Vergelijkende literatuurstudie en reflectie Huiselijk geweld
Naam: Studentennummer: Klas: Opleiding: Fase: Plaats: Datum:
Lisanne Schapendonk 2078571 48BK2BV Bestuurskunde Jaar 2, blok 1 Hilvarenbeek 14 oktober 2014
Voorwoord Mijn naam is Lisanne Schapendonk en ik ben een tweedejaarsstudent van de opleiding Bestuurskunde op Avans Hogeschool. Voor de individuele leerlijn mocht ik een activiteit uitvoeren die past bij mijn interesses. Ik heb gekozen om een vergelijkende literatuurstudie uit te voeren over huiselijk geweld in Nederland. Dit onderwerp spreekt mij aan, omdat ik erg nieuwsgierig ben naar hoe dit complexe maatschappelijk probleem opgelost wordt en of daar nog verbeteringen inzitten. Over deze activiteit heb ik een verslag geschreven.
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding: Huiselijk geweld is een maatschappelijk probleem! 2. Wat is huiselijk geweld? 3. Wat is de aard en omvang van huiselijk geweld in Nederland? 3.1 Het Intomartonderzoek (1997) 3.2 Huiselijk geweld bij minderheden (2002) 3.3 De politieregistratie (2007) 3.4 Nieuw landelijk onderzoek (2007-2010) 4. Waardoor ontstaat huiselijk geweld? 4.1 Volwassen geweld 4.2 Kinderlijk geweld 5. Wat is het effect van huiselijk geweld? 5.1 Kinderen 5.2 Volwassenen 5.3 De maatschappij 6. Hoe kan men het beste omgaan met huiselijk geweld, zodat het stopt? 7. Wat voor rol spelen bepaalde organisaties bij het stoppen van huiselijk geweld? 7.1 De front offices 7.2 De Back Offices: lokale samenwerkingsverbanden 7.3 Verwijzer 8. Welke instrumenten worden er ingezet op huiselijk geweld? 9. Hoe gaat het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld in praktijk in zijn werk? 9.1 Preventie methodieken 9.2 Hulpverlenende methodieken 9.3 Nazorg methodieken 10. Welke rol heeft de overheid in het oplossen van huiselijk geweld? 11. Mijn bestuurskundige mening 12. Bronnenlijst 13. Reflectie
BLZ. 4 5 6 6 6 7 7 8 8 9 10 10 10 10 11 12 12 13 14 15 17 17 19 21 22 23 24 25
3
1. Inleiding De Nederlandse samenleving lijkt steeds gewelddadiger te worden. Dagelijks komt er wel een krantenbericht voorbij over een moord, vechtpartij of een gewelddadige overval. Bij deze incidenten worden vaak onschuldige mensen betrokken. Denk hier bijvoorbeeld aan een conducteur die zonder reden wordt aangevallen door een passagier, of een juwelier die onder schot wordt gehouden. Geweld komt niet alleen in het openbaar voor, maar ook in huiselijke kringen. Huiselijk geweld komt zelfs vaker voor dan de meeste mensen denken. Sterker nog, maar liefst 200.000 Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer van ernstig huiselijk geweld. Met de iets minder ernstige vormen erbij geteld kom je uit op bijna een miljoen slachtoffers per jaar. (Janssen, 2012) Het aantal slachtoffers moet omlaag worden gebracht. Voor mijn literatuurstudie heb ik in totaal drie boeken en twee artikelen gelezen. Daaruit heb ik de volgende drie doelen opgesteld: - De gesteldheid van huiselijk geweld in Nederland achterhalen. (Hoofdstuk 2 t/m 5) - De oplossingen voor huiselijk geweld onderzoeken. (Hoofdstuk 6 t/m 11) - Mijn bestuurskundige mening geven over verbeteringen betreft het oplossen van het huiselijk geweld. (Hoofdstuk 12)
4
2. Wat is huiselijk geweld? Het geweld wat wordt gepleegd in huiselijke kring heet huiselijk geweld. Het kan zich afspelen tussen de vader en moeder, ouder en kind of huisgenoten. Het huiselijk geweld kan worden opgedeeld in twee categorieën, namelijk verbaal geweld en lichamelijk geweld. (Timmermans, 2005)(Janssen, 2012) Bij verbaal geweld legt de dader zijn wil op door het gebruiken van woorden. Hierdoor voelt het slachtsoffer zich angstig, bedreigt en/of vernederd, waardoor er een dominante positie ontstaat. Lichamelijk geweld bestaat uit het plegen van bepaalde handelingen die inbreuk maakt op de lichamelijke integriteit en/of pijn en letsel toedienen tegen de wil van het slachtoffer. De definitie van het verbaal geweld lijkt op die van het lichamelijke geweld. Er ontstaat namelijk een dominante positie, waardoor het slachtoffer zich minderwaardig opstelt. (Timmermans, 2005) Buiten het bovenstaande onderscheid, zijn er ook drie gedragspatronen te herkennen. Wanneer de dader zich bij uitbarstingen beperkt tot duw- en trekwerk behoort het tot het lichte patroon. Bij het tweede patroon is er sprake van zwaarder fysiek geweld, zoals gooi- en smijtwerk. Als er ernstig letsel wordt toegebracht is er sprake van ‘poging tot doodslag’. Hierbij kan je denken aan het opzettelijk van de trap duwen of door een ruit proberen te gooien. Er wordt dan ook vaak gebruik gemaakt van een wapen. Ongeveer de helft van het huiselijk geweld valt onder de zwaarste gedragspatroon. (Timmermans, 2005) Het geweld ontstaat natuurlijk niet zomaar. Vaak past het ontstaan van het geweld in een zogenoemde geweldspiraal, bestaande uit vier fases. Fase 1: Oplopende spanning De spanningen tussen beide personen is (weer) overduidelijk aanwezig. Het slachtoffer wil deze spanning wegnemen door de dader zijn/haar zin te geven. Hierdoor hoopt de slachtoffer dat de dader niet (opnieuw) boos wordt. Fase 2: Aanloop naar geweld De spanningen en het verminderen ervan leiden tot angst bij het slachtoffer. Daarnaast wordt het slachtoffer steeds gefrustreerder, want het slachtoffer weet vaak niet wat hij/zij fout doet. Natuurlijk neemt de dader gebruik van deze onderdanigheid en hij/zij zoekt vaak de grens op. Hierdoor vermindert de controle. Fase 3: Geweldsuitbarsting De spanning loopt uit de hand en uit zich in geweld. Fase 4: Ontspanning Zowel het slachtoffer als de dader hebben een schuldgevoel. Het slachtoffer maakt zichzelf wijs dat het aan hem-/haarzelf ligt, terwijl de dader het goed probeert te maken. Hierdoor krijgt de dader telkens een nieuwe kans. Echter zullen de spanningen na verloop van tijd weer oplopen, waardoor de geweldspiraal overnieuw begint. (Douma, 2012)
5
