Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening (artikelen 4:20, 4:22 en 4:33 Wft en de artikelen 57, 61 en artikel 112 BGfo) Artikel 1 Definities In deze beleidsregel wordt verstaan onder: Kredietbank : GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Besluit : Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen; Wck : Wet op het consumentenkrediet; Wft : Wet op het financieel toezicht. Artikel 2 Algemeen 1. De kredietbank verstrekt voorafgaand aan het adviseren of de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel product de cliënt informatie voorzover dit redelijkerwijs relevant is voor een adequate beoordeling van die dienst of het product. 2. De kredietbank verstrekt de cliënt voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel product of financiële dienst tenminste de volgende informatie: a. zijn naam en adres en, indien de kredietbank een rechtspersoon is, de statutaire naam en handelsnaam of handelsnamen; b. de aard van zijn financiële dienstverlening; c. de interne klachtenprocedure, bedoeld in artikel 70 van het Bankreglement en de erkende geschilleninstantie waarbij de kredietbank is aangesloten; d. het toezicht door het Algemeen Bestuur. 3. In afwijking van artikel 2 lid 1 en lid 2 kan de informatie bedoeld in het eerste lid en de in artikel 4:73 lid 1 Wft d op verzoek van de cliënt mondeling worden verstrekt, indien het financiële product een verzekering is en onmiddellijke dekking noodzakelijk is. Artikel 3 De kredietprospectus: algemeen 1. De kredietbank die over een website beschikt, heeft een kredietprospectus beschikbaar op zijn website en verstrekt onverwijld kosteloos een kredietprospectus op verzoek van de cliënt. 2. De kredietbank die niet over een website beschikt, verstrekt kosteloos een kredietprospectus aan de cliënt voorafgaande aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake krediet. 3. Lid 1 en 2 zijn niet van toepassing op hypothecair krediet. Artikel 4 De kredietprospectus: inhoud In de kredietprospectus worden de volgende gegevens opgenomen: a. een beschrijving van de bij een kredietaanvraag te volgen procedure; b. een globale beschrijving van de criteria die ten grondslag liggen aan de beoordeling van de kredietwaardigheid van de cliënt, waarin tenminste twee representatieve voorbeelden van toepassing van die criteria zijn opgenomen; c. de vermelding van: 1. het feit dat de kredietbank deelneemt aan een stelsel van kredietregistratie; 2. de naam en plaats van vestiging van de instelling die dat stelsel in stand houdt; en 3. het doel en de werkwijze van dat stelsel, waaruit in ieder geval blijkt in welke gevallen gegevens betreffende de kredietwaardigheid van de cliënt door de kredietbank kunnen worden opgevraagd, en dat gegevens met betrekking tot een verleend krediet door de kredietbank worden verstrekt aan en worden geregistreerd door de instelling die dat stelsel in stand houdt; d. zodanige aanduidingen of omschrijvingen van het aangeboden krediet, dat daaruit duidelijk blijkt of het een doorlopend krediet of een ander krediet betreft; e. een beschrijving van de algemene voorwaarden waaronder de kredietbank bereid is overeenkomsten inzake krediet aan te gaan, waaronder in ieder geval, indien van toepassing, de voorwaarden inzake: 1. ten behoeve van de kredietbank te vestigen zekerheidsrechten; 2. vervroegde opeisbaarheid van het door de cliënt verschuldigde; en 3. de bevoegdheid van de cliënt tot volledige of gedeeltelijk vervroegde aflossing; f. indien de cliënt zich bij de totstandkoming van een overeenkomst inzake krediet verplicht tot het aangaan van een andere overeenkomst: 1. een beschrijving van het daartoe strekkende beding; en 2. de vermelding dat de cliënt het recht heeft te bepalen met welke wederpartij die andere overeenkomst zal worden aangegaan, tenzij artikel 33 onderdeel b onder 1° Wck niet op het krediet van toepassing is; Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening Wft GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank AlblasserwaardVijfheerenlanden 2010 Blad 1
g. de vermelding dat de cliënt eerst na ingebrekestelling een vergoeding verschuldigd wordt indien hij nalatig blijft in zijn verplichting tot betaling, tenzij artikel 34 onderdeel b Wck niet op het krediet van toepassing is; en h. een toelichting met betrekking tot de op grond van artikel 9 Beleidsregel Onverplichte Precontractuele Informatie te bezigen aanduiding in de volgende bewoordingen: “De effectieve rente op jaarbasis is de prijsaanduiding van het krediet. Hierin komen alle kosten van het krediet tot uitdrukking”. Artikel 5 Uitzondering Artikel 4 sub f, aanhef en onder 2, is niet van toepassing op een beding als bedoeld in artikel 33 onderdeel b onder 2° Wck. Artikel 6 Bijzondere bepalingen doorlopend krediet De kredietbank neemt in de kredietprospectus betreffende doorlopend krediet tevens de volgende gegevens op: a. vier representatieve kredietlimieten met daarbij de overige kenmerken van het krediet als bedoeld in artikel 1 en artikel 2 van de Beleidsregel Onverplichte Precontractuele Informatieverstrekking (beleidsregel 6); b. de uitgangspunten bij de berekening van de theoretische looptijd (beleidsregel 7); c. indien van toepassing, de hoogte van de vergoeding die verschuldigd wordt indien de cliënt, na ingebrekestelling, nalatig blijft in zijn verplichting tot betaling; en d. indien van toepassing, de hoogte van de vergoeding die verschuldigd wordt indien de cliënt vervroegd aflost. Artikel 7 Bijzondere bepalingen niet doorlopend krediet De kredietbank neemt in de kredietprospectus betreffende niet doorlopend krediet tevens de volgende gegevens op: a. vier representatieve kredietsommen met daarbij de overige kenmerken van het krediet bedoeld in artikel 1 en artikel 2 van de Beleidsregel Onverplichte Precontractuele Informatieverstrekking (beleidsregel 6); b. tenminste één voorbeeld van een berekening waaruit blijkt op welke wijze met behulp van de kredietsom, de maandlast en de looptijd het bedrag kan worden bepaald van het totaal aan kredietvergoeding dat de cliënt verschuldigd is bij een regelmatige afwikkeling van de overeenkomst; c. indien