24
personeelsblad radboudumc
ACHTEROP
Jannie Meussen
Eric Scholten
In deze rubriek stapt een medewerker achterop de fiets bij een collega. Uit nieuwsgierigheid, want op de werkvloer komen ze elkaar niet tegen.
Lucien Personeelsblad Radboudumc | Jaargang 39
Onderzoek naar de novo mutaties in DNA
Laag IQ door domme pech
Ben jij het nieuwe OR- of OC-lid?
Maak het verschil!
Jerome
Aura van Esch werkt met meer plezier
Dit keer springt Jerome Deliege, verpleegkundige bij Interne Geneeskunde achterop bij Lucien Engelen, directeur REshape Innovation Center. Lucien: ‘Vertel eerst eens iets over jezelf?’ Jerome: ‘Ik werk pas anderhalf jaar als verpleeg kundige. Heb daarvoor bedrijfskunde gestudeerd en twintig jaar in het bedrijfsleven gewerkt. Ik was klaar in dat wereldje.’ Lucien: ‘Dan hebben we met jou goud in handen. Ik heb verpleegkundigen op 12 mei uitgedaagd om met vernieuwende ideeën te komen. Dokters komen hier op hun klompen tussen het werk
door met vragen binnenwandelen. Waarom doen jullie dat niet?’ Jerome: ‘Verpleegkundigen zijn daar minder mee bezig denk ik. Neem jouw uitzending in Tegenlicht. Dat is onder verpleegkundigen niet het gesprek van de dag.’ Lucien: ‘Terwijl het er juist voor jullie over tien jaar compleet anders uitziet. Apple en Google gaan met de gezondheid aan de slag. Neem de zorgpatch, een pleister waarmee je op afstand hartslag, ademhaling en temperatuur kunt meten. Twee jaar geleden verklaarden ze mij voor gek. Speelgoed! Nu vragen artsen in huis: “Waarom doen wij dat niet”.’ Jerome: ‘Dan gaat de patiënt mijn werk doen, hoor ik verpleegkundigen denken.’
Lucien: ‘Maar het mooie is dat je juist tijd over houdt voor interactie met de patiënt. En daar voor heb je ooit dit vak gekozen. In 2040 hebben we het dubbele aantal patiënten met de helft minder medewerkers. Voor je baan hoef je dus echt niet te vrezen.’ Jerome: ‘Welke spreuk moeten verpleegkundigen boven hun bed hangen?’ Lucien: ‘Dromen durven doen. Durf je kop boven het maaiveld uit te steken. Zeg: “Dit kan beter.” In 2015 hoop ik dat 25 procent van de ideeën voor innovaties van verpleegkundigen komt.’
Wil jij ook bij een collega achterop? Laat het weten via
[email protected]
‘Verbeteren geeft energie’
#5 juli 2014
#5 – juli 2014
INHOUD
architecten en bouwers
08
Uw project van idee tot oplevering in één hand!
LEESTIP Ine Mamor is voorzitter van de Ondernemingsraad. Zij tipt het artikel op pagina 16.
Ontwerpt èn bouwt voor mensen.... ....die het al druk genoeg hebben.
Lees:
Medezeggenschap, iets voor jou?
- www.dag-inspiratie.nl - 024 3737655 - specialisten in architectonische (ver)bouwprojecten advertentie 1.indd 1
3/7/2014 4:15:15 PM
hulpfonds voor radboud personeel
16 Heb je behoefte aan financiële ondersteuning? Het Hulpfonds helpt.
20
Het Hulpfonds helpt met financieel advies, begeleiding en renteloze leningen. Neem contact op voor meer informatie: E-mail:
[email protected] Telefoon: (024) 361 22 81
www.hulpfondsradboud.nl
Expertisecentrum voor taal en communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen
Cuijk, Grotestraat 108 • Vraagprijs € 648.000,- k.k. RU Hulpfonds adv RADBODE 97x130_05.indd 1
-
Onderzoek – Honderden gezonde Nederlandse ouders worden jaarlijks teleurgesteld als hun pasgeboren kindje een ernstige verstandelijke beperking blijkt te heb ben. Onderzoekers in het Radboudumc zoeken naar de oorzaak. Vaak gaat het om domme pech.
08
26-05-14 16:00 Sfeervolle villa; Royale, parkachtige tuin met veel privacy gelegen op het Zuid-Westen; Diverse authentieke elementen; Fraaie ligging in het centrum en op loopafstand van de Maas; Inhoud totaal circa 955 m³; Vanaf 2004 ingrijpend verbouwd, gemoderniseerd en verbeterd; Perceelsoppervlakte 1.822 m²; Gehele buitenzijde in maart 2014 geschilderd; Mogelijkheid tot woningruil.
Marc Peters Makelaars & Taxateurs Maasburg 13, 5431 BR Cuijk Telefoon 0485-56 31 77 www.marcpeters.nl
12 ZORG – Positieve energie helpt medisch specialisten om goed met nieuwe ont wikkelingen om te gaan. Binnen ons umc inves teren we in een open cultuur waarin ruimte is voor persoonlijke vraagstukken en aandacht voor elkaar. ORGANISATIE – In oktober kiezen we de nieuwe leden voor de Ondernemingsraad en Onderdeelcommissies. Vanaf 15 juli kun je je kandidaat stellen. Collega’s vertellen wat er zo leuk is aan ‘medezeggenschapswerk’.
16
‘In oktober zijn er verkiezingen voor de medezeggenschap in het Radboudumc. Je kunt dan je stem uitbrengen voor de leden van de Ondernemingsraad en de Onderdeel commissies. Voor het zover is, moeten men sen zich eerst kandidaat stellen. Een goede medezeggenschap is ongelooflijk belangrijk voor je organisatie. Met “goed” bedoel ik vooral dat álle geledingen uit ons huis erin vertegenwoordigd zijn: zorgprofessionals, onderzoekers én ondersteunend personeel, bovendien van alle niveaus: van telefonist tot hoogleraar. Met een brede vertegenwoordi ging kun je écht goed gehoor geven aan de belangen van alle medewerkers. In deze Radbode lees je waarom mensen ervoor kiezen om in de medezeggenschap te gaan. Wat drijft hen? Waar zijn ze mee bezig geweest? Wie weet voel jij je aangesproken om in de medezeggenschap te gaan. En kun je zo voor collega’s het verschil maken.’
zorg – De kindergeneeskunde in het Radboudumc bestaat 60 jaar, sinds een jaar onder de naam Amalia kinderziekenhuis. Waar staan we nu en waarin onderscheiden we ons van andere kinderziekenhuizen?
17
Rondvraag – Goede handdesinfectie is nodig, daarover is iedereen het eens. Maar hoe houden we de aandacht levend? Vier collega’s geven tips om handdesinfectie op de agenda te houden.
20
RUBRIEKEN 04 Het getal 06 Kort 11 6 vragen aan 18 Zapservice
19 De patiënt 22 Collega’s 23 Het moment 24 Achterop
Ine Mamor
3
4
personeelsblad radboudumc
HET GETAL
#5 – juli 2014
Gijs Munnichs
Rob Gieling
artsen in opleiding (AIOS) tot anesthesioloog worden jaarlijks opgeleid in het nieuwe skills- en simulatielab op het OK-complex. Ze oefenen hier medische verrichtingen en krijgen in simulatietrainingen allerlei (acute) scenario’s voor de kiezen. De simulatietrainingen zijn levensecht. Zo kan de pop op de operatietafel een verhoogde bloeddruk krijgen, een vernauwde luchtweg of hevig gaan bloeden. Bij elke training krijgt de AIOS de rol toebedeeld van arts-assistent of staflid. De training volgt de principes van crew resource management (CRM), een oorspron kelijk uit de vliegtuigbranche afkomstige training. ‘70 procent van de medische fouten wordt veroorzaakt door menselijke factoren’, vertelt anesthesioloog/ simulatietrainer Jan Bos. ‘We trainen daarom situaties waarin de nadruk op die menselijke kant ligt: hoe communiceer je met elkaar, hoe spreek je elkaar aan op fouten, hoe wordt er leiding gegeven, hoe ben je een goede volger.’