3. Wat is de aard en omvang van huiselijk geweld in Nederland? Huiselijk geweld speelt zich vaak achter de deur af. De slachtoffers schamen zich vaak en durven er met niemand over te praten. Hierdoor weet de omgeving niet dat dit speelt. Vele mensen verwachten dan ook niet dat er iemand uit zijn straat, familie of klas te maken heeft (gekregen) met huiselijk geweld. (Timmermans, 2005) 3.1 Het Intomartonderzoek (1997) Er zijn in totaal vier onderzoeken uitgevoerd naar huiselijk geweld in de laatste zeventien jaar. Het eerste onderzoek is uitgevoerd in 1997 door de heer van Dijk in opdracht van het Rijk. Het onderzoek deden meer dan 1.000 random burgers aan mee. Van deze burgers is ruim 45% ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld dat vaker terug kwam. Deze burgers zijn een aantal vragen gesteld en daaruit kwam het volgende: - 35% heeft te maken gehad met fysieke huiselijk geweld. - 11% heeft lichamelijk letsel opgenomen door huiselijk geweld. - Bij 30% zorgde het huiselijk geweld voor gevolgen als angst, scheiding van partner, depressiviteit en relatieproblemen. - Bij 20% speelde het huiselijk geweld vijf jaar of langer. - Bij 27% werd het geweld dagelijks of wekelijks gepleegd. - 80% van de daders was een man. - 13% heeft hulp gezocht bij een instantie of huisarts. - 66% vermoedt dat ze iemand kennen die slachtoffer is van huiselijk geweld. (Janssen, 2012) 3.2 Huiselijk geweld bij minderheden (2002) Het tweede onderzoek is uitgevoerd in 2002 en ook uitgevoerd door de heer van Dijk. Echter werd er bij dit onderzoek specifieker op een bepaalde doelgroep ingezoomd, namelijk: Surinamers, Marokkanen, Turken, Arubanen en Antillianen. Er werd vermoed dat er vaker huiselijk geweld voorkwam bij deze groep dan bij autochtonen. Toch bleek dat dit niet het geval was. De verschillen tussen het huiselijk geweld van autochtonen en de genoemde doelgroep worden weergegeven in de onderstaande tabel. (Janssen, 2012)
(Janssen, 2012)
6
3.3 De politieregistratie (2007) Het derde onderzoek is uitgevoerd in 2007 door de heer Ferwerda. Hierbij is de politieregistratie onderzocht uit het jaar 2006. Ruim 25% van de geregistreerde mishandelingen wordt door de politie beschouwd als huiselijk geweld. Van deze mishandelingen is er bij de helft sprake van fysieke mishandeling en bij 20% wordt het slachtoffer bedreigt. (Janssen, 2012) Daarnaast blijkt het volgende uit de geregistreerde mishandelingen: - Bij 89% van de incidenten is er sprake één slachtoffer. - 84% van de slachtoffers was een vrouw. - 54% van de slachtoffers is tussen de 25-45 jaar oud. - 60% van de daders bevat de leeftijd van 25 tot 45 jaar. - De dader is bij 91% een man. Hiervan heeft 64% eerder een strafbaar feit gepleegd. (Janssen, 2012) 3.4 Nieuw landelijk onderzoek (2007-2010) De recentste onderzoek is in de periode van 2007-2010 uitgevoerd door de heer van der Veen en Bogaerts in opdracht van het Rijk. Hierbij werden enkele cijfers uit het onderzoek van 2007 door de heer van Dijk vernieuwd. (Douma, 2012) Uit het onderzoek kwam het volgende: - 200.000 Nederlanders zijn jaarlijks het slachtoffer van ernstig huiselijk geweld. - Dit geweld wordt veroorzaakt door 100.000 daders. - Door de minder ernstige huiselijke vormen op te tellen bij de ernstige vormen, kom je op bijna een miljoen slachtoffers. - Tussen de 60-65% van het huiselijk geweld was er spraken van een uit de hand gelopen ruzie. (Douma, 2012) Over het gevoerde onderzoek is veel kritiek ontvangen. Zo zou de man-vrouwverhouding niet eerlijk zijn. Ook is er gebruik gemaakt van een online enquête, wat volgens vele niet betrouwbaar genoeg is. (Douma, 2012)
7
4. Waardoor ontstaat huiselijk geweld? Er zijn vele redenen waardoor huiselijk geweld kan ontstaan. Deze redenen kan je onderverdelen in volwassen en kinderlijk geweld. 4.1 Volwassen geweld Ouders die gewelddadig naar hun kinderen zijn hebben daar meestal geen slechte bedoelingen bij. Vaak speelt de controle over het kind een rol. De ouder probeert het kind aan te tonen dat hij/zij zich niet aan de regels houdt. Op dat moment ontstaat er een bepaalde spanning en dit kan zich uiten in geweld. Daarnaast kunnen ouders ook gewelddadig naar elkaar toe zijn. Ondanks dat er veel van de situatie afhangt, zijn er toch een aantal oorzaken die huiselijk geweld kunnen oproepen. (Timmermans, 2005) Relatieproblemen Wanneer een relatie nog niet zo lang geleden tot stand is gekomen, zit het slachtoffer vaak op een roze wolk. Het slachtoffer probeert haar/zijn ideaal van een relatie na te streven en geniet van de relatie. Doordat het slachtoffer op de roze wolk zit, zullen de minpunten van haar/zijn partner nog minder opvallen. De dader kan het slachtoffer langzamerhand steeds meer claimen, door haar te verbieden om met anderen om te gaan. Na een tijd kan het slachtoffer het huis niet meer uit zonder toestemming. Als het slachtsoffer tegenstribbelt wordt de dader woedend en zal er geweld toegepast worden. (Douma, 2012) (Timmermans, 2005) Problemen door de generaties heen Wanneer iemand als kind traumatische ervaringen heeft overgehouden aan huiselijk geweld, vergroot dat de kans op het ontstaan van huiselijk geweld in eigen relatie. Deze personen kunnen zelf gewelddadig zijn in eigen relatie of onbewust gekozen hebben voor een gewelddadige partner. Door de gebeurtenissen uit het verleden hebben zij geleerd om conflicten met geweld op te lossen. Hierdoor slaat het huishoudelijk geweld over naar de volgende generatie. (Timmermans, 2005)(Douma, 2012) Agressie in onszelf In het boek wordt het volgende omschreven: ‘Als je je niet meer kunt of wilt inleven in de ander, in zijn of haar beweegredenen, motieven, gevoelens en gedachten, dan ligt agressie zomaar op de loer.’ (Timmermans, 2005) Er ontstaan namelijk zogenoemde haatgevoelens wegens onrecht. Deze gevoelens worden vervolgens afgereageerd, helaas vaak met geweld. (Douma, 2012) Rol van cultuur en samenleving In de Nederlandse samenleving gebeurt het steeds vaker dat er mensen het slachtoffer worden van zinloos geweld. Ze worden zonder redenen mishandeld, het lijkt wel ‘normaal’. Dit geeft de samenleving dan ook geen goed voorbeeld. Daarnaast hebben televisie, radio en internet enorm veel invloed op de samenleving. Het gewelddadige gedrag wat hier te zien/horen is, wordt klakkeloos overgenomen door (een gedeelte van) de bevolking. (Timmermans, 2005)(Douma, 2012)(Janssen, 2012) Psychiatrische stoornissen ‘Psychiatrische aandoeningen kunnen zowel oorzaak als gevolg zijn van huiselijk geweld.’ Bij het huiselijk geweld komen er de volgende psychische aandoeningen het vaakst aan bod: - Depressiviteit: Depressieve mensen zijn vaak erg somber en daardoor geïrriteerd. Door deze irritatie kunnen er agressieve gevoelens ontstaan, waardoor ook huiselijk geweld ontstaat.
