Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid
BEROEPScompetentiePROFIELEN
CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VAN VENTILATIESYSTEMEN
fvb•ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel Tel.: +32 2 210 03 33
De beroepscompetentieprofielen zijn tot stand gekomen dankzij de bijdrage van de volgende organisaties :
WTCB
© fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2012 Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen. 2
BEROEPScompetentiePROFIELEN
CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
Voorwoord Aangepaste beroepscompetentieprofielen uitwerken neemt een belangrijke plaats in binnen de problematiek van het aanpassen van de opleidingen aan de behoeften van de arbeidsmarkt. Beroepsprofielen zijn immers de belangrijkste inspiratiebron bij het uitwerken van opleidingsprofielen, zeker bij de start. In een latere fase komen daar de opleidingsprogramma’s bij. Met deze gegevens in gedachten heeft het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (fvb-ffc Constructiv) in samenwerking met het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) en het Nationaal Actiecomité voor Veiligheid en hygiëne in het Bouwbedrijf (navb-cnac Constructiv) de bestaande beroepsprofielen aangepast. Daarbij werd vooral rekening gehouden met de talrijke ontwikkelingen als gevolg van de eisen inzake duurzaam bouwen. De aangepaste beroepsprofielen hebben betrekking op een groot aantal materies, zowel uit de ruwbouw- als de afwerkingssector, en werden goedgekeurd door deskundigen uit de sector. Zo dragen ze bij aan het concretiseren van één van de belangrijkste aspecten van de opdracht van het fvb: ze vormen namelijk de link tussen de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten en opleiding in de bouwsector.
Robert Vertenueil Voorzitter fvb-ffc Constructiv
3
BEROEPScompetentiePROFIELEN
CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
Een woordje uitleg Zoals u in het voorwoord kon lezen, was er nood aan een herwerking van de beroepscompetentieprofielen. Een aantal profielen zijn namelijk niet meer up-to-date. Daarnaast is er meer en meer vraag naar competenties in het kader van ecologisch en duurzaam bouwen. Maar ook veiligheid verdient de nodige aandacht. Een beroepscompetentieprofiel beschrijft de competenties van een ervaren bouwvakarbeider. Bij de herwerking van de profielen vertrekken we vanuit het “competentie-denken”. Een competentie is een set van “kennis”, “vaardigheden” en “attitudes” die zich uiten in observeerbaar gedrag. In dit document wordt deze indeling steeds gehanteerd. Onder “kennis” verstaan we alles wat een sanitarist, chauffagist of plaatser van ventilatiesystemen moet kennen om zijn beroep te kunnen uitoefenen. Bijvoorbeeld bij de voorbereiding van installatiewerken: de opbouw van buitenwanden en eisen aan de doorboring ervan (integriteit diverse lagen, helling…) kennen. Onder “vaardigheden” verstaan we alles wat een sanitarist, chauffagist of plaatser van ventilatiesystemen moet kunnen om zijn beroep te kunnen uitoefenen. Bijvoorbeeld bij de voorbereiding van installatiewerken: het doorvoeren van buitenmuren en daken. “Attitude” verwijst naar de houding, de denkwijze, het gedrag dat een sanitarist, chauffagist of plaatser van ventilatiesystemen moet hebben om zijn beroep te kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld bij de voorbereiding van installatiewerken: zich ervan bewust zijn dat bij het maken van doorboringen een goede coördinatie met de andere vakgebieden nodig is. De activiteiten binnen het beroepscompetentieprofiel worden in vier blokken opgedeeld. 1. Gemeenschappelijke activiteiten eigen aan alle bouwvakarbeiders, zoals bijvoorbeeld de werfinrichting. 2. Basisactiviteiten eigen aan het beroep, zoals bijvoorbeeld de voorbereiding van installatiewerken. In het beroepscompetentieprofiel sanitarist/chauffagist/plaatser van ventilatiesystemen behoren deze activiteiten toe aan zowel de sanitarist, de chauffagist als de plaatser van ventilatiesystemen. 3. Specifieke activiteiten eigen aan het beroep, zoals bijvoorbeeld opwekking van sanitair warm water en monteren van de toestellen voor de sanitarist. Of ook, het bewerken en leggen van gasen stookolieleidingen voor de chauffagist. Of ook, monteren van ventilatoren en luchtgroep voor de plaatser van ventilatiesystemen. 4. Transversale “groene” activiteiten, zoals bijvoorbeeld het plaatsen van isolatiemateriaal. Deze activiteiten zijn van groot belang voor een duurzaam bouwproces. Ze kunnen integraal in meerdere beroepsprofielen voorkomen. Het is echter niet zo dat deze competenties gemeenschappelijk zullen zijn voor alle bouwvakarbeiders.
4
BEROEPScompetentiePROFIELEN
CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
Voor sommige activiteiten werken we met een kleurencode. “Groen” staat voor ecologische en duurzame activiteiten, “oranje” staat voor activiteiten die handelen over veiligheid. De activiteitenblokken worden ook nog eens opgedeeld in sleutelactiviteiten. Per sleutelactiviteit worden de kennis, vaardigheden en attitudes benoemd. Zoals u kan lezen, bevat dit beroepscompetentieprofiel drie beroepen: sanitarist, chauffagist en plaatser van ventilatiesystemen. De specifieke activiteiten eigen aan de respectieve beroepen vindt u in blok drie. In dit profiel zijn er echter nog andere activiteiten opgenomen in het kader van duurzaam en ecologisch bouwen. We spreken hier over: thermische zonnesystemen, geothermie en wartepompen, biomassa, koelmonteur/koeltechnicus, brandbedstrijding. Daarnaast zijn er nog andere specialisaties zoals: ziekenhuisuitrustingen, zwembadtechnieken, medicinale gassen, industriële fluïda… Deze activiteiten zijn voor dit profiel te specifiek om ze in de diepte te bespreken. In het profiel wordt hiervoor verwezen naar bijv. Enover. Het volledige profiel voor een chauffagist bestaat dus uit het hele document, met uitzondering van de specifieke activiteiten die enkel voor de sanitarist en plaatser van ventilatiesystemen gelden (hoofdstuk 2.2 en 2.3). En voor het profiel van een sanitarist mag dan weer het hoofdstuk 2.1 en 2.3 weggelaten worden. Voor het profiel van een plaatser van ventilatiesystemen mag het hoofdstuk 2.1 en 2.2 weggelaten worden. Hoofdstuk 2.4 bevat specialisaties die sommigen zullen beheersen en anderen dan weer niet. Het zijn geen bepalende competenties voor de drie beschreven beroepen, maar kunnen wel complementair zijn.
Contact
Voor opmerkingen, vragen en suggesties kunt u terecht bij: fvb•ffc Constructiv Koningsstraat 132/5 1000 Brussel Tel.: +32 2 210 03 33 Fax: +32 2 210 03 99 website : fvb.constructiv.be 5
0 ACTIVITEITENBLOK
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
SLEUTELACTIVITEIT
COMPETENTIES KENNEN
KUNNEN
WERKEN IN EEN BOUWONDERNEMING
Teamwork
Communicatie
Zelfstandig werken
Administratief beheer
Een planning bijhouden. Invullen van de eventuele fiches/documenten die de ploegbaas overgemaakt heeft.
ATTITUDES In teamverband kunnen werken. Met anderen kunnen samenwerken en hen helpen met hun werk. Flexibiliteit. Zich kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden (andere gereedschappen, andere personen, andere procedures en taken). Contactvaardigheid: sociaal vaardig, contacten kunnen aanknopen. Oog hebben voor de tevredenheid van de klant. Een professionele ingesteldheid bezitten, fouten identificeren en oplossingen suggereren. Op een constructieve en gebruiksvriendelijke wijze informatie uitwisselen met collega's en klanten. Leergierigheid - zelf situaties en kansen zoeken om de eigen kennis te verhogen. Doorzettingsvermogen - ondanks opduikende moeilijkheden een doel willen bereiken. Zin voor initiatief - Problemen en werk zelf aanpakken, zonder daarom gevraagd te moeten worden. Resultaatgerichtheid - het beoogde resultaat willen bereiken, ondanks tijd- en budgetbeperkingen; en zonder daarom de kwaliteitsnormen uit het oog te verliezen. Autonomie - een taak individueel uitvoeren, zonder hulp of toezicht. Anticipatie - de mogelijke gevolgen van een situatie overzien. Rekening houden met nog uit te voeren taken. Eventuele problemen opmerken die geen direct verband houden met de eigen taak. Stiptheid. Op tijd komen. Een taak in de voorgeschreven tijd uitvoeren.
6 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
0
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
MILIEUBEWUSTZIJN, KWALITEIT EN WELZIJN
Energieprestatie gebouwen (EPB)
Kwaliteitsbewaking
KENNEN De algemene principes van de energieprestatie van gebouwen. De gevolgen van het slecht plaatsen van isolatie en ventilatie.
Traceerbaarheid van producten, bewijsstukken van wat uitgevoerd werd.
Onderscheid tussen gevaarlijke en niet gevaarlijke producten en afvalstoffen.
Afvalbeheer
De sorteercategorieën (recycleerbare producten, te storten producten - categorieën van storten en/of specifieke evacuatierichtingen, speciaal geval van asbest). Belang van de rol van de onderneming bij het sorteren en recycleren van sommige afvalstoffen, en de voordelen daarvan voor het bedrijf zelf en het milieu. De risico’s van behandeling en de reglementaire bepalingen inzake de verwijdering van asbesthoudend en ander gevaarlijk afval. Eigenschappen en risico’s van gevaarlijke producten.