‘In de training leer je dat één persoon niet alles kan overzien, maar dat teamwerk en communicatie cruci aal zijn’, zegt AIOS Tom Goorden. ‘Het is alsof je echt op de OK staat.’ De trainingen worden met de camera opgenomen. Achteraf bespreken de opleiders en AIOS wat er goed ging en wat er beter kon. De AIOS volgen nu twee tot vier keer per jaar deze verplichte simulatietraining. Het oefenen van de medische verrichtingen gebeurt op unieke torso’s, die het skillslab als enige umc in Nederland heeft. Hierop leren de anesthesiologen in opleiding onder meer de ruggenprik, het aanleggen van centrale lijnen en het verdoven van de zenuwen naar de arm.
5
6
personeelsblad radboudumc
#5 – juli 2014
KORT
COLUMN | ETHIEK
Nieuw curriculum met Nijmeegs kleurtje
Radboud Summer School
Het lijkt ver weg, maar de voorbereidingen zijn in volle gang. September 2015 krijgen de eerstejaars studenten Geneeskunde en Biomedische wetenschappen een geheel vernieuwd onderwijsprogramma.
Van 3 tot 16 augustus vindt de eerste Radboud Summer School plaats! De Radboud Universiteit en het Radboudumc bieden in augustus speciale zomercursussen aan voor studenten, promovendi en alumni. Het Radboudumc biedt tien cursussen aan, die specifiek gaan over de gezondheidszorg, onder andere over brain imaging, genomics en neurochirurgie. Zie voor meer informatie: www.ru.nl/radboudsummerschool
Getweet malou van hintum (@malouvh) ‘Ik geloof in de anderhalvelijnszorg,’ zegt @basbloem. Kijken bij de mensen thuis, want daar zijn de problemen #tweedingen
René Tabak (@ReneTabak) Vertrek @MelvinSamsom #Radboudumc is gemis. Wel op koers blijven mensen. #patiëntalspartner
Xavier (@xaviergeerdink·May 23) Bij het #Radboudumc kun je goed doorwerken als patiënt/bezoeker. Dat past bij de tijd en #HNW pic.twitter. com/P4NX4SXfjZ
Gitte vd Eertwegh (@Rob_hero) @radboudumc kunnen jullie echt niks doen aan die hoge prijzen voor eten en drinken voor ouders die zo vaak hier zitten? Cola 2,25!
Weet jij wat de basisverzekering dekt?
Pak pagina 13 van het leerboek, is er dan niet meer bij. ‘We benaderen studenten als lerende professionals’, zegt Roland Laan, hoogleraar medisch onderwijs en voorzitter van het project team. ‘We spreken hen aan op hun intrinsieke motivatie met meer self directed learning.’ Stu denten, docenten én patiënten gaan bovendien intensiever samenwerken. ‘Zo krijgen studenten
Kijk voor meer informatie op intranet, onder de button curriculum 2015. Of discussieer mee op Yammer (broedplaats nieuwe curricula).
Alle zorgaanbieders zijn verplicht om patiënten op tijd te informeren over de zorg die ze bieden én over de kosten van deze zorg. Het Radboudumc dus ook. Daarom moeten zorgverleners weten welke zorg de basisverzekering dekt en welke níet. Weet je zeker dat een behandeling niet wordt vergoed of twijfel je erover, zeg dit tegen de patiënt en vertel dat hij dit kan nagaan bij zijn zorgverzekeraar. Wordt de behandeling namelijk niet vergoed en kiest de patiënt toch voor onze zorg, dan zijn de kosten voor zijn rekening. Op www.radboudumc.nl/kostenvanzorg informeren wij patiënten over de kosten van zorg.
Melvin Samsom verlaat Radboudumc Per 1 oktober wordt bestuursvoorzitter Melvin Samsom CEO van het Karolinska University Hospital in Zweden. Het was voor hem geen gemakkelijk besluit. ‘Het Radboudumc betekent heel veel voor mij. Samen heb ben we het instituut weer de positie teruggegeven die het hoort in te nemen: de frontlinie van de academische gezondheidszorg. De taak die we onszelf hebben gesteld is nog niet af. Ik ben ervan overtuigd dat met het team en de teamgeest die we hebben gesmeed, de positie van het Radboudumc verder kan worden uitgebouwd. Een ontwikkeling die ik vanuit Zweden met veel belang stelling zal volgen.’
Zie volledig overzicht van de basisverzekering op: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/zorgverzekering/basisverzekering
Impact VAN ONDERZOEK
Zelf je afweer bijsturen Peter Pickkers en Matthijs Kox van de Intensive Care toonden aan dat het mogelijk is om met simpele technieken – ademhalingsoefeningen, medi tatie en herhaalde blootstelling aan koude – het autonome zenuwstelsel te activeren en de reactie van je immuunsysteem te remmen. Hun resul taten verschenen begin mei in het toonaangevende tijdschrift PNAS. Iceman Wim Hof trainde twaalf gezonde, jonge mannen tien dagen met enkele specifieke technieken. Terug in Nederland gaven de wetenschap pers de getrainde mannen én twaalf gezonde niet-getrainde mannen een injectie met een bestanddeel van de celwand van bacteriën. Dat zorgt voor een reactie van het afweersysteem. Kox: ‘De getrainde mannen maakten door de geleerde technieken meer adrenaline aan.’ Dat stresshormoon komt vrij bij verhoogde activiteit van het zenuwstelsel en onderdrukt de immuunrespons. ‘We zagen bij de getrainde mannen inderdaad minder ontstekingseiwitten en ze hadden veel minder last van griepverschijnselen’, zegt Kox. Het onderzoek werd in binnen- en buitenland flink opgepikt en leidde tot veel media-optredens.
meer betekenisvolle feedback en coaching.’ Ook de medisch wetenschappelijke vorming krijgt in het nieuwe curriculum nadrukkelijker aandacht. Laan: ‘We houden ons aan de landelijke en Euro pese eindtermen, maar de opleiding krijgt wel een Nijmeegs kleurtje. Studenten kiezen straks niet alleen voor de stad, maar ook voor ons gedachtegoed van participatory healthcare.’
Lees meer in de Radbode van 5 september over het vertrek van Melvin Samsom.
Getipt
Briljante businessmodellen in de zorg Boek: Over baanbrekende benaderingen voor betere en betaalbare zorg. ParkinsonNet, een initiatief vanuit Radboudumc, is een van de twintig beschreven modellen. Auteurs: Kemperman, Geelhoed, Op ’t Hoog. ISBN 9789462200623. Prijs € 39,95
Vals plat Toneel: Onconventionele toneelvoorstelling over kanker door (ex-)patiënt Kitty van Mil. Keihard, verdrietig en onverwacht inspirerend. Campustheater HAN, 24 september & 9 oktober. Meer informatie: www.radboudumc.nl, agenda
Medewerkers van de sectie medische ethiek (iq healthcare) geven een beschouwing over een actueel onderwerp. Deze keer Norbert Steinkamp.
Willen we alles weten? Bij ongeveer 1 procent van de onderzoeken van meerdere genen tegelijk wordt een neven bevinding ontdekt: de aanleg voor een erfe lijke ziekte waarnaar aanvankelijk niet werd gezocht. Hoogtechnologische diagnostiek met grotere databestanden ontsluit nu een maal informatie die met eerder gebruikelijke methoden niet opgespoord kon worden. Informatie die voor de patiënt en diens fami lie van groot belang kan zijn. Maar willen we alles weten wat aan het licht komt? Wat is de juiste maat? De Gezond heidsraad maant in een recent advies tot wijsheid bij het aanbieden van diagnostiek: zo veel als nodig, zo weinig als mogelijk.
‘Welke gegevens zijn zinvol voor een bepaalde behandelbeslissing?’ In het Radboudumc hebben zorgverleners van de afdeling Genetica en hun collega’s in recht en ethiek zich over deze problematiek gebogen. Patiënten krijgen nu vooraf uitge breide informatie, zodat zij een onderbouwd besluit kunnen nemen. Wil ik meedoen aan genetisch en ander onderzoek waarbij neven bevindingen aan het licht kunnen komen? De huidige medische en ethische discussie is slechts het begin van een breder debat dat we in de toekomst intensief met elkaar zullen gaan voeren. Niet over welke informatie mogelijk beschikbaar is, want dat is in prin cipe oneindig. Maar een debat over welke gegevens zinvol zijn om te weten voor een bepaalde behandelbeslissing. Hiervoor heb ben we scholing nodig, maar ook verstandige hulpverleners die goede partners zijn, en die hun patiënten goed begeleiden bij het maken van zo’n beslissing.
