Verordening reiskosten medewerkers gemeente Uithoorn, 2013 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn; Gelet op artikel 15:1:22, 17:1:1, zesde lid en hoofdstuk 18 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO); Gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet waarbij de bevoegdheid tot het vaststellen, wijzigen en intrekken van rechtspositieregeling voor het gemeentelijk personeel en gewezen personeel wordt opgedragen aan het college; Gelet op het instemmend advies van de Ondernemingsraad d.d. 4 maart 2013 en gehoord het Georganiseerd Overleg d.d. 13 december 2012 Besluit : Vast te stellen de “Verordening reiskosten medewerkers gemeente Uithoorn, 2013”
Hoofdstuk 1
Algemene bepalingen
Paragraaf 1.1
Definities
Artikel 1 Definities a. verordening: de “Verordening reiskosten medewerkers gemeente Uithoorn, 2013”; b. CAR-(U)UWO: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten en (Uithoornse) Uitwerkingsovereenkomst; c. gemeente: gemeente Uithoorn; d. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn; e. medewerker: de ambtenaar zoals bedoeld in artikel 1:1. lid 1, sub a van de CAR-UWO en op wie niet de verplichting rust zich in of meer nabij zijn standplaats te vestigen als bedoeld in artikel 15:1:17 van de UWO1, dan wel de werknemer zoals bedoeld in artikel 2:5 en 2:5:1 van de CAR-UWO; f. woning: de woning die voor de medewerker als vaste woon- of verblijfplaats geldt en die als officieel adres aan de salarisadministratie is doorgegeven; 1
Bij het schrijven van deze verordening kent de gemeente Uithoorn geen medewerkers op wie de verplichting rust zich in of meer nabij zijn standplaats te vestigen.
Versie 13 maart 2013
1
g.
h. i.
j.
woonadres: het adres waarop de medewerker feitelijk verblijft én dat als officieel woonadres bekend is bij de salarisadministratie; tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer: een tegemoetkoming voor het reizen van en naar het werk; tegemoetkoming reiskosten dienstreizen: een tegemoetkoming voor een naar het oordeel van het college noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van werkzaamheden2 op een andere plaats dan de plaats van tewerkstelling, inclusief het verblijf op deze andere plaats; tegemoetkoming reiskosten voor opleiding: een tegemoetkoming voor reiskosten die worden gemaakt in verband met studie3, opleidingen, korte cursussen, congressen en seminars.
Paragraaf 1.2
Rechthebbenden
Artikel 2 Rechthebbenden De volgende personen zijn rechthebbenden op grond van deze verordening: a. medewerkers met een aanstelling op grond van hoofdstuk 2 CAR “Aanstelling en arbeidsovereenkomst” bij de gemeente Uithoorn; b. stagiaires bij de gemeente Uithoorn; c. sollicitanten, die worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek(ken) naar aanleiding van een vacature bij de gemeente Uithoorn.
Hoofdstuk 2
Reiskosten woon-werkverkeer
Paragraaf 2.1
Hoogte tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer
Artikel 3 1.
2.
3.
Tegemoetkoming in reiskosten woon-werkverkeer per eigen motorvoertuig De tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer wordt verstrekt aan de rechthebbenden zoals genoemd in artikel 2 van deze verordening, voor wie de afstand tussen het werk- en woonadres 10 kilometer (enkele reisafstand) of meer bedraagt. De kilometervergoeding voor het gebruik van een motorvoertuig voor het reizen van en naar het werk is conform het tarief van de Belastingdienst4. In aanvulling op deze tegemoetkoming verstrekt de gemeente Uithoorn een vaste tegemoetkoming van € 0,06 netto per kilometer. De reisafstand is beperkt tot 30 kilometer (enkele reisafstand). Een uitzondering geldt voor de medewerker die binnen een afstand van 10 kilometer woont en die naar het oordeel van het college door persoonlijke omstandigheden niet
2
Onder werkzaamheden worden activiteiten verstaan die de medewerker naar het oordeel van het college verplicht moet bijwonen, zoals de afdelingsconferentie. 3 Verordening studiefaciliteiten gemeente Uithoorn 2011 4 De onbelaste vergoeding bedraagt conform het belastingregime 2013, (Handboek loonheffingen 12, Hoofdstuk 20 Vervoer en reiskosten, artikel 20.1.1) maximaal € 0,19 per kilometer. Dit tarief wordt indien het belastingregime wijzigt aangepast.
