Afspraken m.b.t. het vervoer/verplaatsen van leerlingen i.v.m. schoolactiviteiten. Inleiding: Elk teamlid dat bezig is met een activiteit buiten de school, is verplicht om het opgestelde protocol inzake verkeersveiligheid in acht te nemen. Teamleden dienen vooraf maatregelen te treffen om de verkeersveiligheid van kinderen niet alleen goed in beeld te brengen, maar deze ook goed uit te voeren. Ten aanzien van verkeer- en gedragsregels geldt de volgende leidraad: Primair de wettelijke bepaling Aanvullende afspraken van de school Gezond verstand
Verplaatsingen te voet: De leerlingen lopen in een rij waarbij de leerkracht zorgt dat hij/zij voldoende overzicht houdt. De leerlingen maken gebruik van het voetpad/trottoir. Is er geen voetpad aanwezig dan gebruiken de voetgangers het fietspad. Is er ook geen fietspad aanwezig dan lopen de kinderen in de wegberm of aan de uiterste zijde van de rijbaan. Als de kinderen in een groep lopen dan lopen zij in colonne. Hieronder verstaan we een opstelling met kinderen achter elkaar, waarbij twee kinderen naast elkaar lopen. De begeleiders lopen voor- of achteraan de colonne. De leerlingen zijn tevoren op de hoogte gebracht van de afspraken die er gelden als zij over straat naar een activiteit gaan. (twee aan twee in de rij/ goed aansluiten/niet plotseling uit de rij op de straat stappen/ geen medeleerlingen uit de rij duwen/niet te ver achterblijven/ ander voorbijgangers met rust laten/ stoppen bij elke oversteek en pas oversteken als de leerkracht daar toestemming voor geeft). De leerkracht houdt duidelijk de regie bij het oversteken(houdt eventueel verkeer tegen en geeft de leerlingen duidelijke tekens dat zij wel of niet mogen oversteken). Denk aan lokale situaties die extra uitleg vragen! Verplaatsingen met de fiets: De school geeft tijdig aan of er in het betreffende schooljaar verplaatsingen op de fiets zijn, zodat de ouders kunnen zorgen voor een fiets die voldoet aan de verkeersregels. De leerlingen brengen een fiets mee die in orde is. De leerkracht legt tevoren de regels uit waaraan de leerlingen zich onderweg moeten houden. De leerlingen fietsen in een rij met twee naast elkaar. De leerlingen houden voldoende afstand zodat ze tijdig kunnen remmen. De leerlingen zwenken niet plotseling uit de rij de straat op. Er worden geen medeleerlingen door leerlingen achterop meegenomen. De leerlingen en de begeleiders dragen een hesje zodat ze duidelijk zichtbaar zijn voor andere weggebruikers.
De leerkracht of een begeleider fietst voorop en geeft het tempo aan. De leerkracht gaat nooit alleen met de groep op stap. Er is altijd minimaal 1 begeleider bij. De leerkracht of begeleider geeft aan of er overgestoken mag worden of niet. Hij/zij regelt eventueel het verkeer op deze momenten. Waar mogelijk worden verkeersbegeleiders meegenomen ter ondersteuning. Is dat mogelijk dan sluit een van de verkeersbegeleiders de rij (dit kan ook een ouder zijn). Indien er zich een onverwachte situatie voordoet zoals een ongeval en/of materiaalpech welke niet meteen is op te lossen, dan blijft een begeleider achter en gaat de leerkracht met de groep verder(of terug naar school). Er wordt, indien nodig, ondersteuning gevraagd via de directie van de school. Er wordt bij een ongeval altijd telefonisch overleg gevoerd met de directie! Leerlingen die zich niet aan de afspraken houden worden een volgende keer uitgesloten van deelname. Denk aan lokale situaties die vooraf om uitleg vragen! Bespreek de route vooraf met de begeleiders De fietsen worden bij het parkeren altijd op slot gezet. Fietsen moeten voorzien zijn van een rode reflector aan de achterkant, reflectoren aan de wielen en de trappers.