8
-
-
-
Angst: Je hebt verschillende soorten angsten, denk hierbij aan doodsangst, verlatingsangst of posttraumatische stressstoornis. Bij posttraumatische stressstoornis probeert de persoon alles wat met het trauma te maken heeft, te ontwijken. Als dit niet lukt kan de persoon heftig reageren en geweld gebruiken uit onmacht. Autisme: Mensen met autisme kunnen niet tegen veranderingen. Als er dan toch bepaalde dingen veranderen, kan de persoon in kwestie heftig reageren. Hierdoor kan er huiselijk geweld ontstaan. Verslaving: Mensen met een drugs- of alcohol verslaving hebben minder controle. Dat zorgt voor frustraties, wat weer leidt tot agressief gedrag. KOPP: ‘KOPP staat voor Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen.’ (Timmermans, 2005) Deze kinderen kunnen bepaalde vaardigheden, als het omgaan met problemen, niet aangeleerd hebben. Zo nemen deze kinderen alles voor lief, tot een bepaalde hoogte is bereikt en de situatie explodeert. (Timmermans, 2005)(Janssen, 2012)
4.2 Kinderlijk geweld Niet alleen ouders, maar ook kinderen kunnen huiselijk geweld plegen. Dit kan variëren van het te lijf gaan van de ouders tot uitschelden. Sommige kinderen terroriseren zelfs het gehele gezin. Dit gedrag komt ergens vandaan. In het bovenstaande stuk zijn al verschillende oorzaken genoemd van huiselijk geweld. Toch kan daar nog enige aanvulling op gegeven worden als het gaat om kinderlijk geweld. (Timmermans, 2005) Veranderende cultuur en maatschappij Er wordt in de huidige maatschappij veel verwacht van zowel de kinderen als de ouders. De kinderen moeten het namelijk goed doen op school om later succesvol te zijn. Daarnaast voelen de ouders de druk om de perfecte opvoeders te zijn. Ook zijn er verschillende culturen toegevoegd aan de Nederlandse maatschappij, waardoor we een multiculturele samenleving hebben gekregen. Hierdoor beginnen andere opvattingen steeds belangrijker te worden. Zo zijn de oosterse culturen nog van de oude stempel. Dat betekent dat de man er de baas is en de vrouw zijn bezig. Daarom lijkt het alsof geweld toegepast mag worden. (Timmermans, 2005)(Janssen, 2012) Verder is de ‘tussentijd’ aan het verwateren. Hiermee wordt de tijd bedoelt ‘die zit tussen het moment dat er een verlangen of wens in je opkomt en het moment dat je wensen en verlangens in vervulling gaan. Juist de tussentijd geeft plezier, de spanning van wat er komen gaat. Dat verdwijnt steeds meer en daarmee ook het kunnen weerstaan van frustraties van het niet direct in je behoefte bevredigd worden.’ (Timmermans, 2005) Problemen bij jongeren ‘Een aantal problemen bij jongeren zelf kunnen oorzaak zijn van of een grote rol spelen bij geweld.’ (Timmermans, 2005) Denk hierbij aan ADHD en autisme. Deze twee stoornissen ontstaan namelijk in de kindertijd. Hiervoor hebben zij voldoende begeleiding nodig om begrenst te worden. Anders kunnen ze proberen om het gezin te overheersen. Daarnaast kunnen kinderen met deze aandoeningen moeilijk met hun frustraties om gaan. Hierdoor zitten ze vaak snel aan het kookpunt en gaan ze geweld gebruiken. (Timmermans, 2005)(Janssen, 2012) Verder kunnen verslavingen ook voor huiselijk geweld zorgen. Jongeren kunnen door hun verslavingen aan drugs of alcohol namelijk in de problemen komen. Ze stelen van hun ouders en proberen hen te overheersen. Hierdoor durft de ouder het kind zich niet altijd te wijzen op zijn/haar gedrag. Het kan daarom uit de hand lopen met huiselijk geweld als gevolg. (Timmermans, 2005)(Janssen, 2012)
9
5. Wat is het effect van huiselijk geweld? 5.1 Kinderen Kinderen als slachtoffer Een klein kind houdt niet alleen wonden, maar ook psychische problemen over aan huiselijk geweld. Door de traumatische ervaringen is er een grote deuk ontstaan in het zelfvertrouwen van het kind. Soms is het zelfs zo erg dat er zelfmoordgedachtes zijn. Ook eet en slaapt het kind niet goed, wat slecht is voor de lichamelijke ontwikkeling. Een wat ouder kind krijgt last van leerachterstanden. Het kind heeft thuis geen veilige basis door de dreiging die gevoeld wordt. Dit zorgt ervoor dat het kind minder nieuwe ervaringen op durft te doen. Hij/zij leeft continu in angst en dit uit zich op sociaal gebied. De angst roept agressief gedrag op zoals bijten en slaan van anderen. Ook kan de angst zorgen voor een posttraumatische stressstoornis. (Timmermans, 2005)(Douma, 2012) Kinderen als getuige Een kind die getuige is van huiselijk geweld neemt een verzorgende rol aan door de behoeften van zijn/ouders te vervullen. Het kind zorgt voor zijn/haar jongere broertjes en zusjes en neemt huiselijke taken over die niet geschikt zijn voor kinderen. Zo probeert het kind zijn/haar ouders te ontlasten en dat zorgt ervoor dat het kind zich later moeilijk los kunnen maken van thuis. Bij een bepaalde afwijzing van de vader weet het kind niet of hij/zij de juiste steun krijgt van de moeder. Hierdoor ‘staan ze vaak neerslachtig tegenover hun ouders’. (Timmermans, 2005) Het kind voelt hierdoor veel negatieve gevoelens en kropt deze op. Uiteindelijk barst het kind en uit zich met agressief gedrag. (Timmermans, 2005) 5.2 Volwassenen Volwassenen worden vaak erg angstig. Ruim 19% voelt zich iedere dag angstig. Daarnaast verliest ruim 26%% hun zelfvertrouwen en zelfrespect volledig. Ook zorgt huiselijk geweld voor psychische stoornissen. Uit onderzoek blijkt dat meer dan 60% van de vrouwen die te maken hadden met ernstig huiselijk geweld, er een stoornis aan had overgehouden. Net als bij kinderen houden veel volwassen er een posttraumatische stressstoornis aan over. Verder hebben volwassen vaak last van depressiviteit, drugs- of alcoholverslaving en eetstoornissen. (Douma, 2012) 5.3 De maatschappij Huiselijk geweld heeft ook invloed op de maatschappij, want het brengt hoge kosten met zich mee. Hierbij gaat het vaak om de kosten betreft de hulp, opvang, justitie, politie en reclassering. Daarnaast zijn de slachtoffers vaak ziek. Hierdoor melden ze zich vaak ziek op het werk en dat kost het bedrijfsleven geld. In Nederland is één keer geprobeerd om de jaarlijkse kosten van huiselijk geweld in te schatten. Destijds kwam men tot de conclusie dat er rond de 150 miljoen euro wordt besteed aan huiselijk geweld. (Janssen, 2012)
10
6. Hoe kan men het beste omgaan met huiselijk geweld, zodat het stopt? Om huiselijk geweld te laten stoppen is er professionele hulp nodig. Hiervoor is er het synoniem ‘sluitende aanpak’ ontstaan. De hulp voor de slachtoffers en kinderen, behandeling van de daders en de handelingen van de politie en justitie worden zo hierbij goed mogelijk op elkaar afgestemd. Slachtoffers Veiligheid is het belangrijkste wat het is. Daarom moet het slachtoffer naar een veilige plek gebracht worden. Vanuit deze plek kan het slachtoffer niet alleen herstellen, maar ook haar/zijn zelfvertrouwen en sociale vaardigheden verbeteren. Door deze professionele hulp wordt herhaling voorkomen. Deze veilige plekken worden later in dit verslag besproken. (Janssen, 2012) Daders De dader heeft (zichzelf) een agressief gedrag aangeleerd. Om het gedrag te veranderen, moet de dader eerst inzien dat hij/zij fout bezig is. Anders is er een grote kans op herhaling. Daarnaast moet de dader voorkomen bij de rechter als er sprake is van ernstig huiselijk geweld. (Janssen, 2012) Kinderen die getuige zijn geweest Kinderen kunnen een traumatische ervaring overhouden aan het huiselijk geweld tussen hun ouders. Vaak voelen kinderen zich schuldig, daardoor moet er ingespeeld worden op het verantwoordelijkheidsgevoel. Daarnaast kunnen deze kinderen heftige gebeurtenissen bijgewoond hebben, waardoor zij tot de gelegenheid gesteld moeten worden om deze te verwerken. Op deze manier wordt er voorkomen dat deze kinderen later zelf in een agressieve relatie terecht komen. (Janssen, 2012) Gezinnen/systemen Er is bij huiselijk geweld in een gezin vaak niet één directe dader of slachtoffer aan te wijzen. Meerdere personen zitten vaak fout en voelen zich tegelijkertijd aangevallen. Bij huiselijk geweld worden de relaties in een gezin onderling aangetast. Hierdoor is er een systeemgerichte benadering nodig om de communicatie in het gezin te verbeteren. Op deze manier kan het gezin beter met problemen omgaan, zonder daar agressiviteit bij uit te lokken of toe te passen. (Janssen, 2012) Professionele omstanders Om huiselijk geweld aan te pakken moet je als professional stevig in je schoenen staan. Je moet weten hoe je het geweld kan signaleren en bespreekbaar kan maken. Daarnaast kunnen de verhalen van de slachtoffers erg heftig zijn. Dit kan bij ‘professionals emoties, vragen en twijfels oproepen. Opleiding, begeleiding en ondersteuning van professionalszijn daarmee van blijvend belang.’ (Janssen, 2012)
