Veluwezoom Verkerk
WOONWENKEN handleiding voor het gebruik en onderhoud van uw waning
""nVol
kerWgssêls
ll
onderneminq
Veluwezoom Verkerk
@ INHOUD
1.0.
Algemeen
1.1. 1.2. 1.3.
Wat is bouwen? Materialen en constructies
2.0.
Na de oplevering Afhandeling gebreken en onvolkomenheden
2.1. 2.2. 2.3.
Oplevering
2.4. 2.5. 2.6.
Schoonmaakaan bevelingen Tips voor een veilige woning Tips voor de verhuizing en inrichting Wenken bij het betrekken van de woning Warmte in uwwoning
2.7.
Onderhoudsperiode
3.0.
Garanties
4.0. 4.1. 4.2. 4.3. 4.4.
Wat te doen bij: Stormschade
5.0.
Onderhoud aan en om de woning
5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5.
Bouwkundig
Storingen Strenge vorst Klachten
lnstallaties Riolering/drainage Onderhoudsadvies kitwerken Schilderwerk (zie bijlage 9.2)
Diversen
6.0. 6.1. 6.2. 6.3.
Zonneschermen
7.0.
Overzicht van de bij de bouw betrokkenen
8.0.
Overzicht gebruikte materialen en leveranciers
Boren in wanden, plafonds en vloeren Boren in lateien
9.0.
Overzicht bijlagen
9.1
Revisietekeningen Onderhoudsadvies schilderwerk Kleurenschema
9.2 9.3
u.nVoi kgrWessê15
{t on
rc,ne.
.,q
Veluwezoom Verkerk
'@l I.O. ALGEMEEN
1.1. Wat is bouwen?
Volgens de definitie van Van Dale is bouwen "het samenvoegen van verschillende materialen tot één geheel".
Zoals u wellicht weet, vangt de werkelijke bouw aan met het grondondezoek om te kunnen vaststellen op welke wijze er gefundeerd moet worden en eindigt met de onderhoudsperiode, waarin de laatste onvolkomenheden aan uw woning worden afgehandeld,
Het bouwproces vindt in hoofdzaak plaats in de open lucht en is daarbij in grote mate afhankelijk van de vaak vochtige weersomstandigheden. Vocht en vochtverschijnselen behoren tot het bouwproces. Wel hebben wij met alle betrokkenen getracht, de invloeden van dat bouwvocht tot een minimum te beperken.
1.2, Materialen en constructies
De gebruikte materialen hebben verschillende eigenschappen. Hierbij dient u te denken aan de krimp- en ui2ettingsverschijnselen en vochtopname van de verschillende materialen. Naast deze
basiseigenschappen van de materialen is er ook nog het gegeven, dat een gebouw in de beginperiode van bewoning zich ook nog kan "zetterì" naar kleine verschillen in de grondweerstand. Hoewel bij de voorbereiding en uitvoering van de bouwwerkzaamheden rekening wordt gehouden met bovengenoemde gegevens, zijn krimp- en zettingverschijnselen niet te voorkomen. Dit is een normaal verschijnsel en kan vaak met het blote oog niet eens worden waargenomen.
Soms ontstaan er echter, met name op plaatsen waar twee verschillende materialen op elkaar aansluiten (b.v. aansluiting van Xellawanden op kalkzandsteenwanden of betonwanden), zichtbare krimpscheurtjes. Deze hebben echter geen nadelige invloed op de kwaliteit van de woning. Wij raden af om kort na de oplevering sierpleisters aan te brengen. Door droging en krimp van diverse bouwdelen, welke meerdere jaren voortduurt, zullen vrijwel altijd krimpscheuren ontstaan. Deze zetten zich door in de sierpleister.
lndien u zelf uw vloerafwerking aanbrengt of laat aanbrengen, dient daarop door uw leverancier of vloerenlegger apart garantie te worden afgegeven. De dakelementen en eventueel aanwezige knieschotten in de woning zijn meestal een constructief onderdeel van de woning en mogen derhalve niet worden verwijderd of veranderd. lndien u dakramen wilt aanbrengen dient u de bestaande regel/sporen van nok tot goot in de elementen te handhaven. Brede ramen kunnen enkel met een wijziging van de gehele dakconstructie worden geplaatst en heeft dus grote (constructieve en financiële) consequenties. Huurders dienen altijd toestemming te vragen bij de woningbouwvereniging voor het plaatsen van een dakraam o.d.
t
De woning is voorzien van buitendeuren conform Bouwbesluit, hoog 2300 mm. Conform PKM zijn de deuren voozien van meerpuntssluitingen. Voor de inbraakwerendheid en om het kromtrekken van de deuren tegen te gaan, adviseren wij u de dag- + nachtsluiting zoveel mogelijk te gebruiken!
..
