Verklaring over de Wmo van mensen met een verstandelijke beperking, hun ouders en belangenbehartigers in Gelderland
Verklaring over de Wmo van mensen met een verstandelijke beperking, hun ouders en belangenbehartigers in Gelderland
© 2006 Ɣ Zorgbelang Gelderland Alle rechten voorbehouden. Teksten, delen van teksten en/of artikelen uit deze uitgave mogen, na verkregen toestemming van Zorgbelang Gelderland, worden overgenomen of worden verveelvoudigd onder strikte voorwaarde van bronvermelding. Toestemming kan worden aangevraagd per brief, fax of e-mail.
Zorgbelang Gelderland Postbus 5310 Ɣ 6802 EH Arnhem IJsselburcht 4 Ɣ 6525 BP Arnhem Telefoon 026 384 28 22 Fax 026 384 28 23 www.zorgbelanggelderland.nl
[email protected]
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
oktober 2006, makkelijk-leesbare-uitgave van het originele document van maart 2006
Colofon
Ontwerp/lay-out Wilco de Schouwer Ɣ Stichting ZetNet Vertaling tekst Wilco de Schouwer Tekeningen Marc Reijs Ɣ Bureau Edubooks & Training Eindredactie Joke Stoffelen en Maaike van der Veldt Ɣ Zorgbelang Gelderland Druk Drukkerij Trioprint Nijmegen
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
2
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding De visie van Zorgbelang Gelderland: zo denken wij erover Meedoen aan de samenleving De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Basiswensen Keuzevrijheden en vraaggericht Toegankelijke informatie Volwaardige burgers Inspraak en betrokkenheid Begeleiding en ondersteuning Inkomenspositie Diensten en voorzieningen
9 11 13 15 17 19 20
3 Specifieke wensen 3.1 Wonen 3.1.1 Ondersteuning bij het wonen 3.2 Vervoer 3.3 School, werk en dagactiviteiten 3.4 Vrije tijd, welzijn en sport
21 23 24 28 31
4
35
Specifieke wensen allochtonen
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
5 6 7
3
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
4
1 Inleiding 1.1 De visie van Zorgbelang Gelderland: zo denken wij erover Zorgbelang Gelderland komt op voor de belangen van burgers in Gelderland. Ook burgers met een beperking door ziekte, ongeval, handicap of ouderdom moeten kunnen leven zoals ze zelf willen. We willen dat zorg- en welzijnsorganisaties luisteren naar de vragen van burgers. Dat noemen we vraaggestuurde zorg. We bereiken dit door: x belangen van groepen patiënten, cliënten en ouderen te behartigen x ervaringen van gebruikers van zorg te verzamelen x knelpunten in het zorgaanbod op te sporen x klachten te verzamelen Bij Zorgbelang Gelderland zijn 400 organisaties in Gelderland aangesloten: verenigingen van patiënten organisaties van gehandicapten ouderenbonden cliëntenraden
x x x x
We werken met hen samen om onze doelen te bereiken.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
5
1.2 Meedoen aan de samenleving Mensen met een verstandelijke beperking hebben recht op een plek in de samenleving. De overheid wil dat ze zoveel mogelijk zelfstandig zijn. Ze moeten de zorg en diensten gebruiken die er al zijn. Alleen als het nodig is krijgen ze extra zorg en diensten. Het verschil tussen de instelling en de maatschappij begint te verdwijnen. Instellingen hebben nu woonvormen in de wijk en dagactiviteiten zijn steeds vaker in het buurthuis. Daarnaast is er ook nog een grote groep mensen die in de wijk woont en problemen heeft in de samenleving.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
6
1.3 De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt de gemeente verantwoordelijk voor veel zorg en diensten. Mensen met een verstandelijke beperking, hun ouders en belangenbehartigers moeten daarom in hun eigen gemeente opkomen voor hun belangen. Zorgbelang Gelderland helpt hen daarbij door samen met hen deze verklaring te schrijven. Hierin staan ideeën hoe de gemeente de Wet maatschappelijke ondersteuning kan gebruiken om mensen met een beperking te helpen. Belangenbehartigers kunnen zo hun wensen en knelpunten duidelijk maken aan wethouders, raadsleden, commissieleden en beleidsmedewerkers. Zij kunnen deze verklaring gebruiken bij: x het denken over en bespreken van de uitvoering van de Wmo; x het geven van advies over dit onderwerp aan de gemeente; x het beoordelen van het beleid van de gemeente. We hopen dat deze verklaring gebruikt wordt bij het maken van goed beleid voor wonen, zorg en welzijn voor mensen met een verstandelijke beperking. Zorgbelang Gelderland Arnhem, oktober 2006
