener. Als exploitant beheert en exploiteert Sportfondsen multifunctionele sportvoorzieningen. Als dienstverlener biedt Sportfondsen ondersteuning aan de bedrijfsvoering van sport-, recreatie- en welzijnsaccommodaties. Momenteel is de groep actief in circa 90 Nederlandse gemeenten en heeft zij ongeveer 300 maatschappelijke voorzieningen in beheer. De Sportfondsen Groep verloont jaarlijks circa 4.000 medewerkers die veelal een parttime functie vervullen. De groep registreert in haar accommodaties meer dan 25 miljoen bezoeken. In de loop der jaren heeft een enorme verbreding van activiteiten plaatsgevonden. Van de 300 accommodaties is ongeveer een derde zwembad. Het grootste deel bestaat uit andere voorzieningen als sporthallen en gymzalen, fitnesscentra, ijsbanen, buitensportaccommodaties, horeca en sociaal-culturele centra. Hier wordt veel aandacht besteed aan de elementen veiligheid en hygiëne. Dit blijkt ondermeer uit het grote aantal keurmerken “Veilig & Schoon” en het op maat ontworpen schoonmaakconcept. De beleidsinspanningen zijn erop gericht om Sportfondsen verder te ontwikkelen tot een toonaangevende, prestatiegerichte exploitant en dienstverlener met focus op maatschappelijke betrokkenheid. Via kwaliteitsprogramma’s als INK en ISO-9001 hebben de onderwerpen “inspirerend leiderschap” en “resultaatgericht management” inhoud gekregen. Veel energie is besteed aan het Sportfondsen Exploitatiemodel dat op een dynamische wijze aanzet tot verbetering van prestaties en aan de gemeente zekerheid verschaft dat goede inhoud wordt gegeven aan de uitbestede maatschappelijke taken.
2
RENDEMENT Door een collectieve inkoopstrategie op het gebied van energie zijn de kosten voor de aangesloten accommodaties binnen de perken gebleven en is - door de consequente afname van groene stroom - een bijdrage geleverd aan het milieu. Duurzaam ondernemen is een belangrijk uitgangspunt van de Sportfondsen Groep. In het verlengde hiervan staat ook het onderwerp maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog op de agenda. De Sportfondsen Groep heeft haar dienstverlenings- activiteiten en specialistische kennis opengesteld voor gemeenten en stichtingen die waarde hechten aan een zelfstandig exploitatie. Door de consequente profilering van Sportfondsen Nederland als Shared Service Center en door gerichte acquisitie zijn er nieuwe dienstverleningscontracten tot stand gebracht en zijn bestaande contracten verlengd. Zo worden exploitatie stichtingen ondersteund met meerjaren onderhoudsplanningen en technisch management en maken gemeentelijke sportbedrijven gebruik van het jeugdconcept Jip. Daarnaast voert de Sportfondsen Groep voor diverse accommodaties de financiële- en salarisadministratie. Het geïntegreerde branche-specifieke ICT systeem is voor veel organisaties een reden om met Sportfondsen samen te werken. Op fiscaal gebied biedt Sportfondsen unieke expertise die ondermeer kan leiden tot teruggave van energiebelasting. De verzelfstandigingstrend van maatschappelijke voorzieningen houdt aan. Gemeenten slagen er steeds meer en beter in om de zorg voor publieke taken efficiënt en effectief uit te besteden aan externe partijen. Naarmate gemeenten meer geconfronteerd worden met de noodzaak tot bezuinigingen, ligt verdere verzelfstandiging voor de hand. Al met al liggen er voldoende kansen voor de toekomst en wordt dagelijks gebouwd aan een prestatiegericht, koersvast en service gedreven, gezond bedrijf. Wij danken een ieder die daaraan heeft bijgedragen. Directie Sportfondsen Groep N.V.
Sportfondsen Kort Sportfondsen Kort Sportfondsen Nieuwe afspraken in Arbobeleid Sportfondsen De overheid stelt al jaren eisen aan veilig en gezond werken. Daarvoor formuleert ze arbobeleid. Dit beleid betekent voor Sportfondsen veel: net als de meeste werkgevers maken we samen met werknemers afspraken. Deze afspraken staan in onze algemene arbeidsvoorwaarden en -regelingen. Binnen Sportfondsen Nederland hebben in 2009 vier thema’s extra aandacht gehad.
Risico inventarisatie en -evaluatie In de RI&E staat welke risico’s er zijn voor veiligheid en gezondheid op de werkplek. In 2008/2009 is er een update uitgevoerd. Deze update heeft verschillende actiepunten opgeleverd. Die actiepunten staan vermeld in een plan van aanpak.
Ziekteverzuimbeleid Sportfondsen Nederland voert samen met HealthCare (arbodienst) het ziekteverzuimbeleid uit. Dit betekent bijvoorbeeld dat de afdeling Personeel & Organisatie de ziekmelding en contacten verzorgt. Ook ontwikkelt de afdeling re-integratieactiviteiten volgens de Wet Verbetering Poortwachter, als een medewerker langdurig ziek is. Als het nodig is, huren we daarbij externe deskundigen in.
Voorlichting beeldschermgebruik In 2009 hebben we de werknemers geïnformeerd over juist beeldschermgebruik. De medewerkers hebben een checklist en informatie ontvangen. Op die manier kan iedere medewerker zorgen voor de juiste werkhouding achter de pc.
Werkplekonderzoek Mocht een medewerker ondanks de checklist lichamelijke klachten hebben,
dan kan hij of zij via de afdeling P&O een werkplekonderzoek aanvragen. Dit geldt ook voor thuiswerkplekken. In 2009 hebben enkele medewerkers dit gedaan. Er zijn doeltreffende maatregelen getroffen, nadat een deskundige advies heeft gegeven. Voor de Sportfondsen accommodaties lag het accent op de volgende onderwerpen:
Werken aan persoonlijke groei Sportfondsen vindt persoonlijke groei op het werk belangrijk. Daarom moedigen onze accommodaties persoonlijke ontwikkeling aan. We proberen talenten optimaal te benutten. Inmiddels hebben zestig accommodaties een bedrijfsopleidingplan (BOP) laten uitvoeren. Daarnaast hebben we samen met de accommodaties in 2009 enkele activiteiten ontplooid.
Standaard arbeidsovereenkomsten en personeelsreglement Met hulp van een jurist hebben we vijftien standaard arbeidsovereenkomsten ontwikkeld. Daarnaast hebben we gezorgd voor een personeelsreglement dat de CAO Recreatie aanvult. In alle districtsbijeenkomsten zijn de documenten toegelicht, zodat managers de documenten makkelijker kunnen gebruiken in hun accommodatie.
Landelijke Sportfondsen Introductiedag Sportfondsen wil haar medewerkers graag binden en boeien. Daarom heeft Sportfondsen op 22 september 2009 een Landelijke Sportfondsen Introductiedag georganiseerd. Tijdens de dag was er een presentatie van Sportfondsen en een sporter, een workshop gastgerichtheid en een demonstratie synchroonzwemmen. De negentig deelnemers beoordeelden de dag gemiddeld met een 8,3. Een cijfer waar we trots op zijn!
Trainingen start-, functioneringsen beoordelingsgesprekken Voor nieuwe leidinggevenden zijn er weer trainingen Start-, functionerings-, en beoordelingsgesprekken georganiseerd. Voor de lastige gesprekken is een vervolgtraining ontwikkeld.
