Provincie West-Vlaanderen Arrondissement Tielt
Uittreksel uit de notulen van de gemeenteraad
GEMEENTE PITTEM Vergadering van 26 mei 2003. Tegenwoordig : De heer Ivan Delaere, burgemeester-voorzitter; De heer Daniel Cloet, Mevrouw Christine De Ceuninck, de heren Danny Pollet en Paul Lambrecht schepenen; Mevrouw Gisèle Gardeyn-Debever, de heer Lucien Van de Kerckhove, mevrouw Annick Debonné, de heer Denis Fraeyman, mevrouwen Linda Deman-Van Maele, Mieke De LaereSerry, de heren Wim Biesbrouck, Stefaan Lampaert en mevrouwen Marijke Deseyne-Couvreur, Nadine Dewitte-Cools en de heren Roland De Muynck en Marc Popelier, raadsleden; De heer Geert Mahieu, gemeentesecretaris;
Betreft : bouwverordening betreffende de lozing van huishoudelijk afvalwater, de verplichte aansluiting op de openbare riolering en de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen De gemeenteraad, In openbare vergadering; Gelet op de artikelen 112, 114, 115, 117, 133 en 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 26 maart 1971 inzake de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd, inzonderheid artikel 1, 10°; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals gewijzigd, inzonderheid de artikelen 4.2.1.3., §§ 3 en 5, 4.2.7.2.1., 4.3.3.1., § 2, 6.2.1.2. § 2 en 6.2.1.3., § 2; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 maart 1999 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1996 houdende vaststelling van de voorwaarden onder dewelke, alsook van de verhouding in dewelke het Vlaamse Gewest bijdraagt in de kosten verbonden aan de aanleg en de verbetering door de gemeenten van openbare riolen, andere dan prioritaire rioleringen, evenals houdende vaststelling van nadere regels met betrekking tot de procedure tot vaststelling van subsidiëringsprogramma’s; Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 31 juli 1996, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 september 1996, met betrekking tot de vaststelling van de code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen en individuele voorbehandelingsinstallaties; Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 19 december 1996, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 februari 1997, met betrekking tot de vaststelling van de code van goede praktijk voor de aanleg van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties; Gelet op de omzendbrief van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 23 maart 1999, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 april 1999 met betrekking tot de vaststelling van de code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen;
Overwegende dat een eigenaar of bouwheer van een particuliere woning aanvullend op de gemeentelijke premie voor de aanleg van een individuele zuiveringsinstallatie of een hemelwaterput of een infiltratievoorziening een subsidie van het Vlaamse Gewest kan verkrijgen indien de gemeente de samenwerkingsovereenkomst tussen het “Vlaamse Gewest en de Gemeenten “Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling” 2002-2004 ondertekent. Overwegende dat preventieve acties en een aanmoedigingsbeleid ter voorkoming van milieuverontreiniging meer nut hebben dan repressieve acties door politioneel optreden en verbalisering; Overwegende dat het wenselijk is het oppervlakte- en grondwater te beschermen en dat het daarom noodzakelijk is een gemeentelijke verordening vast te stellen met betrekking tot de lozing van huishoudelijk afvalwater en met betrekking tot huisaansluitingen op de openbare riolen; Overwegende dat hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen als bufferopvang van hemelwater dienen en zo bij hevige regenval de druk op het gemeentelijk rioleringsstelsel en de kans op mogelijke overstromingen en overstorten verkleinen; Gelet op het gunstig advies van de Gecororaad van 12 december 2002; Gelet op het gunstig advies van de milieuraad van 11 december 2002; Gelet op het gunstig advies van de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar van 15 april 2003; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Besluit : éénparig Artikel 1 Definities -
afvalwater : water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, met uitzondering van niet-verontreinigd hemelwater;
-
hemelwater : verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater;