Beheer van de veiligheid en gezondheid
COMPETENTIES KUNNEN
De veiligheidsregels voor het gebruikte gereedschap; de risico’s die kunnen ontstaan bij het gebruik van een stelling, een ladder, een bouwplaatsmachine, etc. De middelen en technieken die gebruikt worden voor het verwijderen van asbesthoudende materialen. De specifieke risico’s die zich stellen in sommige werkomstandigheden (kruipruimten,…)
ATTITUDES Er zich van bewust zijn waarom elke tussenkomst in het gebouw belangrijk is voor het binnenklimaat en de globale energieprestatie van het gebouw. Met zorg en toewijding werken. Zin voor precisie. Oog voor detail bezitten en het geduld om detailwerk zorgvuldig uit te voeren.
De etiketten en markering van de gebruikte materialen bijhouden.
Het milieu beschermen tegen de schadelijkheid van bepaalde materialen en substanties. Zichzelf en collega's beschermen tegen de schadelijkheid van bepaalde materialen en substanties.
Economische ingesteldheid - op een economische wijze omgaan met materialen, gereedschappen en tijd. Verspilling vermijden. Zin voor esthetiek - wanneer mogelijk esthetische overwegingen laten meespelen bij de uitvoering van het werk. Zin voor zelfcontrole en kwaliteit. Professionele houding. Het melden als anderen werk van slechte kwaliteit afleveren. Zich bewust zijn van het belang van de betrokken reglementeringen en normen. Zich bewust zijn van het ecologische belang en van de mogelijkheden tot dwangsommen als gevolg van een slecht afvalbeheer. Voorzichtig zijn. Systematisch verzamelen van afval. Motivatie om afvalstoffen te sorteren.
Het sorteren organiseren (in bakken, containers, …) en het afval sorteren.
Zich informeren in geval van twijfel over de bestemming van afvalstoffen. Zorgvuldig werken. Actie ondernemen wanneer container vol is.
Asbesthoudende en andere gevaarlijke afvalproducten identificeren, apart houden van de andere afvalstromen, op een veilige manier verpakken en verwijderen. Opslaan en veilig gebruiken van gevaarlijke producten. Gepaste maatregelen nemen bij ongelukken met gevaarlijke producten. In werking stellen van individuele en collectieve beschermingsmiddelen.
Zich informeren over risico's inherent aan de gebruikte producten. Aandacht voor alle gevaarlijke situaties.
De verplichte opleidingen volgen.
De moed hebben om de opmerkingen van collega's om veilig te werken te aanvaarden en zelf gevaarlijke situaties te signaleren.
De asbesthoudende producten tijdens verschillende handelingen herkennen.
Reageren ten opzichte van verschillende situaties, de juiste reacties als er asbest aanwezig is (bescherming, verwittigen chef), etc.
7 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
0
WERFINRICHTING
MILIEUBEWUSTZIJN, KWALITEIT EN WELZIJN
ACTIVITEITENBLOK
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
SLEUTELACTIVITEIT Ergonomisch werken
Persoonlijke Beschermingsmiddelen
Materialen / gereedschappen
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
Kennis van tiltechnieken en tilhulpmiddelen.
Gebruiken van tilhulpmiddelen.
De veiligheidsuitrusting en de kledingvereisten die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep (handschoenen, bril,...).
De aanwezigheid van PBM's op de werf controleren. De specifieke voorschriften voor de PBM's toepassen (handschoenen, bril,...).
De materialen en gereedschappen.
ATTITUDES Hulp aan collega's om ergonomisch werken mogelijk te maken. Aandacht voor ergonomisch correcte werkhoudingen. Aandachtig zijn voor alle situaties waarin het dragen van PBM's noodzakelijk is. PBM's met de nodige zorg behandelen.
PBM's gebruiken.
Waken over het gebruik van de PBM's.
Het materiaal en gereedschap controleren.
Een kritische blik hebben.
Het correcte materiaal en gereedschap selecteren. Het verkeer naar en op de werf controleren.
Zin voor analyse hebben.
Gebruiken van machines die stofemissie beperken.
Opslag
Signalisatie
Voor elk soort aanvoer en gereedschap de plaats en opslagwijze.
Het goede gereedschap gebruiken en het op een veilige plaats bewaren, tijdens en na de werken.
De geschikte beschermingsmiddelen tegen vallen van opgeslagen materiaal en gereedschap.
Geschikte beschermingsmiddelen tegen de val van gereedschappen en materiaal plaatsen. Materialen ook op hoogte met de nodige omzichtigheid behandelen en stapelen.
De verschillende middelen om een werf af te sluiten.
Zin voor orde. Materialen en gereedschappen in goede en veilige omstandigheden bewaren. Effectief gebruiken van de beschermingsmiddelen. Niet werken als de bescherming afwezig is.
De signalisatie respecteren.
De verschillende veiligheidspictogrammen. Brandpreventie
De geschikte types blustoestellen tijdens het uitvoeren van de verschillende activiteiten.
De geschikte blustoestellen kunnen gebruiken.
8 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
0
VOORAFGAAND: GEMEENSCHAPPELIJKE BASISBEGRIPPEN BOUW WAARMEE REKENING DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
BEHEER VAN DE STROMEN EN GELUIDSHINDER
WERKEN OP HOOGTE
Opbouw en demontage van steigers
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
De van kracht zijnde regels voor de opbouw en vrijgave van steigers.
De regels voor de opbouw en vrijgave van steigers toepassen.
De van kracht zijnde regels voor de demontage van steigers.
De regels voor de demontage van steigers toepassen. Een geschikte toegang tot de werkplek voorzien.
ATTITUDES Elke tekortkoming aan de beschermingsinrichtingen aan de rechtstreekse leidinggevende melden. Enkel deelnemen aan de montage van steigers als de persoon hiervoor een voldoende opleiding gevolgd heeft. Zichzelf en anderen niet in gevaarlijke situaties brengen. Enkel deelnemen aan de demontage en de ombouw van steigers als de persoon hiervoor een voldoende opleiding gevolgd heeft. Zichzelf en anderen niet in gevaarlijke situaties brengen.
Gebruik van ladders
De juiste ladders, overeenkomstig de regelgevingen, normen en veiligheidsvoorschriften. Voorwaarden voor gebruik van ladders: lichte werken van korte duur en op beperkte hoogte uitvoeren op een ladder. Voor langdurige werken op hoogte moeten andere arbeidsmiddelen voor werken op hoogte gebruikt worden (hoogwerker, schaarlift,…).
Opbouw en zekering van goederenliften
De voorschriften voor het gebruik van een goederenlift en de instructies van de fabrikant (normen, klassen, stabiliteit).
Installatie van een randbeveiliging
De verschillende soorten randbeveiliging in functie van de af te schermen werkplek.
De geschikte randbeveiliging installeren.
Aandacht hebben voor het valrisico.
Persoonlijke Beschermingsmiddelen
De persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn voor het werken op hoogte (levenslijn, veiligheidsharnas, etc.).
De aanwezigheid van veiligheidsuitrusting op de werf controleren. Plaatsen van ankers. De juiste uitrusting gebruiken.
Waken over hun gebruik.
Gebruik van hefplatformen
De gevaren en opleidingsverplichtingen bij het gebruik van hoogwerkers of schaarliften.
Waterverbruik
De regels omtrent lozen van water. Eindigheid van drinkwater.
Efficiënt gebruiken van water voor taken & schoonmaak.
Economisch en ecologisch bewustzijn. Streven naar zuinigheid bij gebruik van water.
Energieverbruik
Milieubewustzijn - eindigheid van fossiele energiebronnen. Energieverbruikers op de werf (generatoren, transport, machines, werfkeet).
Efficiënt gebruik machines en gereedschappen.
Reflex & verantwoordelijkheidszin (uitschakelen energieverbruikers wanneer niet nodig: verlichting, verwarming, koeling, …; passief ipv actief koelen; ).
Beperking van het lawaai
Oorzaken van lawaai voor omgeving (bronnen). Mogelijke preventie- en beschermingsmaatregelen tegen lawaai.
Persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken. Preventiemaatregelen voor omgeving kunnen implementeren.
Respectvolle houding tegenover omgeving en collega's.
Een ladder correct opstellen.
Bepalen wanneer ladders niet meer gebruikt mogen worden.
De toestellen opstellen en de materialen correct stapelen. De goederenlift bedienen.
Voorwaarden voor het gebruik van ladders naleven.
Verifiëren of het arbeidsmiddel wettelijk gekeurd is.
Een hoogwerker of schaarlift enkel laten bedienen door competente personen, die de vereiste opleiding hebben gevolgd. Verifiëren of de schaarlift of de hoogwerker wettelijk gekeurd gekeurd is.
9 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
1 SLEUTELACTIVITEIT Voorbereidingen treffen om de vraag van de klant optimaal te behandelen
Voorraadbeheer in functie van dagactiviteit
ACTIVITEITENBLOK
Arbeidsorganisatie in functie van een dagplanning
Basisactiviteiten die gemeenschappelijk zijn voor de verschillende specialisaties van het beroep
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
Sociaal en communicatief vaardig. Geldende reglementeringen terzake. Klantgerichtheid.
Lezen van plannen, werktekeningen of werkopgaveblad
Symbolen, legende en schaal voor installatie.
Een planning opmaken van het verloop van de werkzaamheden, d.w.z. de uitvoeringsfasen bepalen
Dagplanning, werkvoorbereiding, materialen nodig voor een dagtaak.
Opmaken van een dagplanning rekening houdend met de omvang van het werk, de opgelegde termijn, het te verwerken materiaal, … .