van toepassing, de hoogte van de vergoeding die verschuldigd wordt indien de cliënt, na ingebrekestelling, nalatig blijft in zijn verplichting tot betaling; en d. indien van toepassing, de hoogte van de vergoeding die verschuldigd wordt indien de cliënt vervroegd aflost, en tenminste één voorbeeld van een berekening waaruit blijkt op welke wijze het bedrag van deze vergoeding wordt bepaald. Artikel 8 Beperking informatie De prospectus bevat geen informatie over andere onderwerpen dan bedoeld in de artikelen 4, 6 en 7. Artikel 9 Aanvullende regels De AFM kan nadere regels stellen met betrekking tot de wijze van verstrekking van de informatie bedoeld in de artikelen 4, 6 en 7. Artikel 10 Verstrekking Artikel 2 lid 1 en 3 van de Beleidsregel Informatievoorziening is van overeenkomstige toepassing. Vastgesteld door de raden van: de gemeente Gorinchem, d.d. 17.01.2010; de gemeente Giessenlanden, d.d. 18.01.2010; de gemeente Graafstroom, d.d. 25.01.2010; de gemeente Hardinxveld-Giessendam, d.d. 04.02.2010; de gemeente Leerdam, d.d. 28.01.2010; de gemeente Liesveld, d.d. 26.01.2010; de gemeente Lingewaal, d.d. 28.01.2010; de gemeente Nieuw-Lekkerland, d.d. 28.01.2010; en de gemeente Zederik, d.d. 08.02.2010,
Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening Wft GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank AlblasserwaardVijfheerenlanden 2010 Blad 2
Toelichting beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatie Algemeen Deze beleidsregel is gebaseerd op artikelen 4:20, 4:22 en 4:33 Wft en de artikelen 57, 61 en 112 Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (BGfo). In deze beleidsregel zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot het verplicht verstrekken van informatie voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een financieel product (artikel 4:20 Wft en artikel 57 BGfo) en verplichte informatie die betrekking heeft op het financieel product zelf (artikelen 60 tot en met artikel 63 BGfo Bfd). Voor de kredietbanken zijn alleen de algemene bepalingen van artikel 4:20 Wft en artikel 57 BGfo en de bepalingen in de artikelen 4:33 Wft (verplichte kredietprospectus), artikel 61 BGfo (schadeverzekeringen) en artikel 112 BGfo (inhoud kredietprospectus) van belang. De kredietbank biedt een cliënt door het beschikbaar houden of verstrekken van een kredietprospectus op een (deels) gestandaardiseerde, beknopte en begrijpelijke wijze informatie over de meest relevante kenmerken van een door de kredietbank aangeboden krediet. Doel van de kredietprospectus is dat de cliënt deze informatie gebruikt om inzicht te verwerven in de meest relevante kenmerken van dat krediet en om het aangeboden product te vergelijken met andere kredietproducten. In artikel 4 van de beleidsregel is een zogenaamde passieve plicht tot informatieverstrekking met betrekking tot de kredietprospectus vastgelegd, tenzij de kredietbank niet beschikt over een website. In dit laatste geval geldt een actieve plicht tot verstrekking van de kredietprospectus. In de artikelen 4, 6 en 7 worden de onderwerpen benoemd die in de prospectus aan bod moeten komen. Artikel 6 beperkt de reikwijdte van artikel 5 onderdeel f. Artikel 8 bepaalt dat de kredietprospectus alleen mag bestaan uit informatie over de in de artikelen 4, 6 en 7 genoemde onderwerpen . In artikel 9 is ten slotte vastgelegd, dat de AFM nadere regels kan stellen in verband met de kredietprospectus. Op grond van artikel 4:37 Wft zijn deze gewijzigde regels ook op de kredietbanken van toepassing. Artikel 1 In dit artikel wordt de verklaring gegeven voor de gebruikte afkortingen. Artikel 2 Dit artikel is gebaseerd op de artikelen 4:20 lid 1 Wft en artikel 57 BGfo. In artikel 2 lid 1 wordt het uitgangspunt geformuleerd dat voorafgaande aan het sluiten van een overeenkomst informatie wordt verstrekt die de cliënt in staat stelt een adequate beoordeling van het financiële product (krediet) of de financiële dienst (adviseren) uit te voeren. De informatie moet voorafgaand worden verstrekt (dus niet bij of na de totstandkoming) zodat de cliënt gedegen kan afwegen of hij tot het sluiten van een overeenkomst terzake van een financieel product of financiële dienst zal overgaan. Om een adequate beoordeling mogelijk te maken zullen in ieder geval gegevens over het product of de producten, de dienstverlening, de overeenkomst zelf en de betrokken financiële onderneming moeten worden verschaft. Deze elementen zijn namelijk van invloed op de uiteindelijke keuze van de cliënt. De informatie die moet worden verstrekt om een adequate beoordeling mogelijk te maken is onder meer afhankelijk van de complexiteit van het financiële product en/of financiële dienst. Zo zal een complex financieel product als een beleggingshypotheek zwaardere eisen aan de informatie stellen dan een eenvoudig financieel product als een betaalrekening. De kredietbank mag bij de naleving van deze verplichting de gemiddelde cliënt als uitgangspunt nemen, met uitzondering van de situatie waarin de kredietbank adviseert. Indien de kredietbank in het kader van artikel 4:23 Wft in het belang van de cliënt informatie heeft ingewonnen over onder meer zijn kennis en ervaring op de financiële markten, is de kredietbank gehouden haar informatieverstrekking precies af te stemmen op de individuele kenmerken van de cliënt. Met de zinsnede “informatie relevant voor een adequate beoordeling” wordt tot uitdrukking gebracht dat indien relevante informatie al op een eerder moment is verstrekt, bijvoorbeeld in de vorm van een kredietprospectus, er geen verplichting bestaat deze informatie nogmaals te verstrekken omdat de informatie dan niets meer toevoegt aan de beoordeling. Deze algemene regel wordt door de wetgever gedeeltelijk nader uitgewerkt in artikel 57 BGfo. Artikel 2 lid 2 is gebaseerd op artikel 57 BGfo. De informatie als bedoeld in artikel 57 BGfo (artikel 2 lid 2 beleidsregel) is zo fundamenteel dat de wetgever er voor heeft gekozen om deze voor alle financiële dienstverleningen, ongeacht op welk product hun dienstverlening betrekking heeft of voor welke distributiemethode wordt gekozen, verplicht te stellen.
Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening Wft GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank AlblasserwaardVijfheerenlanden 2010 Blad 3
De cliënt die overweegt een financieel product te kopen moet in staat zijn zich een oordeel te vormen over de kredietbank met wie hij in contact staat. Daarom moet de informatie als bedoeld onder a tot en met c door de kredietbank tijdig kenbaar worden gemaakt. Dat wil zeggen op enig moment voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst. In artikel 57 lid 1 BGfo wordt tevens de verplichting opgelegd om informatie te verstrekken over de registratie bij de toezichthouder. Omdat kredietbanken niet onder toezicht van de AFM vallen, is sub d van artikel 57 lid 1 BGfo niet overgenomen. Wel is aangegeven, dat de kredietbank onder toezicht van het Bestuur staat. De gegevens onder a stellen de cliënt in staat na te gaan van welke kredietbank de cliënt voornemens is een financieel product af te nemen. De verplichting tot het geven van de statutaire naam en handelsnaam geldt alleen voor rechtspersonen. Bij een kredietbank met een stichtingsvorm is sprake van een statutaire naam. Bij een kredietbank met een publiekrechtelijke rechtsvorm is van een statutaire naam geen sprake, omdat zij zijn opgericht op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Volstaan kan worden met de handelsnaam. Voor kredietbanken die onderdeel zijn van de gemeente kan worden volstaan met de vermelding van het onderdeel van de gemeente waarvan zij deel uitmaken. Heeft de kredietbank wel een statutaire naam en handelsnaam, dan kan de kredietbank uiteraard volstaan met een eenmalige vermelding van deze naam. Onder “adres” wordt verstaan het geografische adres waar de kredietbank gevestigd is. Dit adres geeft tevens aan in welke lidstaat de kredietbank is gevestigd. Bijvoorbeeld de Gemeentelijke Kredietbank Rotterdam gevestigd te NL Rotterdam. De gegevens onder b gaan over de aard van de dienstverlening van de kredietbank en meer specifiek over de combinatie van aard van de financiële dienst (bijvoorbeeld aanbieden en bemiddelen) en het product of de producten (bijvoorbeeld krediet en verzekeringen) waarop de dienstverlening van de kredietbank betrekking heeft. De gegevens onder c dienen ertoe de cliënt te informeren over de mogelijkheden om intern bij de kredietbank een klacht in te dienen en eventueel extern tegen de afhandeling van een klacht in het geweer te komen. Artikel 3 Op grond van artikel 4:33 Wft dient de kredietbank in beginsel een website te hebben en de kredietprospectus beschikbaar te houden op deze website, ongeacht de wijze waarop het krediet aan de man wordt gebracht bij de cliënt. Dat wil zeggen dat de verplichting tot het beschikbaar houden van de kredietprospectus op de website rust op de kredietbank, ongeacht of deze het krediet rechtstreeks verkoopt aan de cliënt of via een bemiddelaar. De kredietbank die de kredietprospectus op zijn website beschikbaar houdt (passieve verstrekkingsplicht) is verplicht de cliënt, wanneer deze hierom vraagt, onverwijld en kosteloos de kredietprospectus te verstrekken (actieve verstrekkingsplicht). Heeft de kredietbank geen website, dan geldt voor de kredietbank een actieve verstrekkingsplicht. Dat betekent, dat de kredietbank elke cliënt, voorafgaand aan het aangaan van een kredietovereenkomst, een kredietprospectus moet doen toekomen. Deze uitzondering op de hoofdregel van passieve informatieverstrekking is opgenomen als faciliteit voor de vele kleine kredietverstrekkers (bijvoorbeeld kredietbanken en thuiswinkelorganisaties) die niet over een website beschikken. De kredietbank kan, wanneer deze meerdere kredietproducten (meerdere varianten van het product krediet die niet specifiek zijn toegesneden op een cliënt maar aan een brede groep van cliënten worden aangeboden) aanbiedt, niet volstaan met een algemene prospectus voor alle door hem aangeboden kredietproducten. Dit omdat de informatie die moet worden genoemd op grond van de artikelen 4, 6 en 7 moet overeenkomen met de voorwaarden van het krediet en, wanneer er meerdere kredietproducten worden aangeboden, de voorwaarden niet (allemaal) zullen overeenkomen. De verplichting in artikel 3 lid 1 (artikel 4:33 Wft) houdt in dat per kredietproduct een kredietprospectus beschikbaar is. Omdat kredietbanken geen krediet aanbieden door tussenkomst van een bemiddelaar, is artikel 4:33 lid 2 Wft in de beleidsregel niet overgenomen. Artikelen 4, 6 en 7 De artikelen 4, 6 en 7 zijn gebaseerd op artikel 112 lid 1, lid 3 en lid 4 BGfo. Hierin worden de in de kredietprospectus te behandelen onderwerpen genoemd. Artikel 4 (artikel 112 lid 1 BGfo) geeft de informatie weer die voor elke vorm van krediet in de prospectus moet worden behandeld.
Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening Wft GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank AlblasserwaardVijfheerenlanden 2010 Blad 4
De verplichting genoemd in artikel 4 onderdeel f onder 2 en onderdeel g kent een uitzondering (artikel 112 lid 2 onderdeel f onder 2° en onderdeel g BGfo). Deze onderdelen vloeien voort uit artikel 33 onderdeel b onder 1° en artikel 34 onder b Wck, die niet op alle kredietvormen van de Wft van toepassing zijn. De norm genoemd in artikel 4 onderdeel h betreffende het tot uitdrukking brengen van alle kosten van het krediet in het effectief kredietvergoedingspercentage, wordt geregeld in de Uitvoeringsregeling Wft. De artikelen 6 en 7 van de beleidsregel zijn gebaseerd op artikel 112 lid 3 en lid 4 BGfo. In plaats van de verplichting informatie op te nemen over de meest gebruikelijke betalingsregelingen wordt in de onderdelen a van beide artikelen verwezen naar de kenmerken van het krediet genoemd in artikelen 1 en 2 van de Beleidsregel Onverplichte Precontractuele Informatie (artikel 53 lid 1 en 2 BGfo). Ook in deze fase van informatieverstrekking zijn deze kenmerken belangrijk voor de cliënt om het krediet te begrijpen en te vergelijken met andere kredieten. Het opnemen in de kredietprospectus van representatieve kredietsommen, dan wel kredietlimieten, houdt het opnemen in van voorbeelden van kredietsommen, dan wel kredietlimieten, en hun bijbehorende andere kenmerken van het krediet. Deze moeten typerend zijn voor zowel de vorm van het krediet waar de kredietprospectus op ziet als voor de kredietbank die de kredietprospectus opstelt. Hierbij dient ook rekening te worden gehouden met de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het krediet als bedoeld in artikel 4 onderdeel e (artikel 112 lid 1 sub e BGfo). Op grond van artikel 12 van de Beleidsregel Onverplichte Precontractuele Informatie (artikel 53 lid 13 BGfo) moeten ook de representatieve voorbeelden als bedoeld in de artikelen 6 en 7 (artikel 112 lid 3 en lid 4 BGfo), worden weergegeven op de wijze als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Beleidsregel Onverplichte Precontractuele Informatie (artikel 53 lid 3 en lid 4 BGfo). Artikel 5 Artikel 5 van de beleidsregel is gebaseerd op artikel 112 lid 2 BGfo en beperkt de reikwijdte van artikel 4 onderdeel f, aanhef en onder 2 (artikel 112 lid 1 onderdeel f, aanhef onder 2°, BGfo). Artikel 8 Het doel van een prospectus is de cliënt inzicht te bieden in de wezenlijke kenmerken van een product en de cliënt met deze informatie in staat te stellen het aangeboden krediet te vergelijken met andere kredietproducten. Omwille van de bruikbaarheid van deze informatie voor de cliënt dient de informatie over de in de artikelen 4, 6 en 7 (artikel 112 BGfo) genoemde onderwerpen op een (deels) gestandaardiseerde, beknopte en begrijpelijke wijze te worden aangeboden. Zou de informatie als bedoeld in de artikelen 4, 6 en 7 worden vermengd met andere (minder wezenlijke) informatie over een krediet, dan zou dit afbreuk doen aan de inzichtelijkheid en de vergelijkbaarheid van de informatie die in de prospectus moet worden opgenomen. Daarom verbiedt artikel 4:33 lid 3 Wft de kredietbank informatie aan te bieden in de prospectus over andere dan de in de artikelen 4, 6 en 7 genoemde onderwerpen. Dit verbod heeft tot gevolg dat de kredietbank zogenaamde prospectusinformatie gescheiden dient aan te bieden van eventuele andere informatie over een krediet. Dat wil zeggen, dat de in de artikelen 4, 6 en 7 bedoelde informatie zo moet worden gepresenteerd door de kredietbank, dat een cliënt de informatie onmiddellijk zal herkennen als het bijbehorende prospectus. Het verbod verplicht de kredietbank dus niet tot het opstellen van een apart document. De kredietbank kan een kredietprospectus ook opnemen in een ander (meer informatie omvattend) document, mits in dat document een duidelijk (grafisch) onderscheid wordt gemaakt tussen de prospectusgedeelte en de overige informatie. Artikel 9 De AFM kan volgens artikel 4:33 lid 3 Wft nadere regels stellen ten aanzien van de wijze waarop de informatie bedoeld in de artikelen 4, 6 en 7 (artikel 112 lid 6 BGfo) dient te worden verstrekt. Artikel 10 Indien de kredietbank een kredietprospectus verstrekt, dient dit schriftelijk of op een duurzame drager te geschieden. Deze bepaling is gebaseerd op artikel 112 lid 5 BGfo, waarin naar artikel 49 BGfo wordt verwezen.
Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening Wft GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank AlblasserwaardVijfheerenlanden 2010 Blad 5
Bijlage 7.1
Model prospectus persoonlijke lening
Prospectus persoonlijke lening Algemeen In de prospectus persoonlijke lening geven wij u inzicht in de werkwijze van de Kredietbank bij het verstrekken van persoonlijke leningen. De kredietbank is gevestigd aan het Stadhuisplein 30 te Gorinchem en maakt onderdeel uit van de Regionale Sociale Dienst & Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. De kredietbank verstrekt persoonlijke leningen aan mensen met een inkomen tot 130% van het bruto minimumloon, mensen met een beschadigd kredietverleden of problematische schulden en aan mensen die zonder extra zekerheden geen krediet kunnen krijgen. De kredietbank verstrekt persoonlijke leningen zonder gebruik te maken van bemiddelaars of gevolmachtigde agenten. Persoonlijke lening Een persoonlijke lening is een krediet waarbij vooraf de looptijd wordt bepaald. De effectieve rente op jaarbasis staat gedurende de hele looptijd van de lening vast. De effectieve rente op jaarbasis is een prijsaanduiding voor het krediet. Hierin komen alle kosten van het krediet tot uitdrukking. Voor een verhoging van het krediet moet u een nieuwe aanvraag indienen. Aanvragen van een lening Een persoonlijke lening kan worden aangevraagd per post, via Internet of op het kantoor van de kredietbank. Iedere inwoner van Nederland die 18 jaar of ouder is, kan een persoonlijke lening aanvragen bij de kredietbank. Bij het verstrekken van een persoonlijke lening gelden enige bijzondere voorwaarden. Indien u niet over de Nederlandse nationaliteit beschikt, moet u in het bezit zijn van een geldige verblijfsvergunning voor de gehele looptijd van de persoonlijke lening. Uw identiteit en uw inkomensgegevens worden gecontroleerd op basis van een origineel legitimatiebewijs en op basis van originele inkomensbewijzen. Wij maken hiervan kopieën en deze nemen wij op in uw cliëntendossier. Alvorens wij u een persoonlijke lening verstrekken, toetsen wij uw financiële gegevens bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. Hiermee kan worden voorkomen, dat u te zware financiële verplichtingen aangaat en dat dit leidt tot overkreditering. Verstrekte persoonlijke leningen worden bij BKR gemeld. Ook onregelmatigheden in de terugbetaling (achterstanden) zijn wij verplicht te melden bij BKR. Een informatiefolder over BKR kunt u bij de kredietbank verkrijgen. De kredietbank verstrekt geen leningen aan zelfstandige ondernemers en aan mensen die buiten de doelgroep vallen, zoals hiervoor onder algemeen is aangegeven. Acceptatie Op basis van uw regelmatige vaste inkomsten en uw vaste lasten wordt uw maandelijkse aflossingscapaciteit bepaald. Dit is het bedrag dat u maandelijks kunt missen voor het aflossen van uw persoonlijke lening. De opgevraagde informatie bij BKR geeft inzicht in uw actuele kredietpositie. Als de gevraagde persoonlijke lening niet verstrekt kan worden, ontvangt u hiervan schriftelijk bericht. De kredietbank is verplicht op grond van haar bankreglement op uw verzoek een schriftelijke opgaaf van de reden, bijvoorbeeld omdat dat het gevraagde bedrag te hoog is in relatie tot uw aflossingscapaciteit of omdat u niet tot de doelgroep van de kredietbank behoort, van het niet inwilligen van de aanvraag te doen. De kredietbank hanteert hierbij de volgende criteria. Inkomsten Bij de berekening van uw aflossingscapaciteit wordt uitsluitend uitgegaan van de vaste inkomsten. Eventueel worden de inkomsten van uw partner bij de berekening betrokken. Lasten Uiteraard zijn bij de bepaling van uw aflossingscapaciteit ook de vaste lasten van belang. Een aantal lasten geeft u aan op het aanvraagformulier persoonlijke lening, zoals woonlasten, energielasten, lopende verplichtingen etc. Voor het overige gaat de kredietbank uit van ervaringsgegevens. Kredietwaardigheid Naast de aflossingscapaciteit is ook de informatie van BKR een onmisbaar element bij het bepalen van uw kredietwaardigheid. Dit in verband met het voorkomen van overkreditering en onverantwoorde kredietverlening. Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening Wft GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank AlblasserwaardVijfheerenlanden 2010 Blad 6
Voorbeeld 1 Huishoudsamenstelling 1 Aanvraag voor een persoonlijke lening Inkomsten per maand (totaal vast gezinsinkomen) Uitgaven per maand voor - huur - energie - huishoudelijke lasten
: 3 personen (twee volwassenen en een kind) :€ :€ :€ :€ :€
Aangezien er geen andere betalingsverplichtingen zijn, vroegere leningen altijd correct zijn nagekomen en de maandlast past binnen het budget van de aanvragers, is de kredietbank bereid een persoonlijke lening van € x.xxx te verstrekken. De maandlast bedraagt € xxx. Voorbeeld 2 Huishoudsamenstelling 2 Aanvraag voor een persoonlijke lening Inkomsten per maand Uitgaven per maand voor - huur - energie - huishoudelijke lasten
: alleenstaande :€ :€ :€ :€ :€