Versie 13 maart 2013
2
4.
5.
in staat is om met de fiets naar het werk te komen. Deze medewerker kan wel in aanmerking komen voor een tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer, onder dezelfde voorwaarden zoals genoemd in lid 2 van dit artikel. Het aantal kilometers van de route tussen het woonadres en het werkadres wordt berekend aan de hand van de ANWB autorouteplanner op basis van de postcode5 en het huisnummer van het adres van de medewerker en de postcode en huisnummer van het gemeentehuis of de gemeentewerf. Uitgangspunt is hierbij de kortste route zoals aangegeven door de ANWB autorouteplanner. De tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer wordt op basis van de door de medewerker in te vullen “Verklaring woon-werkverkeer” uitbetaald, waarbij de volgende berekeningsmethode van de belastingdienst wordt gehanteerd: 214 (werk) dagen x € 0,25 / km x retour km (maximaal 60 km) --------------------------------------------------------------------------x aantal reisdagen / 5 12
6.
De medewerker is verplicht om wijzigingen in het aantal dagen dat hij werkt, of een wijziging als gevolg van verhuizing of een structurele telewerk dag, zo spoedig mogelijk door te geven aan de salarisadministratie via het hiervoor vastgestelde formulier “Verklaring woon-werkverkeer”.
Paragraaf 2.2
Hoogte vergoeding reiskosten openbaar vervoer
Artikel 4 Vergoeding reiskosten openbaar vervoer6 1. De vergoeding reiskosten woon-werkverkeer met openbaar vervoer wordt verstrekt aan de rechthebbenden zoals genoemd in artikel 2 van deze verordening, die met het openbaar vervoer naar het werkadres reizen. 2. De medewerker, die reist met het openbaar vervoer, ontvangt een vergoeding voor de werkelijk gemaakte kosten. 3. Voor het bepalen van de vergoeding wordt uitgegaan van de kortste route tussen het werkadres en het woonadres van de medewerker, zoals aangegeven door de officiële site van het openbaar vervoer. 4. Uitgangspunt bij het vergoeden van de kosten openbaar vervoer, zoals bedoeld in het eerste lid, is het tarief tweede klasse.
Paragraaf 2.3
Reiskosten en ziekte en verlof
Artikel 5 Reiskosten woon-werkverkeer en ziekte van de medewerker 1. Indien de medewerker langer dan vier weken aaneengesloten ziek is, wordt de tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer, zoals bedoeld in artikel 3 van deze verordening, vanaf de vijfde week ziekte stopgezet. 2. Bij gedeeltelijke werkhervatting/therapeutisch herstel wordt de tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer berekend over het aantal waarop wordt gereisd. 3. Bij gedeeltelijke of gehele werkhervatting/therapeutisch herstel wordt de tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer weer toegekend per datum van herstel. 5 6
Onder postcode wordt verstaan vier cijfers en twee hoofdletters. Conform definitie Belastingdienst/Handboek Loonheffingen 2013, hoofdstuk 20, artikel 20.2
Versie 13 maart 2013
3
4.
5.
Indien de medewerker verlof op grond van de Wet arbeid en Zorg geniet, wordt de tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer, zoals bedoeld in artikel 3 van deze verordening, vanaf de eerste dag van het verlof stopgezet. Het betreft de verlofsoorten zwangerschapsverlof, bevallingsverlof, betaald/onbetaald ouderschapsverlof, buitengewoon verlof, langdurend zorgverlof en adoptie- en pleegzorg verlof. In al deze gevallen gaat het om verlof met een langdurig karakter (≥ 2 weken) en moet vaststaan dat de medewerker geen reiskosten woon-werkverkeer heeft gemaakt. Indien aan de medewerker onbetaald verlof is verleend (bijvoorbeeld onbetaald verlof ten behoeve van de gemeentelijke levensloopregeling) of op non-actief is gesteld, wordt de tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer, zoals bedoeld in artikel 3 van deze verordening, vanaf de eerste dag van het verlof dan wel non-activiteit stopgezet.