Sportfondsen Sollicitatiecode Voor sollicitaties bij Sportfondsen hebben we een code met documenten ontwikkeld. Deze Sportfondsen Sollicitatiecode bevordert de professionaliteit tijdens selectieprocedures. Op die manier kan iedereen het meeste uit een selectieprocedure halen. n
Sparen voor Sportfondsen Nederland? Wist u dat Sportfondsen is ontstaan uit een spaarsysteem? Oprichter Han Bierenbroodspot (1897 – 1982) bedacht dit systeem uit frustratie. In 1923 liet een zwembadmedewerker tijdens een belangrijke waterpolowedstrijd het zwembad leeglopen. Dat was voor Bierenbroodspot de druppel: hij wilde een eigen overdekt bad.
Spaarsysteem Bierenbroodspot bedacht een spaarsysteem om de bouw van het zwembad te kunnen betalen. Samen met een vriend haalde hij mensen over om geld in te leggen. Als Bierenbroodspot 100.000 gulden bij elkaar kreeg, zou de gemeente hem 260.000 gulden lenen. Rijksdaalder voor rijksdaalder groeide het kapitaal. Vader Bierenbroodspot legde het laatste beetje bij en vier jaar na het polo-incident opende het eerste Sportfondsenbad: 'Amsterdam-Oost'.
Sportfondsen nu Nu zijn er in heel Nederland Sportfondsenaccommodaties. In 2006 exploiteren we ruim driehonderd accommodaties op het gebied van sport, recreatie en welzijn. Honderd daarvan zijn zwembad. Daarnaast ondersteunt en adviseert het hoofdkantoor in Amsterdam eigen en andere accommodaties in de recreatiebranche. Daarbij geven we advies en leveren we diensten voor uw financiën, operationele zaken, bouw & techniek, personeel en kwaliteitsniveau. n Meer weten? Kijk op www.sportfondsen.nl. 3
SportPlaza Groenendaal wordt
een beleving De exploitatie van zwembad Groenendaal in Heemstede is sinds vorig jaar weer in handen van Sportfondsen. Na een turbulente periode met een andere exploitant is Marcel de Roo sinds december manager van de accommodatie. De accommodatie heeft ook een nieuwe naam: SportPlaza Groenendaal. De Roo staat voor de zware, maar uitdagende taak om de accommodatie een ‘leisure look & feel’ te bezorgen: “Mensen moeten het als een dagje uit ervaren als ze naar Groenendaal gaan!” De 46-jarige De Roo is gepokt en gemazeld in de wereld van sportaccommodaties. Voordat hij in dienst trad van Sportfondsen, was hij onder meer directeur van de stichting Sport & Recreatie Sliedrecht en enige tijd werkzaam voor een andere zwembadexploitant. “Eigenlijk zit ik al sinds mijn 19e ‘in de zwembaden’”, aldus De Roo. Na zijn laatste baan rondde hij zijn MBA-studie Sportmanagement af. Australische stranden Op 1 juli 2009 droeg de gemeente de exploitatie van Groenendaal over aan Sportfondsen. Nadat de accommodatie in het begin een interim-management had, werd al snel besloten om een full-time manager aan te stellen. Dat werd Marcel de Roo, die gelijk onder de indruk was van de vele mogelijkheden. SportPlaza Groenendaal heeft onder meer een golfslagbad, een 6 banen-wedstrijdbad, een peuterbad en een whirlpool. Ook een sporthal en nabijgelegen voetbal-, hockey- en softbal-/ honkbalvelden horen bij de accommodatie. De Roo: “Ik ben al heel wat accommodaties tegengekomen, maar deze is wel heel erg bijzonder!” De Roo is blij dat de gemeente een bedrag van 1,3 miljoen euro beschikbaar heeft gesteld om achterstallig onderhoud weg te werken. Ook heeft de gemeente een budget van 300.000 euro uitgetrokken om het zwembad aantrekkelijker te maken.
“We hebben ideeën van onze medewerkers en klanten verwerkt in het plan van aanpak. De gemeente gaat hier hopelijk binnenkort mee akkoord. Als alles doorgaat, komen er een glijbaan voor de jeugd, een Finse sauna en een Turks stoombad voor volwassenen. In de aankleding kijken we met een knipoog naar Australische stranden. Oftewel: het wordt hier een SportPlaza Beach”, vertelt een enthousiaste De Roo. Hij verwacht dat de accommodatie komende zomer aangepast wordt, zodat Groenendaal op 1 september klaar is voor het nieuwe ‘winterseizoen’. Mentale metamorfose Behalve fysiek moet SportPlaza Groenendaal ook ‘mentaal’ veranderen. Dat is volgens Marcel de Roo niet eenvoudig. Hij legt uit: “Dit bad is uitgegroeid tot een echt ‘zwemlesbad’, maar Groenendaal was en is daarnaast sterk in doelgroepactiviteiten. We gaan nu een slag maken naar een totaalconcept, waarbij we inspelen op de zapcultuur. Mensen moeten op elk moment van de dag binnen kunnen lopen en vervolgens een paar uur lekker gaan zwemmen of relaxen. Je kunt bijvoorbeeld meedoen aan Aquarobics, tussendoor een kopje koffie drinken en daarna heerlijk het stoombad in.” “Het moet gewoon leuk zijn om hier je vrije tijd door te brengen! Maar óók om hier te werken!” vervolgt De Roo. “Daarvoor moet er wel een omslag komen. Men moet zich er meer van bewust zijn dat het in Groenendaal draait om ‘beleving’. Dat zal wel enige tijd kosten, want er is hier altijd op een ‘andere manier’ gedacht. Daarom doen we ook écht iets met de ideeën van medewerkers. Groenendaal is namelijk van ons allemaal.” Mooie toekomst “SportPlaza Groenendaal moet een lokale en regionale trekpleister worden. Gezinnen met kinderen bijvoorbeeld kunnen zich hier de hele dag vermaken voor gemiddeld vijf euro per persoon. Probeer dat maar eens in een pretpark”, aldus De Roo. Hij benadrukt dat de bestaande activiteiten voor doelgroepen gewoon blijven bestaan. “We gaan niet echt iets unieks doen, maar voor deze accommodatie en deze gemeente is het wel nieuw.” Gelukkig is de kwaliteit van onze medewerkers bovengemiddeld. Met wat extra mankracht en de exploitatiekennis en -ervaring van Sportfondsen Nederland heb ik er alle vertrouwen in dat SportPlaza Groenendaal een mooie toekomst tegemoet gaat!” n
4
Het moet
gewoon leuk zijn
om hier je vrije tijd door te brengen
5
Over Jip’s WaterWereld
Jip’s WaterWereld is een kinderformule voor kinderen tot 8 jaar. De formule verbindt op thematische wijze de verschillende zwemactiviteiten voor jonge kinderen. Aantal zwembaden met Jip’s WaterWereld: 79 Website Jip’s WaterWereld: www.jipswaterwereld.nl
6
Jip’s WaterWereld, óók voor niet-Sportfondsenbaden Een 25 meterrecreatiebad, een 25 meterwedstrijdbad en een 12,5 meterfamiliebad binnen. Een 50 meterwedstrijdbad, een 50 meterfamiliebad en een groot peuterbad buiten. Het Twentebad in Hengelo behoort niet voor niets tot de top-tien van Nederland qua m2-wateroppervlak. En van dat water wordt geprofiteerd! De plaatselijke zwemvereniging WS Twente komt net als andere doelgroepen goed aan zijn trekken. Manager Ilija Melisie biedt zijn bezoekers daarvoor flexibiliteit en voorzieningen. Vanaf 2009 zijn de zwemlessen in Hengelo ook aantrekkelijk: dankzij Jip, het bekende nijlpaardje van Sportfondsen. Net als in andere gemeenten zwemmen er in het Twentebad veel kinderen af: zo’n 900 per jaar – er is zelfs een wachtlijst. Bijzonder in Hengelo is dat het percentage kinderen dat een C-diploma haalt, aanzienlijk hoger is dan het landelijk gemiddelde. Dat komt waarschijnlijk door de gratis zwemlessen die het bad aanbiedt. Heb je je A- en B-diploma gehaald, dan zwem je gratis voor je C-diploma. Melisie: “Wij menen dat het goed is voor de zwemvaardigheid om ook C te halen. Daarbij zorgt het voor een betere doorstroming naar de zwem- en waterpolovereniging.” Opgroeien met Jip Toch ontbrak er volgens Melisie en zijn medewerkers ‘iets’ aan de zwemlessen. Daarom besloot Melisie, al acht jaar actief als manager van het Twentebad, zijn eigen accommodatie eens te bekijken ‘door de ogen van een kind’. “Ik kwam tot de conclusie dat ons bad er goed verzorgd uitziet, maar dat het wel saai is, niet spannend of leuk. Qua zwembaden en faciliteiten is er voor de kinderen genoeg te beleven, maar het mocht qua uitstraling wel wat aantrekkelijker. Toen dacht ik aan het Jip-concept dat je in Sportfondsenaccommodaties ziet. Eerst wilde ik een eigen mascotte. Maar toen ik in de gaten kreeg wat Sportfondsen allemaal kan betekenen, was ik overtuigd. Waarom zou je zelf het wiel opnieuw uitvinden?!”