Aangezien er geen andere betalingsverplichtingen zijn, vroegere leningen altijd correct zijn nagekomen en de maandlast pas binnen het budget van de aanvrager, is de kredietbank bereid een persoonlijke lening van € x.xxx te verstrekken. De maandlast bedraagt € xxx3 Aangaan van een overeenkomst persoonlijke lening De overeenkomst persoonlijke lening wordt schriftelijk aangegaan en door de kredietbank en door u in tweevoud ondertekend. U ontvangt een exemplaar van de overeenkomst en de algemene voorwaarden. De kredietbank is verplicht u voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst te wijzen op het bestaan van algemene voorwaarden. Het originele exemplaar van de overeenkomst wordt door de kredietbank in uw cliëntendossier opgenomen en gearchiveerd, samen met de uitslag van de toetsing bij BKR en de kopieën van uw legitimatiebewijs en uw inkomensbewijzen. Berekening verschuldigde kredietvergoeding De verschuldigde kredietvergoeding bij een persoonlijke lening wordt vermeld in de kredietovereenkomst. De totale kredietvergoeding kunt u vooraf berekenen door de maandelijkse termijnen te vermenigvuldigen met de maandelijkse last en hierop de kredietsom in mindering te brengen. Dit onder de voorwaarde, dat de kredietovereenkomst regelmatig wordt afgewikkeld, dat wil zeggen op basis van de overeengekomen betalingsregeling. Voorbeeld Bij een krediet van bijvoorbeeld € x.xxx, een maandelijkse last van € xxx en een looptijd van 36 maanden bent u in totaal € xx.xxx voor het krediet aan de kredietbank verschuldigd. Door van het totale terug te betalen bedrag de kredietsom af te trekken, kunt u de totale kredietvergoeding bepalen. In ons voorbeeld bedraagt de kredietvergoeding € x.xxx, te weten € xx.xxx verminderd met € xx.xxx.4 Voorbeelden persoonlijke lening
Kredietsom € € € 5 €
Maandlast
Looptijd
Totale prijs krediet
1
Passend binnen de grenzen van de Wet financiering decentrale overheden Passend binnen de grenzen van de Wet financiering decentrale overheden 3 U dient zelf de gegevens voor minimaal twee voorbeelden in te vullen. 4 U dient zelf de gegevens voor het voorbeeld in te vullen 5 U dient zelf vier representatieve voorbeelden te geven 2
Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening Wft GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank AlblasserwaardVijfheerenlanden 2010 Blad 7
Effectieve rente op jaarbasis
De effectieve rente op jaarbasis is een prijsaanduiding voor het krediet. Hierin komen alle kosten van het krediet tot uitdrukking. Betalingsachterstand De kredietbank kan u bij het niet nakomen van uw betalingsverplichtingen een vergoeding in rekening brengen, de zogenaamde vertragingsrente. De kredietbank mag u deze vergoeding alleen in rekening brengen nadat de kredietbank u in gebreke heeft gesteld. Deze vertragingsrente wordt berekend op basis van het in de kredietovereenkomst vermeld effectief kredietvergoedingspercentage op jaarbasis en kan maximaal het in de kredietovereenkomst genoemde percentage bedragen. De kredietbank brengt geen kosten voor een buitengerechtelijke incasso in rekening. Vervroegde aflossing Een persoonlijke lening kan op ieder moment geheel of gedeeltelijk vervroegd worden afgelost. Er worden geen extra kosten in rekening gebracht voor een vervroegde aflossing.6 In aantal gevallen kan de kredietbank het krediet vervroegd opeisen, te weten: - indien u gedurende tenminste twee maanden achterstallig bent in de betaling van een vervallen termijnbedrag en u, na ingebrekestelling, nalatig blijft in de nakoming van uw verplichtingen; - indien u Nederland metterwoon heeft verlaten, dan wel redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat u binnen enkele maanden Nederland zal verlaten; - bij uw overlijden en de kredietbank gegronde reden heeft om aan te nemen dat de verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst door uw erfgenamen niet zullen worden nagekomen; - indien u in staat van faillissement verkeert of ten aanzien van u de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard; - u de tot zekerheid verbonden zaak heeft verduisterd; - indien u aan de kredietbank, met het oog op het aangaan van de overeenkomst, bewust onjuiste inlichtingen heeft verstrekt van dien aard, dat de kredietbank de overeenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn aangegaan, indien de juiste stand van zaken bekend zou zijn geweest.7/8 Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) De kredietbank neemt deel aan het stelsel van kredietregistratie. De kredietbank meldt nieuw gesloten persoonlijke leningen aan bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. BKR verwerkt deze gegevens in het Centraal Krediet Informatiesysteem ten behoeve van het voorkomen en beperken van krediet- en betaalrisico’s voor de aangesloten instellingen (beoordeling kredietwaardigheid) en het voorkomen en beperken van overkreditering van betrokkenen alsmede ten behoeve van het leveren van een bijdrage aan het voorkomen van problematische schuldsituaties. De gegevens worden in het kader van deze doelstellingen door BKR ter beschikking gesteld aan de aangesloten instellingen ter beoordeling van uw kredietwaardigheid naar aanleiding van uw aanvraag voor een persoonlijke lening. Op basis van onder meer uw lopende betalingsverplichtingen kan de kredietbank beoordelen of het verstrekken van een persoonlijke lening verantwoord is.
