Verbeterplan
De strijd om IP-adressen
Naam: Studentnummer: Datum:
**Studentnaam** **Studentnummer** 14 december 2013
Hogeschool NCOI HBO Bedrijfskundige Informatica 1 jaar Netwerktechniek en –beheer
**Docentnaam**
Voorwoord Mijn naam is **Studentnaam** en ik werk sinds **datum** als Functioneel Applicatie Beheerder bij **Bedrijfsnaam** bv. Naast Functioneel Applicatiebeheer draag ik ook bij aan ondersteuning op **Afdeling**. In januari 2013 ben ik begonnen aan de eenjarige opleiding Bedrijfskundige Informatica. Ik volg deze opleiding om een schakel te kunnen zijn tussen de eindgebruiker en de ICT-afdelingen waarmee ik regelmatig te maken heb bij de klanten. De module Netwerktechniek en –beheer is de vijfde module die ik in dit kader volg. Ter afsluiting van deze module dient er een Verbeterplan voor ICT infrastructuur geschreven te worden. Bij deze wil ik **Docentnaam** graag bedanken voor de inspirerende lessen. Deze hebben veel voor mij verduidelijkt. Daarnaast zou ik ook graag mijn medestudenten bedanken voor hun geduld en begrip, als ik iets niet direct begreep. Last but not least wil ik graag *** bedanken voor alle hulp en uitleg die hij mij geboden heeft bij het begrijpen van Netwerktechniek en –beheer. Ik wens u veel plezier met het lezen van dit verbeterplan. **Plaatsnaam**, 14 december 2013
Samenvatting De aanleiding van de verbeterplan is een structureel probleem aangaande de beschikbaarheid van IPadressen. In dit verbeterplan is er onderzoek gepleegd naar de oorzaken van de problemen en worden (mogelijke) oplossingen aangedragen. **Bedrijfsnaam** is de laatste jaren flink gegroeid en niet alle onderdelen zijn evenredig meegegroeid. Een van de onderdelen die niet is meegegroeid is het netwerk. Hierdoor is er de laatste tijd een probleem ontstaan met IP-adressen. Wanneer alle medewerkers zich op kantoor bevinden, zijn er niet voldoende IP-adressen beschikbaar om iedereen online te laten werken. Er zijn verschillende protocollen, componenten en diensten die een rol spelen bij het verkrijgen van een IP-adres. Zo speelt niet alleen DHCP een rol in dit proces, ook Subnetting, LAN en WLAN spelen hun eigen rol binnen het verkrijgen van een IP-adres. Het IP-adres (en het verkrijgen hiervan) kent zijn plek in de eerste drie lagen van het OSI-model. Het IP-adres heeft verschillende functies. Eén ervan is het kunnen communiceren tussen twee of meer apparaten over het netwerk. Om een IP-adres te verkrijgen worden vier stappen doorlopen die kortweg DORA genoemd worden. Binnen het Service Level Management zijn er verschillende modellen die het mogelijk maken om een organisatie in te delen en verantwoordelijkheden vast te leggen. De modellen die in dit verbeterplan zijn gebruikt zijn het 5P model, Greiner’s model en de RACI tabel. Daarnaast komt ook het Service Management Lemniscaat aan bod. Uit het onderzoek is gebleken dat er verschillende mogelijkheden zijn om ervoor te zorgen dat er meer IP-adressen beschikbaar zijn om uitgedeeld te worden door de DHCP server. Voor het implementeren van deze mogelijkheden dienen er nog wel verschillende zaken geregeld te worden, zoals interne en externe SLA’s. Vanuit deze bevindingen is het advies om kortere leasetijden in te stellen, gebruik te maken van subnetwerken en afspraken te maken over statische IP-adressen.
