VERDER MET DE LIEFDE Twee zomers over de liefde
Ds. J.J. Ruitenberg
relibris
Ds. J.J. Ruitenberg, geb. 11 maart 1944 in Amersfoort, diende de volgende gemeenten: 7 februari 1971: Hervormde Gemeente Nieuw Vennep-Abbenes 15 juni 1975: Hervormde Gemeente Vianen 4 maart 1984: Hervormde Gemeente Leusden 13 december 1992: Hervormde Gemeente Maarn-Maarsbergen 8 juni 2007: Protestantse Gemeente te Maarn-Maarsbergen 1 februari 2008: Emeritus predikant
Afbeelding op de voorkant: Icoon gemaakt in klooster in Toplou op Kreta. Christus toont de tekst uit Johannes 15:12 “Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad.”
isbn 978 90 5302 003 6 Productie: uitgeverij relibris, Gorinchem/Utrecht www.relibris.nl Foto’s: www.photos.com en archief auteur. Niets uit deze uitgave mag verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, Internet of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de auteur.
Inhoud Voorwoord
5
1. Een weg omhoog
9
2. De liefde is lankmoedig
15
3. De liefde is goedertieren
21
4. De liefde is niet afgunstig
27
5. De liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen
33
6. De liefde kwetst niemands gevoel
39
7. De liefde zoekt zichzelf niet
45
8. De liefde wordt niet verbitterd
51
9. De liefde is geen boekhouder van het kwaad
57
10. De liefde verheugt zich niet over het onrecht,
63
maar vindt vreugde in de waarheid 11. De liefde bedekt alles, tegen alles in gelooft zij, in alles hoopt zij, in alles volhardt zij
69
“Dit bid ik, dat uw liefde blijft groeien door inzicht en fijnzinnigheid, zodat u kunt onderscheiden waar het op aankomt”. Fil. 1: 10
Voorwoord Ik weet niet of deze relatie me wel genoeg oplevert, zei een jonge vrouw tegen me tijdens een indringend gesprek, waarin ze vertelde over de moeilijkheden in haar huwelijk. Op het moment, dat ze dit zei kon ik dat erg met haar meevoelen. Toch bleef het me bezig houden en vroeg ik me af of er echt geen toekomst meer was voor dit huwelijk. Ik zag alleen niet hoe ik haar verder zou kunnen helpen. In diezelfde tijd was ik bezig met de voorbereiding van een huwelijksdienst. Zoals menig bruidspaar had ook dit bruidspaar gekozen voor het dertiende hoofdstuk van de brief van Paulus aan de Korintiërs. Toen ik met dit gedeelte bezig was, werd het me duidelijk, dat liefde niet vraagt: wat levert het me op, maar wat kan ik voor jou betekenen? Ik heb toen een brief geschreven aan deze jonge vrouw, die haar weg zocht in de problemen van haar huwelijk en gezegd: probeer je vraag eens om te keren. Vraag jezelf eens af of jij wel voldoende voor je man kunt betekenen…. Dit voorval illustreert hoe je in de omgang met de bijbel verrast kunt worden door een andere invalshoek, die je verder kan helpen, verder in de liefde…. Wie dit ‘Hooglied van de liefde’ leest en overdenkt, zal ontdekken dat het je steeds weer andere aspecten van de liefde laat zien. Twee zomers heb ik er in mijn huidige gemeente over gepreekt. Het verraste me hoeveel er over te zeggen is, maar ook hoe wezenlijk anders je gaat denken en gaat voelen als je iedere zin, stuk voor stuk, tot je door laat dringen en zo dichter komt bij de Bron van de Liefde.. Waar ik het zelf probeerde toe te passen, merkte ik hoezeer het inderdaad een weg omhoog is… Veel reacties kreeg ik op deze preken. Dat heeft me gestimuleerd om deze elf preken te bundelen ter gelegenheid van mijn afscheid als predikant van de Protestantse Gemeente te Maarn-Maarsbergen, die ik ruim 15 jaar heb mogen dienen. Het is tevens mijn afscheid als dienstdoend predikant. Met dankbaarheid kijk ik terug op de jaren, die ik heb mogen werken in de kerk. Een preek maken vond ik het moeilijkste van het predikantschap.