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
7
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
8
2 Basiswensen 2.1 Keuzevrijheid en vraaggericht Mensen met een verstandelijke beperking willen op hun eigen manier leven: x zelfstandig in een wijk; x in een instelling; x in de buurt van een instelling. Sommige mensen hebben veel hulp nodig, anderen heel weinig. Het aanbod van zorg, welzijn en ondersteuning moet dus ook verschillend zijn. Alleen een standaardpakket is niet genoeg. Mensen met een beperking willen zelf kunnen kiezen. En dat moet passen bij hun wensen en mogelijkheden. Een Pgb is een persoonsgebonden budget. Mensen krijgen dan geld om zelf zorg en ondersteuning te regelen. Iemand wordt zo dus minder afhankelijk, want hij is nu zelf verantwoordelijk voor goede zorg. Sommige ouders beginnen een wooninitiatief. Ze huren of kopen samen een huis voor hun kinderen. En ze regelen zorg en ondersteuning die hun kinderen nodig hebben én willen.
Wat kan de gemeente doen?
Regel dat er meer dan één aanbieder van zorg en diensten is. Mensen kunnen dan zelf kiezen.
Regel dat de zorgaanbieders verschillend zijn. Dan kunnen mensen kiezen voor zorg die past bij hun manier van leven of geloof.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
9
Voorkom ‘koppelverkoop’. Een woningbouwvereniging mag bijvoorbeeld geen huis verhuren, met de verplichting zorg te gebruiken van één bepaalde zorgaanbieder.
Bied mensen als keuze het persoonsgebonden budget aan. Met een eigen budget kunnen zij zelf kiezen bij wie ze zorg en diensten kopen.
Regel dat de zorg aansluit bij de zorgvragen en wensen van mensen. Maak hierover afspraken met aanbieders van zorg en diensten. Laat hen bijvoorbeeld onderzoek doen naar die wensen. Stimuleer organisaties om samen te werken en nieuwe diensten te ontwikkelen.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
10
2.2 Toegankelijke informatie Om goede zorg en ondersteuning te kunnen kiezen, heb je goede informatie nodig. Die informatie moet natuurlijk wel duidelijk zijn. Mensen met een beperking hebben vaak problemen met lezen en schrijven. En met het begrijpen van ingewikkelde dingen. Informatie moet dus eenvoudig zijn. Het is handig als bij de tekst foto’s of tekeningen staan. Dat maakt het lezen makkelijker.
Wat kan de gemeente doen?
Regel dat het informatieloket van de gemeente ook toegankelijk is voor mensen met een beperking.
Geef informatie van de gemeente in eenvoudig en duidelijk Nederlands, ook op de website van de gemeente.
Ondersteun informatie met foto’s, tekeningen, symbolen of geluid.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
11
Zorg dat informatie en advies niet gekoppeld is aan het aanbod van bepaalde diensten.
Ga op huisbezoek als het nodig is. Dit is vooral belangrijk bij ouders van allochtone kinderen. Zij weten informatie vaak niet te vinden en vragen uit zichzelf ook weinig ondersteuning.
Help mensen bij het invullen van formulieren. Leid medewerkers van de gemeente op om dit te doen of geef organisaties hiervoor subsidie.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
12
2.3 Volwaardige burgers Mensen met een verstandelijke beperking zijn volwaardige burgers. Ze willen samen met anderen in de maatschappij leven. Er is een wet die discriminatie van mensen met een beperking verbiedt. Dat is de Wet gelijke behandeling gehandicapten en chronisch zieken (Wgbg). Sinds 1 januari 2006 is discriminatie strafbaar.
