VENTILATIESYSTEMEN : HANDLEIDING Quick guide Toepasselijk op volgende ventilatie-units: EF-reeks:
CLIMA 400Xtract/ CLIMA 300 ECO Xtract
DF-reeks:
CLIMA Flat 300-A ECO Plus; CLIMA FLAT 350-A ECO Plus; CLIMA 300-A; CLIMA 300-A ECO; CLIMA 300-A ECO Plus; CLIMA 400-A ECO; CLIMA 400 –A ECO Plus; CLIMA 600-B ECO Plus CLIMA 800-A ECO Plus;
1. BEDIENING De bediening gebeurt via een drie-standenschakelaar of een bedieningspaneel. Standaard mag de ventilatie-unit op de laagste stand werken voor continu ventilatie. Bij meer dampen of vervuilde lucht (bv. bij gebruik van douche) kunt u de ventilator optoeren om de lucht versneld af te voeren. In de warme maanden kan de hoogste stand in combinatie met de bypass (free cooling) meer verfrissing bieden. Voor meer info over de bediening: zie uitgebreide handleiding.
2. BYPASS Uw Clima ventilatietoestel (DF-reeks) heeft een 100 % bypass systeem, wat betekent dat u in de zomerperiode frisse buitenlucht rechtstreeks de woning kan insturen. Hierbij wordt de warmtewisselaar “ge-bypassed”. In combinatie met een hogere ventilatorstand kan dit uw woning wat afkoelen. Dit principe heet Free-Cooling. De schakelaar is ofwel manueel op de groep of automatisch (Eco Plus-versie).
3. FILTERS De filters zijn een essentieel bestanddeel van de groep. Aanzuig verse lucht: G4(fijn filter F7 in optie); extractie vervuilde lucht: G4. Als de filters vervuild zijn, daalt het debiet zeer snel. Reinig daarom uw filters minimum 3-maandelijks met de stofzuiger of perslucht. Ieder jaar dienen de filters vervangen te worden. Bestelling kan via
[email protected] Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.1/23
INHOUD 0. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Quick guide Voorschriften Installatie + elektrisch schema Bediening Werkingsprincipe Uitvoeringen Onderhoud Garantie
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.2/23
1. Voorschriften Om een gezond binnenklimaat te waarborgen, is het zeer belangrijk om bij de dimensionering, de plaatsing en het onderhoud van deze toestellen, kwaliteitsvol werk af te leveren. Gelieve dan ook volgende regels zorgvuldig door te nemen:
-
-
-
-
-
-
-
-
Lees aandachtig deze handleiding vooraleer het toestel te installeren en/of te gebruiken. De installatie dient te gebeuren door een erkend installateur. Bij zelfplaatsing dient steeds een vrijgave te gebeuren door een erkende installateur. Zoniet vervallen de garantievoorwaarden. Bij de installatie dient nagegaan te worden, of er geen andere toestellen aanwezig in het gebouw, een overdruk of onderdruk creëren die de goede werking van dit toestel kunnen beïnvloeden. Omgekeerd dient ook gecontroleerd te worden of de ventilatie geen invloed kan hebben op de goede werking van andere toestellen zoals open haard, lokale afzuiging,… De elektrische installatie dient uitgevoerd te worden conform het AREI en de codex (wet op het welzijn). Het toestel dient aangesloten te worden op een stopcontact, voorzien van aarding. Om elk gevaar van elektrocutie uit te sluiten, dient men steeds de elektrische spanning uit te schakelen (verwijderen netsnoer), vooraleer het toestel te openen of te verplaatsen. De ventilatiegroep kan niet gebruikt worden om aan te sluiten op een dampkap of voor het afzuigen van agressieve of zeer vettige dampen. De functie van de ventilatiegroep is balansventilatie, en staat dus volledig los van een kortstondige ventilatie zoals een dampkap, rookgasafzuiging,… De inlaat van het ventilatiesysteem dient steeds aangesloten te worden op propere lucht, en dus niet in de buurt van afvalcontainers, drukke weg, rioolontluchting, schouwen, uitlaat dampkap,… De aansluiting op de buitenlucht dient afgeschermd te worden met een rooster, ter bescherming tegen ongedierte, vogels,… Het kanalenstelsel waarop het toestel wordt aangesloten dient nauwgezet berekend te worden, zodoende de luchtsnelheden in de kanalen tot een aanvaardbaar minimum te beperken (max. 4 m/s). Bij de selectie van de ventilatiegroep dient (indien van toepassing) het maximaal debiet vergeleken te worden met de minimumeisen van de epb-wetgeving. Voor meer uitleg kunt u steeds contact opnemen met een epb-verslaggever. In de systemen met warmterecuperatie dienen de filters tijdig vervangen te worden om een goede werking van het toestel te blijven garanderen. Gebruik het toestel pas bij indienststelling van de woning.Maw toestel niet gebruiken als bouwdroger. Dit om stofophoping/vochtschade te vermijden.