En dus deed Jip in 2009 zijn intrede in het Twentebad: eerst bij het ZwemABC en inmiddels ook bij baby- en peuterzwemmen. Melisie: “Voor alle activiteiten binnen de kinderdoelgroep is Jip het bindende element. Het zwembad, met Jip als ‘levend’ karakter, moet blijvend op de agenda van kinderen staan. Jip wordt zo een vriendje dat je letterlijk met de paplepel krijgt ingegoten. Je groeit op met Jip.” Van tekening tot productformule Jip is ooit ontstaan dankzij een caissière van een Sportfondsenbad: zij tekende een nijlpaard en gebruikte die voor kinderactiviteiten in het bad. Sportfondsen ontwikkelde dat nijlpaardje uiteindelijk tot Jip’s WaterWereld, een landelijke formule specifiek gericht op kinderen (0-8 jaar) en hun ouders. Jip speelt in op de beleving van kinderen en is beschikbaar voor alle zwembaden in Nederland – ook niet-Sportfondsenbaden. Jip heeft ‘kids-appeal’ Melisie zegt: “Binnen Jip’s WaterWereld kunnen we zelf het assortiment Jip-producten bepalen. Daarbij heeft Sportfondsen ons enorm goed geholpen met Jip-uitingen in en buiten onze accommodatie. Wij geloven bovendien sterk dat we op termijn de omzet kunnen laten stijgen dankzij Jip’s WaterWereld. Natuurlijk kijken we ook naar de kosten. Maar als je zo’n ‘karakter’ zelf ontwikkelt met bijbehorende producten, ben je vele malen duurder uit. Persoonlijk vind ik Jip helemaal ‘af’. Zowel qua uiterlijk als kleurstelling spreekt het kinderen enorm aan.” Jip’s WaterWereld bestaat uit een educatieve en promotionele merchandise- en horecalijn. Van handdoeken tot knuffels, van folders tot diploma’s of een Jip’s Hippomeal; de ‘Jip-lijn’ is zeer divers en omvangrijk. Iedereen kan de lijn eenvoudig uitbreiden met nieuwe producten en promotiematerialen. Zover is Melisie nog niet. “We gaan eerst aan de slag met, zeg maar, het basispakket. De eerste reacties van kinderen zijn erg positief, dus ik sluit zeker niet uit dat we in de toekomst meer met Jip gaan doen. Ik ben ervan overtuigd dat ons bad dankzij Jip meer ‘kids-appeal’ heeft. Kinderen moeten warmte en geborgenheid ervaren als ze naar een zwembad gaan. Om in de termen van Jip te spreken: water is toch ook het leukste speelgoed dat er is?!” n
www.twentebad.nl 7
Sportfondsen
op weg naar
ISO certificering
Sportfondsen Nederland verbetert voortdurend het kwaliteitsniveau. Denk bijvoorbeeld aan het Keurmerk Veilig & Schoon. Maar ook de dienstverlening verbetert Sportfondsen continu. Daarom laat het bedrijf periodiek klant- en medewerkertevredenheidsonderzoeken (KTO’s en MTO’s) uitvoeren. Nuttig? “De onderzoeken zijn een kans om de dienstverlening te verbeteren. Daar profiteren je klanten en je accommodatie van”, aldus Sandra Linders. Werken aan tevredenheid Linders is kwaliteitsmanager bij Sportfondsen Nederland en verantwoordelijk voor de KTO’s en MTO’s. “Tevreden klanten en medewerkers bepalen het succes van je accommodatie. Daarom is het goed om af en toe te vragen hoe tevreden ze zijn. Bovendien kun je de onderzoeken koppelen aan je doelen en zo bepaalde aandachtspunten verbeteren. Deze vorm van monitoring past bij de ISO 9001-certificering van Sportfondsen Nederland. Ons doel is dit certificaat eind van dit jaar te verkrijgen. Daarmee zouden we de eerste zwembadexploitant zijn met dit kwaliteitslabel voor haar dienstverlening”, aldus Linders. ISO 9001 is voor haar vooral een middel om efficiënter en klantgerichter te werken. Voordelen van Sportfondsenaanpak Paul den Bleker is sinds drie jaar directeur van De Strategie- en Onderzoeksgroep B.V. Dit bedrijf voert de onderzoeken uit voor Sportfondsen. “Er zitten veel voordelen aan de KTO’s en MTO’s.
8
We werken met standaardvragenlijsten die gebaseerd zijn op het INK-model en toegespitst op onze branche. We vergelijken de cijfers bijvoorbeeld ook met benchmarks van eerdere onderzoeken, zodat de accommodatie op een eenvoudige manier veel informatie krijgt.” Linders: “Natuurlijk kunnen accommodaties een onderzoek ook door een student laten uitvoeren, maar dan doe je veel concessies aan de kwaliteit. Bovendien kun je dan niet vergelijken met andere accommodaties. Die voordelen bieden wij wel. Investeren in verbetering van kwaliteit kost tijd en geld, maar levert ook veel op voor de toekomst.” Aan de slag met de resultaten “Sommige managers ervaren de uitkomst van de onderzoeken als een rapportcijfer”, vertelt Den Bleker. “Dat is het absoluut niet. Je krijgt juist informatie waarvan je je misschien niet bewust was en waarmee je nu makkelijk aan de slag kunt. Vaak biedt de uitkomst van het onderzoek ook inzicht: een manager weet vaak wel dat er iets is, maar kan na een MTO of KTO echt aan de slag met de specifieke oorzaken.” Hoe werkt een medewerkertevredenheidsonderzoek? Den Bleker: “Per accommodatie houden we een sessie met tien tot twaalf medewerkers. De resultaten hiervan presenteren we anoniem aan het management: iedereen kan dus vrijuit spreken. We bespreken met het management ook verbetersuggesties, die de medewerkers vaak zelf al aanleveren. Zo kun je als accommodatie direct aan de slag met de resultaten.” Voor KTO’s is de procedure iets anders. “Bij klanttevredenheidsonderzoeken analyseren we een groot aantal enquêtes. Deze vertalen we in verbeterpunten. Als je dit effectief herhaalt, kun je steeds controleren of het beeld van de klant overeenkomt met het beeld dat je zelf wilt uitstralen. Zeker in deze tijd is dit een belangrijk gegeven: de consument wordt immers steeds mondiger en kiest vaker voor kwaliteit”, aldus Den Bleker. Verder werken aan ISO-certifcering Sandra werkt op verschillende fronten verder aan de ISO-certificering. Het handboek ‘Zo werkt Sportfondsen Nederland!’ is daarbij de basis. De interne audits vinden plaats in 2010 en de externe audit staat gepland voor oktober 2010. Daarnaast houdt Sportfondsen in februari 2011 een groot klanttevredenheidsonderzoek onder alle regio- en accommodatiemanagers, bestuurders en gemeenten. “Sinds 2005 zijn we bezig het kwaliteitsmanagement te professionaliseren”, vertelt Sandra Linders. “Sindsdien zijn we bewuster bezig met ondernemen. Daaruit komt ook de wens voor het ISO-certificaat voort. Dankzij een INK-positiebepaling en een klanttevredenheidsonderzoek merkten we namelijk dat we onze werkprocessen beter moesten managen. Met ISO 9001 doe je dat: je bent dan continu je kwaliteit aan het verbeteren.” n
De consument wordt immers steeds mondiger en kiest vaker voor kwaliteit.