{t "VoikglWesseis
ono",n"*,
,u
Veluwezoom Verkerk
1.3. Opleverinq Onze uitvoerder en projectleider hebben u tijdens de bouw vertegenwoordigd en zij weten welke
eisen redelijkerwijs aan uw woning mogen worden gesteld. Bij de bezichtiging van de woning dient u te letten op beschadigingen en/of kapotte onderdelen, maar
ook of alles goed functioneert. Alle onvolkomenheden, die bij de oplevering geconstateerd zijn, worden genoteerd op een opleveringsrapport, waarvan u een afschrift ontvangt. Deze onvolkomenheden zullen binnen de onderhoudsperiode worden verholpen.
Onder oplevering verstaan we de feitelijk juridische levering van de woning aan u. Voordat de sleutelafgifte kan plaatsvinden dienen alle betalingen voldaan te zijn.
2.0. NA DE OPLEVERING
2.1, Afhandelinq qebreken en onvolkomenheden AIle onvolkomenheden die op het opleveringsrapport zijn vermeld, dienen binnen 15 werkbare dagen hersteld te zijn. Ui2onderingen hierop zijn seizoengebonden activiteiten (bijv. buitenschilder-, kit- en voegwerk) en te leveren materialen met een lange levertijd (bijv. sanitair, glas en deuren).
Onvolkomenheden of gebreken, die na de sleuteloverdracht worden geconstateerd en die redelijkerwijs bij de oplevering ook te constateren waren, zullen niet meer worden aanvaard. Hierbij valt te denken aan beschadiging van glas, deuren, kozijnen, schilderwerk, keukeninrichting, kasten, sanitair, tegelwerk en/of overige wand-
of vloerbedekking en/of wand- en plafondafwerking.
2.2. Schoonmaakaanbevelinqen De woning wordt zogenaamd "bezemschoon" aan u opgeleverd. Dit wil niet zeggen, dat u de woning meteen kunt gaan inrichten. Voor het betrekken van de woning dient deze nog "schoongemaakt" te worden.
Nu hebben wij niet de pretentie dat wij u kunnen leren hoe dat moet, maar omdat het een nieuwbouwwoning betreft willen wij u toch enige tips meegeven:
. . . . . .
Stukjes cement of verfspatten op glas kunt u venruijderen met een speciaal daarvoor bij de drogist of warenhuis te verkrijgen krabbertje. ln dit krabbertje kan een scheermesje gemonteerd worden; geadviseerd wordt om dit met overvloedig water te doen, daar anders krassen kunnen ontstaan. Eveneens voor het verwijderen van cementvlekken is bij de drogist het product "Virostuc 1075" te verkrijgen; u dient wel de gebruiksaanwijzing op te volgen. Voor bevuiling op, of mogelijke beschadigingen van, añarerklagen geen aceton, benzine of verfuerdunner etc. gebruiken. Uiteraard zijn de gevolgen van het werken met krassende schoonmaakmiddelen op nieuwe materialen u wel bekend. Voor roestvrijstaal bij voorkeur staalfix gebruiken, en geen staalsponsje. Schilderwerk, ruiten, vinyl, sanitair enz. kunt u het beste schoonmaken met ouderwetse "zachte" zeepsoorten.
Binnendeuren niet met een agressief schoonmaakmiddel schoonmaken (alleen nat afnemen).
{t
.o VoikelWessels -,"ou,n.,n'.9
Veluwezoom Verkerk
2.3. Tips voor een veiliqe woninq Onderhoud de aangebrachte voorzieningen en veruang zo snel mogelijk defecte lampen. Test regelmatig de rookmelders en vervang tijdig de batterijen.
. . . . . . . .
Laat nooit sleutels in ramen en deuren zitten, beperk de uitgifte van sleutels en registreer de uitgifte ervan.
