Verslag Presentatie rapport “Turkse, Marokkaanse en Surinaamse ouderen in Noord-Brabant” Een inventarisatie van de leefsituatie van ouderen 24 april 2013 van 14.00 uur tot 17.00 uur Ontmoetingscentrum De Carrousel te Eindhoven
Opening en welkom Mohamed el Haddad, voorzitter van BOOG, opent de bijeenkomst en heet iedereen welkom. We zijn te gast bij ‘de Carrousel’, onderdeel van Woonbedrijf. Als het goed is, worden hier eind van het jaar woonvoorzieningen gebouwd voor Turkse ouderen. Deze middag draait om het rapport door Bedriye en Rukize van stichting De Binding. Daarvoor presenteert Ayse Üstün haar boek dat tussen nu en drie maanden uit gaat komen.
Presentatie boek “Hollanda” door Ayse Üstün Ayse dankt Bedriye, die haar gevraagd heeft iets te komen vertellen over haar eerste boek over de eerste generatie Turken. Het boek bevat een verzameling biografieën over allochtone ouderen in Nederland. Ayse is maatschappelijk werkende en heeft al jarenlang gedichten en korte verhalen geschreven. Dit is haar eerste boek. Het idee kwam in 2011 van een goede kennis, een fotograaf in Helmond. Het is goed om de volgende generatie het verhaal te laten weten van het begin. Want ook Ayse is door de interviews veel te weten gekomen van haar vader over de geschiedenis van haar eigen familie. Door benadering van hun eigen netwerk zijn ze op het spoor gekomen van veel indrukwekkende geschiedenissen. Ze is dus bij haar eigen vader begonnen. De gesprekken duurden twee, drie uur lang. Daarna was ze erg onder de indruk van zaken waar ze nooit bij stil had gestaan. Zijn beweegredenen, behoeftes en keuzes. Hierdoor vielen veel puzzelstukjes op hun plaats.
1
Haar opdrachtgever was ook onder de indruk. Ze wilde landelijk interviews doen, maar sommige mensen zagen er vanaf omdat ze angstig waren voor de reacties van hun kinderen. Uiteindelijk heeft Ayse zeven Turkse mannen tussen 65 en 78, twee Turkse vrouwen en een echtpaar kunnen interviewen. Ook het hoofd personeelszaken van Batabest kon zich nog goed voor de geest halen hoe het toen ging. Ze kwam tot de conclusie dat deze mensen niet vergeten mogen worden. Het resultaat is het boek ‘Hollanda” met opvallende uitspraken en quoten. Hoewel de mensen van dezelfde achtergrond waren, kwamen er toch heel verschillende verhalen. Een man vertelde, na een gesprek van een aantal uren, dat hij zich tien jaar jonger voelde. Ayse stelt een aantal mensen uit het boek voor, met in het kort een aantal van hun uitspraken. Zoals van Muzaffer Akkurt “In mijn hart ben ik ervan overtuigd dat Nederlanders goede mensen zijn. Problemen ontstaan door wederzijds onbegrip. Onbegrip ontstaat door misverstanden en de misverstanden ontstaan doordat wij niet met elkaar communiceren”. Of van Nazim Kilnic: “Nederland is mijn tweede vaderland. Ik wil niet ondankbaar zijn. Een uitkering zoals hier krijg je niet in veel landen. Maar ik zie dat de meeste kinderen geen zelfrespect hebben en geen respect voor anderen. Ik ben bang dat onze jongeren hetzelfde worden als de huidige jongeren die afkomstig zijn uit Nederland.” Zo geeft Ayse nog een aantal voorbeelden. Ze zag ook veel overeenkomsten in achtergronden zoals het dorp, het familieleven, een minimale scholing, een strenge opvoeding en na militaire dienst geen werk kunnen vinden. Ze wilden het beter krijgen dan hun ouders. Men had toch altijd het idee om terug te keren maar zijn hier blijven hangen toen de gezinnen naar hier kwamen. Mohamed vraagt welk verhaal, persoon of uitspraak haar het meeste raakte. Ayse antwoordt dat een man met acht kinderen haar diep geraakt heeft. Wat hij heeft gedaan is niet niks, maar hij is nu een oude man en heeft door zijn manier van opvoeden nu nauwelijks nog contact met zijn kinderen. .Ze wilde contact met de kinderen tot stand brengen. Mohamed