11
7. Wat voor rol spelen bepaalde organisaties bij het stoppen van huiselijk geweld? De non-profit organisaties die zich bezig houden met huiselijk geweld zijn met elkaar verbonden door een zogenoemde ‘ketenaanpak’. Alle productieprocessen in een bedrijfstak lopen namelijk geketend. Of het nou gaat over schoenen, bloemen, meubels of kleding. Er zijn hierbij meerdere organisaties verantwoordelijk voor het eindproduct. Wanneer er één onderdeel misgaat heeft dat effect op het eindproduct. Zo kan bij een overboeking van het hotel de gehele vakantie verpest zijn. (Janssen, 2012) Deze ketenaanpak wordt steeds vaker overgenomen door non-profitorganisaties. Denk hierbij aan de gezondheidszorg en het proces van een operatie. De datum wordt vastgelegd door de secretaresse, de intake gesprek wordt gedaan door een specialist en bij de operatie zelf zijn er meerdere specialisten en artsen aanwezig. Zij zijn allen afhankelijk van elkaar. Ook bij huiselijk geweld wordt deze ketenaanpak gehanteerd. In Nederland is er in iedere regio wel een speciale keten gevormd voor dit maatschappelijke probleem. De ketens zijn niet allemaal precies hetzelfde wegens decentralisatie, maar ze bevatten wel allemaal de volgende drie schakels met de bijhorende organisaties: front offices, back offices en verwijzers. (Janssen, 2012) 7.1 De front offices De front offices zorgen voor een ingang naar hulp. In het boek worden de volgende bijbehorende organisaties beschreven: - Steunpunt huiselijk geweld In Nederland zijn er veertig van deze steunpunten gevestigd. Dit steunpunt ‘is het aanmeldpunt dat ervoor zorgt dat na een melding van huiselijk geweld slachtoffers, plegers en getuigen naar de juiste instanties worden doorverwezen voor hulp, behandeling of opvang.’ (Janssen, 2012) Bij deze steunpunten is er sprake van laagdrempeligheid en dus het eerste punt waar de mensen zich melden voor hulp. Verder heeft het steunpunt een regiefunctie. Zo wordt er gezorgd dat de instanties die hulp geven aan een gezin goed gecoördineerd worden. Dit wordt o.a. gedaan door het maken van duidelijke afspraken en het evalueren van de geholpen gezinnen. (Janssen, 2012) (Douma, 2012) - Advies- en Meldpunten Kindermishandeling In iedere provincie is er minimaal één Advies- en Meldpunten Kindermishandeling. Iedereen die een vermoeden heeft dat er bij een gezin sprake is van kindermishandeling kan hier anoniem terecht. Hierbij wordt er eerst advies gegeven aan de persoon die het vermoeden heeft. De persoon moet er namelijk zeer zeker van zijn dat er daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld, in plaats van bijvoorbeeld een cultureel verschil van opvoeden. Wanneer er sprake is van huiselijk geweld wordt de schade van de kinderen geschat en op basis hiervan wordt er bepaalde hulp ingezet. De welzijn van het kind gaat hierbij voor alles. (Janssen, 2012)(Douma, 2012) - Veiligheidshuizen Er zijn in totaal 45 Veiligheidshuizen in Nederland. ‘Veiligheidshuizen zijn opgezet met de taak samenhang aan te brengen tussen enerzijds de organisaties die betrokken zijn bij de strafrechtelijke bejegening van daders en slachtoffers van strafbare feiten, en anderzijds de organisaties die een actieve rol in de preventie sfeer of in de nazorg hebben.’ (Janssen, 2012) Hierdoor wordt herhaling voorkomen en krijgen de slachtoffers direct de juiste hulp aangeboden.
12
Een Veiligheidshuis bevat een samenwerkingsverband met OM, gemeenten, welzijns- of hulpverleningsorganisaties, reclasseringsorganisatie, politie en Raad voor de Kinderbescherming. Met deze zogenoemde ketenpartners wordt er gezorgd voor een vermindering van overlast en criminaliteit. (Janssen, 2012) Deze ketenpartners bouwen samen ketendossiers op. ‘Zo vormt een Veiligheidshuis een informatieknooppunt waar ketenpartners informatie kunnen uitwisselen over gepleegde of vermoede criminaliteit in hun werkgebied.’(Janssen, 2012) - Centra voor Jeugd en Gezinnen Wanneer jongeren en ouders vragen hebben over opgroeien en opvoeding kunnen zij naar een Centrum voor Jeugd en Gezinnen. ‘Het is een samenwerkingsverband van de gemeente en een aantal instanties zoals jeugdgezondheidszorg, maatschappelijk werk, Bureau Jeugdzorg, kinderopvang en scholen.’ (Janssen, 2012) Een Centrum voor Jeugd en Gezinnen herkent moeilijkheden in gezinnen, adviseert, verwijst mensen door geschikte hulp en coördineert de zorg. (Janssen, 2012)(Douma, 2012) 7.2 De Back Offices: lokale samenwerkingsverbanden Ook op lokaal worden er samenwerkingsbanden gevormd voor het maatschappelijke probleem huiselijk geweld. Zij zorgen voor een sluitende aanpak door het uitvoeren van de volgende taken: - De nieuwe meldingen worden doorgenomen. - Bepalen welke hulp geschikt is voor het gezin. - Bepalen welke persoon de hulp gaat begeleiden. - Informatie van het gezin plaatsen in een dossier. - Coördineren van de uitvoering van de hulp. - Zaken afsluiten en evalueren. (Janssen, 2012) Over de werkzaamheden van deze samenwerkingsverbanden wordt verantwoording afgelegd aan de betrokken hulpinstanties en het gemeentebestuur. Deze lokale samenwerkingsverbanden bevatten vaak de volgende ketenpartners: - Het algemeen maatschappelijk werk Het algemeen maatschappelijk werk is erg belangrijk voor het aanpakken van huiselijk geweld. Het biedt diverse hulp aan voor verschillende soorten problemen. Mocht een gezin met meerdere soorten problemen zitten, is dit een zeer geschikte plek om naar toe te gaan. Deze problemen kunnen worden opgelost d.m.v. individuele of groepsgesprekken, voorlichting presentaties, advies of bemiddeling. Deze vormen van hulp kunnen zowel ingezet worden voor de dader (bewustwording) als slachtoffer (trainingen voor zelfvertrouwen en sociale vaardigheden). (Janssen, 2012)(Douma, 2012) - Bureau Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg is er voor zowel de ouders als de kinderen. Ze zorgen ervoor dat de ontwikkelings- en opvoedingsproblemen opgelost worden door ondersteuning aan te bieden, kinderen individueel en in een groep te begeleiden en op te vangen. (Janssen, 2012)(Douma, 2012) - (Vrouwen)opvang Een opvang vangt de slachtoffers op en begeleidt hen. Deze opvangen zijn hard nodig. Jaarlijks worden er 14.500 vrouwen en kinderen opgevangen in een vrouwenopvang. Je hebt verschillende soorten opvanghuizen. Denk aan een tijdelijke opvang genaamd de crisisopvang, de time-outopvang voor een wat langere periode en safe-houses voor als er directe noodhulp nodig is. (Janssen, 2012)
13