Controleer voordat u naar bed of weg gaat of alle ramen en deuren afgesloten zijn. Maak afspraken met medebewoners over het opbergen van sleutels en bespreek de vluchtroutes bij brand. Hierdoor kunt u tijdig de ramen en deuren bij brand openen. Zotg ervoor dat u zicht blijft houden op wie er voor de voordeur staat. lndien u folie gebruikt op de ramen, laat dan een gedeelte vrij. Aangebrachte wijzigingen aan uw woning na oplevering van de woning zijn vanzelfsprekend niet in de certificering betrokken en kunnen strijdig zijn met de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen en consequenties hebben voor uw verzekering. lnformeer dus tijdig bij een PKVW erkend bedrijf of de wijzigingen consequenties kunnen hebben voor het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Op de website www.politiekeurmerk.nl kunt u nog meer informatie vinden'
2.4. Tips voor verhuizinq en inrichtinq
Het behoeft geen nadere toelichting dat u de Afdeling Bevolking van de gemeente waar u gaat wonen, alsmede die van de gemeente waaruit u vertrekt, dient te informeren over uw verhuizing. Deze melding is vaak noodzakelijk voor afgifte van de woonvergunning. Bij de inrichting van uw woning wijzen wij u erop, dat in de vloeren diverse leidingen zijn aangebracht. Het spijkeren van spanlatten of vloerbedekking is om die reden dan ook af te radenl
Voor het aanbrengen van vloerbedekking of parket is het noodzakelijk dat het vochtgehalte van de vloer wordt gecontroleerd. Bij een te hoog vochtgehalte is het niet denkbeeldig, dat na verloop van tijd
blaasvorming of loslaten van die bedekking plaatsvindt. Het verdient daarom aanbeveling de door fabrikanUleverancier afgegeven venruerkingsvoorschriften nauwgezet op te volgen. Bij het naderhand aanbrengen van bijvoorbeeld vloerverwarming en/of plavuizen o.d. over de bestaande systeemvloeren wijzen wij op de omstandigheid, dat deze vloeren nog "werken". Hierdoor kan scheurvorming in de aangebrachte tegels voorkomen. Wij adviseren u een elastische lijm of mortel te gebruiken, waarmee dit risico tot een minimum kan worden beperkt.
Ten behoeve van de ventilatie in de woning is het noodzakelijk, dat er na het aanbrengen van de stoffering/vloerafwerking een spleet onder de deur blijft van circa 20 mm. Let u bij het kiezen van de vloerafi¡verking op de mogelijkheden qua dikte, anders dient u de deuren aan de ondezijde zodanig in te korten dat wederom een spleet van 20 mm ontstaat.
2.5, Wenken bii het betrekken van uw woning en het droqen van uw woninq
Wanneer u een nieuwe woning gaat bewonen,zaldeze de eerste tijd wat speciale aandacht nodig hebben. Tijdens de bouw van uw woning wordt veel water gebruikt. ln metselspecie, beton; eigenlijk in alle cementgebonden materialen. ln de overige materialen, zoals hout, gips e.d., is ook vocht ingesloten. Bovendien hebben we ook nog te maken met vochtige weersomstandigheden.
Ter voorkoming van grote, ongelijkmatige krimpverschijnselen van verschillende materialen dient verdamping van het vocht langzaam en gelijkmatig te geschieden.
Zoals u weet, wordt er naast het hierboven genoemde bouwvocht ook bij bewoning veel vocht geproduceerd. Dit vocht, in de vorm van waterdamp, komt vrij bij het koken, baden, wassen,
áfwassen e.d., zelfs bij het drogen van kleding en uiteraard bij het ademhalen van mens en dier. Al dit vocht moet de woning verlaten en wanneer bouwvocht nog niet is verdwenen, is extra ventilatie meer dan nodig. Een slècht binnenmilieu in de woning blijkt de oozaak te zijn van tal van gezondheidsproblemen, al zijn wij ons daar tijdens bewoning niet altijd van bewust.
,nnlbikeñ/y'esse[s
{T .
"oo,
u.
.,
Veluwezoom Verkerk
,@ Vroeger was een goed signaal van een te hoge vochtigheid in de woning, de optredende condensatie aan het oppervlak van de koude gevels (ruiten, deLrren, enz.) De waterdamp wordt dan zichtbaar als druppels op glas e.d. Door de toepassing van dubbel glas is weliswaar de hinderlijke condensaanslag (door minder koud oppervlak van de binnenruit) nagenoeg niet meer aanwezig, maar waterdamp blijft wel aanwezig en dient weg geventileerd te worden. Om de vochtigheid in uw woning te kunnen controleren kan een hygrometer goede diensten bewijzen.
2.6. Warmte in uw woninq
Het belang van een goede ventilatie van uw woning is al eerder onder uw aandacht gebracht. Wij achten het zelfs zo van belang, dat wij dit onderdeel, in samenhang met de door u gewenste warmte zo duidelijk mogelijk wensen te maken. A. Ventilatie en condensvorminq Het is goed om voor die ventilatie enkele basisregels in acht te nemen. De woning is voozien van een mechanische afzuiginstallatie. ln uw woning is een warmte-terug-win of mechanische ventilatie unit gemonteerd.
1.
De unit heeft een bediening van 3 standen. Stand 1 - Nachtventilatie of afwezigheidventilatie. Stand 2 - Normaal dagverbruik. Stand 3 - Te gebruiken bij het koken en bij gebruik van de badruimte.
2.
Aanwijzingen in geval van klachten over condensvocht (op wanden en/of plafonds, eventueel zelfs schimmel)
a. b. c.