vraagt of haar vroegere beroep in het maatschappelijk werk het schrijven bemoeilijkte. Ayse zegt dat het vanzelf ging. Ze heeft de verhalen aan landelijk bekende schrijvers laten lezen voor commentaar, maar die wilden niet dat ze iets zou veranderen qua schrijfstijl en beschrijving van de mensen. Mohamed vraagt waarom we haar boek moeten kopen. Ayse Üstün zegt dat ze niet goed is in verkopen, maar ze wijst op reacties van mensen die het gelezen hebben. Ze waren geraakt door de manier waarop het geschreven is. “Je moet het gewoon lezen om die mensen te snappen.” Headly Binderhagel compliment haar over de enthousiaste wijze waarop ze haar werk brengt maar hij vraagt naar het onderscheidend vermogen. Er is al zoveel geschreven over dit onderwerp. Ayse zegt dat het bijzondere verhalen zijn. Het is uniek omdat deze mensen de meest persoonlijke verhalen vertellen. In fragmenten volg je het kind naar het hier en nu. Dit boek gaat dieper. Mohamed vraagt naar het volgende boek. Ayse zegt dat ze plannen heeft, maar dat ze daar nog niets over vertelt. Hierna zegt Mohamed haar dank voor haar bijdrage en vervolgt dat “Hollanda” het persoonlijke verhaal, een brug slaat naar de presentatie van maatschappelijke verkenningen. De inventarisatie is gebeurd in opdracht van het VBOB, Stichting Verenigde Bonden Overleg Brabant en met name twee leden daarvan, het PSOB, platform Surinaamse Ouderen en BOOG.
2
Presentatie rapport “TURKSE, MAROKKAANSE EN SURINAAMSE OUDEREN in NOORD–BRABANT” door Bedriye Ataman van stichting De Binding Bedriye licht het rapport toe aan de hand van een Powerpoint presentatie. De opdrachtgever is het VBOB, de opdrachtnemers zijn BOOG en PSOB en de uitvoerder is stichting De Binding, waarvoor zij werkt. Ze heeft met veel plezier deze opdracht uitgevoerd. Ze legt haar werkwijze uit: De Eerste generatie is komen wonen in gebieden met industrie en textiel. Omdat de meeste ouderen daar nog wonen zijn er daar veel bewegingen. Men wil iets opzetten voor allochtone ouderen. Het gaat hierbij om het werkgebied: • Eindhoven • Helmond • Oss • Tilburg • Den Bosch • Breda VOORZIENINGEN Bedriye vertelt dat het echt een breed onderzoek is geweest. Ze hebben met veel mensen gesproken. Onder voorzieningen vallen: • Gezondheid • Welzijn • Huisvesting De vraag was betreffende de bereikbaarheid en toegankelijkheid van deze voorzieningen. ONDERZOEKSVRAGEN De vragen die gesteld werden betreffen: • Welke vorm van voorzieningen bestaan reeds voor deze groep? • Hoe is de samenwerking met organisaties op gebied van welzijn, gezondheidszorg en huisvesting? • Welke wensen en behoeften op deze terreinen (welzijn, gezondheidszorg en huisvesting) zijn er bij de Surinaamse, Turkse en Marokkaanse ouderen zelf? Nadrukkelijk zijn de verschillen en overeenkomsten genoemd in het rapport. Het was belangrijk om te benoemen omdat men vaak denkt dat alle allochtonen hetzelfde zijn. • Hoe is de samenwerking met gemeentes en organisaties? Bedriye noemt de samenwerking van professionele organisaties zorgwekkend. Men weet weinig van elkaar en ziet elkaar eerder als concurrent dan dat men naar samenbundeling streeft om samen iets te bereiken voor de ouderen. DE RESULTATEN GAAN NAAR • Gemeenten (Bedriye denkt dat de informatie breder verspreid kan worden dan alleen de organisaties.) • Voorzieningen en instellingen voor ouderen • Migrantenorganisaties die zich inzetten voor deze ouderen. DOEL
3