-
huishoudelijk afvalwater : afvalwater dat enkel bestaat uit water afkomstig van : - normale huishoudelijke activiteiten - sanitaire installaties - keukens - het reinigen van gebouwen - afvalwater afkomstig van wassalons, waar de toestellen uitsluitend door het cliënteel zelf worden bediend;
-
gewone oppervlaktewateren : alle oppervlaktewateren met uitzondering van de kunst-matige afvoerwegen voor hemelwater en de openluchtgreppels, behorend tot de openbare riolering
-
openbare riolering : het geheel van openbare leidingen en openluchtgreppels bestemd voor het opvangen en transporteren van afvalwater;
-
gescheiden riolering : een dubbel stelsel van leidingen of openluchtgreppels waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere stelsel bestemd is voor de afvoer van hemelwater;
-
zuiveringszone A of openbaar waterzuiveringssysteem : een geheel bestaande uit een operationele openbare afvalwaterzuiveringsinstallatie, het stelsel van de openbare rioleringen en collectoren die ermee verbonden zijn, alsook de zone van 50 meter gelegen rondom dit stelsel;
-
zuiveringszone B : de zone van 50 meter gelegen rond het stelsel van openbare riolering en collectoren waarvan de aansluiting op een operationele openbare afvalwaterzuiverings-installatie is gepland :
-
hetzij op basis van het investeringsprogramma bedoeld in artikel 32octies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging; hetzij op basis van het subsidiëringsprogramma bedoeld in artikel 32 duodecies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging
-
zuiveringszone C : het gedeelte van het stelsel van de openbare riolering en collectoren dat niet valt onder de zuiveringszone A, noch onder de zuiveringszone B, alsook de zone van 50 meter gelegen rond dit stelsel;
-
kunstmatige afvoerweg voor hemelwater : de greppels, grachten, duikers en leidingen bestemd voor het afvoeren van hemelwater, bodemwater, grondwater, bemalingswater en desgevallend ook afvalwater, behandeld conform de van toepassing zijnde wetgeving;
-
individuele voorbehandelingsinstallatie : septische putten of gelijkaardige inrichtingen voor de voorbehandeling van normaal huisafvalwater ter verwijdering van vetstoffen, bezinkbare en drijvende stoffen;
-
septisch materiaal : bijzondere afvalstoffen afkomstig van septische putten resulterend uit bezinkingsprocessen en biologische omzettingsprocessen;
-
code van goede praktijk : krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen – Code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen, individuele voorbehandelingsinstallaties en kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties (omzendbrieven van de Vlaamse Minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 31 juli 1996 en 19 december 1996);
-
direct lozen : het toevoegen of verspreiden van stoffen in het grondwater zonder doorsijpeling in de bodem of de ondergrond;
-
indirect lozen : het toevoegen of verspreiden van stoffen in het grondwater na doorsijpeling in de bodem of de ondergrond.
-
Dakoppervlakte : horizontale projectie van de buitenafmetingen van het dak
-
Hemelwaterput : reservoir voor het opvangen en stockeren van hemelwater
-
Infiltratievoorziening : voorziening voor het doorsijpelen van hemelwater in de bodem.
-
IBA : individuele behandelingssysteem van afvalwater
Artikel 2 Verplichte ontdubbeling afvoeren regenwater en afvalwater bij nieuwbouw en herbouwen Bij nieuwbouw of herbouwen wordt de bouwheer of eigenaar van de woning verplicht om het afvalwater en het hemelwater via een apart en volledig van elkaar gescheiden leidingstelsel af te leiden, waarbij het hemelwater maximaal dient te worden afgekoppeld van de openbare riolering en in de mate van het mogelijke wordt herbruikt. Bij verbouwen beslist het college van burgemeester en schepenen omtrent het al dan niet verplicht scheiden van afval- en hemelwater naargelang de grootte van de verbouwing. Wanneer de gescheiden afvoer van het afvalwater en hemelwater niet mogelijk blijkt (technisch of financieel niet verantwoord) dient dit bewezen te worden door de eigenaar van de woning of de bouwheer. De kosten van de aanleg van deze gescheiden afvoeren, de installatie van de controleputjes, en de eventuele aansluiting vallen volledig ten laste van de aanvrager.