Wat kan de gemeente doen?
Denk na wat beslissingen voor mensen met een verstandelijke beperking kunnen betekenen.
Neem mensen met een verstandelijke beperking serieus, betuttel ze niet. Vraag of de belangenvereniging Onderling Sterk kan helpen bij het opleiden van medewerkers van de gemeente.
Veel burgers kennen geen mensen met een verstandelijke beperking. Meer voorlichting is dus belangrijk.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
13
Veel mensen met een beperking hebben een minimum inkomen. Geef mensen met een beperking recht op een minimapas, ook als ze in een instelling wonen. Zo kunnen ze echt meedoen in de maatschappij.
Zorg dat gebouwen en diensten in een gemeente toegankelijk zijn. De gebouwen zijn bereikbaar en toegankelijk en de diensten staan open voor alle burgers.
“Ik zou zo graag samen met anderen ’s avonds iets willen doen.
Gewoon samen televisie kijken en een kopje koffie drinken. Nu zit ik elke avond alleen in mijn huis. Soms komen de muren op me af!”
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
14
2.4 Inspraak en betrokkenheid Mensen met een beperking, hun ouders en belangenbehartigers eisen hun plaats op in overlegorganen en cliëntenraden van gemeenten. Ze willen zelf vertellen wat hun wensen zijn en ook meedenken over het beleid.
Wat kan de gemeente doen?
Stimuleer dat mensen met een verstandelijke beperking en hun belangenbehartigers meepraten, bijvoorbeeld in gemeentelijke cliëntenraden, wijkraden, gehandicaptenplatforms en klankbordgroepen.
Onderzoek de wensen van mensen met een verstandelijke beperking. Weet wat hun wensen zijn.
Zoek contact met mensen met een beperking en hun belangenbehartigers. Bezoek en organiseer ook bijeenkomsten. Luister goed naar wat de mensen vertellen.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
15
Zorg ervoor dat wethouders regelmatig overleggen met mensen met een verstandelijke beperking. En natuurlijk ook met hun ouders en belangenbehartigers.
Veel mensen werken overdag. Probeer dus vooral ’s avonds te vergaderen.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
16
2.5 Begeleiding en ondersteuning Mensen met een beperking willen zelf kiezen wie hen begeleidt. Ze willen niet betutteld, maar ondersteund worden. Begeleiders moeten mensen vaardigheden leren en mensen leren op te komen voor zichzelf! Opkomen voor jezelf heet empowerment. Dat kun je leren met scholing en training.
Wat kan de gemeente doen?
Stimuleer het aanbod van scholing en training voor mensen met een verstandelijke beperking. Geef geld en middelen om dat te doen.
Stimuleer organisaties en verenigingen om mensen te leren voor zichzelf op te komen. Bijvoorbeeld een vereniging Onderling Sterk, sportclubs en een lotgenotengroep. Geef geld en middelen om dat te doen.
Soms lukt zelfstandig wonen niet en hebben mensen meer ondersteuning nodig. Regel dat de organisaties samen voor een vangnet zorgen. Zo krijgen mensen op tijd méér ondersteuning!
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
17
“Ik denk er wel eens aan terug. Het was goed bedoeld, maar vanaf het begin waren ze overbezorgd: hoe voel je je, zitten je kleren netjes, wanneer ga je naar de kapper? Nog steeds vraag ik een begeleider mee als ik kleding ga kopen. Maar nu kies ik eindelijk zelf. Ik neem ze niks kwalijk, maar er werd wel altijd voor mij beslist.”
Er zijn mensen met een verstandelijke beperking die extra hulp nodig hebben. Dat zijn mensen die ook psychische problemen hebben. Toch krijgen ze die extra hulp vaak niet. Instellingen richten zich vaak op de beperking óf op de psychische problemen. Ze zijn niet gewend aan mensen die twee soorten hulp nodig hebben.
Wat kan de gemeente doen?