Het rapport kan een bijdrage leveren aan de kennis van de organisaties over deze nieuwe doelgroep. Men is ermee bezig maar weet nog niet precies hoe. Mohamed vraagt naar de nieuwe doelgroep, omdat de match met instellingen nog niet optimaal is. Bedriye zegt dat de allochtone ouderen een nieuwe doelgroep vormen. De instellingen weten echt niet hoe men een aanbod kan ontwikkelen. Alexander van den Dungen, beleidsadviseur Provinciale Raad Gezondheid, zegt dat de discussie zich toespitst op het feit dat Nederland zich moet aanpassen aan allochtone ouderen. Dat schiet niet op. De vraag is wat je zelf kunt doen. Roman Warda, Thuiszorg Micaas, zegt dat er gesproken wordt over een nieuwe doelgroep, maar uit ervaring weet ze dat die doelgroep er al lang is. Er werd alleen nooit aandacht aan besteed. Mohamed el Haddad vult aan dat ze er wel waren, maar niet in beeld. De presentatie gaat verder met het Doel: • Verruimen van de kennis van de specifieke zorgvragen van migrantenouderen. • Het versnellen van vernieuwende ontwikkelingen betreffende het zorgaanbod bij voorzieningen en instellingen. Er verandert veel in de zorg en deze aanbevelingen kunnen meegenomen worden in nieuwe ontwikkelingen. Omdat de veranderingen zo snel gaan, wordt de doelgroep niet automatisch meegenomen. Ze vormen nog geen onderdeel van het beleid van de organisaties. We hopen dat de organisaties hier nu kennis van nemen, vervolgt Bedriye.
Hierna geeft ze uitleg over de werkwijze: WERKWIJZE STAP 1 • Netwerken benaderen Mensen benaderen die kennis hebben van de doelgroep. Daarom heeft men Brabantbreed naar netwerken gezocht met kennis over allochtone ouderen.
4
Netwerk uitbreiden Bestaande kennis verzamelen Bronnen: Internet, gedrukte media (pers en soms in eigen beheer uitgegeven media), maar ook is veel informatie verkregen uit hetgeen het PON (Tilburg) reeds op dit terrein had gedaan. Men heeft gekeken of het dezelfde problemen betrof. Er bleek veel overeenkomst te zijn bij bepaalde regio’s zoals bij Limburg of Rotterdam, etc.. • • •
STAP 2 • Bijeenkomsten met instellingen / organisaties (Oss en Tilburg) en doelgroepen zelf. • Bijeenkomsten met doelgroepen (Helmond, Eindhoven). Eerst met de bestuurders, dan met de ouderen. Er waren gesprekken met ouderen over waar ze tegen aan lopen. Er was gelukkig veel tevredenheid, maar de onderzoekers willen toch een aanbeveling doen. Toen heeft men contact gezocht met GGD-voorlichters, veel spreekuren en advies aan huisartsen bekeken en geadviseerd te kijken vanuit een andere invalshoek. Ook met Zorgbelang Welzijn is een middag georganiseerd met discussie en gesprekken. De uitkomsten daarvan zijn ook in het rapport verwerkt. Verder waren er • Gesprekken met ouderenadviseurs, GGD-voorlichters, voorlichters in Brabant (Zorgbelang), vrijwilligers, mantelzorgers, gemeentes, bestuurders, intermediairs. • WMO Van de WMO loketten heeft alleen Tilburg gereageerd. De onderzoekers hebben gevraagd hoeveel allochtonen gebruik maken van hun diensten, maar dat wisten ze niet of ze werkten niet mee. Bouchra Aatif Afendi zegt dat ze intensief met WMO Den Bosch samenwerkt. Zij heeft wel contact. OVO zou wel antwoord kunnen geven – maar in principe geven zij geen informatie over doelgroepen en zeker niet over allochtonen. • Thuiszorg De vragen die aan de doelgroep zijn gesteld zijn: • wat is de situatie • bent u daar tevreden mee • wat kan er beter / anders • wat hebt u daarvoor nodig • welke ondersteuning zou u willen hebben • wat verwacht u van de overheid / instellingen • wat verwacht u van uw kinderen / ouders. De antwoorden zijn uitgesplitst naar huisvesting, gezondheid en welzijn. STAP 3 bestond uit verzamelen, inventariseren en analyseren. STAP 4 waren de conclusies. CONCLUSIES • Veel mantelzorgers-problematiek: met name op allochtone mantelzorgers wordt veel beroep gedaan. Van tolken tot huishoudelijke zorg. Ayse wijst op de verwachting vanuit ouderen. “Je bent toch mijn kind”. Dat probleem speelt alleen bij de1e generatie. Gulsum Atici, van Ikinci Bahar, Turkse ouderen Tilburg, zegt dat men het geen mantelzorger noemt, het is een verplichting, De benadering is anders.