Paragraaf 2.4
Tegemoetkoming fiets
Artikel 6 Bijdrage aan aanschaf fiets 1. Een medewerker voor wie de reisafstand tussen het woonadres en het werkadres minder dan 10 kilometer bedraagt (t/m 9,9 kilometer), óf de medewerker die geen gebruik wil maken van de tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer, zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 4 van deze verordening, kan aanspraak maken op het „Fietsproject voor medewerkers gemeente Uithoorn‟ (B&W-besluit 5 april 2000, nr. 9). 2. De medewerker, zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel, heeft eenmaal per vier jaar recht op een bijdrage van € 350,00 netto voor de aanschaf van een fiets voor eigen gebruik7 woon-werkverkeer. 3. Indien aan een medewerker ontslag op grond van hoofdstuk 8 CAR “Ontslag” wordt verleend, dient hij de bijdrage van € 350,00 netto, naar evenredigheid terug te betalen. 4. Indien de medewerker gaat verhuizen en hij daardoor aanspraak kan maken op een tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 4 van deze verordening, dient hij de bijdrage van € 350,00 netto, naar evenredigheid terug te betalen. Hierbij wordt uitgegaan van een terugbetalingsperiode van maximaal 12 maanden.
Paragraaf 2.5
Anticumulatie
Artikel 7
Geen cumulatie tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer en het fietsproject mogelijk De medewerker die een tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer ontvangt, zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 4 van deze verordening, kan geen aanspraak maken op het „Fietsproject voor medewerkers gemeente Uithoorn‟ (B&W-besluit 5 april 2000, nr. 9) als ook niet op de bijdrage van € 350,00 netto voor de aanschaf van een fiets.
7
In de Fietsovereenkomst gemeente Uithoorn/G2 verklaart de medewerker de fiets alleen voor eigen gebruik te gebruiken.
Versie 13 maart 2013
4
Hoofdstuk 3
Reiskosten in het belang van de dienst
Paragraaf 3.1
Verantwoord gebruik eigen motorvoertuig
Artikel 8 Afweging eigen motorvoertuig, openbaar vervoer of fiets 1. Indien de medewerker binnen de gemeentegrenzen in het belang van de dienst zich moet verplaatsen, maakt hij een verantwoorde afweging tussen het gebruik van zijn eigen motorvoertuig, het openbaar vervoer en/of de (dienst)fiets. Hierbij verdient de meest efficiënte reiswijze de voorkeur. 2. Indien de medewerker buiten de gemeentegrenzen in het belang van de dienst zich moet verplaatsen, maakt hij een verantwoorde afweging tussen het gebruik van zijn eigen motorvoertuig, het openbaar vervoer en/of de (dienst)fiets, of het gezamenlijk reizen met collega‟s van de eigen gemeente of andere gemeenten (“carpoolen”).
Paragraaf 3.2
Reiskosten en overwerk
Artikel 9 Dienstreis en overwerk Indien de medewerker moet overwerken en hiervoor extra naar het werk moet reizen, wordt dit gezien als een reis in het belang van de dienst.
Paragraaf 3.3
Hoogte tegemoetkoming dienstreizen
Artikel 10 Hoogte tegemoetkoming dienstreizen 1. In aanvulling op artikel 15:1:22, 2e lid van de CAR-UWO heeft de medewerker recht op een tegemoetkoming voor reiskosten in het belang van de dienst. 2. Indien de medewerker in het belang van de dienst zich met een eigen motorvoertuig verplaatst heeft hij recht op een tegemoetkoming conform het tarief van de Belastingdienst8. In aanvulling op deze tegemoetkoming wordt een vaste vergoeding van € 0,06 netto per kilometer verstrekt. 3. Indien de medewerker in het belang van de dienst reist met het openbaar vervoer worden de werkelijke kosten vergoed. Uitgangspunt is het tarief tweede klasse. 4. Voor het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming, zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel wordt uitgegaan van de in het belang van de dienst werkelijk gemaakte kilometers, onder verrekening van de kilometers woon-werkverkeer, waarvoor de medewerker al een vergoeding ontvangt.
Paragraaf 3.4
Parkeergelden
Artikel 11 Parkeergelden en tol 1. De medewerker heeft recht op vergoeding van werkelijk gemaakte parkeer- en tolgelden. 2. De vergoeding van de parkeergelden geschiedt op basis van declaratie aan de hand van een formulier en alleen onder overlegging van bewijsstukken.
8
De onbelaste vergoeding bedraagt conform het belastingregime 2013, (Handboek loonheffingen 12, Hoofdstuk 20 Vervoer en reiskosten, artikel 20.1.1) maximaal € 0,19 per kilometer. Dit tarief wordt indien het belastingregime wijzigt aangepast.
