ACTIEPLAN 2013 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING TWENTE • • •
“SAMEN 14 VAN JONG TOT OUD” Transformatie Jeugdzorg Twente Decentralisatie extramurale begeleiding Twente c.a. Samenwerking Wmo Twente
Versie 3.1B&W-versie na Bestuurlijk Overleg Wmo-Awbz-TJT Twente d.d. 31 januari 2013 Opgesteld door: Ambtelijk coördinatoren. (Eindredactie. L.J. Koppelman)
1
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ............................................................................................................................... 5
1.1
Doelstellingen ......................................................................................................................5
1.2
Achtergrond .........................................................................................................................5
1.3
Vervolg 2013 .......................................................................................................................6
2.
Bouwstenen Actieplan 2013 ................................................................................................ 7
2.1
Uitgangspunten voor dit actieplan .......................................................................................7
2.2
Inhoudelijke bouwstenen .....................................................................................................8
3.
Activiteiten en beoogde resultaten 2013 ............................................................................. 9
3.1
Hoofdactiviteiten ..................................................................................................................9
3.2
Neventrajecten ...........................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
3.3
Overig ................................................................................................................................15
4.
Organisatie ........................................................................................................................ 17
4.1
Uitgangspunten .................................................................................................................17
4.2
Werkgroepen .....................................................................................................................18
4.3
Communicatie....................................................................................................................20
5.
Financiën ........................................................................................................................... 22
5.1
Inleiding .............................................................................................................................22
5.2
De begroting 2013. ............................................................................................................22
5.3
Dekking..............................................................................................................................22
5.4
Personeel...........................................................................................................................23
5.5
Tenslotte ............................................................................................................................23
Bijlagen ........................................................................................................................................... 24 Bijlage 1. Overzicht eerdere documenten Twentse decentralisaties................................................ 25 Bijlage 2. Overzicht pilots Wmo en Jeugdzorg 2012/2013 ............................................................... 26 Bijlage 3. Lijst met afkortingen .......................................................................................................... 27 Bijlage 4. Routekaart jeugdzorg versie 7 (apart bijgevoegd)............................................................ 27 Bijlage 5. Routekaart Wmo-Awbzen opdracht werkgroepen Awbz (apart bijgevoegd) .................... 27 Bijlage 6. Begroting 2013 (apart bijgevoegd).................................................................................... 27
2
0.
Samenvatting
Voor u ligt het Actieplan 2013 Maatschappelijke Ondersteuning Twente”. In dit Actieplan 2013 wordt de bestuurlijke opdracht uitgewerkt rondom de Twentse samenwerking rond de decentralisaties Awbz, de ontwikkelingen Wmo en de Transformatie Jeugdzorg. Een integrale brede aanpak voor maatschappelijke ondersteuning van jong tot oud!, voor het eerst verenigd in één Actieplan. De genoemde onderwerpen worden nader uitgewerkt tot voorstellen en/of adviezen, die voorgelegd worden in het Bestuurlijk Overleg Wmo-Awbz-Transformatie Jeugdzorg Twente (TJT) en vervolgens doorgeleid worden naar de individuele colleges voor formele besluitvorming. Het Actieplan met bijlagen geeft concreet richting aan de uitvoering van de Twentse samenwerking rond de Transformatie Jeugdzorg Twente, de decentralisatie Awbz en de Samenwerking Wmo in Twente. De primaire verantwoordelijkheid voor de opbouw van de stelsels ligt vanzelfsprekend bij de afzonderlijke gemeenten. De regionale samenwerking moet er toe leiden dat er efficiency voordelen ontstaan zodat deze doelstelling voor de afzonderlijke gemeenten haalbaar wordt. Het uitgangspunt van de samenwerking is lokaal wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet. Nieuw actieplan noodzakelijk Om meerdere redenen is het noodzakelijk dat er een integraal actieplan/werkplan 2013 voor beide transformaties verschijnt. Voor de Transformatie Jeugdzorg geldt dat het actieplan 1e fase in najaar 2012 afliep en een nieuw plan nodig is. Dit is ook een natuurlijk moment nu de Twentse Visienota er ligt en een rapport over feiten en cijfers. De urgentie voor de jeugdzorg is duidelijk: Omdat op 1 januari 2014 de afspraken over onze bovenlokale samenwerking gereed moeten zijn, willen we 2013 benutten voor het maken van de ontwerpslag, ofwel: Hoe ziet het nieuwe jeugdzorgstelsel er per 2015 uit en hoe gaat het functioneren? In het eerste kwartaal van 2013 moeten we als gemeenten daarom een aantal zaken versneld tot uitvoer brengen, zodat keuzes kunnen worden gemaakt over het ontwerp, die we vervolgens in afspraken kunnen vastleggen. Een tweede aanleiding is het regeerakkoord “Bruggen Slaan”. Op 8 november is in het BO ingestemd om de gevolgen vanuit het regeerakkoord tegen het licht te houden en te komen met een nieuw procesvoorstel Awbz-Wmo. Het bestaande plan van aanpak Awbz moet op basis van alle recente ontwikkelingen geactualiseerd worden. Ook zijn er nieuwe voorstellen in het regeerakkoord die de Wmo raken en een afweging vragen of deze bovenlokaal danwel regionaal opgepakt dienen te worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de forse bezuiniging op de huishoudelijke hulp (HH) maar ook rond de decentralisatie Persoonlijke verzorging. Kortingen van 75% en 25% betekenen dat stevige keuzen gemaakt moeten worden, die impact zullen hebben op de doelgroep, de organisaties maar ook de gemeente(n). Ten derde komt daarbij de manifeste wens van bestuur en management om scherp te focussen en transparant te maken wat wordt opgepakt en op welke schaal (regionaal en lokaal). Uiteraard helpt dit ook om lokaal voldoende capaciteit vrij te maken om te kunnen meedoen. Grote opgave, focus noodzakelijk. De decentralisaties en ontwikkelingen geven een grote opsomming van activiteiten die lokaal en (boven) lokaal opgepakt kunnen worden.
3
Een indeling en prioritering, is mede gelet op de (te) krappe capaciteit noodzakelijk. Er zijn 2 belangrijke ijkpunten om te prioriteren voor deze regionale samenwerking. a) De impact van een traject op de samenleving en de gemeente. Met andere woorden: als gemeente willen we klaar zijn en onze zaak voldoende op orde hebben als de klanten komen. b) Verplichting / noodzaak samen te werken vanuit regelgeving, bestuurlijke wil en/of efficiency (slim samenwerken). In de jeugdzorg wordt het bijvoorbeeld verplicht om bovenlokaal samen te werken. Het plan ordent allereerst alle activiteiten op hoofdzaken, nevenzaken en lopende zaken. Na de besprekingen tussen de gemeenten is vastgesteld dat de prioriteit moet komen te liggen bij
• • •
•
•
•
Awbz/Wmo Decentralisatie begeleiding (in brede zin: groep/individueel en kortdurend verblijf). e Bij het 1 punt wordt ook de decentralisatie persoonlijke verzorging meegenomen. Scenario’s hoe om te gaan met de bezuiniging huishoudelijke hulp, mede irt instelling compensatiefonds Jeugdzorg Bovenlokaal wat moet (zwart gebied uit de visienota jeugdzorg): Als gemeenten kiezen we voor een bovenlokale organisatie en uitvoering van onder meer de jeugdbescherming, de jeugdreclassering en de gesloten jeugdzorg, alsmede AMK. Dit betekent het samen vorm geven van deze taken. Hierbij hoort ook een uitspraak over het gewenste sturingsmodel. Bovenlokaal, als sprake is van efficiencyvoordelen (grijs gebied uit de visienota jeugdzorg): hoe gespecialiseerder het aanbod, hoe logischer het is bovenlokaal samen te werken. Bijvoorbeeld als het gaat om crisiszorg, residentiële zorg, aanbod van specialistische zorg voor de kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking en/of psychiatrische problematiek. Er wordt een beslisdocument ontwikkeld op dit punt. Transitie voorbereiden met provincie Overijssel en overige partners. De overdracht en continuering van huidige cliënttrajecten (met lopende indicaties), gefinancierd vanuit provinciale middelen, of vanuit de AWBZ en/of Zvw, moeten gewaarborgd zijn.