7
8
personeelsblad radboudumc
ONDERZOEK
#5 – juli 2014
Anne van Kessel
Eric Scholten & Shutterstock
Laag IQ door domme pech Honderden gezonde Nederlandse ouders worden jaarlijks teleurgesteld doordat hun pasgeboren kind een ernstige verstandelijke beperking blijkt te hebben. Onderzoekers in het Radboudumc zoeken naar de oorzaak. In veel van de gevallen blijkt dat het om domme pech gaat.
‘Om er meer van te begrijpen, werken we samen met artsen over de hele wereld’
Door het DNA af te lezen met speciale appara tuur kunnen onderzoekers alle genen van een mens in kaart brengen. Zo kunnen ook foutjes in het DNA worden ontdekt, kleine kopieerfou ten die grote gevolgen hebben. Veel verstande lijke handicaps blijken te worden veroorzaakt door een spontane genetische verandering tij dens de vorming van de eicel of zaadcel van de ouders. Dit zijn zogeheten de novo mutaties. Twee gezonde ouders die een kindje krij gen dat ernstige problemen heeft met de gees telijke ontwikkeling en gezondheid: vaak komt het als een volslagen verrassing. De zwanger schap verliep normaal en er zijn geen bekende erfelijke ziekten in de familie. Ondanks aller lei onderzoeken tasten artsen vaak in het duis ter. Naar schatting heeft een half procent van de kinderen die in Nederland worden geboren een zeer ernstige verstandelijke handicap. Genetici in het Radboudumc zoeken naar de oorzaak. Dat is van belang voor de behande ling, maar ook voor de ouders. Moeders voelen zich vaak ten onrechte schuldig en vragen zich af of ze dat ene wijntje tijdens de zwanger schap niet hadden moeten drinken. Als de ouders nog een kinderwens hebben, willen ze bovendien weten of het erfelijk is.
Nieuwe mutaties Joris Veltman, hoogleraar Translational Geno mics en Han Brunner, hoofd van de afdeling Genetica, toonden in 2010 in een artikel in het tijdschrift Nature Genetics aan dat nieuwe (de novo) mutaties een groot deel van de handicaps verklaren. De handicap wordt dus niet van generatie op generatie doorgegeven, want het kind heeft een foutje in een gen dat bij de ouders nog in orde is. Maar liefst 80 procent van deze nieuwe mutaties ontstaat in het erfelijke mate riaal afkomstig van de vader. Dat komt omdat de cellen tijdens de spermaproductie continu delen. Bij een vrouw is dat anders. Een vrouw heeft bij de geboorte enkele duizenden eicellen in aanleg, waarvan er gedurende haar vrucht bare leven een paar honderd tot rijping komen.
Een man maakt daarentegen ruim honderd miljoen zaadcellen per dag aan; daar zijn veel celdelingen voor nodig. Tijdens een celdeling worden alle 6 miljard letters van het erfelijk materiaal gekopieerd. Dat gaat bijna altijd goed, maar toch sluipen er gemiddeld 70 tot 90 foutjes per spermacel in het kopieerproces. Hoe ouder de man, hoe vaker de cellen zijn gedeeld en hoe meer foutjes het DNA bevat. Het aantal spon tane mutaties in de zaadcel neemt ieder jaar met ongeveer 4 procent toe. Die foutjes hebben meestal geen effect, aangezien slechts een klein deel van ons DNA (1 procent) voor lichaamsei witten codeert: het exoom genoemd. Eiwitten brengen genetische kenmerken tot uiting, zoals bloedgroep of oogkleur. Maar komt een kopieer fout terecht in een gen, dan kunnen er proble men met de geestelijke ontwikkeling ontstaan.
Kopieerfouten opsporen Joris Veltman en Han Brunner sporen sinds 2010 met hun collega’s die kopieerfouten op met exoom sequencing. Alleen de stukken DNA die voor eiwitten coderen, worden hierbij in kaart gebracht; de andere delen worden over geslagen. ‘Zo spitten we systematisch het DNA van ouders en kind door en kijken we waar het
van elkaar afwijkt’, legt Veltman uit. Uniek onderzoek, waarmee Nijmegen voorop loopt in de wereld. Uit het onderzoek volgen mutaties die mogelijk de handicap veroorzaken. Vervolgens wordt er gekeken, door de mutatie bewust aan te brengen in het DNA van bijvoorbeeld fruit vliegen, zebravissen of muizen, of die mutatie daadwerkelijk de boosdoener is. ‘Uiteindelijk kunnen we zo bij 40 procent van de kinderen met een onverklaarbare verstandelijke beper king de oorzaak vaststellen.’ Per jaar bekijkt de sectie genoomdiagnostiek onder leiding van dr. Hans Scheffer de exomen van 1.500 kinde ren en hun ouders. Veltman: ‘Binnen korte tijd is het ons gelukt om ons onderzoek een rol te laten spelen in de kliniek. Het levert nu direct wat op in de zorg, dat is heel mooi om te zien.’ Omdat slechts 1 procent van ons DNA voor eiwitten codeert, is exoom sequencing een stuk goedkoper dan whole genome sequencing (WGS), waarbij alle 6 miljard letters van het DNA bekeken worden. Toch wordt dat sinds kort ook gedaan. ‘WGS is de ultieme genetische test, daarmee kunnen we het totaalplaatje bekijken. Dat is belangrijk, want ook een mutatie in het niet-coderende deel van het DNA kan soms nare gevolgen hebben. Daarnaast missen we met exoomsequencing ook foutjes in het coderende deel, die we met WGS wel op kunnen sporen.’ De eerste resultaten – in juni verschenen in het toonaangevende tijdschrift Nature – laten zien dat met WGS tot wel 60 procent van de patiën tengroep een diagnose kunnen krijgen. ‘Hier door kunnen we de patiënt nog meer bieden.’
9
10
personeelsblad radboudumc
#5 – juli 2014
Jannie Meussen
Zorgvuldig en enthousiast 1. Wat is je persoonlijke hoogtepunt in het Radboudumc? ‘Ik vind al onze projecten boeiend, zoals het testen van anti malariamiddelen. We komen ook steeds verder met het ontwik kelen van een vaccin om malaria de wereld uit te helpen, door immuniteit op te wekken met onze muggen en parasieten.’
‘0,5 procent van de kinderen wordt geboren met een verstandelijke handicap’ Een website per gen Een mutatie bij één kind is nog geen bewijs voor de oorzaak. Daarvoor moeten er minimaal twee kinderen met dezelfde symptomen, een muta tie in hetzelfde gen hebben. Dat is lastig, want het gaat om zeldzame kopieerfoutjes. Als je naar 100 kinderen kijkt, is de kans dat je een mutatie in hetzelfde gen vindt, heel klein. Om er meer van te begrijpen, moeten Veltman en collega’s dus samenwerken met artsen over de hele wereld. ‘Als we meerdere kinderen met een mutatie in hetzelfde gen vinden, publiceren we dit. Dat zet andere artsen weer aan het denken. Zij mailen ons dan bijvoorbeeld: ‘Een van mijn patiënten heeft precies dezelfde aandoening, wil je eens kijken of hij een mutatie in hetzelfde gen heeft?’ Zo krijg je steeds meer patiënten bij
2. Wat is je favoriete plek in het Radboudumc? ‘We hebben een nieuwe ruimte in het Centraal Dierenlaborato rium, maar de oude stek is toch mijn favoriet. Ik heb daar met zoveel onderzoekers en studenten uit de hele wereld samen gewerkt. Zij zijn onder de indruk van onze faciliteiten. Die zijn echt uniek in de wereld, niemand heeft dit zo staan.’
3. Waar ben je trots op? ‘Dat ik hier al 27 jaar mag werken. We begonnen met een paar door ons zelf ontwikkelde apparaten, nu staan er negen geavanceerde stoven om parasieten te kweken. We zijn uit gegroeid tot een echt bedrijf.’
Joris Veltman: ‘We spitten systematisch het DNA van ouders en kind door en kijken waar het van elkaar afwijkt.’
elkaar, die we per mutatie in groepen verdelen. Onze clinici zijn bezig om per gemuteerd gen dat we vinden een website te maken, zodat families over de hele wereld elkaar kunnen vin den. Daar heb je ook als onderzoeker heel veel aan. We krijgen veel informatie over de muta tie, het effect daarvan en de mogelijke risico’s.’ Bert de Vries, klinisch geneticus in het Radboud umc, heeft een speciale poli waarbij hij naar verloop van tijd een groep patiënten met dezelfde mutatie vraagt naar het ziekenhuis terug te komen om ze nog eens allemaal door
4. Wat weten je collega’s niet over jou?
dezelfde arts te laten bekijken. Veltman: ‘Daar kun je enorm veel van leren. Bijvoorbeeld hoe je complicaties kunt voorkomen. Als je weet dat een kind met een bepaalde mutatie een verhoogde kans heeft op epilepsie, kun je al eerder met medicatie beginnen. Of je kunt een passend dieetadvies geven. We weten nog zo ongelofelijk weinig van DNA, dankzij dit onderzoek beginnen we beetje bij beetje te leren hoe variaties in het DNA tot ziekte kun nen leiden en wat we eraan kunnen doen. Dat is een fascinerende ontdekkingstocht.’