Inhoudsopgave Voorwoord ................................................................................................................................................. Samenvatting ............................................................................................................................................. Inhoudsopgave .......................................................................................................................................... 1
2
Inleiding ............................................................................................................................................. 1 1.1
Organisatie ................................................................................................................................. 1
1.2
Belanghebbenden ...................................................................................................................... 1
1.3
Probleemstelling ......................................................................................................................... 1
1.4
Doelstelling ................................................................................................................................. 1
1.5
Scope van dit verbeterplan ......................................................................................................... 1
1.6
Hoofdvraag en deelvragen ......................................................................................................... 2
1.7
Leeswijzer ................................................................................................................................... 2
Componenten, protocollen en diensten ............................................................................................ 3 2.1
Componenten bij het verkrijgen van een IP-adres ..................................................................... 3
2.2
Protocollen bij het verkrijgen van een IP-adres .......................................................................... 3
2.2.1 2.3
3
Subnetting ............................................................................................................................ 3
Diensten bij het verkrijgen van een IP-adres .............................................................................. 3
2.3.1
WLAN en LAN ...................................................................................................................... 3
2.3.2
DHCP ................................................................................................................................... 4
Functie en communicatie .................................................................................................................. 5 3.1
Functie van een IP-adres ........................................................................................................... 5
3.2
Communicatie bij het verkrijgen van een IP-adres ..................................................................... 5
4
Afspraken omtrent Service Level Management ................................................................................ 6
5
Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................................... 7 5.1
Conclusies .................................................................................................................................. 7
5.2
Aanbevelingen ............................................................................................................................ 7
Literatuurlijst ............................................................................................................................................ 8 Bijlagen .................................................................................................................................................... 9 Bijlage I Netwerktekening .................................................................................................................... 9 Bijlage II Het 5P model ...................................................................................................................... 10 Bijlage III Greiner’s growth model ...................................................................................................... 10 Bijlage IV RACI Tabel ........................................................................................................................ 11 Bijlage V Service Level Lemniscaat ................................................................................................... 11
1
Inleiding