Artikel 3 : technische richtlijnen aansluiting op openbaar rioleringsnet De aansluiting van de respectievelijke afvoeren gebeurt enkel onder het toezicht van de gemeentelijke technische dienst, die vooraf van de geplande werken dienen te worden verwittigd. Deze aansluiting gebeurt ten allen tijde met een boring. In geen geval mag gekapt of geslepen worden in de buizen van de openbare riolering. De aansluiting bevindt zich in algemene regel verticaal in het bovenste deel van het welfsel der buizen. Alleen wanneer de hoogteligging der riolering een dergelijke aansluiting niet toelaat, mag de aansluiting zijdelings in de bovenste helft van de rioolbuis gebeuren. Tevens dient op het privédomein, zo dicht mogelijk tegen de rooilijn, voor beide afvoeren een controleputje te worden voorzien, om controle van goede afvoer en aansluiting mogelijk te maken. Deze putjes mogen zowel gemetst, prefab of van kunststof zijn en dienen voorzien van een opening van minimum 15 cm. Op het deksel wordt een onuitwisbaar merkteken aangebracht om het onderscheid van afvalwaterafvoer en hemelwaterafvoer duidelijk te maken. De buizen en hulpstukken zijn vervaardigd uit hard polyvinylchloride (PVC) waaraan geen weekmakers werden toegevoegd (ongeplastificeerd PVC-U). De buizen zijn op een onuitwisbare wijze voorzien van het BENOR-merk van overeenkomstigheid met de Belgische Norm NBN EN 1401-1 en behoren tot de klasse SN2 of hoger. Zij kunnen glad zijn of voorzien van een aangevormde mof, waarin een dichtingsring werd gemonteerd. De ingegraven leidingen hebben volgende kleuren: -
roodbruin (bij benadering RAL 8023): voor de huisaansluiting op het hoofdriool van sanitaire (badkamer, keuken. ..) of faecale (toiletten) afvalwaters. middengrijs (bij benadering RAL 7037): voor de huisaansluiting op het hoofdriool van gemengde of regenwaterafvoerleidingen het kunststof straatriool respecteert dezelfde kleurcode.
De hulpstukken zijn eveneens voorzien van het BENOR-merk van overeenkomstigheid met de Belgische Norm NBN EN 1401-1. Zij moeten maatvast zijn met toleranties zoals vastgelegd in bovenvermelde norm. Het hulpstuk moet, in gelijk welke stand gemonteerd, waterdicht zijn. Zelfs bij opgelegde vervorming en hoekverdraaiing treedt er geen lek op bij 0,5 bar inwendige druk. De luchtdichtheid wordt getest bij -0,3 bar . Voor de aansluiting op de straatriolering dient gebruik te worden gemaakt van knevel- of keilinlaatstukken indien het een PVC-buis betreft en van overgangsstukken PVC/beton indien het een betonriool betreft. Deze overgangsstukken bestaan uit een PVC gedeelte voorzien van een gefixeerde rubberdichting en uit een meegeleverde rubberen overgangsring voor de afdichting tussen het overgangsstuk en de betonbuis. Het gat dient, conform typebestek 250, te worden geboord met een diamantboor, teneinde een waterdichte aansluiting te verkrijgen. Deze werken mogen enkel door een gespecialiseerde aannemer met de aangepaste uitrusting en de nodige vakkennis worden uitgevoerd. Waar noodzakelijk, dient een ombouwmogelijkheid van gemengd naar gescheiden stelsel voorzien middels geprefabriceerde PVC-inspectieputten, vervaardigd op basis van rioleringsbuizen die het BENOR-merk van overeenkomstigheid dragen en die voorzien zijn van een geldige technische goedkeuring Butgb-ATG. De buizen zijn voorzien van een KURIO RECYCLING terugnamegarantie (gedrukt op de buizen): uitgegraven en/of vrijgekomen restmaterialen van thermoplastische kunststofleidingsystemen dienen onder bepaalde voorwaarden te worden afgevoerd met gebruikmaking van het door KURIO RECYCLING VZW gecoordineerd landelijk inzamelsysteem ten behoeve van een gesloten ketenbeheer en recycling.