Bepalen van de benodigde materialen en gereedschappen
Het te gebruiken materiaal (bv. materie, dikte en type van de buizen, fittingen) en materieel (bv. buissnijmachine).
Nagaan of het gereedschap in goede staat verkeert.
Lezen en begrijpen van plan of werktekening.
Voorraden bijhouden en aanvullen
Inzicht in vereiste hoeveelheden materiaal en materieel.
De leveringen in ontvangst nemen
Symbolen, legende en schaal voor installatie.
Het materieel en de materialen stockeren in de daartoe voorziene lokalen
Op de hoogte zijn van de gepaste wijze om de diverse goederen te stockeren (eventueel rekening houden met zonlicht, warmte, vochtigheid, ...).
Zorgen voor de bescherming van de gestockeerde goederen
ATTITUDES
Beschermingsmaatregelen en de risico’s en de gevolgen van een gebrekkige bescherming. De pictogrammen.
Gebruik kunnen maken van terminologie die eigen is aan de bouwsector.
Weten welke producten, materiaal en materieel voorradig zijn. Berekenen van volumes en hoeveelheden. Tijdig doorgeven van de te verrichten bestellingen aan de verantwoordelijke. Controleren of de levering conform de bestelling is en onbeschadigd. De plaatsen van laden en lossen op het terrein bepalen. Toegangswegen bepalen op basis van het plan.
Communicatief vaardig.
Verplaatsen van zware lasten met of zonder behulp van een hijswerktuig. Zorgen voor de bescherming van breekbare of kwetsbare voorwerpen. Het opvolgen van hygiënische voorschriften: het afstoppen van buizen, koppelingen en toebehoren.
10 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
1
Basisactiviteiten die gemeenschappelijk zijn voor de verschillende specialisaties van het beroep
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Voorbereiding van installatiewerken
Afbraakwerk en/of gehele of gedeeltelijke demontage van oude installaties
Het uitzetten van de leidingtracés
KENNEN Technieken voor demontage .
Het geschikte gereedschap gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen bij gevaarlijke producten (asbest, roet, ...).
Zwaar hef - en tilwerk uitvoeren op een ergonomische manier, of met de juiste hulpmiddelen.
De ontwerptekening van de aan te leggen leidingen. Het stromingsbeeld van het afvalwater in de leidingen (vooral van belang bij aftakkingen). De functie van een afschot.
Doorboren van muren, wanden en vloeren en het slijpen van sleuven
Droog houden van doorboringen, leidingsleuven en werkputten met behulp van pompen
COMPETENTIES KUNNEN
Te gebruiken gereedschap en de veiligheidsvoorschriften (hamer en beitel, boormachine, slijpschijf). Het brandrisico (bij doorbreken van brandwerende compartimenten).
Opbouw van buitenwanden en eisen aan de doorboring ervan (integriteit diverse lagen, helling,...). De aangepaste arbeidsmiddelen met stofafzuiging. Het aangepaste type stofmasker. Werkingsprincipes en veiligheidsregels voor het droog houden van doorboringen, leidingsleuven en werkputten.
ATTITUDES
Het nauwkeurig afbakenen van de tracés. Rekening houden met de esthetische aspecten en de efficiëntie van de tracés. Rekening houden met bouwspecificaties van de werf. De structuur van het gebouw kunnen visualiseren. De andere nutsleidingen opsporen (elektrische kabels, gas- en waterleidingen). Nauwkeurig het tracé van de leidingen uitvoeren. Doorvoeren door buitenmuren en daken.
Respect voor (en beschermen van) de goederen van de klant tijdens de werkzaamheden.
Zich ervan bewust zijn dat bij het maken van doorboringen een goede coördinatie met de andere vakgebieden nodig is.
Gebruik van het juiste type stofmasker. Installeren en gebruik maken van pompen en hulpmiddelen. Kiezen van een geschikte plaats om het overtollige water te lozen.
Aanbrengen van doorvoeringsbuizen
De werkwijze voor het aanbrengen van doorvoeringsbuizen. Weten in welke omstandigheden men een doorvoeringsbuis moet aanbrengen. Het te gebruiken gereedschap (mechanisch hak- en breekgereedschap). Het brandrisico.
Aanbrengen van brandmoffen
De werkwijze voor het aanbrengen van brandmoffen.
Doorvoeringsbuizen aanbrengen. Gebruiken van het gereedschap voor het aanbrengen van doorvoeringsbuizen.
Aanbrengen van brandmoffen.
11 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
1
Bewerken en leggen van leidingen (gemeenschappelijk aan sanitair, verwarming en ventilatie)
ACTIVITEITENBLOK
Basisactiviteiten die gemeenschappelijk zijn voor de verschillende specialisaties van het beroep
SLEUTELACTIVITEIT De buizen voor de leidingen kiezen overeenkomstig met de instructies en het plan
Buizen op maat brengen
KENNEN Eigenschappen, kwaliteiten en gebreken, herkomst en gebruik van kunststof buizen.
Aanbrengen van de ophang- en bevestigingssystemen (beugels), het bevestigen van de leidingen en het ondersteunen van de leidingen bij bochten en kranen Stankafsluiters aanbrengen Bescherming van de afgewerkte leiding tegen vervuiling
ATTITUDES
Het kiezen van een buis.
Normen omtrent de leidingen (kleurencodes).
Elementaire berekeningsmethoden en planlezen.
Buizen ontbramen
Vervaardigen en/of monteren van verbindingen bij verschillende soorten buizen
COMPETENTIES KUNNEN
Verschillende types verbindingen: flensverbinding, knelverbinding, klemverbinding, mofverbinding, lijmverbinding, stuiklasverbindingen (PE), trekvaste koppelingen (PE)… Werkwijze bij flens-, knel- en klemverbindingen, evenals mof- en lijmverbindingen. Werkwijze voor het aangeven en aanbrengen van ophangsystemen (bv. rekening houden met de expansie van de buizen). De factoren die de keuze van de plaats en ophangsysteem bepalen. De functie van ondersteuningen.
Rekening houden met overlapping en beugelafstanden. Nauwkeurig bepalen van de lengte van de buizen. Een buissnijder, slijpschijf en zaag op de juiste manier hanteren. Gebruiken van een ontbramer. Indien nodig, de buis nadien opnieuw kalibreren. Reinigen van binnenkant van de buis: braamafval verwijderen. Keuze maken voor een verbindingstype, rekening houdend met het soort materiaal van de leiding (kunststof). Lucht- en waterdichte verbindingen realiseren. Kiezen van bevestigingsmiddelen afhankelijk van het materiaal van de leidingen.
Controleren van de verankering rekening houdend met de beugelafstanden afhankelijk van het materiaal van de leidingen.
Het te gebruiken gereedschap. Functies en werkingsprincipes van de verschillende types stankafsluiters.
Zuinig werken met het beschikbare materiaal. Nauwkeurigheid.
Besef van het grote belang van de hygiënische afsluiting (er mag geen afvalwater, of rioolgassen in het gebouw terechtkomen).
Monteren van stankafsluiters. De leidingen afsluiten met stoppen of doppen. De leidingen in een staat brengen dat ze niet kunnen vervuild of beschadigd worden.
12 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
1
Basisactiviteiten die gemeenschappelijk zijn voor de verschillende specialisaties van het beroep
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Klimatisatie en koeling
Hygiënische ventilatie
Elektriciteit
Voorbereiding van elektrische werken
KENNEN Elementaire elektrische principes (wet van Ohm, …). Basiskennis AREI (aarding, kabelsecties, …). Te gebruiken gereedschappen en materialen.
COMPETENTIES KUNNEN Lezen en interpreteren van elektrische schema's. Bepalen van het benodigde gereedschap en materiaal. Kabels ontmantelen.
Uitvoeren van elektrische werken
Risico’s verbonden aan werken met elektriciteit.
Installeren en bevestigen van apparatuur en materialen. Verbinden van diverse apparaten en componenten. Plaatsen en aansluiten van stopcontacten.
Verifiëren van de goede werking
Meettoestellen.
Gebruik van meettoestellen en interpreteren van meetresultaten.
Klein onderhoud
Veiligheidsvoorzieningen bij onderhoud: installatie stroom- en spanningsloos schakelen.
Installeren, vervangen of herstellen van elektrische componenten.
Algemene inzichten met betrekking tot hygiënische ventilatie
Principes van klimatisatie en koeling
Noodzaak tot ventileren. Basisprincipes en basissystemen (A, B, C, D). Beperkte kennis van de ventilatiereglementering: verplichtingen i.f.v. type werkzaamheden, toevoer-doorvoer-afvoer voor elk type van ruimte.
Bepalen van de noodzaak voor toe- of afvoer voor de gegeven ruimte.
Ventilatie van stookplaatsen en gasmeterruimten,onderscheid tussen ventilatie en toevoer van verbrandingslucht.
De werkingsprincipes van de volledige klimaatregeling en welke taak de verschillende componenten hierin hebben.
De basisprincipes van een koelsysteem begrijpen.
ATTITUDES
De competenties voor een monteur klimatisatie en koeling komen overeen met die van een monteur technicus sanitair, verwarming of ventilatie (zie 2.1, 2.2 en 2.3).
Aandacht hebben voor de risico’s bij elektrische werken. Waar nodig de elektrotechnicus aanspreken, bijvoorbeeld indien aanpassingen aan de zekeringenkast vereist zijn.
De reflex hebben om te verwijzen naar een ventilatie-installateur indien een ruimte voorzien moet worden van een ventilatievoorziening. Bij de uitvoering van zijn werk rekening houden met de noodwendigheden van een ventilatievoorziening.