1.1 Organisatie **Bedrijfsnaam** bv ontwikkelt software voor **branche**. De software biedt ondersteuning in **productgroep**. De klanten van **Bedrijfsnaam** bevinden zich verspreid over het gehele land. De afgelopen jaren is **Bedrijfsnaam** sterk gegroeid in aantal klanten en medewerkers. Veel medewerkers van **Bedrijfsnaam** werken in de “buitendienst”. Dit houdt in dat deze medewerkers het grootste deel van hun tijd doorbrengen bij de klant, of dat zij thuis werken. Al met al zijn veel van de medewerkers uit de buitendienst weinig op kantoor aanwezig. Slechts wanneer er een overleg of bijeenkomst is gepland bevinden zich (bijna) alle medewerkers van **Bedrijfsnaam** op kantoor. Er wordt op zulke momenten flexibel gewerkt in het gehele gebouw. 1.2 Belanghebbenden Naam Directie **Studentnaam** Netwerkbeheerder Medewerkers binnendienst Medewerkers buitendienst Klanten/partners
Functie Opdrachtgever Projectleider Uitvoerend specialist Gebruiker LAN en WLAN Gebruikers WLAN Gebruiker gast WLAN
1.3 Probleemstelling Wanneer er veel medewerkers op kantoor aanwezig zijn, dan kan een deel van deze medewerkers geen netwerkverbinding tot stand brengen. Een ieder die zich op kantoor bevindt, wil graag verbinding met het **Bedrijfsnaam** netwerk maken, zodat de mail gelezen en beantwoord kan worden, er via de FTP gegevens geüpload of gedownload kunnen worden en er bij klanten ingelogd kan worden. Wanneer (bijna) alle medewerkers op kantoor aanwezig zijn, raakt het aantal beschikbare IP-adressen op. Er lijken verschillende oorzaken ten grondslag te liggen aan het tekort aan IP-adressen. Zo is gebleken, na een korte inventarisatie, dat een groot aantal IP-adressen is gereserveerd en de leasetijd van IP-adressen is ingesteld op 7 dagen. 1.4 Doelstelling Alle medewerkers die zich in het kantoorgebouw in **Plaatsnaam** bevinden kunnen binnen 1 minuut een werkende netwerkverbinding tot stand brengen, waardoor zij (online) kunnen werken. 1.5 Scope van dit verbeterplan Wat valt er binnen de scope van dit verbeterplan:
Beschrijving van de probleemstelling Beschrijving welke protocollen, componenten en diensten van belang zijn bij IP-adres verstrekking/verkrijgen Beschrijving functie IP-adres en communicatie aangaande IP-adressen Beschrijving van de afspraken omtrent Service Level Management Conclusie(s) en aanbeveling(en)
Wat valt er onder andere buiten de scope van dit verbeterplan:
Kosten/baten analyse voor de invoering van de wijziging op het verkrijgen van een IP-adres Afspraken met medewerkers maken over do’s en dont’s aangaande statische IP-adressen Communicatie opstellen en/of verzenden aangaande voorgestelde wijzigingen
1
1.6 Hoofdvraag en deelvragen Hoofdvraag: Op welke wijze kan de netwerkbeheerder binnen **Bedrijfsnaam** er voor zorgen dat iedere medewerker (automatisch) een IP adres krijgt toegewezen, waardoor (online) werken mogelijk is? Deelvragen: 1. Welke relevante componenten, protocollen en diensten spelen een rol binnen het verkrijgen van een IP-adres? 2. Welke functie heeft een IP-adres? Welke communicatie vindt plaats bij het verkrijgen van een IPadres? 3. Welke afspraken zijn er omtrent Service Level Management, aangaande de beschikbaarheid van IP-adressen? 1.7 Leeswijzer Hieronder bevindt zich een korte samenvatting per hoofdstuk, waardoor dit verbeterplan eenvoudig te lezen moet zijn. Hoofdstuk 1: Inleiding De organisatie wordt u voorgesteld en de probleemstelling, inclusief de bijbehorende achtergrond, wordt vormgegeven. Ook wordt hierin vermeldt welke onderwerpen er binnen en buiten de scope van dit verbeterplan vallen Hoofdstuk 2: Protocollen, componenten en diensten Een beschrijving van de -voor dit verbeterplan- relevante componenten, protocollen en diensten. De beschrijving van deze onderwerpen is toegespitst op de specifieke situatie van dit verbeterplan. Hoofdstuk 3: Functie en communicatie Hierin vindt u een beschrijving van de functie en communicatie aangaande het verkrijgen van een IPadres. Ook hier wordt er alleen beschreven wat van toepassing is op de specifieke situatie. Hoofdstuk 4: Afspraken omtrent Service Level Management Dit hoofdstuk beschrijft de afspraken omtrent SLM en de IP-adressen. Hoewel er geen afspraken zijn, zal in dit hoofdstuk wel een voorstel worden gedaan aangaande te maken afspraken. Hoofdstuk 5: Conclusie en aanbevelingen Een beschrijving van de conclusie(s) en aanbeveling(en) die leiden tot een oplossing van het probleem, zoals beschreven is in de probleemstelling. Literatuurlijst In de literatuurlijst kunt u terugvinden van welke literatuur er gebruik is gemaakt bij het schrijven van dit verbeterplan. Ook wordt er vermeldt (indien van toepassing) wanneer deze literatuur is geraadpleegd. Bijlagen In de verschillende hoofdstukken wordt verwezen naar bijlagen. Deze vindt u als laatste onderdeel van dit verbeterplan.
2
2
Componenten, protocollen en diensten