Opsporing tijdens zwangerschap Het komt voor dat kinderen een extra chromosoom hebben. Down syndroom is daarvan het bekendste voorbeeld. Daarnaast komen de syndromen van Edwards en Patau voor, waarbij de kans groot is dat een kindje vlak na de geboorte overlijdt. Een zwangere vrouw met een verhoogde kans op een kind met een van deze syndromen, heeft twee mogelijkheden om te achterhalen of haar kind daadwerkelijk een extra chromosoom heeft: een vruchtwaterpunctie of een vlokkentest. Beide technieken verhogen het risico op een miskraam. In april is een lande
lijk, twee jaar durend onderzoek naar een Niet-Invasieve Prenatale Test gestart voor zwangere vrouwen. Bij deze techniek wordt moeder bloed onderzocht, in plaats van het vruchtwater of baarmoeder weefsel. In het moederbloed zitten kleine hoeveelheden DNA van de foetus, waarin een extra kopie van chromosoom 21 – de indicatie voor het syndroom van Down – aangetoond kan worden. Maar ook extra kopieën van chromosoom 18 (edwardssyndroom) en 13 (patau syndroom) komen met de nieuwe techniek aan het licht.
‘Ik ben opgegroeid op een boerderij in Groningen, met een Sint Bernard op het erf. Toen ik het huis uit ging, wilde ik naar de stad. Nu zou ik dolgraag weer een huis op het platteland met een moestuintje willen hebben.’
5. Wat zou je tegen jezelf zeggen als je weer 16 was? ‘Neem risico’s en ga meer uitdagingen aan. Als ik nu bijvoorbeeld al die backpackende studenten zie, dan vind ik het jammer dat ik zelf niet meer van die spontane acties heb ondernomen.’
6. Met wie zou je een dag willen ruilen? ‘Met een kennis die voor Staatsbosbeheer in de Weerribben bij Giethoorn werkt. Heerlijk een dag de natuur in.’
Personalia Naam: Marga van de Vegte-Bolmer Afdeling en functie: Medische Microbiologie, researchanalist en hoofd parasietenlaboratorium Malaria Unit Pluim verdiend op: 31 maart 2014 Omdat: zij een waardevolle bijdrage levert aan het malariaonderzoek, een belangrijk speerpunt en uithangbord van het Radboudumc. Ze is met haar team verantwoordelijk voor een constante hoge output en kwaliteit van parasietenkweken. Veel onderzoekers binnen en buiten het Radboudumc hebben hier baanbrekend onderzoek mee gedaan. Ze begeleidt jonge promovendi, brengt zelf actief nieuwe ideeën in en draagt bij aan publicaties.
Eric Scholten
6 VRAGEN AAN In deze rubriek stellen we persoonlijke vragen aan een medewerker die een Radboudpluim heeft ontvangen. Dit keer Marga van de Vegte-Bolmer.
11
12
personeelsblad radboudumc
ZORG
#5 – juli 2014
Marjan Wassenaar
Eric Scholten
Hoe sta je in je werk?
Ontwikkelingen in wetenschap en ICT, financiële krapte, mondige patiënten: de zorg verandert en daarmee het werk van de medisch specialist. Radboudumc speelt met zijn strategie in op deze veranderingen. Positieve energie helpt medisch specialisten om goed met nieuwe ontwikkelingen om te gaan en persoonlijke impact te hebben in het contact met de patiënt. Binnen ons umc investeren we bewust in een open cultuur waarin ook ruimte is voor persoonlijke vraagstukken en oprechte aandacht voor elkaar. Dat is in lijn met onze strate gie, waarin we gaan voor onderscheidende kwaliteit en per soonsgerichte zorg. Daarom is in 2013 het programma ‘Energie in Verandering’ van start gegaan. Hierin gaan medisch specialisten en AIOS actief aan de slag met thema’s als ‘persoonlijke effectiviteit’, ‘mijn ideale baan’, ‘delen van dilemma’s’, ‘feedback van collega’s’, ‘waarden en drijfveren’ en ‘mijn bijdrage aan de afdelingsdoelen’. Dat doen ze in de vorm van workshops of teambijeenkomsten. De rode draad: hoe ga ik om met de veranderingen die op mij afkomen en hoe zorg ik voor positieve energie?
Lees de ervaringen van drie collega’s. Ook andere zorg professionals, zoals verpleegkundigen en paramedici, hebben te maken met veranderingen in de zorg en zijn bezig met vergelijkbare trajecten. In het najaar organiseren paramedici een dag om gezamenlijk naar hun rol binnen het Radboudumc te kijken.
Ben je medisch specialist of AIOS? Deel dan ook op portal.umcn.nl/eiv hoe jij energie haalt uit verandering. Je vindt hier ook informatie over hoe je zelf aan de slag kunt. In september kunnen AIOS deelnemen aan ‘AIOS in de drivers seat’, een inspirerende bijeenkomst over nieuwe technologieën, verwachtingen van patiënten en jezelf ont wikkelen tot arts van de toekomst.
‘Ik ben arts geworden om van betekenis te kunnen zijn voor patiënten’
Verbeteren geeft energie Dr. Aura van Esch, Maag-, Darm-, Leverarts ‘De gezondheidszorg is sterk in beweging. Denk aan de steeds groter wordende rol van zorgverzekeraars, maar ook aan de veranderende rol van patiënten. Zij worden mondiger en zijn goed geïnformeerd. Je kunt je verzetten tegen veranderingen, maar volgens mij kun je beter je energie steken in het ervoor zorgen dat je werk en je patiën ten er beter van worden. Als je merkt dat je invloed hebt om dingen te veranderen, geeft dat energie. Een goed voorbeeld is het Endoscopiecentrum, waar ik medisch hoofd van ben. De afgelopen jaren hebben we te maken gehad met een verhuizing en met de invoering van Epic. In mijn rol merk ik dat ik samen met mijn team daadwerkelijk het verschil kan maken. Dat we processen kunnen veranderen, zoals de communi catie met patiënten. We hebben maar kort contact met onze patiënten, maar het is wel belangrijk om dat contact prettig te laten verlopen en écht een luis
terend oor te hebben. Daar hebben we op ingezet bij de inrichting van het nieuwe Endoscopiecentrum. Ik ben arts geworden om van betekenis te kunnen zijn voor patiën ten. De workshop “personal impact”, die ik samen met andere medisch specialisten heb gevolgd, helpt mij om terug te gaan naar die bron. Deze workshop heeft me ervan doordrongen dat ik impact héb, dat ik de patiëntenzorg en alle processen daaromheen kan verbeteren en collega’s hopelijk kan inspireren. Het is goed om daar scherp op te blijven. Als afdeling Maag-, Darm-, Leverziekten doen we dat onder meer door feedback te vragen van onze AIOS en verpleegkundigen en via spiegelbijeenkomsten met patiënten. Veranderen kost tijd en de werkdruk is onveranderd hoog. Dat wringt soms. Maar ik merk dat ik door tijd en energie te steken in veranderingen, daar ook weer energie van terug krijg. Dat vergroot mijn werkplezier.’