Verplaatsingen met de auto van een ouder/medewerker van de school: De ouder beschikt over voldoende gordels voor de leerlingen die meerijden. De bestuurder ziet erop toe dat deze gebruikt worden door de meerijdende kinderen. De ouder beschikt over een inzittendenverzekering. Er worden per auto niet meer leerlingen meegenomen dan wettelijk is toegestaan. Kinderen zitten alleen op een plaats in de auto waar dat is toegestaan. Tevoren maakt de leerkracht afspraken over gedrag in de auto en op de plaats waar men op elkaar wacht tot de groep weer compleet is(afspraken met de kinderen en de ouders die voor vervoer zorgen. Waar wordt er gewacht/hoe gedragen de leerlingen zich). De ouders krijgen eventuele parkeerkosten retour van de school. Indien mogelijk tegen inlevering van parkeerbonnetje(kan helaas niet overal omdat automaat de bon niet teruggeeft). Ouders houden zich aan de verkeersregels als zij kinderen vervoeren. De school maakt afspraken waar de ouders parkeren bij het ophalen en brengen van de kinderen. Indien de ouders niet mogen deelnemen aan de activiteit dan maakt de leerkracht afspraken met de ouders waar en op welk tijdstip zij de kinderen opwachten na de activiteit. De leerkracht maakt afspraken over de terugkeer op school. Waar wacht men op elkaar. Gebruik van een kinderslot voorkomt dat kinderen onverwachts uitstappen. Laat de kinderen aan de trottoirzijde uitstappen.
Verplaatsingen met de bus: Er wordt alleen gebruik gemaakt van bussen die daarvoor gecertificeerd zijn en over de wettelijke gordels e.d. beschikken. De bus moet goedgekeurd zijn voor het vervoer van kinderen. De kinderen houden zich aan de afspraken die voor het busvervoer zijn gemaakt(niet lopen in de gang van de bus/ blijven zitten e.d..) In elke bus is een leerkracht van de school aanwezig. Hij/zij zorgt dat de kinderen zich aan de afgesproken regels houden. Indien de chauffeur eigen regels hanteert in zijn/haar bus, dan houdt de groep zich daaraan. Slechts de leerkracht gaat eventueel in overleg met de chauffeur om daarover te praten. Als er met meerdere bussen wordt gereisd dan worden er vooraf afspraken gemaakt m.b.t. wachten op elkaar e.d. Bij schoolreisjes e.d. waarbij met meerdere bussen wordt gereisd is het aan te bevelen om ook een auto mee te laten gaan om stand by te zijn voor onverwachte gebeurtenissen(naar dokter gaan met een kind dat ziek is of een ongelukje heeft gehad/ kind of ouder die te ziek is om in de bus terug te gaan). Het is aan te bevelen om vooraf het aantal plaatsen per bus op te vragen en een indeling van de leerlingen en begeleiders te maken. Maak deze vooraf ook bekend bij de betrokkenen.
RH 2015
Afspraken bij het houden van optochten. Er zijn vieringen/activiteiten waarbij de hele schoolbevolking op straat komt. Denk b.v. aan carnaval. De school dient dan te zorgen voor voldoende veiligheidsmaatregelen zodat de veiligheid van kinderen en begeleiders is gewaarborgd. Welke maatregelen dient een KPO- school te nemen als er een optocht wordt georganiseerd? 1. Aanmelden van de optocht op de site van de gemeente Roosendaal onder de noemer kleine evenementen. Aanmelding is verplicht om de verkeersbegeleiders verzekerd op straat te kunnen laten gaan. 2. Contact opnemen met de wijkagent om, indien mogelijk, medewerking te krijgen. De aanwezigheid van een agent legt meer gewicht in de schaal om de straat verkeersvrij te houden. 3. Inzetten van voldoende gecertificeerde verkeersbegeleiders. Deze kunnen hun certificaat krijgen door deelname aan een korte cursus(via politie). Het dragen van een hesje is dan verplicht tijdens de activiteit. Het hesje voldoet aan de omschrijving van bijlage 2 “Regeling verkeersregelaars 2009”. Denk er aan dat ook het pasje van het certificaat aanwezig moet zijn. Het is aan te raden om bij elk begin van het schooljaar met de oudervereniging in beeld te brengen hoeveel verkeersbegeleiders de school dat jaar heeft. Op dat moment is er nog een oplossing mogelijk via de verkorte opleiding om aan voldoende verkeersbegeleiders te komen. 