- Geestelijke gezondheidszorg De overheid dient voor iedereen veiligheid te waarborgen, ook voor de slachtoffers van huiselijk geweld. Hierdoor heeft de overheid zelf de GGZ opgestart. In vrijwel iedere stad is er een meldpunt van de GGZ waar slachtoffers zich kunnen melden voor hulp. Vanuit daar worden zij verder geholpen. (Douma, 2012) - Politie Meldingen van huiselijk geweld komen vaak het eerst bij de politie terecht. ‘De politie heeft de taak de orde en veiligheid te bewaken en hulp te verlenen of hulp in te schakelen voor wie hulp behoeft.’ (Janssen, 2012) De politie werkt betreft huiselijk geweld samen met hulpinstanties om het geweld te doen stoppen. Het tijdelijk arresteren van de dader is namelijk niet genoeg om herhaling te voorkomen. (Janssen, 2012)(Douma, 2012) - Openbaar Ministerie Het OM schat in hoe en of een zaak strafrechtelijk vervolgt wordt. Vervolgens wordt er een strafdossier opgesteld en deze wordt aan de rechter overhandigd. Het OM wil vervolgens dat de dader buiten de straf ook de juiste behandeling krijgt. (Janssen, 2012) 7.3 Verwijzer Verwijzers zijn professionals en instanties die huiselijk geweld kunnen signaleren en melden, ondanks dat zij geen rol hebben bij de aanpak ervan. Denk hierbij aan huisartsen, leraren, kraamverzorgers of werkgevers. Deze professionals helpen ten eerst zover zij kunnen binnen hun eigen vakgebied, vervolgens kaarten zij het probleem aan bij een hulpinstantie. (Janssen, 2012)
14
8. Welke instrumenten worden er ingezet op huiselijk geweld? De professionals van de bovengenoemde instanties beschikken over een aantal instrumenten. Deze instrumenten geven bepaalde richtlijnen om met huiselijk geweld om te gaan. Wet- en regelgeving Huiselijk geweld is strafbaar. Dit wordt dan ook beschreven in het strafrecht. In tegenstelling tot vele andere delicten, kan de politie bij huiselijk geweld zonder aangifte een verdachte aanhouden. Deze persoon riskeert vervolgens een celstraf. Blijkt dat de verdachte de ouder of echtgenote is van het slachtoffer, kan de straf met een derde worden verhoogd. Ook bij dronkenschap tijdens het plegen van geweld zorgt voor een verhoogde straf. Daarnaast staan er in het Burgerlijk Wetboek wetten die van toepassing zijn op het huiselijk geweld. Zo bestaat er een regeling die ouders verplicht om hun kind in een veilige en geweldloze omgeving op te voeden. Hiermee wordt zowel fysiek als verbaal geweld bedoelt. (Janssen, 2012) In 2008 is er een nieuwe wet toegevoegd, genaamd Wet tijdelijk huisverbod. Bij een dreiging van huiselijk geweld kan de politie preventief optreden. De burgemeester legt de ‘dader’ een huisverbod op van tien dagen. Hierdoor kan hij/zij afkoelen en worden er slachtoffers voorkomen. Ook de Wet maatschappelijke ondersteuning heeft een rol bij huiselijk geweld. Deze wet bevordert de zelfstandigheid van de bevolking. Door deze wet zijn gemeenten verplicht om huiselijk geweld aan te pakken. Verder is er sinds 2012 een meldcode ingevoerd. Deze meldcode bestaat uit een stappenplan voor de professionals. Zo weten zij hoe er gehandeld moet worden bij vermoedelijk huiselijk geweld. (Janssen, 2012) Vastgestelde documenten Tussen gemeenten en hulpinstanties zijn er onderlinge afspraken gemaakt betreft het huiselijk geweld. Deze afspraken zijn vastgelegd in bepaalde documenten. Allereerst zijn er de intentieverklaringen. In deze verklaringen worden de voornemens voor een bepaalde periode vastgelegd van gemeenten en hulpinstanties. Deze voornemens zijn geen verplichtingen waar men zich aan dient te houden, wel biedt het een bepaalde houvast. Ook kan kunnen gemeenten en hulpinstanties doelen vastleggen in convenanten. Dit is een soort van plan van aanpak, waarbij er wordt beschreven hoe deze doelen bereikt worden. Aan deze afspraken dient zich gehouden te worden. Verder wordt er in protocollen de samenwerking beschreven. ‘Met protocollen kunnen allerlei praktische zaken geregeld worden: meldprocedures, intakeprocedures, verwijsafspraken, afspraken rond dossiervorming, registratie, privacy en klachtenregeling.’ (Janssen, 2012) Deze protocollen worden met name gebruikt door de uitvoerders. (Janssen, 2012) Informatieknooppunt Door de invoering van de Wet tijdelijk huisverbod is er het informatieknooppunt Huiselijk Geweld ontstaan. ‘Dat is een elektronische samenwerkingsruimte die beschikbaar is voor iedereen die bij de aanpak van huiselijk geweld een rol vervult.’ (Janssen, 2012) De gegevens van zowel de daders als de slachtoffers worden hier in vastgelegd. Deze gegevens bestaan uit de meldingen, hulptrajecten, opgelegde straffen, verslagen, etc. Op deze manier is iedere instantie die betrokken is bij de begeleiding enorm snel op de hoogte van de situatie. (Janssen, 2012)
15
Aware Wanneer een vrouw wordt bedreigt door haar (ex)partner, kan ze snel worden geholpen door Aware. Aware staat voor Abused Women’s Active Response Emergency. Het is een systeem waarbij er een snelle actieve reactie in gang wordt gezet voor mishandelde vrouwen. Het systeem werkt met een zender. Deze zender kan ze overal mee naar toe nemen. Met één druk op de knop wordt er een geheel traject in werking gezet. Ten eerst krijgt ze contact met een meldkamer, die een melding maakt bij de politie. Daarna wordt er een politiewagen gestuurd om de dader aan te houden. Op deze manier worden deze vrouwen beter beschermd. (Janssen, 2012)
16
9. Hoe gaat het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld in praktijk in zijn werk? In de afgelopen jaren zijn er enorm veel methodieken (programma’s en campagnes) ontwikkeld om huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden. Een methodiek wordt in het boek als volgt beschreven: ‘Een gestandaardiseerd geheel van systematisch uit te voeren activiteiten. Een methodiek is doorgaans gericht op de aanpak van een concreet probleem en heeft de volgende kenmerken: - Een methodiek richt zich op concrete doelen en heeft een nauw omschreven doelgroep. - Een methodiek is gebaseerd op een onderbouwende theorie. - Een methodiek is effectief. - Een methodiek is overdraagbaar. - Een methodiek kan alleen worden toegepast door beroepskrachten en organisaties die aan kwaliteitseisen voldoen.’ (Janssen, 2012) 9.1 Preventie methodieken Voorkomen is altijd beter dan genezen. Zo worden er veel slachtoffers bespaard en het scheelt enorm veel overheidsgeld. Je hebt drie verschillende soorten preventie activiteiten, namelijk algemene, selectieve en geïndiceerde preventie. Algemene preventie richt is op een brede (algemene) doelgroep. Het bestaat uit laagdrempelige activiteiten zoals voorlichtingen. Selectieve preventie richt zich op een doelgroep met een verhoogde kans op huiselijk geweld. Hierbij wordt er groepsgewijs de risicofactoren teruggedrongen als weerbaarheid. De geïndiceerde preventie staat juist het voorkomen van herhaling en de gevolgen tegen te gaan. Deze preventie richt zich op een specifieke groep, namelijk de daders en kinderen/slachtoffers die veel geweld hebben meegemaakt. (Janssen, 2012) De preventie methodieken zijn onder te verdelen in vier verschillende groepen: kinderen en jongeren, volwassenen, ouders en kinderen, mensen met een verstandelijke beperking en potentiële daders. (Janssen, 2012) Door de preventie methodieken voor kinderen en jongeren weten zij hoe je moet agressiviteit om moet gaan. Daarnaast worden ze erop getraind om hun keuzevrijheid te vergroten. Enkele voorbeelden hiervan zijn: - Marietje Kessels en Werken aan wendbare weerbaarheid: Deze methodiek wordt op basisscholen en middelbare scholen gegeven en vergroten de weerbaarheid tegen agressiviteit. - Love limits: Deze methodiek verkleint de kans van meisjes om de prostitutie in te komen. - Rots en Water: Deze methodiek wordt gegeven op basisscholen, middelbare scholen, jeugdhulpverlening en jeugddetentie. Het helpt de kinderen en jongeren om negatieve energie om te zetten naar positiviteit en meer respect te krijgen voor de mensen om hen heen. - Girls’ Talk: Deze methodiek is speciaal ontwikkeld voor lager opgeleide meiden. In groepsverband wordt hen aangeleerd om een duidelijke grens aan te geven bij seksueel gedrag van jongens. - Maak seks lekker duidelijk: Deze methodiek is een landelijke campagne die jongeren grensoverschrijdend gedrag laat herkennen en te leren hoe zij daar op in moeten grijpen. - Your Right 2Choose: Dit is een landelijke campagne die huwelijksdwang en achterlating signaleert en bestrijdt. De jongeren wordt bijgebracht dat huwelijksdwang in onze maatschappij niet thuis hoort en strafbaar is. - Crush!?: Dit is een landelijke theatercampagne waarbij jongeren wordt bijgebracht wanneer een relatie gezond is en wanneer niet. (Janssen, 2012)