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.3/23
2. Installatie en elektrisch schema a) ophanging De toestellen worden bij voorkeur trillingsvrij opgehangen aan stalen draden. De DF toestellen zijn hiervoor voorzien van hefogen. Om nadien onderhoud toe te laten, is het aan te raden het toestel op een minimum afstand van 20 cm van de muur of wand te hangen. De voorkant (deur) dient steeds bereikbaar te zijn voor onderhoud. De deur moet vrij kunnen geopend worden. Indien ophangen niet mogelijk is, kan deze tevens op steunen geplaatst worden tegen de muur. Op moeilijk bereikbare plaatsen, waar geen wand beschikbaar is en ophangen tevens niet mogelijk, kan er ook een statief (genaamd ‘stoel’) geleverd worden, waarop de groep kan geplaatst worden, en waarbij de condensafvoeren tevens bereikbaar zijn. b) afvoer condenswater De toestellen met warmterecuperatie hebben twee condens afvoeren onderaan. Condenswater ontstaat indien warme en koude lucht elkaar kruisen, waardoor de warme lucht zijn warmte afgeeft en dus condenseert. In de winterperiode kunnen de temperatuurverschillen tussen binnen en buiten hoog oplopen, waardoor een aanzienlijke hoeveelheid condenswater ontstaat. Het is dan ook zeer belangrijk dat de condens afvoeren verbonden wordt met buiten of via een sifon met de riolering. Dit kan gebeuren met een flexibele leiding en een span band. Opgelet beide condens afvoeren dienen aangesloten te worden. Opgelet : tijdens de zomerperiode kan deze sifon uitdrogen door onvoldoende aanmaak van condenswater. Bij het vaststellen van een rioolgeur dient dit als eerste gekontroleerd te worden. Dit kan verholpen worden door er wat water in te gieten. c) verbinding met het kanalenstelsel De ventilatiegroep dient luchtdicht verbonden te worden met het kanalenstelsel (gebruik hiervoor hulpstukken met rubber dichtingen en/of aluminium tape). De kanalen dienen voldoende groot gedimensioneerd te worden om de luchtsnelheid te beperken tot max. 4 m/s. Aan de uitblaasmonden van de toestellen dient een geluidsdemper (of geluidsisolerende slang) geplaatst te worden. Voor de plaatsing en de opmaak van een correct plaatsingsplan kunt u best beroep doen op een erkende installateur of een epb-verslaggever. Aansluitingen van het toestel naar buiten toe (dak of muurdoorvoer) dienen steeds geïsoleerd te worden, dit om condens vorming te voorkomen.(vb. met geïsoleerde flexibel) Daar waar de kanalen een niet geïsoleerde ruimte of lokaal passeren, is het aan te raden om geïsoleerde kanalen te gebruiken of tussen de kanalen en het niet geïsoleerde oppervlak de nodige isolatie aan te brengen, vb. tussen spiralair buis en schuine kant dak.
