Verslag Marathon des Sables Foto’s Robin: https://picasaweb.google.com/robinvisser79/MDS?authkey=Gv1sRgCKDuysTjpazXjw E#
Beste familie, vrienden, sponsors en sympathisanten van Kishor Nagar, We hebben het gehaald en zijn heelhuids terug in het land! In tussentijd hebben we wel een hele lijdensweg afgelegd. Hier ons verslag: Op donderdag 5 april nam ik de Thalys naar Parijs. In Parijs metro, Orlyval en shuttlebus van luchthaven Orly naar hotel Kyriad. Robin vloog die dag van Dubai naar Parijs Charles de Gaulle en heeft dan een taxi genomen naar hotel Kyriad. Daar kwam hij tot de constatering dat hij zijn ontbijten vergeten had in Dubai. Vrijdag 6 april vertrokken we al heel vroeg naar luchthaven Orly en maakten er kennis met de andere deelnemers van de Marathon des Sables (MDS). Robin zocht in de luchthaven naar ontbijten maar vond enkel pasta. Aangekomen in de mini luchthaven van Ouarzazate (Marokko), reden we met bussen de woestijn in. We kregen een eerste beeld van wat ons te wachten stond. Na een viertal uren rijden, moesten we ineens overstappen in grote trucks van het leger. Er waren geen wegen meer en we moesten achteraan in de truck ons uiterste best doen om niet te vallen en niet te veel zand binnen te krijgen. Het was een bewogen rit. We kwamen aan in het tentenkamp en zochten onze tent. We hadden de grote luxe een tent met maar 5 personen ipv 8 te delen. We leerden onze sympathieke tentgenoten kennen: de neven Filip en Frank Hermans uit Maasmechelen (die toevallig samen met ons in een artikel in Het Laatste Nieuws stonden) en Antwerpenaar Mario Pont die nu in Frankrijk woont. Filip is kinesist. Frank en Mario zijn helikopterpiloten in het leger. Vanaf dat moment vormden we een hechte groep en steunden we elkaar door dik en dun. In totaal waren we met 15 belgen. We hadden ook een goede band met de 4 jongens uit het Brugse in de tent naast ons. Zaterdag 7 april was een rustdag en de luiste dag die ik in jaren beleefd had. We moesten enkel onze grote valies afgeven en onze rugzak, materiaal en elektrocardiogram laten controleren. Mijn rugzak woog 12 kg zonder water. Met 3 liter water in de camel bak werd dit 15 kg. De meeste anderen hadden een rugzak van 9 of 10 kg, sommigen zelfs maar 6 of 7. Robin liet met opzet zijn rugzak niet wegen omdat het te demotiverend zou zijn. We waren op alles voorzien behalve het slapen. Moest ik opnieuw mijn rugzak moeten maken, zou ik minder eten meenemen maar wel een matje. We sliepen in Bedoeïenententen die aan 2 zijden open waren. ’s Nachts werd het echt koud en ik had enkel een T-shirt en een tweede met lange mouwen aan. Nog erger was de ondergrond. We probeerden voor het slapengaan de stenen onder ons tapijt weg te halen maar dat lukte nooit volledig. Mijn eerste nacht in de tent heb ik denkelijk maar een kwartiertje kunnen slapen. De rest van de nacht was ik in beweging, op zoek naar een zacht plekje, maar vond het niet. Zondag 8 april (voor ons geen paasdag) was het eindelijk zover. Na de speech van organisator en pionier Patrick Bauer vertrokken we onder luide muziek van ‘Highway to Hell’ richting hel. Dat liedje ‘Highway to Hell’ zou elke morgen traditie worden en gaf me telkens opnieuw kippenvel omdat het zo toepasselijk was. 1
Ik had verwacht dat de drie eerste dagen van 34, 38 en 35 km niet te moeilijk zouden zijn maar daar had ik me serieus misrekend. In de MDS krijg je niets voor niets. Na het eerste half uur had ik al het gevoel dat ik een blaar aan het krijgen was. Ik was getraind op lopen, niet op wandelen. Alle 5 tentgenoten hadden we ons voorgenomen niet te lopen maar rustig te stappen en onze krachten te sparen voor de koninginnenetappe van dag 4 en 5. 