Regel dat in het overleg Openbare Geestelijke Gezondheidszorg aandacht is voor mensen met een beperking. Zorg dat de kennis en ervaring van deskundigen en belangenbehartigers wordt gebruikt.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
18
2.6 Inkomenspositie Heel veel mensen met een verstandelijke beperking hebben een laag inkomen. Vooral mensen met een ernstige beperking hebben weinig geld. Ouders met kinderen met een beperking thuis, hebben het soms financieel moeilijk. Het verzorgen en opvoeden van hun kinderen kost meer tijd én meer geld. Ze hebben extra kosten, maar verdienen juist minder. Dat komt omdat ze minder tijd hebben om te werken.
Wat kan de gemeente doen?
Geef hulp bij het aanvragen van geld bij de gemeente. Zorg voor goede informatie en duidelijke formulieren. Help bij het invullen van de formulieren als het nodig is.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
19
2.7 Diensten en voorzieningen Voorzieningen en medische diensten hebben vaak te weinig tijd en deskundigheid om goede medische zorg aan mensen met een verstandelijke beperking te geven. Zij kunnen beter samenwerken met speciale artsen (AVG-artsen). Die weten wat mensen met een beperking nodig hebben, bijvoorbeeld dubbele spreekuurtijd. Sommige mensen met een verstandelijke beperking kunnen niet zo goed lopen en bewegen. Ze zitten bijvoorbeeld in een rolstoel. Daarom moeten voorzieningen in de wijk toegankelijk en bereikbaar zijn.
Wat kan de gemeente doen?
Regel dat alle gebouwen en diensten in een wijk toegankelijk en bereikbaar zijn.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
20
3. Specifieke wensen 3.1 Wonen Er zijn te weinig goedkope huizen in fijne en veilige wijken. Dat is een probleem. Mensen met een verstandelijke beperking hebben weinig geld. Zij wonen dus vaak in de minder leuke wijken. Dat is vervelend, omdat zij door hun beperking extra kwetsbaar zijn. Ook mensen die extra steun en zorg nodig hebben, willen kiezen waar zij wonen en met wie. Sommigen willen in een woon-zorgzone wonen, gewoon tussen ouderen die ook zorg of ondersteuning nodig hebben. Weer anderen kiezen voor beschermd wonen, in een woonvorm of instelling. Mensen met een verstandelijke beperking worden steeds ouder. Daarom zijn levensloop-woningen nodig. Woningen waar mensen kunnen blijven wonen als ze ouder worden Er is dan ook behoefte aan andere soorten zorg en ondersteuning, bijvoorbeeld begeleiders die dag en nacht bereikbaar zijn.
Wat kan de gemeente doen?
Voorkom dat mensen met een laag inkomen allemaal in dezelfde wijk wonen. Regel betaalbare woningen in alle wijken.
Regel dat mensen die een huis zoeken, kunnen kiezen uit verschillende woningen.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
21
Elke wijk moet toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Houd rekening met hun wensen, bijvoorbeeld bij bouwplannen voor een wijk.
Maak elk jaar voor elke wijk een veiligheidsplan. Schrijf op hoe overlast en diefstal is te voorkomen. Hoe onveilige plekken en het verkeer veiliger kunnen worden. Laat de mensen erover meepraten.
Zorg dat er levensloop-woningen worden gebouwd. In deze huizen kunnen mensen blijven wonen als ze ouder worden.
Betrek mensen met een verstandelijke beperking bij plannen voor nieuwe woon-zorggebieden. Laat ook hun ouders en belangenbehartigers meepraten.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
22
3.1.1 Ondersteuning bij het wonen Mensen met een verstandelijke beperking kunnen woon-ondersteuning nodig hebben. Soms is het nodig dat begeleiders dag en nacht bereikbaar zijn. Begeleiders moeten deskundig zijn. Zij moeten de vragen en wensen van mensen met een beperking kennen. En met hen om kunnen gaan. Ondersteuning bij het wonen moet aansluiten bij wat mensen nodig hebben. Als mensen ziek zijn en niet kunnen werken, moeten zij thuis ondersteuning krijgen. Nu is het vaak zo dat familie en kennissen moeten helpen.