In het actieplan staan de uitwerkingen van deze prioriteiten, alsmede organisatiestructuur met de in te stellen werkgroepen. In de routekaarten (Awbz-Wmo en jeugdzorg) is e.e.a. nader uitgewerkt met planningen. Dit overzicht geeft aan dat met name in het 1e kwartaal/halfjaar er al een forse piek zit vanwege de nieuwe onderwerpen uit het regeerakkoord en de noodzaak om tijdig voor de jeugdzorg zaken de met name bovenlokale zaken te regelen. Om dit te realiseren is forse personele inzet en financiële middelen noodzakelijk, welke gezamenlijk door de Twentse gemeenten opgebracht dienen te worden (zie begroting). Dit is niet gemakkelijk in deze tijd. Getracht is om een goede startbasis te vinden om resultaten te boeken. Dit actieplan is geschreven terwijl er nog veelonduidelijkheden zijn over bijvoorbeeld de nieuwe wetgeving, de uitwerkingen van het regeerakkoord en overheveling van de budgetten, die het fundament vormen voor de nieuwe stelsels. Het is daarom een dynamisch document dat wanneer de ontwikkelingen erom vragen in overleg met de gemeenten (AO/BO) bijgesteld zal worden. Ook wordt dan inzichtelijk gemaakt welke middelen nodig zijn om de doelen te behalen.
4
1.
Inleiding
Voor u ligt het Actieplan 2013 Maatschappelijke Ondersteuning Twente”. In dit Actieplan 2013 wordt de bestuurlijke opdracht uitgewerkt rondom de Twentse samenwerking rond de decentralisaties Awbz, de Wmo en de Transformatie Jeugdzorg. Een integrale brede aanpak voor maatschappelijke ondersteuning van jong tot oud!, voor het eerst verenigd in één Actieplan. De genoemde onderwerpen wordenin ambtelijke werkgroepen nader uitgewerkt tot voorstellen en/of adviezen, die voorgelegd worden in het Bestuurlijk Overleg Wmo-Awbz-Transformatie JeugdzorgTwente (TJT) en vervolgens doorgeleid worden naar de individuele colleges voor formele besluitvorming. Het Actieplan met bijlagen geeft concreet richting aan de uitvoering van de Twentse samenwerking rond de Transformatie Jeugdzorg Twente, de decentralisatie Awbz en de Samenwerking Wmo in Twente. De primaire verantwoordelijkheid voor de opbouw de stelsels ligt vanzelfsprekend bij de afzonderlijke gemeenten. De regionale samenwerking moet er toe leiden dat er efficiency voordelen ontstaan zodat deze doelstelling voor de afzonderlijke gemeenten haalbaar wordt. Het uitgangspunt van de samenwerking is lokaal wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet. Het plan draagt de titels “Maatschappelijke ondersteuning”en “Samen 14”, omdat de wil er is vanuit één Twentse visie naar burgers en gezinnen te kijken.
1.1
Doelstellingen
De doelstellingen van beide decentralisaties zijn reeds eerder geformuleerd:Doel van beide is te komen tot een vraaggestuurd, efficiënt, betaalbaar en effectief werkend (zorg/ondersteunings)stelsel in Twente. Bij de Transformatie Jeugdzorg Twente (TJT)wordt hierbij uitgegaan van een getransformeerd jeugdzorgstelsel vanuit het principe één gezin, één aanpak en één budget. Hierbij wordt het ‘recht op zorg’ vervangen door het ‘recht op een goede opvoeding’. Bij de Awbz/Wmo gaat het specifiek om ondersteuning die uitgaat van de cliënt en waarbij het `recht op zorg in de AWBZ´ wordt vervangen door `een beroep op ondersteuning (compensatie) binnen de Wmo’.
1.2
Achtergrond
Na een intensief ambtelijk en bestuurlijk traject in Twente is de samenwerking in Twente voor beide decentralisaties geformaliseerd. Bewust is gekozen voor één organisatievorm voor meerdere decentralisaties. Dit bevordert meer samenhang en optimale synergie in samenwerking. Efficiency voordelen zijn te behalen door de onderwerpen en activiteiten die door elke gemeente zullen worden opgepakt, zoveel mogelijk samen te verkennen en uit te werken. Dat geldt bijvoorbeeld voor het kennis opdoen over de (huidige) functie begeleiding en jeugdzorg en de kaders die landelijk voor de decentralisaties worden gegeven. Maar ook voor (externe) communicatie met zorgaanbieders, met klanten, adviesorganen en belangenorganisaties en (interne communicatie met breed ambtelijk apparaat (werk, welzijn, veiligheid, onderwijs, etc.), en gemeenteraden. Het verkennen welke (nieuwe) oplossingen er in het gemeentelijk kader mogelijk zijn, hoe de toegang tot deze oplossingen geregeld kan worden en welke inkoop en/of subsidievoorwaarden of andere alternatieven mogelijk en wenselijk zijn.
5
De minst intensieve vorm van samenwerking is kennisdeling, de meest intensieve vorm is het samen vormgeven van een optimaal zorgaanbod voor de klant. Daartussen zitten voordelen als efficiënter en goedkoper werken. Namens de 14 gemeenten zijn vier gemeenten als bestuurlijk (en ambtelijk) als coördinatoren van de samenwerking aangewezen. Dit zijn de gemeenten Enschede, Hellendoorn, Hengelo en Twenterand. Onderstaand vindt u een overzicht: Gemeente Enschede Hellendoorn Hengelo Twenterand
Bestuurlijk coördinator Wethouder Ed Wallinga Wethouder Johan Coes Wethouder Janneke Oude Alink Wethouder Jan Binnenmars
Ambtelijk coördinator Alice van den Nieuwboer Henk Dannenberg Annemarie Kristen Leonard Koppelman
De samenwerking is faciliterend voor de Twentse gemeenten. Naast de coördinatie is het uiteindelijk aan de 14 gemeenten zelf, om de mate van succes, voortgang en samenwerking steeds te bepalen en te realiseren. Dit actieplan betreft de samenwerking op Awbz-Wmo en jeugdzorg. De overige decentralisaties / ontwikkelingen op het sociale domein (zoals de participatiewet en Passend onderwijs) – hoewel essentieel voor gemeenten en vanuit een brede visie zeker relevant – rekenen wij niet tot de kernactiviteiten van dit plan. De bereidheid tot afstemming is er uiteraard wel. Via plannen van aanpak c.q. actieplannen voor beide decentralisaties afzonderlijk is e.e.a. in 2012 tot nadere uitvoering gekomen. Vele producten zijn inmiddels opgeleverd zoals visies en kennis/inventarisatiedocumenten (hierover later meer bij de paragraaf Bouwstenen, zie ook bijlage 1).