Veel steun heb ik in de loop van de jaren ondervonden van Marry, mijn vrouw, met haar nuchtere en praktische kijk op dingen en haar inbreng vanuit haar werk als psycholoog. Ook het commentaar van onze drie dochters en hun partners kreeg steeds meer waarde. Ik voel me bevoorrecht, dat mijn emeritus-collega ds. Betty Holtrop, die vlakbij ons woont, steeds een inspirerende en stimulerende gesprekspartner is, o.a. bij de voorbereiding op de zondagse diensten. Dankbaar ben ik ook voor al die gemeenteleden, die me in vertrouwen wilden nemen. Ook in mijn preken was ik met hen in gesprek en mocht ik doorgeven wat zij mij lieten zien. Mijn gemeenteleden zullen veel van mij herkennen bij het lezen van deze preken. Verder hoop ik, dat dit boekje veel mensen kan helpen bij het zoeken van hun weg in de liefde. Maarn, januari 2008
1. Een weg omhoog!
1 Kor. 12:31
1 Corinthe 13 is bij menig bruidspaar een geliefd hoofdstuk. Misschien zijn er vanmorgen wel hier in de kerk mensen bij wie dit gedeelte op hun trouwdag ook centraal stond. Zo was dat ook het geval bij het huwelijk, dat ik deze week in mocht zegenen. Toen ik met dit gedeelte bezig was ontdekte ik, dat er eigenlijk veel meer inzit dan ooit in een trouwpreek ter sprake kan komen. Daarom wil ik proberen om er deze zomer een paar keer over te preken. Over liefde wordt heel veel gesproken en misschien nog wel meer gezongen. Ik weet niet hoe het u daarbij vergaat, maar bij veel liedjes heb ik het gevoel: is dat het nou? Het tegenovergestelde heb ik als ik 1 Corinthe 13 lees. Hoewel ik niet alle zinnen kan doorgronden en de reikwijdte ook niet helemaal kan bevatten heb ik toch het gevoel, dat dit hoofdstuk raakt aan de geheimen van het leven. Daarom wil ik proberen of we daar samen iets verder in door kunnen dringen en of het ons dan ook kan helpen om meer vanuit de liefde te leven. Het eerste dat me dan opvalt is, dat hier staat DAT DE LIEFDE EEN WEG IS. In het voorafgaande hoofdstuk heeft Paulus geschreven over de verschillende gaven die er in de gemeente zijn en dat zijn er blijkbaar nogal wat als je het zo leest. Maar ook al zijn er genoeg begaafde mensen in de gemeente van Corinthe, toch is het geen fijne gemeente. Er is rivaliteit en verdeeldheid. Men laat zich voorstaan op de gaven die men heeft. De één voelt zich nog belangrijker dan de ander. Iedereen is met zijn eigen zaakje bezig. Het gevolg is, dat het gemeenteleven in het slop zit. Ze zitten op een doodlopende weg. Met alle begaafdheid en deskundigheid die ze in huis hebben, komen ze tot niets. Hoe komt dat toch denkt Paulus. En dan is het alsof hij het ineens ziet: die hele warboel daar in Corinthe is te herleiden tot één factor. Aan deskundigheid geen gebrek, maar waar het aan ontbreekt is LIEFDE. Al die gaven op zich zijn prachtig. Wees er maar blij mee, zegt Paulus. Maar ze zijn er niet voor zichzelf. Ze zijn geen doel op zich. Ze moeten ergens toe leiden en dat doen ze niet zonder de liefde. Paulus ziet dan ineens hoe de liefde een weg is waarover al die gaven tot hun recht kunnen komen. Pas door de liefde bereik je elkaar van hart tot hart
en vinden al die gaven hun weg. Door de liefde komt er verband in en dienen al die gaven hetzelfde doel. Zonder de liefde blijven al die voortreffelijke dingen op zichzelf staan. Een hamer wordt pas een prachtig gereedschap in de handen van een timmerman, die er met vakmanschap en toewijding mee werkt. Zonder de handen van die timmerman is die hamer niets, een zinloos stuk gereedschap. Zo is het ook met allerlei gaven en deskundigheden die God ons schenkt. Je kunt wel heel veel boekjes gelezen hebben over hoe je b.v. kinderen op moet voeden, maar als je geen liefde voor ze hebt dan wordt het niets. Er kan heel veel deskundigheid zijn, maar als je geen hart voor de zaak hebt dan is die deskundigheid zelden bruikbaar.