5
Maurice Delil, wijkcoördinator Woensel zuid, noemt de Thuiszorg een onzichtbare schakel voor overbelaste mantelzorgers. Het is een herkenbaar probleem dat ook hier speelt. Conny Musch, Steunpunt Mantelzorg Verlicht, wil vertellen over een voorstelling die ze gemaakt hebben. Het gaat meer om de mensen die mantelzorg geven en de wetgeving. Daar richten we ons op. •
Wie niet vraagt, wordt overgeslagen: men verwacht een mondige samenleving. Allochtone ouderen vragen nauwelijks.
Maurice Delil vraagt zich af wat de reden is dat men niets vraagt. Is vragen ook klagen bij de ouderen? Bedriye zegt het anders moet worden benaderd: je moet vragen ‘wat wil je, wat kan ik voor je doen?’
Gordana Bogosavac, werkte vroeger bij Welzijn Eindhoven, legt uit: van jongsaf aan leer je bescheidenheid. Je vraagt niet of op een andere manier en je kijkt niet rechtstreeks in de ogen. Normen verschillen. Riky Keijzers, Welzijn Eindhoven, zegt dat er veel onbekendheid is bij allochtone ouderen over voorzieningen. Ze noemt het Oppluspakket, een voorziening van Woonbedrijf om het huis aan te passen. Anne Marie Jansen, OVAA, is het eens met de onbekendheid, maar taal kan ook een drempel zijn om te vragen. Bedriye antwoordt dat het moeilijk is om bij de arts uit te leggen wat er precies aan de hand is, al spreek je de taal. Dat geldt ook naar instellingen, want je weet de terminologie niet. Je moet het eerst zelf snappen om het goed over te kunnen brengen. Warda Roman vindt het belangrijk dat een intermediair ook medische kennis heeft. Onbekendheid met voorzieningen Empowerment is hard nodig, zowel voor ouderen als voor mantelzorgers en familieleden. Empowerment van de omgeving. Gordana Bogosavac zegt dat de zonen meestal de beslissingen nemen. Uit trots en verplichting naar de ouderen toe, maar als het ervan komt dan gaat het over de rug van de vrouw of de schoondochter. Maurice Delil vraagt wat er empowerd moet worden. Het is een containerbegrip dat voor veel uitleg vatbaar is. • •
6
Bedriye zegt dat het gaat om zelfstandige beslissingen te nemen. Je bent afhankelijk van je kinderen geworden. Je hoeft niet alles te weten. Het gaat om zelfredzaamheid, zodat de afhankelijkheidsrelatie zo klein mogelijk wordt. •
Eigen verantwoordelijkheid is valkuil.