1.3
Vervolg 2013
Om meerdere redenen is het noodzakelijk dat er een integraal actieplan/werkplan 2013 voor beide transformaties verschijnt. Voor de Transformatie Jeugdzorg geldt dat het actieplan 1e fase in najaar 2012 afliep en een nieuw plan nodig is. Dit is ook een natuurlijk moment nu de Twentse Visienota er ligt en een rapport over feiten en cijfers. De urgentie voor de jeugdzorg is duidelijk: Omdat op 1 januari 2014 de afspraken over onze bovenlokale samenwerking gereed moeten zijn, willen we 2013 benutten voor het maken van de ontwerpslag, ofwel: Hoe ziet het nieuwe jeugdzorgstelsel er per 2015 uit en hoe gaat het functioneren? In het eerste kwartaal van 2013 moeten we als gemeenten daarom een aantal zaken versneld tot uitvoer brengen, zodat keuzes kunnen worden gemaakt over het ontwerp, die we vervolgens in afspraken kunnen vastleggen. Een tweede aanleiding is het regeerakkoord “Bruggen Slaan”. Op 8 november is in het BO ingestemd om de gevolgen vanuit het regeerakkoord tegen het licht te houden en te komen met een nieuw procesvoorstel Awbz-Wmo. Het bestaande plan van aanpak Awbz moet op basis van alle recente ontwikkelingen geactualiseerd worden. Hierbij is aangegeven dat de tijdpaden van de decentralisaties Awbz en jeugdzorg meer gelijk zijn gaan oplopen en dat er meer kansen voor synergie tussen beide trajecten zullen zijn, waar naar gekeken zal worden. Ook zijn er nieuwe voorstellen in het regeerakkoord die de Wmo raken en een afweging vragen of deze bovenlokaal danwel regionaal opgepakt dienen te worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de 6
forse bezuiniging op de huishoudelijke hulp (HH) maar ook rond de decentralisatie Persoonlijke verzorging. Kortingen van 75% en 25% betekenen dat stevige keuzen gemaakt moeten worden, die impact zullen hebben op de doelgroep, de organisaties maar ook de gemeente(n). Ten derde komt daarbij de manifeste wens van bestuur en management om scherp te focussen en transparant te maken wat wordt opgepakt en op welke schaal (regionaal en lokaal). Uiteraard helpt dit ook om lokaal voldoende capaciteit vrij te maken om te kunnen meedoen. Aanpak Binnen de ambtelijk coördinatoren (AC) en de inhoudelijk trekkers binnen Awbz is de voorbereiding gestart om dit Actieplan 2013 te maken.De basis is ontleend aan de beide routekaarten Awbz en jeugdzorg (zie de bijlagen). In en rond de beide Ambtelijke overleggen (AO’s) van januari en bij managers is input gevraagd over de 1e versie van dit Actieplan. Als ambtelijk coördinatoren kunnen en willen we dit proces niet alleen doen. Feedback wordt gevraagd op inhoud en proces zoals controle op compleetheid, haalbaarheid, verfijning van de op te pakken onderwerpen in (smarte) opdrachten, invulling van (soms vernieuwde) werkgroepen, enz. Ook wordt tussendoor afstemming gezocht met vertegenwoordigers van het managersoverleg. Van belang zijn naar de lokale behoeften voor de samenwerking 2013, om te matchen met het actieplan. Wij zijn er immers om lokale gemeenten verder te helpen! Op verschillende onderdelen zal het voorliggende plan zeker worden doorontwikkeld. Wij onderkennen in dit traject namelijk vele afhankelijkheden. Landelijk wordt dit moment nog over de exacte invulling van het regeerakkoord en de concept-wetten gesproken. Ook de financiën zijn een belangrijk thema, maar nog onduidelijk. Door het Actieplan in verschillende fases en medio 2013 te evalueren kan er beter gestuurd worden op de actualiteit en vanuit de opgedane ervaring in het proces. Deze aanpak zorgt voor de noodzakelijke flexibiliteit en doet recht aan de complexiteit van het proces van transformatie.
2.
Bouwstenen Actieplan 2013
Dit actieplan wordt gebaseerd op enkele uitgangspunten en inhoudelijke bouwstenen. De ervaring van de afgelopen periode, bestuurlijke en ambtelijke wensen en ontwikkelingen hebben geleid tot deze bouwstenen voor dit actieplan.
2.1 •
• • •
Uitgangspunten voor dit actieplan Het actieplan dient een duidelijke focus op resultaten te hebben, die tijdig worden geleverd. Het moment van decentralisatie komt met rasse schreden nabij. De beperkte middelen dienen dan ook efficiënt en effectief ingezet te worden voor de hoofdzaken. In het actieplan wordt helder dat de Twentse samenwerking er is om faciliterend te zijn voor de (lokale) gemeente(n). Interactief wordt dit plan ook samen vormgegeven. Het plan moet daarom helder zijn in de hoofdzaken en nevenzaken (neventrajecten, die relevant zijn maar een lagere prioriteit hebben, later hierover meer, zie hoofdstuk 3). Het plan moet helder zijn wat lokaal- bovenlokaal (2 gemeenten of meer) -regionaal (de 14) wordt opgepakt. De afzonderlijke gemeenten zijn volledig verantwoordelijk voor de invoering en uitvoering van de decentralisaties. Samenwerking is vrijwillig maar zodra besluiten worden 7
• • •
genomen over gezamenlijke uitvoering is de samenwerking niet meer vrijblijvend. Dan is ook aan de orde de formalisering van de samenwerking en het sturingsmodel. Ook de vraag aan inzet van gemeenten zal helder moeten worden. Het plan (en de uitvoering) moet helpen om bestuurlijk integraal te prioriteren en te sturen over alle decentralisaties heen om zo beide trajecten succesvol te kunnen afronden. De begroting in het plan moet volgen uit bovenstaande keuzen. Synergie in samenwerking is belangrijk. Met name in organisatie en communicatie zal dit zichtbaar moeten worden. Slim samenwerken is noodzakelijk. Hoewel er overlap zit tussen Wmo-Awbz en TJT is het niet wenselijk c.q. noodzakelijk om de gehele organisatie, zoals werkgroepen, volledig te integreren. Verbinden en samenwerken is wel nodig en werken vanuit 1 visie en kader. De decentralisaties zijn complex en ook deels verschillend en het te zeer afhankelijk maken van elkaar zal ons inziens de projectdoelstellingen in gevaar brengen. Ook hierin is het slim opereren.
Nu dit actieplan beide decentralisaties verbindt en er sprake is van verschil in fasen (op onderdelen) zal er ook 1 (project)taal gesproken dienen te worden. Dit plan maakt hier een begin mee. Onderstaand model wordt hierbij gebruikt.
In algemene zin bevindt zich deze samenwerking zich op dit moment deels in de definitiefase (nieuwe onderwerpen regeerakkoord) en deels in de ontwerpfase (doorlopende onderwerpen Awbz en jeugdzorg).
2.2
Inhoudelijke bouwstenen
Zoals gezegd is de afgelopen jaren al veel bereikt in de samenwerking. Deze input nemen wij graag mee in dit plan, alsmede de nieuwe landelijke en provinciale ontwikkelingen. •
• • •
•
Opbrengsten decentralisatie begeleiding Awbz (keuzevisiedocument, bestuursrapportage, inhoudelijke samenvatting, tussenproducten inkoop en toegang,onderzoek cijfers, rapportage Vervoer) Routekaart Awbz/Wmo (nieuw ontwikkeld, dec. 2012 - jan 2013) (zie bijlage) Opbrengsten TJT: visienota, inventarisatiedocumenten (veiligheid/toegang, passend onderwijs), rapportage feiten en cijfers Twente Startdocument regionale samenwerking op gebied van communicatie transities Jeugdzorg en de Awbz-begeleiding: Slim en efficiënt communiceren rondom transities (januari 2012) en het advies van de regionale regiegroep communicatie (juli 2012) waarin een verbeterde aanpak wordt voorgesteld t.b.v. interne communicatie transities met o.a. lancering nieuwsbrief Samen14 Transitieplan Jeugdzorg Overijssel, de afspraken tussen de Overijsselse gemeenten en de provincie Overijssel voor de periode 2012-2015; 8
• • • • • • • •
3.
1
Routekaart jeugdzorg (Overijssel) (zie bijlage) Pilots (lopende en nieuwe) voor jeugdzorg en Wmo (zie bijlage) Regeerakkoord en uitwerkingen De voor handen zijnde concept wetten Overige ontwikkelingen transitiebureau/G32, handreikingen VNG, enz. Ontwikkelingen/input van organisaties in Twente op Awbz/Wmo en zorg voor jeugd De VNG-notitie 'Bouwen op de kracht van gemeenten' enz.