13
14
personeelsblad radboudumc
#5 – juli 2014
Wat je doet, moet aansluiten bij je idealen Prof. dr. Jan Smit, afdelingshoofd Interne Geneeskunde ‘Als je met meerdere mensen aan een onderzoeksaanvraag werkt, kan het half twee ’s nachts worden. Toch heb je er dan een goed gevoel bij. Maar is er gedoe op het werk of thuis, dan ben je ’s avonds dood moe. Datgene wat je doet, moet aansluiten bij je passie en idealen. Het moet je verder brengen. Als dat lukt, krijg je energie. Zo niet, dan kost het vooral energie. Veranderen betekent van A naar B gaan, in de veronderstelling dat B beter is. Mensen moeten zich in het doel herkennen. Als hoofd van een grote afdeling probeer ik daarover in gesprek te blijven met medewerkers. Soms geven mensen aan dat ze weinig energie heb ben. Dat gevoel kan ontstaan doordat je dingen doet waar je het nut niet van inziet of waarvoor je geen waardering krijgt. Ik praat daar over met mijn medewerkers, probeer uit te zoeken wat ze hier willen halen en hoe dat aansluit bij het grotere geheel. Als ze bijvoorbeeld moeite hebben met de invoering van een uiterst ingewikkelde indica
tor, raad ik ze aan om het gesprek aan te gaan met de bedenkers van dat systeem. Kom met positieve argumenten hoe het anders kan, maar ga niet tegen windmolens vechten. Dat kost teveel energie. Een veilige cultuur om dingen te melden, vind ik belangrijk. Onze mensen weten dat ze met alles binnen kunnen komen. Ik wil dat ze in een vroeg stadium aan de bel trekken als ze zich ergens niet in kunnen vinden. Dat hoeft niet per se via mij, dat kan ook via de teams op de afdeling. Maar praat er wel over met elkaar. En wees als leidinggevende blij met kritiek. Daar wordt je beleid beter van. Leiding geven betekent voortdurend het gesprek aangaan over de doelen die je nastreeft. Zelf steek ik bewust af en toe mijn hoofd om de deur, om te kijken hoe medewerkers in hun werk staan. De mensen die hier werken zijn op zoek naar de stip op de horizon, zijn altijd nieuwsgierig. Als je ze mee wilt krijgen, probeer dan aan te sluiten bij hun verwondering en passie, dan ontstaat beweging.’
‘Ik zie mijzelf meer als partner van Radboudumc dan als passant’
Je krijgt als AIOS kansen, pak die! ‘Een veilige cultuur om dingen te melden, vind ik belangrijk’
Stefanie van den Bosch, AIOS Mond-, Kaak-, Aangezichtschirurgie ‘Investeren in je persoonlijke ontwikkeling is nodig, omdat de arts van de toekomst een ander profiel heeft dan de arts van nu. Com petenties buiten je eigen vakgebied worden belangrijker. Ik kan ontzettend goed leren opereren, maar hoe ik mijn patiënt benader, dat gaat er voor mijn generatie steeds meer toe doen. In de spreek kamer, maar ook via social media en nieuwe technieken als Face Talk. Mijn palet om in contact te komen met de patiënt wordt veel breder; als arts moet je weten wanneer je welk middel inzet. Daarom probeer ik me hierin verder te ontwikkelen, zoals nu met FaceTalk voor schisispatiënten. Van mijn opleider heb ik de moge lijkheid gekregen om mijn opleiding parttime te doen, zodat ik tijd kan vrijmaken voor dit soort projecten en voor mijn promotieon derzoek. Ik doe wel een jaar langer over de opleiding, maar dat vind ik niet erg. Het Radboudumc geeft mij een unieke kans om invloed te hebben op mijn eigen opleiding. Dat probeer ik ook over te dra
gen aan andere AIOS. Dat ze zich meer verantwoordelijk voelen voor hun persoonlijke ontwikkeling en medisch leiderschap. Je kunt en mag zoveel in dit huis! Of je nu wetenschappelijk of beleids matig onderlegd bent; als je wilt, kun je je verder bekwamen. Ik zie mijzelf meer als partner van Radboudumc dan als passant. Alleen dan haal je het maximale uit je persoonlijke ontwikkeling. Van passant naar partner is ook het thema waar we als AIOS mee bezig zijn. Op intranet delen we best practises daarover met elkaar. Een open cultuur is belangrijk om jezelf te kunnen ontwikkelen. Dat betekent dat je elkaar steunt, maar ook aanspreekt op gedrag. Wanneer voor mijn gevoel mijn supervisor een OK te snel van mij overneemt, kan ik het daar naderhand met hem over hebben. Feed back krijgen en geven maken de opleiding volledig. Twintig jaar geleden was dat ondenkbaar.’
15
16
personeelsblad radboudumc
ORGANISATIE
#5 – juli 2014
Gijs Munnichs
Katholiek Documentatie Centrum
William Moore
zorg
Iets voor jou? In oktober kiezen we de nieuwe leden voor de Ondernemingsraad (OR) en de Onderdeel
commissies (OC). Vanaf 15 juli kun je je kandidaat stellen. Wat is er leuk aan het ‘mede zeggenschapswerk’? Waar kun je het verschil maken?
Een spiegel voorhouden ‘Ik ben in de medezeggenschap gegaan, omdat ik graag invloed wilde uitoefenen op veranderingen die bij mij op het werk spelen. Vanuit de medezeggenschap houd je beleidsmakers, afdelingsleiding of Raad van Bestuur steeds een spiegel voor: is een voorgenomen plan doordacht? Zijn medewerkers betrokken en geïnformeerd? Tegelijk zijn er ook orga
60 jaar zorg voor kinderen Een verrijking nisatiebelangen waarmee je rekening moet houden. Onze meerwaarde bleek bijvoorbeeld bij een reorganisatie binnen de afdeling Operatie kamers. De logistiek medewerkers van deze afdeling werden onderge bracht bij het Servicebedrijf, wat met veel emoties gepaard ging. De OC Intern heeft er op toegezien dat alles op een zorgvuldige manier ver liep en mensen goed werden begeleid bij deze organisatiewijziging.’
‘Ik wilde graag iets doen naast mijn werk als verpleegkundige. Het OR-werk is echt een verrijking. Je leert de hele organisatie kennen en begrijpt beter hoe beleid wordt gemaakt. Zo hebben we adviezen uitge bracht over parkeerbeleid en reorganisaties. Een specifiek voorbeeld is de bereikbaarheidsdienst voor een groep ICT-medewerkers, een impopu laire maatregel. Vanuit de OR hebben we bij de Raad van Bestuur gepleit voor goede randvoorwaarden; zo hadden deze medewerkers behoefte aan goed beschreven procedures. Als OR-lid kun je voor collega’s het verschil maken en zorgen dat een maatregel acceptabeler wordt.’
Wil Allebes, medisch immunoloog Voorzitter OC Intern, actief in de medezeggenschap sinds 2002
Ellen van Steenveldt, IC-verpleegkundige Neonatologie Actief in de OR sinds 2007
Melvin Samsom, voorzitter Raad van Bestuur ‘Ik hecht veel waarde aan een goed overleg met de medezeggenschap. Gelukkig is de sfeer en samenwerking met elkaar al jaren goed. Natuur lijk voeren we soms ook pittige discussies, maar dat hoort er bij. Ik denk dat het voor medewerkers erg interessant en leerzaam kan zijn om lid van de OR te zijn en roep daarom eenieder op die actief mee wil denken over de koers van de organisatie om zich kandidaat te stellen.’
Ben jij het nieu w OR- of OC-lid? e Wil
jij je kandid OR of een van aat stellen voor de missies? Dat kade Onderdeelcom september. Kij n van 15 juli tot 9 op de kandida k op intranet hoe je tenlijst kunt ko men.
De kindergeneeskunde in het Radboudumc bestaat 60 jaar, sinds een jaar onder de naam Amalia kinderzieken huis. Waar staan we nu en waarin onderscheiden wij ons van de andere kinderziekenhuizen in Nederland? We vroegen het afdelingshoofd Kees Noordam en kinder uroloog Wout Feitz. ‘De kennisuitwisseling en onderlinge samenwerking is groter dan ooit’, zegt hoogleraar kinderurologie Wout Feitz. Jaarlijks komen er 24.000 patiënten naar het Amalia kinderziekenhuis op 26 verschillende afde lingen. ‘Vroeger opereerden onze kinderspecialismen afzonderlijk. Nu is er steeds meer interactie tussen de kinder- én moederspecialismen.’ Sinds een jaar is er één centrummanager, Frank Roos, die de zorg voor alle kinderspecialismen coördineert. ‘Iedere specialist kijkt over zijn eigen schaduw heen, naar wat het beste is voor het kind’, vertelt hoog leraar kindergeneeskunde Kees Noordam. ‘Het kind mag geen hinder hebben van kennis en kunde die verspreid is over het hele ziekenhuis.’
Expertise Ook in de externe communicatie is er veel verbeterd. ‘Verwijzers weten waarvoor ze hier moeten zijn’, vertelt Wout Feitz. ‘Wij hebben unieke ken nis, bijvoorbeeld op het gebied van mitochondriële ziekten, nierziekten, schisis en craniofaciale afwijkingen, colorectale chirurgie, kinderneuro logie en disorders of sex development. Door landelijk af te stemmen
waar ieders expertise ligt en door zorg te concentreren, zoals de over heid wil, belandt de patiënt op de beste plaats.’