17
De preventie methodieken voor volwassenen zijn vaak specifiek gericht op allochtonen, asielzoekers en vluchtelingen. Dit zijn moeilijk bereikbare doelgroepen met een andere cultuur. In die cultuur wordt er anders tegen huiselijk geweld aangekeken en daarom zijn er de volgende methodieken ontwikkeld: - Weerbare moslima’s: Dit is een training speciaal voor moslima’s. Het stimuleert hen om mee te doen aan de emancipatie van de moslima’s door de weerbaarheid te vergroten. - WE CAN: Dit is een internationale campagne waarbij er specifiek gericht wordt op het stoppen van geweld tegen vrouwen. Daarnaast vergroot de campagne het verantwoordelijkheidsgevoel voor eigen gedrag. - Doorbreek Huiselijk Geweld – Praat erover: Dit is een campagne die is opgericht door de Nederlandse Vrouwen Raad. Met deze campagne wordt de weerbaarheid van de vrouwen vergroot door het bespreekbaar te maken. (Janssen, 2012) De preventie methoden voor ouders en kinderen zijn er voor het verbeteren van de opvoeding. Hiervoor zijn verschillende methodieken opgestart: - Voorzorg: Dit is een methodiek voor jonge vrouwen die een kindje verwachten. Zij krijgen bepaalde opvoedingsondersteuning voordat het kind geboren wordt. - TripleP: Dit is een methodiek met tips voor zorgt dat kinderen positiever worden opgevoed. - Opvoeden Zo: Dit is een cursus voor ouders waarbij er aandacht wordt besteed aan alledaagse opvoedingsproblemen. Hierdoor leren zij het gewenste gedrag aan. - Families First: Dit is een methodiek die ervoor zorgt dat crisissituaties zo snel mogelijk worden opgelost, waardoor de kinderen niet uit huis geplaatst hoeven te worden. Hierbij wordt er laagdrempelige ondersteuning aangeboden om escalerend geweld te voorkomen. - 10 voor Toekomst: Dit is een methodiek waarbij gezinnen begeleidt worden met financiën, opvoeding, scholing en netwerkverbetering. Hierdoor wordt het gezin weer op de rails gezet. - Respectvol Omgaan Met Elkaar: Dit is een methodiek speciaal om ouders bewust te maken van het hebben van respect. Zo krijgen ze inzicht in de gevolgen van huiselijk geweld in het bijzijn van kinderen. (Janssen, 2012) Mensen met een verstandelijke beperking krijgen ook te maken met huiselijk geweld. Daarom zijn er voor deze doelgroep de volgende preventie methodieken opgestart: - Baas over mijn eigen lijf: Dit is een lespakket die mensen met een verstandelijke beperking aanleert om zich weerbaar te maken tegen huiselijk geweld. - Praten over seks: Dit is een methodiek die mensen met een verstandelijke beperking hebt bij de seksuele ontwikkeling. Hierbij komt ook weerbaarheid aanbod. (Janssen, 2012) Tot slot zijn er preventie methodieken ontwikkeld voor potentiële daders. Dit zijn mensen die al enig incidenteel huiselijk geweld veroorzaakt heeft, maar er is nog geen structureel patroon in te herkennen. In de methodieken worden zij bewust gemaakt van de gevolgen van de slachtoffers. Daarnaast leren zij om te gaan met de agressiviteit die zij voelen. De volgende methodieken zijn er opgericht voor deze doelgroep: - Als ik hem was: In deze film wordt huiselijk geweld bespreekbaar gemaakt door allochtone daders die hun verhaal doen. Bij deze film hoort een handleiding met tips om huiselijk geweld bespreekbaar te maken door zowel getuigen en omstanders als de daders zelf. - Agressie de baas: Dit is een cursus voor mannen die problemen hebben met het onder controle krijgen van hun agressieve gedachten. (Janssen, 2012)
18
9.2 Hulpverlenende methodieken Ieder slachtoffer heeft behoefte aan een ander soort hulp. Dit hangt af van de ernst van de verwondingen en hoe het slachtoffer het geweld ervaren heeft. Het doel van de hulp is dat de slachtoffers traumatische ervaringen kunnen verwerken, je weer verbonden voelen met jezelf en je zelfrespect terug te winnen. De hulpverlenende methodieken kunnen net als de preventie methodieken onderverdeeld worden in vier verschillende groepen, namelijk jongeren en kinderen, gezinnen, mensen met een verstandelijke beperking en plegers. Daarnaast weergeef ik kort een stuk over hulp via internet. (Janssen, 2012) Kinderen en jongeren kunnen zowel slachtoffer als getuige zijn van huiselijk geweld. De groep die zelf slachtoffer is zijn vaak erg getraumatiseerd. Voor hen zijn de volgende methodieken ontwikkeld waarbij ze leren om zichzelf te uiten en het veiligheidsgevoel weer terug te krijgen: - Kamil: Dit is een methodiek waarbij jonge kinderen zich proberen te uiten door het maken van tekeningen en spelletjes te spelen. De ouders worden hierbij betrokken. - Let op de kleintjes: Dit is een methodiek waarbij basisschoolkinderen zich leren te uiten en zo te beginnen met het verwerkingsproces. - Als muren kunnen praten: Dit is een methodiek voor de wat oudere kinderen, waarbij er in groepen wordt gewerkt aan het verwerkingsproces. - Tijd voor Toontje: Dit is een methodiek voor vrouwen en kinderen dat gegeven wordt in de vrouwenopvang. Anders dan de eerder genoemde methodieken voor jongeren en kinderen is huiselijk geweld nog niet gestopt bij deze groep. (Janssen, 2012) Er is ook nog een groep kinderen en jongeren die zelf niet het slachtoffer zijn van huiselijk geweld, maar het wel gezien hebben. Voor deze kinderen zijn de volgende methodieken ontwikkeld om te voorkomen dat zij een trauma op zullen lopen: - Als het misgaat bel ik jou: Dit is een methodiek waarbij er een sociale netwerken wordt gecreëerd met bijvoorbeeld grootouders en buren. Daarnaast wordt er een veiligheidsplan geschreven. - Als muren kunnen praten: Dit is een training voor jongeren waarbij de ouders worden betrokken. Deze training bestaat uit informatiebijeenkomsten en een aantal gesprekken waar er gericht wordt op de veiligheid, wensen van het kind, respect en samenwerken. (Janssen, 2012) Er zijn (natuurlijk) ook hulpverlenende methodieken voor volwassenen. Hierbij wordt er aandacht besteed aan het verwerken van traumatische ervaringen, verminderen van de klachten en zelfrespect terug te winnen. In het boek worden de volgende hulpverlenende methodieken beschreven als voorbeeld: - Vroeger en verder: Dit is een cursus waarbij vrouwen met een posttraumatische stressstoornis worden geholpen. Zij kampen met terugkomende herinneringen, woede, schuldgevoel, stemmingswisselingen en schaamte. Met deze cursus krijgen de vrouwen meer controle hierover. - Uit de schaduw van de ander: Dit is een methodiek waarbij vrouwen geholpen worden om de geweldscyclus (beschreven bij vraag één). Daarnaast werken zij hier aan zelfontplooiing en het verwerken van de traumatische ervaringen. (Janssen, 2012)
19