Activiteiten en beoogde resultaten 2013
Na het beschrijven van de bouwstenen en uitgangspunten wordt nu nader beschreven welke onderwerpen en activiteiten gezamenlijk worden verkend en uitgewerkt. Ook is een aanduiding voor de planning aangegeven. In deze paragraaf schetsen wij de activiteiten en beoogde resultaten voor 2013. Om een ordening en focus te kunnen aanbrengen onderscheiden wij: • Hoofdactiviteiten (en activiteiten die hiervoor voorwaardenscheppend zijn) • Neventrajecten. Deze lopen parallel, zijn belangrijk maar hebben een wat mindere prioriteit. • Overig (lopende zaken die in de samenwerking zijn ondergebracht)
3.1
Hoofdactiviteiten
Doel: decentralisaties implementatiegereed maken per 1-1-2014 Nr.
Onderwerp / Jeugdzorg
Product
deadline
Opmerkingen
1
Uitwerking visienota jeugdzorg:Bovenlokaal wat moet (zwart gebied uit de visie): Als gemeenten kiezen we voor een bovenlokale organisatie en uitvoering van onder meer de jeugdbescherming, de jeugdreclassering en de gesloten jeugdzorg. Hierbij is ingrijpen in de rechten van ouders en kind aan de orde (gedwongen kader), ofwel ondersteuningsvormen die te maken hebben met het overnemen van opvoeding. Deze afspraken zijn wettelijk verplicht en nodig vanwege de benodigde uitvoeringskracht, deskundigheid, de beperkte omvang van sommige doelgroepen en de schaal waarop de meer gespecialiseerde
• een beslisdocument met verdieping op inhoud en de te organiseren onderwerpen • een typologie aan besturingsmodellen met voor- en nadelen van deze modellen in kaart gebracht. In de te ontwikkelen typologie moet rekening worden gehouden met mogelijke posities van instellingen en
Start januari 2013 en e 1 oplevering e 1 kwartaal 2013 (sluit aan bij routekaart inz. Toeleiding) Besluitvorming in BO mei.
Naast een nadere inhoudelijke verkenning moet ook helder worden wat de aansturingsstructuur wordt Dit is een aparte opdracht, die extern is weggezet.
1
De routekaart wordt overigens nog verder geactualiseerd gezien de concept wettekst.
9
De opbrengsten van de werkgroep Veiligheid/Zorg en justitie dient ook te worden ingevoegd, evenals de ervaring van de lopende
jeugdzorgvoorzieningen zijn georganiseerd. Ook het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) organiseren we bovenlokaal, waarbij we zorgen voor aansluiting bij het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG).
2
Uitwerking visienota jeugdzorg:Bovenlokaal, als sprake is van efficiencyvoordelen (grijs gebied): Voor verschillende vormen van zorg en ondersteuning aan kinderen, jongeren en hun opvoeders is niet gelijk duidelijk of dit het beste op lokale dan wel op bovenlokale schaal kan worden georganiseerd en/of uitgevoerd. Bij het invulling geven hieraan is een belangrijke vraag of regionale samenwerking leidt tot efficiencyvoordelen. Dit heeft te maken met de mate waarin het benodigde aanbod specialistisch van aard is en/of de mate waarin bepaalde problematiek voorkomt. Het argument is ook hier de uitvoeringskracht van het samen optrekken als gemeenten. Daarbij is de stelregel: hoe gespecialiseerder het aanbod, hoe logischer het is bovenlokaal samen te werken. Bijvoorbeeld als het gaat om crisiszorg, residentiële zorg, aanbod van specialistische zorg voor de kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking en/of psychiatrische problematiek, ligt het voor de hand om als gemeenten samen op te trekken.
de rol van de GGD/JGZ. • scenario’s voor het bovenlokaal contracteren van het aanbod hierin. • een financiële strategie die past bij het sturingsmodel. • een beschrijving wat lokaal minimaal moet worden geregeld ten behoeve van de aansluiting bij de bovenlokale organisatie. Een beslisdocument meteen verdieping op inhoud en de te organiseren onderwerpen. Hierin is inbegrepen aspecten rond toegang/lokale minimumeisen voor aansluiting, financiën en scenario’s voor samenwerking,
In het geval van bovenlokale uitvoering maken we als gemeenten in ieder geval afspraken over: • de praktische organisatie en uitvoering; • de wijze van financiering van het aanbod; • de onderlinge 10
pilotrond AMK/Steunpunt Huiselijk geweld.
Start januari 2013) en oplevering e 2 kwartaal 2013 (loopt parallel met 1)
Relatie met jGGZ / rol huisartsen.
verdeling van financiële risico’s. 3
4
5
6
Transitie voorbereiden met provincie Overijssel en overige partners De overdracht en continuering van huidige cliënttrajecten (met lopende indicaties), gefinancierd vanuit provinciale middelen, of vanuit de AWBZ en/of Zvw, moeten gewaarborgd zijn. Tegelijk scheppen we de reële verwachting dat we als samenwerkende gemeenten niet alle facetten van de jeugdzorg op een vernieuwende, integrale wijze gereed kunnen hebben op 1 januari 2015. We kiezen dan ook nadrukkelijk voor een groeimodel. Verfijning en doorontwikkeling Feiten en cijfers Er is behoefte om een verdiepingsslag te maken rond ontbrekende gegevens alsmede nieuwe informatie (rapport vraag naar jeugdzorg) te leggen naast de bestaande informatie. Ook een monitor op een nieuwe peildatum is aan de orde. Tenslotte is ook er ook behoefte aan meer zicht op klantprofielen binnen de jeugdzorg. Doorontwikkeling Toegang tot een ontwerp-model voor zorg voor jeugd Na de inventarisatie is het zaak om te komen tot een functioneel model (c.q. modellen) over de toegang. Het regiemodel Begeleiding wordt hierbij ook op toepasbaarheid getoetst voor de zorg voor jeugd (vanuit de filosofie 1 gezin, 1 plan). Financiën en inkoop Betreft in eerste instantie de uitwerking van de provinciale werkgroep Financiën. Na afronding komt een vervolgopdracht om tot een praktisch model te komen (met bijv. een marktverkenning). Dit is ook faciliterend voor de bovenlokale taken.
Een plan van aanpak met keuzemogelijkheden en beslispunten (voor samenwerking).
Start februari 2013 en e afronding 3 kwartaal 2013
De specifieke transitieonderwerpen uit de routekaart worden hier ingevoegd. Samenwerking met de provincie Overijssel,zorgkanto or en instellingen en waar mogelijk klantorganisaties is essentieel hierin.
Kennisdocumenten ten behoeve van de opdrachten 1,2 en 6.
Start januari 2013 en e afronding 3 kwartaal 2013
Kennisdocumenten ten behoeve van de opdrachten 1,2 en 6.
2 kwartaal 2013 (huidige opdracht)
Levert input voor opdracht 1, 2 en 6.
Produceer een kennisdocument met keuzemogelijkheden (voor het vervolg)
Provinciale werkgroep is reeds actief en afronding e 1 opdracht e in1 kwartaal 2013
Levert input voor opdracht 1 en 2.
11
e
Levert input voor opdracht 1, 2 en 6.
e
7
Organiseren van cliëntparticipatie Het organiseren van cliëntparticipatie is straks een wettelijke verantwoordelijkheid voor ons als gemeenten. Wij vinden de beleving en mening van cliënten van wezenlijk belang, om de slagingskansen van de hulpverlening te laten stijgen. Daarom nemen we als gemeenten ook de regie bij het geven van een plek aan de stem van cliënten in de jeugdzorg. Samen met de huidige, maar ook met eventuele nieuwe cliënt- en/of ouderorganisaties, geven we vorm aan cliëntparticipatie.