Wat kan de gemeente doen?
De gemeente heeft de regie in de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking. Instellingen en woonvormen leveren kennis en deskundigheid.
Zorg dat de ondersteuning aansluit bij wat mensen zelf willen en nodig hebben.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
23
3.2 Vervoer Mensen met een verstandelijke beperking zijn kwetsbaar in het verkeer. Ze hebben moeite met ingewikkelde verkeerssituaties. Zij hebben vaak minder kennis van het verkeer. De kans op een ongeluk is groter. Veel mensen hebben ook andere beperkingen, zoals slechter zien en horen. Dat maakt de kans op een ongeluk nog groter. Straten, verkeerslichten en verkeersborden zijn gebouwd voor mensen die goed kunnen zien, horen, lezen en bewegen. Dat is ook zo bij het openbaar vervoer. Winkels, banken en andere bedrijven en diensten worden steeds groter. Kleine winkels en bijkantoren van banken verdwijnen uit de wijk. Mensen moeten voor hun boodschappen dus steeds meer reizen. Te voet of met de bus wordt dat moeilijker. Bushaltes in het dorp verdwijnen of de bus rijdt minder vaak. Mensen worden zo voor hun vervoer afhankelijk van anderen. Er is voor mensen met een beperking veel speciaal vervoer, bijvoorbeeld AWBZ-vervoer, regiotaxi en schoolvervoer. Maar elk soort vervoer heeft eigen pasjes, regels en een eigen dienstregeling. Het vervoer sluit niet op elkaar aan. De informatie is niet op elkaar afgestemd. Dat maakt het veel moeilijker om zelfstandig te reizen.
Wat kan de gemeente doen?
Regel met de politie dat straten veilig zijn. Let op te hard rijden, niet stoppen voor een zebrapad en parkeren op de stoep.
Stimuleer scholing, zodat mensen meer kennis krijgen van de verkeersregels. Zorg voor training, zodat ze ook kunnen oefenen in het verkeer. Geef daar geld en middelen voor.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
24
Zorg dat de woon- en werkomgeving van burgers mens-vriendelijk is ingericht. Dat betekent toegankelijk, verkeersveilig en sociaal veilig.
Zorg ervoor dat mensen hun boodschappen, scholing en werk dicht bij huis kunnen doen. Het liefst bereikbaar te voet en via een veilige route.
Het openbaar vervoer moet toegankelijk worden. Bussen en bushaltes moeten aangepast worden aan mensen die minder goed kunnen lopen. Er moeten haltes zijn bij winkels en instellingen. Informatie moet eenvoudig en duidelijk zijn.
Stel eisen aan de kwaliteit van vervoerders. Zorg voor een raad die advies geeft over bijvoorbeeld veilige opstapplaatsen, reistijden en wachttijden, en begeleiding bij groepsvervoer.
Er zijn verschillende manieren van vervoer, bijvoorbeeld regiotaxi en schoolvervoer. Zorg dat die op elkaar aansluiten. Regel dat er één loket voor informatie is.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
25
Reizen met speciaal vervoer mag niet duurder zijn dan reizen met het openbaar vervoer.
Mensen met een verstandelijke beperking worden tijdens het reizen vaak begeleid. Dat zijn meestal bekenden uit hun eigen netwerk. Vergoed de reiskosten van deze begeleiders.
Mensen die in een instelling wonen hebben ook behoefte aan sociaal contact buiten de instelling. Behandel aanvragen van mensen die in een instelling wonen hetzelfde als van mensen die niet in de instelling wonen.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
26
“Het blijkt onmogelijk om mijn zoon vanaf het dagactiviteitencentrum door te laten reizen naar het logeerhuis. Eerst moet hij met de taxi naar huis en dan komt een andere taxi hem ophalen voor het logeerhuis. Vaak komt de tweede taxi van hetzelfde bedrijf! De taxi moet vele extra kilometers maken. Alleen omdat het volgens regeltjes moet! Wie bedenkt zoiets?”