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.4/23
Er dient bij voorkeur steeds gewerkt te worden met ronde buizen met een glad binnen oppervlak, om de luchtweerstand tot een minimum te beperken. Op plaatsen waar dit niet mogelijk is, kan als alternatief een plat kanaal gebruikt worden met een evenwaardige oppervlakte, maar wordt daarna best zo snel mogelijk terug overgegaan naar een ronde buis. Ook flexibele leidingen hebben een hogere luchtweerstand en dienen zo veel als mogelijk vermeden te worden. Onnodig lange kanalen en vele en korte bochten dienen tevens vermeden te worden. De buitenroosters of dak doorvoeren moeten een vrije luchtdoorlaat hebben van min. 50% en moeten zodanig uitgevoerd zijn, dat noch regenwater, noch ongedierte in de kanalen kan terecht komen. De afstand tussen de aanvoer en de afvoerrooster (bij warmterecuperatie) dient min. 2 meter te zijn. De toevoerrooster (of dak doorvoer) dient geplaatst te worden vrij van pollutie of vervuiling, en dus bij voorkeur aan de kant van de achtertuin. Bochten dienen tot een min. beperkt te worden. Reducties dienen bij voorkeur voorbij een bocht geplaatst te worden. Extra bochten dienen minimum een buigstraal gelijk aan 5 keer de diameter van het luchtkanaal te hebben. d) Elektrische aansluiting Eco-Plus toestellen De elektronische bedieningsunit wordt aangesloten met een geïsoleerde kabel 4x0.8mm² Door de 4 aansluitpunten op de bediening (- A B +) te verbinden met de 4 aansluitpunten boven op de ventilatiegroep (- A B +) (zie foto hieronder)
- AB+ Het bijgeleverde net snoer dient verbonden te worden met de voeding (230V 50 Hz), en aangesloten te worden bovenaan de ventilatiegroep in de netstekker.
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.5/23
Clima 300 ECO Xtract
Bij de 300 ECO Xtract wordt de schakelaar meegeleverd in de verpakking van de ventilatiegroep. Op de ventilatiegroep zijn opnieuw de kontakten -, A-B en + beschikbaar. Op de bediening zijn volgende kontakten aanwezig : Vdc+, Vdc- , Vout- en Vout+ Volgende verbindingen dienen gemaakt te worden : “-“ : verbinden met Vdc“+” : verbinden met Vdc+ “A” : verbinden met Vout+ “B” : wordt niet gebruikt Men gebruikt hiervoor best een geïsoleerde kabel met een doorsnede van 4x0.8mm². Op de schakelaar zijn er 2 potentiometers voorzien waarop stand 1 en stand 2 kunnen afgeregeld worden :
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.6/23
Eco en AC toestellen De drie standen schakelaar of domotica op afstand wordt aangesloten met een geïsoleerde kabel 4x0.8mm² (Eco toestel) en kabel 4x1.5mm²(AC toestel) Door de 4 aansluitpunten van de schakelaar (U3 U2 U1 L) te verbinden met de 4 aansluitpunten boven op de ventilatiegroep (U3 U2 U1 L) (zie foto hieronder) AC toestel wordt aangesloten in bakje met lusterklem (U3 U2 U1 L)
U3 U2 U1 L Het bijgeleverde netsnoer dient verbonden te worden met de voeding (230V 50 Hz), en aangesloten te worden bovenaan de ventilatiegroep in de netstekker. Opgepast : op de kontakten U3 U2 U1 en L, nooit 230V aansluiten. Deze kontakten zijn laagspanningskontakten !! e) Debieten De debieten opgegeven door de EPB verslaggever dienen gevolgd te worden. De basisregel geeft een debiet op van 3.6 m³/h/m². Hierop zijn een aantal minima en beperkingen van toepassing, vermeld in de EPB norm. Voor meer informatie: www.vea.be. In