Versie 13 maart 2013
5
Hoofdstuk 4
Reiskosten voor opleidingen
Paragraaf 4.1
Reikwijdte reiskosten opleidingen
Artikel 12 Reiskosten opleiding 1. In aanvulling op 17:1:1, 6e lid van de CAR-UWO en gelet op de bepalingen in de “Verordening studiefaciliteiten gemeente Uithoorn 2011”, heeft de medewerker recht op een tegemoetkoming voor reiskosten in verband met zijn opleiding. 2. Reiskosten in verband met opleidingen worden gezien als reiskosten in het belang van de dienst. Artikel 8 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing. 3. Indien de medewerker met een eigen motorvoertuig naar zijn opleiding reist, heeft hij recht op een tegemoetkoming conform het tarief van de Belastingdienst9. 4. Indien de medewerker met het openbaar vervoer naar zijn opleiding reist, worden de werkelijke kosten vergoed. Uitgangspunt is het tarief tweede klasse. 5. Voor het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming, zoals bedoeld in het tweede en derde lid van dit artikel wordt uitgegaan van de kortste route tussen het werk en het reisdoel. Indien de medewerker van uit zijn woning naar het reisdoel reist, wordt eveneens uitgegaan van de kortste route. Uitgangspunt is in beide gevallen de kortste route, op basis van de postcode10 en huisnummer, zoals aangegeven door de ANWB routeplanner, onder verrekening van de kilometers woon-werkverkeer, waarvoor de medewerker al een vergoeding ontvangt. 6. De tegemoetkoming wordt op basis van declaratie aan de hand van een formulier en bewijsstukken verstrekt. Hierbij worden duidelijk het reisdoel en de afstand vermeld.
Paragraaf 4.2
Parkeergelden
Artikel 13 Parkeergelden opleidingen 1. De medewerker heeft recht op vergoeding van werkelijk gemaakte parkeergelden. 2. De vergoeding van de parkeergelden geschiedt op basis van declaratie aan de hand van een formulier en alleen onder overlegging van bewijsstukken.
Hoofdstuk 5
Reiskosten voor sollicitanten en stagiaires
Artikel 14 Hoogte tegemoetkoming reiskosten sollicitanten en stagiaires 1. Stagiaires die geplaatst worden en werkzaamheden in belang van de gemeente Uithoorn uitoefenen, hebben recht op een tegemoetkoming in de reiskosten conform het tarief van de Belastingdienst11, mits zij geen gebruik kunnen maken van hun OV-jaarkaart12
9
De onbelaste vergoeding bedraagt conform het belastingregime 2013, (Handboek loonheffingen 12, Hoofdstuk 20 Vervoer en reiskosten, artikel 20.1.1) maximaal € 0,19 per kilometer. Dit tarief wordt indien het belastingregime wijzigt aangepast. 10 Onder postcode wordt verstaan vier-cijfers en twee hoofdletters. 11 De onbelaste vergoeding bedraagt conform het belastingregime 2013, (Handboek loonheffingen 12, Hoofdstuk 20 Vervoer en reiskosten, artikel 20.1.1) maximaal € 0,19 per kilometer. Dit tarief wordt indien het belastingregime wijzigt aangepast. 12 Uit het Regeerakkoord 2012: de Openbaar Vervoerkaart zal in 2015 plaats maken voor een kortingskaart.
Versie 13 maart 2013
6
2.
Sollicitanten die reiskosten moeten maken die verband houden met hun sollicitatie bij de gemeente Uithoorn, hebben recht op een tegemoetkoming conform het tarief van de Belastingdienst13.
Hoofdstuk 6
Overige bepalingen
Paragraaf 6.1
Administratieve bepalingen
Artikel 15 Administratieve afhandeling 1. De tegemoetkoming voor dienstreizen geschiedt op basis van declaratie aan de hand van een formulier. Hierbij worden duidelijk het reisdoel en de afstand vermeld. De medewerker is verplicht om afdoende bewijsmateriaal te overleggen. 2 De tegemoetkoming voor woon-werkverkeer wordt maandelijks –gelijktijdig met het salaris– uitbetaald. De tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van de methode zoals deze door de Belastingdienst wordt voorgeschreven (artikel 3, lid 5 van deze verordening). 3. Om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming woon-werkverkeer is de medewerker verplicht de “Verklaring woon-werkverkeer” in te vullen en in te leveren bij de salarisadministratie. 4. Indien de voor deze verordening noodzakelijke bewijsstukken niet toereikend zijn om de werkelijke kosten te kunnen bepalen, wordt de medewerker verzocht het verzuim te herstellen. Kan de medewerker geen andere bewijsstukken overleggen, wordt géén tegemoetkoming verstrekt. 5. De direct leidinggevende of diens vervanger beoordeelt in voorkomend geval de rechtmatigheid en doelmatigheid van de gedeclareerde kosten.