Deelvraag 1: Welke relevante componenten, protocollen en diensten spelen een rol binnen het verkrijgen van een IP-adres? 2.1 Componenten bij het verkrijgen van een IP-adres Er zijn een aantal componenten die een rol spelen binnen het verkrijgen van een IP-adres (Internet Protocol). Het huidige netwerk zorgt ervoor dat er verbinding is met het internet via de router. Verschillende switches en een hub zorgen ervoor dat de werkstations (thuiscomputers die via VPN verbinding maken worden hier ook bij gerekend) verbinding kunnen maken met het (W)LAN (zie bijlage 1 voor de netwerktekening). De server die dienst doet als routers, is tevens de DHCP server. Het is dus in de **Bedrijfsnaam** situatie deze machine die IP-adressen toekent. In het hoofdstuk over diensten wordt hier nader op in gegaan. De bovengenoemde componenten vallen binnen de eerste drie lagen van het OSI-model (Open System Interconnection, Microsoft, 2011, p. 31), de hub valt in de fysieke laag, de switches vallen in de data link laag en de router/DHCP server hoort binnen de netwerk laag (Microsoft, 2011, p.45). 2.2 Protocollen bij het verkrijgen van een IP-adres Het verkrijgen van een IP-adres gebeurt, via de DHCP server, welke is ingericht als een standaard Class C netwerk (Microsoft, 2011, p.70). **Bedrijfsnaam** maakt gebruik van IPv4. 2.2.1 Subnetting Binnen **Bedrijfsnaam** wordt er alleen gebruik gemaakt van de standaard Class C sub-net mask (255.255.255.0), waardoor er onder andere minder beveiliging is op het netwerk. Door sub-netwerken te creëren, kan ervoor gezorgd worden dat clients van het ene sub-netwerk strikt gescheiden blijven van clients op het andere sub-netwerk (Microsoft, 2011, p. 79). Zodoende kan er bijvoorbeeld voor gezorgd worden dat gasten niet op het interne netwerk terechtkomen. Gasten Doordat het gast sub-netwerk een eigen range IP-adressen tot zijn beschikking heeft, betekent dit dat deze clients nooit een belemmering zijn voor het verstrekken van IP-adressen op het interne netwerk. 2.3 Diensten bij het verkrijgen van een IP-adres Er spelen verschillende diensten een rol bij het verkrijgen van een IP-adres. Zo is het WLAN een onmisbaar onderdeel voor alle medewerkers uit de buitendienst en voor een deel van de medewerkers in de binnendienst. 2.3.1 WLAN en LAN Vaak worden de termen WLAN en Wi-Fi door elkaar gebruikt, maar Wi-Fi is een handelsmerk, geregistreerd door de Wi-Fi Alliance (Microsoft, 2011, p61). Wanneer er in dit document wordt gerefereerd aan het draadloze netwerk, dan zal dit zijn onder de term WLAN. Wanneer er connectie gemaakt wordt met het (W)LAN, wordt er aan het nieuwe component (een device dat nog niet geconnect is met het netwerk) een IP-adres toegekend door de DHCP server. WLAN Het WLAN (Wireless Local Area Network) is één van de diensten waar veel gebruik van gemaakt wordt, zowel door de binnendienst, als door de buitendienst medewerkers. Elk draadloze device (zoals laptops, smartphones en tablets) maakt connectie via het WLAN. Doordat de meeste binnendienst medewerkers naast een vaste werkplek ook gebruik maken van een laptop en een smartphone, betekent dit dat per medewerker gemiddeld drie connecties gemaakt worden, waarvan in ieder geval 3
twee met het WLAN. Daarnaast maken de sales medewerkers gebruik van tablets (bovenop de reguliere devices), waardoor zij nog een extra connectie (en dus IP-adres) in gebruik hebben. LAN Er is een beperkt aantal LAN-aansluitingen (Local Area Network) beschikbaar. Hierop zijn de vaste werkplekken aangesloten. Naast de vaste werkplekken, zijn ook de Virtual Machines (die lokaal op de iMac’s van de medewerkers draaien) verbonden met het LAN, waardoor de vaste werkplek niet één, maar meerdere IP-adressen tegelijkertijd gebruikt. 2.3.2 DHCP DHCP staat voor Dynamic Host Configuration Protocol. Een DHCP server zorgt ervoor dat correct ingestelde clients automatisch een IP-adres verkrijgen. Het verkrijgen van een IP-adres via DHCP omvat niet alleen het IP-adres, maar ook sub-net maskers, gateway adressen, DNS server adressen en andere geavanceerde opties (Microsoft, 2011, p. 129). Beschikbare IP-adressen Bij het aanbieden van een IP-adres kunnen alleen vrije IP-adressen worden uitgegeven. Een IP-adres is beschikbaar als deze niet in gebruik is door een client, als het IP-adres is vrijgegeven door het DOS-commando “Ipconfig /release” of als de leasetijd verlopen is (Microsoft, 2011, p.104). Leasetijd Nu staat de default leasetijd van een IP-adres ingesteld op 7 dagen. Hierdoor ziet de DHCP server, ten onrechte, een deel van de IP-adressen als “in gebruik”, terwijl deze in werkelijkheid helemaal niet in gebruik zijn. Door de default leasetijd van een IP-adres te verkorten, kan ervoor gezorgd worden dat de DHCP server meer vrije IP-adressen beschikbaar heeft om uit te delen. Zo kan voor het gastnetwerk een leasetijd van 3 uur worden ingesteld. De meeste DHCP servers kennen een minimum leasetijd van 1 uur. Vanwege vergaderingen en bijeenkomsten zijn gasten vaak aanwezig tussen 1 en 3 uur, zelden langer. Het (interne) LAN en WLAN kan een leasetijd krijgen van 12 uur (24 uur is standaard voor de meeste DHCP servers). (http://publib.boulder.ibm.com/infocenter/iseries/v5r3/index.jsp?topic=%2Frzakg%2Frzakgconceptleas es.htm) Statisch versus dynamisch Doordat er medewerkers zijn die (ongeoorloofd) gebruik maken van statische IP-adressen (dus geen automatische uitgave via DHCP) komt onderstaande melding nogal eens voor.