34 km lijkt misschien niet zo veel maar soms moet je zo hoge heuvels met zand en stenen overwinnen dat het meer klimwerk is dan stappen of lopen. ’s Avonds mocht ik in de ziekenboeg al onmiddellijk mijn eerste 7 blaren zelf verzorgen. Na een iets betere maar nog steeds oerslechte nachtrust begonnen we op maandag 9 april aan onze 2e etappe. Dit traject was vlakker dan de 1e dag. We moesten echter een uitgedroogd meer van 9 km doorkruisen tegen een heel stevige woestijnwind in. Ik had mij niet verwacht aan zulke hevige winden. We moesten ons gezicht beschermen met pet, buff en zonnebril. De voeten begonnen ook al pijn te doen op de harde grond met stenen. Ik dacht dat er nooit een einde aan dat meer zou komen. De zool van mijn schoen was achteraan losgekomen, denkelijk door de stenen. Vanaf dat moment moest ik bijna elk check point mijn schoenen terug aaneen tapen. Ik was bang dat mijn schoenen het einde van de week niet zouden halen. Vanaf dinsdag 10 april stapten Robin en ik niet meer, wandelden we niet meer, maar we strompelden gewoon als 2 oude mannetjes, elk met een stok om ons recht te houden. Het was zwaar en we sukkelden altijd ergens achteraan. Toch is opgeven nooit in ons hoofd opgekomen. Onze plaats in de rangschikking kon ons ook niets schelen. Enkel aankomen en de dag overleven, dat was onze enige bekommering. Woensdag 11 april begonnen we aan de koninginnenetappe van 82 km. Vanaf het begin van mijn training begin november 2011 had ik met schrik deze dag afgewacht en verwachtte dat het de zwaarste dag uit mijn leven zou worden. Het enige voordeel was dat we 34 uren tijd hadden om de afstand af te leggen. De andere dagen hadden we meestal maar 10 tot 12 uren tijd. We vertrokken ’s morgens om 8.30 u. De eerste 50 lopers vertrokken pas om 11.30 u. Tegen 13u haalden ze ons al in. Ongelooflijk! We hebben ons wel niet gehaast. We moesten een riviertje oversteken en hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om ons wat te wassen. Dat was redelijk nodig aangezien we al ons water enkel gebruikten om te drinken, koken en tanden te poetsen. Toen we aan check point 3 (CP3) op 37 km aankwamen, was het al donker. We wisten dat we nog een moeilijk traject door de duinen voor de boeg hadden om voor 0.30 u aan CP4 op 50 km aan te komen. Zoals gewoonlijk wandelden we achteraan dus heel veel deelnemers waren er niet voor of achter ons. Het team van de Franse ‘pompiers’ was wel in onze buurt en gaf veel licht. Voor dit team heb ik het meest bewondering van de hele MDS. 10 brandweermannen hebben het hele parcours afgelegd met een gehandicapte jongen in een rolstoel. De rolstoel was op 1 wiel en kon voortgetrokken worden met touwen en opgelicht worden door de pompiers. Er waren 4 gehandicapte jongens en elk check point werd er gewisseld van jongen. De pompiers gingen gewoon door. Ze klommen met rolstoel over de heuvels, bergen, duinen en kwamen zelfs nog voor ons aan. Echt ongelooflijk. De organisatie had lichtjes op de duinen geplaatst om de weg aan te geven. Toch was goed opletten en uitkijken de boodschap om de weg niet te verliezen. Verschillende deelnemers schoten hun flare of alarmpijl af om hulp te vragen. Robin heeft hier het voortouw genomen en het tempo verhoogd om toch op tijd aan CP4 te geraken. Bedankt Robin! Onderweg sloten
2
meer en meer Aziaten zich bij ons aan. Ze waren bang de weg kwijt te geraken en wilden niet alleen verder in het donker. Eenmaal aangekomen aan CP4 op 50 km kookten we onze avondmaaltijd. We waren doodmoe maar het was nog erger gesteld met de voeten. Ik moest mijn voeten laten verzorgen en intapen bij de dokter. De blaren waren grotere wonden geworden en de voeten hadden rust nodig. We beslisten dus van een viertal uurtjes te slapen in CP4. Mario was trouwens de enige van onze tent die de koninginnenetappe heeft afgelegd zonder te slapen. De ochtend van donderdag 12 april voelden de voeten terug wat beter aan. Als allerlaatsten vertrokken we met onze nieuwe Maleisische vrienden van 75 en 57 jaar (Team 75). Deze man van 75 jaar heeft al 17 iron men op zijn palmares. De ochtend verliep zonder problemen. Toen we aan CP6 vertrokken op 71 km kwamen we echter terecht in een hagelstorm… Een hagelstorm in de woestijn! De bliksem was vlak boven ons. Ik had mij aan alles verwacht maar dat niet. Robin en ik deden snel ons