Constant ventileren, ook als het vertrek verlaten ls. CVthermostaat op 20 à21"C zetten, 's nachts maximaal 3'C lager. De mechanische ventilatie permanent in stand 2 laten draaien.
d.
ls er een kruipruimte
aanwezig? Controleer dan
de vloer van de meterkast, het
gootsteenkastje en de eventuele CV-pijpdoorvoeren op mogelijke kieren en maak deze dicht. Ga tevens na of de ventilatiekokers in de buitenzijde van de gevels (vlak boven de grond)
e.
open zljn.
Staan de meubels, bijvoorbeeld kasten, tegen de buitenmuren? ZeI ze 5 cm. vrij van de muur.
B. Controle op de werkinq van de mechanische ventilatie Filter in de a2uigopening regelmatig reinigen (Advies: 2 x per iaar).
a. b.
De ventilatiekanalen dienen ook gereinigd te worden om het rendement van de installatie en een gezond binnenmileu te kunnen waarborgen (Advies: 1 x per 5 jaar).
Bij calamiteiten (melding 'ramen en deuren sluiten' ) ook de WTW-uniUmechanische ventilatie uitschakelen, anders blijft deze namelijk vervuilde lucht toevoeren. Dit geldt overigens ook voor ventilatieroosters. C. Venffa rm
i
n g si
nstal latie (stadsverwarm i nq )
te hebben van de in uw woning geïnstalleerde CV-installatie is het nodig met u gewenste stookgedrag nader te bepalen. samen het Om optimaal prof'rjt
*..VolkerWessêls
{T
.".:ie ¡". ,'
,
Veluwezoom Verkerk
r,^ Op basis van het door elke bewoner gewenste lagere energiegebruik zijn de woningen, zoals zij heden worden gebouwd, zodanig geconstrueerd, dat er sprake is van een goede isolatie, tochtwering
en kierdichting. Deze factoren en de wens tot energiebewust verbruik van onze aardgasreserve hebben ertoe bijgedragen, dat de CV-installaties kleiner worden gedimensioneerd en, in verband met dat energiebewust denken, niet meer verbruiken dan strikt noodzakelijk is. Uw woning is voorzien van
veruvarmingsinstallatie. Dit betekent dat de aanvoertemperatuur voor venruarming maximaal 50 graden Celsius is Op de begane grond is gekozen voor vloervenruarming en op de verdieping komen radiatoren. Deze zullen groter van afmeting zijn om voldoende warmte te
een laag temperatuur
geven.
Deze nieuwe ontwikkelingen vragen van de gebruiker ook de nodige aanpassing. Om dit duidelijk te kunnen overbrengen, is het nodig u iets overwarmtetechniek te vertellen. Zoals u weet, nemen materialen (zoals wanden, plafonds, meubelen, etc.) de temperatuur aan van de omgeving. Dit proces geschiedt zeer langzaam en heeft tot gevolg dat bij opwarming van een vertrek het geruime tijd duurt, voor dat wanden, plafonds e.d. de ruimte temperatuur aannemen. Zoals u zich nu wellicht kunt voorstellen heeft zo'n proces van opwarmen veel energie nodig en geeft dan ook steeds weer die pieken in het energieverbruik te zien, Uit ondezoeken is komen vast te staan, dat het invoeren van een (door velen toegepaste methode) nachtverlaging van b.v. 20"C naar 12"C geen besparing oplevert. Het eerder genoemde opwarmen de volgende ochtend kost zeker zoveel energie, tenruijl het zo gewenste "comfort" binnen de gewenste
korte opwarmtijd niet gehaald zal
en kan worden. Alhoewel wij de door u
gewenste
"comforttemperatuui', dat wil zeggen de ruimtetemperatuur, waarin men zich behaaglijk voelt, niet kunnen bepalen, adviseren wij u toch de volgende gedragslijn: Nachtverlaging max. 3"C
bijvoorbeeld van 20'C naar 17'C bijvoorbeeld van 22"C naar 19"C
Deze verlaging adviseren wij ook voor degenen die 's morgens vertrekken en het huis tot de avond niet bewonen. Naast deze aanbeveling wijzen wij u ook nog op de omstandigheid, dat vloerconvectoren en ook vloervenruarming zeer lange tijd nodig hebben om de gewenste temperatuur te verkrijgen. Wij wijzen u er ook in dit hoofdstuk nogmaals op, dat het behalen van de aangegeven temperatuur slechts mogelijk is bij gelijktijdige verwarming van alle vertrekken.
Tevens adviseren wij u de "Handleiding voor uw warmte-aansluiting" van de NUON goed door te lezen Deze handleiding ligt bij de oplevering in uw meterkast.
2.6. Onderhoudsperiode
De onderhoudsperiode start bij de oplevering van uw woning en duurt garantieperiode begint.
3
maanden, waarna de
Zoals eerder vermeld, is uw woning opgebouwd uit vele onderdelen, die onderling nog niet tot rust zijn gekomen. Dit kan tot gevolg hebben, dat er haarscheurtjes en krimpnaden ontstaan of dat grond in de tuin nog nazakt. Deze "kleine" gebreken zijn niet te voorkomen en geenszins verontrustend.