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
27
3.3 School, werk en dagactiviteiten Steeds vaker gaan kinderen met een verstandelijke beperking naar een gewone peuterspeelzaal of basisschool. Tussen de andere kinderen kunnen ze zich goed ontwikkelen. Mensen met een verstandelijke beperking willen graag werken. Met speciale wetten stimuleert de overheid het werken. Maar werkgevers kijken te veel naar wat mensen niet kunnen. En dan geven ze hen vaak geen baan. Mensen kunnen ook werken op de sociale werkplaats. Ongeveer 30 procent heeft een verstandelijke beperking. Er zijn er maar weinig die doorstromen naar een andere baan. Op centra voor dagactiviteiten bestaat 88 procent van de bezoekers uit mensen met een verstandelijke beperking.
Wat kan de gemeente doen?
Laat kinderen met een verstandelijke beperking toe op de peuterspeelzaal en school die hun ouders zelf wensen. Dat kan een gewone peuterspeelzaal of school zijn, maar het kan ook een speciale peuterspeelzaal of school zijn.
Geef mensen met een verstandelijke beperking meer kans op werk. Stimuleer bedrijven om banen aan te bieden.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
28
Geef als gemeente het goede voorbeeld. Laat mensen bij de gemeente stage lopen. Neem ook mensen met een verstandelijke beperking in dienst.
Bied meer kans op werk door samen te werken met andere gemeenten.
Laat ook mensen met een verstandelijke beperking, hun ouders en belangenbehartigers meepraten in de gemeentelijke cliëntenraad Wwb (Wet werk en bijstand).
Mensen met een beperking hebben een kleinere kans op werk. Houd hier rekening mee bij het uitvoeren van de Wet werk en bijstand. Pas de regels voor verplicht werk daarop aan.
Bied mensen met een verstandelijke beperking scholing die bij hen past, bijvoorbeeld een cursus solliciteren.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
29
Zorg dat mensen met een verstandelijke beperking makkelijker werk krijgen bij de sociale werkvoorziening.
Mensen met een verstandelijke beperking willen dagbesteding die bij hen past. Laat ze kiezen uit dagbesteding van verschillende aanbieders.
“Jarenlang werkte ik bij de sociale werkplaats. En toen moest ik weg omdat ik niet genoeg productie draaide.... ...maar daarom werkte ik toch juist daar! Ik wil graag mijn eigen tempo bepalen en kan niet tegen al dat gejaag. Waarom begrijpen ze dat niet?”
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
30
3.4 Vrije tijd, welzijn en sport Vrije tijd wordt in Nederland steeds belangrijker. Als je je vrije tijd goed besteedt, wordt het leven prettiger. Je kunt in je vrije tijd nieuwe dingen doen en leren. En je sociale contacten onderhouden. Mensen met een beperking zijn minder actief in hun vrije tijd. Ze hebben weinig geld, vervoer is lastig en gebouwen zijn vaak niet toegankelijk. Toch is er veel behoefte aan vrijetijds-activiteiten, vooral in het weekend. Helaas bieden de zorgaanbieders steeds minder activiteiten aan. Voor mensen met een lichte beperking zijn er soms verenigingen die aangepaste activiteiten hebben. Voor mensen met een ernstige of meer dan één beperking zijn er zelden activiteiten. Er zijn maar heel weinig verenigingen waar mensen mét een beperking samen met mensen zónder beperking aan activiteiten meedoen. Er is ook weinig sociaal contact tussen die groepen. Het zijn echt nog twee aparte groepen mensen die elkaar in hun vrije tijd niet tegenkomen. Er is dus nog weinig integratie.
Wat kan de gemeente doen?
Stimuleer dat mensen en instellingen meedenken. Geef subsidie om hun goede ideeën uit te voeren.
Maak het voor vrijetijdsclubs en sportclubs interessant om mensen met een verstandelijke beperking als lid te hebben. Geef daar extra geld voor.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
31
Er zijn altijd mensen nodig die goed kunnen en durven aanpakken en die het goede voorbeeld geven. Laat zien dat je blij bent met deze mensen. Bedank ze en geef ze ook eens een presentje. Geef natuurlijk zelf het goede voorbeeld.