9
Sportfondsen:
UW partner 1
De blauwe indicatoren geven per gemeente aan hoeveel sportaccommodaties zijn aangesloten
1 1
bij Sportfondsen Nederland. 1
2
1 1
1
2
1 1 1
1
1
2
1
1 6
1
4
1 2
1 1 1
8
2 1 1 3 1 1 11 4 10
1
3 1
2
6
1
1 1
9
2 2
4
1
1
1
1 1 1
1
10
1
1
1
5
2 5
1 12 5
15 71
1
1 1
1 3
1 1 1 2
4
4
2
1 2
1
2
2
1
10
2
1
1
Een sportcentrum inrichten is een complex vak. Sportfondsen exploiteert ruim 300 accommodaties in de sport-, recreatie- en welzijnssector. Van kleinschalige sportvoorzieningen tot multifunctionele centra. Sportfondsen is tegenwoordig niet alleen exploitatiebeheerder of zwembadeigenaar, maar ook een belangrijke samenwerkingspartner van gemeenten. Sportfondsen kent een landelijke dekking en zoals u op de overzichtskaart kunt zien, zijn wij in ruim 90 gemeenten actief.
Samenwerken of meer weten? U bepaalt bij Sportfondsen altijd zelf wat u nodig hebt. Onze experts adviseren u graag over wat er aansluit bij uw situatie. Als u met (een van) onze producten aan de slag wilt, vragen hebt of meer wilt weten, staan we u graag te woord. U bereikt ons telefonisch op: 020 355 05 55.
Omzet Sportfondsen stijgt naar nieuw hoogtepunt De omzet van Sportfondsen is afgelopen jaar gestegen tot het hoogste niveau in tien jaar. De totale omzet bedroeg 96 miljoen. De belangrijkste inkomstenbron is zwemmen (66%). Ten opzichte van 2008 heeft Sportfondsen een groei gerealiseerd van ongeveer 6%. Sportfondsen Groep stabiel onderweg, omzet en resultaat gestegen. Het jaar 2009 heeft in Nederland in het teken gestaan van de economische recessie. Iedere dag waren er sombere verhalen in de media over teruglopende omzetten van bedrijven en toenemende werkeloosheid. De recreatiesector en met name de zwembadsector lijken in 2009 weinig te merken van deze recessie. Sportfondsen wist 6% in omzet te groeien. De totale omzet bedraagt op dit moment 96 miljoen. De belangrijkste inkomstenbron blijft de categorie zwemmen. In 2009 konden wij enkele nieuwe accommodaties aan ons klantenbestaand toevoegen die de beëindiging van andere contracten konden compenseren. Het nettoresultaat nam bescheiden toe in vergelijking met de voorgaande jaren. Verwachting 2010 Sportfondsen blijft ambitieus en wil haar marktaandeel verder laten groeien. Samen met Berenschot is geïnvesteerd om de organisatie efficiënter in te richten om de groei die we in 2010
Dit overzicht bevat de geconsolideerde cijfers voor alle accommodaties die een volwaardige aansluiting hebben bij Sportfondsen Nederland. Volwaardig houdt in dat de accommodatie in ieder geval een basislicentie afneemt en Sportfondsen Nederland de administratie laat uitvoeren. De peildatum is 1 januari van ieder jaar.
verwachten, te realiseren. Bij ongewijzigd beleid zullen de kosten desondanks stijgen. Daarom wordt in het hele bedrijf sterk op de kosten gelet. Daarnaast zullen speciale projectgroepen ondersteuning gaan bieden nieuwe omzet te genereren door specifieke doelgroepen gerichter te benaderen. Waar mogelijk zullen we bezuinigingen doorvoeren, onze interne organisatie verder optimaliseren en onze energie vooral richten op de uitvoering van de dienstverlening. Alleen bedrijven die op de meest efficiënte wijze zijn georganiseerd, kunnen succesvol meedoen aan de huidige concurrentiestrijd en hebben op lange termijn bestaansrecht. Sportfondsen Nederland blijft investeren in de toekomst zoals het doorontwikkelen van nieuwe automatiseringssystemen, het doorontwikkelen van onze marketingconcepten en productformules. En als dienstverlener blijven wij investeren in onze mensen via opleidingsprogramma's en goed sociaal beleid. Samen met de aan ons gelieerde accommodaties zullen we in 2010 werken aan behoud van bestaande klanten, het binnenhalen van nieuwe klanten en het vasthouden van onze winstgevendheid. Via een gastgerichte houding werken we aan tevreden bezoekers en zorgen we ervoor dat de opdrachtgevende gemeente niet voor verrassingen komt te staan. Met die aanpak zullen we een uitdagend 2010 zeker doorkomen.
Zwemmen Solarium / Sauna / Whirlpool Sporthallen, -zalen en -velden Overige sporten Huuropbrengsten Horeca inclusief bowling Overige baten
66 % 1% 9% 3% 4% 13 % 4%
11
Opleidingsbehoefte in kaart brengen Exploitatiemodel brengt cijfers tot leven Drie jaar geleden is Sportfondsen begonnen het exploitatiemodel te ontwikkelen. Dit model visualiseert de prestaties en cijfers van accommodaties, zodat iedere manager direct kan zien hoe zijn organisatie ervoor staat. Sinds het begin van 2010 maken steeds meer managers gebruik van het model. “Met het model heeft iedere manager direct in de gaten waar hij de bedrijfsvoering moet bijsturen”, aldus Bert Verkoelen, manager Exploitatie bij Sportfondsen Nederland. “We hebben het model uitgebreid getest en inmiddels kan iedereen met het model aan de slag.” Achter het dashboard Verkoelen is zeer enthousiast over het model. Het model ziet eruit als een dashboard van een auto: op iedere meter leest de manager de juiste gegevens af. Verkoelen: “Binnen Sportfondsen sturen wij op de begroting en het jaarplan. De planning en controlcyclus is hier ook op afgestemd. Om dit nog effectiever te doen en de prestaties beter te monitoren hebben we het Sportfondsen Exploitatiemodel bedacht. Dankzij de verschillende ‘meters’ op het dashboard kun je exact zien hoe je accommodatie er op een bepaald moment voor staat.” Groen licht = vasthouden Het prestatiemodel van Sportfondsen is bedoeld voor het accommodatiemanagement. Verkoelen: “Wij hebben gekozen voor een vorm waarbij je in één oogopslag de resultaten ziet, zodat je direct kunt afleiden of je aan de gestelde norm voldoet. Het eerste scherm bijvoorbeeld zijn verkeerslichten. De kleuren corresponderen met de doelstellingen. Rood is bijvoorbeeld ver onder de maat: directe actie is vereist. Ook bij oranje moet je aan de slag. Een groen licht is positief nieuws: je voldoet aan de norm of zit erboven. De kunst is dan om het resultaat vast te houden of verder te optimaliseren.”