WMO wil dat mensen zelf verantwoordelijk zijn. Is de eerste generatie wel in staat dat te nemen en hoe kunnen we dat alsnog bewerkstelligen. • Informatie komt niet over. Op de een of andere manier wordt de informatie niet opgenomen en komt niet door. Gordana Bogosavac zegt dat dit logisch is als je alleen al naar de motoriek kijkt en de manier van denken. AANBEVELINGEN • Hulp bij het formuleren van hulpvraag Ook het invullen van formulieren is een probleem. • Zorg voor de mantelzorger • Spreekuren op wijkniveau • Diversiteit in beleid Ineens is het doelgroepenbeleid afgeschaft, dat is een knelpunt. Mohamed el Haddad neemt dat mee als paraplu vraag. • Geen lange-termijn denken Nederlanders denken aan aanpassing van hun huis, etc.. Bij allochtone ouderen zit dat er niet in. Als ze in een moeilijke situatie zitten dan is het crisis. • Zorg - kennis uitwisseling met elkaar – Welzijn Welzijn bestaat al jaren. Het is belangrijk om elkaars ervaringen te delen. VERVOLG • PSOB en BOOG gaan onderzoek doen naar de waarborging van de vertegenwoordiging van allochtone ouderenorganisaties. De Surinaamse ouderen zeiden dat de krachten gebundeld moeten worden met Turkse en Marokkaanse ouderen. Er wordt gewerkt aan een bredere organisatie voor allochtone ouderen. Dat is belangrijk. Ze zijn niet goed georganiseerd. Nederland is een land waar niet georganiseerde groepen hun stem niet kunnen laten horen. Doel: Een Brabantse brede federatie voor organisaties van ouderenmigranten. Hierna bedankt Mohamed Bedriye voor de presentatie. Senad Kujovic merkt op dat aan de zorg van allochtone ouderen niets wordt gedaan. Is er in het rapport ook naar de toekomst gekeken? Is er gekeken naar de prognoses. Bedriye zegt dat er onderzoek is gedaan maar grote landelijke organisaties zoals de Diabetesstichting en Alzheimer Nederland maar zij werken maar voor één onderwerp. Je kunt niet op één plek de informatie halen. Je moet meer bronnen aanboren. Een man uit Tongelre Zuidoost wijst erop dat de GGD Helmond statistisch onderzoek heeft gedaan naar prognoses voor allochtone ouderen en wat het betekent voor de zorgvraag.
7
PROJECT VOEDING EN BEWEGING Hierna krijg Dorit Teuscher van de Universiteit van Maastricht de gelegenheid om haar activiteiten uit te leggen. Ze vertelt dat de Universiteit de laatste jaren interviews heeft gedaan over beweging en voeding en wat gezondheid voor mensen inhoudt. Willen ze eraan werken? De informatie is gebruikt voor leefstijlinterventie over beweging, voeding en lekker in je vel zitten door met gezondheid bezig te zijn. Het is belangrijk dat je dat samen doet. Je sociale omgeving vormt jou en bepaalt je gedrag. Dan is het soms lastig om gezond te eten. Ze wil hier in Eindhoven een leefstijl interventie programma starten in samenwerking met huisartsen Er komen binnenkort uitnodigingen voor mensen die in aanmerking komen tussen 30 en 70 jaar. Het gaat om preventie. Ze heeft al een aantal uitnodigingen uitgedeeld. Als iemand mensen kent of zelf wil deelnemen, dan kan men contact met haar opnemen. Ook Gezondheidszorg heeft informatie. De deelnemers kunnen sporten, krijgen begeleiding van diëtisten en groepsbijeenkomsten. Ze hoeven niet te kunnen lezen of schrijven. Het is interactief met o.a. eetadvies, rondleiding in een supermarkt, etc.. Je krijgt ook sociale steun. Er wordt gemeten en gewogen en na een jaar wordt gekeken wat de resultaten zijn. Deelname is gratis.