Een kennisdocument met keuzemogelijkheden
3 kwartaal 2013
8
Toezicht In de nieuwe jeugdzorgwet wordt de gemeentelijke verantwoordelijkheid beschreven op het gebied van toezicht, in relatie tot de verantwoordelijkheden die bij het Rijkblijven. De opdracht die hieruit voortvloeit luidt als volgt: • Breng in kaart wat we als gemeenten moeten organiseren en beschrijven (onder meer in onze beleidsplannen en gemeentelijke verordeningen) op het gebied van toezicht, rekening houdend met Rijksverantwoordelijkheden. Verantwoordingsmodel De diversiteit in de wijze van bekostiging en contractering gaat gepaard met grote verschillen in de wijze van verantwoording. Als gemeenten staan we voor de opgave dit doelmatig(er) te organiseren.
Produceer een kennisdocument met keuzemogelijkheden (voor samenwerking)
Start wacht op nadere landelijke informatie.
9
e
4 kwartaal 2013
• Ontwikkel modellen voor de manier waarop de zorgaanbieders uit het vrijwillig en gedwongen kader zich moeten verantwoorden richting gemeenten. Neem daarbij het berichtenverkeer tussen alle betrokken organisaties mee als een belangrijke component. 12
e
4 kwartaal 2013
Levert input voor opdracht 1 en 2. Het is aan de afzonderlijke gemeenten vrij hoe zij dit organiseren. Daar waar we als gemeenten bovenlokaal samenwerken, ligt het voor de hand samen invulling te geven aan het organiseren van cliëntparticipatie. Levert input voor opdracht 1 en 2. De Twentse vertegenwoordigers in de landelijke overleggen (Enschede en Hengelo) volgen dit.
Wordt onderdeel van financiën /inkoop
10
Regionale facilitering lokale uitvoering. Waar het kan geven de afzonderlijke gemeenten lokaal invulling aan vormen van zorg en ondersteuning. Dit betreft vooral hulpvormen die te maken hebben met het versterken van de opvoeding of het versterken van de ondersteuning. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om signalering, laagdrempelige advisering en ambulante vormen van zorg en ondersteuning. In principe worden deze vormen van zorg en ondersteuning een lokale voorziening, waarbij de gemeente eventueel kan kiezen voor regionale facilitering van de lokale invulling.
ntb
Deze actie start pas nadat gemeenten zich hebben uitgesproken voor thema’s die zich daartoe lenen.
Nr. 11
Decentralisatie Begeleiding Awbz Decentralisatie voorbereiden met integrale rapportage (toegang, inkoop en facilitering) inzake begeleiding groep, individueel en kortdurend verblijf. Tijdelijke regeling begeleiding groep 2014(NB: deze vervalt gezien Brief van
Product (regionaal) uitvoeringplan 2015
deadline e 3 kwartaal 2013
Opmerkingen
(eerst verkenning)
-
Planning afh. info VWS.
Product Kennisdocument met keuzemogelijkheden (voor samenwerking)
deadline e 2 kwartaal 2013
Opmerkingen
Kennisdocument met keuzemogelijkheden (voor samenwerking)
2 kwartaal 2013
12
staatssecretaris Van Rijn (VWS) aan de Tweede Kamer over beleidsvoornemens rond Wet maatschappelijke ondersteuning d.d. 31-1-2013)
Nr. 13
14
Wmo-ontwikkelingen Aanpassing Huishoudelijke hulp. M.i.v. 2014 is een beroep op huishoudelijke hulp Wmo in de huidige vorm niet meer mogelijk. M.i.v. 2015geldt dit ook voor bestaande cliënten. Gemeenten behouden 25% van het budget voor een (inkomensafhankelijke) maatwerkvoorziening. Invoering compensatiefonds. Beëindiging diverse landelijke compensatieregelingen ( o.a. compensatie eigen risico en tegemoetkoming
13
e
Afstemmen met minimabeleid en afhankelijk van nadere besluitvorming rijk.
15
gehandicapten/chronisch zieken). In plaats hiervan een nieuwe gemeentelijke inkomensafhankelijke zorgfinanciering met een volume van € 760 miljoen. Decentralisatie (Persoonlijke) verzorging. De functie (persoonlijke) verzorging worden m.i.v. 2015 naar de gemeenten gedecentraliseerd (met kortingen) Afschaffen Zorgzwaartepakket (ZZP) ZZP 1-2 en ZZP 3 V&V ZZP 3 VG en ZZP 3 GGZ
e
Kennisdocument met keuzemogelijkheden (voor samenwerking) Kennisdocument met keuzemogelijkheden (voor samenwerking)
3 kwartaal 2013
Voorwaardenscheppend voor hoofdactiviteiten Besluitvormingsstructuur BO/AO (BCO)
Product
deadline
Opmerkingen
Vergaderdocumenten
ACO
b
Communicatie
Uitvoering intern communicatieplan
Zie vergaderschema Zie plan
Regiegroep
c d
Informatiedeling(extranet) Managersoverleg
Continu 2-4 x p.jaar
AC+trekkers
e
Input landelijk/provinciaal tbv Hoofdactiviteiten Tussenrapportage
Continu
AC+
September 2013 Continu
projectmedewerker AC+trekkers AC m.m.v. inhoudelijke trekkers en Regio Twente
16
17 a
f g
Planning - Financieel – personeel beheer
3.2
Neventrajecten
Afstemmingsoverleg
1 rapportage
e
2 kwartaal 2013 e 4 kwartaal 2013 e 4 kwartaal 2014
Doel: input voor hoofdactiviteiten, kennisdeling, voorbereiden (boven) lokale situatie. Nr. 2.0
Onderwerp Pilot Eigen Kracht Twentebreed
2.1
Gemeentelijke pilots jeugdzorg (mogelijk
Product deadline Elke pilot - experiment – project kent zijn eigen planning. Via digitale of fysieke kennisuitwisseling (bijeenkomsten, werkbezoeken) worden kennis 14
Opmerkingen “cement van de Transformatie gedachte” Projectleider: Ingrid Brandwacht. Zie lijst bijlage 2.
2.2
2.3 2.4 2.5 2.6
gemaakt door de provincie Overijssel) Opdrachtformulering multidisciplinaire aanpak kindermishandeling Pilot Samenwerking SHG/Team Vroeghulp en BJZO/AMK (beide onderwerpen zijn besloten in het BO TJT nov. 2012) Pilots Wmo /steunfunctiegelden Inzet Academische werkplaats jeugd t.b.v. TJT Werkplaats Wmo Twente Volgen beleidstrajecten zoals Passend onderwijs Ontwikkelingen binnen GGD/JGZ doorontwikkeling CJG Decentralisatie middelen MEE/cliënt ondersteuning Extramurale verpleging gaat m.i.v. 2015 naar de zorgverzekeringswet.
2.7
Afstemmen Shared Services Netwerk Twente (SSNT)
2.8
Informatiseringsopgave (landelijk traject)
2.9
Overige acties TJT: - advies over position paper
3.3
en ervaringen uitgewisseld. Deze worden gedurende 2013 ingepland.
Voor de verbinding en afstemming is volgen deze onderwerpen belangrijk. Per onderwerp wordt een persoon aangewezen die actief dit volgt en rapporteert.
Afstemmen. Deze samenwerking kan in de uitvoeringsfase kansen bieden.
Enschede coördineert
Zie lijst bijlage 2. Marlie Cerneus (GGD) coördineert Saxion AO TJT en AO Wmo
(min) 1x per kwartaal informeren
e
2 kwartaal 2013
D. Laan (gem. Enschede is aanspreekpunt) Wordt apart weggezet via AO TJT.
Overig
In deze samenwerking is de ook de reguliere samenwerking Wmo opgenomen. Hierin was kennisdeling en afstemming steeds aan de orde en deze houden hun plek (‘going concern’) Nr. 3.1
Wmo Samenwerking Sociale kaart Twente
Product Optimaliseren sociale kaart
3.2
Samenwerking rond transferbureaus, aanbestedingen
kennisdeling en afstemming
15
deadline Volgens plan van aanpak MEE Wordt a.d.h.v. actualiteit bepaald
Opmerkingen MEE Twente is uitvoerend verantwoordelijk
3.3 3.4 3.5 3.6
Afstemming subsidieverzoeken aan meerdere gemeenten Samenwerking Zorgkantoor& zorgverzekeraars Convenant Samenwerken aan opvang en zorg / centrumgemeentetaken Overige kennisdeling en afstemming a.d.h.v. actualiteit
kennisdeling en afstemming kennisdeling en afstemming kennisdeling en afstemming kennisdeling en afstemming
Idem Idem Idem Idem
Samenvattend: e
De essentie van dit overzicht is dat wordt toegewerkt naar 2 regionale uitvoeringsplannen in het 1 halfjaar 2013 en diverse kennisdocumenten.