De reflex hebben om te verwijzen naar een elektrotechnicus in het geval van een complexe installatie.
De reflex hebben om te verwijzen naar een gespecialiseerde koelmonteur.
13 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
1
De bouwplaats achteraf in orde brengen
Monteren van toestellen
Isoleren en schilderen
ACTIVITEITENBLOK
Basisactiviteiten die gemeenschappelijk zijn voor de verschillende specialisaties van het beroep
SLEUTELACTIVITEIT Aanbrengen van beschermingsmateriaal tegen aantasting (mantelbuizen, isolatiemateriaal) Aanbrengen van isolatiemateriaal tegen warmteverlies
Uitvoeren van kleine schilderwerken
KENNEN Het beschermingsprincipe (doel en werkwijze).
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES
Kiezen welk materiaal aangewezen is in de gegeven omstandigheden. Aanbrengen van de diverse materialen.
Het isolatieprincipe (doel en werkwijze). De verschillende soorten isolatiemateriaal. De lijmproducten. De milieu- en veiligheidsvoorschriften m.b.t. isolatiemateriaal en benodigdheden. Eenvoudige schildertechnieken. De normkleuren. De milieu- en veiligheidsvoorschriften van de diverse soorten verf en ontvettingsproducten.
Lezen van montagevoorschriften en bedieningsinstructies van de diverse toestellen
Volgen van de gebruiks- en montagevoorschriften van de fabrikanten. Aanbrengen van het isolatiemateriaal.
Verfsoorten kiezen naargelang van de te beschilderen oppervlakten. Beschilderen van oppervlakken.
Begrijpen en interpreteren van handleidingen en schema’s.
Uitvoeren van de verschillende herstelwerkzaamheden
Een aantal metsel-, plafonneer-, stukadoors-, betegeling- en schrijnwerkerstechnieken in functie van de herstellingen van de bouwplaats in zijn oorspronkelijke staat.
De bouwplaats schoonmaken bij de beëindiging van de werken
De bestaande technische middelen om reinigingswerken uit te voeren.
Hanteren van schoonmaakmaterieel.
Reiniging van olievlekken op vloeren e.d.
Sorteren van afval (olie, vet, lompen met olie,…).
Zin voor orde en netheid.
14 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.1. VERWARMING
Werkvoorbereiding
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT Contact met klanten en vragen van de klanten behandelen
KENNEN De werkingsprincipes van de verwarmingsinstallatie.
Aanpassen van de dagplanning i.f.v. de situatie op de werf
ATTITUDES
Voorstellen van personeel aan klanten. Beleefdheid.
De diverse CV-aanlegsystemen met hun vooren nadelen. Stellen van prioriteiten.
Een bouwplaatsvergadering volgen met de betrokken partijen in functie van het uit te voeren werk
Bespreken en vergaderen. Notities nemen gegevens die cruciaal zijn voor het uit te voeren werk (bv. inlichtingen om de nodige gaten veilig te kunnen boren).
De werkwijze bij het monteren van de ketel. Ketels
Opwekking van warmte en monteren van de toestellen
COMPETENTIES KUNNEN
De werking van de ketel.
Waterpas plaatsen. Correcte uitvoering van de sokkel bij vloerketels. Werken uitvoeren zonder beschadigingen.
(Basis) Warmtepomp
Werkingsprincipes van een warmtepomp.
(Basis) Zonthermische systemen: SWW
Werkingsprincipes van een zonthermisch systeem (sanitair warm water).
(Basis) Warmtekrachtkoppeling
Werkingsprincipes van een warmtekrachtkoppeling.
Rookgasafvoer: controle van de schoorsteen
Te gebruiken meettoestellen.
Verbindingen en toebehoren monteren en aansluiten
De werkwijze bij het monteren en aansluiten van verbindingen en toebehoren. Het doel en de werking van de leidingverbindingen en -toebehoren.
Voor bepaalde regelapparatuur een gebruiksaanwijzing opstellen en/of de gebruiksvoorschriften aan de klant uitleggen.
De installatie aansluiten op elektrisch net
De werkwijze tot aansluiting.
De conformiteit van spanning, isolatie en bescherming (aarding, smeltverzekeringen, …) controleren.
De installatie aansluiten op het waternet
De werkwijze tot aansluiting.
De druk van het waterleidingnet controleren.
Interpreteren van meetresultaten. In geval van ontoereikendheid de bevoegde instanties of personen waarschuwen.
15 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.1. VERWARMING
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT Een brandstoftank installeren en aansluiten
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
De werkwijze bij het monteren van een brandstoftank.
Waterpas plaatsen.
De werking van een brandstoftank.
Werken uitvoeren zonder beschadigingen.
ATTITUDES
Opslag van propaan en butaan.
Brandstoffen
Risico's bij opslag van propaan en butaan.
Opslag van brandstoffen
Inrichting van brandstofopslagplaats en gastellerlokaal: ventilatiesysteem installeren
Distributie van warmte
Inrichting van de stookplaats: toevoersverbrandingslucht en ventilatiesysteem installeren
Weten wat door gasleverancier gedaan moet worden. Opslag van stookolie. Risico's bij opslag van stookolie. Opslag van vaste brandstoffen (hout, pellets, kolen, graan...).
Beperken van de risico’s (ventilatie, temperatuurscontrole, …).
Beperken van de risico's.
Risico's bij opslag van houtpellets- en -blokken.
Beperken van de risico's (veiligheidsnormen lokalen - verlichting, toegang personen, toeen afvoerbuis).
Ventilatie van brandstofopslagplaats en gastellerlokaal.
Op basis van het plan en/of de instructies de openingen en kokers voor de ventilatie van het lokaal aanbrengen.
De risico’s bij verstopping van deze openingen. Ventillatie van stookplaatsen.
Op basis van het plan en/of de instructies de openingen en kokers voor de ventilatie van het lokaal aanbrengen.
De risico’s bij verstopping van deze openingen.
Communicatief vaardig om de klant op de hoogte te brengen van de risico’s in geval van verstopping.
Communicatief vaardig om de klant op de hoogte te brengen van de risico’s in geval van verstopping.
Het belang van langzaam opwarmen bij vloer- en wandverwarming. Distributie van warmte
Hydraulische inregeling.
Voorzien van aftakkingen en regelkleppen.
Mogelijke uitzetting van buizen.
Distributie van lucht
De warme luchtverwarming wordt behandeld bij blok 2.4 “Ventilatie”
16 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.1. VERWARMING
Bewerken en leggen van leidingen voor circulatie van water in gesloten kringen
Bewerken en leggen van gas- en stookolieleidingen
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT De buizen voor de leidingen kiezen overeenkomstig met de instructies en het plan
Vervaardigen en/of monteren van verbindingen bij verschillende soorten buizen
Monteren van stopkranen
De buizen voor de leidingen kiezen overeenkomstig met de instructies en het plan
Vervaardigen en/of monteren van verbindingen bij verschillende soorten buizen
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
Eigenschappen, kwaliteiten en gebreken, herkomst en gebruik van buizen in kunststof, gegalvaniseerd staal, koper, meerlagige buis.
Buizen conform de normen gebruiken (vooral van belang bij propaan).
Verschillende types verbindingen: schroefdraadverbindingen, lasverbindingen (booglassen, vlambooglassen, …), soldeeren braseerverbindingen, flensverbinding, knelverbinding, klemverbinding, mofverbinding, lijmverbinding, stuiklasverbindingen (PE), trekvaste koppelingen (PE)…
Keuze maken voor een verbindingstype, rekening houdend met het soort materiaal van de leiding.
Lassen (booglassen, oxyacetyleenlassen). Veiligheidsvoorschriften (vooral van belang bij lassen). De verschillende manieren waarop de binnenleiding voor gas wordt aangelegd (schroefdraadverbindingen toegelaten tot 2''). Bespreken en vergaderen. Notities nemen gegevens die cruciaal zijn voor het uit te voeren werk (bv. inlichtingen om de nodige gaten veilig te kunnen boren).
ATTITUDES
Naleven van de veiligheidsvoorschriften. De binnenleiding bij aardgas zoveel mogelijk in vloeiende lijn plaatsen, gebruik van bochten i.p.v. knieën. Monteren van stopkranen.
Eigenschappen, kwaliteiten en gebreken, herkomst en gebruik van buizen in kunststof (PE, PP, PEX, PB), gegalvaniseerd staal, roestvast staal, koper en koperlegeringen, meerlagige buis (PEX/ALU/PEX).
Verschillende types verbindingen: lasverbindingen (booglassen, vlambooglassen, autogeenlassen…), harde en zachte soldeerverbindingen, flensverbinding, knelverbinding, klemverbinding, mofverbinding, lijmverbinding, stuiklasverbindingen (PE), trekvaste koppelingen (PE), schroefdraadverbinding…
Keuze maken voor een verbindingstype, rekening houdend met het soort materiaal van de leiding.
Lassen (booglassen, oxyacetyleenlassen). Veiligheidsvoorschriften (vooral van belang bij lassen).
Naleven van de veiligheidsvoorschriften.