Bij de oplevering kunnen niet alle mogelijke tekortkomingen worden geconstateerd. De installaties, zoals riolering, elektra, gas- en waterleidingen kunnen pas gecontroleerd worden bij het gebruik daarvan, evenals de waterdichtheid van dak en gevels. ln het geval dat er gebreken worden gesignaleerd, dient u dit uitsluitend schriftelijk te melden aan ons, waarna een afspraak zal worden gemaakt voor een inspectie c.q. controlebezoek. Tijdens dit bezoek zal naar de redelijkheid en het al of niet onder de garantie vallen van uw melding
een ondezoek worden ingesteld. lndien uw melding terecht is, zal met u een afspraak worden
gemaakt voor afhandeling. ln alle overige gevallen zullen wij u schriftelijk ons standpunt mededelen.
ll
..nVol ketWessels o"..,n"o','u
Veluwezoom Verkerk
(61
3.0. GARANTIES
Voor de algemeen gebruikelijke garanties verwijzen wij naar het rode boekje "GlW-Garantie- en waarborgregeling Eengezinswoningen E.2010" van het Garantie lnstituut Woningbouw. Zoals bekend, is uw woning gebouwd onder dit garantielabel. ln alle bijgaande stukken, waarbij garantieverklaringen met de daarbij (uiteraard) behorende onderhoudsvoorschriften zijn afgegeven, zult u duidelijk tegenkomen op welke wijze u bij mogelijke schade terug kunt vallen op leveranciers en/of installateurs.
Wij wijzen u erop, dat slechts dan een garantie van kracht kan zijn wanneer via de leverancier c.q. installateur van dat bepaalde onderdeel schade wordt aangemeld. ln uw opdracht door derden uitgevoerde werkzaamheden aan uw woning en/of installaties zullen door zowel Veluwezoom Verkerk als door de leverancier en/of installateur niet worden erkend. Hierdoor kunnen alle aanspraken op garanties komen te veruallen.
4.0. WAT TE DOEN BIJ?
4.1. Stormschade Bij stormschade, zoals bijvoorbeeld het afwaaien van dakpannen, het opwaaien van loodslabben, etc. adviseren wij u op zo kort mogelijke termijn uw vezekeringsadviseur te raadplegen. lndien de schade ontstaan is door een onvolkomenheid in de bouw en valt onder de garantiebepalingen van het GlW, dan kunt u zich schriftelijk wenden tot Veluwezoom Verkerk, waarna inspectie zal plaatsvinden en zonodig afdoende maatregelen zullen worden genomen.
4.2. Storinqen
Indien zich tijdens
de aangegeven garantieperiode storing voordoet in de CV-installatie of
de
mechanische ventilatie dient u contact op te nemen met de installateur.
Het behoeft geen betoog, dat na de garantieperiode de beste serviceverlening mogelijk is, wanneer
met de "werkinstallateui' een onderhoudscontract heeft afgesloten. Buiten de
u
aangegeven
garantietermijn zullen servicewerkzaamheden uiteraard voor uw rekening zijn.
4.3. Strenqe
vorst
Om mogelijk schade aan leidingen etc. te voorkomen, adviseren wij u bij (strenge) vorst de eventueel aanwezige buitenkraan af te tappen en alle vertrekken te venvarmen.
4.4. Klachten lndien om één of andere reden in uw woning onvolkomenheden voorkomen, die naar uw mening voor nadere inspectie en/of herstel in aanmerking komen, dient u deze schriftelijk te melden aan ons.
."'VoiketWess€ls
{T orde n.m".c
Veluwezoom Verkerk
@ 5.0. ONDERHOUD AAN EN OM DE WONING
5.1. Bouwkundiq
5.1.1.
Metselwerken Het verdient aanbeveling om jaarlijks de gevel te controleren op eventuele scheurvorming en/of vorstschade aan voegwerken. De aanwezige open stootvoegen (dat zijn verticale voegen) dienen in verband met de ventilerende functie van de spouw open te blijven.
Bij voorkeur zou men geen dichte gevelbegroeiing moeten aanbrengen (klimop e.d.). Het metsel- en voegwerk blijft hierdoor langer nat, waardoor bij vorst een grotere kans op stukvriezen bestaat. Het leidt bovendien tot grotere vervuiling van de gevel.
5.1.2.
Geveltimmerwerken Om het houtwerk zo lang mogelijk in stand te houden en kostbare reparaties daarna zo doeltreffend mogelijk te voorkomen, is het van belang, dat het schilder- of beitswerk in goede staat wordt gehouden en dat tijdig de benodigde kleine reparaties aan het houtwerk worden gedaan (zie bijlage onderhoud schildenruerk 9.2).
5.1.3.
Daken
. . . . .
