Verdeling historische middelen jeugdzorg Opgesteld in opdracht van de ministeries van VWS en BZK Den Haag / Amsterdam, Juni 2013
De verdeling van jeugdzorgmiddelen In opdracht van de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verrichten het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en Cebeon onderzoek naar het ontwikkelen van een verdeelsystematiek voor de middelen Jeugdzorg die worden gedecentraliseerd naar gemeenten. Gemeenten worden verantwoordelijk voor alle zorg en ondersteuning voor de jeugd. Op dit moment is dat al het geval voor preventieve en welzijnsfuncties in het kader van de Wmo (zoals Centra voor jeugd & gezin en Jeugd- en jongerenwerk). Vanaf 2015 krijgen gemeenten ook de verantwoordelijkheid voor de brede jeugdzorg. In 2015 krijgen gemeenten het historisch budget toegekend. Gemeenten zijn immers verplicht lopende contracten in 2015 over te nemen en hiervoor moeten zij uiteraard beschikken over voldoende middelen. Daarna moeten gemeenten geleidelijk overgaan op een budget, dat wordt vastgesteld op basis van een objectief verdeelmodel. Dit verdeelmodel wordt momenteel ontwikkeld door SCP en Cebeon. De voorlopige uitkomsten van dit verdeelmodel zullen worden opgenomen in de Meicirculaire gemeentefonds 2014 en de definitieve in de Meicirculaire van 2015. In dit document wordt een toelichting gegeven op de historische verdeling van cliënten en uitgaven op basis van cijfers over gebruik die betrekking hebben op de jaren 2010-2012. De betrokken budgetten zijn weliswaar gebaseerd op de werkelijke kosten, maar zijn geijkt op de voorlopige macro-budgetten die in 2015 worden overgeheveld naar de gemeenten. De uitkomsten worden gepresenteerd naar provincie en gemeentegrootte. Voordat de uitkomsten worden gegeven wordt eerst ingegaan op de achtergronden van de overheveling, de gekozen afbakeningen en de gebruikte gegevens. Daarmee biedt dit document een kader voor de interpretatie van de gemeentelijke gegevens over gebruik die in de jeugdmonitor van het CBS zijn opgenomen en de gemeentelijke budgetten die in de Meicirculaire 2013 van het Gemeentefonds zijn opgenomen. In de Meicirculaire gemeentefonds 2014 zullen de definitieve bedragen voor het historisch budget per gemeente worden vastgesteld. Bij deze notitie is een overzicht gevoegd van budgetten per jeugdige en cliënten per 1000 jeugdigen naar financieringsbron per gemeente. De gemeenten zijn ingedeeld naar oplopend budget per jeugdige.
1
De institutionele context van de jeugdzorg In zijn huidige vormgeving kent de jeugdzorg een complexe, institutionele structuur. In hoofdlijnen onderscheiden we de eerstelijnszorg en de tweedelijnszorg. De eerstelijnszorg wordt, met uitzondering van de huisarts en eerstelijns psycholoog, al door de gemeenten verzorgd, en heeft een preventief karakter. Hieronder vallen onder meer het schoolmaatschappelijk werk (SMW), de jeugdgezondheidszorg (JGZ), de vereniging MEE voor jeugdigen met een beperking, de zorg- en adviesteams (ZAT) en de centra voor jeugd en gezin (CJG). De tweedelijnszorg gaat in 2015 over naar de gemeenten. 1 In hoofdlijnen kunnen daarin drie sectoren of doelgroepen worden onderscheiden (zie figuur 1): 1) De provinciale jeugdzorg en de door het rijk gefinancierde jeugdzorg plus. Binnen de provinciale jeugdzorg kunnen we een onderscheid maken tussen de Bureaus jeugdzorg (BJZ) en de instellingen voor jeugd- en opvoedhulp (J&O). De BJZ’s voeren reguliere taken uit in het zogenaamde vrijwillige kader en justitiële taken in het zogenaamde gedwongen kader. Tot de reguliere taken behoren indicatiestelling, casemanagement, melding kindermishandeling, en consultatie/deskundigheidsbevordering van voorliggende voorzieningen. Tot de justitiële taken behoren de ‘regiefuncties’ voor jeugdbescherming (inclusief voogdij) en jeugdreclassering. De daadwerkelijk jeugd- & opvoedhulp (J&O) wordt verstrekt door daarin gespecialiseerde instellingen. Zij verzorgen een veelheid aan uiteenlopende programma’s (inclusief crisisopvang). De jeugdzorg plus biedt intensieve hulp aan jongeren met ernstige gedragsproblemen die zich aan de noodzakelijke behandeling dreigen te onttrekken en voor wie een machtiging gesloten jeugdzorg is afgegeven door de kinderrechter. 2) Het jeugddeel van de geestelijke gezondheidszorg. De geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen biedt hulp aan kinderen en jongeren met psychiatrische of psychosociale klachten die zo ernstig zijn dat zij in hun ontwikkeling worden bedreigd. De hulp wordt verleend door (klinisch) psychologen, psychiaters en (sociaal-) psychiatrisch verpleegkundigen. De toegang tot de jeugd-Ggz wordt gevormd door huisarts, psychiater en Bureau jeugdzorg. Het merendeel van de verwijzingen naar de jeugd-Ggz komt van de huisarts. Deze zorg wordt deels gefinancierd uit de Zvw (kortdurend) en deels uit de Awbz (langdurig). 3) De zorg voor jeugdigen met een beperking. De zorg voor jeugdigen met een beperking heeft betrekking op jeugdigen met een somatische, lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijk beperking. Jeugdigen met een beperking hebben – afhankelijk van de beperking- te maken met allerlei bijkomende problematiek, waaronder psychiatrische problemen (relatie met jeugd-Ggz) en opvoedings/gedragsproblemen. Deze zorg wordt gefinancierd uit de Awbz. De toegang tot de jeugd-Awbz voor jeugdigen met een beperking wordt verzorgd door het CIZ. Voor de toedeling van (historische) middelen naar gemeenten is een aantal uitgangspunten van belang: Als leeftijdsgrens geldt 18 jaar. Alleen binnen de provinciale jeugdzorg wordt ook de zorg voor oudere cliënten tot 23 jaar bij het onderzoek betrokken (indien de hulp is gestart voor de 18jarige leeftijd en de behandeling nog niet is afgerond);
1
alsmede de eerstelijns verzekerde zorg (GGz)
2
Het woonplaatsbeginsel is van toepassing: in essentie betekent dit dat een gemeente middelen dient te ontvangen voor alle jeugdigen waarvan de gezagsdrager (ouder of voogd) in die gemeente woonachtig is. In de nieuwe Wet wordt er immers van uitgegaan dat de gemeente van herkomst inhoudelijk en financieel verantwoordelijk is voor de zorg van hun jeugdigen. Dit betekent dat wanneer de zorgverlening in een andere gemeente plaatsvindt, de kosten in principe worden toegerekend aan de herkomstgemeente (zolang dit de woonplaats is van het gezin waaruit de jongere afkomstig is en waar hij of zij vermoedelijk weer naar terugkeert); Voor de nieuw te ontwikkelen verdeling zijn de reguliere uitgangspunten voor het gemeentefonds van toepassing (met name: globale kostenoriëntatie en objectieve maatstaven). Dit betekent dat de verdeling van (historische) budgetten gebeurt op basis van feitelijke kostenpatronen.
Bij de provinciale jeugdzorg en de jeugdzorg-plus is waar mogelijk uitgegaan van het adres van de gezag dragende ouder(s) van het kind. Dit adres is voor alle jeugdigen in zorg, dus ook voor jeugdigen in instellingen voor jeugd- en opvoedhulp, volgens een vast algoritme opgespoord in de administratie van het bureau jeugdzorg, waar de betrokkene zich het laatst heeft aangemeld. Bij de bepaling van het adres is uitgegaan van het woonadres van de gezagdragende ouder(s) van het betreffende kind op 1 januari 2011. Figuur 1. Overzicht structuur huidige Jeugdzorg
3
Betrokken jeugdzorg voorzieningen en hun financieringsbronnen De naar gemeenten over te hevelen middelen hebben grofweg betrekking op vijf vormen van gefinancierde jeugdzorg: door de zorgverzekeringswet gefinancierde geestelijke gezondheidszorg (Zvw), door de Algemene wet bijzondere ziektekosten gefinancierde langdurige zorg (Awbz), door de provincies gefinancierde jeugd- en opvoedhulp, door de provincies gefinancierde justitiële taken en direct door het Rijk gefinancierde jeugdzorg-plus. De provincies krijgen hun middelen uit een doeluitkering van het ministerie van VWS (welzijnstaken) en via een doeluitkering van het ministerie van V&J (justitiële taken). Binnen deze financieringsvormen kunnen verdere onderscheiden worden gemaakt, bijvoorbeeld naar met of zonder verblijf. Op basis van deze indelingen kunnen de volgende soorten jeugdzorgvoorzieningen worden onderscheiden: Zorg voor jeugdigen, gefinancierd uit de Zorgverzekeringswet (Zvw): Eerstelijns zorg zonder verblijf voor jeugdigen met psychische problemen Tweedelijns zorg voor jeugdigen met psychische problemen zonder verblijf Tweedelijns zorg voor jeugdigen met psychische problemen met verblijf Zorg voor jeugdigen, gefinancierd uit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) Zorg voor jeugdigen met beperkingen zonder verblijf Zorg voor jeugdigen met psychische problemen zonder verblijf Zorg voor jeugdigen met verstandelijke beperkingen met verblijf (zzp vg1, vg2, vg3, lvg-zzp1 – lvg-zzp5) Zorg voor jeugdigen met psychische problemen met verblijf Provinciaal gefinancierde jeugd- en opvoedhulp Jeugdzorg zonder verblijf Jeugdzorg met verblijf Pleegzorg Overige taken (steunfuncties, projecten e.d.) Provinciaal gefinancierde zorg via bureau jeugdzorg VWS-taken, waaronder AMK, toegang BJZ, casemanagement Jeugdbescherming Jeugdreclassering Door het Rijk gefinancierde jeugdzorg Jeugdzorg-plus (voorheen: gesloten jeugdzorg) De gegevens over het gebruik van zorg voor psychische problemen, gefinancierd op basis van de Zvw, hebben betrekking op het jaar 2010. Dat geldt ook voor de aantalsgegevens van de Advies- en meldpunten kindermishandeling (AMK). De gegevens over zorg in natura in de Awbz hebben betrekking op 2012. en de gegevens over het AMK hebben betrekking op het jaar 2010. Alle andere gegevens over gebruik van jeugdzorg hebben betrekking op het jaar 2011. De keuze van deze jaren vloeit voort uit data-technische redenen.