Wanneer alle IP-adressen worden uitgegeven via DHCP, voorkomt men een IP-conflict (Microsoft, 2011, p. 129). Het is dus, zeker in het geval van een tekort aan IP-adressen, niet aan te raden te werken met statische IP-adressen. Uiteraard zijn er altijd uitzonderingen. Ook in dit geval zijn er uitzonderingen, er zijn namelijk apparaten die wel gebruik moeten maken van statische IP-adressen. Hieronder vallen bijvoorbeeld printers, Gateway- en DNS-server, de ESXi server (zodra deze beschikbaar komt) inclusief de VMware images die op deze server staan en alle overige servers. 4
3
Functie en communicatie
Welke functie heeft een IP-adres? Welke communicatie vindt plaats bij het verkrijgen van een IPadres? 3.1 Functie van een IP-adres IP-adressen bevinden zich op laag 3 van het OSI-model. Laag 3 is de Netwerk laag. Een IP-adres zorgt ervoor dat iedere computer (of device) herkenbaar is als uniek apparaat binnen de netwerkomgeving. Bovendien zorgt een IP-adres ervoor dat er informatie verzonden en ontvangen kan worden via het netwerk (Microsoft, 2011, p. 11). DNS server adres Als de DHCP server een IP-adres uitgeeft, worden daarbij ook andere zaken zoals een DNS server adres uitgegeven. Een DNS server adres is noodzakelijk om internet pagina’s te kunnen bezoeken, zonder het IP-adres van deze pagina te kennen. Het DNS (Domain Name System) zorgt voor de vertaling van de naam (het webadres) naar de locatie (het IP-adres) en vice versa (Microsoft, 2011, p. 76 en http://www.protocols.com/pbook/tcpip2.htm#IP). Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om een website te pingen via de naam, waarbij vervolgens zichtbaar wordt welke locatie (IP-adres) bij de betreffende website hoort. **Afbeelding van een Ping commando met verkregen resultaat**
3.2 Communicatie bij het verkrijgen van een IP-adres De communicatie aangaande het verkrijgen van een IP-adres loopt via het communicatie sub-netwerk, laag 1 tot en met 3, van het OSI-model (Microsoft, 2011, p. 33, 36). Om een IP-adres te verkrijgen wordt er over het netwerk heen en weer gecommuniceerd. Dit gebeurt normaal gesproken in vier stappen. Deze stappen worden kortweg omschreven als DORA. DORA staat voor; (Microsoft, 2011, p.74, 129, 130)
Discovery (wanneer een client contact zoekt met de DCHP-server), Offering (wanneer de DHCP server een IP-adres aanbiedt aan de client), Request (wanneer de client een signaal uitzendt naar alle servers dat het IP-adres is geaccepteerd), Acknowledge (wanneer de DHCP server een definitief signaal uitzendt naar de client met het IP-adres en de informatie die de client nodig heeft).
Wanneer een client reeds een IP-adres heeft, maar een nieuw IP-adres wil verkrijgen (bijvoorbeeld door Ipconfig /renew of Ipconfig /release) dan worden alleen de laatste twee stappen doorgelopen. (Microsoft, 2011, p.130) De tweede stap binnen DORA, het aanbieden van een IP-adres, levert problemen op binnen **Bedrijfsnaam**, daar er geen IP-adressen zijn om vrij te geven. Zoals reeds beschreven in hoofdstuk twee kent dit een oorzaak in het gebruik van statische IP-adressen en de leasetijd van een IP-adres. Wanneer daar een wijziging op wordt toegepast, dan zal de DHCP server in stap 2 geen problemen meer ondervinden en stap 2, 3 en 4 moeiteloos kunnen uitvoeren.