de gehele woning zal men trachten tot een ventilatie-evenwicht te komen (balansventilatie), d.w.z. dat de toevoer van verse lucht ongeveer moet gelijk zijn aan de afvoer van verontreinigde lucht (lichte overdruk). Enkel als het toevoerdebiet en het afvoerdebiet op elkaar zijn afgestemd, zal het rendement van de warmtewisselaar voldoende hoog zijn. f) filters Filters zijn van groot belang in een ventilatiesysteem. Zij bepalen voor het grootste deel de kwaliteit van de toegevoerde lucht. Gezien de filters door het stof vervuild worden remmen ze op den duur ook het luchtdebiet af, zodat de ventilatiecapaciteit vermindert. Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.7/23
Aldus moeten filters regelmatig schoongemaakt worden en/of vervangen worden (jaarlijks). De filters worden volgens hun fijnheid in klassen ingedeeld en genormaliseerd (zie tabel). De toestellen met warmte-recuperatie bevatten 2 filters. - 1 filter G4 voor de filtering van de verse lucht.(optie F7) - 1 filter G4 voor de filtering van de afgezogen lucht en ter bescherming van de warmtewisselaar.
De ventilatiegroep kan links of rechts uitgevoerd worden. Links betekent dat de verse lucht onderaan links toekomt. Bij een rechtse uitvoering is het net omgekeerd en komt de verse lucht onderaan rechts toe. Bij een Eco Plus uitvoering kan de groep via de bediening en/of de sturing links of rechts worden ingesteld (zie punt drie bediening)
Grof stof Fijn stof
Virussen Uitlaatgassen
Menselijk haar
Bacteriën
Pollen
Asbeststof Smog
Mist Olie- nevel
Roet
Insecticide Aerosol Atmosferisch stof
g) Thermisch rendement
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.8/23
Zichtbaar
In feite zou het resultaat van de warmteterugwinning kunnen gemeten worden aan het afzuigrooster en het inblaasrooster. Maar daartussen zitten heel wat componenten die deze warmteterugwinning beïnvloeden. (warmtewisselaar, ventilatorenkast, buizennet, …). De fabrikanten kunnen zich alleen maar beperken tot het opgeven van het rendement van hun ventilatiegroep /warmtewisselaar. Het is belangrijk te weten dat alle warmteverliezen onderweg het algemeen rendement van de installatie doen dalen. Daarom is goede isolatie van het buizennet heel belangrijk (in het niet- geïsoleerd gedeelte van de woning). PRINCIPE warmtewisselaar
Alle toestellen met warmte-recuperatie zijn standaard voorzien met een tegenstroom warmtewisselaar met een terugwinning tot 95%. Naargelang de lucht traag door de warmtewisselaar stroomt, krijgt men meer terugwinning, tegenover een groot debiet met minder terugwinning. Daarom is het belangrijk het systeem met trage snelheid te gebruiken maar wel 24/24 uur. h) Bypass In alle ventilatiegroepen met warmterecuperatie wordt er standaard een “bypass klep” voorzien met zomer- en winterstand. In de winterstand kan de lucht alleen maar door de warmtewisselaar passeren. In de zomerstand kan de buitenlucht, via een afzonderlijk kanaal dat geopend wordt, rechtstreeks in de leefruimte worden geblazen. Daardoor kan men bij koele zomeravonden op de grootste snelheid verse en koelere buitenlucht naar binnen brengen. Dit wordt “free-cooling” genoemd.
Manuele bypass op het toestel Bij het manuele systeem wordt in de zomerperiode de schakelaar (zwarte knop) van de ventilatiegroep omgeschakeld zodat de warmtewisseling uitgeschakeld is.