12
Het Sportfondsen Exploitatiemodel bestaat uit vier focusgebieden: de financiële focus, de klantfocus, de interne focus en de innovatiefocus. Voor elke focus zijn kritische succesfactoren en indicatoren gedefinieerd. Verkoelen: “De input voor het model halen we uit het ICT-systeem van de accommodatie, uit periodieke klant- en medewerkerstevredenheidsonderzoeken en uit andere lokale en eigen informatiebronnen.” Prestaties continu verbeteren Een dergelijk systeem heeft bij andere organisaties al bewezen dat het cijfers meer laat ‘leven’. Het systeem zet aan tot gezonde onderlinge concurrentie, en zorgt daarmee eerder voor een optimale bedrijfsvoering. Verkoelen: “En het werkt ook een proactieve houding in de hand: je kijkt vooruit en reageert waar nodig. Leidinggevenden kunnen tijdig inspelen op de omgeving en de toekomst. Zo is iedereen continu bezig met verbeteringen door van zichzelf en elkaar te leren!” De prestatie-indicatoren in het model bestrijken de gehele bedrijfsvoering en voldoen aan de eisen die vandaag de dag aan contractmanagement worden gesteld. In het model ziet de accommodatiemanager per indicator hoe hij presteert. Op die manier kan iedere exploitatie optimaal presteren. Of het nu gaat om gemeentelijke sportaccommodaties of recreatieve voorzieningen, alle resultaten worden op het juiste niveau gemonitord. Verkoelen: “Prestatie-indicatoren zijn als het ware de bouwstenen voor contractmanagement. Ze maken het mogelijk om periodiek de kwaliteit van en binnen de accommodaties te meten. Daarbij leggen ze een link met de begroting. Door de periodieke metingen is het makkelijk om je continu te verbeteren, en zo kun je nu dus nog makkelijker het bekende INK-managementmodel uitvoeren in je organisatie.” Voor iedereen beschikbaar Als het ICT-systeem aansluit, kunnen ook niet-Sportfondsenaccommodaties het model gebruiken. Voor gemeenten is het de ideale manier om snel inzicht te krijgen in de exploitatie. Op die manier raken gemeenten meer betrokken bij hun accommodatie. “Gemeenten moeten zich immers steeds meer verantwoorden voor gegeven subsidies. Met het model is dat nu heel makkelijk. Het vormt eigenlijk een aanvulling op onze Benchmarking”, aldus Verkoelen. Maar het model is géén budgetbewakingssyssteem: het stelt gedrag beïnvloeden en continu verbeteren centraal. “Wat het verhaal is achter de cijfers, daar gaat het om!” n
Sportfondsen Nederland wint de
Afas Award 2009 In de categorie HRM/Payroll heeft Sportfondsen Nederland de Afas Award 2009 gewonnen. Tijdens een feestelijke gala-avond op donderdag 22 oktober werd de prijs uitgereikt. Mede dankzij onze innovatieve inzet van Afas Profit als back-office oplossing voor de HRM Module op de Sportfondsen Portal heeft Afas ons genomineerd voor deze prijs. Sportfondsen Nederland is bijzonder trots om de prijs te mogen ontvangen. In de beslissende stemronde via de site van Afas heeft Sportfondsen de meeste stemmen behaald. Wij zien het behalen van deze Award als erkenning van ons werk. n
13
Met klantfocus en lokaal ondernemerschap naar
Sportfondsen Anders dan de andere exploitanten in de branche biedt de Sportfondsen Groep gemeenten de keuze uit twee verschillende exploitatieformules. De eerste formule geeft de gemeente permanente invloed op het ondernemingsbeleid, waardoor optimale afstemming met de maatschappelijke doelen mogelijk is. Het alternatief is een formule waarbij Sportfondsen vrijer is in haar ondernemersaanpak en de focus meer ligt op een commerciële bedrijfsvoering. Recent heeft dit onderscheid in exploitatievormen geleid tot een opsplitsing van het exploitatiebedrijf van de Sportfondsen Groep in twee aparte ondernemingen: Sportfondsen Exploitatie Beheer voor de accommodaties die opereren in een open verhouding met de gemeente en Sportfondsen Deelnemingen voor de risicodragende ondernemingen (kortweg RDO’s). “Het apart positioneren van de RDO’s was een advies van Bureau Berenschot”, aldus Arja Haagsma, die voorrekent dat anno 2010 zo’n 25 tot 30% van de Sportfondsen-accommodaties risicodragend is. “En dat zullen er de komende jaren alleen maar meer worden, zo is de verwachting. We denken dat de verdere privatisering van maatschappelijke accommodaties alleen maar zal toenemen. De gemeenten concentreren zich verder op hun kerntaken. Ook Europese aanbestedingen tenderen in deze richting.” Het grote verschil met een exploitatie in service is de ondernemersvrijheid die RDO’s hebben. Arja Haagsma: “De RDO’s zijn 100% zelf verantwoordelijk voor de exploitatie en bij de accommodaties met een licentieservice-overeenkomst is er veelal sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid met de gemeente. Natuurlijk worden er in beide gevallen aanvullende afspraken gemaakt, maar in principe kunnen RDO’s zelfstandig beslissingen nemen over de complete bedrijfsaanpak.” Organisatorisch vallen de RDO’s onder verschillende regiomanagers van Sportfondsen. Zij zijn vaak aangesteld als statutair directeur van de RDO’s in hun regio en kunnen, door de toegenomen zeggenschap, ook beter meehelpen de exploitatie de goede kant op te sturen. Haagsma: “De regiomanagers zijn zeer betrokken bij het 14
wat wij zo noemen - RDO-traject. Binnenkort hebben we, onder leiding van Berenschot, weer een bijeenkomst met alle regiomanagers en operationele accommodatiemanagers waar we de lijn voor de komende jaren gaan bespreken.” In de genen De naam is al een paar keer gevallen. Sportfondsen heeft het gerenommeerde bureau Berenschot uit Utrecht in de arm genomen om haar te begeleiden bij de nieuwe strategische positionering van Sportfondsen Deelnemingen B.V.. Senior consultant Vera van Vilsteren is vanaf het begin betrokken geweest bij het proces. Zij zegt: “Wij werden in eerste instantie benaderd met het verzoek of we een ontwikkelingstraject voor de betreffende managers konden uitwerken. Daarop hebben wij geadviseerd een paar stappen terug te doen en eerst een plan te maken voor de gewenste veranderingen. Vanuit een heldere strategische richting volgt een eenduidig profiel van de manager van de toekomst en pas dan kan de benodigde ontwikkeling bepaald worden. Daar hebben we vanaf medio 2009, samen met de Sportfondsen Groep, aan gewerkt. We noemen het intern ‘naar Sportfondsen 2.0’.” “De markt waarin Sportfondsen opereert, is volop in beweging. De gemeentelijke budgetten zijn aangescherpt, de eisen op het gebied van veiligheid en hygiëne nemen sterk toe en bezoekers leggen de lat hoger en hebben meer alternatieve mogelijkheden. Bovendien hebben hogere energiekosten in deze branche direct impact op de financiële resultaten”, schetst Van Vilsteren een deel van het speelveld voor Sportfondsen, dat ook direct de noodzaak aangeeft om gericht te sturen op effectiviteit en meer (management)aandacht te schenken aan kostenbeheersing en klantgerichte bedrijfsvoering. “Dit vraagt enerzijds om inzicht en transparantie in kosten en bedrijfsvoering. En anderzijds moeten financiële beheersing, verantwoordelijkheid en ondernemerschap in de genen komen bij de managers, hun MT’s en uiteindelijk alle medewerkers.” Doelstellingen 2010 Om de gewenste ‘beweging’ - zonder kwaliteitsverlies - te implementeren en te ‘doorleven’, heeft Berenschot een 3-stappenplan geformuleerd op basis van het principe richten-
Sportfondsen Deelnemingen
2.0
Missie: Sportfondsen Deelnemingen is een toonaangevende en prestatiegerichte exploitant in de sport-, welzijns- en recreatiebranche met focus op maatschappelijke betrokkenheid. Visie: Door ondernemerschap en efficiënte inzet van mensen en middelen streeft Sportfondsen Deelnemingen naar Optimale Waarde ® voor alle belanghebbenden.