Patiënt als partner ‘Ook geven wij steeds meer vorm aan de patiënt als partner’, vertelt Kees Noordam. ‘Zo nemen ouders en kinderen deel aan het multidisciplinair overleg met alle betrokken specialisten. Daar krijgen ze de diagnose en behandeling te horen. Daarnaast hebben we een Kinder Adviesraad (KAR), waarin kinderen bijvoorbeeld meedenken over hoe ze inzicht kunnen hebben in hun patiëntendossier.’ Er is ook veel aandacht voor innovatie. Kinderen kunnen met een iPad vanuit thuis bijvoorbeeld vragen stellen aan de arts of een consult voeren via FaceTalk. ‘Wij zitten dicht op het Radboudumc Reshape center. Veel externe collega’s verbazen zich over de snelheid waarmee wij nieuwe ontwikkelingen kunnen invoeren’, besluit Kees Noordam.
Onlangs ging de nieuwe website van het Radboudumc Amalia kinder ziekenhuis live. Een kindgerichte website, waarop ook informatie voor ouders is te vinden. Nieuwsgierig? Neem dan een kijkje op www.radboudumc.nl/amaliakinderziekenhuis Lees ook het artikel over de Kinder Adviesraad in de Radbode van december 2013.
17
18
personeelsblad radboudumc
#5 – juli 2014
Zapservice
Nelleke Dinnissen
Eric Scholten
In deze rubriek het persoonlijke verhaal van een ‘academische’ patiënt en een reactie van de behandelaar.
Radboudumc intranet informeert over ontwikkelingen in huis en daarbuiten. Voor wie het online nieuws niet heeft gevolgd, een korte update van de opmerkelijkste berichten.
Mantelzorger als partner ‘Zie naast de patiënt ook de mantelzorger meer als part ner’, benadrukte prof. dr. Marcel Olde Rikkert, afdelings hoofd Geriatrie, op 19 mei tijdens zijn Radboud Grand Round. Hij voegde zelf de daad bij het woord en hield zijn betoog samen met mantelzorger Pieter de Boer, die zijn dementerende vrouw al jarenlang verzorgt. In de praktijk worden mantelzorgers nog wel eens gezien als ‘lastig’. ‘Toen Pieter mij vertelde dat de CO2-waarde in een kamer invloed heeft op het gedrag van zijn vrouw en dus dementerende patiënten, was mijn eerste gedachte: wie is hier de deskundige?’, zegt Marcel lachend. ‘Wij kijken teveel door een medische bril. Welk medicament moeten we starten? We hebben te weinig oog voor het sociale domein van de patiënt. Terwijl we juist veel van de mantelzorgers, die thuis de hele dag met de patiënt omgaan, kunnen leren.’ Zie het volledige bericht op intranet van 20 mei, en bekijk het filmpje van deze Grand Round.
DE PATIËNT
Qportaal Vanaf oktober dit jaar start Radboudumc met het Qportaal: een overkoepelend sys teem dat alle informatie rondom kwaliteit en veiligheid samenbrengt. Het integreert de huidige modules DIM (Decentraal Incident Melden), VVM (Verbeter Volg Module) en Kwint. Bestaande gegevens worden overgezet. DIM-meldingen, verbeterprojecten en kwaliteitsdocumenten zijn in het nieuwe systeem snel en eenvoudig te raad plegen. Voor alle medewerkers en beheerders die met het Qportaal gaan werken, is er de mogelijkheid na de zomervakantie via e-learning scholing te volgen.
Veelbelovende behandeling
Meer weten? Kijk op de projectsite op intranet: Home > Organisatie > Projecten > Qportaal
Betaald parkeren! ‘Aan vrij parkeren in delen van de Nijmeegse wijk Sint Anna, in de buurt van het Radboudumc en de universiteitscampus, komt binnenkort wellicht een einde. Omwo nenden kunnen via een enquête van de gemeente aangeven of ze betaald willen parkeren’, aldus een bericht in de Gelderlander van 27 mei. Als de meerderheid voor is, dan voert de gemeente een pilot van een jaar in. Daarna wordt definitief besloten of betaald parkeren wordt ingevoerd. De parkeerdruk in de wijken wordt al jaren mede veroorzaakt door parkeren van medewerkers van universiteit en Radboud umc. Was je altijd al van plan om meer te gaan bewegen? Pak dan juist in de zomer vaker je fiets.
Personalized Healthcare Grant Onderzoekers Quirijn de Mast (afdeling Interne Geneeskunde) en Arnt Schellekens (Psychiatrie) hebben op 16 mei de eerste Personalized Health care Grant van het Radboudumc gewonnen. Een derde van de HIV-patiënten ondervindt psychiatrische bijwerkingen van de veelgebruikte HIV-remmer efavirenz (psychose en ernstige depressie). Quirijn en Arnt hebben ontdekt dat deze klachten sterk afnemen bij de overgang naar een ander medicijn. Zij gaan onderzoeken hoe ze het risico op de bijwerkingen van efavirenz per patiënt kunnen inschatten. Ze willen ook onder zoeken of deze test duurzaam is in te zetten in Afrika, in gebieden waar HIV veel voorkomt.
Superveel geluk Anouk van der Arend kreeg een beroerte toen ze 39 was. Dankzij de alertheid van omgeving en hulpverle ners kwam ze er heelhuids uit. ‘Het was ’s avonds elf uur toen mijn man zei: “Wat praat je raar, doe gewoon! Til je beide armen eens op?” Ik had helemaal niet in de gaten dat dit niet lukte. Wel had ik gemerkt dat het lezen me niet goed afging. Mijn man dacht direct aan een beroerte, zeker toen ik omviel op bed. Hij belde de huisartsenpost, die meteen een ambu lance stuurde. Vervolgens zeiden de ambulance medewerkers, desgevraagd, dat het Radboudumc gespecialiseerd is in neurologische aandoe ningen. De keuze was dus snel gemaakt.’
Nieuwe behandeling
Meer weten over de Radboudwerkomgeving en ervaringen lezen van collega’s? Ga naar de nieuwe intranetpagina’s met filmpjes en foto’s van verschillende plaatsen in ons huis. Kijk op intranet, trefwoord Radboudwerkomgeving.
‘Om half twaalf lag ik in het Radboudumc, waar ze mij een stolseloplossend middel toedien den. Dat gaf niet snel genoeg resultaat. Geluk kig kon ik meedoen met een experimentele behandeling en is het stolsel onder narcose operatief verwijderd. Om vijf uur ’s ochtends werd ik wakker. Artsen, verpleegkundigen en familie reageerden superenthousiast over wat ik allemaal kon. Dat voelde voor mij raar: ieder een was blij dat ik kon wat ik altijd al kon.’
‘Achteraf besef ik dat ik heel veel geluk heb gehad. Mijn man was thuis én is apotheker, waardoor hij alert en juist handelde. Dankzij de ambulancemedewerkers kwam ik in het Radboudumc terecht, waar ik werd ingeloot voor de nieuwe behandeling die me waar schijnlijk heeft gered. Ik heb nergens last van, hoefde niet te revalideren en doe alles weer. Verschillende onderzoeken hebben de oorzaak van het herseninfarct niet kunnen uitwijzen. Volgens mij was het domme pech. En een flinke dosis geluk, want op alle fronten werd er perfect gehandeld. Het had veel slechter kun nen aflopen.’
Signaal ‘Ik ben ervan overtuigd dat de omgeving een belangrijke rol speelt in het op tijd signaleren. Was ik alleen geweest, dan was ik gewoon gaan slapen. Angst dat het weer gebeurt, heb ik niet. Maar het is wel prettig dat er in het Radboud umc een verpleegkundig specialist is die ik bij vragen of twijfels rechtstreeks kan mailen. Het herseninfarct was voor mij wel een signaal om een stapje terug te doen. We hebben drie kleine kinderen en ik werkte fulltime. Van mijn werkgever mocht ik gelukkig 28 uur en dichter bij huis gaan werken.’