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.9/23
Automatische bypass Bij de automatische bypass wordt de bypass elektronisch gestuurd door temperatuursensoren binnen en buiten. Indien bepaalde temperatuurverschillen gemeten worden gaat de bypass open of toe
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.10/23
Bypass De Bypass van de warmterecuperatie kan automatisch of manueel ingesteld worden. De automatische regeling maakt gebruik van volgende regelcurve: Tin
OFF
ON
OFF
OFF
23⁰C [16⁰C25⁰C]
14⁰C [8⁰C17⁰C]
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.11/23
Tout
3. Bediening 3.1. De Eco Plus toestellen worden bediend met een elektronische bedieningsunit.
Werking : De bedieningsunit wordt hoofdzakelijk gebruikt om : - Het ventilatiedebiet te regelen (LOW/MID/HIGH) - De bypass in te stellen Het regelen van het ventilatiedebiet gebeurt door op de knop ‘SPEED’ te drukken. De led licht op van het gekozen debiet. De debieten zijn als volgt ingesteld (fabrieksinstellingen) : LOW : 30% MID : 50% HIGH : 100% Indien gedurende 5 sec. op de knop ‘SPEED’ gedrukt wordt, schakelt de ventilatiegroep naar turbo mode. Dit betekent dat de groep gedurende de turbo-tijd (standaard ingesteld op 40 min.) ventileert op de maximum stand. Dit kan interessant zijn bij bvb. intensief gebruik van de badkamer. Na de turbo-tijd schakelt de ventilatiegroep automatisch terug naar het vooraf ingestelde debiet. Gedurende de turbo-tijd licht de led bij high constant aan en uit. De turbo-mode kan manueel uitgeschakeld worden door nogmaals op ‘speed’ te drukken gedurende 5 sec. De ventilatie is voorzien van een bypass die kan geschakeld worden op afstand. Volgende instellingen zijn mogelijk :
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.12/23
- Bypass ON: - Bypass OFF: - Bypass AUTO:
De bypass wordt geactiveerd en de verse lucht gaat niet langer doorheen de warmtewisselaar (FREE-COOLING in de zomerperiode) De bypass wordt afgesloten, de verse lucht gaat nu door de warmtewisselaar De bypass klep wordt automatisch geschakeld op basis van de gemeten buiten –en binnentemperatuur.
De ventilatiegroep kan zowel links als rechts worden aangesloten, dit betekent dat de verse lucht zowel links als rechts kan aangesloten worden. Standaard is de ventilatiegroep links uitgevoerd. Dit betekent dat de verse lucht links onderaan wordt aangesloten, en de uitgeblazen vochtige lucht links boven. De afgezogen lucht wordt dan rechts onderaan aangesloten, de ingeblazen verse lucht rechts boven. De ventilatiegroep kan omgeschakeld worden via de sturing naar een rechtse uitvoering. Dit kan door 7 sec. tegelijkertijd op ‘bypass’ en ‘reset’ te drukken. Na die 7 sec. gaan rechts led’s branden, wat betekent dat hij is omgeschakeld. Er terug een linkse uitvoering van maken kan door de knoppen ‘speed’ en bypass’ samen in te drukken gedurende 7 sec. Controleren in welke mode (links of rechtse uitvoering) de groep momenteel staat, kan door de knoppen ‘speed’ en ‘reset’ samen in te drukken. Op dit moment licht er een led links of rechts op ifv de instelling. De led ‘filter’ licht op indien de filters moeten nagezien worden. Standaard (fabrieksinstellingen) gebeurt dit na 15 weken. Deze led resetten kan door op de reset knop te drukken. De led ‘filter’ zal doven en de teller wordt gereset. Opgelet : als te lang op de reset knop gedrukt wordt het toestel gereset en uitgeschakeld. Het toestel kan in dit geval enkel terug opgestart worden door de reset knop los te laten, en nadien terug gedurende 10 sec. op de reset knop te drukken, tot de leds opnieuw oplichten. De knoppen ‘CO2’ en ‘HUM’ worden enkel gebruikt indien de opties CO2 meting en/of vochtigheidsmeting werden geplaatst. Indien het CO2 en/of vochtigheidsgehalte niet meer voldoet, lichten deze led’s op en wordt het debiet aangepast tot terug aan de voorwaarden is voldoen. Op de centrale print zijn 2 maakkontakten voorzien voor het activeren van de relatieve vochtigheidsstand en de CO2 stand. Deze kontakten worden gesloten door een externe vochtigheidsmeter en/of CO2 meter. Zodra de vochtigheidsgraad zijn maximum peil overschrijdt, of het CO2 gehalte zijn max. peil bereikt, krijgt de centrale print een signaal, die standaard het ventilatiedebiet verhoogt met 20%.