Artikel 4 De aansluiting van de afvalwaterleiding § 1 Aanwezigheid van openbare riolering – aansluitingsplicht Wanneer in de openbare weg een openbare riolering is aangelegd, moet het huishoudelijk afvalwater geloosd worden in de openbare riolering. De bouwheer of eigenaar van de woning of het gebouw moet de lozing aansluiten op de openbare riolering en moet voldoen aan de bepalingen van artikel 3. Een gebouw wordt geacht aansluitbaar te zijn als het ligt aan een openbare weg uitgerust met openbare riolering, mits die riool bereikbaar is zonder de eigendom van derden te betreden. Eventueel moeten hoogteverschillen opgelost worden met afvalwaterpompen. Deze aansluitingsplicht geldt ook voor bestaande directe lozingen in grondwater voor zover de aansluiting technisch mogelijk is. De eigenaar moet zelf de nodige documenten leveren die deze eventuele technische onmogelijkheid tot aansluiting op de openbare riolering staven. Wanneer de woning of het gebouw in een zuiveringszone A of B ligt, wordt het huishoudelijk afvalwater bij voorkeur rechtstreeks, m.a.w. zonder individuele voorbehandeling, geloosd in de openbare riolering. Uitzondering hierop vormen de straten of rioolstrengen waarvoor het gemeentebestuur van oordeel is dat individuele voorbehandeling aangewezen is, gelet op de toestand van het rioolstelsel of de aard van de zuivering. De lozingsvoorwaarden gesteld in subafdeling 6.2.1.3 van Vlarem II (lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering gelegen in een zuiveringszone A of B) zijn van toepassing. Indien een zuiveringszone B geheel of gedeeltelijk overgaat in een zuiveringszone A worden de bestaande septische putten in het veranderde gedeelte bij voorkeur afgekoppeld. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt in welke gevallen er niet dient te worden afgekoppeld. Wanneer de woning of het gebouw in een zuiveringszone C ligt, dient het huishoudelijk afvalwater verplicht een individuele voorbehandeling te ondergaan alvorens het te lozen in de openbare riolering. Het effluent van de individuele voorbehandelingsinstallatie moet geloosd worden in de openbare riolering. - voor bestaande woningen moet als individuele voorbehandeling minimaal een septische put aanwezig zijn, waarop de voorwaarden van subafdeling 4.2.7.3 van Vlarem II (werking en onderhoud van individuele voorbehandelingsinstallaties) van toepassing zijn. - voor nieuwe woningen is evenwel een verdergaande biologische behandeling vereist, die voldoet aan de voorschriften van de “code van goede praktijk” en aan de lozingsvoorwaarden gesteld in Vlarem II (art. 4.2.7.1.1) (een IBA); - de eigenaar moet de lozing van het huishoudelijk afvalwater melden aan het gemeentebestuur; § 2 Geen openbare riolering aanwezig in de openbare weg Wanneer in de openbare weg geen openbare riolering ligt en de woning dus niet in een zuiveringszone gelegen is, mag het huishoudelijk afvalwater geloosd worden in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. Deze lozing dient een voorafgaandelijke individuele voorbehandeling te ondergaan die onderworpen is aan volgende voorwaarden alvorens te lozen : voor bestaande woningen moet als individuele voorbehandeling minimaal een septische put aanwezig zijn, waarop de voorwaarden van subafdeling 4.2.7.3 van Vlarem II (werking en onderhoud van individuele voorbehandelingsinstallaties) van toepassing zijn. voor nieuwe woningen is evenwel een verdergaande biologische behandeling vereist, die voldoet aan de voorschriften van de “code van goede praktijk” en aan de lozingsvoorwaarden gesteld in Vlarem II (art. 4.2.7.1.1) (een IBA); de eigenaar moet de lozing van het huishoudelijk afvalwater melden aan het gemeentebestuur § 3 Lozing in de bodem Wanneer in de openbare weg geen openbare riolering gelegen is, en evenmin de mogelijkheid bestaat om het huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater of kunstmatige afvoerweg voor hemelwater, mag het huishoudelijk afvalwater geloosd worden in de bodem (indirecte lozing in het grondwater). Elke directe lozing in het grondwater van huishoudelijk afvalwater is verboden.