10
Al ware het dat ik met de talen der mensen er der engelen sprak en al ware het dat ik iets briljants presteer, maar had de liefde niet…. Ik ware niets, want het bereikt zijn doel niet. Zonder de liefde hoor je wel iets, maar het zegt niets. Het is lawaai zonder inhoud, niet meer dan een rinkelende cimbaal. Er wordt wel een heleboel gezegd, maar het zegt je niets. Het komt niet over. Het bereikt geen mens en daarom dient het nergens toe. Het is als met de torenbouw van Babel. Als de mensen elkaar niet meer verstaan door welke oorzaak dan ook, dan komt er niets van de bouw terecht. Dan wordt het een Babel, een warboel. Dan houdt alles op. Dan kun je wel alle talen kunnen spreken, maar als de liefde er niet is, dan bereik je elkaar niet meer. Paulus ziet: dat is het manco in de gemeente van Corinthe. Misschien dat u ook uw eigen situatie herkent en zegt: ook bij mij is dat het manco. Daardoor lukt het niet. Daardoor blijft alles onbevredigend. Daardoor is alles zielloos, veel gedoe, veel papieren en gepraat, veel getouwtrek, maar het schiet niet op. Vaak ontbreekt de liefde ook in de omgang met elkaar. Je doet wel van alles en nog wat, maar als je eerlijk bent dan merk je dat je tekort schiet in liefde. Daardoor kost het ook zoveel energie omdat je het niet van harte doet. Daardoor gaat het altijd zo stroef en zijn er steeds weer misverstanden. Daardoor voelt iemand zich ook snel tekort gedaan. Misschien is dat ook het manco in uw relatie tot God, dat u zo weinig leeft vanuit de liefde. Heel vaak redeneren we: wat heb ik er aan? Wat heb ik er aan als ik naar de kerk ga, als ik me ergens voor inzet. Maar redeneer je dan vanuit de liefde? Zou er niet heel veel veranderen als je die vraag eens omdraait en jezelf afvraagt: wat kan ik betekenen?
Hoe kan ik de gaven die me gegeven zijn inzetten? De liefde is de weg naar elkaar! Door de liefde komen onze gaven tot hun recht. Ze zijn niet bedoeld om ze voor jezelf te houden, maar om God en de naaste er mee te dienen. Zo is de liefde niet alleen een weg, maar ook EEN WEG OMHOOG. Wie zich laat voorstaan op zijn of haar eigen gaven, die maakt zichzelf groot. Daardoor maak je de ander klein en kom je samen niet verder. Vaak is het een weg naar beneden…. De weg omhoog vind je, zegt Paulus, als er liefde is. Dan gaat het niet meer om jezelf, maar om de ander of om de gemeenschap. Dan doe je het ook met een warm hart. Als er liefde is, dan vind je het fijn als het de ander goed gaat. Dan spreek je goede woorden over de ander. De bijbel noemt dat zegenen. Dat is het eerste, dat God deed toen Hij de mens geschapen had, hem zegenen. Eigenlijk zei Hij: Fijn, dat je er bent! Die weg omhoog kunnen we vinden als je uit die zegen leert leven. Dat de liefde een weg omhoog is, geldt eigenlijk voor alles. Want iets of iemand gaat pas echt voor je bestaan als je het lief hebt. Uit ervaring weten we allemaal, dat je in de drukte van het leven aan een heleboel dingen voorbij loopt. Maar soms is er ineens iets dat je opvalt of treft en dan sta je er bij stil. Ik moet denken aan een onnozel voorbeeld. Vorig jaar kregen