17 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.1. VERWARMING
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT Convectieverwarming (radiatoren en convectoren) Luchtverwarming op luchtverhitters
Emissie van warmte
Luchtverwarming op generatoren Luchtverwarming met luchtgroepen en luchtkanalen
Stralingswarmte met vloerverwarming
Stralingswarmte met plafondverwarming
Stralingswarmte met muurverwarming
KENNEN De werkwijze bij het monteren van de verwarmingslichamen. De werking van de convectoren, radiatoren en ventiloconvectoren. De werkwijze bij het monteren van de luchtverhitters. De werking van de luchtverhitters. De werkwijze bij het monteren van de generatoren en aansluiting van de branders. De werking van de generatoren. Luchtverwarmingskanalen (zie ventilatie). De werkwijze bij het monteren van de luchtgroepen en aansluiting aan het CV-net. De werking van de luchtgroepen. Plaatsing en werking van luchtkanalen en luchtroosters. Berekeningsmethode van vloerverwarming en heersende temperaturen. Uitzetmogelijkheden en opstartprocedures bij vloeren. Opbouw van tegelvloeren, chappe en parket en gedragingen bij hoge temperaturen. Verschillen tussen berekeningsmethode van plafondverwarming en vloerverwarming. Uitzetmogelijkheden en opstartprocedures bij verwarmde plafonds. Verschillen tussen opstelling van verwarmingssysteem ingebouwd in de vaste structuur t.o.v. opstelling op een vaste structuur. Zelfde principes van vloer- en plafondverwarming. Enig verschil: aandeel convectie groter dan straling. Uitzetmogelijkheden en opstartprocedures bij muren.
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES
Waterpas plaatsen, meten, traceren en boren. Werken uitvoeren zonder beschadigingen. Waterpas plaatsen. Werken uitvoeren zonder beschadigingen. Waterpas plaatsen.
Naleven van de opstartprocedure.
Naleven van de opstartprocedure.
18 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.1. VERWARMING
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Afvoerleidingen voor verbrandingsgassen
Regeling
Primaire en secundaire regelingen
Onderscheid van het primair gedeelte (ketel) en de secundaire regelingen (verwarmingssystemen).
Weersafhankelijke regeling
Thermostatische kranen op radiatoren en convectoren. Binnenthermostaten met eventuele uurwerkregeling en programmainstelling. Weersafhankelijke regeling met mogelijkheid van meerdere programmainstellingen.
Domotica
Basis van domotica regelingen.
Monitoring
Notie van monitoring.
De leidingen voor de afvoer van gassen bewerken en aanleggen
De functie van het afvoerkanaal. De verschillende types afvoerleidingen: keuze van het materiaal (alu, inox,…). De werking van het afvoerkanaal in functie van het bepalen van het materiaal voor de leidingen. De te monteren hulpstukken.
Regeling met thermostaat
Toestellen aansluiten op de afvoerleiding Aansluiten van de afvoerleiding op het afvoerkanaal (schoorsteen)
Hout
Individuele Verwarmingstoestellen
KENNEN
Gas
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES
Primair: opstelling van ketelomlooppomp en evenwichtsvat. Afregeling van secundaire kringen: regelventielen, regelbare pompen. Wijze van plaatsen van de thermostatische kraan t.o.v. venstertabletten en vensters. Plaats van de thermostaat bepalen. Juiste plaats bepalen van de buitenvoeler.
Zelfde procedures als de distributieleidingen.
De aansluiting maken. De werkwijze voor het aansluiten van afvoerleidingen op schoorsteenkanaal.
Aansluiten met een nisbus. Meten van de schoorsteentrek.
Toevoer van verbrandingslucht en schoorstenen. Toevoer van verbrandingslucht en schoorstenen. De karakteristieken van het vast opgeslagen gas en van het gas aanwezig in het net. De specifieke regelgeving i.v.m. leidingaanleg, veiligheidsvoorzieningen, opslag, ... van aardgas en vloeibare gassen (propaan, butaan). Het debiet van een fles, van een vast reservoir, van verbruikstoestellen. De werkwijze voor het monteren en aansluiten van gasverwarmingstoestellen. Het te gebruiken gereedschap. 19
BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.1. VERWARMING
Het in bedrijf stellen van verwarmingsinstallaties
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT Het stapsgewijze vullen van de installatie met water, waarbij de lucht regelmatig en volledig kan ontsnappen Het schoonspoelen van installaties De waterdichtheid controleren, lekken opsporen door de installatie onder druk te zetten
Herstellingswerken uitvoeren indien nodig (bij eventuele lekken)
Controleren van de installatie in zijn geheel
ATTITUDES
De procedure voor het vullen van de installatie. Het gereedschap en hulpmiddelen voor het reinigen van de installatie. De onderhouds- en veiligheidsregels m.b.t. het gebruiksklaar maken van de installatie. De gereedschappen en hulpmiddelen voor het controleren op dichtheid of het opsporen van lekkages. De werkwijze voor het opsporen van lekkages.
Gasdruk controleren
In bedrijf stellen
Uitvoeren van onderhoud en herstellingen aan verwarmingsinstallaties
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
Gebruiken van beproevingspompen. Gebruiken van een persapparaat en/of uitvoeren van metingen met gaslekmeettoestel. Het leidingennet op beproevingsdruk brengen.
Alle veiligheidsvoorschriften strikt respecteren.
Uitvoeren van de metingen m.b.v. drukmeter. Het te gebruiken gereedschap en materiaal voor het uitvoeren van herstellingen.
Uitvoeren van de herstellingen. Opnieuw testen van de dichtheid.
Opstartprocedure van een ketel. Belang van langzaam opwarmen. Hydraulische inregeling.
Opstarten ketel. Langzaam opwarmen. Hydraulische regelen.
Wetgeving van keuring en onderhoud in de 3 gewesten.
Vaststellen en melden van de mogelijk gebrekkige werking van de installatie. Analyseren van het probleem (oorzaak en gevolg vaststellen).
Vervangen van leidingen en toebehoren
De innovaties op het gebied van leidingen.
Vervangen van leidingen en toebehoren.
Vervangen van verwarmingsinstallaties en/of het renoveren van hun uitrusting
De innovaties op het gebied van de verwarmingstoestellen en hun uitrusting.
Vervangen van verwarmingsinstallaties en het renoveren van hun uitrusting.
20 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
SLEUTELACTIVITEIT Contact met klanten en vragen van de klanten behandelen Aanpassen van de dagplanning i.f.v. de situatie op de werf
Verbrandingstoestellen
ACTIVITEITENBLOK
Werkvoorbereiding
2.2. SANITAIR
KENNEN De werkingsprincipes van de sanitaire installatie.
Inrichting van de ruimte waar het verbrandingstoestel staat: o.a. toevoer verbrandingslucht en ventilatie
Voorstellen van personeel aan klanten.
ATTITUDES Beleefdheid.
Stellen van prioriteiten.
Een bouwplaatsvergadering volgen met de betrokken partijen in functie van het uit te voeren werk
Bewerken en leggen van distributieleidingen van brandstoffen (aardgas, propaan & butaan)
COMPETENTIES KUNNEN
Bespreken en vergaderen. Notities nemen gegevens die cruciaal zijn voor het uit te voeren werk (bv. inlichtingen om de nodige gaten veilig te kunnen boren).
Identiek aan “Bewerken en leggen van gasen stookolieleidingen” uit 2.1 “Verwarming”.
Het ventilatieprincipe.
Gastoestellen aansluiten op de gasleiding
De toe te passen verbindingen bij aansluiting van de diverse verbruikstoestellen (volgens norm NBN D51-003). De werkingsprincipes van de aan te sluiten toestellen: fornuis, oven, … De geldende normen terzake. De veiligheidsvoorschriften. De beveiliging bij huishoudelijke apparaten (thermo-elektrische, bimetaalbeveiliging, oventhermostaat, gasdrukregelaar).
Afvoerleidingen voor verbrandingsgassen
Identiek aan “Afvoerleidingen voor verbrandingsgassen” uit 2.1 “Verwarming”.
Luchttoevoer waarborgen overeenkomstig de geldende norm op basis van het vermogen van het toestel. Een ventilatiekanaal tot stand brengen. Ventilatieopeningen tot stand brengen. Een flexibele aansluiting maken. Een vaste aansluiting maken.
21 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.2. SANITAIR
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Bewerken en leggen van leidingen voor aanvoer van warm en koud water
Individuele Verwarmingstoestellen
Hout
Gas
De buizen voor de leidingen kiezen overeenkomstig met de instructies en het plan
Vervaardigen en/of monteren van verbindingen bij verschillende soorten buizen Monteren van stopkranen Installeren van keerkleppen
KENNEN
ATTITUDES
Toevoer van verbrandingslucht en schoorstenen. Toevoer van verbrandingslucht en schoorstenen. De karakteristieken van het vast opgeslagen gas en van het gas aanwezig in het net. De specifieke regelgeving i.v.m. leidingaanleg, veiligheidsvoorzieningen, opslag, ... van aardgas en vloeibare gassen (propaan, butaan). Het debiet van een fles, van een vast reservoir, van verbruikstoestellen. De werkwijze voor het monteren en aansluiten van gasverwarmingstoestellen. Het te gebruiken gereedschap.
Eigenschappen (o.a. uitzetting), kwaliteiten en gebreken, herkomst en gebruik van buizen in kunststof (PE, PP, PEX, PB), gegalvaniseerd staal, roestvast staal, koper en koperlegeringen, meerlagige buis (PEX/ALU/PEX) en lood (herstellingen van loden buizen). De maximaal toegelaten loodconcentraties in water. Verschillende types verbindingen: schroefdraadverbindingen, soldeer- en braseerverbindingen, flensverbinding, knelverbinding, klemverbinding, mofverbinding, lijmverbinding, stuiklasverbindingen (PE), trekvaste koppelingen (PE)… De veiligheidsvoorschriften. De functie van stopkranen bij het aansluiten van toestellen. De veiligheidsvoorschriften. De functies en werkingsprincipes van de keerkleppen.