Alle activiteiten van welzijnsinstellingen moeten toegankelijk zijn voor iedereen. Geef alleen geld aan clubhuizen, verenigingen en disco’s als ze ook toegankelijk zijn voor mensen met een verstandelijke beperking.
Stimuleer dat er ook activiteiten komen voor mensen met een ernstige verstandelijke beperking.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
32
“Ik werd lid van een carnavalsvereniging. In het begin was ik best bang hoe ze zouden reageren. Maar het ging allemaal zo perfect, toen ben ik van die drempelvrees afgestapt. Nu zijn ze zelfs kwaad als ik er niet bij ben! Veel rotte ervaringen heb ik niet. Als ik normaal doe, doen anderen ook normaal.”
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
33
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
34
4 Specifieke wensen allochtonen Van de Nederlandse bevolking is 18 procent allochtoon, dus van buitenlandse afkomst. In Arnhem, Nijmegen, Wageningen, Tiel en Culemborg is dat meer dan 20 procent. Allochtone ouders die een kind met een verstandelijke beperking hebben, gaan er op verschillende manieren mee om. Soms schamen ze zich voor het kind of soms wordt het juist extra verwend.
“Wij hebben een hechte gemeenschap, waarin iedereen alles van elkaar weet. Er zijn er die zeggen dat je ‘zo’n kind’ niet voor niets krijgt. Dat komt hard aan voor ouders. We schamen ons om hierover te praten. Daarom zeggen we er maar niets over.”
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
35
‘‘Als Hikmet ’s middags thuiskomt, rennen de andere kinderen op hem af en begroeten hem uitbundig. We houden heel veel van hem, hij is onze knuffel!”
Veel allochtone ouders vinden dat een kind met een beperking thuis hoort. Ze maken daarom weinig gebruik van aanbieders van zorg en diensten. De ouders zorgen zo lang mogelijk zelf voor het kind. Daarna neemt vaak een ander familielid de zorg over. Oudere allochtone mensen denken meestal anders over hulpverlening. Ze verwachten soms gewoon praktische hulp. Bijvoorbeeld iemand die de formulieren voor hen invult of iemand die komt helpen in de huishouding. Jonge allochtone mensen nemen niet zo snel de zorg voor hun gehandicapte broer of zus op zich. Zij zijn in Nederland opgegroeid en meer gewend aan hoe het hier gaat. Zij maken wel meer gebruik van de mogelijkheden van zorgaanbieders.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
36
Wat kan de gemeente doen?
Regel dat informatie van de gemeente eenvoudig en duidelijk is. Houd rekening met burgers die moeite hebben met taal.
Bied aan om op huisbezoek te komen als zij dit willen.
Doe onderzoek naar de wensen van allochtone mensen met een verstandelijke beperking.
Regel dat aanbieders van zorg en diensten rekening houden met de vragen en wensen van allochtone mensen met een verstandelijke beperking. Aanbieders van zorg moeten hun medewerkers leren omgaan met de cultuur van allochtone mensen.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
37
Laat allochtone mensen met een verstandelijke beperking meepraten over het beleid van de gemeente. En de ouders, belangenbehartigers en hun organisaties praten natuurlijk ook mee.
Regel dat allochtone mensen met een verstandelijke beperking in de buurt van hun familie kunnen wonen.
Stimuleer samenwerking tussen organisaties: moskeeën, consultatiebureaus, huisartsen, MEE-organisaties, wijkagenten, scholen, enzovoort. Geef daar geld en middelen voor.
Regel dat mensen met een verstandelijke beperking ook op Nederlandse taalles kunnen.
Stimuleer het gebruik van tolken en zorgconsulenten. Ze weten hoe om te gaan met allochtone mensen en welke problemen veel voorkomen. Ze kennen de taal die in de zorg wordt gebruikt.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
38
Regel dat algemene voorzieningen ook sociaal toegankelijk zijn voor allochtone mensen met een verstandelijke beperking. Geld en ondersteuning mogen geen probleem zijn om naar een school, bibliotheek, buurthuis of vereniging te gaan.
Verklaring over de Wmo Ɣ oktober 2006
39