6
Indien u wel een vergoeding voor vervroegde aflossing in rekening wilt brengen, dient u op grond van artikel 35 lid 6 sub d tenminste één voorbeeld van een berekening te geven waaruit blijkt op welke wijze het bedrag van deze vergoeding wordt bepaald. 7 Controleren aan de hand van de eigen algemene voorwaarden 8 Indien u de cliënt bij het aangaan van de kredietovereenkomst verplicht tot het aangaan van een andere overeenkomst, moet u in de prospectus een beschrijving geven van het daartoe strekkende beding alsmede de vermelding dat de cliënt het recht heeft te bepalen om met welke wederpartij die andere overeenkomst wordt aangegaan. Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening Wft GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank AlblasserwaardVijfheerenlanden 2010 Blad 8
Bijlage 7.2
Model prospectus doorlopend krediet
Prospectus doorlopend krediet Algemeen In de prospectus doorlopend krediet geven wij u inzicht in de werkwijze van de Kredietbank bij het verstrekken van doorlopende kredieten. De kredietbank is gevestigd aan het Stadhuisplein 30 te Gorinchem en maakt onderdeel uit van de Regionale Sociale Dienst & Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. De kredietbank verstrekt doorlopende kredieten aan mensen met een inkomen tot 130% van het bruto minimumloon, mensen met een beschadigd kredietverleden en aan mensen die zonder extra zekerheden geen krediet kunnen krijgen. De kredietbank verstrekt doorlopende kredieten zonder gebruik te maken van bemiddelaars of gevolmachtigde agenten. Doorlopend krediet Bij een doorlopend krediet is de looptijd onbepaald. Deze wordt namelijk bepaald door het variabele renteniveau en de tussentijdse opnames. Opnames zijn in beginsel mogelijk tot de overeengekomen kredietlimiet. Aanvragen van een lening Een doorlopend krediet kan worden aangevraagd per post, via Internet of op het kantoor van de kredietbank. Iedere inwoner van Nederland die 18 jaar of ouder is kan een doorlopend krediet aanvragen bij de kredietbank. Bij het verstrekken van een doorlopend krediet gelden enige bijzondere voorwaarden. Indien u niet over de Nederlandse nationaliteit beschikt, moet u in het bezit zijn van een geldige verblijfsvergunning voor de gehele theoretische looptijd van het doorlopend krediet. Uw identiteit en uw inkomensgegevens worden gecontroleerd op basis van een origineel legitimatiebewijs en op basis van originele inkomensbewijzen. Wij maken hiervan kopieën en deze nemen wij op in uw cliëntendossier. Alvorens wij u een doorlopend krediet verstrekken, toetsen wij uw financiële gegevens bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. Hiermee kan worden voorkomen, dat u te zware financiële verplichtingen aangaat en dat dit leidt tot overkreditering. Verstrekte doorlopende kredieten worden bij BKR gemeld. Ook onregelmatigheden in de terugbetaling (achterstanden) zijn wij verplicht te melden bij BKR. Een informatiefolder over BKR kunt u bij de kredietbank verkrijgen. De kredietbank verstrekt geen leningen aan zelfstandige ondernemers en aan mensen die buiten de doelgroep vallen, zoals hiervoor onder algemeen is aangegeven. Acceptatie Op basis van uw regelmatige vaste inkomsten en uw vaste lasten wordt uw maandelijkse aflossingscapaciteit bepaald. Dit is het bedrag dat u maandelijks kunt missen voor het aflossen van uw doorlopend krediet. De opgevraagde informatie bij BKR geeft inzicht in uw actuele kredietpositie. Als het gevraagde doorlopend krediet niet verstrekt kan worden, ontvangt u hiervan schriftelijk bericht. De kredietbank is verplicht op grond van haar bankreglement op uw verzoek een schriftelijke opgaaf van de reden, bijvoorbeeld omdat dat het gevraagde bedrag te hoog is in relatie tot uw aflossingscapaciteit of omdat u niet tot de doelgroep van de kredietbank behoort, van het niet inwilligen van de aanvraag te doen. De kredietbank hanteert hierbij de volgende criteria. Inkomsten Bij de berekening van uw aflossingscapaciteit wordt uitsluitend uitgegaan van de vaste inkomsten. Eventueel worden de inkomsten van uw partner bij de berekening betrokken. Lasten Uiteraard zijn bij de bepaling van uw aflossingscapaciteit ook de vaste lasten van belang. Een aantal lasten geeft u aan op het aanvraagformulier doorlopend krediet, zoals woonlasten, energielasten, lopende verplichtingen etc. Voor het overige gaat de kredietbank uit van ervaringsgegevens. Kredietwaardigheid Naast de aflossingscapaciteit is ook de informatie van BKR een onmisbaar element in de bepaling van uw kredietwaardigheid. Dit in verband met het voorkomen van overkreditering en onverantwoorde kredietverlening. Voorbeeld 1 Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening Wft GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank AlblasserwaardVijfheerenlanden 2010 Blad 9
Huishoudsamenstelling Aanvraag voor een doorlopend krediet9 :€ Inkomsten per maand (totaal vast gezinsinkomen) Uitgaven per maand voor - huur - energie - huishoudelijke lasten
: 3 personen (twee volwassenen en een kind) :€ :€ :€ :€
Aangezien er geen andere betalingsverplichtingen zijn, vroegere leningen altijd correct zijn nagekomen en de maandlast/maandtermijn pas binnen het budget van de aanvragers, is de kredietbank bereid een doorlopend krediet van € x.xxx te verstrekken. De maandlast bedraagt € xxx. Voorbeeld 2 Huishoudsamenstelling Aanvraag voor een doorlopend krediet10 Inkomsten per maand Uitgaven per maand voor - huur - energie - huishoudelijke lasten
: alleenstaande :€ :€ :€ :€ :€
Aangezien er geen andere betalingsverplichtingen zijn, vroegere leningen altijd correct zijn nagekomen en de maandlast/maandtermijn past binnen het budget van de aanvrager, is de kredietbank bereid een doorlopend krediet van € x.xxx te verstrekken. De maandlast bedraagt € xxx11 Aangaan van een overeenkomst doorlopend krediet De overeenkomst doorlopend krediet wordt schriftelijk aangegaan en door de kredietbank en door u in tweevoud ondertekend. U ontvangt een exemplaar van de overeenkomst en de algemene voorwaarden. De kredietbank is verplicht u voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst te wijzen op het bestaan van algemene voorwaarden. Het originele exemplaar van de overeenkomst wordt door de kredietbank in uw cliëntendossier opgenomen en gearchiveerd, samen met de uitslag van de toetsing bij BKR en de kopieën van uw legitimatiebewijs en uw inkomensbewijzen. Theoretische looptijd Een doorlopend krediet kent geen vaste looptijd. Om toch een indicatie te kunnen geven van de te verwachten aflossingsperiode staat in de kredietovereenkomst en op de maandoverzichten een theoretische looptijd vermeld. Bij de berekening van deze theoretische looptijd wordt er van uitgegaan dat: - het doorlopend krediet overeenkomstig de bij het aangaan van de overeenkomst vastgestelde hoogte en lengte van het termijnlast wordt afgewikkeld; - geen wijziging optreden in de kredietvergoeding, tenzij het wijzigingen betreft waarvan de omvang bij het aangaan van het doorlopend krediet is vastgesteld; - het uitstaand saldo op het tijdstip waarop een geldsom ter beschikking wordt gesteld gelijk is aan de kredietlimiet; - het uitstaand saldo niet toeneemt anders dan uit hoofde van het in rekening brengen van een kredietvergoeding. Berekening verschuldigde kredietvergoeding De verschuldigde kredietvergoeding bij een doorlopend krediet wordt vermeld op de maandelijks te verzenden overzichten. De totale kredietvergoeding is niet vooraf te bepalen, aangezien deze afhankelijk is van de ontwikkeling van het uitstaand saldo, het renteniveau en de praktische looptijd van de kredietovereenkomst.