Hoofdstuk 7
Afbouwregeling
Artikel 16 Afbouwregeling 1. Aan de medewerker, wiens vergoeding reiskosten woon-werkverkeer als gevolg van de inwerkingtreding van de Verordening Reiskosten medewerkers gemeente Uithoorn, 2013 een blijvende verlaging ondergaat of stopt, wordt een aflopende compensatie toegekend als de medewerker deze tegemoetkoming gedurende één jaar en zonder wezenlijke onderbreking heeft ontvangen. Onder wezenlijke onderbreking wordt verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden, ziekte uitgezonderd. 2. De hoogte van de compensatie wordt bepaald door het verschil tussen de oude berekeningsbasis en de nieuwe berekeningsbasis. Dit verschil wordt over drie jaar verdeeld en kent het volgende verloop: in het eerste jaar ontvangt de medewerker een compensatie van 80%; in het tweede jaar 60% en; in het derde jaar 40%. 13
De onbelaste vergoeding bedraagt conform het belastingregime 2013, (Handboek loonheffingen 12, Hoofdstuk 20 Vervoer en reiskosten, artikel 20.1.1) maximaal € 0,19 per kilometer. Dit tarief wordt indien het belastingregime wijzigt aangepast.
Versie 13 maart 2013
7
In het vierde jaar is de hoogte van de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer per eigen motorvoertuig voor medewerkers vallend onder de bepaling in artikel 3, conform het tarief van de Belastingsdienst14, aangevuld met een vaste vergoeding van € 0,06 netto per kilometer. 3. Aan medewerkers die nog geen jaar zijn aangesteld op grond van hoofdstuk 2 CAR “Aanstelling en arbeidsovereenkomst”, maar wel een vergoeding reiskosten woonwerkverkeer ontvangen, wordt gedurende één jaar een compensatie toegekend van 25%. 4. De medewerker waarvan de vergoeding reiskosten woon-werk per 1 april 2013 stopt (< 10 kilometer), kan gedurende de afbouwfase aan het begin van elk nieuw afbouwjaar (april 2013, april 2014 en april 2015) aangeven of hij gebruik wenst te maken het fietsproject/de fietsbonus en daarmee afziet van de compensatie vergoeding reiskosten woon-werk. 5. Voor de toepassing van de afbouwregeling wordt 1 april 2013 als peildatum gehanteerd; tevens de datum van inwerkingtreding van de Verordening reiskosten medewerkers gemeente Uithoorn, 2013. De afbouwregeling wordt vanaf deze datum op basis van de bij de salarisadministratie bekende gegevens toegepast en geldt voor de gehele afbouwperiode. De hoogte van de compensatie gedurende de afbouwregeling kan wijzigen als gevolg van het terugbrengen van het aantal reisdagen of een vermindering van het aantal kilometers woon-werkverkeer.
Hoofdstuk 8
Slotbepalingen
Paragraaf 8.1
Onvoorziene gevallen en hardheidsclausule
Artikel 17 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden 1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de medewerker afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. 2. In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. 3. De verordening is ook van toepassing op de medewerkers van het Samenwerkingsverband Aalsmeer – Uithoorn (G2).
Paragraaf 8.2
Inwerkingtreding
Artikel 18 Inwerkingtreding citeertitel 1. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening reiskosten medewerkers gemeente Uithoorn, 2013”. 2. Deze verordening treedt op 1 april 2013 in werking. Op dezelfde datum vervalt de “Verordening reiskosten Uithoorn, 2008”.
14
De onbelaste vergoeding bedraagt conform het belastingregime 2013, (Handboek loonheffingen 12, Hoofdstuk 20 Vervoer en reiskosten, artikel 20.1.1) maximaal € 0,19 per kilometer. Dit tarief wordt indien het belastingregime wijzigt aangepast.
Versie 13 maart 2013
8
Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente Uithoorn op……………2013, nr……………..
De secretaris, (de heer K. de Vries………)
de burgemeester, (mevrouw drs. D.H. Oudshoorn)
9
Versie 13 maart 2013