Voor de Decentralisatie Awbz is de opgave helder en gelijk aan datgene dat vorig jaar als op te leveren uitvoeringsplan is benoemd. Voor de Transformatie Jeugdzorg wordt een integraal plan voor de bovenlokale taken verwacht. Het uitvoeringsplan richt zich op de onderdelen waarbij keuzes gemaakt kunnen worden voor regionale en/of lokale uitvoering. De gemaakte keuzes bepalen op de diverse onderdelen de verdere samenwerking van de 14 Twentse gemeenten. Na deze fase komt – na besluitvorming - dan de implementatiefase. De uitvoering (van de hoofdactiviteiten) dient operationeel te zijn voor 1-1-2015 en soms - voor de overgangssituatie begeleiding bijvoorbeeld - al 1-1-2014. Volgens de routekaart dient voor de jeugdzorg eind 2013 een concept beleidsplan en concept verordening gereed te zijn. Voorstel is om voor de regionale delen een model te maken waarbij de adviezen van bovenstaande werkgroepen worden ingevoegd. Lokaal kunnen vervolgens de concepten op maat worden gemaakt. Bekeken wordt nog hoe dit plan kan voorsorteren op het meerjarig beleidskader, dat juni 2014 gereed dient te zijn. De formele besluitvorming vindt altijd lokaal plaats. De behandeling in het bestuurlijk afstemmingsoverleg is ten behoeve van regionale afstemming, draagvlak en doorgeleiding naar de lokale colleges (c.q. raden). Dit overzicht geeft aan dat met name in het 1e kwartaal/halfjaar er al een forse piek zit vanwege de nieuwe onderwerpen uit het regeerakkoord en de noodzaak om tijdig voor de jeugdzorg zaken de met name bovenlokale zaken te regelen. Deze opsomming is ontleend aan de routekaarten en kent (deels) een globaal karakter. Voor details wordt naar de bijgevoegde routekaarten verwezen. Hierin staan al meer concrete data. Daarnaast wordt aan de werkgroepen per onderdeel ad. 1 gevraagd om SMART de op te leveren producten te beschrijven, de opdrachten te verfijnen en te koppelen aan aanbevelingen uit eerdere documenten en de planning te verfijnen, met go/no-go momenten, en deze te koppelen aan de bestuurlijke planning/vergadercyclus 2013. Ook wordt gevraagd om een reële ureninschatting met gewenste deskundigheden en budget. Voor de Awbz-begeleiding zijn er reeds de bestaande opdrachtomschrijvingen. Deze zijn opgenomen in de bijlage Routekaart Wmo-Awbz.
16
Tenslotte wordt gevraagd om nadrukkelijk te kijken welk landelijk / regionaal materiaal beschikbaar is of komt (handreikingen enz.) om die te betrekken bij de uitwerking, om snel en effectief te kunnen werken. De opgave voor gemeenten is enorm. De veelheid van activiteiten onderschrijft dit nogmaals. De noodzaak tot samenwerking is er om de beperkte capaciteit goed in te kunnen zetten. Focus en prioritering is noodzakelijk en dan nog zal er scherp gemonitord moeten worden of we op koers zitten en er voldoende middelen/capaciteit voorhanden blijft. Immers naast de regionale inzet, zal ook lokaal het nodige moeten blijven gebeuren. Niet alleen deze omstandigheden, ook de afhankelijkheid van derden en de grote financiële bezuiniging – de beperkte speelruimte voor keuzen - doen ons zorgen baren.
4. 4.1
Organisatie Uitgangspunten
De organisatie van deze fase van regionale samenwerking is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • Deskundigheid wordt ingezet van begin tot het eind: voordeel is dat opgedane kennis vanuit de beginfase kan worden blijven benut in het vervolg. • Betrokkenheid van zoveel mogelijk gemeenten: uitgangspunt is dat elke gemeente (in principe) deelneemt aan 1 of meer werkgroepen. Voordeel is dat de benodigde capaciteit zo goed mogelijk over de gemeenten wordt gespreid en het draagvlak wordt vergroot. Belangrijk voor draagvlak zijn met name de AO’s en BO’s en tussentijdse consultatieronden op stukken of via bijeenkomsten. Leden van het AO zullen duidelijk in positie moeten zijn zowel op inhoud als op besluitvormingsproces. Dit geldt eveneens voor de betrokkenheid van het lokale management. • Slagvaardigheid:Werkgroepen worden op basis van deskundigheid gevormd, wat nodig is om de opdracht aan de werkgroep te volbrengen. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit, om slagvaardig en efficiënt te kunnen opereren. Coördinatoren en AO-ers meer inzetten, passend bij de kwaliteit/affiniteit/tijd die men heeft. Dubbelingen (zonder toegevoegde waarde) gaan eruit door een rolverdeling tussen de coördinatoren toe te passen (dus niet meer alle 4 alles doen); • Vertrouwen is noodzakelijk. T.b.v. efficiency moet je werkzaamheden aan een ander kunnen overlaten. • Uitwerking in werkgroepen, bestuurlijke relevantie bepalen in het overkoepelend coördinatorenoverleg (ACO): voordeel is dat onderwerpen gedetailleerd kunnen worden uitgewerkt, terwijl bestuurlijke relevantie niet uit het oog wordt verloren. Aan elke werkgroep is een ambtelijk coördinator (AC) gekoppeld. Voordeel is dat de voortgang wordt bewaakt en er een linking pin naar het ACO is. De AC hoeft geen voorzitter te zijn van werkgroepen. Dit kunnen inhoudelijk trekkers zijn. • Duidelijke scheiding tussen inhoudelijke totstandkoming van de producten en het besluitvormingsproces; • Innovatie en externe ontwikkelingen krijgen een nadrukkelijke positie; • Een meer projectmatige aanpak. • De coördinatoren zijn gelegitimeerd om nadrukkelijker te gaan sturen op het proces;
17
4.1
Werkgroepen
De uitwerking van de verschillende onderwerpen wordt door regionale werkgroepen gedaan. De werkgroepen worden samengesteld op basis van deskundigheid en krijgen deelopdrachten mee in het kader van de genoemde resultaten. Vanuit de gemeenten wordt een inhoudelijk trekker gezocht voor werkgroepen. De samenstelling is op deskundigheid, de verbinding tussen de transformaties wordt gerealiseerd door één of meer “experts” te laten aanschuiven en uiteraard via het ACO. Bij de werkgroep toegang Awbz schuift een beleidsmedewerker jeugd aan. Bij de werkgroep financiën TJT doen inkopers uit de werkgroep inkoop Awbz (al) mee. Genoemde experts hebben een signalerende, adviserende functie en geen last en ruggespraak-verplichting. Het (tussen- of eind) product wordt integraal voorgelegd aan het AO of de AO’s. Er wordt op dit moment dus uitgegaan van verbinden en niet van volledige integratie van werkgroepen. Een overzicht van werkgroepen: Werkgroepen Awbz
Activiteit nr. 11+12+15
Ambt. coördinator Henk Dannenberg/
Inhoudelijk trekker Angelique Efftink
Opmerkingen / gemeente Huidige werkgroep
Uren inzet p.p
a
Toegang tot begeleiding
b
Inkoop en financiële 11+12+15 Henk Han Huidige prikkels Dannenberg Reimerink werkgroep Alle zaken rond de decentralisatie Begeleiding en de Decentralisatie verzorging worden in deze 2 werkgroepen opgepakt. De werkgroep Regionale facilitering lokale uitvoering (c) staat onder de gecombineerde werkgroepen (onderaan). Werkgroepen Wmo
d
e
f
g
Aanpassing HH + Invoering compensatiefonds
Activiteit nr. 13 +14
Ambt. coördinator Henk Dannenberg
Inhoudelijk trekker David Post mmv Aart de Vries
Opmerkingen / gemeente (Losser) (Borne)
Afschaffen ZZP
16
Annemarie Kristen
Marieke v.d. Berg + ntb.