Installeren van waterslagdempers, geruisdempers
De functies en werkingsprincipes van de verschillende toestellen.
Installeren van drukverhogingsinstallatie
De functies en werkingsprincipes van de verschillende toestellen.
Bescherming van de afgewerkte leiding tegen vervuiling
COMPETENTIES KUNNEN
Prioriteit geven aan het vervangen van loden buizen i.p.v. herstellen. Keuze maken voor een verbindingstype, rekening houdend met het soort materiaal van de leiding. Naleven van de veiligheidsvoorschriften. Monteren van stopkranen.
Besef dat de hygiënische kwaliteit van koud water van teller tot tappunt van het grootste belang is, en dat dat in elke stap van de uitvoering van belang is.
De leidingen afsluiten met stoppen of doppen. De leidingen in een staat brengen dat ze niet kunnen vervuild of beschadigd worden.
22 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.2. SANITAIR
Opwekking van sanitair warm water en monteren van de toestellen
Behandeling van drinkwater
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
KENNEN De functies en werkingsprincipes van de toestellen.
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES
Monteren en aansluiten van de toestellen.
Installeren van waterbehandelingstoestellen
Lezen en naleven van de montagevoorschriften van de fabrikant.
Warmwatertoestellen installeren en aansluiten
Werkingsprincipes van doorstroomtoestellen (gas en elektrisch). De beveiligingsonderdelen van warmwaterbereiders (bimetaalbeveiliging, thermoelektrische beveiliging). De werkingsprincipes en de veiligheidsvoorschriften van gas. Werkingsprincipes van voorraadtoestellen (elektrische of gasboiler).
(Basis) Zonthermische systemen: Sanitair Warm Water
Werkingsprincipes van een zonthermisch systeem (sanitair warm water).
(Basis) Warmtepomp
Werkingsprincipes van een warmtepomp.
Recuperatie (Na)verwarming Rookgasafvoer: controle van de schoorsteen De verbindingen en toebehoren monteren en aansluiten
Bevestigen van een boiler.
Types van systemen, werkingsprincipes en reglementering i.v.m. recuperatie van warmte uit afvalwater. Types van systemen, werkingsprincipes van naverwarming bij sanitair warm water. Te gebruiken meettoestellen.
Interpreteren van meetresultaten.
De werkwijze bij het monteren en aansluiten van verbindingen en toebehoren.
Voor bepaalde regelapparatuur een gebruiksaanwijzing opstellen en/of de gebruiksvoorschriften aan de klant uitleggen.
In geval van ontoereikendheid de bevoegde instanties of personen waarschuwen.
Het doel en de werking van leidingverbindingen en -toebehoren.
De installatie aansluiten op elektrisch net
De werkwijze tot aansluiting.
De conformiteit van spanning, isolatie en bescherming (aarding, smeltverzekeringen, …) controleren.
De installatie aansluiten op het waternet
De werkwijze tot aansluiting.
De druk van het waterleidingnet controleren.
23
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.2. SANITAIR
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Monteren van sanitaire kranen en toestellen
Kranen installeren en aansluiten Gootstenen en wastroggen of wasfonteinen installeren en aansluiten Wastafels installeren en aansluiten
Closetpotten installeren en aansluiten
Urinoirs installeren en aansluiten
Douches en baden installeren en aansluiten
WC- en urinoirspoelinrichtingen installeren en aansluiten
KENNEN De functies en werkingsprincipes van de verschillende types kranen (afsluiters, tapkranen, mengkranen eventueel met ‘waste’, vlotterkranen, …). De verschillende types gootstenen (losse, inbouw, opbouw- en uitstortmodellen).
De mogelijke bevestigingsmiddelen (pluggen, krammen, keelbouten, draagstoelen, ...).
De verschillende types closetpotten (trechterpot, schotelpot) en de verschillende uitvoeringen van de uitlaten (onder- of achteruitlaten).
De mogelijke bevestigingsmiddelen (pluggen, krammen, keelbouten, draagstoelen, ...). De verschillende types urinoirs en de verschillende uitvoeringen van de uitlaten. De verschillende types douches en baden. Montage en waterdichtheid van inloopdouches. De verschillende soorten spoelinrichtingen: - hoog geplaatste stortbakken (klokhevel met beweegbare binnenpijp, stortbak met kniehevel, klokhevelstortbak, stortbak met luchtverdringing) - laag geplaatste stortbakken - duoblocs - spoelkranen. Het principe van de hevelwerking bij de verschillende soorten spoelinrichtingen. Werkingsprincipes van valpijpen.
Valpijpen van spoelinrichtingen (verbinding tussen spoelbak en sanitair) installeren en aansluiten
Werkwijze voor het monteren van de diverse onderdelen.
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES
Monteren van de verschillende types kranen.
Monteren van gootstenen en wastroggen. Aansluiten op de afvoerleiding d.m.v. afvoergarnituur. Verzekeren van de aan- en afvoer van water. Bevestigen van wastafels met consoles, ophanghaken of plugbouten. Monteren op de juiste hoogte. Aansluiten op afvoergarnituur. Bevestigen van closetpotten. Verzekeren van een stankvrije en waterdichte afvoer en aanvoer. Bevestigen van wastafels met consoles, ophanghaken of plugbouten. Monteren op de juiste hoogte. Aansluiten op de afvoergarnituur. Bevestigen van de toestellen. Verzekeren van de aan- en afvoer van water. Plaatsen van afvoergarnituur.
De juiste afspraken maken met de tegelzetter bij dichting van inloopdouches.
De spoelinrichtingen installeren en aansluiten.
Kiezen van de valpijp naargelang het soort en de plaats van de spoelinrichting. Bevestigen van een valpijp. Aansluiten op de stortbak (lijmen of met wartelmoer). Afdichting tot stand brengen met afdichtingsring. Verbinding met de inlaat van de closetpot tot stand brengen met een rechte of haakse rubbersok.
24 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.2. SANITAIR
Afvalwaterbehandeling
Bewerken en leggen van leidingen voor afvoer van afvalwater
Monteren van sanitaire kranen en toestellen
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Installeren van beveiliging tegen drinkwatervervuiling
KENNEN De wettelijke voorschriften en de technische instructies van de fabrikant.
De wettelijke voorschriften en de technische instructies van de fabrikant. De functies en werkingsprincipes van de beide toestellen.
De buizen voor de leidingen kiezen overeenkomstig met de instructies en het plan
Eigenschappen (o.a. uitzetting), kwaliteiten en gebreken, herkomst en gebruik van buizen in kunststof (PVC, PP, PE), koper en lood.
Leidingen bewerken en leggen voor de ontluchting en beluchting
ATTITUDES
De wettelijke voorschriften en de technische instructies van de fabrikant naleven.
De beveiligingen waarmee terugstroming van het water kan voorkomen worden: - beluchter - beluchtingskraan - keerkleppen.
Overdruk- en drukreductietoestellen installeren
Vervaardigen en/ of monteren van verbindingen bij verschillende soorten buizen
COMPETENTIES KUNNEN
Verschillende types verbindingen: schroefdraadverbindingen, soldeer- en braseerverbindingen, flensverbinding, knelverbinding, klemverbinding, mofverbinding, lijmverbinding, stuiklasverbindingen (PE), trekvaste koppelingen (PE)… Veiligheidsvoorschriften. De functies en werkingsprincipes van ontluchtings- en beluchtingsleidingen.
De wettelijke voorschriften en de technische instructies van de fabrikant naleven.
Keuze maken voor een verbindingstype, rekening houdend met het soort materiaal van de leiding. Naleven van de veiligheidsvoorschriften. Vervaardigen en monteren. Zorgen voor een efficiënte dakdoorvoer.
De verbindingen met enerzijds de dienstleiding en anderzijds de sanitaire toestellen tot stand brengen
Te gebruiken hulpstukken.
De verbinding tot stand brengen.
Gebruiken van verschillende pompsystemen
De verschillende pompsystemen : hevelsystemen met of zonder vermaler.
Bij het installeren rekening houden met de normen, installatievoorschriften en technische instructies van de fabrikant.
Afspraak met de algemeen aannemer voor bepaalde werkzaamheden.
Bij het installeren rekening houden met de normen, installatievoorschriften en technische instructies van de fabrikant.
Afspraken met de algemeen aannemer voor bepaalde werkzaamheden.
Bij het installeren rekening houden met de normen, installatievoorschriften en technische instructies van de fabrikant.
Afspraak met de algemeen aannemer voor bepaalde werkzaamheden.
De toestellen voor de behandeling van het afvalwater installeren en aanbrengen: - terugslagtoestellen - bezinkput - eindsifonput - vetafscheider - benzineafscheider - septische put - Individuele zuiveringsinstallaties ... Infiltratie
De verschillende types afvalwater (grijs en zwart water).
De functies en werkingsprincipes van deze toestellen.
De gevaren (bv. dampen vanuit septische put) en veiligheidsvoorschriften. De functies en werkingsprincipes van deze toestellen.
25 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
SLEUTELACTIVITEIT De buizen voor de leidingen kiezen overeenkomstig met de instructies en het plan
Montage van een installatie voor het gebruik van hemelwater
ACTIVITEITENBLOK Bewerken en leggen van leidingen voor afvoer van hemelwater
2.2. SANITAIR
Vervaardigen en/of monteren van verbindingen bij verschillende soorten buizen
KENNEN
ATTITUDES
Eigenschappen, kwaliteiten en gebreken, herkomst en gebruik van buizen in kunststof (PVC), koper en zink.