mijn vrouw en ik een prachtig boeket rozen. Die bleven zo lang goed dat ze in de vaas wortel begonnen te schieten. Ik zag dat en heb er een paar met grote zorg in de tuin een plekje gegeven. Ik heb ze rozenmest gegeven, water als ze het nodig hadden en nu kijk ik iedere dag of er al een knop in komt. Die rozen waren er wel. Maar ze waren er voor mij pas echt toen ik er iets mee kreeg. De dingen die je niets kunnen schelen, zeggen je niets, zijn er daardoor ook niet echt. Zo is het ook met mensen. We weten het allemaal, dat als je moeite doet om iemand te leren kennen, als er oprechte belangstelling is, dan groeit er iets, dan komt iemand echt je leven binnen. Daar op doordenkend begin ik te begrijpen, dat ik er dan ook voor God mag zijn. Hij laat me niet links liggen, maar met Zijn liefde kijkt Hij me aan, wil Hij me tot mijn bestemming brengen. Ik ben als die roos in Zijn handen. Veel mensen zien die liefde van God niet. Maar die liefde is er wel! Ik zou zeggen kijk eens om u heen naar de hele schepping, naar alle zorg die daar aan besteed is, naar de uitbundigheid, de schoonheid en de pracht,
11
naar de grootsheid, maar ook naar de kleine details. Wie raakt dan niet onder de indruk? Wie ziet dan niet hoe er voor ons gezorgd wordt? Die liefde is er! Kijk ook eens naar Jezus, hoe Hij naar mensen keek, hoe Hij er was, hoe Hij zich gaf. ‘Ik ben de weg’ zegt Hij, de weg waarlangs Gods liefde naar deze wereld gekomen is, de weg naar de Vader. Die liefde is er ook waar mensen in Zijn Geest er zijn voor elkaar. In die ruimte van liefde kan het leven gedijen. Daar ervaar je dat je meetelt, dat je er mag zijn, dat men blij met je is. Daar krijgen ieders gaven een plek in het geheel en kan ieder zich ontplooien. Als je er oog voor krijgt zie je de liefde van God overal om je heen. Paulus ziet het ineens: dat is wat de gemeente van Corinthe nodig heeft. Dat is de belangrijkste gave, die zij van God moet willen ontvangen. Daar moet de gemeente oog voor krijgen, wil zij werkelijk iets kunnen betekenen voor elkaar en voor anderen. Zonder de liefde komt er niets tot stand, zitten we met alle gaven en alles deskundigheid op een doodlopende weg. Veel geschreeuw en weinig wol.
12
Liefde, dat is wat we nodig hebben ook in onze tijd. Dat is waar een schreeuwend tekort aan is. Vaak is liefde niet anders dan gecamoufleerde zelfzucht, iets dat je hoopt te ontvangen van de ander, iets waar je zelf beter van wordt. Maar de liefde waar de bijbel over spreekt is een liefde die geeft. Dat is een volkomen omslag in ons consumptief ingestelde denken. Liefde geven. Dat moet je leren. Christus heeft het ons bij uitstek laten zien wat het is en wat het uitwerkt. Maar je moet het ook van binnenuit kennen. Je moet het zelf ervaren hebben. De gemeente van Christus weet van Gods liefde, ziet zichzelf als geliefde mensen, kent God als de bron van de liefde. Zou dat niet de gave kunnen zijn waarmee de gemeente van Christus de samenleving kan dienen? Als dat gebeurt, dan komt er iets anders in de kranten dan alle geharrewar en alle verdeeldheid. Wie zou daar niet naar verlangen?