inrichten-verrichten. Vera van Vilsteren: “We zijn begonnen met de eerste fase, die van het richten. Waar gaan we heen? Wat zijn de strategische uitgangspunten? We bespreken met alle betrokkenen de noodzaak van het inzetten van deze ontwikkeling en daarmee gaan we ondertussen aan de slag met de implementatie en het creëren van draagvlak en betrokkenheid. Daarna volgt de fase van het inrichten. Strategische speerpunten zijn doorvertaald. Enerzijds naar een nieuw organisatieontwerp die de al eerder genoemde splitsing tot gevolg had, maar ook bijbehorende taken van functies en de verschillende overlegvormen zijn ingevuld. Anderzijds is de strategie doorvertaald naar concrete indicatoren waarop (regio)managers kunnen sturen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld over klanttevredenheid, de financiële cijfers, maar ook over de relatie met gemeenten en de algehele beleefdheid van medewerkers.” De derde fase, ‘het daadwerkelijk toepassen en veranderen’ (verrichten), heeft al vanaf het begin veel prioriteit maar vraagt ook juist in de komende tijd veel aandacht. De kunst hierbij is om de grote lijn vast te houden en uit te dragen en tegelijkertijd de no-nonsense-doe-cultuur van Sportfondsen te benutten. Arja Haagsma: “We zijn uit op blijvende verandering. Voor 2010 hebben we inmiddels een viertal doelstellingen bepaald. Allereerst willen we een gecontroleerde omzetgroei realiseren door de bestaande basis stevig te verankeren, nieuwe aanbestedingen te winnen en de efficiency te verbeteren. In de tweede plaats willen we nieuwe bezoekersgroepen gaan aanboren door verhoging van de commerciële slagkracht en door professionele invulling te geven aan de uit te voeren maatschappelijke taken. Ten derde denken we meer bezoekers te kunnen binnenhalen door de attitude van de medewerkers in de richting van optimale gastgerichtheid te sturen. En tenslotte moeten we de continuïteit van het traject zien te waarborgen door veranderingen te signaleren en te sturen op verbeteringen en vernieuwingen.” Vera van Vilsteren vult aan: “Sportfondsen heeft een hele degelijke basis en is al ruim 85 jaar een ijzersterke dienstverlener aan- en exploitant van maatschappelijke voorzieningen. Lokaal ondernemerschap is heel erg belangrijk. Om meer bezoekers te trekken, moet je ook ‘out of the box’ kunnen denken. Wat kun je in een zwembad allemaal nog meer doen dan zwemmen en aquarobics? Kortom: wees creatief en innovatief!” n 15
Sportfondsen maatschappelijk actief Duchenne en Arricirco
Sportfondsen Nederland en haar accommodaties zijn maatschappelijk zeer betrokken. Vrijwel iedere accommodatie doet wel iets voor een lokaal, landelijk of zelfs internationaal goed doel. Zo doet Arjan van Oostenbrugge, manager van Sportfondsenbad Groenoord in Schiedam, mee aan een mountainbiketocht om geld op te halen voor onderzoek naar de ziekte van Duchenne. Daarnaast is Sportfondsen bijvoorbeeld zeer begaan met de Stichting Arricirco Holanda, die zich ten doel stelt ontwikkelingsmogelijkheden te creëren voor kansarme jongeren uit Brazilië.
gefinancierd, gaf hoopgevende resultaten bij experimenten. “Daarom is het zo dankbaar om aan die tocht mee te doen”, vertelt Van Oostenbrugge, die samen met Wynand Korsten (collega bij Sportfondsen Groenoord) op de fiets stapt. “Ikzelf doe nu voor de derde keer mee en Wynand voor de tweede keer. Als je inschrijft wordt er van je verwacht dat je minimaal 2.500 euro aan sponsorgeld inbrengt. Wij halen, mede door lokale acties met het zwembad, aanzienlijk meer op. Vorig jaar hadden we toevallig een Duchenne-patiëntje op zwemles, Tim. We hebben toen een sponsorzwemtocht met zijn school georganiseerd ten bate van Duchenne. Tim heeft zijn A-diploma op zak, maar inmiddels is hij in een rolstoel beland en is zwemmen voor hem helaas vrijwel onmogelijk geworden…”
www.duchenneheroes.nl Duchenne Heroes Duchenne is een ernstige en erfelijke spierziekte die vrijwel alleen bij jongens voorkomt. In ons land hebben ongeveer achthonderd jongens deze ziekte. De ontwikkeling van nieuwe behandelmethodes heeft de levensverwachting van de patiënten doen toenemen tot 30 jaar, maar zelfs nu nog sterven er patiënten voor hun twintigste jaar. Arjan van Oostenbrugge werd een aantal jaren geleden naar eigen zeggen ‘gepakt’ door het werk van de Stichting Duchenne Parent, een door ouders en vrienden van kinderen met Duchenne opgerichte en geleide non-profit organisatie die het onderzoek naar een genezing voor Duchenne spierdystrofie wil bespoedigen. Hij zegt: “Onderzoek naar Duchenne is duur en kan niet rekenen op veel financiële steun van de overheid en de farmaceutische industrie. Op zich wel begrijpelijk, want het gaat om een relatief kleine groep die hierdoor wordt getroffen in vergelijking met andere ernstige ziektes waar natuurlijk ook onderzoek naar gedaan moet worden. De ouders van kinderen met Duchenne hebben daarom het heft in eigen hand genomen en zijn vanuit de Stichting Duchenne Parent allerlei activiteiten gaan organiseren om geld in te zamelen, waaronder Duchenne Heroes.” Duchenne Heroes is een zware en prachtige mountainbiketocht van Luxemburg naar Nederland. De helden leggen zeven unieke etappes af door vier landen en fietsen gemiddeld honderd kilometer per dag. Op dit moment is Duchenne nog niet te genezen of te voorkomen. Maar een wetenschappelijke doorbraak lijkt eindelijk dichtbij. Eén van de projecten die mede door Duchenne Heroes is 16
(kijk in het menu onder ‘teams’ bij Team Sportfondsen)
Arricirco Jacqueline ten Cate is medeoprichter en voorzitter van de Stichting Arricirco Nederland. Zij heeft zich het lot aangetrokken van een groep kansarme kinderen uit Brazilië en zet zich in om hen een betere toekomst te bieden. “Arricirco bestaat uit een groep zeer getalenteerde jongeren uit de favela’s (krottenwijken, red.) van Recife, een stad met ongeveer vijf miljoen mensen in het noordoosten van Brazilië. De armoede is groot, veel mensen zijn werkloos en kinderen gaan niet of weinig naar school. De wijken waarin zij opgroeien bieden weinig hoop op een goede plek op de arbeidsmarkt. Een van de projecten om de kansarme jongeren uit deze situatie te halen, is de oprichting van het straatcircus Arricirco. Deze stichting laat kinderen uit achterstandswijken kennis maken met het circus. Door het aanleren van de diverse circustechnieken ontwikkelen de kinderen hun aanleg en talent, krijgen ze meer zelfvertrouwen en een groter gevoel van eigenwaarde. Dit is erg belangrijk voor hun toekomst.”