Discussie en gelegenheid voor het stellen van vragen Het rapport is al aan geboden aan het VBOB. Het is mooi als de conclusies nog meer doelgroepgericht en organisatiegericht worden opgesteld. Bedriye wil nog zeggen dat er veel onderzoeken zijn gedaan, maar wat we missen zijn concrete projecten en activiteiten voor allochtone ouderen. Dat is heel minimaal. Als je activiteitenprojecten hebt, kun je die evalueren en beschrijven. Er zijn veel onderzoeken, maar weinig projecten. Mohamed vraagt of ze aanknopingspunten heeft kunnen ontdekken. Bedriye zegt dat er in grote steden koffieuurtjes met voorlichting zijn, maar echt concrete projecten zijn er niet. Ayze heeft ook onder allochtone ouderen onderzoek gedaan en daar kwam hetzelfde uit als nu. Men zei ‘we worden ouder en missen voorzieningen voor ouderen als bejaardenhuizen’. Maar het initiatief moet vanuit de eigen doelgroep komen. Gemeentes en organisaties willen weten wie dat willen. Het is belangrijk dat de stemmen worden gebundeld. Mohamed zegt dat als we nu kijken naar het sociale domein, we zien dat het wat krap wordt. Er moeten nu initiatieven komen van mensen die hun eigen zorg organiseren. Alexander van den Dungen zegt dat er wordt gekeken naar oplossingen, maar het schiet niet op. Kunnen we niet als gemeenschappen zorgen voor onze eigen oplossingen. Kleine gemeentes
8
hebben zelf gezegd ‘we kijken wat we willen en zoeken er partners bij’. Dat zou je met elkaar kunnen verkennen. Mohamed vindt dat we meer moeten investeren in een brug naar de instellingen. Kijk zelf of je het kunt organiseren. Warda Roman, Thuiszorg Micaas, zegt dat ze in 2008 begonnen is met dagverzorging ouderen. De gemeente was moeilijk te overtuigen en ze heeft dat op eigen kracht opgezet Ze merkt dat verschillende allochtone organisaties niet willen samenwerken. Ook de gevestigde organisaties zien je als bedreiging. De doelgroep zelf moet intermediairs hebben. De organisaties missen de kennis om aan de mensen mee te geven. Je moet aan je eigen welzijn werken. Alexander van den Dungen vindt dat de grote instellingen een mentaliteitsverandering hebben ondergaan. Ze zijn flexibeler geworden, maar het is nog te weinig. Mohamed vraagt een statement in drie woorden Alexander: DOE HET ZELF. Cees van Baardewijk, BOOG, zegt dat de Surinamers het wel kunnen regelen. Het ongeschoold zijn is een fundamenteel probleem voor de Turkse en Marokkaanse ouderen. Gelukkig is er een organisatie aan de gang van buurten die onder meer hun eigen verpleegkundige inhuren. Hij vraagt zich af hoe we het kader dat er is, zover kunnen krijgen dat ze deze richting op willen. Gert Haarler, OVO zegt dat je het ook zelf kunt. In Eindhoven moet het individu zich zelf aanmelden. Onder meer voor activiteiten als ‘hoe vul ik een formulier in?’ Cees van Baardewijk zegt: Vergeet het maar! Gordana Bogosavac wijst erop dat Surinamers het Nederlands schoolsysteem hebben doorlopen, maar mensen uit dictatoriale landen hebben een heel andere instelling. Mohamed zegt dat er problemen zijn, maar die zijn er om opgelost te worden. Doe het zelf, doe het samen, je bent ondernemend genoeg. Senad Kujovic zegt dat problemen een negatieve lading hebben. Je kunt beter beginnen met begrip. Mijn vader kan zich best redden, maar met simpel taalgebruik. We moeten het tempo lager zetten, geduld hebben en vooral begrip. Bouchra Aatif Afendi: Het is aardig dat je begrip moet tonen maar ouderen moeten net iemand tegenkomen. Doe het zelf is geen eigen initiatief, maar een eis van de staat. Gulsum Atici vertelt dat ze van de eerste generatie is en heeft geprobeerd zichzelf te redden. Ze probeert al drie jaar de Nederlandse taal te schrijven maar komt niet verder. In haar eigen taal kan ze dat goed. Zelf doen is voor de eerste generatie geen oplossing.