Een gezin raakt uit balans als er sprake is van huiselijk geweld. Aangezien er nooit één concrete dader of slachtoffer aan te wijzen is, wordt het gehele gezin gezien als één cliënt. Bij het aanpakken van huiselijk geweld in gezinnen wordt het geweld gestopt door: - ‘Het vergroten van de draagkracht van het gezin en het verkleinen van draaglast. - Het verbeteren van het functioneren van ieder gezinslid. - Het helpen van de gezinsleden bij het (her)krijgen van autonomie en van grip op de situatie. - Het vergroten van de onderlinge betrokkenheid van de gezinsleden. - Het ontwikkelen van nieuwe vormen van (onderlinge) communicatie. - Het(h)erkennen van ieders behoeften. - Empowerment, mobiliseren van eigen kracht van ieder gezinslid. - Het versterken van het netwerk van de gezinsleden.’ (Janssen, 2012) De volgende methodieken zijn er ontwikkeld voor gezinnen: - Op de Rails: Bij deze methodiek worden gezinnen begeleidt waarbij huiselijk geweld een enorm grote rol speelt in het dagelijks leven. - CLAS-H: Dit is een methodiek waarbij gezinnen worden geholpen als er sprake is van zowel seksueel misbruik als huiselijk geweld. Deze gezinnen worden op de manier geholpen waar zij behoefte aan hebben. Dit kan zowel in groepsverband zijn als individueel. Hierbij worden de problemen bespreekbaar gemaakt. - Eigen Kracht-conferenties: Deze methodiek bestaat uit drie fasen. Allereerst wordt de dader of het slachtoffer geïnformeerd door de hulpverlener. In de tweede fase gaat de persoon met zijn netwerk (familie of vrienden) een plan maken hoe de situatie verbetert kan worden. In de derde fase wordt het plan uitgevoerd. De uitgenodigde personen helpen de dader/het slachtoffer hiermee en de hulpverlener ziet hier op toe. (Janssen, 2012) Mensen met een verstandelijke beperking lopen doorgaans meer kans op huiselijk geweld, doordat zij zich moeilijk kunnen verweren. Hierdoor zijn er verschillende methodieken opgestart voor deze doelgroep: - Hé kijk mij nou: Dit is een methodiek voor vrouwen die minimaal één kind hebben met een verstandelijke beperking. Hierbij wordt er geprobeerd om de geweldscyclus te verbreken. - Traumabehandeling: Dit is een methodiek waarbij posttraumatische stressstoornissen van kinderen met een verstandelijke beperking worden aangepakt. - Baas van het gesprek: Dit is een methodiek waarbij er een individueel gesprek plaatsvindt met de dader of slachtoffer die een verstandelijke beperking heeft. Hierdoor kan er een goede diagnose gesteld worden. (Janssen, 2012) Hulp voor de slachtoffers is pas effectief als er ook hulp aangeboden wordt voor de daders. Deze hulp wordt zowel vrijwillig als gedwongen gegeven aan daders. De volgende methodieken zijn er voor de daders: - GRIP: Dit is een methodiek voor mannen die geweld hebben gepleegd tegen hun partner en hiervoor naar de strafrechter moeten. - Een Veilig Huis Utrecht: Hierbij wordt de dader behandeld door een psycholoog. De hulp verschilt per cliënt, dat hangt af van waar de behoefte ligt. - Samen werken tegen agressie: Deze methodiek is speciaal ontwikkeld voor Turkse en Marokkaanse daders. Met deze methodiek worden gewelddadige uitspattingen voorkomen. (Janssen, 2012)
20
Tegenwoordig zoekt en vindt men steeds meer hulp via internet. Een aantal jaren geleden kon je alleen maar informatie en enige voorlichting vinden op het internet. Tegenwoordig is er meer actieve hulp te vinden op het internet zoals mailen, chatten en zelftesten. Deze manier van hulpverlening is erg laagdrempelig en bereikbaar. Ook voelt de hulpzoeker zich anoniem, omdat de persoon aan de andere kant hem/haar niet kent. Ook voor huiselijk geweld is er hulp te vinden op het internet. Hier volgen een aantal voorbeelden: - Interapy.nl: Deze website is opgestart voor depressieve jongeren die gewelddadige ervaringen hebben meegemaakt. Op deze website zijn schrijfopdrachten te vinden die bijdragen aan het verwerkingsproces. - Hulpmix.nl: Op deze website is een informatief programma te vinden die gaat over gevoel, seksualiteit, school, geweld en relaties. Daarnaast is er een forum aanwezig waar jongeren elkaar kunnen helpen met problemen die zij ondervinden. Doordat zij anoniem een bericht kunnen achterlaten hoeven zij zich niet te schamen. - Veiligsamen.nl: Dit is een hulpverleningssite waar mensen die (signalen van toekomstig) geweld hebben meegemaakt. Hier kunnen zij over chatten met hulpverleners. (Janssen, 2012) 9.3 Nazorg methodieken ‘Het belangrijkste doel van nazorg is de positieve ontwikkelingen uit het hulpverleningstraject te waarborgen, de geboekte resultaten te behouden en terugval te voorkomen. Bij methodieken voor nazorg wordt daarom zorg en steun gegeven na eerder geboden hulpverlening en worden voorwaarden gecreëerd waarmee de veiligheid gehandhaafd kan blijven.’ (Janssen, 2012) De nazorg bestaat vaak uit intensieve programma’s en wordt zowel aan de slachtoffers, getuigen als plegers vertrekt. Het boek gaf geen voorbeeld van een nazorg methodiek. (Janssen, 2012)
21
10. Welke rol heeft de overheid in het oplossen van huiselijk geweld? De overheid speelt verschillende rollen in het oplossen van huiselijk geweld. Enkele zaken zijn ook in hoofdstuk 7 en 8 al besproken. Kaderstellende rol Allereerst zorgt de overheid voor bepaalde wet- en regelgeving. Zo heeft de overheid het ‘besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ in gang gezet. Hierdoor is er een vaste en duidelijke vorm van hulpverlening vastgelegd om zo ieder slachtoffer te helpen. Daarnaast is er de ‘wet huisverbod’ ingevoerd waardoor er een huisverbod opgelegd kan worden, ter afkoeling van de dader. (Overheid.nl, 2014) (Douma, 2012) Handhavende rol De politie gaat waarborgt de veiligheid in Nederland. Ook signaleert de politie huiselijk geweld en houdt de politie de dader aan. De politie treft vaak als eerste het slachtoffer aan. Het is dan ook de taak van de politie om het slachtoffer goed op te vangen. (Raadsleden en veiligheid, 2014)(Douma, 2012) Strafrechtelijke rol Verder schat het OM in hoe en of de zaak strafrechtelijk vervolgt wordt. Ze maken een strafdossier en overhandigen dit aan de rechter. Hierdoor hebben zij ook een rol in het oplossen van huiselijk geweld. (Janssen, 2012) (Raadsleden en veiligheid, 2014) Samenwerkende rol Daarnaast werken gemeenten nauw samen met hulpinstanties. De gemeente ‘coördineert, faciliteert en monitort. Ook het verbeteren en verbreden van de ketenaanpak is een belangrijke taak van de gemeente.’ (Raadsleden en veiligheid, 2014) Hulpverlenende rol Tot slot biedt de overheid veiligheidshuizen aan. Deze veiligheidshuizen zorgen ervoor dat herhaling wordt voorkomen en de slachtoffers de juiste hulp krijgen. Daarnaast is een Veiligheidshuis een informatieknooppunt. Er wordt informatie uitgewisseld over criminaliteit betreft huiselijk geweld. (Janssen, 2012)
22
11. Mijn bestuurskundige mening Sinds vorig jaar is er voor de hulpverleners een stappenplan, genaamd meldcode, ingevoerd door de overheid. Door dit stappenplan is er duidelijkheid gecreëerd over hoe er hulp geboden moet worden aan slachtoffers van huiselijk geweld. Voor de slachtoffers is er daarentegen minder duidelijk over hoe zij deze hulp moeten vinden. Er zijn namelijk meer dan honderd instanties waar slachtoffers terecht kunnen. Deze instanties bestaan uit veiligheidshuizen, steunpunten, advies- en meldpunten en hulpcentra. Hierdoor weet het slachtoffer niet meer bij welke instantie hij/zij het beste terecht kunnen en hoe zij deze hulp kunnen bereiken. Dit zorgt ervoor dat er veel slachtoffers niet bij de juiste instantie terecht komen of zelfs niet zoeken naar hulp. Zo wordt de geweldscyclus niet gestopt en/of houden de slachtoffers meer schade over dan nodig is. Daarom adviseer ik de overheid om een zogenoemde meldcode voor de slachtoffers te creëren. Het beste zou zijn als er één hulpinstantie alle nieuwe slachtoffers binnenhaalt en doorstuurt naar de juiste helper. Deze instantie moet goed bereikbaar zijn door het hebben van een noodnummer, duidelijke website, forum en e-mail. Daarnaast moeten de slachtoffers er dag en nacht terecht kunnen en is de instantie voor iedereen bereikbaar binnen een straat van 20 kilometer.