‘In Nederland krijgen ongeveer vijfduizend mensen onder de vijftig jaar een beroerte. Bij deze zogenoemde young stroke patiën ten is de oorzaak anders dan bij ouderen. Een groot deel heeft een aangeboren hart afwijking of vaatproblemen. Van een aantal is de oorzaak onbekend. Het Radboudumc volgt al dertig jaar ruim duizend jonge patiënten. Hun prognose is minder goed dan verwacht. Afhankelijk van de oorzaak is hun sterftekans wel vier keer hoger dan bij leeftijdsgenoten. 40 procent is werkeloos, vooral door cognitieve problemen en karakterverandering. Als er geen duide lijke oorzaak is gevonden ziet de prognose er een stuk beter uit. Wij doen als Radboudumc mee met een Nederlands onderzoek waarbij we, als het stolseloplossend middel niet snel genoeg werkt, het stolsel in de ader weghalen met een katheter via de lies. De definitieve resultaten van dit onderzoek zijn eind dit jaar bekend. Momenteel richten wij samen met patiënten de VAYA-poli op, speciaal voor alle jonge patiënten met een vaatziekte. Juist zij heb ben veel kennis over langdurige gevolgen van vaatlijden op jonge leeftijd.’
Frank Erik de Leeuw, neuroloog
19
20
personeelsblad radboudumc
RONDVRAAG
#5 – juli 2014
Marjan Wassenaar
Michiel Moormann
Hoe houden we handdesinfectie op de agenda? ‘Geef zelf het goede voorbeeld’ Michiel Sedelaar is oncologisch uroloog en chef de clinique Urologie
Goede handdesinfectie is nodig, daarover zijn we het wel eens. Door de toename van resistente bacteriën wordt handhygiëne de komende jaren nog belangrijker. Maar het effect van onvoldoende handdesinfectie op het welzijn van de patiënt is niet meteen zichtbaar. Juist daarom is voortdurende aandacht voor dit onderwerp zo belangrijk.
‘Handdesinfectie is een populair onderwerp binnen het Radboudumc. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het infectiegevaar op verpleegafdelingen afneemt bij de juiste hand desinfectiemaatregelen. Naast de handelingen gaat het ook om een verandering van mindset: herken en erken de gevaren en handel ernaar om deze in te dammen. Het feit dat hand- en polssieraden bij artsen en verpleegkundigen grotendeels zijn verdwenen, is daar een goed voorbeeld van. Op de afdeling Urologie/Gynaecologie zijn we enthousiast gestart met het project handdesin fectie. Bij het visite lopen op de afdeling zijn er een vijftal desinfectiemomenten, waar ieder een zich aan moet houden. De artsen hebben een voorbeeldfunctie. Leading by example: als je zelf het goede voorbeeld geeft en dit positief uitdraagt, komen de volgers vanzelf. Wat handhaven betreft: ik geloof niet in sanc ties maar in beloningen. Elkaar aanspreken hoort erbij, maar we moeten af van het bele rende toontje: de term aanspreekcultuur is veel te kunstmatig. Een verandering raakt sneller ingeburgerd als het vanaf de werkvloer wordt gedragen, dus maak medewerkers erop attent waarom het beter moet. En vergeet de patiënten niet. Met handdesinfectie is het echt zo: als je er zelf in gelooft, breng je het beter over en krijg je mensen echt wel mee.’
‘Kennis over het belang werkt motiverend’ Marie-José Jorna is hoofdverpleegkundige Intensive Care, afdeling CMC ‘Het is belangrijk dat medewerkers weten waarom zij hun handen moeten desinfecteren voor bijvoorbeeld een aseptische handeling. Een infectie betekent dat een patiënt zieker wordt en – in het ergste geval – overlijdt. Maar infecties leiden ook tot een toename van kos
ten voor onze gezondheidszorg. Deze kennis werkt motiverend. Als hoofdverpleegkundige besteed ik veel aan dacht aan handdesinfectie. Ik informeer medewerkers, geef het goede voorbeeld en bespreek het meteen als iemand het niet doet. Dan creëer je ook een cultuur waarin mede werkers elkaar aanspreken. Als we het goed doen – en dat uit metingen ook blijkt –, dan geef ik complimenten. Maar als een medewerker de handen herhaaldelijk niet des infecteert, ook niet nadat ik het belang hiervan met hem of haar heb besproken, dan ben ik voor handhaving door de leidinggevende. Ik vind dat we hier binnen het Radboudumc wel gezamenlijke afspraken over moeten maken. Dan wordt het desinfecteren van je handen net zo gewoon als rapporteren over je patiënt.’
‘Wij betrekken patiënten bij handhygiëne’ Mirjam Tromp is verpleegkundig specialist afdeling Interne Geneeskunde ‘Hoewel handdesinfectie de belangrijkste manier is om ziekenhuisgerelateerde infecties te voor komen, blijkt het in de praktijk lastig om de regels 100 procent na te leven. We hebben op onze afdeling de handhygiëne heel duidelijk verbeterd door voorlichting te geven, de aan spreekcultuur te versterken en resultaten van observatiemomenten terug te koppelen. Sinds kort vragen wij patiënten in een schriftelijke vragenlijst de handhygiëne van de zorgmede werkers, medepatiënten en zichzelf te beoor delen. We vragen ook of ze tijdens hun opname
zorgmedewerkers hebben aangesproken op hun handhygiëne gedrag en of zij ideeën heb ben ter verbetering. Dat levert waardevolle informatie op. Zo geven patiënten aan dat zij bij opname informatie over handhygiëne en een eigen flesje desinfectans zouden willen ont vangen. Mede door patiënten erbij te betrek ken, houden we handdesinfectie op de agenda.’
‘Blijf elkaar aanspreken’ Mayke Nillesen is adviseur Infectiepreventie afdeling Medische Microbiologie (Hygiëne en Infectiepreventie) ‘Handdesinfectie is de belangrijkste maatregel in infectiepreventie. Het feit dat het nu onder deel is van het patiëntveiligheidsprogramma zorgt ervoor dat het onderwerp actueel blijft. De vijf beoordelingsmomenten doen de rest! We blijven doorgaan met de metingen. Het is natuurlijk belangrijk dat de uitkomsten besproken worden met alle betrokkenen en de afdelingsleiding. Verder is blijvend aandacht nodig voor hoe je goed desinfecteert. Dit moet in de zorgoplei dingen al op het programma staan. Handdes infectie integreren in het zorgproces is een uitdaging. Als we elkaar blijven aanspreken, dan blijft handdesinfectie vanzelfsprekend op de agenda.’
Meer weten of meepraten over hand desinfectie? Bekijk het filmpje ‘Handen op elkaar’ op Yammer of word lid van de gelijknamige Yammer-groep.
BETERE handhygiëne In 2013 is afdeling Hygiëne & Infectie Preventie (HIP) samen met IQ healthcare gestart met de campagne handdesinfectie. De meeste afdelin gen hebben geïnvesteerd in dispensers en andere materialen en in het instrueren van medewerkers. Mensen moeten immers weten waarom die extra aandacht voor handdesinfec tie nodig is en hoe en op welke momenten zij hun handen moeten desinfecteren. Ook zijn er Hygiëne Kwaliteitsmedewerkers (HKM’ers) opgeleid: verpleegkundigen die cur
sussen op het gebied van infectiepreventie en medische microbiologie hebben gevolgd. Zij observeren het gedrag van medewerkers en koppelen terug aan de afdelingsleiding in hoe veel procent van de gevallen artsen en ver pleegkundigen het goed doen. Aanvullend daarop kunnen afdelingen de aan spreekcultuur aanpakken. Uit onderzoek van gezondheidswetenschapper Anita Huis blijkt namelijk dat een goede aanspreekcultuur bij draagt aan betere handhygiëne.
21
22
personeelsblad radboudumc
#5 – juli 2014
COLLEGA’S
HET MOMENT
Mooie woorden horen bij een jubileum of afscheid. Deze pagina’s staan er vol van, speciaal voor al die collega’s die iets te vieren hebben.
Afscheid Dr. Elke de Jong
jaar in dienst Leon Massuger Hoogleraar gynaecologische oncologie
‘Dankzij zijn inzet is het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de gynaecologische oncologie ver der uitgegroeid en behoort onze afdeling inmiddels tot de top van Nederland.’ Didi Braat, afdelingshoofd Verloskunde & Gynaecologie
Dermatoloog en chef de poli clinique Dermatologie
‘Elke is een gestructureerd werkende duizendpoot met niet alleen veel vakkennis, maar ook met empa thie voor patiënten en medewerkers. Ze is creatief in onderzoek en inspirerend in opleiding en onderwijs. De inmiddels langste en meest gedetailleerde patient registry binnen Europa op gebied van psoria sis is wellicht haar grootste bijdrage aan de innova tie van psoriasis.’ Peter van de Kerkhof, afdelingshoofd Dermatologie en Marieke Kleinschiphorst, bedrijfsleider Dermatologie
In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het Radboudumc. Dit keer een verhaal van psychiater Arnt Schellekens.