wit pak tegen zandstorm aan. Bedankt Kamiel. Om 15.30 u kwamen we dan toch uiteindelijk aan in het tentenkamp. Onze reeds ongeruste tentgenoten en buren onthaalden ons met luid applaus, een fantastisch gevoel. Velen hadden die dag immers opgegeven. Mario lag te slapen in een natte en met zand bedekte en gevulde tent, het resultaat van de zandstorm. Vrijdag 13 april was de marathonetappe van 42 km. Een zware uitdaging maar als je een koninginnenetappe achter de rug hebt, kan je alles aan. Het traject was voornamelijk vlak op stenen. Maar elke stap die ik moest zetten, deed enorm pijn aan mijn voeten. Ik scheurde per ongeluk mijn gaiter en moest die opnieuw intapen. Mijn sporttape heeft me gered. Die gebruikte ik om mezelf, mijn schoenen en gaiters aaneen te tapen. Met veel dank aan mijn liefste vrouwtje. Ik liet Robin verder gaan en moest dan een stuk lopen om hem terug in te halen. Verbazingwekkend ging dat enorm goed en deed zelfs minder pijn aan de voeten dan stappen! Robin probeerde het ook en had hetzelfde gevoel. Van CP1 tot de finish (CP4) hebben we bijna constant gelopen, de laatste 5 km zelfs zonder te stoppen. Het was lopen aan een heel laag tempo, eveneens met een stok als ondersteuning. Robin en ik noemden het ‘strompelen voor gevorderden’. Het was echter een teken dat we er fysiek nog niet door zaten, maar dat enkel de voeten erg waren toegetakeld. Robin had minder last van blaren dan ik, maar hij had al sinds het begin pijn aan de rechterachillespees. Heel spijtig nieuws was dat onze Maleisische vriend van 75 jaar niet op tijd in CP3 geraakt was en dus verbannen werd uit de race. De regels zijn onverbiddelijk. Op onze laatste avond in het tentenkamp was er een operaoptreden en werd er een film van de voorbije dagen gespeeld. Ik ben echter maar even gaan kijken aangezien ik nog moest koken en eten en elke verplaatsing op sletsen in het tentenkamp een marteling was. De mensen van de organisatie en medische boeg haastten zich echter om het optreden niet te missen. Daarbij moesten alle medische ingrepen heel snel en soms onvakkundig gebeuren, zoals het doorboren van Franks teennagel. Frank had ondertussen al 4 teennagels verloren en Filip 2. Ik vroeg extra tape aan de ziekenboeg maar die was er niet meer genoeg in voorraad en moest bewaard worden voor de ergste gevallen. Na de koninginnenetappe hadden 305 deelnemers de ziekenboeg bezocht. Zaterdag 14 april was een fysiek zwaar traject maar bedroeg maar 15 km. We moesten de hoogste duinen van Marokko doorkruisen. Het diepe zand, waar ik op voorhand het meest schrik voor had, was nu een massage voor mijn zwaar toegetakelde voeten en ik keek er zelfs enorm naar uit. Als je weet dat de finish achter de duinen ligt, kan niets je nog tegenhouden.
3
We bleven de hele voormiddag met de 5 tentgenoten samen en waren al euforisch toen we in de verte de finish zagen. Het was een fantastisch en heel emotioneel moment om alle 5 samen over de eindmeet te stappen. Organisator Patrick stond klaar om ons allen persoonlijk te feliciteren en onze medaille te overhandigen. Het was echt een onbeschrijflijk gevoel. Ons streefdoel van het laatste half jaar was bereikt. 795 van de 878 deelnemers hadden het einde gehaald. Dit is een hoog percentage maar je moet ook weten dat niet zomaar iedereen meedoet met de MDS. Robin en ik waren getraind maar niet zoals de meeste anderen daar en het gemiddelde niveau lag een heel stuk hoger dan dat van ons. We konden even bekomen en kregen hetzelfde lunchpakket als bij onze eerste busrit naar de woestijn. Worstjes, chips, nootjes, fruitsap… Nog nooit had het me zo goed gesmaakt! Ik kon en kan nog steeds geen energy repen, energy gels en dadels meer zien. Iets later vertrokken we opnieuw met bussen naar Ouarzazate. We moesten weer een vijftal uren rijden en dat was lang. ’s Avonds kwamen we aan in ons hotel Cos One. Robin en ik deelden een kamer. Ik schrok toen ik mezelf in de spiegel zag. Normaal scheer ik me elke dag of om de 2 dagen. Na 7 dagen was ik dus