4. Maak goede afspraken over de lengte/oponthoud/plaats begeleiders en leerkrachten/gebruik van karren en andere materialen. Breng verkeersknelpunten vooraf in beeld en bespreek vooraf welke maatregelen daar genomen moeten worden. Sluit doorgaande wegen niet te lang af. Denk er daarbij aan dat de doorgang van hulpdiensten gegarandeerd moet worden. Spreek vooraf de plaatsen goed af waar het verkeer wordt stilgezet en wanneer het verkeer weer doorgelaten mag worden. 5. Geef duidelijk het begin en einde van de stoet aan. 6. Controleer vooraf de deugdelijkheid van de voertuigen die meegaan in de optocht. 7. Meenemen van vuurwerk/ alcoholhoudende dranken/ gevaarlijke voorwerpen als imitatiepistolen, spuitconfetti e.d. is verboden. Controleer vooraf op mogelijk beledigende/ kwetsende teksten. 8. Wijs een verantwoordelijke persoon aan die aanspreekbaar is m.b.t. de organisatie en uitvoering. Dit is altijd een teamlid van de school! 9. Zorg dat de optocht niet te belastend voor de buurt is qua vervuiling. Zorg eventueel zelf voor een opruimploeg aan het einde van de stoet. 10. Zorg voor een mogelijkheid om EHBO- hulp te verlenen(verbandkist en EHBO-er). 11. Spreek met de leerlingen en begeleiders vooraf door wat wel en wat niet is toegestaan.
Zie bijlage 1
Bijlage 1.
(Tekst geldend op: 27-01-2015)
Regeling verkeersregelaars 2009
Bijlage 2 De hes van de verkeersregelaar bestaat uit een fluorescerend gele bovenkant en een fluorescerend oranje onderkant. Het scheidingsvlak van deze kleuren bevindt zich ter hoogte van de onderkant van de armsgaten. Op dit scheidingsvlak is met retro-reflecterend grijs materiaal een rondom doorlopende streep van 50 mm breedte aangebracht. Een soortgelijke rondom doorlopende streep is ook horizontaal aangebracht op 50 mm boven de onderkant van het oranje deel van de hes. Tussen deze horizontale strepen zijn, op 50 mm uit het midden van de armsgaten, twee soortgelijke verticale strepen aangebracht, zodat een oranje rechthoek ontstaat. In deze rechthoek is met hetzelfde grijze materiaal van 50 mm breedte een driehoek aangebracht. Deze driehoek is zo groot mogelijk. De zijden en hoeken van deze driehoek raken de grijze strepen van de rechthoek niet. Tussen de rechthoeken aan de voor- en achterkant van de hes zijn op de delen onder de armsgaten, op gelijke afstand tussen de horizontale zijden van de rechthoek, twee doorlopende horizontale grijze strepen aangebracht. De voor- en achterkant van de hes zijn gelijk, met dien verstande dat de hes aan de voorzijde een Vhals heeft. Als de hes aan de voorkant een opening heeft, dan zijn de grijze strepen en de driehoek niet zichtbaar onderbroken (door bijvoorbeeld een ritssluiting). De hes mag ook zonder opening aan de voorkant zijn uitgevoerd en wordt in dat geval dus over het hoofd aangetrokken. Op de jas/hes kan links op de borst een logo met de bedrijfsnaam geplaatst worden ter grootte van maximaal 1111cm. Dit logo mag geen onderdelen van het retroreflecterende patroon afdekken. De kleuren van de verkeersregelaarskleding bevinden zich binnen de hoekpunten van het betreffende gebied in het CIE-kleurendiagram. De coördinaten van deze hoekpunten voor de verschillende kleuren zijn weergegeven in tabel 2. De minimale luminantiefactor van het fluorescerend oranje 2 2 2 bedraagt 0,40 cd/m , voor het fluorescerend geel 0,70 cd/m en het retroreflecterend grijs 0,10 cd/m . 2 De minimale retroreflectiecoëfficiënten in cd/(lx.m ) zijn weergegeven in tabel 1.