Monique Keuter Internist-infectioloog
‘Ze was jarenlang het gezicht van de ‘tropenpoli’. Nu is zij als coördinator van het co-schap ontwikke lingslanden vraagbaak en steun en toeverlaat voor de studenten. Zij heeft zich bijzonder ingezet voor de kwaliteit van het co-schap, waardoor het Rad boudumc in heel Nederland en tijdens elke visitatie veel waardering krijgt.’ André van der Ven, hoofd sectie Infectieziekten.
Ria Berbers-Bos Verpleegassistent Cardiologie
‘Als verpleegassistent heeft ze altijd oprechte aan dacht voor haar patiënten en waar het kan maakt ze plezier met hen. Een fijne collega, die we alle goeds voor de toekomst wensen.’ Riny van der Ven, tactisch manager afdeling Cardiologie
jaar in dienst Marc van Bers SEH-verpleegkundige Spoedeisende Hulp
Marijke den Harder
Rian Leenhoven
Medewerker papkeuken
Afdelingssecretaresse Urologie & Gynaecologie
Jaqueline Geurts Medewerker papkeuken
‘Jacqueline is een harde werker, accuraat en met een focus op de juiste voeding voor de patiëntjes. Ze is een vrolijke, toegewijde collega en staat open voor vernieuwing.’ Jaap Buis, operationeel manager voeding
Paul Grotens Projectmanager Projectbureau Bouwzaken
‘Marijke werkt al vele jaren met precisie en toewij ding aan de voedingen voor de allerkleinsten. We kennen haar als een prettige collega, ze is altijd scherp op de aangeleverde recepturen, is vrolijk en gaat mee met de vernieuwingen.’ Jaap Buis, operationeel manager voeding
‘Wij kennen Rian als een gedreven afdelingssecreta resse die een schakel is tussen patiënt, familie/ken nissen, verpleegkundigen, artsen en andere medewerkers in het ziekenhuis én daarbuiten. Ze is een fijne collega, die ook geniet van haar vakanties en vele stedentrips.’ Charles Wiellersen, hoofdverpleegkundige verpleegafdeling C5 Urologie & Gynaecologie
‘Marc is een markante persoonlijkheid en een van de gezichten van de SEH. Hij is jarenlang actief geweest in de OR en de OC, vaak als voorzitter. Hij was kri tisch, maar altijd op een constructieve manier en met de intentie om voor alle partijen de beste oplos sing te vinden, vaak met humor.’ Michael Edwards en Eric van Leeuwen, afdelingshoofden en Nienke PlassVerhagen, bedrijfsleider
Met pensioen
Afsluiting programma Beter 2.0 Paul Verstegen Verpleegkundig specialist neuromodulatie
‘Ik heb Paul leren kennen als een zeer bekwame pro jectmanager, acterend in een complex vakgebied: de wereld van ziekenhuisinstallaties en medische tech niek. Op dit moment is Paul volop bezig met onder andere de Cyclotron en Mitec operatiekamers. De wijze waarop hij zijn projecten leidt wordt door ons, én door de eindgebruikers, zeer gewaardeerd.’ René Bleeker, directeur Projectbureau Bouwzaken
‘We bedanken Paul voor zijn inzet en bijdrage aan het huidige niveau van de zorg voor neuromodula tiepatiënten! Hij is creatief, staat open voor nieuwe ontwikkelingen en is de steun en toeverlaat voor zijn collega’s! We wensen Paul en zijn familie een goede tijd in deze nieuwe fase, geniet van je pensioen!’ Marijke Dijkstra, hoofdverpleegkundige afdeling Anesthesiologie, Pijn en Palliatieve geneeskunde
‘Op het spreekuur kwam een patiënte die met slaapmiddelen en alcohol haar jeugdtrauma’s probeerde te dempen. Het spreekuur daarna zat er een dader tegenover me. Een verwarrend moment. De patiënt die ik voor een behandeling kreeg was ernstig verslaafd en dat werd begrijpelijk toen ze vertelde over haar ver leden van gedwongen prostitutie en mis handeling. Een leven vol onbeschrijfelijk traumatische ervaringen. Direct daarna kwam een andere verslaafde patiënt binnen, die dit soort gewelddadig heden op zijn kerfstok had. Hij vertelde daar luchtig, stoer en zelfs met enige trots over. Dat raakte me. Ik had net een vrouw gesproken die juist door zulke daden ern stig was getraumatiseerd. Ik had moeite deze twee verhalen te scheiden. Een heftig en verwarrend moment. Ik voelde boos heid in mij opkomen. Dat merkte de man, want hij zei: “Volgens mij bent u boos”. Waaraan hij toevoegde dat hij twijfelde of ik wel de goede behandelaar was. Ik schrok, had ik dit gesprek nog wel onder controle? Confronterend en ingewikkeld tegelijk, want hoe neutraal moest ik als behandelaar zijn? Dit gaat verkeerd, schoot door me heen, waarop ik toegaf dat het me
erg raakte wat hij vertelde. Dat ik de andere kant kende en wist wat zijn vergrijpen bij slachtoffers teweegbracht. Ik was verbaasd over de wending die hierop volgde. De patiënt liet zijn asocialeen machogedrag varen. Hij vertelde dat hij vroeger veelvuldig was misbruikt door mannen. Hij gebruikte middelen om de herinneringen te onderdrukken. Opnieuw moest ik schakelen. Van dader werd hij ook slachtoffer, weer liepen twee verhalen door elkaar. Mogelijk dat mijn openheid over mijn eigen gevoelens hem hielpen zijn agressieve houding te doorbreken en meer over zich zelf te vertellen. Ik weet niet of ik met een neutrale opstelling zo snel bij deze diepere laag was gekomen. Door deze openheid kwamen we in ieder geval weer bij elkaar en kon ik toch zijn behandelaar zijn. Een indrukwekkend leermoment: ook gevoe lens van een psychiater mogen er zijn.’ Nelleke Dinnissen
iStockphoto
Els Albers
COLOFON
Sterilisatiemedewerker Centrale sterilisatie
Radbode is het personeelsblad van het Radboudumc en verschijnt 9 keer in 2014
‘Voor Els is werken haar lust en haar leven. Zij levert een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van de zorg, maar zeker ook aan de collegialiteit en sfeer op de afdeling.’ Ron Vredebregt, operationeel manager Centrale Sterilisatie
Redactie Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen, Gijs Munnichs, Marjan Wassenaar, Francine Smink (ZB). Contentcommissie Miranda Bennink, Mirjam van Dijk-Jager, Gerben Ferwerda, Miranda Heijser, Marja Jillissen, Bart Kiemeney, Lotje de Laat, Annie Moedt, Angela van Remortele, René Bindels, Marloes de Vink en Jessica Vogel Aan dit nummer werkten mee Rob Gieling, Anne van Kessel, Eric Scholten, Norbert Steinkamp, William Moore en John Wijbenga Contact
[email protected] of (024) 818 66 82 Correspondentie vragen over bezorging via
[email protected]. Concept en realisatie: ZB Communicatie & Media bv. Vormgeving en lay-out ZB/Martijn Ubink/Clog-Work.com Drukwerk Modderkolk Grafische Projecten Advertenties Bureau van Vliet, (023) 571 47 45 of
[email protected]. Oplage 13.000. De volgende Radbode verschijnt op 5 september.
Op 15 mei sloten medewerkers het programma Beter 2.0 af. Hierbij werd afscheid genomen van Gert-Jan Borghuis en Ale Houtsma die drie jaar lang het programma Beter 2.0 hebben aangestuurd. Ook werd de start van een nieuwe ict-organisatie gevierd, waarbij mensen van Beter 2.0 en Productgroep ICT samen in een nieuwe organisatie alle ict-vraagstukken gaan oppakken en ondersteuning zullen bieden. Een van de nieuwe activiteiten is Epic Post Live, waarbij een multidisciplinair team samen met de (zorg)afdelingen werkt aan verdere verbetering en effectiviteit van Epic.
Meer mooie woorden lezen? Ga dan naar intranet voor uitgebreidere loftuitingen. (Kijk onder Nieuws bij Jubileum en Afscheid.)
23