9
Passend binnen de grenzen van de Wet financiering decentrale overheden Passend binnen de grenzen van de Wet financiering decentrale overheden 11 U dient zelf de gegevens voor minimaal twee voorbeelden in te vullen. 10
Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening Wft GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank AlblasserwaardVijfheerenlanden 2010 Blad 10
Voorbeelden doorlopend krediet
Kredietlimiet
Maandlast
Effectieve rente op jaarbasis/per maand Theoretische looptijd
Totale kosten krediet
€ € € €12 De effectieve rente op jaarbasis is een prijsaanduiding voor het krediet. Hierin komen alle kosten van het krediet tot uitdrukking. Betalingsachterstand De kredietbank kan u bij het niet nakomen van uw betalingsverplichtingen een vergoeding in rekening brengen, de zogenaamde vertragingsrente. De kredietbank mag u deze vergoeding alleen in rekening brengen nadat de kredietbank u in gebreke heeft gesteld. Deze vertragingsrente wordt berekend op basis van het in de kredietovereenkomst vermeld effectief kredietvergoedingspercentage op jaarbasis en kan maximaal het in de kredietovereenkomst genoemde percentage bedragen. De kredietbank brengt geen kosten voor een buitengerechtelijke incasso in rekening. Vervroegde aflossing Een doorlopend krediet lening kan op ieder moment geheel of gedeeltelijk vervroegd worden afgelost. Er worden geen extra kosten in rekening gebracht voor een vervroegde aflossing.13 In een aantal gevallen kan de kredietbank het krediet vervroegd opeisen, te weten: - indien u gedurende tenminste twee maanden achterstallig bent in de betaling van een vervallen termijnbedrag en u, na ingebrekestelling, nalatig blijft in de nakoming van uw verplichtingen; - indien u Nederland metterwoon heeft verlaten, dan wel redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat u binnen enkele maanden Nederland zal verlaten; - bij uw overlijden en de kredietbank gegronde reden heeft om aan te nemen dat de verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst door uw erfgenamen niet zullen worden nagekomen; - indien u in staat van faillissement verkeert of ten aanzien van u de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard; - u de tot zekerheid verbonden zaak heeft verduisterd; - indien u aan de kredietbank, met het oog op het aangaan van de overeenkomst, bewust onjuiste inlichtingen heeft verstrekt van dien aard, dat de kredietbank de overeenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn aangegaan, indien de juiste stand van zaken bekend zou zijn geweest.14/15 Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) De kredietbank neemt deel aan het stelsel van kredietregistratie. De kredietbank meldt nieuw gesloten overeenkomsten doorlopend krediet aan bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. BKR verwerkt deze gegevens in het Centraal Krediet Informatiesysteem ten behoeve van het voorkomen en beperken van krediet- en betaalrisico’s voor de aangesloten instellingen (beoordeling kredietwaardigheid) en het voorkomen en beperken van overkreditering van betrokkenen alsmede ten behoeve van het leveren van een bijdrage aan het voorkomen van problematische schuldsituaties. De gegevens worden in het kader van deze doelstellingen door BKR ter beschikking gesteld aan de aangesloten instellingen ter beoordeling van uw kredietwaardigheid naar aanleiding van uw aanvraag voor een doorlopend krediet. Op basis van onder meer uw lopende betalingsverplichtingen kan de kredietbank beoordelen of het verstrekken van een doorlopend krediet verantwoord is.
12
U dient zelf vier representatieve voorbeelden te geven Indien u wel een vergoeding voor vervroegde aflossing in rekening wilt brengen, dient u op grond van artikel 35 lid 6 sub d tenminste één voorbeeld van een berekening te geven waaruit blijkt op welke wijze het bedrag van deze vergoeding wordt bepaald. 14 Controleren aan de hand van de eigen algemene voorwaarden 15 Indien u de cliënt bij het aangaan van de kredietovereenkomst verplicht tot het aangaan van een andere overeenkomst, moet u in de prospectus een beschrijving geven van het daartoe strekkende beding alsmede de vermelding dat de cliënt het recht heeft te bepalen om met welke wederpartij die andere overeenkomst wordt aangegaan. 13
Beleidsregel 7 Verplichte precontractuele informatievoorziening Wft GR Regionale Sociale Dienst & Kredietbank AlblasserwaardVijfheerenlanden 2010 Blad 11