Na elke storm, en uiteraard na elke winterperiode, dient u alle aansluitingen van daken bij schoorstenen en hoger gevelwerk, de dakranden en verdere dakdoorbrekingen te (laten) controleren op waterdichte aansluiting en/of schade. Platdak dakkapel/berging/garage jaarlijks controleren en eventueel onderhouden indien noodzakelijk. Platte daken dienen zo min mogelijk belopen te worden. Zonder voozieningen geen trap of ladder plaatsen op de dakbedekking. ls een gedeelte van het dak uitgevoerd als een dakterras, dan is het meestalwel mogelijk om een enkele plantenbak te plaatsen. Vul de bak, om het gewicht te beperken, met een
onderlaag van kleikorrels (hydrocultuur) met daarop circa 25 cm potgrond. Een plantenbak veroozaakt altijd een extra vervuiling van het dak waardoor de waterafuoer naar de uitloop belemmerd kan worden. Extra onderhoud (schoonmaken) is noodzakelijk om de kans op verstoppingen en/of lekkages te verkleinen.
5.1.4.
Dakramen Zoals ook reeds bij het dak omschreven, is het na een storm, en zeker 1x per jaar, nodig om de aansluitingen rondom het dakraam aan de buitenzijde op mankementen te (laten) controleren.
5.1.5.
Hang- en sluitwerk Dit betreft onderdelen, waarvan u de al dan niet goede werking dagelijks kan ervaren. Het verdient dan ook aanbeveling onderhoud te verrichten om de noodzaak tot ontijdige reparatie of vervanging zoveel mogelijk te voorkomen. Het onderhoud bestaat onder meer uit: het vastdraaien van schroeven, scharnieren en sloten; het smeren van scharnieren en sloten (cilindersloten bij voorkeur met Teflon-spray); het terugslaan van omhoog gekomen scharnierpennen; het vastdraaien van schroeven of bouten van uitzetters, grendels, deurbeslag e.d,; het eventueel vervangen van kapotte onderdelen.
-
{t
...,VolkerWessêls or:r;
,un n.
Veluwezoom Verkerk
6) 5.1.6.
Glaswerk/beglazing Het verdient aanbeveling de in de bijlage aangegeven garantiebepalingen met de daarbij behorende onderhoudsvoorschriften aandachtig te lezen. Een goede controle en/of onderhoud voorkomt ongemak. Bovendien wijzen wij u erop, dat u de beglazing van uw woning na de oplevering veelvuldig dient te wassen. Het kan namelijk voorkomen, dat vanaf de bovengelegen gevel stoffen vr'tjkomen, die op het glas een etsende werking hebben.
Wij wijzen u erop dat het mogelijk is dat gedurende de winterperiode condensatie aan de buitenzijde van HR++ glas ontstaat. Door de hoge isolatie waarde van deze beglazing koelt de buitenruit door nachtelijke uitstraling, met name bij onbewolkt weer, zodanig af dat er condensvorming optreedt. Dit is vergelijkbaar met condens op een buiten gestalde auto. Ook is het niet uit te sluiten dat er tijdens het stookseizoen op de beglazing of het kozijn aan de binnenzijde enige condensvorming ontstaat. Het gedeeltelijk afplakken (met bijvoorbeeld krantenpapier) van ruiten om inkijk tegen te gaan tijdens de schoonmaakperiode direct na de oplevering, kan in de zomermaanden tot gevolg
hebben dat
er
tussen het afgeplakte deel
en het overige deel van de
ruit
temperatuurverschillen van circa 30'C of meer ontstaan. Dit kan leiden tot thermische breuk in het glas.
5.1.7.
Goten Wij adviseren u om zeer regelmatig (meerdere keren per jaar) uw dakgoten + kilgoten te controleren op aanwezigheid van bladeren en takken (en deze eventueelte verwijderen).
5.2. lnstallaties
Naast de in de bijlagen aangegeven instructiegegevens van de diverse fabrikanten ziin er een aantal zaken die toch nog enige verdere toelichting behoeven. Wt¡ adviseren u de verstrekte handleiding/instructie van de diverse installaties nauwlettend te lezen en daarna te handelen.
5.2.1. MechanischeVentilatie
Het aansluiten van een wasemkap met motor op het Mechanische Ventilatiekanaal is niet toegestaan. Geadviseerd wordt om dan of een motorloze wasemkap op het kanaal aan te sluiten, gebruik te maken van een recirculatiekap of een gat rechtstreeks door de gevel naar buiten te boren. Wij adviseren u om de ventilatieroosters boven de kozijnen minimaal 1x per
jaar te reinigen. De roosters zijn van binnenuit afneembaar.
De mechanische ventilatie mag nooit afgezet worden (uiteraard wel bij calamiteiten en/of alarmering door hulpdiensten).