5
4
Afspraken omtrent Service Level Management
Welke afspraken zijn er omtrent Service Level Management, aangaande de beschikbaarheid van IPadressen? Op dit moment zijn er geen afspraken omtrent het Service Level Management van de beschikbaarheid van IP-adressen. Dat er op dit moment geen afspraken zijn vastgelegd betekent niet dat dit zo moet blijven. Het is altijd verstandig om (ook intern) SLA afspraken te maken over verschillende onderwerpen zoals, beheren van levering, bewaken, herstellen, voorkomen, rapporteren en aanpassingen (Redmond, 2013, p. 91) aangaande de beschikbaarheid van IP-adressen. Verandering doorvoeren Wanneer er besloten is dat de onderwerpen, zoals besproken in voorgaande hoofdstukken, gewijzigd gaan worden, dan zal dat niet op dezelfde dag allemaal ingevoerd zijn en soepel verlopen. Het is belangrijk om te beseffen dat vanuit het 5P model (Redmond, 2013, p. 22) de medewerkers (p van people) de spil zijn in het succesvol doorvoeren van een wijziging. Het begint allemaal bij de mensen, als zij bereid zijn om te veranderen, blijkt dat de andere p’s (proces, product en partner) vanzelf mee veranderen. (Zie bijlage II voor het 5P model) Greiners model Volgens Greiners model (zie bijlage III) bevindt **Bedrijfsnaam** zich aan het einde van de tweede fase, de “Direction Fase”. De directeur/eigenaar weet zelf (nog) erg veel over de software en bemoeit zich nog regelmatig met inhoudelijke zaken. Dit geldt ook voor zaken aangaande netwerk en netwerkproblemen. De overgang naar een nieuwe fase, de “Delegation Fase”, gaat altijd gepaard met de nodige moeilijkheden (Redmond, 2013, p. 76). Des te belangrijker is het om de problemen en de impact van de problemen, maar ook de impact van de geplande wijzigingen (zoals uit dit verbeterplan) vast te leggen. Dit kan bijvoorbeeld met een RACI tabel. RACI RACI is een model dat wordt gebruikt om rollen en verantwoordelijkheden versus activiteiten te identificeren. De Verantwoordelijke (Responsible), Aanrekenbare (Accountable), Geraadpleegde (Consulted) en de Geïnformeerde (Informed) personen worden weergegeven in een matrix. (Redmond, 2013, p. 164) Wanneer binnen **Bedrijfsnaam** het verbeterplan tot uitvoer gebracht zal worden, dient het RACI model volledig ingevuld te worden (zie bijlage VI), zodat duidelijk is waar welke verantwoordelijkheden liggen en wie aansprakelijk is. Service Management Lemniscaat Wanneer een bedrijf eenmaal gaat werken met SLA’s, is het noodzakelijk dat deze SLA’s continu in onderhoud blijven en hierdoor steeds verbeteren (Redmond, 2013, p. 91). Dit geldt natuurlijk niet alleen voor SLA’s afgesloten met externe partijen, maar ook voor interne SLA’s. Ook **Bedrijfsnaam** blijft groeien (als het goed is), dus ook intern zal een SLA voortdurend in beweging zijn. Dit is logisch, want de requirements veranderen steeds, en het is ook goed, dat er steeds met een kritisch oog wordt gekeken naar eerder opgestelde afspraken. Voldoen deze nog of niet? Hierdoor ontstaat een doorlopend verbeterproces van het SLA. Dit wordt ook wel het Service Management Lemniscaat genoemd (zie bijlage V). Op alle bovengenoemde gebieden is op dit moment intern én extern niets geregeld. Zo zijn er geen afspraken gemaakt over oplostijden (wanneer er geen IP-adres beschikbaar is), maar ook niet over andere relevante zaken. Hierdoor is de continuïteit van vele werkprocessen in gevaar. Het is dan ook van het grootste belang om deze onderwerpen onder de aandacht van het management te brengen, zodat er alsnog, op korte termijn afspraken gemaakt kunnen worden, intern en extern.
6
5
Conclusies en aanbevelingen
5.1 Conclusies In dit verbeterplan is onderzocht op welke wijze de netwerkbeheerder binnen **Bedrijfsnaam** er voor kan zorgen dat iedere medewerker (automatisch) een IP adres krijgt toegewezen, waardoor (online) werken mogelijk is. Uit de antwoorden op de drie deelvragen is gebleken dat:
De standaard leasetijd van de IP-adressen lang is, Er geen gebruik wordt gemaakt van sub-netwerken, waardoor gasten gebruik maken van dezelfde IP-range als medewerkers, Er niet alleen gebruik wordt gemaakt van dynamische IP-adressen, maar ook van statische IP-adressen, Er per medewerker vaak 3 (of soms zelfs nog veel meer) IP-adressen in gebruik zijn, Er geen SLA’s zijn afgesproken intern; aangaande het verkrijgen van een IP-adres, de oplostijd wanneer er geen IP-adres beschikbaar is of andere relevante zaken, Er geen SLA’s zijn afgesproken met de ISP (Internet Service Provider), aangaande het leveren van een werkende internetverbinding.