volledig verwilderd. Gelukkig zag iedereen er zo uit. We konden eindelijk douchen en het zand van ons hoofd, oren en lichaam spoelen… Fantastisch! Na het douchen begaven Robin en ik ons naar het restaurant voor de avondmaaltijd en… al het eten was op. Er waren enkel nog wat broodjes over. Blijkbaar was iedereen uitgehongerd op het eten aangevallen. Na een vraag aan de manager kregen Robin en ik gelukkig nog een extra bord. Zondag 15 april was een welverdiende rustdag. ’s Ochtends volgden we de prijsuitreikingen in ons hotel. We konden onze ‘finisher T-shirt’ afhalen en kochten nog wat extra MDS materiaal (T-shirts, petjes, beertjes) voor onszelf en de familie. Namiddag heb ik samen met Robin en Mario de souks bezocht en na vele onderhandelingen en afdingen hebben we nog wat souvenirtjes gekocht. Maandag 16 april vertrokken we al vroeg richting luchthaven met de bus. We vlogen naar Parijs en namen er afscheid van al onze vrienden. Robin en ik waren van plan met de Thalys terug te reizen maar Frank en Filip stelden voor ons met hun auto mee te nemen. Het idee van zo’n road trip konden we natuurlijk moeilijk afslaan. Beter dan de mensen op je pijnlijke tenen te laten trappen in de overvolle metro van Parijs. Frank en Filip hadden met opzet een groot stuk witte chocolade laten liggen in de auto en dat heeft nog nooit in mijn leven zo goed gesmaakt. Mijn vader, vrouw en zoon kwamen ons oppikken in Lummen en het was een heel gelukkig weerziens. Blijkbaar had de familie van ongerustheid evenveel afgezien als ik. Maar we hebben het er eigenlijk heel goed van afgebracht. De blaren genezen snel en echte andere kwetsuren hadden we niet. Frank en Filip hebben beiden een ontsteking aan de voeten dus moeten zich nog wat extra laten verzorgen. Als we nu terugblikken op die week, was het zeker en vast het grootste avontuur van ons leven. We hebben er honger, dorst, warmte, kou, hagel, fysieke en psychologische pijnen,… kortom alles meegemaakt en geleden. De temperaturen in de zon liepen op tot 50°, alhoewel dat niet zo aanvoelde door de woestijnwind en het andere jaren nog veel warmer was. Dankzij het motto ‘lachen met je eigen miserie’ hebben we het gehaald. Na dag 1 was ik bij de eersten die al door het tentenkamp strompelden. Na dag 2 en 3 werd onze groep groter en groter. Na de koninginnenetappe mankte iedereen door het kamp. Een blik en een lach naar de andere was genoeg om elkaar te begrijpen. We lachten met onze eigen miserie en die van de anderen. Wat kon je anders doen… Beginnen te wenen?
4
Ondanks al deze ontberingen zou ik het voor geen geld in de wereld hebben willen missen. We hebben een unieke levenservaring meegemaakt en supersterke vriendschapsbanden opgebouwd doordat we elkaar door dik en dun hebben gesteund om er samen te komen. Dankzij jullie steun heeft onze marathon ook een heel aardige duit opgebracht voor Kishor Nagar. Op dit moment hebben we al meer dan 9.400 euro ingezameld en ik verwacht nog verschillende reacties. Ons streefdoel van 10.000 euro zal normaal geen probleem zijn. Dit is een prachtig paascadeau voor de jongens van Kishor Nagar. Zoals beloofd bezorg ik jullie ook de 2 rekeningnrs: Mijn Kishor Nagar sponsorrekening (zonder fiscaal attest): Beckers Wim BE59 7430 2967 3526 Giften vanaf 40 euro (met fiscaal attest): Hubeje VZW Koninginnelaan 141 1030 Brussel Reknr: BE43 4352 0990 0101 Met vermelding: 'Marathon des Sables voor Kishor Nagar' Als je naar Hubeje overschrijft, kan je me dan ook even het bedrag en de datum van overschrijving doormailen. Want ik heb geen overzicht van de betalingen op die rekening. Het klinkt misschien teleurstellend maar ik kan jullie al verwittigen dat er volgend jaar geen nog grotere uitdaging volgt. Ik heb bereikt wat ik wou bereiken en ga niet meer verder. Vanaf nu blijf ik braaf thuis bij mijn gezin en wijd ik mijn koninginnenetappes aan hen. We danken jullie allen hartelijk voor alle morele en financiële steun. Zonder jullie zou het ons niet gelukt zijn! Vele groeten, Robin en Wim
5