5.2.2. Gasleiding (niet van toepassing)
ll' "n.'VoÉketWessels
"',,,."-,ç
Veluwezoom Verkerk
5.2.3.
Waterleiding
Aan deze installatie behoeft geen ander onderhoud gepleegd te worden dan het 1x per jaar
nazien van de zeefjes op de uitlopen van kranen. Het verdient aanbeveling om deze handeling in het eerste jaar van bewoning 1x per maand uit te voeren in verband met de mogelijke aanwezigheid van vuil in het waterleidingnet.
Door het verschil tussen de temperatuur in uw woning en die van het waterleiding- invoer bestaat de mogelijkheid tot condensvorming in uw meterkast. Houdt deze kast vrij van materialen e.d. Dit in verband met de nodige ventilatie.
5.2.4.
Elektra Deze installatie behoeft geen onderhoud, echter met uitzondering van de aardschakelaar, welke wij u adviseren '1x per 2 maanden op werking te controleren.
De achterpaden worden mede verlicht met verlichtingsarmaturen op de bergingen zoals aangegeven volgens Politie Keurmerk Veilig Wonen. Wij gaan ervan uit, dat u de verlichtingsarmaturen laat branden, zodat de achterpaden voor u en uw buren veilig blijven.
5.2.5.
Centraal Antenne Systeem (GAl) De via de kabelbeheerder verstrekte instructies spreken voor zich.
5.3. Riolerinq Alhoewel het voor velen vanzelfsprekend is, achten wij het nodig om voor het gebruik van afuoeren etc. enkele instructies te vermelden. Uw woning is voozien van een gescheiden rioolstelsel d.w.z. dat het hemelwater en het vuilwater apart worden afgevoerd. De grondleiding voor vuilwater is bruin van kleur. De grondleiding voor hemelwater is grijs van kleur. Of: Het hemelwater wordt bovengronds op eigen terrein geloosd en via molgoten afgeboden aan de wadi's in het openbare gebied. Via deze wadi's wordt het hemelwater geinfiltreerd in de bodem. Het is niet toegestaan om hemelwater aan te bieden op de gemeenschappelijke achterpaden.
Riolering verstopt? Het is belangr¡k om eerst te ondezoeken welk deel van de riolering verstopt is, dit in verband met eventuele kosten. Om uit te zoeken op welk terrein de verstopping zich bevindt moet u eerst de erfscheidingsput (of ontstoppingsstuk) vrij graven. Let op dat u geen kosten maakt, die u later niet meer op de gemeente kunt verhalen. Nooit zelf gaan graven in openbaar gebiedl!!
5.3.1.
Gootsteenafvoer
Deze raakt meestal verstopt door a2etting van vet en/of zeepresten op de binnenzijde van sifon en afuoerpijp. Giet daarom ook bij voorkeur nooit gesmolten vet of boter in de gootsteen, ook al breekt men deze stoffen eerst af met een vloeibaar afwasmiddel of soda.
Desondanks komen er bij het afwassen toch altijd vetten in de afuoer terecht. Verstoppingen door vetaanslag in sifon en afuoerpijp kan men voorkomen door regelmatig doorspoelen, c.q. ontvetten, met soda en heet water. Caustic soda is hiervoor ook een uiterst effectief middel, maar het is niet zo milieuvriendelijk en het gebruik ervan zou moeten worden beperkt tot het verhelpen van verstoppingen.
U kunt ook van tijd tot tijd de sifon demonteren en schoonmaken en, zo spoedig nodig, voozien van nieuwe pakkingen. Voor het opnieuw monteren, de schroefdraden invetten met kraanvet, opdat de schroefuerbindingen goed gangbaar blijven.
{t
.
o.VelkelWessêls o''-'rrne.
.'
Veluwezoom Verkerk
5.3.2.
Afuoeren van was- en vaatwasmachine
Ook deze afuoeren kunnen verstopt raken en wel door zeepresten van was-
en
vaatwasmiddelen, textielvezels en vetresten van de vaatwas. Ze vergen dan ook regelmatig he2elfde vezorgend onderhoud als de gootsteenafuoer.
5,3.3.
Afuoeren van wastafels Deze afuoeren kunnen verstopt raken door voornamelijk zeepresten en haren, die zich in de bekersifons ophopen. De beste manier om verstoppingen te voorkomen, is de beker er van tijd tot tijd af te schroeven en schoon te maken. De frequentie waarmee dit moet gebeuren, hangt af van de intensiteit van het gebruik van de wastafel.
5.3.4.
Afvoeren van closetpotten Gooi nooit maandverband en/of slecht oplosbaar (toilet)papier in de closetpotten, daar deze zaken in de sifons/zwanenhalzen van de closetpotten of in het rioleringssysteem kunnen blijven steken en daarbij verstoppingen veroozaken.