De netwerkbeheerder kan zorgen voor IP-adressen voor iedere medewerker, door met sub-netwerken te werken, waarbij er een scheiding plaatsvindt tussen medewerkers (gebruikers), en gasten (externe gebruikers). Daarnaast zal een kortere leasetijd van de IP-adressen ook een positieve invloed hebben op het aantal beschikbare IP-adressen. Als door middel van SLA’s afspraken vastgelegd worden kan er (beter) gewaarborgd worden dat er ten allen tijde online gewerkt kan worden. 5.2 Aanbevelingen Het heeft de voorkeur, de huidige netwerkinrichting op te splitsen in (minimaal) twee sub-netwerken. De netwerkinrichting bestaat in ieder geval uit de volgende twee sub-netwerken:
Een sub-netwerk voor gasten, Een intern sub-netwerk.
De standaard leasetijd van een IP-adres dient terug gebracht te worden naar:
12 uur voor medewerkers (op het interne (sub-)netwerk), 3 uur voor gasten (op het gasten sub-netwerk).
Het is aan te raden geen gebruik meer te maken van statische IP-adressen voor devices binnen de (sub-)netwerken voor gasten en medewerkers. Intern dienen hier dan ook afspraken over gemaakt te worden, en een ieder dient zich hieraan te conformeren. Uiteraard geldt wel dat servers en andere netwerkcomponenten zoals routers en printers wel een vast IP-adres krijgen. Als laatste dient **Bedrijfsnaam** ervoor te zorgen dat er SLA’s worden vastgelegd met de ISP én intern om te kunnen garanderen dat binnen afzienbare tijd iedere medewerker aan de slag kan.
7
Literatuurlijst Boeken Microsoft (2011). Networking Fundamentals, Microsoft Official Academic Course. United States of America: Bind Rite Graphics. Redmond, W., van Bon, J en ten Hagen, J. (2013). SERVICE LEVEL MANAGEMENT AND THE SERVICE MANAGER. Roles, responsibilities and organization structures for managing agreed services. United Kingdom: The Stationery Office. e-Boeken Parziale L. et al (2006) TCP/IP Tutorial and Technical Overview. Geraadpleegd op 17 november 2013, via http://www.redbooks.ibm.com/redbooks/pdfs/gg243376.pdf. Internetpagina’s IP-adressen: http://www.protocols.com/pbook/tcpip2.htm#IP. Geraadpleegd op 17 november 2013. Afbeelding voorzijde: http://www.etny.net/static_vs_dynamic_ip_addresses. Geraadpleegd op 17 november 2013. Afbeelding IP-conflict: http://shiriskumar.blogspot.nl/2013/10/how-to-repair-ip-address-conflicts-in.html. Greiner’s growth model: http://www.gertjanschop.com/modellen/greiner.html. Geraadpleegd op 17 november 2013. Leasetijden IP-adressen: http://publib.boulder.ibm.com/infocenter/iseries/v5r3/index.jsp?topic=%2Frzakg%2Frzakgconceptlease s.htm. Geraadpleegd op 19 november 2013. Overig Afbeelding 5P model: naar Redmond, W., van Bon, J en ten Hagen, J. (2013). SERVICE LEVEL MANAGEMENT AND THE SERVICE MANAGER. Roles, responsibilities and organization structures for managing agreed services. United Kingdom: The Stationery Office. RACI Tabel: naar Redmond, W., van Bon, J en ten Hagen, J. (2013). SERVICE LEVEL MANAGEMENT AND THE SERVICE MANAGER. Roles, responsibilities and organization structures for managing agreed services. United Kingdom: The Stationery Office.
8
Bijlagen Bijlage I Netwerktekening **Netwerktekening**
9
Bijlage II Het 5P model
People
Partner
Performance
Process
Product
Bijlage III Greiner’s growth model
10
Bijlage IV RACI Tabel
Proces
IT Manager
Netwerkbeheerder
Medewerker **Afdeling**
WLAN beschikbaarheid IP-adres beschikbaarheid ...
A
C
I
Medewerker **Afdeling** R
A
R
I
C
Bijlage V Service Level Lemniscaat
11