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.13/23
Voorbeeld : als de ventilatiegroep ingesteld staat op de laagste stand (L=30%) en de middenstand M is 50%, dan verhoogt het debiet bij opstart vochtigheid/CO2 met 20% van het verschil tussen 30 en 50%, zijnde 4%, en dus naar een ventilatiedebiet van 34%. Die 20% is standaard zo ingesteld (fabrieksinstelling) maar kan door de installateur gewijzigd worden.
Op de bijgevoegde foto ziet u de 2 maakkontakten waar de vochtigheidssensor en/of CO2 sensor dient aangesloten te worden. Voor het wijzigen van de parameters (fabrieksinstelling) verwijzen we naar de installateurshandleiding.
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.14/23
3.2. Alle andere toestellen (EF, AC, DC) worden bediend met een 3standenschakelaar :
Door de draaischakelaar te verplaatsen wordt het gewenste debiet ingesteld : 1 : laagste stand 2 : middenstand 3:hoogste stand
3.3. Aansluiting op domotica :
1-2 -3 -4 -5 -6 -7 -8
A B C D
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.15/23
Indien een ventilatiegroep voorzien is van een sturingsprint type “eco plus” kan deze omgebouwd worden, klaar voor domotica. Hiervoor dient een uitbreidingsprint geplaatst te worden, zoals aangegeven op bovenstaande afbeelding; opgepast : de print dient correct gepositioneerd te worden (hoek op hoek), en de gaten in de print dienen overeen te stemmen met de vijsjes van de print eronder (de sturingsprint). Bij het bevestigen van de uitbreidingsprint domotica wordt deze automatisch gedetecteerd. Op de uitbreidingsprint zijn er 8 kontakten (4x2 maakkontakten) voorzien. Bij het sluiten van één van de kontakten , licht de led op die eronder staat. De 8 kontakten hebben volgende functies : Maakkontakt 1 en 2 : de bypass wordt geschakeld (bypass = on) Maakkontakt 3 en 4 : de ventilatiegroep werkt op de stand HIGH Maakkontakt 5 en 6 : de ventilatiegroep werkt op de stand MID Maakkontakt 7 en 8 : de ventilatiegroep werkt op de stand LOW De domoticaprint en de bedieningsunit kunnen parallel gebruikt worden. In de parameters van de sturingsprint dienen volgende keuzes gemaakt te worden : • Ofwel geen domotica • Ofwel domotica met sturing van de 3 snelheden, maar geen sturing bypass op afstand • Ofwel domotica met sturing van de 3 snelheden, en sturing van de bypass In hoofdstuk 3.4 wordt uitgelegd hoe de parameters in de sturingsprint kunnen gewjzigd worden, met de toetsen A/B/C/D.
3.4.
Instellen parameters :
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de parameters, waarmee de print gestuurd wordt, kunnen gewijzigd worden. Om de parameters te raadplegen en/of te wijzigen dienen de knoppen A/B/C/D op bovenstaande foto gebruikt te worden. De knoppen hebben volgende functies : A : select B : enter C:+ D:Door op de select knop te duwen, scrollt men doorheen de parameters. Met + en – kan een waarde gewijzigd worden. Met enter wordt deze bevestigd. Op de print is een horizontale en een vertikale balk met leds aangebracht. De horizontale balk geeft de gekozen parameter aan; de vertikale balk de waarde van deze parameter.