Een indirecte lozing in het grondwater van huishoudelijk afvalwater kan alleen worden toegestaan, mits men in het bezit is van een regelmatig afgeleverde milieuvergunning of melding waarop de voorwaarden van toepassing zijn van art. 4.3.3.1 van Vlarem II. Artikel 5 De aansluiting van de hemelwaterafvoer De hemelwaterafvoer wordt bij voorkeur aangesloten op een infiltratievoorziening op het privé-terrein volgens de code van goede praktijk, zoals vermeld in de omzendbrief van de Vlaamse Minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 31 juli 1996 (BS 10/09/1996). Aanwezigheid van een oppervlaktewater of gracht Een woning wordt geacht aansluitbaar te zijn op een oppervlaktewater of gracht, als het oppervlaktewater of de gracht bereikbaar is, zonder de eigendom van derden te betreden. Aanwezigheid van een rioleringsstelsel Wanneer geen oppervlaktewater of gracht aanwezig is, moet de hemelwaterafvoer aangesloten worden op de openbare riolering. Wanneer de riolering is opgebouwd als gescheiden rioleringsstelsel dient de hemelwaterafvoer aangesloten te worden op de afvoer bestemd voor de afvoer van hemelwater. Slechts bij ontstentenis van één van deze mogelijkheden mag de hemelwaterafvoer via de gemengde riolering aangesloten worden. Artikel 6 : borgtocht Vooraleer de werken aan te vatten, moet de aanvrager in de gemeentekas een borgsom storten, die slechts geheel of gedeeltelijk vrijgegeven wordt als, na het beëindigen van de werken vastgesteld wordt dat de aansluiting of de plaatsing van de individuele voorbehandelingsinstallatie overeenkomstig de voorwaarden is uitgevoerd en er geen schade aan het openbaar domein is aangebracht of dat de schade voldoende is hersteld. Deze borgtocht bedraagt voor aansluiting op het rioleringsnet en voor de plaatsing van IBA’s € 250. Artikel 7 De inbreuken op de bepalingen van de verordening worden bestraft zoals bepaald in de artikelen 146 en volgende van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van toepassing. Artikel 8 Dit besluit treedt in werking vanaf 1 januari 2003. Artikel 9 § 1 Dit reglement zal bekend gemaakt worden overeenkomstig artikel 112, 113 en 114 van de Nieuwe Gemeentewet. § 2 Een afschrift van dit besluit zal ter goedkeuring worden toegestuurd aan de Bestendige Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen.
Een afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden toegestuurd aan : -
de hoofdgriffier van de Rechtbank van Eerste Aanleg de hoofdgriffier van de Politierechtbank het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap : - De Administratie van de Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, en Monumenten en Landschappen - De afdeling Milieu-inspectie van AMINAL - De Vlaamse Milieumaatschappij, afdeling Planning, A. Van de Maelestraat 93, 9320 Erembodegem (4 ex) - De Vlaamse Regering
Namens de gemeenteraad, De gemeentesecretaris, (get.) Geert Mahieu.
De burgemeester-voorzitter, (get.) Ivan Delaere.
Voor eensluidend afschrift : De gemeentesecretaris,
De burgemeester,
Geert Mahieu.
Ivan Delaere.