Vooral de verstoppingen pi n
5.3.5.
in het rioleringssysteem
kunnen zeet kostbare ontstop-
gswerkzaam heden vergen.
Regenwaterafvoer Het regenwater wordt via de hemelwaterafuoeren (regenpijpen en molgoten) afgevoerd in een gescheiden rioolstelsel Op/in deze leidingen nooit vuilwater op aansluiten danwel afuoeren!
5.4. Onderhoudsadvies kitwerken in badkamer en/of keuken
Het verdient aanbeveling jaarlijks kikanden in doucheruimte/badkamer en keuken te inspecteren op goede hechting. lndien de hechting onvoldoende is, kunt u het als volgt repareren: Loszittende kit volledig venruijderen. Voegen goed schoon en stofurij maken, ontvetten met ontvettingsmiddelen en goed laten
1. 2. 3. 4. 5.
drogen.
Tegelwerk aan weerszijden van de voegen afplakken met plakband. Kit aanbrengen en met "natte vinge/' gladstrijken (bij voorkeur wat zeepsop)' Plakband direct verwijderen.
Voor kitwerken van dilatatievoegen aan de buitenzijde van uw woning gelden in principe dezelfde maatregelen. Wijadviseren u echter hieromtrent een vakman te raadplegen'
5.5 Achterpaden
Zoals in de akte van levering omschreven bent u samen met u buurlbewoners eigenaar van het achterpad en dus ook verantwoordelijk voor het onderhoud hiervan.
Het achterpad heeft bij (hoos)buien een afwaterende werking voor alle hemelwater, welke in de achtertuinen valt. Water dat niet snel genoeg in de grond van de tuin zakt, zal vanwege het afschot (uw tuin loopt schuin af naar het achterpad) van uw achtertuin op het achterpad komen. Het achterpad heeft waterpasserende stenen. Bedoeling is dat het regenwater tussen de bewust aangebrachte gleuven tussen de straatklinkers door wegstroomt in het zandpakket onder het acht,erpad. Dit zandpakket is voorzien van een drainage, via deze drainage stroomt het water naar het oppervlaktewater elders in de wijk.
..,.VoikelWessêis
{Ï' . .¿e '.u :,.ç
Veluwezoom Verkerk (.^ l Voor de afuoer van overtollig regenwater is het van groot belang dat het achterpad goed wordt onderhouden, Wr.¡ adviseren u dit afs volgt te doen: Drainage onder het achterpad met regelmaat via het ontstoppingsputje door laten spuiten.
Van groot belang is dat de gleuven tussen de klinkers open blijven . Ze zijn in de opgeleverde situatie voorzien van grof zand, dit zand is voldoende waterdoorlatend. Voorkomen moet worden dat deze gleuven dicht komen te zitten waardoor water niet meer kan passeren. Voorkomen moet worden dat het achterpad dichtslibt met klei dichtslibben kan zich bv voordoen indien klei onder de schoenzolen over het achterpad wordt gelopen)
5.6 Beplatinq
6.0. DIVERSEN
Bij veranderingen aan uw woning dient voor wat betreft constructie en/of te gebruiken materialen overleg plaats te vinden met Bouw- en Woningtoezicht in uw woonplaats. Het aanbrengen van open haardkanalen vereist ook de goedkeuring van Bouw- en Woningtoezicht. 6.1. Boren in wanden. plafonds en vloeren Het boren van gaten boven wandcontactdozen in de wanden en in de omgeving van centraaldozen in het plafond dient in verband met de aanwezigheid van elektriciteitsleidingen te worden vermeden. Ook het boren in vloeren dient vermeden te worden uit hoofde van de aanwezigheid van leidingen hierin.
6.2. Boren in lateien Het is niet toegestaan te boren e.d. in de betonlateien, die zich meestal boven de kozijnen bevinden. De hierin aanwezige wapening kan daardoor beschadigen, waardoor schade aan de constructie kan optreden.
6.3. Zonneschermen
Zonneschermen dient u aan de betonconstructie te verankeren. lndien dit alleen aan het metselwerk geschiedt, kan dit gaan scheuren en/of loskomen. 6.4. Buitenberqinqen en/of qaraqe
Het overgrote deel van de buitenbergingen en garages wordt uitgevoerd met halfsteens metselwerk of een gevelopbouw met houten delen. Een dergelijke constructie brengt met zich mee, dat erin het grootste deel van het jaar een vochtig binnenklimaat zal heersen in de berging/garage. Deze ruimte is
dus niet geschikt voor de opslag van vochtgevoelige spullen. Een behandeling met
een
waterafstotend middel aan de buitenzijde kan het binnenklimaat enigszins verbeteren. Het blijft echter een onveruarmde ruimte waar de luchtvochtigheid binnen meestal net zo hoog is als buiten.
{t
..'l'olkgtWesggl5 .n"..' ç.1'¡,