(Hengelo)
Werkgroepen TJT
Activiteit nr. 1
Ambt. coördinator Alice van den Nieuwboer Leonard Koppelman
Inhoudelijk trekker Kirsten Boelen
Opmerkingen / gemeente (Hengelo)
Marjoke Hobert
(Almelo)
Verplichte Bovenlokale taken en Sturingsmodel Optioneel bovenlokaal specialistisch
2
Uren inzet p.p
Uren inzet p.p Deze werkgroepen beginnen gezamenlijk
h
Transitie jeugdzorg voorbereiden (incl.
3
Alice van den 18
ntb
mmv. S. Gorter
informatievoorziening)
Nieuwboer
(provincie)
Binnen de jeugdzorg wordt gekozen voor 3 hoofdwerkgroepen die op thema zullen werken. Als een soort matrixorganisatie wordt voor de uitwerking een specialist uit de volgende 3 groepen gelinkt aan de hoofdwerkgroep, die terug kan vallen op deze werkgroep. j
Toegang TJT
5
Leonard Koppelman
Marjoke Hobert*
k
Financiën en inkoop jeugdzorgincl. Verantwoordingsmodel
6 +9
Leonard Koppelman
Kristel Fiselier*
(Almelo) *= link met Awbz werkgroep (Hengelo) Provinciaal, Huidige werkgroep
Cliëntparticipatie (7) wordt belegd via de werkgroepen f. en g. Toezicht (8) wordt nog geen werkgroep in afwachting van landelijke informatie. m
n
(l) c
i
Concept model Beleidsplan/verordening
overstijgend
Alice van den Nieuwboer
Projectmedewerker
Schrijfgroep wordt gevormd uit werkgroepen
Werkgroepen gecombineerd AWBZ/Wmo/TJT Regiegroep Communicatie
Activiteit nr.
Ambt. coördinator
Inhoudelijk trekker
Opmerkingen / gemeente
17b/c
Annemarie Kristen
Ntb.
Regionale facilitering lokale uitvoering Regionale facilitering 3 lokale uitvoering
10
Annemarie Kristen Annemarie Kristen
Ntb
Feiten en cijfers
4
Annemarie Kristen
Volgt.
(Awbz samen met jeugdzorg) Combineren met c. Huidige werkgroep combineren met l Jeugd en ook voor Awbz vraagstukken
11+12+15
Marco Wolves
Uren inzet p.p
Voor de nevenactiviteiten zoals pilots wordt gekeken naar werkgroepen die deze activiteiten kunnen volgen. Dit zou integraal over onderwerpen heen kunnen.
19
4.2
Communicatie
De transities Jeugdzorg en Awbz-begeleiding vragen om een andere manier van kijken, denken en doen. Bij gemeenten, maar zeker ook bij instellingen en uiteindelijk de ‘eindgebruikers’. De gemeenten in Twente werken regionaal samen aan deze opgave en zij hebben afgesproken om ook in de communicatie te gaan samenwerken. Communicatie speelt een belangrijke rol in dit veranderingsproces. Samenwerking met het werkveld is belangrijk, mede omdat de gemeenten het zorgveld niet van binnenuit kennen. Wij willen het zorg- en welzijnsveld direct betrekken bij vraagstukken als inventarisaties, zorg toeleiding/toegang, afstemmen welzijn en zorg, samenwerking tussen de vele aanbieders in het zorgveld en vervoer van cliënten. Betrokkenheid van het zorgveld zal regionaal en lokaal georganiseerd moeten worden mede omdat veel zorgaanbieders regionaal werken. We willen 4 in een vroeg stadium de cliënten, patiënten- en belangenorganisaties betrekken . De ervaringsdeskundigen weten immers wat de belangen van de gebruikers zijn. Binnen de samenwerking wordt een communicatie strategie voorbereid die recht doet aan de posities van partijen. Gemeenten blijven verantwoordelijk voor communicatie richting hun eigen inwoners en raden. Regionaal kunnen echter wel producten ontwikkeld/aangeboden worden die hierbij kunnen ondersteunen. Regiegroep Communicatie Opdracht: Communicatieplan/advies communicatie transities Omschrijving Vraag is op welke manier de communicatie het beste vormgegeven kan worden. En wat we regionaal kunnen oppakken, en wat lokaal? Om deze vragen goed te kunnen beantwoorden is een ‘regiegroep communicatie transities’ ingesteld. Deze regiegroep communicatie valt onder de regie van het ambtelijk coördinatorenoverleg AWBZ/TJT. Leidend voor de werkzaamheden is de Memo Interne communicatie transities jeugdzorg en AWBZ, d.d. 25 juli 2012. Producten 2013: diverse voorstellen en acties ontwikkelen op basis van het Advies en startdocument, zoals een communicatiekalender, toolbox Acties die momenteel in ontwikkeling zijn: • Opzetten toolbox: bestaande uit communicatietools o.a. presentaties, beeldbank, formats. • Verder uitwerken plan van aanpak wmotwente, met daarin onder meer doorontwikkeling website en onderzoek naar opzetten website voor de TJT. • Uitvoeren digitale nieuwsbrief “Samen14”, inzet social media, communicatieplan richting uitvoering, interne communicatie, etc. Uitnutten extranet voor interne communicatie. • Tweede bijeenkomst organiseren met alle communicatieprofessionals van de gemeenten. • Ondersteuning bij de organisatie van bijeenkomsten, zoals Plein 14 (nieuwe naam MOT-café).
20
Middelen: Voor communicatie is in de begroting ruimte voor 8 uur per week inzet van een communicatiemedewerker opgenomen. Er is een werkbudget 2013 van € 6.000,-
21
5. 5.1
Financiën Inleiding
Al enige tijd wordt in Twente samengewerkt op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).Enkele jaren geleden zijn hier de grote decentralisaties Awbz en Jeugdzorg bij gekomen. De samenwerking wordt als zeer positief ervaren daar het leidt tot meer kennis, kwaliteit en efficiency. Afgelopen jaar zijn diverse producten opgeleverd en is kennis vergaard. Het zelfstandig oppakken van deze decentralisaties zou ons inziens (relatief) duurder zijn. De Twentse gemeenten faciliteren gezamenlijk de samenwerking en de regio Twente speelt (op onderdelen) in deze samenwerking ook een ondersteunende rol. Inmiddels is de huidige ondersteuning geconcentreerd bij het onderdeel GGD.
5.2
De begroting 2013.