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.16/23
De horizontale balk bestaat uit volgende leds :
De vertikale balk bestaat uit volgende leds :
Bij het scrollen doorloopt men de horizontale balk van rechts naar links, en dit 3 maal, ifv het oplichten van de 2 blauwe leds. Bij het oplichten van led1 (blauw), kunnen er 3 parameters doorlopen en /of gewijzigd worden. Bij het oplichten van led2 (blauw), 5 parameters. Bij led 3, 6 parameters. Volgende posities zijn dus mogelijk :
8
7
6
5
4
3
2
LED 1 versie software keuze domotica groep L of R snelheid L snelheid M snelheid H bypass Temp Tin
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.17/23
bypass Temp Tout Filter levensduur Turbo tijd (min.) offset pulsie/extractie offset freeze CO2 verhoging Humidity verhoging
Voorbeeld : U wenst de parameters ‘snelheid L’ te wijzigen. Hiervoor scrollt u (met de knop select) tot led2 (blauw) opgelicht is, en led3 (geel) opgelicht is. Op de vertikale balk met leds ziet u de waarde van deze parameters, vb. 4 leds of dus 40% Met + en – kunt u de waarde wijzigen, met enter kunt u bevestigen. De vertikale balk met leds hebben volgende betekenis : L-R
domotica
software
0x88
0x90
0xA0
L
off
4 contact
R
BYPASS LMH
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.18/23
Tin ⁰C
Tout ⁰C
0x42
0x44
H % 2 10%/LED 0x48
16
8
M % 10%/LED 0x50
10%
L % 10%/LED 0x60
10%
10% 20%
40%
14 23 25
Hum. % 10%/LED 0xC1
CO2 % 10%/LED 0xC2
17
freeze Offset % 1%/LED 0xC4
Offset % 1%/LED 0xC8 2%
20%
100%
20%
100%
Turbo tijd min. 20+10/LED 0xD0 2% 30 min 40 min
100%
Filterlife weken 5wkn/LED 0xE0 5 weken 15 weken
100%
100%
20%
20% 120 min
50 weken
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.19/23
Bij de keuze domotica (led 1 blauw, en led 4 geel), wordt de vertikale led ‘4 contact’ opgelicht zodra de uitbreidingsprint wordt aangesloten in de correcte positive. De velden ‘Bypass’ en ‘LMH’ dienen geselecteerd te worden indien, respectievelijk de bypass en de 3 snelheden op afstand wensen gestuurd te worden. Bij gebruik van de uitbreidingsprint domotica, en de bediening op het zelfde ogenblik, zal bij selectie op afstand, de led op de bedieningsprint tevens wijzigen, maar afwisselend knipperen.