23
12. Bronnenlijst -
Dourna, L., & Hoes, M. (2012). Handelen bij kindermishandeling en huishoudelijk geweld. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers. Janssen, H., & Wentzel, W. (2012). Basisboek huishoudelijk geweld (2e druk). Bussum: Coutinho. Overheid.nl. (2014). Wetten huiselijk geweld. Geraadpleegd op 30 september 2014, van http://wetten.overheid.nl/BWBR0033723/geldigheidsdatum_30-09-2014#Opschrift Raadsleden en veiligheid. (2014). Huiselijk geweld. Geraadpleegd op 2 oktober 2014, van http://www.raadsledenenveiligheid.nl/veiligheidsthemas/huiselijk-geweld Timmermans, T. (2005). Wat huiselijk geweld met je doet. Zoetermeer: Boekencentrum.
24
13. Reflectie - Hoe is het proces van uitvoering van mijn blokplan verlopen? Allereerst las ik de literatuur door. Hierna onderzocht ik welke hoofdstukken bij welke deelvraag hoorde. Terwijl ik hier mee bezig was realiseerde ik me dat één deelvraag niet beantwoord kon worden. Daar was namelijk niet de juiste informatie over te vinden in de literatuur. Daarnaast bleek dat ik meerdere deelvragen aan het onderzoek kon toevoegen, om zo een beter beeld te krijgen van het maatschappelijk probleem. Uiteindelijk had ik geen zes, maar elf deelvragen. Ook merkte ik dat de literatuur erg op elkaar leek. Zo werd er in de drie boeken op hoofdlijnen dezelfde onderzoeken, cijfers, effecten, oplossingen enzovoorts beschreven. Nadat ik wist welke hoofdstukken ik voor iedere deelvraag wilde gebruiken, begon ik beantwoorden van de deelvragen. Hiermee was ik langer bezig dan verwacht, want ik moest alle hoofdstukken weer doorspitten én de teksten omzetten in eigen woorden. Dit was achteraf gezien dus niet zo handig. Nadat ik de deelvragen beantwoord had, gaf ik mijn bestuurskundige mening over de oplossingen van het maatschappelijk probleem. Hier had ik redelijk veel moeite mee. Ik had namelijk niet gedacht dat er zo ontzettend veel gedaan werd aan het maatschappelijke probleem. Het was erg moeilijk om nog verbeteringen te vinden. Ik heb hier dan ook erg lang over nagedacht. Na het afmaken van mijn bestuurskundige mening gaf ik structuur aan het verslag en deed ik een spellingscontrole. Vervolgens was het verslag af. - Bij mijn volgende blokplan zou ik de volgende zaken anders aanpakken: Terwijl ik bezig was met de vergelijkende literatuurstudie bleek dat de inhoud van de literatuur erg veel op elkaar leek. Hierdoor werd het onmogelijk voor mij om een vergelijkende literatuurstudie te houden. Dit is een punt waar ik had op moeten letten. Ook heb ik de tijdsplanning niet geheel goed uitgevoerd. Zo heb ik volgens de tijdsplanning van mijn blokplan maar twee verschillende activiteiten uitgevoerd, namelijk: het lezen van literatuur en het schrijven van het verslag. Nu blijkt dat het uitvoeren van een literatuurstudie uit meerdere taken bestaat. Je kunt niet een boek lezen en er direct een gestructureerd verslag overschrijven. Ik heb dus niet vooraf niet met alle activiteiten rekening gehouden. Daarnaast heb ik dubbel werk gedaan door eerst de literatuur door te lezen, dan de bijpassende hoofdstukken te zoeken en vervolgens bij het beantwoorden van de deelvragen weer de literatuur door te spitten. Het was niet nodig geweest om de literatuur als eerst door te lezen, want bij het beantwoorden van de deelvragen moest ik dat nogmaals doen. Dit heeft me dan ook veel tijd gekost. - De door mij, in het blokplan aangegeven, BSK competenties zijn op de volgende manier ontwikkeld/verbeterd: De bachelor kan politiek strategische keuzes overzien voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken – niveau 2 Deze competentie heb ik ontwikkeld, want ik heb het maatschappelijke probleem vanuit verschillende invalshoeken geanalyseerd. De bachelor kan praktijkgericht onderzoeken verrichten – niveau 3 Deze competentie heb ik ontwikkeld, omdat ik een onderzoek heb gedaan naar een maatschappelijk probleem en hierover heb gerapporteerd aan de hand van een onderzoeksverslag. Hierover heb ik in mijn bestuurskundige mening een aantal aanbevelingen/verbeteringen geplaatst.
25
- In vergelijking met het blokplan hebben mijn activiteiten me daadwerkelijk de volgende hoeveelheid tijd gekost: Activiteit Zoeken naar de juiste literatuur Literatuur lezen Hoofdstukken bij deelvragen zoeken Beantwoorden van de deelvragen en het geven van mijn bestuurskundige mening Het schrijven en controleren van het verslag Schrijven van de reflectie Totaal
Geschatte uren Niet geschat.
Daadwerkelijke uren 2 uur
50 uur en 40 minuten Niet geschat.
33 uur 1 uur
Niet geschat.
15 uur
4 uur
5 uur
Niet geschat
1 uur
54 uur en 40 minuten
59 uur
Toelichting: Voordat ik echt begon aan de daadwerkelijke literatuurstudie, heb ik gezocht naar literatuur. Het was erg moeilijk om deze te vinden. Uiteindelijk ben ik er zo’n 2 uur mee bezig geweest. In de handleiding van de ILL stond dat je bij het lezen van literatuur uit moest gaan van 15 bladzijdes per uur. Hieruit bleek dus dat ik over de literatuur 50 uur en 40 minuten zou doen. Ik lees echter veel sneller, waardoor ik er achteraf 33 uur over heb gedaan. Daarnaast had ik vooraf niet bedacht dat ik de literatuur bij de deelvragen moest gaan zoeken. Hier heb ik uiteindelijk een uur over gedaan. Bij het beantwoorden van de deelvragen moest ik weer de hoofdstukken doorspitten. Daarnaast moest ik ondertussen de teksten beknopt weergeven in mijn eigen woorden. Ik had hier erg veel moeite mee en heb er dus uiteindelijk langer over gedaan dan gedacht. Tot slot bracht ik structuur aan het verslag aan en voegde ik een voorwoord, inhoudsopgave en inleiding toe. De antwoorden op de vragen had nog niet erg netjes weergegeven, omdat ik er te lang achterelkaar aan had gewerkt. Sommige stukken moest ik dus deels herschrijven. Tot slot schreef ik een reflectie. Hier ben ik uiteindelijk 1 uur mee bezig geweest. Uiteindelijk ben ik zo’n 59 uur bezig geweest met de individuele leerlijn.
26