U treft als bijlage bij dit Actieplan een integrale begroting voor Wmo, Awbz en Jeugdzorg (TJT) aan, voor het jaar 2013. Er worden middelen geraamd voor personele en materiële kosten. Dit is bijvoorbeeld voor coördinatie, inhoudelijke deskundigheid / onderzoek, communicatie en werkbudgetten voor werkgroepen en bijeenkomsten. In totaal wordt ca. € 500.000,- gevraagd. De Wmo-samenwerking en de Awbz liggen operationeel en inhoudelijk in elkaars verlengde en mede daarom zijn de voorheen separate begrotingen samengevoegd. Bestuurlijk (BCO) is bovendien aangegeven dat integraal op de begroting afgewogen en gestuurd zou moeten worden, zodat op alle drie onderdelen resultaten geboekt kunnen worden. Qua kostenniveau is uitgegaan van niveau 2012. De begroting 2013 TJT borduurt ook qua vormgeving voort op 2012, doch de bedragen zijn nu aangepast aan de ervaringen en benodigdheden voor 2013. Er ligt een enorme opgave om tijdig resultaten te kunnen boeken. Om meer sturing en prioriteit te kunnen geven aan de (verplichte) bovenlokale samenwerking voor jeugdzorg zijn extra middelen voor inhoudelijk trekkerschap voor jeugdzorg opgenomen. Voor de Awbz zijn reeds inhoudelijk trekkers gefinancierd. Detailvragen over de begroting kunnen uiteraard worden gesteld. Vanuit de organisatie van de Twentse samenwerking is er de taak om zorg te dragen voor een verantwoorde inzet van middelen, waarbij het praktisch budgetbeheer (registratie, rapportage, betaling, facturering) wederom bij de Regio Twente zal liggen. Verdeling kosten over gemeenten Voor 2013 wordt uitgegaan van dezelfde systematiek als 2012. Een tabel met kosten per gemeente is bijgevoegd (bijlage). De Regio Twente zal de juiste bedragen in 2013 in één keer factureren.
5.3
Dekking
De dekking van deze kosten is een lokale aangelegenheid. In dit voorstel doen wij enige handreikingen. De Wmo- samenwerking in Twente loopt al jaren en zal naar wij verwachten bij diverse gemeenten opgenomen zijn in de begroting 2013. Voor de samenwerking jeugdzorg TJT is recent via de septembercirculaire een nieuw invoeringsbudget 2013 beschikbaar gesteld. Inzet van dit budget (op Twents niveau is dit ca. € 588.000) ligt voor de hand. Voor de Awbz begeleiding ligt e.e.a. moeilijker. Er is nl. feitelijk geen nieuw invoeringsbudget 2013. Nu de invoering Awbz 22
begeleiding wel weer doorgaat, is er welpositief nieuws. Er is contact geweest met het landelijk Transitiebureau en zij hebben aangegeven dat er toch middelen zullen komen. Nader bericht volgt. Inzicht in verantwoording Bij het presenteren van een begroting hoort ook inzicht in gemaakte kosten op regio niveau voor het afgelopen jaar. Deze informatie is voor gemeenten beschikbaar.
5.4
Personeel
Het succes van de samenwerking wordt vooral ook bepaald door inzet van voldoende, deskundig personeel. Basis hiervoor ligt bij de Twentse gemeenten die voldoende menskracht beschikbaar dienen te stellen voor de werkgroepen, maar ook voor de deelname in AO’s of andere overlegsituaties. De AO-leden zijn ambtelijk de belangrijkste schakel tussen regionaal en lokaal (management, wethouder/bestuur). Binnen de samenwerking zijn er functies die noodzakelijk zijn en een bovengemiddelde inzet vragen t.b.v. regionale taken. Naast coördinatie/trekkers zijn dit bijvoorbeeld communicatie, de projectmedewerker en de secretariële ondersteuning. Hiervoor worden in de begroting middelen gereserveerd. Bij de invulling van functies wordt hierbij eerst geworven onder de Twentse gemeenten, vervolgens (bij niet slagen) bij de regio en daarna extern.
5.5
Tenslotte
Dit actieplan is geschreven in samenwerking met alle gemeenten. Dit terwijl er nog veel onduidelijkheden zijn over bijvoorbeeld de nieuwe wetgeving, de uitwerkingen van het regeerakkoord en overheveling van de budgetten, die het fundament vormen voor de nieuwe stelsels. Het is daarom een dynamisch document dat wanneer de ontwikkelingen erom vragen in overleg met de gemeenten (AO/BO) bijgesteld zal worden. Ook wordt dan inzichtelijk gemaakt welke middelen nodig zijn om de doelen van de volgende fase te behalen.
23
Bijlagen 1. Overzicht eerdere documenten 2. Overzicht pilots Wmo en jeugdzorg 3. Lijst met afkortingen 4. Routekaart jeugdzorg versie 7 (apart bijgevoegd) 5. Routekaart Wmo-Awbz en opdracht werkgroepen Awbz (apart bijgevoegd) 6. Begroting (apart bijgevoegd)
24
Bijlage 1. Overzicht eerdere documenten Twentse decentralisaties
25
Bijlage 2. Overzicht pilots Wmo en Jeugdzorg 2012/2013 Projectaanvragen provincie (flexibel budget Wmo) a) Eigen kracht Twente 2013/2014, ingediend door Hengelo / Regio Twente. b) Versterken inzet vrijwilligers, ingediend door Hof van Twente (niet toegekend 2012) c) De menselijke maat, ingediend door Almelo d) Anders denken, anders doen (kanteling Wmo thuishulp), ingediend door Losser. (niet toegekend 2012)
Pilots Jeugdzorg 2012 provincie Overijssel • gemeente Almelo o Perspectief bied je samen 0.2:Stap voor stap naar een “samenhangende zorgstructuur” • gemeente Enschede o Multidisciplinaire aanpak kindermishandeling o Pilot Samenwerking SHG/Team Vroeghulp en BJZO/AMK • gemeenten Borne, Hengelo en Hof van Twente: Afstemming zorg i.r.t. passend onderwijs binnen het samenwerkingsverband. (zie ook nr. 3 onder Hengelo) • gemeente Hengelo: Projectplan genaamd "Project Transitie en Transformatie Jeugdzorg (1ste tranche)", aangevraagd. Deze subsidie is aangevraagd voor 3 projecten, namelijk: o project 1: Toegang tot ondersteuning & zorg o project 2: Doorontwikkeling Wrap Around Care aanpak o project 3: Jeugdzorg i.r.t. Passend Onderwijs • gemeente Hellendoorn o Project Nazorg, vervroegde beëindiging geïndiceerde zorg o Project toegang met regie en zeggenschap bij de cliënt. o Project Huisarts+: vroegsignalering LVB en GGZ e.d. • gemeenten Rijssen-Holten, Twenterand en Wierden: CJG Transformatie jeugdzorg proof • gemeente Tubbergen: Project ISA
26
Bijlage 3. Lijst met afkortingen AC ACO AMK AO AWBZ BCO BGG BGI BjzO BO CJG GGD GGZ HH JGZ LVB LVG MO PGB SHG SMART TJT V&J V&V VG VNG VNG VO VWS Wmo ZIN Zvw ZZP
Ambtelijk coördinator(en) Ambtelijk coördinatorenoverleg Advies en meldpunt kindermishandeling Ambtelijk overleg Algemene wet bijzondere ziektekosten Bestuurlijk coördinatorenoverleg Begeleiding groep Begeleiding individueel Bureau Jeugdzorg Overijssel Bestuurlijk overleg Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeenschappelijke GezondheidsDienst Geestelijke gezondheidszorg Hulp bij het huishouden Jeugdgezondheidszorg Licht verstandelijk beperkt Licht verstandelijke gehandicapten Maatschappelijke opvang Persoonsgebonden budget Steunpunt Huiselijk Geweld Specifiek,Meetbaar, Aanvaardbaar/acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden; Transformatie Jeugdzorg Twente Veiligheid en Justitie Verpleging en verzorging Verstandelijk gehandicapten Vereniging Nederlandse Gemeenten Vereniging Nederlandse gemeenten Vrouwenopvang Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet maatschappelijke ondersteuning Zorg in natura Zorgverzekeringswet Zorgzwaartepakket , een volledig pakket van zorg en dienstverlening dat aansluit op de persoonlijke situatie.
Bijlage 4. Routekaart jeugdzorg versie 7 (apart bijgevoegd) Bijlage 5. Routekaart Wmo-Awbz en opdracht werkgroepen Awbz (apart bijgevoegd) Bijlage 6. Begroting 2013 (apart bijgevoegd)
27