9
Cees van Baardewijk zegt dat Gulsum als voorzitter van haar organisatie wel voor zichzelf weet op te komen. Ze heeft scholing gehad. Maar mensen die dat niet hebben gehad, kunnen niet voor zichzelf opkomen. Gulsum zegt dat ze inderdaad weet wat ze moet doen, maar ze kan het niet opschrijven. Mohamed zegt dat wat Cees benadrukt is de wil om mee te doen. Een opleiding is universeel. Je moet je eigen kracht meer gebruiken als voorheen. Je moet kijken naar de achterstand in plaats van de afkomst. Mohamed: Cees zei kijken naar achterstand in plaats van afkomst. Maurice Delil zegt dat hij als welzijnscoördinator voor een onmogelijke opgave staat. “We hebben geen allochtonen meer. We hebben een systeem van 1000 stukjes. Dat is een gedrocht qua financiële subsidieregeltjes. Mensen weten de weg niet meer te vinden. De beweging ‘Nu Eindhoven’ stelt dat we te maken hebben met een mens. Die heeft misschien te weinig bagage en daar moet je iets aan doen. De kunst is om uit het systeem van de instituties te komen. Als je niet informatievaardig bent. In drie woorden maakt hij het statement: ER OP AF. Een oproep aan alle goedfunctionerende zelforganisaties: stuur de beste mensen uit je organisatie op pad om mensen voor te lichten. De (klein) kinderen van de ouderen bewust maken van de gewijzigde situatie. Activeren om op pad te gaan. Hoe kun je elkaar activeren – laagdrempelig beginnen – in de taal die de mensen spreken. Hou een inloop spreekuur. Je merkt dat mensen weinig weten. Mensen kunnen informatie halen o.a. voor zelfredzaamheid. Er zijn veel laagopgeleiden. Je kunt ze niet vergelijken met een Nederlandse groep. ‘Doe het zelf’ is niet de oplossing maar: hoe kun je ze ondersteunen. ‘Nu Eindhoven’ is een leuk initiatief om het samen te doen. Ze moeten als gemeenschap actief worden. Doe het zelf, doe het samen. Voorstelling Connie Musch van Steunpunt Mantelzorg Verlicht geeft een korte voorstelling. Hoe bereiken we allochtone mantelzorgers, alle mensen met een niet Nederlandse achtergrond.Dit is een idee om niet met papier of presentaties de boodschap over te brengen. Verslaaft aan zorg? Ik wil voor je zorgen, want ik heb je nodig. Ik denk aan een leven zonder jou. Leeg, Ik zou het niet anders willen. Een beetje meer hulp aannemen is een oplossing. Het Informatie toneelspel van Steunpunt mantelzorg geeft op 13 juni a.s. weer een voorstelling. Warda Roman zegt dat in haar organisatie laaggeletterden in contact gebracht worden met organisaties die formulieren kunnen invullen en doen het ook zelf. Senad Kujovic merkt op dat, omdat eerste generaties niet bij de informatie kunnen komen, de tweede generatie moet worden geïnformeerd. Mohamed zegt dus niet op de ouderen focussen, maar de tweede en derde generatie erbij betrekken. Ieder heeft zijn eigen bijdrage. Afsluiting Mohamed zegt dat we nu een rapport hebben. Dat gaan we levendig maken. De aanbevelingen worden versterkt met ideeën, opmerkingen en suggesties. Er is een netwerklijst en de informatie gaat naar iedereen die we kennen. Maar die worden ook gevraagd de informatie te delen, zo komen we het verst. ZELF DOEN, MAAR WEL SAMEN, besluit hij deze bijeenkomst.
10
Afsluiting met een hapje en een drankje Natuurlijk moet na deze middag nog even nagepraat worden en ‘genetwerkt’. Ook daar is door de organisatie in voorzien bij De Toeloop en er wordt goed gebruik van gemaakt.
BOOG (Brabantse Organisatie (Allochtone) Ouderen Groepen) Klokgebouw 196, 5617 AB Eindhoven tel 040 7878571 www.boogbrabant.nl KvK nr 17227277 Rabobank 1487.38.192 PSOB (Provinciaal Platform Surinaamse Ouderenorganisaties Noord-Brabant Postbus 1187, 5602 BD Eindhoven www.psob.org
11