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.20/23
Werkingsprincipe Het principe dat de overheid ons voorlegt bestaat erin dat men lucht onttrekt uit de plaatsen met slechte en vochtige lucht. Deze plaatsen zijn : toilet, badkamer, keuken, bijkeuken, enz… . De verse lucht dient toegevoerd in leef- en slaapruimtes. De norm (NBN D50-001) bepaald het min. hoeveelheid luchtvolume dat per uur en per lokaal dient afgevoerd te worden ; Uiteraard dient de installateur/architect ook rekening te houden met de volumes van deze ruimten, mogelijks moet er meer afgevoerd worden. Daarnaast moet een min. aantal keer per uur ververst worden. De som van de producten van volume met het aantal luchtverversingen per uur bepaalt de totale afzuigcapaciteit van het ventilatiesysteem. Uiteraard moet dezelfde hoeveelheid lucht weer worden toegevoerd . Volgens de normen zijn 4 mogelijke systemen te verkiezen : A/B/C/D De meest gebruikte systemen zijn systeem C (enkel mechanische afzuiging) en D (met warmteterugwinning). Het ventilatiesysteem C zorgt voor het afzuigen (mechanische extractie) van vochtige en vervuilde lucht uit badkamer, keuken en toiletten. Verse lucht wordt toegevoerd in de leefruimtes door middel van roosters die voornamelijk ingewerkt worden in de ramen van living en slaapkamers. Hierbij wordt onverwarmde verse lucht rechtstreeks uw woning binnengebracht. Figuur 1: “CLI 400 Xtract” ventilatiegroep voor extractie (systeem C)
Het ventilatiesysteem D zorgt ervoor dat u in de woning kunt genieten van de voorverwarmde buitenlucht . Het systeem voert evenveel slechte lucht af (geuren en vocht ), als er verse lucht wordt binnengebracht . Vandaar ook de term “balansventilatie”. Figuur 2: “CLIMA 400-A Eco Plus” ventilatiegroep voor balansventilatie - extractie en pulsie(systeem D)
Een belangrijk bijkomend voordeel van systeem D is de warmterecuperatie van 90 % tot zelfs 95 %. Een filtersysteem zorgt ervoor dat alle stofdeeltjes uit de toegevoerde lucht verdwijnen Om het comfort te verhogen kan men de ventilatie snelheid in 3 stappen aanpassen. Verder is er standaard een bypass ingebouwd met zomer en winterstand. Dit is zeer nuttig om tijdens de zomer oververhitting te voorkomen (free-cooling). Het ventilatiesysteem zorgt ervoor dat zich geen schimmels vormen op de muren door vocht en warmte.
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.21/23
4. Uitvoeringen Deze handleiding is van toepassing op volgende types : EF – reeks (Enkele Flux, systeem C) Dit betreft toestellen voor plaatsing van systeem C, dit is mechanische extractie van de vervuilde lucht en natuurlijke toevoer van verse lucht door raamroosters.
Voorbeeld groep Enkele Flux (EF)
DF – reeks (Dubbele Flux, systeem D) Dit betreft toestellen voor plaatsing van systeem D, dit is balansventilatie met warmterecuperatie. Hierbij wordt de vervuilde lucht afgevoerd en verse lucht via een apart kanalenstelsel toegevoegd.
Voorbeeld groep Dubbele Flux (DF)
Voorbeeld Clima 300 Flat
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.22/23
5. Onderhoud Het is aan te raden met uw installateur een onderhoudscontract af te sluiten, zodoende jaarlijks volgende punten te laten nazien :
5.4. 5.5. 5.6.
status van de filters (ev. te reinigen of te vervangen) status van de warmtewisselaar en de motoren nazicht van de binnen en buitenroosters (afregeling debiet)
Indien gewenst, kan er een cameraonderzoek gebeuren van uw kanalenstelsel. Dit om vast te stellen of een reiniging aangewezen is. Doorgaans is dit aangewezen na 5 jaar gebruik. Voor meer info, gelieve ons te contacteren. Een gespecialiseerde firma komt hiervoor ter plaatse. Op www.clima-industries.com vindt u alle contactgegevens.
6. Garantie Er wordt door Clima Industries een garantieperiode van 2 jaar voorzien tegen het optreden van fabricatiefouten of verborgen gebreken. De garantie houdt in dat de defecte onderdelen gratis worden aangeboden aan de installateur. De ventilatiegroep wordt slechts door een nieuw exemplaar vervangen indien herstelling onmogelijk of te duur blijkt te zijn. Voor elke aanspraak op garantie dient aan volgende voorwaarden voldaan te zijn : -
eventuele transportschade wordt binnen 48 uur na levering gemeld een gedateerd aankoopbewijs kan voorgelegd worden de fout is niet het gevolg van overspanning, slecht onderhoud of slechte installatie
Clima Industries bvba www.clima-industries.com versie 1.8 (31/10/2014) pag.23/23