13
14
2. De liefde is lankmoedig
1 Kor. 13:4a
Veel mensen denken, dat ze veel zijn als ze ook veel hebben. Wie je bent, zo wordt vaak geredeneerd, zie je aan wat iemand heeft. Wie veel heeft, die is ook veel. Wie weinig heeft, die stelt niet zo veel voor. Ik weet van iemand, die het zich nauwelijks kon permitteren, die toch een dure BMW kocht om indruk te maken bij zijn ondergeschikten. Maar in de eerste verzen van 1 Corinthe 13 komt Paulus met een heel andere gedachtegang. Daar zegt hij: je kunt veel hebben en toch weinig zijn. En je kunt weinig hebben en veel zijn…. Je kunt zelfs alles hebben en toch niets zijn. Volgens Paulus is er maar één ‘hebben’ dat bepaalt of je iets bent of niets en dat is het hebben van de liefde. Hoe hij daarbij komt? In de gemeente van Corinthe waren blijkbaar nogal wat begaafde mensen. De één kon nog meer dan de ander. Maar met al hun deskundigheid lukte het niet om er een fijne gemeente van te maken. Aan goede ideeën hadden ze geen gebrek, maar door onderlinge rivaliteit lukte het maar niet om iets tot stand te brengen. Steeds weer liepen allerlei plannetjes op niets uit. Ze vonden maar geen weg om samen verder te komen. Vorige week hebben we gezien, dat Paulus zegt: de liefde is de weg. Dat is de enige weg omhoog. Jullie denken dat jullie heel belangrijk zijn door wat je allemaal hebt - en jullie hebben ook veel en jullie weten veel - maar zonder de liefde leidt het tot niets. Pas door de liefde kun je elkaar van hart tot hart bereiken. Door de liefde kan ieder zijn of haar inbreng hebben en dienen al die gaven hetzelfde doel en kom je pas echt verder. Maar als je de liefde niet hebt, dan kom je per saldo geen steek verder. De liefde. Dat is waar het om draait, zeker in de gemeente van Christus, die toch immers bij uitstek een plek dient te zijn waar de liefde van Christus ervaren kan worden.
15
Maar wat bedoelt Paulus als hij het over de liefde heeft? Nadat hij drie verzen achtereen gesproken heeft over wat men vaak ‘alles’ vindt, maar dat toch niets om het lijf heeft als er geen liefde is, begint Paulus met een uitvoerige beschrijving van wat het wel is. Wat hij dan noemt zijn allemaal uitingen van de liefde. Ik vind dat opvallend, want ik denk, dat velen van ons in eerste instantie veel meer aan een gevoel zouden denken als je moet zeggen wat liefde is. Je voelt iets voor iemand of je doet het niet. Wij zijn geneigd om die gevoelens van genegenheid, van warmte, van sympathie liefde te noemen. Maar als liefde een gevoel is dan kan het ook zo maar weg zijn. Ik herinner me iemand die ooit met mij wilde spreken over problemen in zijn huwelijk. Hij zei: ik voel niets meer voor haar. De liefde is helemaal weg. Vroeger was ze heel anders. Toen kon ik van haar houden, maar nu… Voor Paulus heeft liefde blijkbaar veel meer te maken met wat je doet dan met wat je voelt.
16
Zoals we vanmorgen in de kerk zitten zijn we denk ik allemaal mensen die van iemand mogen houden en van wie hopelijk ook gehouden wordt. Laten we eens voor onszelf nagaan hoe het bij ons met die liefde gesteld is, wat anderen van onze liefde merken, hoe wij onze liefde uiten. De eerste uiting van de liefde die Paulus noemt is lankmoedigheid. Dat is niet zo’n alledaags woord. Daarom heb ik in het woordenboek opgezocht wat het betekent. Daar staat dan ‘geduldig’. Als je dan vervolgens opzoekt wat er bij ‘geduldig’ staat dan vind je de omschrijving ‘kalme berusting’, lijdzaamheid. Dat klinkt alsof je de dingen dan wat op zijn beloop laat. Maar het tegendeel is het geval als je kijkt naar de betekenis van het Griekse woord. Daar staat ‘makro-thumia’. Daar zit het woord ‘thumos’ in en dat is wel het tegenovergestelde van kalmte. Thumos is de heftige beweging, het bruisende van het leven, ook wel levensadem. Makro is groot. Makro-thumia is dat wat die heftige beweging zo groot maakt, a.h.w. elastisch uitrekt tot het uiterste: lankmoedigheid: lang, langer, langst. Je zou bijna zeggen: nog even en het knapt. U voelt wel, dat is niet iets dat vanzelf gaat. Het is bijna bovenmenselijk. Het is Engelengeduld. Het moet gepaard gaan met een innerlijke kracht, waardoor je het zo lang uithoudt, waardoor je de spanning niet uit de weg gaat, maar draagt. Die innerlijke kracht is de liefde, die begint met het leggen van een relatie
en met het ‘ja’ zeggen tegen elkaar, met het elkaar aanvaarden ook in het anders zijn. Dat is denk ik heel vaak het punt, waar de liefde veel lankmoedigheid nodig heeft. Want ook degene die je lief hebt is immers niet altijd zoals je graag zou willen dat hij of zij is. Er zijn hebbelijkheden en onhebbelijkheden. Soms is iemand onredelijk of zelfs onaardig, kortaf en geïrriteerd. Niet altijd doet de ander wat jij graag zou willen. Iemand kan je zelfs verdriet doen of ernstig teleurstellen. Hoe reageer je daar dan op? Als je het gevoel zou laten spreken, dan zou je daar meteen op reageren, zeker als je wat heetgebakerd bent. Je zou kwaad worden of je beledigd voelen of diep teleurgesteld en dat zal je de ander wel eens even laten weten. Want je kunt immers niet alles over je kant laten gaan! Misschien is dit wel één van de moeilijkste dingen in een relatie, dat we de ander niet kunnen aanvaarden in zijn anders zijn, dat de ander moet zijn, zoals jij wilt dat hij is en dat je voortdurend bezig bent om de ander te corrigeren en her op te voeden. U begrijpt dat dit dodelijk is voor de liefde. Want in feite zeg je: ik wil wel van je houden, maar dan moet je eerst worden zoals ik je graag zie. Je bedoelt het misschien niet, maar ten diepste zeg je geen JA tegen elkaar, maar NEE. Je wijst de ander af. Je verliest je geduld, je kunt het niet langer uithouden, dit is de limit. Er zijn per slot van rekening grenzen, niet waar! Het eind is, dat het niet langer gaat. Maar hopelijk is eerder die innerlijke strijd van de liefde begonnen, die zich uit in lankmoedigheid: lang, langer langst…. weet u nog? ‘Lange adem hebben’, vertaalt de Naardense bijbel. De liefde heeft lange adem. Ze ziet wel hoe de ander is. Deze liefde maakt niet blind. Maar de liefde neemt de ander ook, zoals hij of zij is. Als je lief hebt reageer je niet meteen negatief. Je blijft de ander vasthouden en het hart van de ander zoeken en weigert om negatief te denken over de ander. Je blijft de ander vasthouden, omdat je hem of haar niet los wilt laten, niet wilt verliezen…. Maar daaronder ligt denk ik nog iets anders. Lankmoedigheid heeft voor mijn gevoel ook alles te maken met innerlijke ontferming. Iemand kan onredelijk zijn of lastig. Maar waarom is iemand zo? Zit er niet heel vaak een roep om hulp achter, een schreeuw om liefde? Als je lankmoedig bent, dan kijk je verder dan naar de buitenkant. Dan probeer
17
je de binnenkant te vinden, het hart van de ander en probeer je de ander te helpen. Ik weet van echtparen, die al vele jaren deze lankmoedigheid opbrengen, maar nu bij het ouder worden de krachten minder worden, begint de rek er uit te gaan. De adem raakt op. Je kunt de moed haast niet meer opbrengen. Ik weet van ouders, die al vele jaren geduldig afwachten of hun kind ooit weer thuis zal komen. Ik bewonder verpleegkundigen b.v. in psychiatrische ziekenhuizen, die iedere dag maar weer met veel geduld mensen proberen te helpen en de gezonde kanten aan proberen te spreken. Je kunt het begrijpen, dat mensen op een punt komen waarop ze zeggen: ik kan niet meer. Het is een keer op. Hoe vreemd het ook klinkt: soms kan zelfs de liefde vragen, dat ieder een eigen weg gaat. Maar wat is het als die lankmoedigheid toch gevonden wordt, tussen mensen, tegenover de kerk, ja ook in het geloof als God soms ver weg lijkt. Fijn als mensen elkaar toch vast weten te houden!
18
Ik weet dat de één geduldiger is dan de ander. Dat kan een kwestie van karakter zijn. Maar lankmoedigheid kan ook een vrucht zijn van geloof. Het is een GAVE van God, zegt Paulus. Als we liefde allereerst als een OPGAVE zien, dan raak je vroeg of laat uitgeput, dan gaat de rek er uit. Maar Paulus zegt: streeft dan naar de hoogste gave: de liefde. Stel je daarvoor open. Bedenk eens hoe God met jou omgaat. Veel mensen worden ongeduldig als het om God gaat. We begrijpen niet waarom het onrecht in de wereld zo lang moet duren, waarom het kwaad zoveel ruimte krijgt. We begrijpen niet waarom God niet ingrijpt en al die vreselijke dingen voorkomt. Wij zouden het wel weten: wij zouden de akker van de wereld reinigen van al het onkruid. Wij zullen die ongemakken van de ander wel eens even corrigeren en niet zelden zijn we ook al heel ijverig bezig. Maar Jezus zegt: niet doen! Met het onkruid zou je ook de tarwe er uit kunnen trekken. De wortels zitten zo in elkaar, dat je ze niet eenvoudig van elkaar kunt scheiden. God neemt het risico niet. Hij is lankmoedig, want Hij wil niet, dat iemand verloren gaat. God heeft een onbegrijpelijk geduld met ons. Hij is die zonderlinge Vader van die verloren zoon, die zijn zoon uitdeelt wat hem ‘zogenaamd’ toekomt… en Hij laat die zoon zijn gang gaan, zelfs als die
gang zijn ondergang zou kunnen zijn. Hij blijft uitzien. Hij blijft vertrouwen en liefhebben. Gods geduld is inderdaad onbegrijpelijk. Hij zegt: laat maar samen opgroeien. Zoveel vertrouwen heeft hij in de goede oogst. Maar wij zeggen: ik houd het niet meer uit. Gemeente, als God nu eens niet lankmoedig zou zijn…. Denkt u het zich eens een ogenblik in…. Daar moet je toch niet aan denken! Dan bestonden we niet meer. Maar God is lankmoedig, want Hij wil niet dat sommigen verloren gaan…. Voor mijn gevoel komt dat prachtig tot uitdrukking in dat gedeelte in het evangelie waarin verteld wordt dat Jezus in de synagoge van Nazareth voorleest uit Jesaja 61. U kent dat gedeelte wel, waarin Hij leest: De Geest des Heren is op Mij. Daarom heeft Hij mij gezonden om te verkondigen het aangename jaar des Heren. Midden in de zin houdt Hij op, want in Jesaja 61 volgt nog iets. Maar Hij deed het boek dicht! Weet u hoe het verder gaat in Jesaja 61? Na Hij heeft mij gezonden om te verkondigen het aangename jaar des Heren staat: en de dag van de wraak van onze God. Maar dat laat Jezus achterwege. Op dat punt doet Hij het boek dicht! Dat is denk ik hoe wij er voor staan tegenover God. We zijn, die we zijn, dankzij die Hand, die nog net het boek op tijd dicht slaat, het boek met het woord van de wraak. We mogen leven dankzij de lankmoedigheid van God. Hij schenkt ons nog het ‘jaar van het welbehagen’ en laat de woede en het ongeduld van mensen op Zich afkomen. Dat is het eigenaardige van God, dat Hij JA blijft zeggen, omdat Hij NEE zegt tegen alle verlorenheid. Die lankmoedigheid is de geheimzinnige kracht, zegt het evangelie (Matteüs 13: 24-30), waardoor onkruid en tarwe nog samen opgroeien. Onze lankmoedigheid kan alleen maar een antwoord daarop zijn. Zonder Gods lankmoedigheid worden we kortademig, hijgerig, moet alles vandaag. Maar de liefde is lankmoedig…. De liefde heeft lange adem… Waarom? Omdat ze niet wil verliezen wie ze liefheeft. Omdat ze liefheeft!
19