Foto is gemaakt door Femke van der Veen
Met het kleine beetje geld dat met de voorstellingen wordt verdiend, voorziet men in het eigen levensonderhoud en stellen ze ook andere kinderen in staat een toekomst op te bouwen. De groep bestaat in totaal uit 60 jongeren, in de leeftijd van 8 tot 24 jaar. De ouderen zijn al vanaf de leeftijd van 8 jaar opgenomen in het project. Zij zijn inmiddels weer de mentoren van de kleinere kinderen. Om aandacht te krijgen voor de problematiek in de achterstandswijken waarin zij wonen en om geld in te zamelen voor nieuwe projecten zodat ook andere kinderen geholpen kunnen worden, gaat deze groep van Arricirco elk jaar voor een theatertournee van zes weken naar Nederland, in 2010 wordt de derde keer. Ten Cate: “De tournee was de vorige twee keer erg succesvol, mede door de betrokkenheid van Sportfondsen. Bert Verkoelen, Manager Exploitatie bij Sportfondsen Nederland, is ook bestuurslid van onze stichting en hij heeft Arricirco onder de aandacht gebracht bij alle sportaccommodaties van Sportfondsen. Daarnaast heeft het bedrijf ons erg goed geholpen bij het verkrijgen van free publicity. Uiteindelijk hebben zowel in 2008 als 2009 elk jaar zo’n 10 tot 15 accommodaties van Sportfondsen een show van Arricirco geboekt en daar zijn we natuurlijk heel erg blij mee!” Arricirco komt in mei en juni 2010 weer zes weken naar Nederland. Zwembaden en andere organisaties die de voorstelling willen boeken, bijvoorbeeld voor een bedrijfsfeest, kunnen hiervoor terecht op de website: www.arricirco.nl 17
Op zoek naar maatschappelijk
rendement Koop duurzame producten! Gebruik groene energie! Houd plastic buiten de kliko! Dag-in-dag-uit worden we met de neus op de feiten gedrukt: we moeten zuinig(er) met onze aarde omgaan. Terecht ook, want uit onderzoek blijkt dat als we niets doen, we in 2050 twee aardbollen nodig hebben om iedereen te voorzien van grondstoffen. Sportfondsenmanager Bouw & Techniek Nancy Visser: “Dat is een probleem waar we ook als bedrijf onze ogen niet voor kunnen en mogen sluiten!” Visser is verantwoordelijk voor het project Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). “Zowel bij de overheid als in het bedrijfsleven raakt men steeds meer bewust van de noodzaak van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook voor Sportfondsen Nederland is het een van de speerpunten van ons beleid geworden”, aldus Nancy Visser. Maar wat is dat eigenlijk, maatschappelijk verantwoord ondernemen? Visser: “Het gaat erom dat je bij al je ondernemingsactiviteiten op de lange termijn altijd drie zaken centraal stelt: het economisch rendement (profit), de gevolgen voor de mens binnen en buiten de onderneming (people) en de effecten op het natuurlijk leefmilieu (planet).”  Trias energetica Het grondstoffenprobleem is de belangrijkste overweging voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Nancy Visser: “Dat raakt ons uiteindelijk allemaal. Maar daarnaast heeft het ook met de keuzes van de overheid te maken én de houding van de consument. De rijksoverheid is in 2010 al overgeschakeld op 100% duurzaam inkopen en van de gemeenten wordt dit uiterlijk in 2015 verwacht. Nu al zitten gemeenten op 75% duurzaam inkopen. Aangezien de Sportfondsenaccommodaties een maatschappelijke taak van de gemeente vervullen, moeten we daar bij onze aanbiedingen op inspelen. Bovendien wordt ook de consument steeds kritischer op duurzaamheid. Men wil bewijzen zien voor duurzame producten, dus we moeten ons er niet alleen van bewust zijn, maar we moeten ook laten zien dat we bezig zijn met maatschappelijk verantwoord ondernemen.” 18
Bij ontwerp, nieuwbouw en renovatie van accommodaties houdt Sportfondsen de zogenoemde ‘Trias energetica’ aan: “In de eerste plaats is het de bedoeling zo weinig mogelijk energie te gebruiken. Concreet gaat het om 55% ventilatie, 20% straling, 10% rookgassen, 5% lozing. Ten tweede moeten we zoveel mogelijk energie duurzaam opwekken via de wind en de zon. En als derde component zijn pas de fossiele brandstoffen aan de beurt: aardgas, aardolie en steenkool.” Internationale richtlijn “Bij Sportfondsen Nederland richten we de focus eerst op duurzaam beheer en exploitatie”, vervolgt Nancy Visser. “Daarbij houden we de ISO-norm 26000 aan. Dat is een internationale richtlijn voor maatschappelijk verantwoordelijk ondernemen, voor zowel publieke als private sectoren. Meer dan zeventig landen en vijfendertig internationale organisaties gebruiken inmiddels de uniforme terminologie van dit ISO-certificaat. Binnen ISO 26000 staan zeven kernonderwerpen centraal die belangrijk zijn voor maatschappelijk verantwoord ondernemen: goed bestuur, mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu, eerlijk zaken doen, consumentenbelangen en maatschappelijke betrokkenheid/ ontwikkeling.” “Het MVO-model binnen Sportfondsen is een groeimodel. De zeven kernonderwerpen van ISO 26000 zijn de basis voor continue uitdieping van de eisen die wij aan onszelf en de aangesloten accommodaties stellen. Deze kernonderwerpen vertalen we voor de duidelijkheid naar de begrippen Planet, People & Profit. Daarvoor hebben we in eerste instantie voor ‘Planet’ een aantal concrete MVO-doelen voor 2010 gesteld. Zo doen we een nulmeting van het grondstofverbruik (gas, water, chemicaliën, afval, enzovoort, red.) en daarna een benchmark energie. Daarna implementeren we, een energie- en milieuplan en verder richten we ons op collectieve duurzame inkoop. Accommodaties die op het gebied van ‘Planet’ goed scoren, krijgen het Certificaat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen voor accommodaties. Inmiddels hebben al veertien Sportfondsenaccommodaties dit certificaat in bezit.” Vertaling People en Profit Op het gebied van ‘People’ heeft Sportfondsen de kernonderwerpen vertaald naar een evenwichtig aannamebeleid Foto's: (eenSwimjos afspiegeling van de bevolkingsgroepen in de desbetreffende Archief