Verschillende types verbindingen: schroefdraadverbindingen, soldeerverbindingen, mofverbinding, lijmverbinding.
Keuze maken voor een verbindingstype, rekening houdend met het soort materiaal van de leiding. Snijden, plooien en solderen van zink.
Veiligheidsvoorschriften.
Plaatsen van de installatie
COMPETENTIES KUNNEN
Noodzakelijke onderdelen en hun werkingsprincipes: voorfilter (in standleiding, putfilters cycloonfilters, etc.), hemelwatertank, rustige watertoevoer, overloop, terugslagklep, flexible aanzuigleiding met vlotter, hemelwaterpomp, drukvat, nafilter, distributieleidingen. Aansluitbare tappunten (toilet, wasmachine, dienstkranen voor onderhoud en besproeien van tuin). Geschikte materialen voor tank en leidingen. Wetgeving m.b.t. scheiding afvoer afvalwater en hemelwater, de verplichte keuring van de privériolering en contaminatie van drinkwater. Verschillende soorten pompen (centrifugaalpompen, dompelpompen, etc.).
Naleven van de veiligheidsvoorschriften.
De hemelwaterafvoer aansluiten op filter en tank en het aansluiten van de tankoverloop. Montage en aansluiting van de pomp. Nemen van maatregelen om geluidshinder te beperken, voorkomen van een starre verbinding tussen pomp en muur. Aanbrengen van pictogrammen zoals vereist (niet-drinkbaar water...).
Werking systemen overschakeling op leidingwater (bijvullen tank automatisch/manueel, geïntegreerde systemen,...).
Klant begeleiden in keuze van optimale systeem.
26 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.2. SANITAIR
Het in bedrijf stellen van installaties
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
KENNEN
Het waterpeil in de spoelbakken controleren
De maximum en minimum hoeveelheid water in de spoelbakken.
Het schoonspoelen van installaties
De volledige installatie controleren op lekken
De (gas en water-)druk controleren De installatie in bedrijf stellen
Het gereedschap en hulpmiddelen voor het reinigen van de installatie. De onderhouds- en veiligheidsregels m.b.t. het gebruiksklaar maken van de installatie. De gereedschappen en hulpmiddelen voor het controleren op dichtheid of het opsporen van lekkages.
Uitvoeren van onderhoud en herstellingen aan de sanitaire installatie
Ontstoppen van verstopte leidingen Vervangen van leidingen en toebehoren Vervangen van sanitaire toestellen en/of het renoveren van hun uitrusting Herstellen of vervangen van kranen Desinfectie van de watertoevoerinstallatie
ATTITUDES
Gebruiken van beproevingspompen. Gebruiken van een persapparaat en/of gaslekmeettoestel. Het leidingennet op beproevingsdruk brengen. Uitvoeren van de metingen.
De maximale druk op de leidingen en toestellen kennen.
Uitvoeren van de metingen.
De procedure voor het vullen van de installatie.
Stapsgewijs vullen van de installatie waarbij de lucht regelmatig en volledig kan ontsnappen. Installatie onder de normale werkingsdruk brengen. In werking stellen van een pomp en ontluchten van de leidingen. Afstellen van de pompdruk (ev. combinatie met drukvat).
Het in bedrijf nemen van drukverhogingspomp, opvoerpomp of regenwaterpomp
Controleren van de installatie in zijn geheel
COMPETENTIES KUNNEN
Gebruiken van een manometer of u-meter.
De juiste montagewijze.
Vaststellen van de mogelijk gebrekkige werking van de installatie. De verschillende koppelingen van de leidingen en aansluitstukken controleren. Analyseren van het probleem (oorzaak en gevolg vaststellen).
Het benodigde gereedschap.
Ontstoppen van de verstopte leidingen.
De te gebruiken producten. De innovaties op het gebied van waterleidingen.
Bewerken en leggen van leidingen voor de distributie van water onder druk en afvoerleidingen.
De technieken voor herstellingen en renovatie van sanitaire toestellen.
Monteren van toestellen.
De innovaties op het gebied van sanitaire toestellen. De innovaties op het gebied van kranen.
Monteren van kranen.
De verschillende desinfectiesystemen. Veiligheidsvoorschriften. 27
BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.3. VENTILATIE
Monteren van aan- en afvoervoorzieningen
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT Positiebepaling ten opzichte van andere afvoervoorzieningen
KENNEN Voorschriften met betrekking tot onderlinge afstanden.
Monteren van regelbare toevoeropeningen
Diverse types RTO’s en hun plaatsing.
Doorvoeropeningen
Diverse types DO en hun plaatsing.
Monteren van regelbare afvoeropeningen
Diverse types RAO’s en hun plaatsing.
Monteren van de dakdoorvoer
Diverse mogelijkheden voor een dakdoorvoer en hun plaatsing.
Monteren van de muurdoorvoer
Diverse mogelijkheden voor een muurdoorvoer en hun plaatsing.
Monteren van aanvoer- en afvoerventielen voor mechanische ventilatie Monteren van luchtroosters (andere toepassingen) Plaatsen van bodem lucht warmtewisselaars
COMPETENTIES KUNNEN Correcte positiebepaling.
Mogelijke conflicten signaleren.
Plaatsen van RTO in of op schrijnwerk. Plaatsen van RTO in muren. Plaatsen van RTO in daken. Voorzien van spleten onder deuren. Plaatsen van DO in deuren. Plaatsen van DO in muren.
Waar nodig de schrijnwerker aanspreken.
Plaatsen van een dakdoorvoer. Correct aanwerken van alle elementen van het dakcomplex: waterdichting, onderdak, iso latie,luchtscherm,binnenafwerking,... Plaatsen van een muurdoorvoer. Correct aanwerken van alle elementen van het muurcomplex: waterdichting, windscherm, parament, isolatie, luchtscherm, binnenafwerking. Rekening houden met de helling in functie van condensafvoer.
Diverse ventielen en hun plaatsing. Plaatsen van een plenum.
Directe bodem-luchtwarmtewisselaar (grondbuis) en de beperkingen van dit systeem. Indirecte bodem-lucht warmtewisselaar via tussenmedium.
Waar nodig de dakwerker aanspreken. Waar nodig de schrijnwerker aanspreken.
Plaatsen van RAO op afvoerkanalen.
Plaatsen van de ventielen.
Diverse luchtroosters voor andere toepassingen (verbrandingslucht, boven en onderverluchting,...).
ATTITUDES
Waar nodig de dakwerker aanspreken.
Ermee rekening houden dat de debieten van de ventielen kunnen worden gemeten.
Keuze van het juiste type luchtrooster (grootte, niet afsluitbaar,...).
Uiterste aandacht besteden aan alle aspecten die de hygiëne beïnvloeden.
28 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.3. VENTILATIE
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
KENNEN
Monteren van kanalen
Monteren van de luchtverwarmingsmodule
Monteren van ventilatoren en luchtgroep
Diverse ventilatoren en hun plaatsing. Montage van ventilatoren
COMPETENTIES KUNNEN Montage van ventilatoren, rekening houdend met overdracht van trillingen. Aansluiting op het luchtkanalennet. Aansluiting op het elektriciteitsnet.
Montage van luchtgroepen (al dan niet met warmteterugwinning)
Diverse types van luchtgroepen en hun plaatsing.
ATTITUDES
Waar nodig de elektrotechnicus aanspreken, bijvoorbeeld indien aanpassingen aan de zekeringenkast vereist zijn.
Montage van luchtgroepen, rekening houdend met overdracht van trillingen, bereikbaarheid voor onderhoud. Aansluiting op het luchtkanalennet. Aansluiting op het elektriciteitsnet.
Waar nodig de elektrotechnicus aanspreken, bijvoorbeeld indien aanpassingen aan de zekeringenkastvereist zijn.
Aansluiting van de condensafvoer. Monteren van kanaalventielen
Diverse types regelventielen of registers.
Monteren van een luchtverwarmingsbatterij op externe bron
Diverse types en hun plaatsing.
Montage van een luchtverwarmingsbatterij.
Monteren van een luchtverwarmingsketel
Waar nodig de verwarmingsmonteur aanspreken voor de aansluiting op het CV circuit.
Verwarmingsmonteur aanspreken.
Monteren van de luchtkanalen
Diverse types en hun verbindingswijze en plaatsing: metaal, soepele en harde kunststof, flexibele verbindingen,...
Afkorten van de kanalen. Afbramen en zuiver houden. Plaatsen van diverse hulpstukken: bochten, reducties en verwijdingen, T-stukken, toezichtsluiken. Trillingsvrije montage en muurdoorvoeren. Luchtdichte verbindingen realiseren. Verbindingen maken met flexibels. Kanaaleinden stofvrij afdekken.
Isoleren van kanalen
Diverse isolatietypes en hun plaatsing.
Isoleren van kanalen.
Plaatsen van geluiddempers
Diverse types en hun plaatsing.
Geluidsdempers plaatsen.
Zuiverheid bij het werk en het verlaten van de werf.
29 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.3. VENTILATIE
Monteren van decentrale ventilatieunits
Diverse types en hun plaatsing.
Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant.
Monteren van regelingen
Diverse types en hun plaatsing.
Montage van alle regelcomponenten in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
De werkingsprincipes van het volledige mechanische ventilatiesysteem en welke taak de verschillende componenten hierin hebben.
Meten van luchtdebieten.
Onderhoud
Inbedrijfsstelling
Regelingen
SLEUTELACTIVITEIT
Decentrale ventilatieunits
COMPETENTIES KUNNEN
ACTIVITEITENBLOK
De installatie in werking stellen, controleren en beheren (domotica)
KENNEN
Inregeling luchtverwarming
Waar nodig (bij complexe regelingen) een gespecialiseerd elektrotechnicus inschakelen.