4
Betrokken financiële middelen De naar gemeenten over te hevelen middelen voor de jeugdzorg worden bepaald op basis van de definities die voor de afbakening van de doelgroepen wordt gehanteerd in de nieuwe Jeugdwet. Meer informatie over de vaststelling van het totaal over te hevelen bedrag (macro) staat in de bestuurlijke afspraken 2011-2015. Voor het naar gemeenten over te hevelen macrobudget wordt momenteel uitgegaan van € 3,3 miljard. Dit macrobedrag vormt de huidige raming van het in 2015 over te hevelen macrobudget. Het macrobudget van over te hevelen middelen is volgens recente informatie van het ministerie van VWS (30 mei 2013) als volgt samengesteld (zie figuur 1): Voor de jeugdzorg gefinancierd uit de Zvw, is het macrobudget 2012 bepaald op een bedrag van € 704 miljoen; Voor de jeugdzorg gefinancierd uit de Awbz, is het macrobudget 2012 bepaald op een bedrag van € 954 miljoen; Voor de jeugdzorg gefinancierd door rijk en provincies, is het macrobudget 2011 bepaald op een bedrag van € 1691 miljoen aan provinciale jeugdzorg, waarvan € 1.181 miljoen als doeluitkering van het ministerie van VWS voor de provinciale jeugdzorg, € 185 miljoen voor de door het ministerie van VWS direct gefinancierde jeugdzorg-plus, en € 325 miljoen als doeluitkering van het ministerie van V&J voor jeugdbescherming en jeugdreclassering. Figuur 2: macrobudget over te hevelen jeugdzorgmiddelen (mln. euro)
185 705
325
1180 955
Zvw gefinancierd
Awbz gefinancierd
Doeluitkering VWS
Doeluitkering V&J
Jeugdzorg-plus VWS
5
Deze bedragen zijn gehanteerd voor de in deze notitie gepresenteerde cijfers. Hiertoe zijn eerst de werkelijke historische kosten per zorgvorm bepaald. Vervolgens zijn deze historische kosten per zorgvorm teruggebracht (“getrimd”) naar het macrobudget dat hiervoor in 2015 per zorgvorm beschikbaar wordt gesteld. Meer informatie over de vaststelling van het budget voor de decentralisatie van de jeugdzorg is te vinden in het rapport van de Algemene Rekenkamer hierover, dat is uitgebracht op 18 juni 2013. Budget per zorgvorm Door het macrobudget per zorgvorm te delen door het totaal aantal cliënten (op landelijke niveau) per zorgvorm is het landelijk gemiddelde bedrag per cliënt per zorgvorm berekend (tabel 1). Bij de indeling naar zorgvorm is steeds de zwaarste zorgvorm als uitgangspunt genomen. Zo zijn cliënten die zowel ambulante J&O hulp ontvangen als zorg met verblijf ingedeeld bij de laatste categorie. Uiteraard zijn de daarbij horende bedragen in aanmerking genomen bij de bepaling van het budget per cliënt. Bij de cijfers in tabel 1 zijn twee kanttekeningen te plaatsen. In de eerste plaats is er discussie over de berekening van de kosten van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Aan de betrokken budgetten per cliënt zijn dus grote onzekerheden verbonden. In de tweede plaats is gebleken dat de registraties van jeugdzorg plus in vijf van de vijftien jeugdzorgregio’s niet op orde waren. Dit leidt tot een forse onderschatting van het aantal cliënten jeugdzorg plus. Tabel 1: Budget per zorgvorm, 2015 zorgvormen
budget per zorgvorm (in € mln)
Aantal cliënten
budget per cliënt in €
Totaal AWBZ-jeugdzorg
954
82.400
11.600
- zorg aan jeugd zonder verblijf
740
75.040
9.900
- zorg aan jeugd met verblijf
214
7.360
29.100
Totaal Zvw-jeugdzorg
704
248.305
2.800
- jeugd-ggz eerste lijn
20
60.540
300
- jeugd-ggz tweede lijn zonder verblijf
475
196.105
2.400
- jeugd-ggz tweede lijn met verblijf
209
3.960
52.700
1.506
99.450
15.100
966
65.565
14.700
Totaal Provinciaal-gefinanc. jeugdzorg - Totaal Jeugd en opvoedhulp
alleen ambulante zorg (J&O)
147
31.690
4.600
verblijf accom deel/voltijd (J&O)
521
15.570
33.400
verblijf pleegzorg (J&O)
299
18.305
16.300
- jeugdbescherming
251
46.070
5.400
- jeugdreclassering
74
16.290
4.500
171
56.135
3.000
44
28.850
1.500
185
1.680
110.100
- geaccepteerde aanmeldingen bjz - gemelde kinderen AMK Jeugdzorg plus (gesloten jeugdzorg) Totaal budget (mln)
3.349
Tabel 1 geeft gemeenten een globale indicatie van de verschillen in niveaus van het budget per cliënt voor de verschillende zorgvormen. Een waarschuwing is echter op zijn plaats: tabel 1 geeft 6
uitdrukkelijk geen inzicht in de kosten per zorgvorm. De reden hiervoor is dat de budgetten in deze tabel zijn berekend op basis van macro uitgaven en het macro gebruik in 2015 en de aantallen cliënten in deze tabel betrekking hebben op het werkelijk gebruik in 2010 of 2011. Bovendien vertonen de bedragen per cliënt in de praktijk een zeer grote variatie. Er is dus grote terughoudendheid geboden bij het gebruik van de genoemde budgetten per cliënt. Herkomstadres van de jeugdigen in zorg Voor intramurale vormen van ondersteuning en zorg voor jeugd is de vaststelling van de gemeente van herkomst van belang (woonplaatsbeginsel). In de nieuwe Wet wordt ervan uitgegaan dat de gemeente van herkomst inhoudelijk en financieel verantwoordelijk is voor de zorg van haar jeugdigen. Dit uitgangspunt in de nieuwe Jeugdwet is met de hier gebruikte gegevens niet altijd goed te reconstrueren. Bij de gegevens die betrekking hebben op verzekerde zorg met verblijf (Zvw, Awbz) blijkt het adres in de administratie van de zorgverzekeraar veelal dat van de instelling te zijn, waar de jeugdige verblijft. Daarom is bij zorg met verblijf voor jeugdigen met een beperking/handicap geen gebruik gemaakt van de gebruiksgegevens van Vektis maar van de indicatiegegevens van het CIZ voor verstandelijk gehandicapten. Bij de provinciale jeugdzorg en de jeugdzorg-plus is waar mogelijk uitgegaan van het adres van de gezag dragende ouder(s) van het kind. Dit adres is voor alle jeugdigen in zorg, dus ook voor jeugdigen in instellingen voor jeugd- en opvoedhulp, volgens een vast algoritme opgespoord in de administratie van het bureau jeugdzorg, waar de betrokkene zich het laatst heeft aangemeld. Bij de bepaling van het adres is uitgegaan van het woonadres van de ouders van het betreffende kind op 1 januari 2011. Vast staat dat niet in alle gevallen het adres van herkomst van de ouders kon worden gebruikt. Dat betreft met name jeugdigen die al langdurig in een instelling verblijven. Hoewel het in verhouding om geringe aantallen gaat, betreft dit wel cliënten waarmee relatief hoge kosten zijn gemoeid. Bij de jeugd-Ggz gaat het vermoedelijk om zeer kleine aantallen omdat het vooral kortdurende en extramurale zorg betreft. Bij de jeugd-gehandicapten gaat het om minder dan 5% van alle cliënten en minder dan 15% van alle intramurale cliënten met een verstandelijke handicap. Bij de J&O gaat het om minder dan 3% van alle cliënten en minder dan 7% van alle intramurale cliënten. Bij de gesloten jeugdzorg lijkt het instellingsadres ook geen verstorende rol te spelen.2 Bij kinderen onder voogdij is de statutaire vestigingsplaats van de voogd als uitgangspunt genomen. Gebruikte gegevens De gegevens die betrekking hebben op de verzekerde zorg zijn afkomstig van APE (Zvw), Vektis (Awbz zonder verblijf), CIZ (Awbz met verblijf en indicatie verstandelijke handicap) en Jeugdzorg Nederland (Awbz met verblijf en indicatie Ggz). De informatie over het gebruik van de AMK’s is afkomstig van het Verwey-Jonkerinstituut. De informatie over jeugdzorg-plus betreft afgegeven indicaties, die zijn uitgevraagd bij de bureaus jeugdzorg. De bovenstaande middelen per categorie zijn vervolgens toebedeeld aan de hand van de gemeente van herkomst van de cliënten.
2
Hier komen de gemiddelde kosten per kind per gemeente uit op 57 euro, maar in gemeenten met een instelling voor gesloten jeugdzorg slechts op 62 euro exclusief de 3 grootste steden en 47 euro inclusief de 3 grootste steden. Gemeente met een instelling scoren dus niet echt afwijkend.
7
Bij de gegevens die betrekking hebben op verzekerde zorg (Zvw, Awbz) is uitgegaan van het adres dat is opgenomen in de administratie van de zorgverzekeraar. In hoeverre dit in alle gevallen correspondeert met het woonplaatsbeginsel zoals dat zal gelden voor de nieuwe Jeugdwet is niet goed vast te stellen. Bij zorg met verblijf voor jeugdigen met een beperking/handicap is geen gebruik gemaakt van de gebruiksgegevens van Vektis maar van de indicatiegegevens van het CIZ voor verstandelijk gehandicapten. Uit analyses is gebleken dat deze jeugdigen in de administratie van de zorgverzekeraars overwegend op het adres van de instelling zijn geregistreerd. De gegevens die betrekking hebben op de provinciaal gefinancierde zorg zijn het resultaat van een speciale uitvraag onder de bureaus jeugdzorg en de instellingen voor jeugd- en opvoedhulp, onder gezag van het CBS, in combinatie met financiële gegevens van de provincies en stadsregio’s (zie hierna). Om de benodigde cliëntgegevens per gemeente (van herkomst) te verkrijgen is als volgt te werk gegaan: Het ministerie van VWS heeft alle provinciale bestuurders en alle Bureaus jeugdzorg en J&O-instellingen (inclusief landelijk werkende instellingen: LWI’s) een brief gestuurd met het verzoek om medewerking te verlenen aan de uitvraag van cliëntgegevens provinciale jeugdzorg. Het bestuur van Jeugdzorg Nederland (JN) heeft alle Bureaus jeugdzorg en J&O-instellingen (leden) per brief geadviseerd om mee te werken aan de uitvraag van cliëntgegevens provinciale jeugdzorg onder nader gespecificeerde voorwaarden. SCP/Cebeon hebben alle bestuurders van Bureaus jeugdzorg en J&O-instellingen concreet gevraagd om toestemming voor het leveren van cliëntgegevens provinciale jeugdzorg aan JN. Het CBS is aangewezen als verantwoordelijke instantie voor de dataverzameling en er zijn protocollen in het kader van de bescherming van persoonsgegevens getekend met de dataleveranciers. Jeugdzorg Nederland heeft alle cliëntgegevens verzameld van de 15 Bureaus jeugdzorg (BJZ) in Nederland en de ADDgroep en Initi8 hebben alle cliëntgegevens van de J&O instellingen verzameld. De J&O-gegevens en BJZ-gegevens zijn vervolgens gekoppeld. De koppeling is uitgevoerd om de adresgegevens van de Bureaus jeugdzorg te kunnen gebruiken voor het bepalen van de gemeente van herkomst van de J&O-cliënten. Na ontdubbeling en validering van de cliëntgegevens is een centrale database beschikbaar gekomen met gegevens van alle cliënten van de provinciale jeugdzorg. Deze gegevens zijn vervolgens geaggregeerd en als geconsolideerde rapportages op gemeentelijk niveau aan SCP/Cebeon geleverd. Per gemeente geeft deze geconsolideerde rapportage het aantal cliënten en dagen in zorg. Tevens bevat deze rapportage gegevens over het aantal geaccepteerde aanmeldingen bij BJZ en het aantal indicaties voor Jeugdzorg plus en voor jeugd-Ggz gefinancierd uit de Awbz. Uitkomsten naar gemeentegrootte en provincie
De uitkomsten betreffende gebruik en beschikbaar budget worden hier gepresenteerd naar gemeentegrootte en provincie. Informatie over cliënten per gemeente is te vinden op de jeugdmonitor van het CBS (http://jeugdmonitor.cbs.nl) en informatie over de totale budgetten per gemeente is opgenomen in de meicirculaire gemeentefonds 2013 (http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/circulaires/2013/05/31/meicirculairegemeentefonds-2013.html).
8
De informatie over het gebruik is uitgedrukt als promillage: het aantal gebruikers per 1000 jeugdigen van 0 t/m 17 jaar. Bij de indeling in voorzieningen is waar nodig uitgegaan van de zwaarste zorgvorm. Dit is meestal een voorziening met verblijf. De jeugdigen in deze voorziening kunnen daarnaast nog lichtere vormen van zorg ontvangen. Daardoor worden dubbeltellingen waar mogelijk voorkomen. Dubbeltellingen tussen de drie sectoren (Zvw-, Awbz- en begrotingsgefinancierde jeugdzorg) konden niet worden vermeden. Dergelijke dubbeltellingen doen zich met name voor tussen de zvw-gefinancierde (ggz) en begrotingsgefinancierde (j&O) voorzieningen. 3 De mate van overlap is niet goed vast te stellen. Opgemerkt moet worden dat de indeling van cliënten naar type J&O hulp (zonder verblijf / pleegzorg / met verblijf) is geschiedt naar de zwaarste zorgvorm. Zo zijn cliënten die zowel zorg zonder verblijf als pleegzorg ontvangen ingedeeld in de categorie “pleegzorg”. Daarbij is uiteraard rekening gehouden met de bijhorende kosten. De crisisopvang is meegenomen bij de zorgvorm waar deze daadwerkelijk plaatsvindt. Tabel 2: Aantal cliënten per 1000 jeugdigen naar zorgvorm en gemeentegrootte Zorgvorm
Nederland
zeer klein
< 10.000 inwoners e Ggz 1 lijn 17,3 19,3 e Ggz 2 lijn zonder verblijf 56,0 51,1 e Ggz 2 lijn met verblijf 1,1 1,0 Awbz zonder verblijf 21,4 19,2 Awbz met verblijf 2,1 1,6 Prov. jeugdbescherming 13,2 6,3 Prov. jeugdreclassering 4,7 1,7 Prov. J&O zonder verblijf 9,0 6,4 Prov. J&O pleegzorg 5,2 3,0 Prov. J&O met verblijf 4,4 3,0 Rijk Jeugdzorg-plus 0,5 0,3 Totaal jeugdzorg * 134,9 112,9 Prov. meldingen BJZ 16,0 12,1 Prov. meldingen AMK 8,2 5,9 * inclusief dubbeltellingen tussen sectoren, exclusief meldingen Bron: APE, Vektis, CIZ, JN, Verwey-Jonkerinstituut (SCP-bewerking)
klein
middelgroot
groot
zeer groot
10.00020.000 19,7 56,1 0,9 24,0 1,4 7,4 2,7 6,7 3,0 2,9 0,3 125,1 16,2 5,3
20.00050.000 19,8 53,6 1,1 22,5 1,9 9,2 3,2 7,4 3,6 3,4 0,4 126,1 15,4 6,7
50.00100.000 17,2 60,6 1,4 22,6 2,5 14,7 5,1 9,5 5,9 5,6 0,6 145,7 17,6 9,7
> 100.000 inwoners 13,4 56,1 1,1 18,8 2,4 19,1 6,9 11,6 7,6 5,5 0,6 143,1 15,9 10,2
Het totaal aantal cliënten per jeugdige loopt globaal op naar gemeentegrootte: van 11,3% in de zeer kleine gemeenten tot 14,6% in de grote gemeenten (tabel 2). Dit percentage ligt in de zeer grote gemeenten met 14,3% op een nagenoeg gelijk niveau. De hogere prevalentie van jeugdzorg in de grotere gemeenten is vooral gelokaliseerd in de provinciale jeugdzorg. Deze zorg komt in gemeenten met meer dan 50.000 inwoners globaal twee keer zoveel voor als in gemeenten met minder dan 50.000 inwoners. Ook de relatief dure Awbz zorg met verblijf komt in grotere gemeenten meer voor.
3
Begrotingsgefinancierde zorg is de jeugdzorg die door provincies of rijk, vanuit hun respectievelijke begrotingen wordt gefinancierd. Dit is het linkerdeel in figuur 2.
9
Tabel 3a: Aantal cliënten per 1000 jeugdigen naar zorgvorm en provincie Zorgvorm
Friesland
Drenthe
Overijssel
Flevoland
Gelderland
Ggz 1 lijn 11,6 15,1 e Ggz 2 lijn zonder verblijf 86,6 60,8 e Ggz 2 lijn met verblijf 1,6 1,7 Awbz zonder verblijf 41,6 28,8 Awbz met verblijf 3,1 2,5 Prov. jeugdbescherming 13,4 9,9 Prov. jeugdreclassering 5,5 3,6 Prov. J&O zonder verblijf 8,3 6,6 Prov. J&O pleegzorg 6,4 5,3 Prov. J&O met verblijf 3,6 4,2 Rijk Jeugdzorg-plus 0,1 0,6 Totaal jeugdzorg * 181,8 139,1 Prov. meldingen BJZ 25,0 21,0 Prov. meldingen AMK 6,9 13,3 * inclusief dubbeltellingen tussen sectoren, exclusief meldingen. Bron: APE, Vektis, CIZ, JN, Verwey-Jonkerinstituut (SCP-bewerking)
Groningen
13,9 77,9 1,1 28,1 2,5 9,1 4,0 4,1 4,2 3,1 0,0 148,0 9,3 9,4
16,4 45,8 1,0 22,9 3,1 16,4 3,9 4,6 5,8 4,5 0,5 124,9 11,3 6,7
17,2 64,9 1,0 32,5 3,4 14,1 6,1 11,7 5,6 5,2 0,9 162,6 20,6 8,6
21,2 51,8 1,2 23,0 2,0 12,4 3,6 10,1 4,9 4,6 0,5 135,3 19,3 4,8
e
Ook naar provincie zien we grote verschillen in prevalentie van jeugdzorg (tabel 3). Relatief hoog scoren Groningen (18,2% van de jeugdigen) en Flevoland (16,3%) en relatief laag N. Holland (12,1%), Utrecht (12,2%) en Z. Holland (12,3%). Groningen scoort vooral hoog met enkele relatief goedkope extramurale voorzieningen (Ggz en Awbz), maar scoort daarentegen laag met enkele relatief dure intramurale voorzieningen (J&O). Flevoland scoort op alle voorzieningen iets hoger dan gemiddeld . De provincies N. Holland, Z. Holland en Utrecht scoren op weinig voorzieningen meer dan gemiddeld, maar op enkele wel duidelijk minder dan gemiddeld. Dat geldt voor alle drie provincies voor Awbzzorg zonder verblijf; verder betreft het wisselende voorzieningen. Tabel 3b: Aantal cliënten per 1000 jeugdigen naar zorgvorm en provincie (vervolg) Zorgvorm
N.-Holland
Z.-Holland
Zeeland
N.-Brabant
Limburg
Ggz 1 lijn 22,3 13,8 e Ggz 2 lijn zonder verblijf 48,2 56,9 e Ggz 2 lijn met verblijf 1,0 0,9 Awbz zonder verblijf 15,4 16,1 Awbz met verblijf 1,9 1,7 Prov. jeugdbescherming 13,4 9,9 Prov. jeugdreclassering 5,5 3,6 Prov. J&O zonder verblijf 4,7 9,8 Prov. J&O pleegzorg 4,8 4,9 Prov. J&O met verblijf 4,8 3,5 Rijk Jeugdzorg-plus 0,1 0,3 Totaal jeugdzorg * 122,1 121,4 Prov. meldingen BJZ 16,2 7,3 Prov. meldingen AMK 5,3 6,4 * inclusief dubbeltellingen tussen sectoren, exclusief meldingen. Bron: APE, Vektis, CIZ, JN, Verwey-Jonkerinstituut (SCP-bewerking)
15,1 54,4 1,1 15,2 1,6 9,1 4,0 11,1 5,5 5,5 0,4 123,0 16,4 14,7
17,5 51,3 1,7 25,4 2,2 16,4 3,9 12,9 6,8 1,8 0,5 140,4 18,2 8,5
20,4 52,9 1,0 23,6 2,1 14,1 6,1 9,3 4,6 4,0 0,7 138,8 15,4 6,5
19,1 65,5 1,4 29,4 2,8 12,4 3,6 10,3 6,4 5,0 0,9 156,8 30,3 3,6
e
Utrecht
De tabellen 4 en 5 geven een overzicht van de voorlopige historische budgetten per jeugdige naar gemeentegrootte respectievelijk provincie. Deze voorlopige budgetten zijn relevant voor de verdeling in 2015. Deze budgetten zijn door het ministerie van VWS op het niveau van financieringsbronnen en niet op het niveau van zorgvormen vastgesteld. Daarom beperken wij ons 10
hier tot een indeling van financieringsbronnen. Een waarschuwing is hier op zijn plaats. De budgetten in 2015 mogen niet direct in verband worden gebracht met de cliënten in 2010 of 2011, zoals in de Jeugdmonitor van het CBS gerapporteerd, om een soort gemiddelde “kostprijs per cliënt” te berekenen. De belangrijkste reden is dat het macrobudget 2015 mede is gebaseerd op veranderingen in de cliëntpopulaties door autonome ontwikkelingen en beleidsontwikkelingen (zoals de Pgb-maatregelen en de maatregelen betreffende begeleiding en persoonlijke verzorging). Tabel 4: Voorlopig historisch budget per jeugdige naar financieringsbron en gemeentegrootte (euro) Financieringsbron
Nederland
zeer klein
< 10.000 inwoners Zvw 200 190 Awbz 270 260 Begroting 480 300 Totaal jeugdzorg 960 750 Bron: APE, Vektis, CIZ, JN, Verwey-Jonkerinstituut (SCP-bewerking)
klein
middelgroot
groot
zeer groot
10.00020.000 180 280 310 770
20.00050.000 190 270 360 830
50.00100.000 220 290 560 1070
> 100.000 inwoners 210 260 640 1110
Het historisch budget per jeugdige voor Zvw- en Awbz-gefinancierde voorzieningen verschilt weinig naar gemeentegrootte (tabel 4). Opmerkelijk is wel dat de grote steden (50-100.000 inwoners) met €510 per jeugdige het hoogste budget ontvangen, tegenover €470 gemiddeld. Bij de begrotingsgefinancierde jeugdzorg loopt het budget per jeugdige wel op naar gemeentegrootte. Daardoor zijn de budgetten van de zeer grote gemeenten met €640 ruim twee keer zo grootals de (zeer) kleine gemeenten. Dit werkt uiteraard ook door op het totale budget per jeugdige, dat oploopt van gemiddeld €750 voor de zeer kleine gemeenten tot €1.110 voor de zeer grote gemeenten. Tabel 5a: Voorlopig historisch budget per jeugdige naar financieringsbron en provincie (euro) Financieringsbron
Friesland
Drenthe
Overijssel
Flevoland
Gelderland
Zvw 300 200 Awbz 550 300 Begroting 460 460 Totaal jeugdzorg 1310 960 Bron: APE, Vektis, CIZ, JN, Verwey-Jonkerinstituut (SCP-bewerking)
Groningen
290 360 380 1020
180 300 460 940
210 420 550 1190
200 270 440 910
Naar provincie lopen de historische budgetten per jeugdige uiteen van €810 voor Utrecht naar €1.310 voor Groningen (tabel 4). De belangrijkste oorzaak voor deze verschillen is gelegen in de verschillen in gebruik, zoals weergegeven in tabel 2. Opmerkelijk is wel de tweede positie van Limburg, die verband houdt met een relatief hoog niveau van intramurale voorzieningen. Verder valt op dat Zeeland een relatief hoog gebruik maar relatief lage budgetten kent. Voor Overijssel geldt het omgekeerde: relatief laag gebruik maar relatief hoge budgetten. Dit hangt samen met de verhouding tussen intramurale en extramurale voorzieningen, die in Overijssel iets ongunstiger is (in verhouding veel intramuraal) en in Zeeland iets gunstiger. Tabel 5b: Voorlopig historisch budget per jeugdige naar financieringsbron en provincie (euro) Financieringsbron
Utrecht
N.-Holland
Z.-Holland
Zeeland
N.-Brabant
Limburg
Zvw 170 200 Awbz 230 210 Begroting 410 490 Totaal jeugdzorg 810 900 Bron: APE, Vektis, CIZ, JN, Verwey-Jonkerinstituut (SCP-bewerking)
200 210 520 930
190 290 450 930
180 280 480 930
240 390 620 1250
11
Aandachtspunten bij de gepresenteerde uitkomsten Provinciale jeugd- en opvoedhulp Bij de bepaling van de kosten van jeugd- en opvoedhulp zijn de kosten globaal bepaald door uit te gaan van de beschikbare budgetten per jeugdzorgregio en per zorgvorm. Er is aangesloten bij de presentatie van gegevens door provincies. De wijze waarop is omgegaan met tussen jaren overlopende uitgaven (en terugbetalingen), reserves en voorzieningen in de presentaties, verschilt per provincie. De verdeling van verleende subsidies over zorgvormen is door provincies veelal vooraf vastgelegd in de subsdiebeschikking, en wordt achteraf afgerekend. Afwijkingen door gesubsidieerde instellingen binnen bepaalde marges zijn daarbij vaak toegestaan. Substantiële overschrijding (meer dan afgesproken verleende zorg) wordt niet altijd vergoed door de provincie. Ook is in sommige provincies – onder voorwaarden – substitutie expliciet toegestaan. De mate waarin provincies autonome middelen hebben ingezet in 2011 verschilt sterk per provincie. Deze autonome middelen zijn wél meegenomen in het bepalen van de kosten en de verdeling per provincie, maar het totaal aan uitgaven van de provincie is vervolgens bepaald op het macro-budget van die provincie, de doeluitkering die van het Rijk is ontvangen. De indeling naar de hoofdcategorieën J&O (zorgvormen) gebeurt vanuit de specifieke programma’s die instellingen aanbieden. Niet bekend is in hoeverre hierin regionale verschillen in afbakening doorklinken; de gegevens bevatten alleen informatie over de periode dat cliënten binnen het peiljaar in zorg zijn geweest (zorgduur), maar geven geen inzicht in de intensiteit van de verleende zorg. Dit laatste hangt samen met beperkingen in registraties en de veelheid aan programma’s. Deze bewerkingen leiden tot een gemiddelde prijs per dag naar zorgvorm. Door deze prijzen vervolgens te vermenigvuldigen met de dagen zorg die worden genoten resulteren de totale kosten per cliënt per zorgvorm. Bij de uitvraag van cliëntgegevens provinciale jeugdzorg in 2011 kon van 2% van de cliënten het gemeentelijk herkomstadres niet worden vastgesteld. Het betreft onder meer zwervende kinderen of kinderen afkomstig uit het buitenland. Deze zijn naar rato van het totaal aantal jeugdigen aan gemeenten toegedeeld. Bij de gesloten jeugdzorg zijn de uitkomsten niet altijd plausibel. Dit punt verdient nadere aandacht. Geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen Bij de bepaling van de kosten van geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen gefinancierd uit de zorgverzekeringswet is uitgegaan van landelijke DBC-tarieven. Deze tarieven hebben een directer verband met de echte kosten dan de schadegegevens die door Vektis worden gebruikt. Bovendien zijn de hier gebruikte kostengegevens exclusief opbrengstverrekening en worden landelijke tarieven gehanteerd. Awbz zorg voor jeugdigen met beperkingen De gegevens over Awbz zorg met verblijf van jeugdigen met een beperking konden niet worden gebruikt voor de berekening van de gemeentelijke budgetten omdat de betrokken jeugdigen overwegend op het adres van de instelling waren geregistreerd en niet op dat van hun ouder(s). Daarom is voor Awbz zorg met verblijf gebruik gemaakt van gegevens over indicaties voor verstandelijk gehandicaptenzorg, afgegeven door het CIZ. Daardoor ontbreken bij zorg met verblijf de gegevens over jeugdigen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking. De betrokken uitgaven, circa 10% van de uitgaven voor verblijf van personen met een beperking, zijn proportioneel verdeeld 12
over de populatie jeugdigen met een verstandelijke beperking. Bij de berekening van de betrokken budgetten is uitgegaan van de veronderstelling dat slechts de helft van jeugdigen met zzp-vg3 (de extramurale indicaties) naar de gemeenten zouden overgaan. Naar het zich nu laat aanzien gaat deze groep echter in zijn geheel over gaat naar de nieuwe Jeugdwet. Wel gaat de slechts de helft van de groep 18-plussers met zzp-vg3 over naar de Wmo. Bij de bepaling van de kosten van Awbz zorg voor jeugdigen met een beperking is uitgegaan van de tarieven die hiervoor worden gehanteerd en die voldoen aan de beleidsregels die het NZA hieraan stelt. De kosten bestaan uit de eenheden zorg per geleverde prestatie (uren of dagen), vermenigvuldigd met het hiervoor geldende tarief. Ook hier worden uitsluitend landelijke tarieven gehanteerd. Bureau jeugdzorg taken Voor VWS-taken van Bureau Jeugdzorg is gebruik gemaakt van aantallen meldingen AMK (bron: Verwey-Jonkerinstituut) en aantallen geaccepteerde aanmeldingen bij Bureau Jeugdzorg (bron: BJZ) voor de overige VWS-taken. Voor Justitiële taken van BJZ is gebruik gemaakt van de landelijke normtarieven 2011, zoals aangereikt door het ministerie van V&J. De toepassing van deze tarieven bij de bepaling van de historische verdeling van de kosten van jeugdbescherming en jeugdreclassering vormen een onderwerp van discussie. Dit leidt er vermoedelijk toe dat voor de bepaling van de definitieve bedragen in de Meicirculaire 2014 een andere tariefberekening zal worden gehanteerd. Door registratiebeperkingen ontbreken gegevens over aantallen cliënten met casemanagement van de Bureaus Jeugdzorg. Voor het toedelen van kosten van reguliere taken van BJZ (exclusief AMK) aan gemeenten is daarom gebruik gemaakt van een globaler gegeven, te weten het aantal geaccepteerde aanmeldingen. Jeugdzorg plus Voor jeugdzorg plus zijn op dit moment geen gebruiksgegevens per gemeente beschikbaar. Daarom zijn de bedragen per gemeente gebaseerd op indicaties van Bureau jeugdzorg. Deze indicaties lijken in 2011 voor enkele Bureau jeugdzorg regio’s geen betrouwbaar beeld van het beroep op gesloten jeugdzorg te geven. Met name in de regio’s Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Groningen en Drenthe is sprake van sterke onderrapportage. Vermoedelijk was de registratie van gesloten jeugdzorg in deze regio’s nog niet goed ingeregeld. Op basis van de speciale uitvraag van cliëntgegevens provinciale jeugdzorg in 2011 is deze onderrapportage echter niet te controleren en te herstellen. Dit zal bij de volgende uitvraag voor 2012 moeten plaatsvinden.
Bijlage: Bedragen en cliënten per jeugdige voor alle gemeenten in Nederland In deze bijlage zijn per gemeente het gemiddeld budget per jeugdige en het aantal cliënten per 1000 jeugdigen naar financieringsvorm opgenomen. Uitdrukkelijk zij vermeld dat deze historische cijfers voorlopig zijn en een momentopname weergeven voor het jaar 2011. De definitieve historische verdeling van de jeugdzorgmiddelen 2015 zal in de Meicirculaire van 2014 worden gegeven.
13
Meicirculaire gemeenten 2013
budget 2015
budget per jeugdige (€) begroting zvw
cliënten per 1000 jeugdigen (‰)
awbz
Totaal
begroting
zvw
awbz
Totaal
Aa en Hunze
4.032.625
175
245
347
768
9,5
84,0
29,3
122,8
Aalburg
1.960.939
166
203
236
605
14,5
65,1
21,6
101,2
Aalsmeer
3.247.821
168
182
111
460
11,6
65,8
12,3
89,7
Aalten
3.922.221
278
78
296
652
18,4
45,9
28,7
93,1
Achtkarspelen
4.997.515
296
189
283
769
18,3
76,8
32,1
127,2
Alblasserdam
3.588.770
282
213
268
764
17,9
64,9
24,5
107,3
Albrandswaard
3.209.100
219
195
153
567
13,6
62,9
14,5
91,0
Alkmaar
19.645.698
603
221
244
1068
32,5
78,9
20,8
132,2
Almelo
21.389.772
737
227
356
1321
41,6
64,0
27,5
133,1
Almere
59.754.864
598
255
377
1230
33,7
83,1
30,8
147,6
Alphen aan den Rijn
16.750.012
606
196
235
1038
33,7
73,0
21,9
128,7
1.302.381
325
173
151
649
10,5
45,4
13,5
69,3
347.300
249
87
105
441
10,2
44,5
21,6
76,2
29.724.300
441
185
208
834
27,7
75,5
18,4
121,6
Amstelveen
11.485.384
292
213
202
706
19,0
73,5
15,1
107,6
Amsterdam
163.743.072
722
200
223
1145
48,5
61,6
16,6
126,7
Apeldoorn
35.674.064
586
233
271
1091
34,7
83,7
24,1
142,5
2.529.163
328
277
486
1091
27,6
98,8
45,3
171,7
Arnhem
36.048.040
819
211
214
1244
47,9
60,1
21,0
129,0
Assen
22.316.856
526
469
458
1453
27,2
118,0
39,3
184,6
Asten
2.621.451
302
148
269
720
18,7
76,6
28,8
124,1
614.961
253
118
169
541
9,7
44,9
12,3
66,9
Baarn
2.694.606
212
142
184
538
18,6
60,5
15,8
94,8
Barendrecht
8.512.916
226
282
212
719
15,5
68,3
16,1
99,9
Barneveld
9.257.810
278
145
218
641
15,6
55,4
23,5
94,6
Bedum
2.325.594
335
271
406
1011
14,8
88,7
38,7
142,2
Beek
2.884.198
378
222
341
941
20,6
80,0
29,0
129,6
Beemster
1.269.441
144
215
328
687
9,7
58,5
22,7
91,0
Beesel
2.901.468
507
162
350
1019
32,7
53,0
29,5
115,2
Bellingwedde
2.434.690
304
361
789
1454
17,9
87,2
49,6
154,7
Bergambacht
1.686.920
282
192
235
708
15,5
69,2
19,3
104,1
Bergeijk
2.295.248
193
135
252
580
15,4
74,3
20,7
110,4
Bergen (L)
2.261.692
301
213
326
840
15,6
67,3
29,4
112,2
Bergen (NH)
3.704.209
275
145
220
640
11,4
64,6
17,1
93,1
Alphen-Chaam Ameland Amersfoort
Appingedam
Baarle-Nassau
Bergen op Zoom
15.283.412
603
208
356
1167
26,6
67,3
31,1
125,1
Berkelland
8.268.618
246
179
430
855
15,9
69,9
34,9
120,7
Bernheze
4.535.291
324
134
196
654
19,8
77,4
22,8
120,0
Bernisse
1.283.461
270
113
140
522
15,1
66,3
11,4
92,8
Best
4.435.683
343
144
176
663
18,7
73,6
22,4
114,7
Beuningen
4.384.965
357
202
212
771
25,3
75,1
19,2
119,5
Beverwijk
5.782.071
442
120
154
717
23,9
64,0
18,0
105,9
Binnenmaas
4.350.753
296
257
186
739
18,2
80,5
16,3
115,0
Bladel
2.455.516
225
135
218
578
13,2
68,7
27,3
109,2
Blaricum
1.136.057
161
169
295
625
7,2
100,7
27,5
135,3
14
Meicirculaire gemeenten 2013
budget 2015
budget per jeugdige (€) begroting zvw
cliënten per 1000 jeugdigen (‰)
awbz
Totaal
begroting
zvw
awbz
Totaal
Bloemendaal
2.012.563
171
132
96
399
8,3
64,4
10,9
83,6
Boarnsterhim
2.842.301
287
139
208
634
14,3
67,8
25,0
107,1
Bodegraven-Reeuwijk
6.161.640
371
199
222
792
23,4
71,1
18,1
112,6
Boekel
1.855.994
386
167
216
769
18,2
88,3
21,1
127,7
Borger-Odoorn
4.719.377
280
316
292
889
14,9
86,0
28,4
129,4
Borne
3.765.670
332
152
295
779
16,5
75,5
24,4
116,4
Borsele
5.283.246
408
214
360
983
20,1
64,9
33,7
118,7
Boskoop
3.206.934
558
169
166
893
28,9
61,2
14,5
104,6
Boxmeer
5.436.381
437
141
292
869
23,0
84,1
31,5
138,6
Boxtel
6.224.919
395
233
315
943
22,9
76,3
29,4
128,6
Breda
37.479.056
652
163
247
1062
31,9
53,6
17,5
103,0
Brielle
2.041.151
264
151
228
643
19,5
72,8
17,6
110,0
Bronckhorst
6.017.079
241
160
349
751
15,2
67,7
30,6
113,5
Brummen
3.719.928
299
214
320
833
23,5
75,9
21,3
120,7
Brunssum
6.750.650
757
199
369
1324
43,0
81,8
35,1
159,9
Bunnik
1.811.698
206
166
175
548
12,7
78,3
15,4
106,4
Bunschoten
2.212.310
190
113
134
437
9,1
65,0
15,2
89,3
Buren
3.525.564
254
132
219
605
19,1
70,4
21,0
110,4
Bussum
3.791.362
242
105
159
507
12,3
73,8
14,2
100,2
15.072.802
553
343
200
1096
35,0
83,4
16,9
135,3
Castricum
4.112.899
203
171
185
559
13,0
65,5
17,3
95,8
Coevorden
6.218.835
333
201
291
825
17,3
67,4
26,1
110,8
Cranendonck
3.001.702
293
160
286
739
19,4
69,9
25,1
114,4
Cromstrijen
2.323.353
276
219
399
894
15,8
88,5
21,9
126,2
Cuijk
5.326.457
538
164
284
986
37,0
76,4
24,2
137,7
Culemborg
4.218.052
353
110
170
633
23,5
75,6
18,4
117,6
Dalfsen
4.287.390
247
134
275
656
16,1
55,1
26,2
97,4
Dantumadiel
3.223.089
340
115
298
753
19,2
63,3
29,4
111,9
De Bilt
6.163.250
331
188
158
677
16,0
72,8
15,5
104,4
De Marne
2.962.393
439
357
599
1395
23,1
103,2
49,5
175,7
De Ronde Venen
5.460.817
247
147
167
561
13,9
59,6
13,8
87,2
De Wolden
2.943.187
227
181
162
570
10,1
78,4
18,0
106,5
18.459.332
745
255
180
1181
40,4
83,2
16,4
140,0
6.589.352
472
245
579
1296
32,3
92,3
46,6
171,2
16.025.042
913
218
329
1460
50,1
62,4
24,2
136,7
5.226.215
342
167
263
771
18,3
70,7
28,3
117,3
24.595.812
598
260
290
1147
35,7
83,6
24,8
144,1
Diemen
3.850.302
445
192
152
789
23,4
65,1
14,3
102,8
Dinkelland
2.265.761
78
113
170
361
6,7
32,3
14,5
53,5
Doesburg
3.028.527
780
183
277
1240
52,4
82,3
27,4
162,1
14.126.163
561
177
446
1184
36,5
81,1
44,3
161,9
4.720.756
389
120
369
879
18,6
67,4
25,3
111,4
4.305.315
330
127
338
795
16,4
62,6
33,8
112,8
28.420.296
720
182
245
1148
37,2
71,1
20,2
128,4
Capelle aan den IJssel
Delft Delfzijl Den Helder Deurne Deventer
Doetinchem Dongen Dongeradeel Dordrecht
15
Meicirculaire gemeenten 2013
budget 2015
budget per jeugdige (€) begroting zvw
cliënten per 1000 jeugdigen (‰)
awbz
Totaal
begroting
zvw
awbz
Totaal
Drechterland
2.986.530
314
152
207
673
16,2
67,0
17,8
101,0
Drimmelen
3.658.625
299
165
213
678
16,5
57,4
16,1
90,0
Dronten
10.612.086
355
214
535
1104
29,8
85,3
44,5
159,6
Druten
3.026.230
372
142
211
725
23,3
70,5
18,7
112,4
Duiven
4.988.711
371
212
221
804
20,3
70,3
23,4
114,0
Echt-Susteren
6.869.360
476
277
460
1213
31,6
74,7
35,3
141,6
Edam-Volendam
2.710.726
181
87
141
408
8,6
37,8
11,8
58,2
25.014.748
524
229
223
976
29,4
63,5
21,9
114,8
Eemnes
1.463.166
276
207
198
681
13,0
88,9
15,4
117,3
Eemsmond
4.082.841
333
253
562
1148
23,6
97,8
52,0
173,5
Eersel
2.370.455
218
132
276
625
14,2
71,7
29,8
115,8
Eijsden-Margraten
4.421.846
336
223
321
880
21,9
90,7
28,4
141,0
49.598.872
749
237
273
1259
44,2
68,3
26,3
138,8
Elburg
3.545.104
227
142
286
655
15,7
50,3
28,5
94,4
Emmen
1216
25,7
88,8
34,8
149,4
Ede
Eindhoven
27.164.552
508
283
425
Enkhuizen
3.657.422
433
272
256
961
23,1
93,1
25,0
141,2
Enschede
39.584.236
792
184
301
1277
48,4
55,9
25,7
130,0
Epe
5.346.542
305
233
260
797
23,6
60,5
21,3
105,4
Ermelo
5.357.221
345
250
380
976
25,5
96,0
45,0
166,5
Etten-Leur
8.433.422
472
211
264
947
27,7
62,7
23,4
113,7
Ferwerderadiel
1.716.184
384
146
297
827
21,2
54,9
26,5
102,7
Franekeradeel
4.351.127
492
139
329
960
26,7
67,5
29,1
123,3
Gaasterlan-Sleat
1.718.067
285
228
260
773
14,8
62,5
22,9
100,3
Geertruidenberg
3.413.054
422
161
195
778
20,3
53,8
18,2
92,3
Geldermalsen
4.081.042
233
176
233
642
18,3
69,7
20,2
108,2
Geldrop-Mierlo
7.365.454
465
190
267
923
25,7
83,3
30,6
139,6
Gemert-Bakel
5.142.459
372
146
297
815
18,9
72,3
31,4
122,5
Gennep
2.832.064
380
137
282
799
22,3
80,1
26,2
128,6
Giessenlanden
2.044.897
204
193
207
604
14,8
67,0
20,1
101,9
Gilze en Rijen
4.504.432
400
145
269
814
23,9
50,1
19,7
93,6
Goeree-Overflakkee
6.241.046
241
150
199
590
13,4
68,7
16,3
98,4
Goes
6.841.588
442
195
304
941
29,2
60,9
36,0
126,2
Goirle
5.788.475
627
199
394
1221
34,2
71,5
35,6
141,3
Gorinchem
8.202.647
639
203
232
1074
30,2
60,6
18,7
109,6 135,3
Gouda
20.818.740
789
244
274
1306
42,5
69,9
22,9
Graft-De Rijp
1.004.418
287
158
239
685
13,0
67,5
16,4
96,8
Grave
2.195.588
413
130
233
776
25,8
78,8
27,2
131,8
Groesbeek
3.292.753
462
168
281
911
31,3
73,6
20,2
125,1
Groningen
44.844.924
700
332
536
1568
40,9
94,7
42,2
177,8
Grootegast
2.505.959
149
203
473
825
10,9
89,9
43,8
144,5
Gulpen-Wittem
2.114.968
336
139
390
865
21,7
84,7
31,9
138,3
Haaksbergen
3.540.408
265
170
223
658
18,6
55,7
19,5
93,8
Haaren
2.729.564
304
283
324
911
18,0
99,5
23,7
141,2
Haarlem
29.243.858
594
203
189
987
29,8
66,1
16,3
112,1
16
Meicirculaire
budget
budget per jeugdige (€)
gemeenten 2013
2015
awbz
Totaal
begroting
zvw
awbz
Totaal
Haarlemmerliede
543.363
180
173
106
459
12,7
70,9
12,7
96,3
Haarlemmermeer
23.762.724
305
202
187
694
19,2
73,3
15,1
107,6
Halderberge Hardenberg
5.233.433
411
193
299
903
21,6
65,7
23,6
111,0
11.315.383
Harderwijk HardinxveldGiessendam
9.401.818
289
145
357
791
21,5
55,1
30,2
106,8
445
247
222
914
25,2
68,4
25,4
118,9
3.040.931
281
195
219
695
15,3
63,3
21,5
100,1
Haren
3.225.740
157
236
429
822
16,6
95,6
37,0
149,2
Harlingen
3.466.584
561
193
281
1035
29,3
79,4
31,1
139,7
Hattem
2.139.606
209
317
276
801
12,4
69,7
27,7
109,7
Heemskerk
8.433.330
628
226
196
1050
30,0
72,0
19,5
121,5
Heemstede
3.288.285
305
132
139
576
14,0
63,3
12,3
89,6
Heerde
2.988.504
307
194
262
763
20,2
61,2
22,2
103,6
Heerenveen
begroting zvw
cliënten per 1000 jeugdigen (‰)
8.058.610
456
180
247
883
26,6
75,4
25,9
127,8
Heerhugowaard
13.250.483
510
298
262
1070
25,5
88,1
22,5
136,2
Heerlen
28.584.156
1120
315
483
1918
62,6
89,8
38,3
190,7
Heeze-Leende
2.477.550
339
186
251
776
14,4
63,0
22,5
99,9
Heiloo
2.472.225
174
225
114
513
9,3
57,1
12,0
78,4
Hellendoorn
6.063.982
297
194
273
764
16,4
68,8
24,6
109,7
Hellevoetsluis
7.295.388
406
268
232
906
25,0
79,6
20,4
124,9
20.327.472
554
143
311
1008
32,6
72,7
33,5
138,8
Helmond Hendrik-Ido-Ambacht
5.382.779
355
209
223
787
18,6
76,5
19,7
114,8
18.072.980
538
187
305
1030
28,9
65,3
26,7
120,9
Het Bildt
2.155.853
443
153
258
854
23,8
67,7
31,7
123,2
Heumen
2.559.009
257
166
255
678
18,5
70,7
21,2
110,5
Heusden
7.182.854
319
225
221
765
21,2
92,2
24,9
138,3
Hillegom
4.004.809
478
215
263
956
20,8
69,9
17,7
108,4
Hilvarenbeek
2.108.896
211
148
266
624
10,7
68,4
23,7
102,7
15.114.105
441
197
237
875
24,3
71,0
24,0
119,2
Hof van Twente
4.500.594
260
118
209
587
15,9
53,9
16,7
86,5
Hollands Kroon
6.804.799
278
125
229
632
16,7
59,6
16,7
93,0
Hoogeveen
13.935.976
515
275
365
1155
21,7
94,4
30,4
146,5
Hoogezand-Sappemeer
11.523.442
536
417
674
1627
32,9
109,6
52,1
194,6
Hoorn
Hengelo (O)
Hilversum
17.270.320
581
259
268
1107
31,5
86,8
26,5
144,8
Horst aan de Maas
7.646.948
298
205
327
830
18,0
61,3
25,1
104,4
Houten
8.771.634
287
166
246
698
17,1
79,1
17,2
113,4
Huizen
7.384.826
454
131
242
828
22,5
83,2
23,8
129,4
Hulst
3.974.498
320
152
275
747
22,6
67,5
30,1
120,2
IJsselstein
5.509.493
321
149
176
645
19,9
76,1
14,6
110,7
Kaag en Braassem
4.132.570
332
178
223
733
19,0
73,6
20,0
112,6
10.647.523
308
160
378
847
22,2
67,0
33,8
123,0
Kapelle
1.793.321
212
186
195
593
9,6
68,8
25,8
104,2
Katwijk
11.156.733
356
190
217
763
23,0
64,3
17,9
105,2
Kerkrade
12.206.438
1071
244
368
1684
60,7
78,5
30,1
169,2
Kampen
17
Meicirculaire gemeenten 2013
budget 2015
budget per jeugdige (€) begroting zvw
cliënten per 1000 jeugdigen (‰)
awbz
Totaal
begroting
zvw
awbz
Totaal
Koggenland
3.565.429
295
192
197
684
13,0
64,3
18,2
95,6
Kollumerland
1.898.761
311
145
191
647
18,4
71,9
23,2
113,5
Korendijk
2.065.860
234
310
307
851
15,7
73,8
20,2
109,6
Krimpen aan den IJssel
5.394.816
341
258
255
854
17,1
96,0
23,3
136,4
Laarbeek
3.569.463
265
178
322
765
16,9
64,9
27,2
109,0
Landerd
2.844.442
308
187
348
843
16,6
85,1
35,6
137,2
Landgraaf
8.865.580
716
218
424
1357
35,4
86,5
33,1
154,9
Landsmeer
1.756.070
305
175
369
849
12,1
70,6
21,3
104,0
Langedijk
5.197.550
337
211
260
808
16,3
67,2
19,4
102,9
Lansingerland
6.429.661
155
186
106
447
11,3
64,2
10,8
86,3
Laren
1.007.349
212
98
145
455
10,8
82,7
15,4
109,0
Leek
4.618.391
349
256
451
1056
24,7
90,6
40,3
155,5
Leerdam
3.338.597
409
113
193
715
18,8
64,5
16,3
99,6
27.883.386
904
304
368
1576
44,6
83,9
36,6
165,2
Leeuwarden Leeuwarderadeel Leiden
2.402.532
274
373
380
1027
19,7
98,3
40,6
158,5
23.898.890
686
228
241
1155
39,7
79,8
20,0
139,5
Leiderdorp LeidschendamVoorburg
5.761.751
490
226
280
995
30,2
97,3
23,2
150,7
10.511.826
419
188
166
774
24,0
70,8
12,0
106,8
Lelystad
27.761.970
852
211
518
1581
51,8
83,9
44,3
180,0
Lemsterland
2.354.136
309
145
298
752
14,4
61,0
35,1
110,5
Leudal
7.952.278
340
223
501
1064
21,5
74,7
36,7
132,9
Leusden
4.548.400
261
232
210
703
12,7
76,1
17,2
105,9
Lingewaal
1.299.467
258
106
155
520
20,0
59,2
13,6
92,9
Lingewaard
6.490.344
343
141
144
629
16,0
68,7
16,0
100,6
Lisse
2.973.249
282
162
182
626
21,3
58,1
14,7
94,1
Littenseradiel
1.360.240
177
89
227
493
12,3
60,2
24,7
97,2
Lochem
5.861.412
334
208
319
861
15,4
84,6
24,8
124,9
Loon op Zand
3.499.110
324
166
247
737
18,7
66,8
25,3
110,8
Lopik
2.333.702
312
113
226
651
18,1
76,7
19,8
114,6
Loppersum
1.941.214
177
213
475
865
18,3
71,7
30,7
120,8
Losser
3.867.937
319
195
301
816
19,6
47,2
23,2
90,0
Maasdonk
2.077.893
449
176
176
800
23,5
85,1
27,0
135,6
Maasdriel
3.769.450
294
185
232
711
25,3
70,5
26,2
122,0
Maasgouw
3.658.901
354
162
332
848
21,5
67,9
29,7
119,1
Maassluis
5.237.463
492
142
187
821
32,2
53,5
15,8
101,5
Maastricht
31.391.974
1004
268
492
1763
55,5
104,0
45,0
204,6
Marum
2.508.775
310
238
474
1022
21,6
97,4
37,9
156,8
Medemblik
7.603.594
324
226
227
777
16,4
81,2
19,8
117,5
Meerssen
4.863.547
611
242
464
1316
24,1
98,0
36,5
158,6
Menameradiel
2.250.917
357
96
256
709
13,6
68,4
33,4
115,3
Menterwolde
3.191.852
335
283
628
1246
19,1
105,0
49,6
173,8
Meppel
6.135.266
310
236
295
841
19,3
89,2
29,5
138,0
11.217.644
571
189
355
1116
36,9
66,2
28,8
131,9
Middelburg
18
Meicirculaire
budget
budget per jeugdige (€)
gemeenten 2013
2015
awbz
Totaal
begroting
zvw
awbz
Totaal
Midden-Delfland
1.918.627
140
172
126
438
12,3
59,4
10,7
82,5
Midden-Drenthe
5.937.326
257
238
328
823
13,6
85,2
26,0
124,8
Mill en Sint Hubert
1.643.038
283
123
278
683
17,9
90,7
26,6
135,2
780.139
379
151
89
619
27,0
67,4
11,1
105,5
Moerdijk
5.837.658
340
169
253
761
18,8
65,7
19,6
104,1
Molenwaard
5.915.507
235
224
280
739
13,8
61,6
24,1
99,5
Montferland
6.980.016
437
181
351
969
27,8
68,7
29,6
126,1
Montfoort
2.046.200
254
148
198
600
14,7
81,3
18,2
114,1
Mook en Middelaar
845.085
210
114
179
503
14,9
68,5
17,3
100,7
Muiden
653.159
161
92
190
443
13,6
69,2
19,0
101,7
Naarden
2.470.793
275
132
161
569
11,5
80,3
14,0
105,8
Neder-Betuwe
4.397.369
355
160
196
711
25,1
60,6
22,0
107,7
Nederlek
2.232.079
415
121
238
774
18,7
71,8
20,5
111,0
Nederweert
3.171.671
414
171
346
931
21,4
75,7
30,5
127,7
Millingen aan de Rijn
Neerijnen
begroting zvw
cliënten per 1000 jeugdigen (‰)
1.461.647
181
139
177
497
18,4
61,2
21,1
100,6
Nieuwegein
12.875.641
605
196
256
1057
35,7
85,2
19,5
140,5
Nieuwkoop
4.009.466
313
168
191
672
19,9
63,2
18,3
101,4
Nijkerk
6.567.719
260
181
250
691
15,9
73,3
23,4
112,6
Nijmegen
34.619.248
669
256
291
1215
46,7
71,2
27,0
144,9
Noord-Beveland
1.926.369
689
380
359
1429
31,2
72,7
26,7
130,6
Noordenveld
4.856.266
216
210
332
758
13,1
84,3
29,2
126,6
10.875.120
360
151
435
946
25,8
67,3
40,0
133,1
Noordwijk
3.873.320
355
231
219
805
19,3
83,1
21,0
123,4
Noordwijkerhout
2.567.251
322
254
215
790
20,9
73,3
13,9
108,1
Nuenen Ca
3.294.265
301
201
207
709
18,3
74,9
24,3
117,5
Nunspeet
4.389.648
291
173
211
675
18,7
58,9
24,6
102,2
Nuth
2.420.883
307
173
404
883
17,1
77,7
34,3
129,1
Oegstgeest
4.464.334
305
294
265
863
17,2
89,7
18,9
125,9
Oirschot
2.040.129
129
128
262
519
13,7
57,3
24,9
96,0
Oisterwijk
5.182.791
445
164
355
965
16,0
66,3
31,5
113,8
Oldambt
Noordoostpolder
11.442.204
521
328
683
1533
30,3
104,7
52,5
187,5
Oldebroek
3.967.060
275
181
287
743
15,5
53,4
27,5
96,5
Oldenzaal
6.256.806
408
108
363
879
23,7
49,5
25,4
98,7
Olst-Wijhe
2.811.853
294
134
276
705
14,8
66,9
22,3
104,0
Ommen
2.559.390
271
135
287
692
12,4
50,3
22,7
85,5
Onderbanken
2.006.461
676
247
427
1350
35,7
92,2
29,6
157,5
Oost Gelre
5.977.275
310
159
392
862
15,7
54,6
31,7
102,1
Oosterhout
10.944.725
492
211
269
973
28,2
63,8
17,8
109,8
Ooststellingwerf
4.387.509
344
209
256
810
19,7
80,6
29,3
129,7
Oostzaan
1.279.580
304
131
202
637
9,0
69,2
18,9
97,1
Opmeer
1.946.916
280
240
203
723
13,7
64,3
17,5
95,5
Opsterland
7.016.525
403
239
363
1005
20,0
86,2
31,9
138,2
17.505.414
552
159
271
981
32,1
91,0
27,6
150,7
3.984.891
329
203
202
734
20,1
77,0
15,5
112,6
Oss Oud-Beijerland
19
Meicirculaire
budget
budget per jeugdige (€)
gemeenten 2013
2015
awbz
Totaal
begroting
zvw
awbz
Totaal
Oude IJsselstreek
7.018.870
313
142
363
818
21,3
56,5
35,4
113,3
Ouder-Amstel
1.538.666
204
205
129
539
14,4
71,1
13,3
98,7
Ouderkerk Oudewater
1.469.920
344
121
288
753
19,0
56,9
22,0
97,9
1.285.224
263
125
170
559
18,3
61,3
11,3
90,8
Overbetuwe
8.503.685
312
269
176
757
21,5
81,9
19,7
123,1
Papendrecht
5.517.804
358
197
239
795
22,5
68,7
20,0
111,2
Peel en Maas
7.443.707
377
160
271
808
17,7
55,1
22,9
95,7
Pekela
4.287.016
452
452
738
1643
28,4
110,0
58,6
197,0
Pijnacker-Nootdorp
8.651.592
313
167
160
640
15,0
73,3
13,8
102,1
17.326.356
614
210
223
1047
34,3
74,0
16,0
124,3
Putten
3.895.249
304
165
220
689
21,9
67,8
22,8
112,5
Raalte
6.643.158
280
219
311
810
17,1
56,4
27,8
101,3
Reimerswaal
3.874.797
309
129
239
677
17,8
56,6
27,6
102,1
10.892.550
634
334
783
1752
33,6
77,5
31,8
143,0
681
20,2
48,2
16,3
84,8
Purmerend
Renkum Renswoude
begroting zvw
cliënten per 1000 jeugdigen (‰)
875.250
270
131
279
Reusel-de Mierden
1.913.158
368
153
222
743
10,1
68,3
25,2
103,6
Rheden
8.510.860
515
238
272
1025
35,3
79,2
24,1
138,6
Rhenen
2.759.507
272
92
248
612
18,0
51,3
18,4
87,6
Ridderkerk
5.484.072
244
275
151
670
17,6
71,4
14,3
103,3
Rijnwaarden
2.235.996
374
222
366
962
30,5
67,5
34,0
132,0
Rijnwoude
2.781.246
342
145
193
680
26,2
63,6
18,1
107,9
Rijssen-Holten
6.445.367
318
148
191
657
15,6
46,5
19,9
82,0
Rijswijk
6.775.900
499
205
194
897
28,7
80,4
15,1
124,2
Roerdalen
3.840.923
485
216
309
1010
30,0
67,1
28,9
126,0
Roermond
18.530.214
1022
254
474
1749
63,8
79,5
32,3
175,6
Roosendaal
18.817.248
635
216
332
1183
32,0
69,9
28,9
130,8
Rotterdam
126.929.576
673
166
219
1058
46,3
58,6
15,9
120,9
Rozendaal
185.853
44
76
439
558
0,0
60,1
21,0
81,1
Rucphen
3.568.639
384
200
335
919
20,4
63,1
25,2
108,7
Schagen
7.134.073
336
162
197
695
17,3
58,3
14,9
90,5 90,2
Schermer
720.823
199
150
221
570
13,4
56,2
20,6
1.535.523
284
165
199
648
16,0
57,0
22,4
95,4
12.778.396
538
130
170
839
36,7
54,6
13,3
104,7
5.578
9
21
0
30
0,0
26,7
0,0
26,7
Schijndel
4.717.468
442
234
297
973
26,0
89,3
28,3
143,6
Schinnen
2.691.162
461
262
352
1075
28,0
89,5
32,3
149,8
Schoonhoven
2.025.968
416
239
120
775
25,6
76,1
13,4
115,1
Schouwen-Duiveland
5.087.413
345
194
220
759
20,7
57,4
22,2
100,4
108.873.504
688
202
175
1064
36,9
58,1
13,0
108,0
27.960.164
473
231
288
992
31,7
84,8
26,3
142,8
Simpelveld
2.036.506
281
192
580
1053
18,1
78,1
39,3
135,5
Sint Anthonis
1.404.937
129
174
215
519
11,1
84,3
23,3
118,7
Sint-Michielsgestel
4.155.733
251
162
247
660
12,6
85,7
23,4
121,6
Sint-Oedenrode
2.261.880
214
135
230
580
15,1
72,8
28,5
116,4
Scherpenzeel Schiedam Schiermonnikoog
's-Gravenhage 's-Hertogenbosch
20
Meicirculaire gemeenten 2013 Sittard-Geleen
budget 2015
budget per jeugdige (€) begroting zvw
cliënten per 1000 jeugdigen (‰)
awbz
Totaal
begroting
zvw
awbz
Totaal
22.659.724
607
367
355
1330
38,1
110,1
37,6
185,9
Skarsterlan
3.661.493
199
174
209
582
11,9
63,4
23,1
98,4
Sliedrecht
3.919.413
280
185
280
745
17,5
62,0
25,1
104,6
Slochteren
2.571.423
178
169
395
742
9,8
81,9
32,6
124,3
Sluis
2.895.513
321
129
255
705
25,1
73,0
24,1
122,1
16.754.468
584
359
418
1361
26,9
103,2
43,9
174,1
Soest
7.778.909
263
265
253
781
17,7
76,3
20,4
114,4
Someren
2.641.638
236
166
271
673
13,0
77,5
30,8
121,3
Son en Breugel
2.153.255
222
122
244
588
15,6
72,1
27,6
115,2
Spijkenisse
14.924.702
572
221
247
1040
39,4
69,5
18,7
127,5
Stadskanaal
9.525.974
529
302
594
1425
33,8
103,5
50,3
187,6
Staphorst
2.648.188
266
94
187
547
15,3
40,7
18,2
74,1
Stede Broec
4.687.453
384
266
315
965
21,0
78,2
24,1
123,3
Steenbergen
4.778.907
438
213
381
1032
17,5
71,7
33,3
122,5
Steenwijkerland
8.125.168
407
180
276
863
26,4
70,4
29,8
126,6
Stein
5.631.770
428
326
463
1217
21,4
95,5
38,9
155,8
Stichtse Vecht
8.911.172
312
150
186
648
18,3
64,5
13,4
96,2
Strijen
1.247.961
260
158
269
687
19,8
87,0
19,3
126,1
16.052.138
462
150
246
857
21,4
60,8
26,4
108,6
1.839.227
204
288
493
986
8,6
81,5
32,7
122,7
12.189.749
673
197
275
1145
41,1
78,1
26,7
145,8
674.429
181
199
407
787
10,5
61,8
26,8
99,2
Texel
1.520.407
221
162
142
524
14,1
70,0
14,5
98,6
Teylingen
6.430.647
354
207
201
762
21,2
78,7
20,0
119,9
Tholen
4.837.743
264
177
334
775
17,1
60,8
28,7
106,6
Tiel
7.759.010
464
126
223
813
37,3
74,3
22,0
133,6
48.591.512
727
169
312
1207
35,1
58,0
27,6
120,8
Smallingerland
Sudwest Fryslan Ten Boer Terneuzen Terschelling
Tilburg Tubbergen
1.779.274
69
57
205
331
3,9
34,6
15,8
54,4
Twenterand
5.817.651
299
158
256
713
17,6
49,4
26,7
93,7
Tynaarlo
6.537.838
241
357
333
930
13,2
80,7
28,0
121,9
Tytsjerksteradiel
6.008.287
361
220
256
837
17,8
72,3
29,8
119,9
Ubbergen
1.811.467
463
251
254
968
23,0
71,1
17,1
111,2
Uden
8.883.831
469
187
345
1000
30,4
88,3
32,3
151,0
Uitgeest
1.661.270
222
140
181
543
9,5
58,2
16,3
84,0
Uithoorn
4.700.426
267
198
278
744
18,1
71,7
19,3
109,1
Urk
4.038.959
212
93
289
594
14,4
38,4
25,9
78,7
57.747.488
592
140
225
957
36,1
56,1
15,4
107,6
Utrechtse Heuvelrug
8.782.278
360
210
267
837
21,0
71,9
17,0
109,8
Vaals
1.743.185
582
250
306
1139
30,7
67,9
25,5
124,1
Valkenburg aan de Geul
2.372.028
350
177
317
844
20,6
99,0
30,3
149,9
Valkenswaard
3.775.733
282
149
227
659
22,5
71,0
25,5
119,0
Veendam
8.237.376
538
342
582
1462
32,7
112,3
49,5
194,5
15.347.099
476
213
322
1012
28,2
64,4
24,7
117,2
2.899.821
205
186
230
622
12,4
56,2
21,0
89,7
Utrecht
Veenendaal Veere
21
Meicirculaire gemeenten 2013
budget 2015
budget per jeugdige (€) begroting zvw
cliënten per 1000 jeugdigen (‰)
awbz
Totaal
begroting
zvw
awbz
Totaal
Veghel
7.070.135
364
154
321
839
23,7
80,9
30,3
135,0
Veldhoven
7.129.753
348
198
257
802
22,4
80,6
29,7
132,7
Velsen
12.608.854
474
218
188
880
23,7
84,5
17,0
125,2
Venlo
23.695.114
639
247
333
1219
39,7
64,7
24,6
129,0
Venray
9.813.505
542
200
317
1059
27,4
64,9
23,5
115,8
Vianen
3.329.087
476
108
183
767
24,2
66,6
15,9
106,6
Vlaardingen
12.026.250
566
150
170
886
35,4
53,5
14,4
103,4
Vlagtwedde
2.887.600
279
211
435
925
27,9
81,1
36,8
145,8
99.441
190
49
177
416
8,4
25,1
12,6
46,0
Vlissingen
9.990.261
716
211
295
1222
41,7
68,3
24,2
134,2
Vlist
1.205.388
203
129
212
544
18,1
63,6
19,9
101,5
Voerendaal
2.104.522
421
185
292
898
19,2
77,3
24,3
120,8
Voorschoten
4.148.483
336
214
223
773
22,0
80,3
16,2
118,5
Voorst
4.040.625
164
122
557
843
12,1
66,5
17,3
96,0
Vught
4.628.654
372
236
212
821
19,7
87,3
23,2
130,2
Waalre
2.318.938
307
149
176
632
16,6
77,7
20,4
114,8
Waalwijk
8.749.091
494
154
289
938
20,9
57,4
20,9
99,2
Waddinxveen
4.918.553
400
203
277
880
28,1
67,6
22,4
118,1
Wageningen
5.903.159
542
227
197
967
33,2
65,5
21,0
119,7
Wassenaar
2.571.397
156
149
152
457
10,3
67,7
11,0
89,1
Waterland
2.047.177
245
168
171
585
11,4
56,0
15,1
82,5
Weert
9.770.990
405
226
400
1030
27,1
76,3
32,6
136,0
Weesp
2.783.452
471
159
177
806
23,7
55,9
14,5
94,1
Werkendam
3.560.869
287
111
187
585
16,1
54,9
18,9
89,9
West Maas en Waal
2.358.046
267
151
189
607
23,2
72,1
19,0
114,3
Westerveld
2.492.397
215
194
248
657
12,7
82,8
20,8
116,3
Vlieland
Westervoort
3.135.417
514
241
204
959
40,0
67,0
19,6
126,6
15.858.193
280
234
188
702
20,9
77,0
15,5
113,5
Weststellingwerf
4.762.407
388
164
340
893
24,6
78,5
37,3
140,4
Westvoorne
2.467.704
484
256
182
923
21,3
64,7
16,4
102,4
Wierden
2.502.537
209
108
140
457
11,3
47,5
15,2
74,0
Wijchen
7.622.929
424
202
211
837
31,3
74,9
20,6
126,8
Wijdemeren
2.427.044
204
139
149
492
10,5
70,5
16,2
97,3
Wijk bij Duurstede
4.227.620
449
147
204
800
19,3
69,5
16,8
105,6
Winsum
3.345.166
243
220
548
1011
16,6
97,9
45,6
160,1
Winterswijk
5.015.655
378
162
265
805
30,6
50,7
31,6
113,0
Woensdrecht
3.703.075
411
169
298
879
20,2
63,3
26,3
109,8
Woerden
6.876.959
247
156
177
580
17,6
63,2
15,8
96,6
Wormerland
2.922.656
366
231
255
853
18,1
79,9
20,1
118,1
Woudenberg
2.173.063
280
194
236
710
19,6
72,2
19,6
111,4
Woudrichem
2.661.177
403
210
205
818
16,3
52,9
17,8
87,0
30.761.928
519
212
253
983
27,6
73,0
21,2
121,8
Zaltbommel
4.344.764
253
164
225
642
19,1
68,9
21,4
109,4
Zandvoort
2.659.659
581
265
123
969
25,1
69,9
13,5
108,5
Westland
Zaanstad
22
Meicirculaire gemeenten 2013 Zederik Zeevang Zeewolde
budget 2015
budget per jeugdige (€) begroting zvw
cliënten per 1000 jeugdigen (‰)
awbz
Totaal
begroting
zvw
awbz
Totaal
1.916.974
260
188
137
585
12,2
56,8
12,8
81,8
681.161
203
109
159
471
12,4
61,5
13,1
87,1
5.844.870
352
160
457
970
23,1
90,8
41,5
155,4
14.720.344
504
245
376
1124
27,5
72,4
23,4
123,3
6.991.688
607
219
273
1099
30,2
66,0
26,7
122,9
31.995.470
752
238
231
1221
41,0
76,5
17,9
135,4
Zoeterwoude
1.795.097
357
424
255
1036
23,7
78,5
20,8
122,9
Zuidhorn
4.775.657
295
259
457
1011
13,8
86,1
44,0
143,9
Zuidplas
7.202.909
329
205
227
761
22,9
69,2
18,6
110,7
Zundert
3.938.688
512
175
257
944
21,1
60,6
20,6
102,3
Zutphen
1269
34,1
102,1
33,2
169,4
Zeist Zevenaar Zoetermeer
13.349.700
588
249
431
Zwartewaterland
5.037.199
311
153
359
823
17,3
50,0
27,5
94,8
Zwijndrecht
8.933.090
633
178
196
1007
31,8
72,7
17,1
121,7
34.177.276
663
224
410
1297
36,0
69,8
34,7
140,4
3349 mln
381
193
278
852
22,2
71,7
24,4
118,3
Zwolle totaal (ongewogen)
23