plaats of wijk), een bedrijfs- en persoonlijk opleidingsplan (BOP of POP), een gedragscode, het naleven van de risico-inventarisatie en -evaluatie en maatschappelijke betrokkenheid. Voor ‘Profit’ staat de continuïteit en het voortbestaan van de Sportfondsen Groep uiteraard altijd voorop. Nancy Visser: “Daarnaast zouden accommodaties bij uitbreiding van doelgroepactiviteiten in eerste instantie moeten kijken hoe ze kunnen aansluiten bij sociaalmaatschappelijke kwesties binnen de gemeente, zoals integratie, overgewicht en de vereenzaming van senioren. Verder kun je denken aan innovatie in producten en systemen.Tenslotte is het belangrijk voor accommodaties om een netwerk op te bouwen of uit te breiden met vertegenwoordigers van de gemeente, verenigingen en bijvoorbeeld eerstelijns hulporganisaties. Uiteindelijk kunnen de Sportfondsenaccommodaties ook certificaten verdienen voor de gebieden ‘People’ en ‘Profit’.”  Terugbetaling investeringen “We zitten wat MVO betreft nu nog in een bewustwordingsproces. In 2010 gaan we daarom de dialoog aan met alle belanghebbenden: gemeenten, bezoekers en medewerkers. Wat zijn hun eisen en verwachtingen? Daar gaan we vervolgens onze strategie en beleid op afstemmen. Duurzaamheid kost in eerste instantie altijd geld, maar op de langere termijn betalen de investeringen zich ongetwijfeld terug! We moeten dan niet alleen in financiële termen als winst denken, maar juist en vooral in maatschappelijk rendement.” Missie “De Sportfondsen Groep wil op basis van haar kernactiviteiten als exploitant en dienstverlener in de sport-, recreatie- en welzijnsbranche de optimale balans creëren tussen economisch rendement enerzijds en sociale en ecologische belangen anderzijds.” n
Schoonmaakconcept Als onderdeel van het gebied ‘Profit’ binnen het MVO-project heeft Sportfondsen Nederland in samenwerking met Diversey in 2009 het schoonmaakconcept voor accommodaties geïntroduceerd. Nancy Visser: “Uit de klanttevredenheidsonderzoeken bij accommodaties blijkt dat we voor schoonmaak gemiddeld een 7 scoren. We willen graag binnen drie jaar op een 8 zitten. Bezoekers ervaren goede hygiëne als een van de belangrijkste aspecten binnen een accommodatie. Als je daarnaast weet dat schoonmaakkosten ongeveer 10 tot 15% van de totale exploitatie uitmaken, dan is hier nog veel winst te halen. Daarom hebben we samen met Diversey, specialist op het gebied van professionele hygiëne- en reinigingsoplossingen, een schoonmaakconcept ontworpen. De voordelen hiervan zitten met name in het terugdringen van de arbeidskosten. Met een op maat gemaakt schoonmaakplan boeken we tijdwinst omdat medewerkers efficiënter werken door geoptimaliseerde schoonmaakprocessen. Accommodaties, ook die niet bij Sportfondsen zijn aangesloten, kunnen bovendien profiteren van de collectieve afspraak die we met Diversey hebben gemaakt voor het gebruik van duurzame reinigingsmiddelen.” Inmiddels werken al vijf accommodaties naar volle tevredenheid met het schoonmaakconcept.
19
Sportfondsen Kort Sportfondsen Kort Sportfond
ecotaks als unique selling point
Teruggave van de Iedereen betaalt belasting over zijn gas- en elektriciteitsverbruik. Hoe hoger het verbruik, hoe hoger het belastingbedrag. Dankzij Sportfondsen kunnen sommige sportaccommodaties echter belastinggeld terugkrijgen. Hoofd Accountancy bij Sportfondsen Wim Reeuwijk: “Deze regeling is uniek in Nederland.” Ecotaks Sinds de jaren negentig heeft Nederland er een milieuheffing bij: de Regulerende Energiebelasting (REB). De REB heeft betrekking op gas- en elektriciteitsverbruik. Reeuwijk: “De heffing is bedoeld om ervoor te zorgen dat we zuiniger met energie omgaan en daarmee het milieu sparen.” Deze belasting betalen verbruikers bovenop de daadwerkelijke verbruikskosten aan de energieleverancier. Die draagt het heffingsbedrag vervolgens af aan de belastingdienst. Sportfondsen treft regeling “Zwembaden gebruiken veel energie en moeten dus veel belasting betalen. Maar dankzij een vonnis van het gerechtshof in Arnhem in 2007 hebben we een teruggaafregeling kunnen treffen.” Reeuwijk – bijna tien jaar in dienst bij Sportfondsen – legt de ingewikkelde regelingen helder uit. “Stichtingen kwamen na het vonnis in aanmerking voor een belastingteruggaaf tot vijftig procent van de betaalde energiebelasting. Van de ongeveer tachtig accommodaties van Sportfondsen, lijken er
Rekenvoorbeeld heffing gasverbruik De meeste zwembaden verbruiken tot 170.000 kuub gas per jaar. Deze hoeveelheid valt in de range waarvan het belastingbedrag 13,85 cent per kuub is. Per jaar betaalt een accommodatie die 170.000 kuub gas verbruikt dus € 23.545,- aan belastinggeld. Dankzij Sportfondsen krijgen deze accommodaties de helft van dit bedrag terug voor het gasverbruik, ongeveer € 12.000,-. Voor elektra geldt dezelfde rekensom. Op basis van een verbruik van 350.000 KwH krijgen accommodaties ongeveer € 3.000,- terug.
ongeveer vijfendertig op een stichtingsvorm. Deze accommodaties hebben een exploitatievorm waarbij geen
konden terugvragen. Accommodaties krijgen
exploitatie-resultaat wordt behaald. Dat zijn de
ongeveer de helft van het betaalde belasting-
risicovrije ondernemingen. Met het
bedrag daadwerkelijk terug. Grof gezegd kan
gelijkheidsbeginsel als argument hebben we er
dat voor elektriciteits- en gasverbruik
toen voor gezorgd dat die accommodaties ook
neerkomen op krap € 15.000,- per jaar.”
onder de teruggaafregeling vallen. Dat proces heeft ruim twee jaar geduurd.”
Unieke regeling Het is Sportfondsen dus gelukt om een groot aantal accommodaties voor teruggaaf in aanmerking te laten komen. Deze accommodaties krijgen dus een belangrijk deel van hun energiebelasting terug. “Deze regeling is uniek in Nederland. Geen van onze concurrenten biedt de mogelijkheid tot restitutie van de REB aan hun accommodaties.” Een unique selling point dus, dat een hoop oplevert voor de Sportfondsenaccommodaties: “Nu is de heffing al meer dan verdubbeld ten opzichte van 2002. Dat jaar is het eerste waarover accommodaties geld
Ambitie voor 2010 Het is blauwe-enveloppentijd, ook voor Sportfondsen: “Op dit moment zijn we bezig met de aanslagen van het jaar 2009. Uiterlijk 31 maart moeten we die ingediend hebben. Met drie medewerkers zijn we hier druk mee bezig.” Maar dat is niet alles. Ook met terugwerkende kracht kan Sportfondsen geld terugvragen. Dit kan tot vijf jaar terug. Volop werk te doen dus. Reeuwijk: “We zijn nu bezig om de teruggaven over het jaar 2004 af te wikkelen. Dit doen we in nauw overleg met de belastingdienst Emmen. Mijn ambitie is om dit jaar alle aanvragen voor eerdere jaren te verwerken. Dat betekent dat we de komende tijd zeker wat extra handen nodig hebben!” n
Sportfondsen Optimaal is een uitgave van: Sportfondsen Nederland NV Postjesweg 175. Postbus 90367, 1006 BJ Amsterdam, Telefoon: 020 3550 555 Fax: 020 3550 666, E-mail:
[email protected] www.sportfondsen.nl Concept, ontwerp en productie: The KEY Agency, Amsterdam n Interviews: Hans Nieuwenburg Eindredactie: Sportfondsen Nederland N.V. Afdeling Expertise 20
n
Fotografie: Wim Hollemans