Afstellen van luchtverdeelsystemen. Afstellen van ventilatoren. Meten van elektrisch verbruik. Instellen van het regelsysteem.
Informatie voor de gebruiker
ATTITUDES
Basiskennis van domotica. Mogelijkheden voor de gebruiker om in te grijpen op de werking van de ventilatieinstallatie.
Toelichten van het gebruik van de regeling. Toelichten van het onderhoud door de gebruiker uit te voeren.
In overleg met de behoeften en het leefpatroon van de gebruiker.
De klant bewust maken voor welke ingrepen de installateur moet worden aangesproken.
Specifieke vereisten luchtverwarming.
Algemene controle op de goede werking uitvoeren. Vervangen of eventueel reinigen van filters. Reiniging van diverse basiscomponenten, zoals RTO, DO, RAO, TO, AO, ventilator. Reiniging van de luchtgroep en de warmtewisselaar.
Onderhoud
Diverse reinigingsmethoden voor luchtkanalen.
Reiniging van de luchtkanalen.
30 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.3. VENTILATIE
SLEUTELACTIVITEIT
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES
De diverse types en hun plaatsing. Dampkappen plaatsen
Intensieve ventilatie
De noodzaakvoor een zeker evenwicht tussen toevoer en afvoer.
Nachtkoeling
Ontroken van gebouwen
Dampkappen
ACTIVITEITENBLOK
Ontroken van gebouwen
Basisprincipes van natuurlijke nachtkoeling.
Basisprincipes van geforceerde nachtkoeling.
Basisprincipes en (regionale) reglementering.
Waar nodig de dakdekker of de elektricien aanspreken.
31 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
2
Specifieke / gespecialiseerde activiteiten
2.4. OVERIGE 2.4.1. Thermische zonnesystemen zie ENOVER 2.4.2. Geothermie & warmtepompen zie EHPA en GEOTRAINET 2.4.3. Biomassa zie ENOVER 2.4.4. Koelmonteur/koeltechnicus
2.4.5. Brandbestrijding
Brandbestrijding
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
KENNEN De wetgeving terzake.
Brandbestrijdingsinstallaties monteren: - droge stijgleidingen installeren - brandblussers plaatsen en bevestigen - sprinklerinstallaties plaatsen
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES
Monteren van sprinklers.
De gebruikte pictogrammen. De diverse onderdelen van een droge stijgleiding (pijpleiding, voedingsaansluiting, brandslangaansluiting op elke bouwlaag en eventueel een aftapmogelijkheid om beschadiging of bevriezing te voorkomen). De werkwijze voor het monteren van brandblusapparaten. De diverse sprinklersystemen (nat, droog en een combinatie van beide). De werkingsprincipes.
2.4.6. Andere specialisaties: ziekenhuisuitrustingen, zwembadtechnieken, medicinale gassen, industriële fluïda, ...
32 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
3
Transversale “groene” activiteiten
3.1. ISOLATIE
KEUZE VAN HET ISOLATIEMATERIAAL
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Materiaalkeuze
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
Basisprincipes van thermische isolatie: - Complementariteit van isoleren, luchtdichting & ventilatie - Koudebruggen & bouwknopen (bv. overgang dak en gevel): verliezen en risico op schimmelvorming - Convectielekken. De verschillende soorten isolatiematerialen en hun thermische (geleiding λ) en mechanische (soepele, starre isolatoren, ...) eigenschappen, hun brandwerendheid, duurzaamheid en stabiliteit in de tijd, milieu-impact, invloed op de gezondheid, ... De basisprincipes van waterdampdiffusie: - Klimaatklasses - Verspreiding/convectie - Rol van de dampwerende laag - Rol en aard van het onderdak.
ATTITUDES
Het belang van een goede keuze en correcte plaatsing van de isolatie begrijpen.
De verschillende soorten materialen voor het onderdak (pannen, membranen, …) en hun eigenschappen (SD-waarde).
PLAATSING VAN HET ISOLATIEMATERIAAL
De gezondheidsrisico's van de verschillende isolatiematerialen.
De isolatie analyseren
Bij de plaatsing de volgorde van de bedekkingslagen kunnen evalueren voor de realisatie van de gebouwenschil.
Het isolatiemateriaal plaatsen
De plaatsings- en bevestigingsmethodes van isolatiematerialen: Volgens het type isolatiemateriaal: - soepel isolatiemateriaal - halfstar isolatiemateriaal - al dan niet getand-gegroefd star isolatiemateriaal - sandwichpanelen.
Het isolatiemateriaal op uniforme en continue wijze plaatsen. - E rover waken geen luchtkamers te creëren in het complex - A andacht besteden aan de continuïteit van de isolatie.
De eventuele gevolgen van een koudebrug begrijpen: - Risico op thermische verliezen - Risico op schimmelvorming.
Bouwknopen analyseren en zich verzekeren van de continuiteit van de isolatie.
De technische eisen i.v.m. brandveiligheid.
Technische voorschriften i.v.m. brandveiligheid respecteren.
De aansluitingsstukken beheren
Het belang van een correcte plaatsing van de isolatie begrijpen.
Erg zorgvuldig zijn. Zich ervan bewust zijn dat een goede coördinatie met de andere vakgebieden nodig is.
33 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
3
Transversale “groene” activiteiten
3.2. LUCHTDICHTHEID
IMPLEMENTATIE VAN HET LUCHTDICHTHEIDSSCHERM
ONTWERP VAN HET LUCHTSCHERM
ACTIVITEITENBLOK
SLEUTELACTIVITEIT
Prestaties
KENNEN
COMPETENTIES KUNNEN
ATTITUDES
Weten hoe de luchtdichtheid van een gebouw uitgedrukt wordt (v50, n50, …), hoe deze prestatie gemeten wordt (Blowerdoor test) en wat de grootte-ordes zijn volgens de energieprestatie van het gebouw. Het relatieve belang van de verschillende soorten lekken. Weten hoe ze geïdentificeerd kunnen worden (infrarood, rooktest).
Keuze van het dampwerende materiaal
De klimaatklasses (I tot IV). Het principe van waterdampdiffusie. De verschillende soorten dampwerend materiaal (pannen, membranen, …) en hun eigenschappen (SD-waarde - klasses E1 tot E4, weerstand tegen scheuren, weerstand tegen hoge temperaturen, ...).
Keuze van het materiaal voor de gebouwschil
De verschillende soorten materiaal voor de gebouwschil en hun eigenschappen (SD-waarde - klasses E1 tot E4, weerstand tegen scheuren, weerstand tegen hoge temperaturen, ...).
Uitvoering van de banen
Weten waar het luchtscherm geplaatst moet worden.
Doorbrekingen
De snijmethodes en benodigdheden (fittings, onderdakkragen, ...) waarmee door de verschillende lagen van de gebouwenschil gegaan kan worden.
De doorbrekingen luchtdicht uitvoeren om plaats te maken voor de installatiekanalen.
Afwerkingen
De verschillende afdichtingsproducten (kleefbanden, lijmen, stopverven, coatings, …) en hun duurzaamheid in de tijd. De voorbereidingswijze van de draagconstructies.
De verbinding herstellen tussen banen van de dampwerende laag, tussen dakelementen (dakvensters, dakramen, ...) en tussen de andere delen van het gebouw ( (dakvoet, gevelmuren, etc.).
De vereiste dampdichte laag in een catalogus kiezen en/of identificeren op de werf.
Het belang van een goede keuze en correcte plaatsing van het luchtscherm begrijpen.
Een dampwerende laag plaatsen rondom de constructie.
Erg zorgvuldig zijn. Zich ervan bewust zijn dat een goede coördinatie met de andere vakgebieden nodig is.
34 BEROEPScompetentiePROFIELEN CHAUFFAGIST, SANITARIST EN PLAATSER VENTILATIESYSTEMEN
fvb•ffc Constructiv Koningsstraat 132/5, 1000 Brussel t +32 2 210 03 33 • f +32 2 210 03 99 fvb.constructiv.be •
[email protected] © fvb•ffc Constructiv, Brussel, 2012. Alle rechten van reproductie, vertaling en aanpassing onder eender welke vorm, voorbehouden voor alle landen
35
BEROEPScompetentiePROFIELEN Ruwbouw
Machinale beroepen Bagger
Steen
Afwerking
Dak Hout
Glas Metaal
Verf Transversale beroepen
Werktuigkundige voor baggervaart Baggerwerker Kraanbestuurder Torenkraanbestuurder Bestuurder mobiele kraan en verreiker Weg- en waterbouw Boorder - Bronbemaler Chauffeur Bouwplaatsmachinist Andere machinale beroepen Plaatser nutsleidingen Wegenwerker Stratenmaker Asfalteerder Rioollegger Steenhouwer / Marmerbewerker Ruwbouw Metselaar Bekister IJzervlechter Werfbediener Asbestverwijderaar Betonhersteller Prefab-monteerder Spoorwerker Afwerking ruwbouw Dekvloerlegger Tegelzetter Stukadoor Dakdekker Dakafdichter Schrijnwerker - Timmerman Daktimmerman Buitenschrijnwerker Binnenschrijnwerker Interieurbouwer Glaswerker Stellingbouwer Industrieel isolateur Chauffagist Sanitarist Plaatser van ventilatiesystemen Schilder-decorateur Industrieel schilder Magazijnier Heftruckbestuurder volgens info op 15/03/2012
Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid