Deze gebruikershandleiding is van toepassing op modellen KM-2540 en KM-3040. In deze handleiding verwijst KM-2540 naar het model van 25 kpm (kopieën per minuut) en verwijst KM-3040 naar het model van 30 kpm. Opmerking Deze gebruikshandleiding bevat informatie die geldt voor zowel de inch- als de metrische modellen van deze apparaten. De schermen in deze handleiding geven de inch-modellen weer. Als u het metrische model gebruikt, moet u de berichten voor het inch-model louter als referentie beschouwen. In de hoofdtekst worden alleen de inch-berichten weergegeven als het verschil tussen de modellen louter een kwestie van grote of kleine letters is. Als er een verschil is tussen de berichten - hoe klein ook hebben we de informatie voor het inch-model vermeld, gevolgd door de overeenkomstige informatie voor het metrische model tussen haakjes.
Veiligheidsconventies in deze handleiding Lees deze gebruikershandleiding voordat u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar de handleiding in de buurt van het apparaat, zodat deze direct beschikbaar is. De delen van deze handleiding en onderdelen van het apparaat die zijn aangeduid met symbolen, bevatten veiligheidswaarschuwingen ter bescherming van de gebruiker, andere personen en voorwerpen in de buurt. Ze zijn ook bedoeld voor een correct en veilig gebruik van het apparaat. De symbolen met hun betekenis worden hieronder beschreven. WAARSCHUWING: Dit geeft aan dat, wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot ernstig letsel of zelfs levensgevaar. VOORZICHTIG: Dit geeft aan dat, wanneer u onvoldoende aandacht besteedt aan of u niet op de juiste wijze houdt aan de betreffende punten, dit kan leiden tot lichamelijk letsel of mechanische beschadiging. Symbolen Het -symbool geeft aan dat het betreffende deel veiligheidswaarschuwingen bevat. Specifieke aandachtspunten worden binnen in het symbool aangegeven. .... [Algemene waarschuwing] .... [Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken] .... [Waarschuwing voor hoge temperatuur] Het -symbool geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over niet-toegestane handelingen. Specifieke informatie over de niettoegestane handeling wordt binnen in het symbool aangegeven. .... [Waarschuwing voor niet-toegestane handeling] .... [Demontage verboden] Het z-symbool geeft aan dat het betreffende deel informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd. Specifieke informatie over de vereiste handeling wordt binnen in het symbool aangegeven. .... [Waarschuwing voor vereiste handeling] .... [Haal de stekker uit het stopcontact] .... [Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact] Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger om een vervanging te bestellen als de veiligheidswaarschuwingen in deze gebruikershandleiding onleesbaar zijn of als de handleiding zelf ontbreekt. (Tegen betaling.)
i
Inhoud Wettelijke kennisgevingen en conventies .................................. ix 1
Onderdeelnamen ........................................................................ 1-1 Hoofdgedeelte ............................................................................. 1-2 Bedieningspaneel ....................................................................... 1-5 Aanraakpaneel ............................................................................ 1-6
2
Voorbereiding voor het gebruik ................................................ 2-1 Papier plaatsen ........................................................................... 2-2 Het mediatype en het papierformaat voor de cassettes en de MF-lade instellen .............................................................. 2-8 Originelen plaatsen .................................................................. 2-15 Taal ............................................................................................. 2-19
3
Basishandelingen ....................................................................... 3-1 Procedures voor basishandelingen bij kopiëren ..................... 3-2 Beeldkwaliteit selecteren ........................................................... 3-4 Dichtheid aanpassen .................................................................. 3-5 Zoomen ........................................................................................ 3-6 Duplexmodus ............................................................................ 3-10 Splitsmodus .............................................................................. 3-13 Sorteermodus ........................................................................... 3-15 Onderbrekingskopie ................................................................. 3-16 Laagverbruikmodus ................................................................. 3-17 Slaapmodus .............................................................................. 3-17
4
Optionele apparatuur ................................................................. 4-1 Overzicht optionele apparatuur ................................................. 4-2 Documenttoevoer ....................................................................... 4-3 Papierinvoer ................................................................................ 4-3 Ingebouwde finisher ................................................................... 4-3 Documentfinisher ....................................................................... 4-6 Takenscheider ............................................................................. 4-7 Sleutelteller ................................................................................. 4-7 Printerkit ...................................................................................... 4-8 Faxkit ........................................................................................... 4-8
5
Onderhoud .................................................................................. 5-1 Reinigen ....................................................................................... 5-2 De tonercontainer en tonerafvalbak vervangen ...................... 5-7
6
Problemen oplossen .................................................................. 6-1 Storingen oplossen .................................................................... 6-2 Reageren op foutberichten ........................................................ 6-4 Papierstoringen oplossen .......................................................... 6-9
7
Appendix ..................................................................................... 7-1 Tekens invoeren op het aanraakpaneel .................................... 7-2 Papier ........................................................................................... 7-5 Specificaties ................................................................................ 7-6 Index ....................................................................................Index-1
ii
Waarschuwingsetiketten Er zijn ten behoeve van de veiligheid op de volgende plaatsen waarschuwingsetiketten op het apparaat aangebracht. Voorkom brand of elektrische schokken bij het verhelpen van een papierstoring of wanneer u de toner vervangt.
Het aangegeven gebied bevat hoge temperaturen. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, want er bestaat kans op brandwonden.
Het aangegeven gebied bevat hoge temperaturen. Raak geen onderdelen in dit gebied aan, want er bestaat kans op brandwonden.
Raak de steun van de documenttoevoer niet aan. Het gevaar bestaat dat uw vingers of voorwerpen erin bekneld raken, met letsel tot gevolg.
Verbrand de toner en tonercontainer niet. Dit kan gevaarlijke vonken doen ontstaan die brandwonden kunnen veroorzaken.
Etiket binnen in de printer (waarschuwing voor laserstraling)
Bewegende delen binnenin. Kans op lichamelijk letsel. Raak geen bewegende delen aan. Opmerking Verwijder deze etiketten niet.
iii
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie Omgeving
Voorzichtig Plaats het apparaat niet op of in plaatsen die niet stabiel of vlak zijn. Op dergelijke plaatsen kan het apparaat vallen. Dergelijke situaties leveren gevaar van lichamelijk letsel of beschadiging van de apparatuur op. Plaats het apparaat niet op vochtige, stoffige of vuile locaties. Wanneer er stof of vuil op de stekker is terechtgekomen, moet u deze reinigen om gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen. Plaats het kopieerapparaat niet in de buurt van radiatoren, kachels of andere warmtebronnen of in de buurt van ontvlambare voorwerpen om gevaar van brand te voorkomen. Laat ruimte vrij, zoals hieronder wordt aangegeven, om het apparaat koel te houden en het vervangen van onderdelen en onderhoud te vergemakkelijken. Laat met name rond de achterklep voldoende ruimte vrij, zodat de lucht het apparaat gemakkelijk kan verlaten. 10 cm
40 cm
30 cm
100 cm
Overige voorzorgsmaatregelen De geschikte bedrijfsomgeving voor het apparaat is: • •
Temperatuur: 10 tot 32,5 °C Relatieve luchtvochtigheid: 15 tot 80 %
Een ongeschikte bedrijfsomgeving kan de beeldkwaliteit beïnvloeden. Vermijd de volgende plaatsen als installatieplaats voor het apparaat. • • • • •
iv
Vermijd plaatsen in de buurt van een venster of direct in het zonlicht. Vermijd plaatsen met trillingen. Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen. Vermijd plaatsen met directe blootstelling aan warme of koude lucht. Vermijd slecht geventileerde plaatsen.
Tijdens het kopiëren komen er kleine hoeveelheden ozon en andere chemische stoffen vrij, maar deze hoeveelheden houden geen gezondheidsrisico in voor mensen. Als het apparaat echter langere tijd in een slecht geventileerde ruimte wordt gebruikt of wanneer er een zeer groot aantal kopieën wordt gemaakt, kan de reuk onaangenaam worden. Een juiste omgeving voor kopieerwerk moet goed geventileerd zijn. Plaats dit apparaat niet onder fluorescerend licht. Het formaat van het origineel kan dan niet goed worden herkend.
Stroomtoevoer/aarding van het apparaat
Waarschuwing Gebruik geen stroomtoevoer met een ander voltage dan aangegeven. Sluit niet meerdere apparaten op één stopcontact aan. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op. Steek de stekker stevig in het stopcontact. Als metalen voorwerpen in contact komen met de pinnen van de stekker, kan dit brand of elektrische schokken veroorzaken. Sluit het apparaat altijd aan op een geaard stopcontact, om het gevaar van brand of elektrische schokken bij kortsluiting te voorkomen. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als een geaarde aansluiting niet mogelijk is.
Overige voorzorgsmaatregelen Sluit de stekker aan op het dichtstbijzijnde stopcontact.
Gebruik van plastic zakken
Waarschuwing Houd de plastic zakken die bij het apparaat worden gebruikt uit de buurt van kinderen. Het plastic kan aan neus en mond vast blijven zitten en verstikking veroorzaken.
v
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik Waarschuwingen bij het gebruik van het apparaat
Waarschuwing Plaats geen metalen voorwerpen of voorwerpen die water bevatten (vazen, bloempotten, kopjes, enz.) op of in de buurt van het apparaat. Dit vormt een risico voor brand of elektrische schokken mocht het water in het apparaat terechtkomen. Haal geen panelen van het apparaat, omdat er dan kans bestaat op elektrische schokken als gevolg van de hoge spanning in het apparaat. Zorg dat het netsnoer niet beschadigd raakt of breekt en probeer het niet te repareren. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer, trek er niet aan, buig het niet onnodig en veroorzaak geen andere schade. Dergelijke situaties leveren gevaar van brand of elektrische schokken op. Probeer het apparaat of onderdelen ervan nooit te repareren of te demonteren, omdat er dan gevaar van brand, elektrische schokken of schade aan de laser bestaat. Als de laserstraal buiten het apparaat komt, kan deze blindheid veroorzaken. Als het apparaat uitzonderlijk heet wordt, als er rook uit het apparaat komt, als er een vreemde geur ontsnapt of als er zich een andere ongewone situatie voordoet, bestaat er gevaar van brand of een elektrische schok. Zet de hoofdstroomschakelaar onmiddellijk uit ( -stand), zorg ervoor dat u de stekker uit het stopcontact haalt en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger. Als er schadelijke zaken (paperclips, water, andere vloeistoffen, enz.) in het apparaat terechtkomen, moet u onmiddellijk de stroomschakelaar uitzetten ( -stand). Vervolgens moet u direct de stekker uit het stopcontact halen, om gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen. Neem hierna contact op met uw servicevertegenwoordiger. Zorg ervoor dat u de stekker niet met natte handen in het stopcontact steekt of eruit haalt, omdat er dan gevaar van elektrische schokken bestaat. Neem altijd contact op met uw servicevertegenwoordiger voor onderhoud of reparatie van interne onderdelen.
Voorzichtig Trek niet aan het netsnoer wanneer u het uit het stopcontact haalt. Als u aan het netsnoer trekt, kunnen de draden breken en bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken. (Pak altijd de stekker vast wanneer u het netsnoer uit het stopcontact wilt trekken.) Haal altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat verplaatst. Als het netsnoer beschadigd raakt, bestaat er gevaar van brand of elektrische schokken.
vi
Houd het apparaat altijd alleen vast bij de daarvoor bestemde plaatsen wanneer u het optilt of verplaatst. Haal om veiligheidsredenen altijd de stekker uit het stopcontact wanneer u het apparaat reinigt. Als zich in het apparaat stof ophoopt, bestaat er gevaar van brand of andere problemen. Het wordt daarom aanbevolen uw servicevertegenwoordiger te raadplegen voor het reinigen van interne onderdelen. Dit is met name effectief als u dit laat doen voorafgaande aan een periode van hoge luchtvochtigheid. Raadpleeg uw servicevertegenwoordiger met betrekking tot de kosten voor het reinigen van de interne onderdelen van het apparaat.
Overige voorzorgsmaatregelen Als de optionele faxkit is geïnstalleerd, kunt u geen faxen verzenden/ontvangen wanneer de hoofdschakelaar is uitgeschakeld ( -stand). Als u de stroom wilt uitschakelen, drukt u op de Power-toets van het bedieningspaneel. Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en veroorzaak geen andere schade aan het apparaat. Open tijdens het kopiëren de voorklep niet, schakel de hoofdstroomschakelaar niet uit en trek de stekker niet uit het stopcontact. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger wanneer het apparaat moet worden opgetild of verplaatst. Raak geen elektrische onderdelen zoals connectoren of printplaten aan. Deze kunnen beschadigd raken door statische elektriciteit. Probeer geen handelingen te verrichten die niet in deze handleiding zijn beschreven. Voorzichtig: Het gebruik van andere instellingen of aanpassingen of de uitvoering van andere procedures dan hierin vermeld, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling. Kijk niet rechtstreeks in het licht van de scanlamp. Dit kan vermoeidheid of pijn aan uw ogen veroorzaken.
Waarschuwingen bij de omgang met verbruiksartikelen
Voorzichtig De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken. Houd de tonercontainer en de tonerafvalbak buiten het bereik van kinderen. Als er onverhoopt toner uit de tonercontainer of de tonerafvalbak wordt gemorst, moet u inademing of inname van toner voorkomen, evenals contact met de ogen en de huid. •
•
Als u onverhoeds toner inademt, gaat u naar een plaats met frisse lucht en gorgelt u met veel water. Neem bij opkomende hoest contact op met een arts. Als u toner binnenkrijgt, spoelt u uw mond met water en drinkt u 1 of 2 koppen water om de inhoud van uw maag te verdunnen. Neem indien nodig contact op met een arts.
vii
• •
Als u toner in uw ogen krijgt, spoelt u ze grondig met water. Als de ogen gevoelig blijven, neemt u contact op met een arts. Als u toner op de huid krijgt, wast u uw huid met water en zeep.
De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden opengemaakt of vernietigd.
Overige voorzorgsmaatregelen Verwijder de tonercontainer en de tonerafvalbak na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving. Als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt, verwijdert u het papier uit de cassette en de MF-lade (multifunctionele lade), legt u dit terug in de oorspronkelijke verpakking en verzegelt u deze weer. Bewaar het apparaat niet op een plaats die is blootgesteld aan: • •
viii
Direct zonlicht Hoge of snel variërende temperaturen of luchtvochtigheid (limiet: 40 °C)
Wettelijke kennisgevingen en conventies Lees deze informatie voor u het apparaat in gebruik neemt. Dit hoofdstuk bevat informatie over de volgende onderwerpen: Wettelijke kennisgevingen Wat betreft handelsnamen Energiebesparingsfunctie Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie Gerecycled papier Energy Star (ENERGY STAR®)-programma Over deze gebruikershandleiding Conventies in deze handleiding Originelen en papierformaten
x x xi xi xi xii xvii xvii xviii
ix
Wettelijke kennisgevingen Kennisgeving: De informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In toekomstige edities kunnen extra pagina's worden ingevoegd. De huidige editie kan technische onvolkomenheden of drukfouten bevatten. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor ongevallen die het gevolg zijn van het niet opvolgen van de instructies in deze handleiding. Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor fouten in de firmware van de printer (de inhoud van het ROM). Deze handleiding en al het materiaal dat onder het auteursrecht valt en wordt verkocht of meegeleverd bij of in verband met de verkoop van het apparaat, zijn auteursrechtelijk beschermd. Alle rechten voorbehouden. Het kopiëren of op een andere manier reproduceren van de gehele of gedeelten van deze handleiding, of een willekeurig onderwerp waarop copyright van toepassing is, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Kyocera Mita Corporation, is verboden. Elke kopie die van deze handleiding of een deel daarvan wordt gemaakt, en alles wat onder het auteursrecht valt, moet dezelfde copyrightvermelding bevatten als het materiaal dat wordt gekopieerd. Wettelijke beperking op kopiëren • • •
Het kan verboden zijn om auteursrechtelijk beschermd materiaal te kopiëren zonder toestemming van de copyrighthouder. Het is in elk geval verboden om binnen- en buitenlandse valuta's te kopiëren. Het kopiëren van andere items kan verboden zijn.
Wat betreft handelsnamen • • • • • • • •
PRESCRIBE en ECOSYS zijn gedeponeerde handelsmerken van Kyocera Corporation. KPDL is een handelsmerk van Kyocera Corporation. Windows en Windows Server zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Windows NT is een handelsmerk van Microsoft Corporation. PCL en PJL zijn gedeponeerde handelsmerken van HewlettPackard Company. Adobe, Adobe Acrobat en Adobe Reader zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Inc. PowerPC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation. CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation.
Alle overige merk- en productnamen zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de respectieve bedrijven. De symbolen ™ en ® worden niet in deze gebruikershandleiding gebruikt.
x
Energiebesparingsfunctie Het apparaat is uitgerust met een laagverbruikmodus, waarbij het energieverbruik tot een minimum wordt beperkt wanneer er gedurende een bepaalde tijdsperiode sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt geen activiteiten hebben plaatsgevonden. Het heeft ook een uitschakelmodus, waarbij het apparaat zichzelf uitschakelt wanneer er gedurende een ingestelde tijdsperiode geen activiteiten hebben plaatsgevonden. Wanneer het kopieerapparaat over printer- en faxfuncties beschikt, is het uitgerust met een laagverbruikmodus, waarbij de printer- en faxfuncties in een wachtstand blijven staan, maar het energieverbruik wordt beperkt nadat er een bepaalde tijd is verstreken sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt. Het heeft ook een slaapmodus, waarbij de printer- en faxfuncties in een wachtstand blijven staan, maar het energieverbruik tot een minimum wordt beperkt wanneer er binnen een ingestelde tijdsperiode geen activiteiten op het apparaat plaatsvinden.
Laagverbruikmodus Het apparaat schakelt de standbymodus automatisch in wanneer er 1 minuten zijn verstreken sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt. De tijdsperiode waarin er geen activiteiten mogen plaatsvinden voordat de standbymodus wordt geactiveerd, kan worden verlengd. Raadpleeg Laagverbruikmodus op pagina 3-17 voor meer informatie.
Uitschakelmodus Het apparaat schakelt de uitschakelmodus automatisch in wanneer er 9 minuten zijn verstreken sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt. De tijdsperiode waarin er geen activiteiten mogen plaatsvinden voordat de uitschakelmodus wordt geactiveerd, kan worden verlengd. Raadpleeg Slaapmodus op pagina 3-17 voor meer informatie.
Slaapmodus (als het kopieerapparaat een printer- en/of faxfunctie heeft) Het apparaat schakelt de slaapmodus automatisch in wanneer er 9 minuten zijn verstreken sinds het apparaat voor het laatst werd gebruikt. De tijdsperiode waarin er geen activiteiten mogen plaatsvinden voordat de slaapmodus wordt geactiveerd, kan worden verlengd. Raadpleeg Slaapmodus op pagina 3-17 voor meer informatie.
Automatische dubbelzijdige kopieerfunctie Dit apparaat beschikt over dubbelzijdig kopiëren als standaardfunctie. Als u bijvoorbeeld twee enkelzijdige originelen als dubbelzijdige kopie op één vel papier kopieert, kunt u de hoeveelheid gebruikt papier beperken. Raadpleeg Duplexmodus op pagina 3-10 voor meer informatie.
Gerecycled papier Dit apparaat ondersteunt het gebruik van gerecycled papier om de belasting van het milieu te verminderen. Uw verkoop- of servicevertegenwoordiger kan informatie geven over aanbevolen papiersoorten.
xi
Energy Star (ENERGY STAR®)-programma Wij hebben als bedrijf dat deelneemt aan het internationale Energy Starprogramma vastgesteld dat dit product voldoet aan de standaarden zoals bepaald in het internationale Energy Star-programma.
Veiligheid van de laserstraal (Europa) Laserstralen kunnen gevaarlijk zijn voor het menselijk lichaam. Om deze reden is de laserstraal in het apparaat hermetisch afgesloten binnen een beschermende behuizing en achter een externe afdekking. Bij normale bediening van het product door de gebruiker kan er geen straling uit het apparaat ontsnappen. Dit apparaat wordt geclassificeerd als een laserproduct van klasse 1 volgens IEC 60825. Voorzichtig: Het uitvoeren van andere procedures dan in deze handleiding beschreven, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling. Deze etiketten zijn aangebracht op de laserscaneenheid in het apparaat en bevinden zich niet op een plaats die toegankelijk is voor de gebruiker.
Het onderstaande etiket bevindt zich aan de rechterkant van het apparaat.
xii
Veiligheidsinstructies met betrekking tot het afsluiten van de stroomtoevoer Voorzichtig: De stekker is het belangrijkste onderdeel voor het afsluiten van de stroomtoevoer! Andere schakelaars op de apparatuur zijn slechts functionele schakelaars en zijn niet geschikt om de apparatuur van de stroomtoevoer los te koppelen. VORSICHT: Der Netzstecker ist die Hauptisoliervorrichtung! Die anderen Schalter auf dem Gerät sind nur Funktionsschalter und können nicht verwendet werden, um den Stromfluß im Gerät zu unterbrechen.
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET 2004/108/EC, 2006/95/EEC, 93/68/EEC en 1995/5/EC Wij verklaren op basis van onze eigen verantwoordelijkheid dat het product waarop deze verklaring betrekking heeft in overeenstemming is met de volgende specificaties: EN55024 EN55022 Klasse B EN61000-3-2 EN61000-3-3 EN60950-1 EN60825-1 EN300 330-1 EN300 330-2
Radiofrequentiezender Dit apparaat bevat een verzendmodule. Wij, de fabrikant, verklaren hierbij dat deze apparatuur in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC.
Radio-identificatietechnologie In sommige landen is de radio-identificatietechnologie die bij deze apparatuur wordt gebruikt om de tonercontainer te identificeren onderhevig aan autorisatie. Het gebruik van deze apparatuur kan als gevolg hiervan beperkt zijn.
xiii
SAFETY OF LASER BEAM (USA) 1. Safety of laser beam This machine has been certified by the manufacturer to Class 1 level under the radiation performance standards established by the U.S.DHHS (Department of Health and Human Services) in 1968. This indicates that the product is safe to use during normal operation and maintenance. The laser optical system, enclosed in a protective housing and sealed within the external covers, never permits the laser beam to escape.
2. The CDRH Act A laser-product-related act was implemented on Aug. 2, 1976, by the Center for Devices and Radiological Health (CDRH) of the U.S. Food and Drug Administration (FDA). This act prohibits the sale of laser products in the U.S. without certification, and applies to laser products manufactured after Aug. 1, 1976. The label shown below indicates compliance with the CDRH regulations and must be attached to laser products marketed in the United States. On this machine, the label is on the right.
3. Optical unit When checking the optical unit, avoid direct exposure to the laser beam, which is invisible. Shown at below is the label located on the cover of the optical unit.
4. Maintenance For safety of the service personnel, follow the maintenance instructions in the other section of this manual.
5. Safety switch The power to the laser unit is cut off when the front cover is opened.
xiv
Safety Instructions Regarding the Disconnection of Power Caution: The power plug is the main isolation device! Other switches on the equipment are only functional switches and are not suitable for isolating the equipment from the power source. Attention: Le débranchement de la fiche secteur est le seul moyen de mettre l’appareil hors tension. Les interrupteurs sur l’appareil ne sont que des interrupteurs de fonctionnement: ils ne mettent pas l’appareil hors tension.
WARNING This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures: • • • • •
Reorient or relocate the receiving antenna. Increase the separation between the equipment and receiver. Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help. The use of a non-shielded interface cable with the referenced device is prohibited.
CAUTION — The changes or modifications not expressly approved by the party responsible for compliance could void the user’s authority to operate the equipment. This device complies with Part 15 of FCC Rules and RSS-Gen of IC Rules. Operation is subject to the following two conditions; (1) this device may not cause interference, and (2) this device must accept any interference, including interference that may cause undesired operation of the device. * The above warning is valid only in the United States of America.
Radio Tag Technology In some countries the radio tag technology used in this equipment to identify the toner container may be subject to authorization and the use of this equipment may consequently be restricted.
MERCURY WARNING THE LAMP(S) INSIDE THIS PRODUCT CONTAIN MERCURY AND MUST BE RECYCLED OR DISPOSED OF ACCORDING TO LOCAL, STATE OR FEDERAL LAWS.
xv
Warranty (USA) KM-2540 / KM-3040 MULTIFUNCTIONAL PRODUCT LIMITED WARRANTY Kyocera Mita America, Inc. and Kyocera Mita Canada, Ltd. (both referred to as “Kyocera”) warrant the Customer’s new Multifunctional Product (referred to as “MFP”), and the new accessories installed with the initial installation of the MFP, against any defects in material and workmanship for a period of one (1) year, or 300,000 copies/prints from date of installation, whichever first occurs. In the event the MFP or an accessory is found to be defective within the warranty period, Kyocera’s only obligation and the Customer’s exclusive remedy shall be replacement of any defective parts. Kyocera shall have no obligation to furnish labor. This warranty is valid only for the original retail purchaser (referred to as the “Customer”) of a new Kyocera MFP in the United States of America or Canada, based upon the country of purchase. In order to obtain performance of this warranty, the Customer must immediately notify the Authorized Kyocera Dealer from whom the product was purchased. If the Kyocera Dealer is not able to provide service, write to Kyocera at the address below for the name and address of the Authorized Kyocera Dealer in your area or check Kyocera’s Website at www.kyoceramita.com. This warranty does not cover MFP’s or accessories which: (a) have become damaged due to operator negligence, misuse, accidents, improper storage or unusual physical or electrical stress, (b) have used parts or supplies which are not genuine Kyocera brand parts or supplies, (c) have been installed or serviced by a technician not employed by Kyocera or an Authorized Kyocera Dealer, or (d) have had the serial number modified, altered, or removed. This warranty does not cover Maintenance Kits or the components of Maintenance Kits, which consist of the drum unit, the fixing unit, and the developing unit which have separate warranties. This warranty gives the Customer specific legal rights. The Customer may also have other rights, which vary from state to state, or province to province. Neither the seller, nor any other person, is authorized to extend the time period or expand this warranty on behalf of Kyocera. THIS WARRANTY IS MADE IN LIEU OF ALL OTHER WARRANTIES AND CONDITIONS, EXPRESS OR IMPLIED, AND KYOCERA SPECIFICALLY DISCLAIMS ANY IMPLIED WARRANTY OR CONDITION OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. THIS WARRANTY SHALL NOT EXTEND TO, AND KYOCERA SHALL NOT BE LIABLE FOR, ANY INCIDENTAL OR CONSEQUENTIAL DAMAGES WHICH MAY ARISE OUT OF THE USE OF, OR INABILITY TO USE, THE MFP.
xvi
Over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:
1 Onderdeelnamen Beschrijft de onderdelen van het apparaat en de toetsen op het bedieningspaneel. 2
Voorbereiding voor het gebruik
Uitleg over het toevoegen van papier, het plaatsen van originelen, het aansluiten van het apparaat en benodigde configuraties voor het eerste gebruik. 3
Basishandelingen
Beschrijft de basisprocedures voor kopiëren. 4
Optionele apparatuur
Introduceert de handige optionele apparatuur die voor dit apparaat beschikbaar is. 5
Onderhoud
Beschrijft het reinigen van het apparaat en het vervangen van de toner. 6
Problemen oplossen
Uitleg over het verwerken van foutberichten, papierstoringen en andere problemen. Appendix Bevat uitleg over het invoeren van tekst, beschrijft de mediatypen die kunnen worden gebruikt met het apparaat en geeft een overzicht van de specificaties van het apparaat.
Conventies in deze handleiding De volgende conventies worden gebruikt, afhankelijk van de aard van de beschrijving. Conventie
Beschrijving
Voorbeeld
Vet
Geeft toetsen op het bedieningspaneel aan. Geeft toetsen op het aanraakpaneel aan. Geeft berichten op het aanraakpaneel aan. Geeft extra informatie of handelingen ter referentie aan. Geeft verplichte of verboden items aan om problemen te voorkomen.
Druk op de Start-toets.
[Normaal] Cursief Opmerking
BELANGRIJK
Druk op [Standaard]. Gereed voor kopiëren wordt weergegeven. Opmerking -
BELANGRIJK -
xvii
Originelen en papierformaten In deze paragraaf wordt de in deze handleiding gebruikte notatie uitgelegd, wanneer naar origineelformaten of papierformaten wordt verwezen. Bij A4 en B5, die zowel horizontaal als verticaal kunnen worden gebruikt, wordt de horizontale richting van het origineel/papier met een extra Rteken aangegeven. Aangegeven formaat a
Ingestelde richting Verticale richting
B A
B
A4, B5, A5, B6, A6, 16K
A
Origineel
Formaat
Bij origineel/papier is afmeting A langer dan B. Horizontale richting
B A
B
A4R, B5R, A5R, B6R, A6R, 16KR
A
Origineel
Formaat
Bij origineel/papier is afmeting A korter dan B. a.
xviii
Het formaat van het origineel/papier dat kan worden gebruikt, is afhankelijk van de functie en de invoerlade. Raadpleeg de pagina over die functie of invoerlade voor meer informatie.
1
Onderdeelnamen
In dit hoofdstuk worden onderdelen van het apparaat en toetsen op het bedieningspaneel beschreven. Hoofdgedeelte Bedieningspaneel Aanraakpaneel
Onderdeelnamen
1-2 1-5 1-6
1-1
Hoofdgedeelte 1 7
2 3
8
4
5 6
9 10
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
1-2
Origineelklep (optioneel) Glasplaat Aanduidingsplaten origineelformaat Linkerklep 1 Hendel linkerklep 1 Linkerklep 2 Houder voor paperclips Bedieningspaneel Cassette 1 Cassette 2
Onderdeelnamen
11
12
13 14
18
15 16
17
11 12 13 14 15 16 17 18
Onderdeelnamen
Tonercontainer Stopper tonercontainer Hoofdlader Tonerafvalbak Reinigingsborstel Groene knop (A1) Papierinvoereenheid (A2) Klep papierinvoereenheid (A3)
1-3
24
19 25 26 27 28
20
21
22 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
1-4
23
Voorklep Papierbreedtegeleider Instelmechanisme voor papierbreedte Papierlengtegeleider Draaghendels Bovenste opvangbak Uitvoerstopper Papierbreedtegeleider Hoofdschakelaar MF-lade (multifunctionele lade)
Onderdeelnamen
Bedieningspaneel 1
5
6
7
8
9
Pap.form. A4 100%
Gereed voor kopiëren.
2 3 4
A4 Normaal A3 Kleur A4 Normaal
11 12 13
Auto %
APS MF Lade Normaal
Gebr.sel.
Uit
100%
Autom. belichting
Nieten Linksboven
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Nieten
Functie
14
Inst.
17
4-in-1
A4 Normaal Standaard
10
Marge Links Rand Wissen
18
Programma
19
15 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Onderdeelnamen
16
Draaiknop voor het aanpassen van de helderheid Toets (lampje) Copy (kopieerapparaat) Toets (lampje) Print Toets (lampje) FAX Toets System Menu/Counter (systeemmenu/teller) Toets en lampje Print Management (afdrukbeheer) Toets en lampje Repeat Copy (herhalingskopie) Toets en lampje Job Build (opbouwtaak) Toets en lampje Mixed Sized Originals (originelen met diverse formaten) Toets Logout (afmelden) Toets en lampje Interrupt (onderbreken) Toets en lampje Energy Saver (energiespaarmodus) Toets en lampje Power (aan/uit) Hoofdvoedingslampje Aanraakpaneel Cijfertoetsen Toets Reset (resetten) Toets Stop/Clear (stoppen/wissen) Toets en lampje Start (starten)
1-5
Aanraakpaneel Wordt weergegeven door op de Copy-toets te drukken. Het scherm verandert wanneer op 1, 2, 3 en 4 wordt gedrukt.
1
Scherm [Standaard] Pap.form. A4 100%
Gereed voor kopiëren. A4 Normaal A3 Kleur A4 Normaal A4 Normaal
4-in-1
Auto %
APS MF Lade Normaal
Standaard
Marge Links
Uit
100%
Autom. belichting
Nieten Linksboven
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Nieten
Gebr.sel.
1
2
Inst.
Functie
2
3
Rand Wissen
Programma
4
Scherm [Gebr.sel.] Pap.form. A4 100%
Gereed voor kopiëren.
Inst.
4-in-1 Beeldkwaliteit
Sorteren/ groeperen
Marge/ bld versch
Wismodus
Kop. smnv.
Pagina nummers
Boek
Voorbladmodus
Selecteer form orig.
Standaard
3
Gebr.sel.
Functie
Rand Wissen
Programma
Scherm [Functie] Pap.form. A4 100%
Gereed voor kopiëren. Selecteer papier
dubbelz./ splitsen
Selecteer form orig.
Kop. smnv.
Belichtingsmodus
Verkl./ vergroten
Autom. selectie
Batch Scannen
Beeldkwaliteit
Marge/ bld versch
Pagina nummers
Sorteren/ groeperen
Wismodus
Voorbladmodus
Standaard
4
Marge Links
dubbelz./ splitsen
Gebr.sel.
Functie
4-in-1 Omhoog Omlaag
Marge Links Rand Wissen
Boek Programma
Scherm [Programma] Pap.form. A4 100%
Gereed voor kopiëren. Oproepen
Prog./verw.
abc
Vastleggen
list d
list a list b
file 1
list c
file 2
Standaard
1-6
Inst.
Gebr.sel.
Verw.
Inst.
4-in-1 Marge Links Rand Wissen
Wijzigen naam Functie
Programma
Onderdeelnamen
2
Voorbereiding voor het gebruik
Dit hoofdstuk geeft uitleg over de voorbereidingen die u moet treffen voordat u het apparaat in gebruik neemt. Papier plaatsen 2-2 Voordat u papier plaatst........................................................... 2-2 Papier in cassette 1 en 2 plaatsen .......................................... 2-3 Papier in de MF-lade plaatsen................................................. 2-5 Enveloppen plaatsen ............................................................... 2-7 Het mediatype en het papierformaat voor de cassettes en de MF-lade instellen 2-8 Het papierformaat voor de cassettes opgeven........................ 2-8 Het mediatype voor de cassettes opgeven ............................. 2-9 Het papierformaat voor de MF-lade opgeven........................ 2-10 Het mediatype voor de MF-lade opgeven ............................. 2-14 Originelen plaatsen 2-15 Originelen op de glasplaat leggen ......................................... 2-15 Originelen in de documenttoevoer plaatsen (optioneel) ........ 2-16 Taal 2-19
Voorbereiding voor het gebruik
2-1
Papier plaatsen In de standaardconfiguratie kan papier in de twee cassettes en de MFlade worden geplaatst. Er is ook een optionele papierinvoer verkrijgbaar. (Zie Hoofdstuk 4 Optionele apparatuur.)
Voordat u papier plaatst Wanneer u een nieuw pak papier opent, waaiert u het papier eerst los om de vellen uit elkaar te halen. Volg daarbij onderstaande stappen.
1 2 3 4
Buig de stapel papier zodanig dat het midden van het papier omhoog wijst. Houd beide uiteinden van de stapel vast, zorg dat de onderkant van de stapel vlak is en doe de bovenkant omhoog wijzen. Beweeg uw rechter- en linkerhand beurtelings omhoog om een opening te creëren en lucht tussen de vellen papier te brengen. Maak er ten slotte een rechte stapel van op een vlakke tafel.
Als het papier gekruld of gevouwen is, maakt u dit recht voordat u het papier plaatst. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken.
BELANGRIJK Als u op gebruikt papier (papier dat al voor kopiëren is gebruikt) kopieert, gebruikt u geen geniet papier of papier dat met een paperclip aan elkaar is bevestigd. Dit kan het apparaat beschadigen of een slechte beeldkwaliteit veroorzaken. Opmerking Als afdrukken omkrullen of niet netjes zijn gestapeld, draait u de stapel papier in de cassette om. Stel geopend papier niet bloot aan hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid, aangezien vocht problemen kan veroorzaken. Sluit na het plaatsen van papier in de MF-lade of in een cassette eventueel resterend papier goed in de bewaarzak voor papier af. Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, beschermt u al het papier tegen vocht door het uit de cassettes te verwijderen en in de bewaarzak voor papier op te bergen. Opmerking Raadpleeg de Advanced Operation Guide als u speciaal papier gebruikt zoals briefhoofden, papier met perforaties of voorgedrukt papier met bijvoorbeeld een logo of bedrijfsnaam.
2-2
Voorbereiding voor het gebruik
Papier in cassette 1 en 2 plaatsen U kunt tot 500 vellen standaardpapier (80 g/m²) of gekleurd papier (80 g/m²) in elk van de twee standaardcassettes plaatsen. De volgende papierformaten worden ondersteund: 11 × 17", 8 1/2 × 14", 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", 5 1/2 × 8 1/2", 8 1/2 × 13" (Oficio II), 8 1/2 × 13 1/2", A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, Folio, 8K, 16K en 16KR.
BELANGRIJK Wanneer u andere mediatypen gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), moet u altijd de instelling van het mediatype opgeven. (Raadpleeg Het mediatype voor de cassettes opgeven op pagina 2-9.) In de cassettes kan papier van 60 tot 120 g/m² worden geplaatst. Wanneer u papier van 120 g/m² gebruikt, moet u [Dik papier] opgeven voor Het mediatype voor de cassettes opgeven op pagina 2-9. Een verkeerde instelling van het mediatype kan papierstoringen en een slechtere kopieerkwaliteit tot gevolg hebben.
1
Trek de cassette naar u toe, totdat deze stopt. Opmerking Trek niet meer dan één cassette tegelijkertijd uit.
2
Houd het instelmechanisme voor de papierbreedte vast, terwijl u de papierbreedtegeleiders op het papierformaat aanpast. Opmerking De papierformaten staan op de cassette vermeld.
3
Voorbereiding voor het gebruik
Pas de papierlengtegeleider aan de lengte van het papier aan.
2-3
Opmerking De papierformaten staan op de cassettes vermeld. A
Volg onderstaande stappen voor het instellen van de formaatschakelaar om te wisselen tussen het inchformaat en het metrisch formaat (A, B-formaten). 1 B
2 3
Houd het instelmechanisme voor de papierbreedte vast, terwijl u de papierbreedtegeleider op een andere stand zet dan die van het papier. Draai de formaatschakelaar A 90°. > Zet de formaathendel B omhoog (C) of omlaag (I). C: metrisch formaat (centimeter) (A, B-formaten) I: inchformaat
4
4
Draai de formaatschakelaar 90° om hem te vergrendelen. >
Leg het papier strak tegen de linkerkant van de cassette aan.
BELANGRIJK Zorg voor het plaatsen van het papier dat het niet gekruld of gevouwen is. Gekruld of gevouwen papier kan papierstoringen veroorzaken. Zorg dat het papier niet boven de niveau-aanduiding uitkomt (zie de afbeelding). Wanneer u het papier plaatst, houdt u de kant van de sluiting opwaarts gericht. De lengte- en breedtegeleiders van het papier moeten aan het papierformaat worden aangepast. Wanneer u het papier plaatst zonder deze geleiders aan te passen, kan het papier schuin worden ingevoerd met papierstoringen tot gevolg. Zorg ervoor dat de lengte- en breedtegeleiders stevig tegen het papier geklemd zitten. Als er nog ruimte is, past u de geleiders opnieuw aan het papier aan.
5 6
Plaats het relevante papierformaatkaartje in de sleuf om het formaat van het geplaatste papier aan te geven. Duw de cassette voorzichtig terug. Opmerking Als het apparaat langere tijd niet gebruikt gaat worden, beschermt u al het papier tegen vocht door het uit de cassettes te verwijderen en in de oorspronkelijke verpakking op te bergen.
7
2-4
Selecteer het mediatype (normaal, gerecycleerd, enz.) voor de cassette op het bedieningspaneel. (Raadpleeg Het mediatype voor de cassettes opgeven op pagina 2-9.)
Voorbereiding voor het gebruik
Papier in de MF-lade plaatsen De MF-lade kan tot 200 vellen standaardpapier (80 g/m²) bevatten. De MF-lade kan papierformaten van 11 × 17" tot 5 1/2 × 8 1/2", A3 tot A6R, 8K, 16K en 16KR bevatten. Gebruik de MF-lade om af te drukken op speciaal papier.
BELANGRIJK Wanneer u andere mediatypen gebruikt dan normaal papier (zoals gerecycled of gekleurd papier), moet u altijd de instelling van het mediatype opgeven. (Raadpleeg Het mediatype voor de MFlade opgeven op pagina 2-14.) De capaciteit van de MF-lade is als volgt: • • • • • •
Dik papier (120 g/m²): 130 vellen Dik papier (160 g/m²): 100 vellen Dik papier (200 g/m²): 50 vellen Hagaki: 80 vellen OHP-folies: 25 vellen Envelop DL, Envelop C5, Comm. #10, Monarch, Youkei 4, Youkei 2: 20 vellen Opmerking Wanneer u papier met een aangepast formaat plaatst, geeft u het papierformaat op volgens de richtlijnen in Het papierformaat voor de MF-lade opgeven op pagina 2-10. Wanneer u speciaal papier gebruikt zoals transparanten of dik papier, selecteert u het papiertype volgens de richtlijnen in Het mediatype voor de MF-lade opgeven op pagina 2-14.
Voorbereiding voor het gebruik
1
Open de MF-lade.
2
Pas de papierbreedtegeleiders aan de breedte van het papier aan.
2-5
3
Plaats het papier langs de papierbreedtegeleiders in de lade, totdat het niet verder kan.
BELANGRIJK Houd de kant van de sluiting opwaarts gericht. Gekruld papier moet u recht maken voor gebruik. Strijk de bovenzijde glad als die opgekruld is. Wanneer u papier plaatst, moet u de papierbreedtegeleiders steeds aanpassen aan de breedte van het papier. Als u het papier tegen een zijde van de MF-lade aandrukt en vervolgens het apparaat gebruikt zonder de papierbreedtegeleiders aan te passen aan de breedte van het papier, zullen storingen ontstaan.
2-6
Voorbereiding voor het gebruik
Enveloppen plaatsen Er kunnen tot 20 enveloppen in de MF-lade worden geplaatst. De volgende envelopformaten kunnen worden gebruikt. Ondersteunde envelop
Formaat
Monarch Comm. #10 Envelope DL Envelope C5 Executive Comm. #9 Comm. #6-3/4 ISO B5 Envelope C4 Oufuku Hagaki Youkei 2 Youkei 4
3 7/8 × 7 1/2" 4 1/8 × 9 1/2" 110 × 220 mm 162 × 229 mm 7 1/4 × 10 1/2" 3 7/8 × 8 7/8" 3 5/8 × 6 1/2" 176 × 250 mm 229 × 324 mm 148 × 200 mm 162 × 114 mm 234 × 105 mm
1
Open de MF-lade.
2
Pas de papierbreedtegeleiders aan de breedte van de envelop aan.
3
Sluit de flap bij enveloppen met een liggend formaat. Schuif de envelop zo ver mogelijk langs de geleiders en houd daarbij de te bedrukken zijde naar boven met de klep gesloten. Open de flap bij enveloppen met een staand formaat. Schuif de envelop zo ver mogelijk langs de geleiders en houd daarbij de te bedrukken zijde naar boven met de klep in de tegenovergestelde richting van de ingang gericht.
BELANGRIJK Hoe u de enveloppen precies moet plaatsen (richting en kant) hangt af van het soort envelop. Zorg dat u ze op de juiste manier plaatst. Anders kunnen ze in de verkeerde richting of op de verkeerde kant worden bedrukt. Opmerking Wanneer u enveloppen in de MF-lade plaatst, raadpleegt u Het mediatype voor de MF-lade opgeven op pagina 2-14 om de envelopsoort te selecteren.
Voorbereiding voor het gebruik
2-7
Het mediatype en het papierformaat voor de cassettes en de MF-lade instellen De standaardinstelling van het papierformaat voor cassettes 1 en 2 en voor de optionele papierinvoer (cassettes 3 en 4) is [Autom. Detectie], en de standaardinstelling van het mediatype is [Normaal]. Om het papiertype dat wordt gebruikt vast in te stellen, moet u de instellingen van het papierformaat en het mediatype opgeven. Raadpleeg Het papierformaat voor de cassettes opgeven hieronder en Het mediatype voor de cassettes opgeven op pagina 2-9. De standaardinstelling van het papierformaat voor de MF-lade is [Autom. Detectie], en de standaardinstelling van het mediatype is [Normaal]. Om het papiertype dat wordt gebruikt vast in te stellen, moet u de instellingen van het papierformaat en het mediatype opgeven. Raadpleeg Het papierformaat voor de MF-lade opgeven op pagina 2-10 en Het mediatype voor de MF-lade opgeven op pagina 2-14.
Het papierformaat voor de cassettes opgeven Om het papiertype dat wordt gebruikt in cassette 1 en 2 en de optionele papierinvoer (cassettes 3 en 4) vast in te stellen, moet u het papierformaat opgeven. Als u het papierformaat automatisch wilt zoeken, stelt u [Autom. Detectie] in en kiest u [Centimeter] of [Inch]. De volgende papierformaten zijn beschikbaar. 11 × 17", 8 1/2 × 14", 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", 5 1/2 × 8 1/2", 8 1/2 × 13 1/2", 8 1/2 × 13" (Oficio II), A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, Folio, 8K, 16K, 16KR
1
2 3
Systeem Menu/ Counter Systeemmenu Kopiëren standaard
Taal
Taak Accoun
MF Lade instelling Machine standaard
Registreer orig form.
4
Machine standaard Standaardmenu Automat. ladenwisseling Papierformaat (1e lade) Papierformaat (2e lade) Papierformaat (3e lade) Papierformaat (4e lade)
Instellingsmodus Aan / Alle types papier Auto/Centimeter Auto/Centimeter Auto/Centimeter Auto/Centimeter
Druk op [Machine standaard]. Gebruik de cijfertoetsen om de 4-cijferige beheercode in te voeren. De standaardinstelling is 2500 voor het model van 25 kpm en 3000 voor het model van 30 kpm. Als de juiste beheercode is ingevoerd, wordt het scherm Machine standaard weergegeven.
Print rapport
Systeem Menu/ Counter
Druk op de toets System Menu/Counter.
Druk op [S] of [T], selecteer de lade waar u het papierformaat van wilt instellen in Papierformaat (1e lade) - Papierformaat (4e lade) en druk op [Wijz. nr]. Opmerking Wanneer de optionele papierinvoer is geïnstalleerd, worden 3e lade en 4e lade weergegeven.
Wijz. n
Systeemmenu
2-8
Voorbereiding voor het gebruik
5
Sluiten
Vorige
Papierformaat (1e lade) Selecteer autom. papierselectie en voor speciale papierlade(s). A3
5½×8½"
16K
Autom. Detectie
A4
8½×13½"
16K
Stand. formaat
A4
8½×13"
A5
8K
Systeemmenu
Als [Autom. Detectie] is geselecteerd, kiest u de eenheid. Als [Stand. formaat] is geselecteerd, kiest u het papierformaat. Druk op [Sluiten].
- Machine standaard
Toets
Beschrijving
[Sluiten]
Bewaart de instellingen en keert terug naar de vorige pagina. Annuleert de instellingen en keert terug naar de vorige pagina.
[Vorige]
6 7
Druk op [Sluiten]. Druk op [Einde]. Het scherm keert terug naar het scherm [Standaard].
Het mediatype voor de cassettes opgeven Om een ander mediatype dan normaal papier te gebruiken in cassettes 1 en 2 of de optionele papierinvoer (cassettes 3 en 4), moet u de instelling van het mediatype opgeven. De volgende mediatypen zijn beschikbaar. Normaal, Ruw, Velijn papier, Recycle, Preprint, Zwaar, Kleur, Geperf., Briefpap., Dik papier, Hoge kwaliteit, Vrij 1 - 8
BELANGRIJK Als de optionele faxkit is geïnstalleerd, zijn de onderstaande mediatypen beschikbaar voor het afdrukken van ontvangen faxen. Normaal, Ruw, Recycle, Zwaar, Kleur, Hoge kwaliteit, Vrij 1 - 8
1
2 3
Systeem Menu/ Counter Systeemmenu Kopiëren standaard
Taal
Taak Accoun
MF Lade instelling Machine standaard
Registreer orig form.
4
Machine standaard Standaardmenu Papiertype (1e lade) Papiertype (2e lade) Papiertype (3e lade) Papiertype (4e lade) Pap form. voor MFL opsl.
Instellingsmodus Normaal Kleur Normaal Normaal
Druk op [Machine standaard]. Gebruik de cijfertoetsen om de 4-cijferige beheercode in te voeren. De standaardinstelling is 2500 voor het model van 25 kpm en 3000 voor het model van 30 kpm. Als de juiste beheercode is ingevoerd, wordt het scherm Machine standaard weergegeven.
Print rapport
Systeem Menu/ Counter
Druk op de toets System Menu/Counter.
Druk op [S] of [T], selecteer de lade waar u het mediatype van wilt instellen in Papiertype (1e lade) - Papiertype (4e lade) en druk op [Wijz. nr]. Opmerking Wanneer de optionele papierinvoer is geïnstalleerd, worden 3e lade en 4e lade weergegeven.
Wijz. n
Systeemmenu
Voorbereiding voor het gebruik
2-9
Vorig
Papiertype (1e lade) Mediatype selecteren en weergeven. Dik papier
Normaal
Ruw Velijn papier Systeemmenu
Recycle
Kleur
Preprint
Geperf.
Dik papier
Briefpap.
Vrij 1
5 6 7
Vrij 2
Selecteer het mediatype en druk op [Sluiten]. Druk op [Sluiten]. Druk op [Einde]. Het scherm keert terug naar het scherm [Standaard].
Vrij 3 Hoge kwaliteit
Vrij 4
- Machine standaard
Het papierformaat voor de MF-lade opgeven Om het papiertype dat wordt gebruikt in de MF-lade vast in te stellen, moet u de instelling van het papierformaat opgeven. De volgende papierformaten zijn beschikbaar. InstellingsEenheid methode Autom. Detectie
Inch
Centimeter Andere standaardformaten
Invoer formaat
Aangepast formaat
Papierformaat 11 × 17", 8 1/2 × 14", 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", 5 1/2 × 8 1/2" A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, B6R, A6R ISO B5, Envelop DL, Envelop C5, Envelop C4, Comm. #10, Comm. #9, Comm. #63/4, Monarch, Executive, OUFUKU HAGAKI (antwoordkaart), YOUKEI 2, YOUKEI 4, 8 1/2 × 13 1/2", 8 1/2 × 13" (Oficio II), 8K, 16K, 16KR Amerikaanse modellen Hoogte: 3 7/8 - 11 5/8" (stappen van 1/8") Breedte: 5 7/8 - 17" (stappen van 1/8") Europese modellen Hoogte: 98 - 297 mm (stappen van 1 mm) Breedte: 148 - 432 mm (stappen van 1 mm) Vooraf toegewezen papierformaat 1-4 Toewijsbare papierformaten Amerikaanse modellen Hoogte: 3 7/8 - 11 5/8" (stappen van 1/8") Breedte: 5 7/8 - 17" (stappen van 1/8") Europese modellen Hoogte: 98 - 297 mm (stappen van 1 mm) Breedte: 148 - 432 mm (stappen van 1 mm)
Autom. Detectie Het papierformaat wordt automatisch gevonden. Kies tussen maateenheden in [Centimeter] of [Inch].
1
2-10
Druk op de toets System Menu/Counter.
Voorbereiding voor het gebruik
2
Systeem Menu/ Counter
Druk op [MF Lade instelling].
Systeemmenu Kopiëren standaard
Taak Accoun
Taal MF Lade instelling
Machine standaard
Print rapport
Registreer orig form.
Systeem Menu/ Counter Vorig
MF ladeinstelling Eenheid
Pap.form.
Autom. Detectie
Centimeter
Invoerformaat
Inch
Papier
3 4 5
Druk op [Autom. Detectie]. Kies tussen [Centimeter] of [Inch]. Druk op [Sluiten]. Het scherm keert terug naar het scherm [Standaard].
No
Andere Standaard
Andere standaardformaten Geef speciale standaardformaten op.
Systeem Menu/ Counter
1
Druk op de toets System Menu/Counter.
2
Druk op [MF Lade instelling].
3
Druk op [Andere Standaard] en dan op [Selecteer formaat].
Systeemmenu Kopiëren standaard
Taak Accoun
Taal MF Lade instelling
Machine standaard
Registreer orig form.
Print rapport
Systeem Menu/ Counter Vorig
MF ladeinstelling Pap.form.
Autom. formaat
Papier
Envelop C4
Selecteer formaat
Env
Invoerformaat Andere Standaard
Systeem Menu/ Counter Vorig
Selecteer formaat
ISO B5
Comm.#10
EX
8½×13½"
Envelop DL
Comm.#9
OUFUKU HAGAKI
8½×13"
Envelop C5
Comm. #6-3/4
YOUKEI 2
8K
Envelop C4
MO
YOUKEI 4
16K
Voorbereiding voor het gebruik
16K
4 5 6
Selecteer het papierformaat. Druk op [Sluiten]. Druk op [Sluiten]. Het scherm keert terug naar het scherm [Standaard].
2-11
Invoer formaat Geef het gewenste papierformaat op.
Systeem Menu/ Counter
1
Druk op de toets System Menu/Counter.
2
Druk op [MF Lade instelling].
Systeemmenu Kopiëren standaard
Taak Accoun
Taal MF Lade instelling
Machine standaard
Registreer orig form.
Print rapport
Systeem Menu/ Counter MF ladeinstelling
Vorig
Pap.form.
(148 ~432)
(98~297 ) Y
297 mm
X
3 4
Papier
Env
Invoerformaat
Druk op [+] en [–] om de Y (hoogte) en X (breedte) van het formaat in te stellen. Bij de Europese modellen kunt u het formaat rechtstreeks instellen door op de [Cijfers] te drukken.
420 mm
Autom. Detectie
Druk op [Invoerformaat].
5
Andere Standaard
Druk op [Sluiten]. Het scherm keert terug naar het scherm [Standaard].
Aangepast formaat Sla veelgebruikte papierformaten als aangepaste formaten op. U kunt voor elk aangepast formaat tevens het mediatype instellen. Toewijzingsmethode
1
2 3
Systeem Menu/ Counter Systeemmenu Kopiëren standaard
Taal
Taak Accoun
MF Lade instelling Machine standaard
Registreer orig form.
Druk op [Machine standaard]. Gebruik de cijfertoetsen om de 4-cijferige beheercode in te voeren. De standaardinstelling is 2500 voor het model van 25 kpm en 3000 voor het model van 30 kpm. Als de juiste beheercode is ingevoerd, wordt het scherm Machine standaard weergegeven.
Print rapport
4
Systeem Menu/ Counter
Druk op de toets System Menu/Counter.
Druk op [S] of [T] om Pap form. voor MFL opsl. te selecteren en druk op [Wijz. nr].
Machine standaard Standaardmenu Papiertype (1e lade) Papiertype (2e lade) Papiertype (3e lade) Papiertype (4e lade) Pap form. voor MFL opsl.
Instellingsmodus Normaal Kleur Normaal Normaal
Wijz. n
Systeemmenu
2-12
Voorbereiding voor het gebruik
5
Pap form. voor MFL opsl. Voegt papierformaat toe voor multifunctionele lade. Instellingsmodus
Standaardmenu Papierfrm. Papierfrm. Papierfrm. Papierfrm.
(Gebr. (Gebr. (Gebr. (Gebr.
reg. reg. reg. reg.
Druk op [S] of [T], selecteer het te registreren nummer in Papierfrm. (Gebr. reg. 1 - 4) en druk op [Wijz. nr].
1) 2) 3) 4)
297×420mm 297×420mm 297×420mm 297×420mm Wijz. n
Systeemmenu
- Machine standaard
Vor
Papierfrm. (Gebr. reg. 1)
6
Voegt papierformaat toe voor multifunctionele lade. (98~297 ) Y
(148~432)
297 mm
X
Papie
Bij de Europese modellen kunt u het formaat rechtstreeks instellen door op de [Cijfers] te drukken.
420 mm
Uit
Nor
Als u een mediatype wilt opgeven, drukt u op [Selecteer Papiertype]. Selecteer het mediatype en druk op [Sluiten].
Aan
Systeemmenu
- Machine standaard
7 8 9
- Pap form. voor MFL opsl.
Druk op [Aan] en dan op [+] of [–] om de Y (lengte) en X (breedte) van het formaat in te stellen.
Druk op [Sluiten]. Druk op [Sluiten]. Druk op [Einde]. Het scherm keert terug naar het scherm [Standaard].
Instellingsmethode
Systeem Menu/ Counter
1
Druk op de toets System Menu/Counter.
2
Druk op [MF Lade instelling].
3
Druk op [Andere Standaard] en dan op [Selecteer formaat].
Systeemmenu Kopiëren standaard
Taak Accoun
Taal MF Lade instelling
Machine standaard
Print rapport
Registreer orig form.
Systeem Menu/ Counter Vorig
MF ladeinstelling Pap.form.
Autom. formaat
Papier
Envelop C4
Selecteer formaat
Env
Invoerformaat Andere Standaard
u/ Counter Vorige
Sluiten Gebruik reg.
m.#10
EX
8½×13½"
16K
m.#9
OUFUKU HAGAKI
8½×13"
297×420mm
m. /4
YOUKEI 2
8K
297×420mm
YOUKEI 4
16K
297×420mm
Voorbereiding voor het gebruik
297 ×420mm
4 5 6
Selecteer het papierformaat in Aangepast formaat (Gebruik reg.). Druk op [Sluiten]. Druk op [Sluiten]. Het scherm keert terug naar het scherm [Standaard].
2-13
Het mediatype voor de MF-lade opgeven Om een ander mediatype dan normaal papier te gebruiken in de MFlade, moet u de instelling van het mediatype opgeven. De volgende mediatypen zijn beschikbaar. Normaal, Overheads, Ruw, Velijn papier, Etiketten, Recycle, Preprint, Zwaar, Karton kaart, Kleur, Geperf., Briefpap., Dik papier, Envelop, Hoge kwaliteit, Vrij 1 - 8
BELANGRIJK Als de optionele faxkit is geïnstalleerd en u de MFlade gebruikt om ontvangen faxen af te drukken (zie Handmatige papierinvoer in-/uitschakelen (instelling MF-lade) in Hoofdstuk 6 van de gebruikershandleiding van de faxkit), zijn de onderstaande mediatypen beschikbaar. Normaal, Ruw, Recycle, Zwaar, Kleur, Hoge kwaliteit, Vrij 1 - 8 Opmerking Het mediatype voor het papierformaat van de MFlade kan niet worden gewijzigd wanneer er een aangepast formaat is geselecteerd waarvoor al een mediatype is ingesteld.
Systeem Menu/ Counter
1
Druk op de toets System Menu/Counter.
2
Druk op [MF Lade instelling].
3
Druk op [Selecteer Papiertype].
Systeemmenu Kopiëren standaard
Taak Accoun
Taal MF Lade instelling
Machine standaard
Print rapport
Registreer orig form.
u/ Counter Vorige Eenheid
Sluiten
Papiertype
Normaal
Centimeter
Selecteer Papiertype
Inch
Systeem Menu/ Counter Vorig
Selecteer papiertype
2-14
Normaal
Etiketten
Karton kaart
Overheads
Recycle
Kleur
Ruw
Preprint
Geperf.
Velijn papier
Dik papier
Briefpap.
Dik papier
Vrij 1
Envelop
Vrij 2
4 5 6
Selecteer het mediatype. Druk op [Sluiten]. Druk op [Sluiten]. Het scherm keert terug naar het scherm [Standaard].
Vrij 3 Hoge kwaliteit
Vrij 4
Voorbereiding voor het gebruik
Originelen plaatsen Volg onderstaande stappen om originelen te plaatsen voor kopiëren.
Originelen op de glasplaat leggen Naast gewone vellen kunt u als origineel ook boeken of tijdschriften op de glasplaat plaatsen.
1
Open de origineelklep. Opmerking Open in plaats daarvan de optionele documenttoevoer als die is geïnstalleerd. Zorg voor u de documenttoevoer opent, dat geen originelen in de originelenlade of de originelenuitvoer zijn achtergebleven. Achtergebleven originelen kunnen van het apparaat afvallen wanneer de documenttoevoer wordt geopend. Laat de documenttoevoer open als het origineel dikker dan 40 mm is.
2
Plaats het origineel. Plaats de te scannen zijde met het beeld omlaag en lijn ze strak uit tegen de aanduidingsplaten voor het origineelformaat met de linkerachterhoek als referentiepunt. Aanduidingsplaten origineelformaat (Amerikaanse modellen)
Voorbereiding voor het gebruik
2-15
(Europese modellen)
3
Sluit de origineelklep.
BELANGRIJK Duw de origineelklep bij het sluiten niet met kracht omlaag. Te veel druk kan ervoor zorgen dat de glasplaat breekt. Opmerking Er kunnen schaduwen ontstaan aan de randen en in het midden van open originelen.
VOORZICHTIG Laat de documenttoevoer niet openstaan, want dan bestaat er gevaar voor lichamelijk letsel.
Originelen in de documenttoevoer plaatsen (optioneel) De optionele documenttoevoer scant automatisch elk vel van meerdere originelen. Beide zijden van dubbelzijdige originelen worden gescand.
Onderdeelnamen van de documenttoevoer
1
2
3
4
5
6
7
1 2 3
2-16
Lampje voor geplaatste originelen Bovenklep Breedtegeleiders voor originelen
Voorbereiding voor het gebruik
4 5 6 7
Origineleninvoer Originelenuitvoer Origineelstopper Handgreep voor openen
Originelen ondersteund door de documenttoevoer De documenttoevoer ondersteunt de volgende origineelsoorten. Item
Specificaties
Gewicht Formaat
45 g/m² tot 160 g/m² Maximum 11 × 17" tot minimum 5 1/2 × 8 1/2" Maximum A3 tot minimum A5R Normaal papier (80 g/m²), gekleurd papier, gerecycled papier: 75 vellen (originelen met variërende formaten: 30 vellen) Dik papier (120 g/m²): 49 vellen Dik papier (160 g/m²): 37 vellen Kunstdrukpapier: 1 vel Papier van hoge kwaliteit (110 g/m²): 54 vellen
Capaciteit
Originelen niet ondersteund door de documenttoevoer Gebruik de documenttoevoer niet voor de volgende soorten originelen. • • • • • • • • • • • •
Zachte originelen zoals vinylvellen Transparanten zoals OHP-film Carbonpapier Originelen met erg gladde oppervlakken Originelen met kleefband of lijm Natte originelen Originelen met niet goed opgedroogde correctievloeistof Originelen met een onregelmatige vorm (niet rechthoekig) Originelen met uitsparingen Gekreukt papier Originelen met vouwen (Strijk de vouwen glad voor plaatsing. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.) Originelen met paperclips of nietjes (Verwijder paperclips of nietjes en strijk eventuele golvingen, plooien of kreuken glad. Als u dit niet doet, kan een papierstoring optreden.)
Zo plaatst u originelen BELANGRIJK Zorg er voor het plaatsen van originelen voor dat er geen originelen in de originelenuitvoer zijn achtergebleven. Achtergebleven originelen kunnen nieuwe originelen doen vastlopen.
1
Voorbereiding voor het gebruik
Pas de origineelbreedtegeleiders aan de breedte van de originelen aan.
2-17
2
Plaats de originelen. Plaats de te scannen zijde (of de eerste zijde van dubbelzijdige originelen) naar boven. Schuif de voorrand zo ver mogelijk in de documenttoevoer. Het lampje voor geplaatste originelen gaat aan.
BELANGRIJK Kijk of de breedtegeleiders van de originelen perfect op de originelen passen. Als er nog ruimte is, past u de geleiders opnieuw aan. Als u dit niet doet, kan dit leiden tot een papierstoring. Zorg ervoor dat de geplaatste originelen niet boven de niveauaanduiding uitkomen. Anders kan een papierstoring ontstaan (zie de afbeelding). Originelen die voorgeboord zijn of perforaties bevatten, plaatst u zo dat de gaten of perforaties als laatste (en niet als eerste) worden gescand.
Lampje voor geplaatste originelen Het lampje voor geplaatste originelen brandt afhankelijk van de manier waarop de originelen zijn geplaatst. De aanduidingen en hun status zijn de volgende: • • •
2-18
Groen lampje (bovenste lampje) brandt: het origineel is correct geplaatst. Groen lampje (bovenste lampje) knippert: het origineel is niet correct geplaatst. Verwijder het en plaats het opnieuw. Rood lampje (onderste lampje) knippert: het origineel is vastgelopen. Verwijder het vastgelopen origineel en plaats het correct.
Voorbereiding voor het gebruik
Taal Selecteer de taal die op het aanraakpaneel wordt weergegeven. De volgende talen zijn beschikbaar:
Systeem Menu/ Counter
Modeltype
Taal
Amerikaanse modellen Europese modellen
Engels (English), Frans (Français), Spaans (Español), Japans ( ), Portugees (Português) Engels (English), Duits (Deutsch), Frans (Français), Spaans (Español), Italiaans (Italiano), Russisch ( ), Nederlands (Nederlands)
1
Druk op de toets System Menu/Counter.
2
Druk op [Taal].
Systeemmenu Kopiëren standaard
Taak Accoun
Taal MF Lade instelling
Machine standaard
Print rapport
Registreer orig form.
3
Taal
English
Français
Italiano
Nederlands
Españ ol
Selecteer de toets voor de taal die u wilt instellen. Het aanraakpaneel verandert in deze taal.
Deutsch
Systeemmenu
Voorbereiding voor het gebruik
2-19
2-20
Voorbereiding voor het gebruik
3
Basishandelingen
In dit hoofdstuk worden de volgende handelingen uitgelegd. Procedures voor basishandelingen bij kopiëren 3-2 De hoofdschakelaar uitschakelen............................................ 3-3 Beeldkwaliteit selecteren 3-4 Dichtheid aanpassen 3-5 Zoomen 3-6 Automatische zoom ................................................................. 3-6 Handmatige zoom ................................................................... 3-7 Vooraf ingestelde zoom ........................................................... 3-7 XY-zoom .................................................................................. 3-8 Duplexmodus 3-10 Enkelzijdig naar dubbelzijdig ................................................. 3-10 Dubbelzijdig naar dubbelzijdig............................................... 3-10 Boek naar dubbelzijdig .......................................................... 3-10 Splitsmodus 3-13 Dubbelzijdig naar enkelzijdig ................................................. 3-13 Boek naar enkelzijdig ............................................................ 3-13 Sorteermodus 3-15 Onderbrekingskopie 3-16 Laagverbruikmodus 3-17 Automatische laagverbruikmodus ......................................... 3-17 Slaapmodus 3-17 Automatische slaapmodus .................................................... 3-17
Basishandelingen
3-1
Procedures voor basishandelingen bij kopiëren Volg de onderstaande stappen voor de basishandelingen bij het kopiëren.
1
Open het klepje van de hoofdschakelaar en zet de hoofdschakelaar in de stand Aan (|). Na het opwarmen gaat het groene Start-lampje van de Start-toets branden.
2
Plaats het origineel. Opmerking Raadpleeg Originelen plaatsen op pagina 2-15 voor instructies over het plaatsen van originelen.
3
Gereed voor kopiëren. A4 Normaal A3 Kleur A4 Normaal
Auto %
APS MF Lade Normaal
A4 Normaal Standaard
Gebr.sel.
Uit
100%
Autom. belichting
Niet Link
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Niet
Functie
Controleer of [APS] is geselecteerd. In deze modus wordt papier dat overeenkomt met het formaat van de originelen automatisch geselecteerd. Als u het papierformaat wilt wijzigen, drukt u op het gewenste papierformaat om de papierbron te selecteren.
Programma
4
Gebruik de cijfertoetsen om de hoeveelheid kopieën in te vullen. U kunt maximaal 999 exemplaren opgeven.
Opmerking Open de uitvoerstopper wanneer u kopieert op papier van het formaat 11 × 17" of A3.
5
3-2
Druk op de Start-toets.
Basishandelingen
Opmerking Pas de hoek van het bedieningspaneel aan door aan de onderste hendel van het bedieningspaneel te trekken.
6
Verwijder de voltooide kopieën uit de bovenste opvangbak. De bovenste opvangbak heeft ruimte voor 250 vellen standaardpapier (80 g/m²). De feitelijke capaciteit kan echter afhankelijk van het soort en de conditie van het papier verschillen.
De hoofdschakelaar uitschakelen Druk via het bedieningspaneel op de Power-toets en schakel, nadat u heeft gecontroleerd of het Power-lampje is uitgegaan, de hoofdschakelaar uit. Als de optionele faxkit is geïnstalleerd, kunt u geen faxen verzenden/ontvangen wanneer de hoofdschakelaar is uitgeschakeld ( -stand). Als u de stroom wilt uitschakelen, drukt u op de Power-toets van het bedieningspaneel.
Basishandelingen
3-3
Beeldkwaliteit selecteren Kies de beeldkwaliteit die geschikt is voor het soort origineel. Beeldkwaliteit
Beschrijving
Tekst+Foto
Geschikt voor een combinatie van tekst- en fotooriginelen. Geschikt voor foto-originelen. Geschikt voor documentoriginelen met grote hoeveelheden tekst.
Foto's Tekst
1 2
Gereed voor kopiëren. A4 Normaal A3 Kleur
Auto %
APS
A4 Normaal
MF Lade Normaal
A4 Normaal Standaard
Gebr.sel.
100%
Niet Link
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Niet
Programma
Gereed voor kopiëren. Selecteer papier
dubbelz./ splitsen
Selecteer form orig.
Kop. smnv.
Belichtingsmodus
Verkl./ vergroten
Autom. selectie
Batch Scannen
Beeldkwaliteit
Marge/ bld versch
Pagina nummers
Sorteren/ groeperen
Wismodus
Voorbladmodus
Standaard
Gebr.sel.
Functie
Tekst+Foto Foto's
3
Druk op [Beeldkwaliteit].
4
Selecteer de beeldkwaliteit.
5
Druk op de Start-toets. Het kopiëren begint.
Boek Programma
Gereed voor kopiëren. Beeldkwaliteit orig.
Druk op [Functie].
Uit Autom. belichting
Functie
Plaats het origineel.
Regist.
Vorig
Tekst+foto:Gebruik de gem. (tekst&fo Foto:Voeg dimensionee Tekst:Kopieer potl.&fij
Tekst
3-4
Basishandelingen
Dichtheid aanpassen Pas de dichtheid automatisch of handmatig aan. De standaardinstelling is [Handmatig]. Volg de onderstaande stappen voor de modus Handmatig.
1 2
Gereed voor kopiëren. A4 Normaal A3 Kleur A4 Normaal
Auto %
APS MF Lade Normaal
A4 Normaal Standaard
Gebr.sel.
Autom. belichting
Niet Link
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Niet
Functie
Druk op de toets voor het aanpassen van de dichtheid ( de dichtheid in te stellen.
/
) om
Druk op [Autom. belichting] om de automatische dichtheid te gebruiken. Het apparaat bepaalt een geschikte dichtheid voor het kopiëren. Als u de dichtheid wilt wijzigen van [Autom.] in [Handmatig], drukt u op de toets voor het aanpassen van de dichtheid ( / ).
Uit
100%
Plaats het origineel.
Programma
3
Druk op de Start-toets. Het kopiëren begint. Opmerking Druk op [Belichtingsmodus] om het scherm Belichtingsmodus weer te geven. U kunt de dichtheid ook aanpassen op dit scherm.
Basishandelingen
3-5
Zoomen Pas de vergroting aan om het origineelbeeld te verkleinen of te vergroten. De volgende zoommodi zijn beschikbaar: •
• • •
Automatische zoom – Hiermee kan het origineelbeeld automatisch worden verkleind of vergroot, zodat het beeld op het geselecteerde papierformaat past. Handmatige zoom – Hiermee kan het origineelbeeld in stappen van 1 % tussen 25 - 400 % worden verkleind of vergroot. Vooraf ingestelde zoom – Hiermee kan het origineelbeeld met vooraf ingestelde vergrotingen worden verkleind of vergroot. XY-zoom – Hiermee kunnen verticale en horizontale vergrotingen onafhankelijk van elkaar worden aangepast. Stel het zoomformaat in stappen van 1 % tussen 25 - 400 % in.
Automatische zoom Hiermee kan het origineelbeeld automatisch worden verkleind of vergroot, zodat het beeld op het geselecteerde papierformaat past.
11 × 17": 129 %
Volg de onderstaande stappen om de automatische zoom te gebruiken.
8 1/2 × 11" A3: 141 %
5 1/2 × 8 1/2": 64 %
A4
A5: 70 % Gereed voor kopiëren.
1
Plaats het origineel en selecteer het papierformaat.
2
Druk op [Auto %].
A4 Normaal A3 Kleur A4 Normaal
Auto %
APS MF Lade Normaal
A4 Normaal Standaard
Gebr.sel.
Uit
100%
Autom. belichting
Niet Link
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Niet
Functie
Programma
Gereed voor kopiëren.
De vergroting wordt weergegeven. A4 Normaal A3 Kleur A4 Normaal
APS
A4 Normaal Standaard
Uit
Auto %
MF Lade Normaal
Gebr.sel.
100%
Autom. belichting
Niet Link
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Niet
Functie
Programma
3
3-6
Druk op de Start-toets. Het beeld wordt automatisch verkleind of vergroot, zodat het op het geselecteerde papier kan worden gekopieerd.
Basishandelingen
Handmatige zoom Hiermee kan het het origineelbeeld in stappen van 1 % tussen 25 400 % worden verkleind of vergroot.
25 %
Volg de onderstaande stappen om de handmatige zoom te gebruiken. 400 % Gereed voor kopiëren. A4 Normaal A3 Kleur A4 Normaal
Auto %
APS MF Lade Normaal
A4 Normaal Standaard
Gebr.sel.
Plaats het origineel en druk op [Verkl./vergroten].
2
Druk op [+] en [–] om de weergegeven vergroting in te stellen.
Uit
100%
Autom. belichting
Niet Link
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Niet
Functie
Programma
Gereed voor kopiëren. Verkleinen/vergroten
Regist. 141% A4 B5
A3 B4
Standaard Zoomen
100%
122% A4 A5
B4 B5
XY-Zoomen
400%
115% B4 B5
A3 A4
200%
86% A3 A4
B4 B5
A5
A3
Druk op [Cijfers] om de verkleining/vergroting met de cijfertoetsen in te voeren.
Vori
Auto %
Cijfers
1
3
Druk op de Start-toets. Het kopiëren begint.
Vooraf ingestelde zoom Hiermee kunnen vooraf ingestelde zoomniveaus worden verkleind of vergroot. Modeltype
Zoomniveau
Amerikaanse modellen
200 % (5 1/2 × 8 1/2"J11 × 17") 154 % (5 1/2 × 8 1/2"J8 1/2 × 14") 129 % (8 1/2 × 11"J11 × 17") 121 % (8 1/2 × 14"J11 × 17") 78 % (8 1/2 × 14"J8 1/2 × 11") 77 % (11 × 17"J8 1/2 × 14") 64 % (11 × 17"J8 1/2 × 11") 50 % (11 × 17"J5 1/2 × 8 1/2") 200 % (A5JA3) 141 % (A4JA3, A5JA4) 127 % (FolioJA3) 106 % (11 × 15"JA3) 90 % (FolioJA4) 75 % (11 × 15"JA4) 70 % (A3JA4, A4JA5)
Europese modellen
Basishandelingen
3-7
Modeltype
Zoomniveau
Europese modellen (Azië/Pacific)
200 % (A5JA3) 141 % (A4JA3, B5JB4) 122 % (A4JB4, A5JB5) 115 % (B4JA3, B5JA4) 86 % (A3JB4, A4JB5) 81 % (B4JA4, B5JA5) 70 % (A3JA4, B4JB5)
Volg de onderstaande stappen om de vooraf ingestelde zoom te gebruiken. Gereed voor kopiëren. A4 Normaal A3 Kleur A4 Normaal
Auto %
APS MF Lade Normaal
A4 Normaal Standaard
Gebr.sel.
Autom. belichting
Niet Link
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Niet
Functie
Inst.
Vorige 141% A4 B5
A3 B4
81% B4 A4 B5 A5
100%
122% A4 A5
B4 B5
70% A3 A4 B4 B5
400%
115% B4 B5
A3 A4
50%
86% A3 A4
B4 B5
25%
A5
A3
Selecteer het zoomniveau. Opmerking U kunt de vergroting desgewenst ook in stappen van 1 % aanpassen door op [+] en [–] te drukken.
Sluiten
Auto %
200%
2
Programma
Pap.form. A4 100%
kopiëren.
jfers
Plaats het origineel en druk op [Verkl./vergroten].
Uit
100%
Regist.
1
3
Druk op de Start-toets. Het kopiëren begint.
XY-zoom Hiermee kunnen verticale en horizontale vergrotingen onafhankelijk van elkaar worden geselecteerd. Stel het zoomniveau in stappen van 1 % tussen 25 - 400 % in.
Y
Volg de onderstaande stappen om de XY-zoom te gebruiken. X
1 2
Gereed voor kopiëren. A4 Normaal A3 Kleur A4 Normaal
Auto %
APS MF Lade Normaal
A4 Normaal Standaard
3-8
Gebr.sel.
Druk op [XY-Zoomen].
Uit
100%
Autom. belichting
Niet Link
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Niet
Functie
Plaats het origineel en druk op [Verkl./vergroten].
Programma
Basishandelingen
3
Gereed voor kopiëren. Verkleinen/vergroten
Regist.
Y
Druk op [+] en [–] om de X- en Y-percentages in te stellen. Druk op [Cijfers] om de verkleining/vergroting met de cijfertoetsen in te voeren.
Vori Sele stan
X
Standaard Zoomen XY-Zoomen Cijfers
Pap.form. A4 100%
kopiëren. Regist.
Vorige
Inst.
4
Selecteer [Achterrand] of [L-bovenhoek] onder Selecteer oorspr. afb.-stand.
Sluiten
Selecteer oorsp. afb.stand.
X
Cijfers
Ac
Cijfers
Cijfers
Achterrand
L.-bovenhoek
5
Basishandelingen
Druk op de Start-toets. Het kopiëren begint.
3-9
Duplexmodus Gebruik de duplexmodus om dubbelzijdige kopieën van verschillende originelen te maken, waaronder tegenover elkaar liggende pagina's (zoals boeken of tijdschriften) en dubbelzijdige originelen.
Enkelzijdig naar dubbelzijdig Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van enkelzijdige originelen worden gemaakt. De achterzijde van de laatst gekopieerde pagina zal voor originelen met een oneven aantal pagina's leeg zijn.
5 4
5 3
3
4
De volgende bindopties zijn beschikbaar.
1
2
2
•
1
Origineel
•
Kopie
Origineel met inbinding links/rechts naar voltooid product met inbinding links/rechts: hierbij wordt de achterzijde gekopieerd met dezelfde richting als de voorzijde. ...A Origineel met inbinding links/rechts naar voltooid product met inbinding boven: hierbij worden beelden op de achterzijde met een rotatie van 180° gekopieerd. De pagina's van het gekopieerde document hebben dezelfde richting als de pagina's vanaf de onderzijde worden omgekeerd. ...B
A
ghi def
B
ghi
ghi
abc
abc
def
abc
def
Origineel
Kopie
Dubbelzijdig naar dubbelzijdig 5
5
3
3
4
4 1
1
2
2
Origineel
Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen worden gemaakt. Opmerking Voor deze bewerking is de optionele documenttoevoer nodig.
Kopie
De ondersteunde papierformaten voor afdrukken van dubbelzijdig naar dubbelzijdig zijn: 11 × 17", 8 1/2 × 14", 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", 5 1/2 × 8 1/2", 8 1/2 × 13" (Oficio II), 8 1/2 × 13 1/2", A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R en Folio.
Boek naar dubbelzijdig Hiermee kunnen dubbelzijdige kopieën van originelen zoals boeken en tijdschriften met tegenover elkaar liggende pagina's worden gemaakt. 4
2
1
4
3
3 1
1
2
2
1
0
3
4
2
3
2
1
3
4 3
1
0
2
Origineel
Kopie
Opmerking De ondersteunde papierformaten voor kopiëren van boek naar dubbelzijdig zijn: 11 × 17", 8 1/2 × 11", A3, B4, A4R, B5R, A5R en 8K.
3-10
Basishandelingen
Volg de onderstaande stappen om dubbelzijdig te kopiëren. Gereed voor kopiëren. A4 Normaal A3 Kleur
Auto %
APS
A4 Normaal
MF Lade Normaal
A4 Normaal Standaard
Gebr.sel.
Autom. belichting
Niet Link
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Niet
Selecteer papier
dubbelz./ splitsen
Selecteer form orig.
Kop. smnv.
Belichtingsmodus
Verkl./ vergroten
Autom. selectie
Batch Scannen
Beeldkwaliteit
Marge/ bld versch
Pagina nummers
Sorteren/ groeperen
Wismodus
Voorbladmodus
Gebr.sel.
Functie
Gereed
Enkelz. Enkelz.
Enkelz. Dubbelz
Lnks/rchts binden
Dubbelz. Enkelz.
Dubbelz. Dubbelz
Boven binden
Boek Enkelz.
Boek Dubbelz
Sele stan
Ac
4
dubbelz./splitsen
Regist.
Enkelz. Dubbelz Dubbelz. Dubbelz Boek Dubbelz
Boek Enkelz.
Origineel
Gereed
Lnks/rchts binden Boven binden
Lnks/rchts binden Boven binden
Sele stan
Ac
Selecteer voor [Enkelz. J Dubbelz] of [Dubbelz. J Dubbelz] de inbindrichting voor Gereed.
dubbelz./splitsen
Regist. Gereed
Enkelz. Enkelz.
Enkelz. Dubbelz
Lnks/rchts binden
Dubbelz. Enkelz.
Dubbelz. Dubbelz
Boven binden
Boek Enkelz.
Boek Dubbelz
Vori Sele stan
Ac
Stel voor [Boek J Dubbelz] de paginavolgorde van de kopieën voor Gereed in.
Duplex Modus. dubbelz./splitsen
Regist. Origineel
Enkelz. Dubbelz
Dubbelz. Enkelz.
Dubbelz. Dubbelz
Boek Enkelz.
Boek Dubbelz
Basishandelingen
Selecteer voor [Dubbelz. J Dubbelz] of [Boek J Dubbelz] de inbindrichting voor Origineel.
Vori
Duplex Modus.
Enkelz. Enkelz.
Selecteer de gewenste duplexmodus.
Vori
Duplex Modus.
Dubbelz. Enkelz.
3
Programma
Regist.
Enkelz. Enkelz.
Druk op [dubbelz./splitsen].
Boek
Duplex Modus. dubbelz./splitsen
2
Programma
Gereed voor kopiëren.
Standaard
Druk op [Functie].
Uit
100%
Functie
1
Links binden Rechts binden
Gereed
Vori Zet naar
Boek Dubbelz Boek
Boek
3-11
Pap.form. A4 100%
s. Regist. Origineel
Gereed
Lnks/rchts binden Boven binden
Lnks/rchts binden Boven binden
Vorige
Stel voor [Enkelz. J Dubbelz] of [Dubbelz. J Dubbelz] [Achterrand] of [L.-bovenhoek] onder Selecteer oorspr. afb.-stand. in.
Inst.
Sluiten
Selecteer oorsp. afb.stand.
Achterrand
L.-bovenhoek
5
Plaats het origineel en druk op de Start-toets. Als het origineel in de optionele documenttoevoer is geplaatst, wordt automatisch met kopiëren begonnen. Als het origineel op de glasplaat wordt geplaatst, wordt Scan volgende originelen. weergegeven. Plaats de volgende origineelpagina en druk op Start. Als alle origineelpagina's zijn gescand, drukt u op [Scannen voltooid]. Het kopiëren begint.
3-12
Basishandelingen
Splitsmodus Gebruik de splitsmodus om enkelzijdige kopieën van dubbelzijdige originelen of originelen met tegenover elkaar liggende pagina's (zoals boeken of tijdschriften) te maken. U doet dit als volgt.
Dubbelzijdig naar enkelzijdig 1
Hiermee kan elke zijde van een tweezijdig origineel op een afzonderlijk vel worden gekopieerd.
2
1
2
Origineel
Opmerking Voor deze bewerking is de optionele documenttoevoer nodig.
Kopie
De volgende bindopties zijn beschikbaar. • •
Binding links/rechts: hierbij worden de achterzijde en voorzijde van het origineel met dezelfde richting gekopieerd. Binding boven: hierbij wordt de achterzijde ten opzichte van de voorzijde met een rotatie van 180 ° gekopieerd.
Boek naar enkelzijdig 1
2
Hiermee wordt elke pagina van originelen met tegenover elkaar liggende pagina's (zoals boeken of tijdschriften) op een afzonderlijk vel gekopieerd.
2
1
De volgende bindopties zijn beschikbaar.
Origineel
Kopie
• •
Binding links: originelen met tegenover elkaar liggende pagina's worden van links naar rechts gekopieerd. Binding rechts: originelen met tegenover elkaar liggende pagina's worden van rechts naar links gekopieerd. Opmerking De origineelformaten voor de splitsmodus zijn beperkt tot 11 × 17", 8 1/2 × 11", A3, B4, A4R, B5R en 8K. De papierformaten zijn beperkt tot 11 × 8 1/2", A4, B5 en 16K. Wijzig het papierformaat om het origineel op dat formaat aan te passen.
Volg de onderstaande stappen om de splitsmodus te gebruiken. Gereed voor kopiëren. A4 Normaal A3 Kleur A4 Normaal
Auto %
APS MF Lade Normaal
A4 Normaal Standaard
Gebr.sel.
Autom. belichting
Niet Link
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Niet
Selecteer papier
dubbelz./ splitsen
Selecteer form orig.
Kop. smnv.
Belichtingsmodus
Verkl./ vergroten
Autom. selectie
Batch Scannen
Beeldkwaliteit
Marge/ bld versch
Pagina nummers
Sorteren/ groeperen
Wismodus
Voorbladmodus
Gebr.sel.
Basishandelingen
Functie
2
Druk op [dubbelz./splitsen].
Programma
Gereed voor kopiëren.
Standaard
Druk op [Functie].
Uit
100%
Functie
1
Boek Programma
3-13
Gereed voor kopiëren. dubbelz./splitsen
Regist.
Enkelz. Dubbelz
Dubbelz. Enkelz. Boek Enkelz.
Dubbelz. Dubbelz
Ac
dubbelz./splitsen
Regist.
Vori
Origineel
Enkelz. Dubbelz
Dubbelz. Enkelz. Boek Enkelz.
Sele stan
Lnks/rchts binden Boven binden
Boek Dubbelz
Regist. Origineel
Ac
Pap.form. A4 100%
kopiëren.
Geef de ining op in het gedeelte Origineel.
Lnks/rchts binden Boven binden
Gereed voor kopiëren.
Dubbelz. Dubbelz
4
Sele stan
Boek Dubbelz
Enkelz. Enkelz.
Selecteer de gewenste splitsmodus.
Vori
Origineel
Enkelz. Enkelz.
3
Vorige
Inst.
5
Wanneer [Dubbelz. J Enkelz.] is geselecteerd, selecteert u [Achterrand] of [L.-bovenhoek] onder Selecteer oorspr. afb.-stand.
Sluiten
Selecteer oorsp. afb.stand.
Lnks/rchts binden Boven binden Achterrand
L.-bovenhoek
6
Plaats het origineel en druk op de Start-toets. Als het origineel in de optionele documenttoevoer is geplaatst, wordt automatisch met kopiëren begonnen. Als het origineel op de glasplaat wordt geplaatst, wordt Scan volgende originelen. weergegeven. Plaats de volgende origineelpagina en druk op Start. Als alle origineelpagina's zijn gescand, drukt u op [Scannen voltooid]. Het kopiëren begint.
3-14
Basishandelingen
Sorteermodus Hiermee kunnen meerdere originelen worden gescand om volledige sets met kopieën op paginanummer af te leveren.
3 2 1
3 3 2
Volg de onderstaande stappen om de sorteermodus te gebruiken.
2 1
1
3 2 1
Origineel
Kopie
Gereed voor kopiëren. A4 Normaal A3 Kleur
Auto %
APS
A4 Normaal
MF Lade Normaal
A4 Normaal Standaard
Gebr.sel.
Autom. belichting
Niet Link
Verkl./ vergroten
Belichtingsmodus
Niet
Selecteer papier
dubbelz./ splitsen
Selecteer form orig.
Kop. smnv.
Belichtingsmodus
Verkl./ vergroten
Autom. selectie
Batch Scannen
Beeldkwaliteit
Marge/ bld versch
Pagina nummers
Sorteren/ groeperen
Wismodus
Voorbladmodus
Gebr.sel.
Functie
Sorteren
Druk op [Sorteren/groeperen].
Boek Programma
Gereed voor kopiëren. Sorteren/groeperen
2
Programma
Gereed voor kopiëren.
Standaard
Druk op [Functie].
Uit
100%
Functie
1
Regist.
Vor
3 4
Druk op [Sorteren: aan]. Gebruik de cijfertoetsen om de hoeveelheid kopieën in te vullen.
Groeperen
Sorteren: uit
Uit
Sorteren: aan
1 set
5
Plaats het origineel en druk op de Start-toets. Als het origineel in de optionele documenttoevoer is geplaatst, wordt automatisch met kopiëren begonnen. Als het origineel op de glasplaat wordt geplaatst, wordt Scan volgende originelen. weergegeven. Plaats de volgende origineelpagina en druk op Start. Als alle origineelpagina's zijn gescand, drukt u op [Scannen voltooid]. Het kopiëren begint. Er worden complete sets kopieën in de bovenste opvangbak afgeleverd.
Basishandelingen
3-15
Onderbrekingskopie Bij onderbrekingskopiëren kan een kopieertaak worden onderbroken om andere originelen met andere kopieerinstellingen te kopiëren. Wanneer de dringende taak is voltooid, kunt u de onderbroken taken hervatten met hun oorspronkelijke instellingen. U kunt kopieertaken ook onderbreken terwijl ze worden afgedrukt om dringende kopieën te maken. Volg de onderstaande stappen om onderbrekingskopiëren te gebruiken.
1
Druk op de Interrupt-toets. Onderbrekings OK. wordt nu weergegeven.
2 3
4 5
Verwijder de origineelpagina's van de huidige taak tijdelijk en leg ze terzijde. Plaats het origineel voor de onderbrekingstaak.
Geef de kopieerinstellingen voor de onderbrekingstaak op en druk op de Start-toets. Wanneer de dringende taak is voltooid, verwijdert u de originelen en drukt u op de Interrupt-toets. De vorige instellingen worden hersteld. Als er voor de onderbrekingstaak een taak werd afgedrukt, wordt deze taak nu hervat.
6
3-16
Plaats het onderbroken origineel terug en druk op Start om de taak weer te starten.
Basishandelingen
Laagverbruikmodus Wanneer u de laagverbruikmodus wilt inschakelen, drukt u op de Energy Saver-toets. Alleen de lampjes voor Energy Saver, Power en de hoofdschakelaar blijven op het bedieningspaneel branden. Als u wilt doorgaan met kopiëren, voert u een van de volgende handelingen uit. Het apparaat is klaar om te kopiëren. • • •
Druk op een willekeurige toets van het bedieningspaneel. Open de origineelklep of de optionele documenttoevoer. Plaats originelen in de optionele documenttoevoer.
Het apparaat zal het kopiëren binnen 10 seconden hervatten. Als u de optionele printerfunctie of faxfunctie gebruikt en er afdrukgegevens of een fax binnenkomen terwijl het apparaat in de laagverbruikmodus staat, wordt het apparaat automatisch uit de slaapmodus gehaald en begint het af te drukken.
Automatische laagverbruikmodus In de automatische laagverbruikmodus schakelt het apparaat automatisch naar de laagverbruikmodus als het apparaat een vooraf ingestelde tijdsperiode niet actief is geweest. De standaardtijdsperiode voor het overschakelen naar de automatische laagverbruikmodus is 1 minuten.
Slaapmodus Wanneer u de slaapmodus wilt inschakelen, drukt u op de Power-toets. Op het bedieningspaneel blijft alleen het lampje van de hoofdschakelaar branden. Het apparaat gebruikt veel minder stroom dan in de laagverbruikmodus. Als u weer wilt kopiëren, drukt u nogmaals op Power. Het apparaat zal het kopiëren binnen 15 seconden hervatten. Als u de optionele printerfunctie of faxfunctie gebruikt en er afdrukgegevens of een fax binnenkomen terwijl het apparaat in de slaapmodus staat, begint het apparaat af te drukken zonder dat het bedieningspaneel oplicht.
Automatische slaapmodus In de automatische slaapmodus schakelt het apparaat automatisch naar de slaapmodus als het apparaat een vooraf ingestelde tijdsperiode niet actief is geweest. De standaardtijdsperiode voor het overschakelen naar de automatische slaapmodus is 9 minuten.
Basishandelingen
3-17
3-18
Basishandelingen
4
Optionele apparatuur
Dit hoofdstuk introduceert de optionele apparatuur die voor het apparaat beschikbaar is. Overzicht optionele apparatuur 4-2 Documenttoevoer 4-3 Papierinvoer 4-3 Ingebouwde finisher 4-3 Nietjes toevoegen.................................................................... 4-4 Nietstoringen oplossen ............................................................ 4-6 Documentfinisher 4-6 Takenscheider 4-7 Sleutelteller 4-7 De sleutelteller plaatsen .......................................................... 4-7 Printerkit 4-8 Faxkit 4-8
Optionele apparatuur
4-1
Overzicht optionele apparatuur De volgende optionele apparatuur is beschikbaar voor het apparaat.
Documenttoevoer
Sleutelteller
Takenscheider
Documentfinisher
Printerkit
Ingebouwde finisher
4-2
Papierinvoer
Faxkit
Optionele apparatuur
Documenttoevoer Scant automatisch de originelen. U kunt deze ook gebruiken voor dubbelzijdig en gesplitst kopiëren. Voor uitleg over het gebruik van de documenttoevoer raadpleegt u Originelen in de documenttoevoer plaatsen (optioneel) op pagina 2-16.
Papierinvoer Twee bijkomende cassettes die identiek zijn aan de dubbele cassettes van het apparaat kunnen in het apparaat worden geïnstalleerd. De papiercapaciteit is hetzelfde als de papiercapaciteit van cassette 1 en 2 en het papier wordt op dezelfde manier geplaatst. Raadpleeg Papier in cassette 1 en 2 plaatsen op pagina 2-3. Opmerking Voor het verhelpen van papierstoringen vindt u linkerklep 3 aan de linkerkant van de papierinvoer.
Ingebouwde finisher In de ingebouwde finisher kan een grote hoeveelheid afgewerkte afdrukken worden afgeleverd. De finisher biedt een handige sorteerfunctie. Gesorteerde afgewerkte afdrukken kunnen tevens worden geniet. 1 3 5 6
2
4
1 2 3 4 5 6
Optionele apparatuur
Verlengstuk van papieruitvoergeleider Papieruitvoergeleider 1 Papieruitvoergeleider 2 Opvangbak finisher Verwerkingsbak Verlengstuk van opvangbak finisher
4-3
Opmerking Gesorteerde kopieën worden afgeleverd in de opvangbak van de finisher.
Pas het verlengstuk van de papieruitvoergeleider aan het formaat van het papier aan.
De papierformaten staan op het verlengstuk van de papieruitvoergeleider vermeld. Open papieruitvoergeleiders 1 en 2, afhankelijk van het gebruikte papierformaat.
Bij het nieten van papier van het formaat 11 × 17", 8 1/2 × 14", A3 of B4 opent u het verlengstuk van de opvangbak van de finisher om te voorkomen dat het papier uit de bak valt.
Nietjes toevoegen 1
4-4
Open de voorklep van het nietapparaat.
Optionele apparatuur
2
Haal de nietjeshouder eruit.
3
Verwijder het lege nietjespatroon uit de nietjeshouder.
4
5
6
Optionele apparatuur
Neem de nietjeshouder in uw linkerhand en plaats met uw rechterhand een nieuw nietjespatroon in de richting van de pijl.
Schuif het nietjespatroon volledig tot op het einde. Trek de papierband rond het nietjespatroon los.
Plaats de nietjeshouder opnieuw in de sleuf van het nietapparaat. De nietjeshouder klikt vast wanneer hij volledig op zijn plaats is geschoven.
4-5
Nietstoringen oplossen 1 2
Verwijder de nietjeshouder volgens stappen 1 en 2 van Nietjes toevoegen. Til de afdekklep op met het lipje A.
A
3
4 5 6 7
Verwijder het geklemde nietje uit het patrooneinde (laadzijde nietjes).
Laat de afdekklep weer zakken. Zet de afdekklep weer op zijn plaats. De afdekklep klikt vast wanneer hij volledig op zijn plaats is geschoven. Til het nietapparaat iets op, laat het zakken en zet het opnieuw op zijn plaats. Sluit de voorklep van het nietapparaat.
Documentfinisher In de documentfinisher kan een grote hoeveelheid afgewerkte kopieën worden afgeleverd. De finisher biedt een handige sorteerfunctie. Gesorteerde afgewerkte kopieën kunnen tevens worden geniet. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de documentfinisher voor meer informatie.
4-6
Optionele apparatuur
Takenscheider Scheidt papier volgens de opvangbak, zodat u het gemakkelijk kunt sorteren. Geef hem op als opvangbak voor kopieer- of afdrukopdrachten. U kunt ook de standaard afleveringsbestemming voor kopieën en ontvangen faxen opgeven. Een papierindicator op de voorkant van het apparaat geeft aan wanneer er papier in de takenscheider zit.
BELANGRIJK Sommige papiersoorten krullen gemakkelijk om en kunnen vastlopen in de papieruitvoereenheid. Als het uitgevoerde papier wegglijdt of niet netjes op een stapel ligt, draait u de stapel papier in de cassette om en probeert u het opnieuw. Opmerking Als u wilt dat het papier wordt afgeleverd in de takenscheider, moet u de uitvoerbestemming selecteren of de standaardinstelling wijzigen. (Raadpleeg Chapter 1 Selecting Output Destination en Chapter 3 Machine Default in de Advanced Operation Guide voor meer informatie.) Wanneer u papier uit de takenscheider verwijdert, moet u het schuin uittrekken om te vermijden dat de hoeken van het papier worden beschadigd.
Sleutelteller Met de sleutelteller kunt u het gebruik van het apparaat bijhouden. De sleutelteller biedt een handige oplossing voor gecentraliseerd beheer van het kopieervolume voor verschillende afdelingen binnen een groot bedrijf.
De sleutelteller plaatsen Plaats de sleutelteller goed in de sleuteltellersleuf. Opmerking Wanneer de sleuteltellerfunctie is ingeschakeld, kunnen er alleen kopieën worden gemaakt wanneer er een sleutelteller in het apparaat is geplaatst. Als de sleutelteller niet goed is geplaatst, wordt Plaats sleutelteller weergegeven.
Optionele apparatuur
4-7
Printerkit Installeer de printerkit als u het apparaat ook als printer wilt gebruiken. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de printerkit voor meer informatie.
Faxkit Installeer de faxkit als u het apparaat ook als fax wilt gebruiken. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de faxkit voor meer informatie.
4-8
Optionele apparatuur
5
Onderhoud
Dit hoofdstuk beschrijft het reinigen van de printer en het vervangen van de toner. Reinigen 5-2 Origineelklep, documenttoevoer en glasplaat ......................... 5-2 Sleufglas.................................................................................. 5-2 Scheider .................................................................................. 5-3 Transferrol ............................................................................... 5-4 Hoofdlader ............................................................................... 5-5 De tonercontainer en tonerafvalbak vervangen 5-7
Onderhoud
5-1
Reinigen Reinig het apparaat regelmatig om een optimale kopieerkwaliteit te garanderen.
VOORZICHTIG Haal voor de veiligheid altijd de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
Origineelklep, documenttoevoer en glasplaat Veeg de achterkant van de optionele documenttoevoer of de origineelklep en de glasplaat schoon met een zachte doek bevochtigd met alcohol of een mild reinigingsmiddel.
BELANGRIJK Gebruik geen verdunners of andere organische oplosmiddelen. Origineelklep (documenttoevoer)
Glasplaat
Sleufglas Reinig het sleufglas voor de origineleninvoer. 1.Open de documentverwerkingseenheid. 2.Reinig het oppervlak van de glasplaat aan de linkerkant en de leeslijn op de documentverwerkingseenheid met de meegeleverde droge doek. 3.Sluit de documentverwerkingseenheid. 4.Druk op [END]. Als de glasplaat vuil is, komen er zwarte lijnen op de kopie.
Als bij het gebruik van de optionele documenttoevoer zwarte strepen of ander vuil op de kopieën verschijnen, veegt u het sleufglas en de witte geleider met de meegeleverde doek schoon. Het bericht: Reinig het sleufglas voor de origineleninvoer. kan verschijnen als het sleufglas gereinigd moet worden. Druk na het reinigen op [Einde].
BELANGRIJK Veeg het sleufglas en de witte geleider zachtjes met een droge doek schoon. Dep voor het verwijderen van lijm of inkt een beetje alcohol op een doekje en reinig het glas voorzichtig. Gebruik geen water, verdunner of organische oplosmiddelen.
1
5-2
Verwijder de doek uit het compartiment voor de reinigingsdoek.
Onderhoud
2
Open de documenttoevoer en veeg sleufglas A schoon.
A
3 4
Veeg de witte geleider B op de documenttoevoer schoon. Druk op [Einde].
B
Scheider Reinig het apparaat regelmatig (eenmaal per maand) zoals hieronder wordt beschreven om de afdrukkwaliteit optimaal te houden.
Onderhoud
1
Open de voorklep.
2
Verwijder de reinigingsborstel (blauw).
3
Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1.
5-3
4
5
Verwijder het vuil van de afscheider door de borstel langs de afscheider heen en weer te bewegen, zoals getoond in de afbeelding.
Berg de reinigingsborstel op en sluit de voorklep en linkerklep 1.
BELANGRIJK Duw op de aangegeven plaats om linkerklep 1 goed te sluiten.
Transferrol Reinig het apparaat regelmatig (eenmaal per maand) zoals hieronder wordt beschreven om de afdrukkwaliteit optimaal te houden.
5-4
1
Open de voorklep.
2
Verwijder de reinigingsborstel (blauw).
3
Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1.
Onderhoud
4
5
Verwijder het vuil van de transferrol door de borstel langs de rol heen en weer te bewegen, zoals getoond in de afbeelding, terwijl u de rol ronddraait met het raderwerk aan het uiteinde.
Berg de reinigingsborstel op en sluit de voorklep en linkerklep 1.
BELANGRIJK Duw op de aangegeven plaats om linkerklep 1 goed te sluiten.
Hoofdlader Als zwarte of witte verticale strepen op de kopieën verschijnen, moet u de hoofdlader reinigen.
1
2 3
4
Onderhoud
Open de voorklep.
Verwijder de tonerafvalbak. Reinig de hoofdlader zoals beschreven in stap 6 t/m 11 van De tonercontainer en tonerafvalbak vervangen op pagina 5-7.
Plaats de tonerafvalbak terug en sluit de voorklep.
5-5
u/ Counter
5
Druk op de toets System Menu/Counter.
6
Druk op [Aanpassing Gebruiker].
7
Druk op [Lader Reinigen].
8
Druk op [Einde]. De afstelling begint. Wacht 5 minuten.
Einde Taak Accounting
Taal MF Lade instelling
Controleer teller
Registreer orig form.
Print rapport
Aanpassing Gebruiker
Systeem Menu/ Counter Aanpassing Gebruiker Reinig drum Lader Reinigen
Systeemmenu
ofdlader. 1.Open de voorklep en verwijder de bak voor gebruikte toner. 2.Reinig de hoofdlader. 3.Plaats na het reinigen de bak voor gebruikte toner terug. Sluit de voorklep en druk op [End]. De machine wordt gedurende 5 min. ingesteld. Raadpleeg de folder bij de tonerhouder of de handleiding voor het reinigen.
5-6
Einde
Onderhoud
De tonercontainer en tonerafvalbak vervangen Wanneer op het aanraakpaneel Voeg toner toe verschijnt, vervangt u onmiddellijk de toner ook al kunt u nog verschillende kopieën maken. Wanneer u de tonercontainer vervangt, dient u tegelijkertijd de tonerafvalbak te vervangen. Reinig telkens als u de tonercontainer vervangt de onderdelen volgens onderstaande instructies. Door vuile onderdelen kan de uitvoerkwaliteit verslechteren.
VOORZICHTIG De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
VOORZICHTIG De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden opengemaakt of vernietigd.
1
Open de voorklep.
WAARSCHUWING De laadsectie bevat hoogspanningsonderdelen. Neem voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gebied werkt, aangezien er gevaar bestaat voor elektrische schokken.
Onderhoud
2
Verwijder de tonerafvalbak.
3
Trek de sticker los van de tonerafvalbak en verwijder de dop.
5-7
4
5
Steek de dop in de opening in de tonerafvalbak en plak de sticker over de dop.
Doe de gebruikte tonerafvalbak in de meegeleverde plastic afvalzak.
VOORZICHTIG De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden verbrand. De vonken kunnen brandwonden veroorzaken.
VOORZICHTIG De tonercontainer en de tonerafvalbak mogen niet worden opengemaakt of vernietigd.
6
Trek de reinigingsstaaf langzaam zover mogelijk uit en duw hem daarna weer in. Doe dit twee of drie keer.
BELANGRIJK Trek niet te hard aan de stang en trek hem niet helemaal uit.
5-8
7
Houd de hoofdlader naar rechts en trek hem ongeveer 5 cm uit.
8
Neem de meegeleverde gridreiniger uit de zak en verwijder de dop.
Onderhoud
9
Plaats de gridreiniger tegenover de inkeping en bevestig hem op het apparaat.
10 Houd de gridreiniger voorzichtig op zijn plaats met uw linkerhand en trek de hoofdlader volledig uit. Duw hem vervolgens weer in tot een positie waarbij de rol A het witte vlak op de gridreiniger niet raakt. A
Doe dit twee of drie keer.
BELANGRIJK Let op dat u de hoofdlader niet helemaal naar binnen duwt. Dit kan beschadiging van de kopieën veroorzaken.
11 Met de hoofdlader ongeveer 5 cm uitgetrokken, verwijdert u de gridreiniger. Duw vervolgens de hoofdlader weer volledig in. Oefen hierbij druk uit in de door de pijl aangeduide richting zodat de hoofdlader in de aangegeven positie staat.
12 Installeer een nieuwe tonerafvalbak.
13 Verwijder de reinigingsborstel (blauw).
Onderhoud
5-9
14 Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1.
15 Verwijder het vuil van de afscheider door de borstel langs de afscheider heen en weer te bewegen, zoals getoond in de afbeelding.
16 Verwijder het vuil van de transferrol door de borstel langs de rol heen en weer te bewegen, zoals getoond in de afbeelding, terwijl u de rol ronddraait met het raderwerk aan het uiteinde.
17 Na het reinigen plaatst u de reinigingsborstel terug en sluit u linkerklep 1.
BELANGRIJK Duw op de aangegeven plaats om linkerklep 1 goed te sluiten.
18 Duw de stopper van de container naar rechts en trek de oude tonercontainer uit.
BELANGRIJK Trek de tonercontainer niet volledig uit, om te voorkomen dat hij op de grond valt.
5-10
Onderhoud
19 Houd de tonercontainer met beide handen vast en verwijder hem langzaam.
20 Doe de gebruikte tonercontainer in de meegeleverde plastic afvalzak.
21 Houd de nieuwe tonercontainer rechtop en tik 5 keer of meer op de bovenkant van de container. Draai vervolgens de container om en tik opnieuw 5 keer of meer op de bovenkant van de container.
5~
5~
22 Schud vervolgens de tonercontainer 5 keer of meer op en neer. Draai de tonercontainer om en schud hem opnieuw 5 keer of meer op en neer.
5~
5~
23 Schud de tonercontainer 5 keer of meer heen en weer om de toner in de container gelijkmatig te verdelen.
5~
Onderhoud
5-11
24 Houd de nieuwe tonercontainer met beide handen vast en duw hem voorzichtig in het apparaat.
25 Schuif de tonercontainer vervolgens met beide handen naar binnen tot hij vastklikt.
26 Open de MF-lade.
27 Verwijder het filter.
28 Verwijder het stof van het filter met een stofzuiger of een droge doek.
BELANGRIJK Spoel het filter niet met water. Gebruik de meegeleverde reinigingsborstel niet.
29 Plaats het filter terug en sluit de MF-lade. 30 Sluit de voorklep. 31 Wanneer Is tonerhouder vervangen? verschijnt, drukt u op [Ja]. 32 Wanneer Is hoofdlader gereinigd? verschijnt, drukt u op [Ja]. 33 De afstelling begint. Wacht 5 minuten. Verwijder de tonercontainer en de tonerafvalbak na gebruik altijd overeenkomstig de plaatselijke milieuwetgeving.
5-12
Onderhoud
6
Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u problemen met het apparaat kunt oplossen. Storingen oplossen 6-2 Reageren op foutberichten 6-4 Papierstoringen oplossen 6-9 Lampjes voor storingslocaties ................................................. 6-9 Voorzorgsmaatregelen bij papierstoringen ............................ 6-10 Cassette 1 ............................................................................. 6-10 Cassette 2 ..............................................................................6-11 Optionele cassettes 3 en 4 .................................................... 6-12 MF-lade ................................................................................. 6-13 Binnenkant linkerklep 1, 2 en 3 ............................................. 6-13 Duplexeenheid....................................................................... 6-14 Duplexeenheid en cassette 1 ................................................ 6-15 Papierinvoer .......................................................................... 6-16 Optionele ingebouwde finisher .............................................. 6-17 Optionele documenttoevoer .................................................. 6-19 Optionele documentfinisher................................................... 6-20 Optionele takenscheider........................................................ 6-20
Problemen oplossen
6-1
Storingen oplossen In de onderstaande tabel vindt u de algemene richtlijnen voor het oplossen van problemen. Als er zich een probleem voordoet met uw apparaat, leest u de controles door en voert u de procedures op de aangegeven pagina's uit. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met uw servicevertegenwoordiger. Symptoom
Controles
Correcties
Pagina
Het bedieningspaneel werkt niet wanneer het apparaat is ingeschakeld (positie | ). Er worden geen kopieën gemaakt als ik op Start druk. Het origineelformaat wordt niet goed gedetecteerd.
Zit de stekker van het apparaat in het stopcontact?
Steek de stekker van het stroomsnoer in een stopcontact.
—
Wordt er een bericht op het aanraakpaneel weergegeven?
Bepaal welke de juiste reactie is op het bericht en neem de passende maatregelen. Wanneer u de originelen op de glasplaat legt, plaatst u ze met de beeldzijde omlaag en lijnt u ze uit tegen de aanduidingsplaten voor het origineelformaat. Plaats de originelen met de beeldzijde omhoog in de optionele documenttoevoer. Plaats dit apparaat niet onder fluorescerend licht. Wanneer u de originelen op de glasplaat legt, plaatst u ze met de beeldzijde omlaag en lijnt u ze uit tegen de aanduidingsplaten voor het origineelformaat. Plaats de originelen met de beeldzijde omhoog in de optionele documenttoevoer. Plaats dit apparaat niet onder fluorescerend licht. Gebruik de toets voor het aanpassen van de belichting om de juiste belichting in te stellen. Schud de tonercontainer circa 10 keer op en neer. Vervang de tonercontainer.
pagina 6-4
Er worden lege vellen papier uitgevoerd.
De kopieën zijn te licht.
De kopieën zijn te donker. Kopieën hebben een moiré-patroon (puntjes staan in patronen op het papier en worden niet gelijkmatig uitgelijnd). De kopieën zijn niet duidelijk.
6-2
Zijn de originelen goed geplaatst?
Is het apparaat onder TL-verlichting geplaatst? Zijn de originelen goed geplaatst?
Is het apparaat onder TL-verlichting geplaatst? Staat het apparaat in de modus Handmatige belichting? Is de toner gelijkmatig verdeeld in de tonercontainer? Verschijnt er een bericht dat de toner moet worden bijgevuld? Is het papier vochtig? Staat het apparaat in de modus Handmatige belichting? Is het origineel een afgedrukte foto?
Vervang het papier. Gebruik de toets voor het aanpassen van de belichting om de juiste belichting in te stellen. Stel het origineelbeeld in op [Foto].
Hebt u de gepaste beeldkwaliteit voor het origineel gekozen? Is het papier vochtig?
Selecteer een geschikte beeldkwaliteitmodus. Vervang het papier.
pagina 2-15
pagina 2-16
— pagina 2-15
pagina 2-16
— pagina 3-5
pagina 5-7 pagina 5-7 pagina 2-2 pagina 3-5
pagina 3-4
pagina 3-4 pagina 2-2
Problemen oplossen
Symptoom
Controles
De kopieën zijn vuil.
Is de origineelklep of de glasplaat vuil? Maak de origineelklep of de glasplaat schoon. Is het papier vochtig? Vervang het papier. Zijn de originelen goed geplaatst? Wanneer u originelen op de glasplaat legt, plaatst u ze met de beeldzijde omlaag en strak tegen de aanduidingsplaten voor het origineelformaat. Wanneer er originelen in de documenttoevoer worden geplaatst, moeten de breedtegeleiders van de originelen goed worden uitgelijnd voordat u de originelen plaatst. Is het papier goed geplaatst? Controleer de positie van de papierbreedtegeleiders. Is het papier goed geplaatst? Plaats het papier correct. Wordt de papiersoort ondersteund? Is Verwijder het papier uit de cassette, het papier in goede staat? draai het om en plaats het opnieuw. Is het papier gekruld, gevouwen of Vervang het papier. gekreukeld? Zitten er losse stukjes papier of zit er Verwijder het vastgelopen papier. vastgelopen papier in het apparaat? Is het papier vochtig? Vervang het papier. Is het sleufglas vuil? Reinig het sleufglas.
De kopieën zijn vaag. De kopieën zijn scheef.
Er treden vaak papierstoringen op.
Er staan zwarte strepen op kopieën uit de optionele documenttoevoer. De kopieën zijn gekreukt. Is de takenscheider vuil? Is het papier vochtig? Is het papier in de goede richting geplaatst?
Problemen oplossen
Correcties
Maak de takenscheider schoon. Vervang het papier. Wijzig de richting waarin het papier is geplaatst.
Pagina pagina 5-2 pagina 2-2 pagina 2-15
pagina 2-16
pagina 2-2 pagina 2-2 pagina 2-2 pagina 2-2 pagina 6-9 pagina 2-2 pagina 5-2
pagina 5-3 pagina 2-2 —
6-3
Reageren op foutberichten Als het aanraakpaneel een van de volgende berichten weergeeft, voert u de bijbehorende procedure uit. Foutberichten
Controles
Correcties
Pagina
Sluit ### klep.
Staat de aangegeven klep open? Zijn er kleppen open? Geeft het bericht aan welke klep open is? Is de optionele documenttoevoer geopend tijdens het plaatsen van het origineel? Staat de bovenklep van de optionele documenttoevoer open? Is de aangegeven cassette niet volledig gesloten?
Sluit alle kleppen goed.
—
Sluit alle kleppen goed.
—
Sluit de documenttoevoer.
—
Sluit de bovenklep van de documenttoevoer.
pagina 2-16
Controleer de klep.
Sluit documenttoevoer.
Sluit klep documenttoevoer.
Sluit papiercassette #.
Trek de cassette eruit en — druk hem vervolgens stevig op zijn plaats. Trek de aangegeven — cassette volledig naar buiten en haal het papier eruit.
Open cassette #, controleer en verwijder papier uit machine.
—
Herplaats aanvoer van papiercassette.
Is de papierinvoer goed in het apparaat geduwd?
Plaats papier in papiercassette #.
Is het papier in de aangegeven papiercassette op?
Plaats papier in multifunctionele lade. ##-formaat
Zit er papier met het aangegeven formaat in de MFlade?
Voeg papier toe aan multifunctionele lade.
Is al het papier in de MF-lade ingevoerd?
Plaats papier in de MF-lade.
pagina 2-5
Wijzig formaat MF-lade.
Zit er papier met het aangegeven formaat in de MFlade? Is er papier met het opgegeven formaat geplaatst?
Configureer het formaat van de MF-lade opnieuw.
pagina 2-10
Plaats papier met een formaat dat kan worden gebruikt.
—
Controleer papierformaat.
6-4
Trek de papierinvoer naar pagina 6-12 buiten en druk hem stevig in het apparaat. Plaats papier. Als dezelfde — papiersoort in dezelfde richting in een andere papierlade is geplaatst, kunt u een van de papierselectietoetsen aan de linkerkant van het aanraakpaneel indrukken om voor het kopiëren naar die papierlade over te schakelen. Plaats papier met het pagina 2-5 aangegeven formaat in de MF-lade.
Problemen oplossen
Foutberichten
Controles
Plaats origineel opnieuw.
Is de richting van het opgegeven papier anders dan de richting van het origineel?
Papierformaat in cassette verschilt van werkelijk formaat. Controleer papierformaat in cassette.
Herplaats origineel of kies andere cassette.
Plaats originelen opnieuw in documenttoevoer.
Correcties
Pagina
Wijzig de richting van het — origineel. Als u op Start drukt zonder de richting te wijzigen, wordt het origineel op het huidige formaat gekopieerd. Is het opgegeven papier Plaats het opgegeven papier. — geplaatst? Of zijn de instellingen Wijzig eventuele onjuiste onjuist? instellingen.
Is de richting van het opgegeven papier anders dan de richting van het origineel? Is het kopieerapparaat onder TL-verlichting geplaatst? —
Wijzig de richting van het origineel.
—
Plaats dit apparaat niet onder fluorescerend licht. Verwijder de originelen uit de documenttoevoer, leg ze op een rechte stapel en plaats ze opnieuw. Verwijder de originelen uit de optionele documenttoevoer en plaats ze opnieuw in de oorspronkelijke volgorde. Plaats alle originelen opnieuw in de optionele documenttoevoer.
— pagina 2-16
Plaats originelen opnieuw in documenttoevoer.
—
Plaats originelen opnieuw in documenttoevoer.
Zitten er nog originelen in de optionele documenttoevoer?
Kan dit mediatype niet kopiëren.
Kunnen de opgegeven kopieerfuncties met het geselecteerde mediatype worden gebruikt? Heeft u een mediatype geselecteerd die niet kan worden geniet?
Selecteer een ander mediatype.
—
Selecteer een ander mediatype.
Dit papierformaat kan niet worden geniet.
Is nieten beschikbaar voor het formaat van het geplaatste papier?
Wijzig het papierformaat.
Nieten niet mogelijk. ## :Max. nieten
Is de maximale hoeveelheid pagina's voor nieten overschreden?
Verlaag het aantal te nieten pagina's tot lager dan het maximumaantal te nieten pagina's.
Bovenste opvangbak is vol. Verwijder papier en druk op toets Start.
Wordt de maximale capaciteit van de bovenste opvangbak tijdens het kopiëren overschreden?
Verwijder enkele vellen papier uit de bovenste opvangbak en druk op Start. Het afdrukken wordt voortgezet.
Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de optionele documentfinisher. pagina 7-9 Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de optionele documentfinisher. pagina 7-9 Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de optionele documentfinisher. —
Dit mediatype kan niet worden geniet.
Problemen oplossen
pagina 2-16
—
6-5
Foutberichten
Controles
Correcties
Pagina
Bovenste opvangbak is vol. Verwijder papier en druk op toets Doorgaan.
Wordt de maximale capaciteit van de bovenste opvangbak tijdens het afdrukken overschreden?
—
Papiercapaciteit overschr. (Finisher) Verwijder papier en druk op toets Start.
Controleer de instellingen.
—
Toner is binnenkort leeg.
—
Gereed voor kopiëren. Voeg toner toe.
—
Voeg toner toe. Zet de toner fles.
— Is de tonercontainer goed geïnstalleerd?
Plaats de optionele sleutelteller goed en volledig. De huidige kopie kan niet worden verwerkt omdat er geen vrij kopieergeheugen is of het aantal origineelpagina's overschrijdt het maximumaantal van 999 pagina's. Wanneer het volgende bericht wordt weergegeven, selecteert u de resolutiemethode. [Annuleren]: hiermee kan het kopiëren worden geannuleerd. [Doorgaan]: hiermee kunnen alle gescande pagina's worden gekopieerd. De tonercontainer dient binnenkort vervangen te worden. Bereid de vervangende tonercontainer voor. De toner in het apparaat is bijna op. Er kan slechts één pagina tegelijk worden afgedrukt. Bereid de vervangende tonercontainer voor. Vervang de tonercontainer. Open de voorklep en trek de tonercontainer uit. Schud de container goed heen en weer en plaats hem terug.
—
Geheugen vol
Is tijdens het kopiëren de maximale capaciteit van de uitvoerlade van de optionele documentfinisher overschreden? Is tijdens het afdrukken de maximale capaciteit van de uitvoerlade van de optionele documentfinisher overschreden? Is de maximale capaciteit van de uitvoerlade van de optionele documentfinisher overschreden? Heeft u functies geselecteerd die niet samen kunnen worden gebruikt? Is de optionele sleutelteller goed geplaatst? —
Verwijder enkele vellen papier uit de bovenste opvangbak en druk op [Doorgaan]. Het afdrukken wordt voortgezet. Verwijder enkele vellen papier uit de optionele documentfinisher en druk op Start. Het afdrukken wordt voortgezet. Verwijder enkele vellen papier uit de optionele documentfinisher en druk op [Doorgaan]. Het afdrukken wordt voortgezet. Verwijder enkele vellen papier uit de optionele documentfinisher.
Papiercapaciteit overschr. (Finisher) Verwijder papier en druk op toets Doorgaan. Verwijder papier. Opvangbak finisher.
Deze functies kunnen niet worden gecombineerd. Plaats sleutelteller.
6-6
—
—
—
—
pagina 5-7
pagina 5-7
pagina 5-7 pagina 5-7
Problemen oplossen
Foutberichten
Controles
Reinig de hoofdlader.
Hebt u de hoofdlader gereinigd? Reinig de hoofdlader na het vervangen van de tonercontainer. Druk na het reinigen op [Einde]. De afstelling begint. Wacht 5 minuten. — De toner wordt bijgevuld. Wacht totdat dit proces is voltooid. — Bezig met het uitvoeren van intern onderhoud. Wacht totdat dit proces is voltooid. Is de tonerafvalbak goed Plaats de tonerafvalbak geplaatst? goed. — Vervang de tonerafvalbak. — Maak het sleufglas met de meegeleverde droge doek schoon.
pagina 5-7
Installeer duplexeenheid.
Is de duplexeenheid goed geïnstalleerd?
—
Nietmachine leeg. Nieten aanvullen.
Zijn de nietjes van de optionele documentfinisher of de ingebouwde finisher op?
Tijd voor onderhoud.
—
Bezig met toevoegen toner.
Even geduld a.u.b. Bezig met aanpassen fuseertemperatuur. Controleer afvaltonercontainer. Vervang de tonerafvalbak. Reinig het sleufglas voor de origineleninvoer.
Correcties
Open linkerklep 1 en installeer de duplexeenheid zoals het hoort. Voeg nietjes toe.
Er is regelmatig onderhoud vereist om het apparaat in goede staat te houden. Neem onmiddellijk contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkende servicecentrum. Papierstoring. — Als zich een papierstoring voordoet, wordt de locatie van de papierstoring op het aanraakpaneel aangegeven en wordt het apparaat stopgezet. Laat het apparaat aanstaan (|-positie) en volg de instructies op om de papierstoring op te lossen. Verwijder papier uit Zit er nog papier in de optionele Verwijder al het binnenlade documentfinisher. documentfinisher? achtergebleven papier uit de optionele documentfinisher. Storing in nietapparaat. Doet er zich een storing voor in Verwijder het geklemde het nietapparaat van de nietje. optionele documentfinisher of de ingebouwde finisher?
Problemen oplossen
Pagina
—
—
pagina 5-7 pagina 5-7 pagina 5-2
pagina 4-4 Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de optionele documentfinisher. —
pagina 6-9
—
pagina 4-6 Raadpleeg de Gebruikershandleiding van de optionele documentfinisher.
6-7
Foutberichten
Controles
Correcties
Pagina
Systeem fout. Neem contact op met de technicus.
Wordt de fout opnieuw weergegeven na het openen en sluiten van de voorklep, het inen uitschakelen van de hoofdschakelaar en na het uittrekken en weer insteken van de stekker in het stopcontact? —
Noteer dit bericht (C gevolgd door een nummer). Zet het apparaat uit (stand ), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkende servicecentrum. Er is een probleem met de gebruikte papierlade waardoor deze tijdelijk niet beschikbaar is. Neem onmiddellijk contact op met uw servicevertegenwoordiger of erkende servicecentrum. Als u wilt doorgaan met kopiëren, gebruikt u een andere papierlade. Er heeft zich een systeemfout voorgedaan. Zet de hoofdschakelaar uit en weer aan. Er kan niet worden gekopieerd tot de bewerking is voltooid.
—
Storing papierlade. Selecteer andere papierlade.
Systeem fout. Hoofdschakelaar Uit/Aan.
—
Even geduld a.u.b. Remote aanpassen.
Wordt een bewerking van de taakaccount uitgevoerd vanaf een computer die met het netwerk is verbonden?
6-8
—
—
—
Problemen oplossen
Papierstoringen oplossen Papierstoring. 1.Open linkerklep 1 van het en verwijder papier uit het a 2.Open lade 1. 3.Verwijder het papier. 4.Plaats de lade terug en sluit de klep.
JAM 00
Als er zich een papierstoring voordoet, wordt Papierstoring op het aanraakpaneel weergegeven en wordt het kopiëren gestopt. Raadpleeg de weergegeven procedures om het vastgelopen papier te verwijderen.
Lampjes voor storingslocaties Wanneer er een papierstoring optreedt, worden de storingslampjes en correcties weergegeven. Storingslampjes geven de positie van de papierstoring aan (zie hieronder). Papierstoring.
JAM 00
1.Open linkerklep 1 van het apparaat en verwijder papier uit het apparaat. 2.Open lade 1. 3.Verwijder het papier. 4.Plaats de lade terug en sluit de klep.
I
J
I
K
J
K
H
E J
E
F F
E G
D
A
E
F
B
F
G
D
A B
C
C
C
C
Lampjes voor Locatie papierstoring storingslocaties A
Cassette 1
B C D E
Cassette 2 Optionele cassettes 3 en 4 MF-lade Duplexeenheid, binnenkant linkerklep 1
F G H I J K
Binnenkant linkerkleppen 2 en 3 Papierinvoereenheid Optionele ingebouwde finisher Optionele documenttoevoer Optionele documentfinisher Optionele takenscheider
Pagina pagina 6-10 pagina 6-15 pagina 6-11 pagina 6-12 pagina 6-13 pagina 6-13 pagina 6-15 pagina 6-13 pagina 6-16 pagina 6-17 pagina 6-19 pagina 6-20 pagina 6-20
Als u de storing heeft opgelost, wordt het kopieerapparaat weer opgewarmd en verdwijnt het foutbericht. Het apparaat gaat verder vanaf de pagina waar de storing zich heeft voorgedaan.
Problemen oplossen
6-9
Voorzorgsmaatregelen bij papierstoringen • •
•
Gebruik papier dat bij een papierstoring is verwijderd niet opnieuw. Als het papier tijdens het verwijderen is gescheurd, moet u ervoor zorgen dat alle losse stukjes papier uit het apparaat worden gehaald. Stukjes papier die in het apparaat achterblijven, kunnen nieuwe papierstoringen veroorzaken. Vastgelopen papier uit de (optionele) documentfinisher wordt opnieuw uitgevoerd. Plaats dit papier niet opnieuw in de lade van de finisher.
WAARSCHUWING De laadsectie bevat hoogspanningsonderdelen. Neem voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gebied werkt, aangezien er gevaar bestaat voor elektrische schokken. VOORZICHTIG De fuser is zeer heet. Neem voldoende voorzorgsmaatregelen wanneer u in dit gebied werkt, aangezien er gevaar bestaat voor brandwonden.
Cassette 1 Volg onderstaande stappen om papierstoringen in cassette 1 op te lossen.
6-10
1
Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1.
2
Verwijder het vastgelopen papier.
3
Trek cassette 1 naar buiten.
Problemen oplossen
4
Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, verwijdert u alle losse stukjes uit het apparaat.
5
Duw cassette 1 weer stevig op zijn plaats.
6
Druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten.
Cassette 2 Volg onderstaande stappen om papierstoringen in cassette 2 op te lossen.
Problemen oplossen
1
Open linkerklep 2.
2
Verwijder het vastgelopen papier.
3
Trek cassette 2 naar buiten.
6-11
4
Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, verwijdert u alle losse stukjes uit het apparaat.
5 6
Duw cassette 2 weer stevig op zijn plaats. Sluit linkerklep 2.
Optionele cassettes 3 en 4 Volg onderstaande stappen om papierstoringen in cassettes 3 of 4 te verhelpen wanneer u de optionele papierinvoer gebruikt.
1
Open linkerklep 3.
2
Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, verwijdert u alle losse stukjes uit het apparaat.
3
4 5 6
6-12
Trek de gebruikte cassette naar buiten.
Verwijder het vastgelopen papier. Duw de cassette weer stevig op zijn plaats. Sluit linkerklep 3.
Problemen oplossen
MF-lade Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de MF-lade op te lossen.
1
2
Verwijder al het papier uit de MF-lade.
Als papier binnenin vastgeklemd zit, trekt u het papier naar u toe om het te verwijderen.
Binnenkant linkerklep 1, 2 en 3 Volg onderstaande stappen om papierstoringen in linkerklep 1, 2 of 3 (optie) te verhelpen.
1
Open de linkerklep waar het papier binnenin vastgeklemd zit.
2
Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, verwijdert u alle losse stukjes uit het apparaat.
3
Problemen oplossen
Sluit de linkerklep.
6-13
Duplexeenheid Volg de onderstaande stappen om papierstoringen in de duplexeenheid op te lossen.
6-14
1
Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1.
2
Verwijder het vastgelopen papier.
3
Til de duplexeenheid op en verwijder het vastgelopen papier.
4
Druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten.
Problemen oplossen
Duplexeenheid en cassette 1 Volg onderstaande stappen om papierstoringen in de duplexeenheid en cassette 1 op te lossen.
1
Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1.
2
Verwijder het vastgelopen papier.
3
Til de duplexeenheid op en verwijder het vastgelopen papier.
4
Trek cassette 1 naar buiten en verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, verwijdert u alle losse stukjes uit het apparaat.
Problemen oplossen
5
Duw cassette 1 weer stevig op zijn plaats.
6
Druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten.
6-15
Papierinvoer Volg onderstaande stappen om papierstoringen in de papierinvoer op te lossen.
1
Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1.
2
Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, verwijdert u alle losse stukjes uit het apparaat.
3
Open de voorklep.
4
Draai de onderste groene knop (A1) met de klok mee.
5
Verwijder het vastgelopen papier. Als u het papier niet kunt verwijderen, gaat u naar de volgende stap.
6-16
Problemen oplossen
6
7 8
9
Trek de papierinvoereenheid (A2) naar buiten.
Open de papierinvoerklep (A3) en verwijder het vastgelopen papier. Duw de papierinvoer (A2) weer op zijn plaats en sluit de voorklep.
Druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten.
Optionele ingebouwde finisher Volg onderstaande stappen om papierstoringen in de optionele ingebouwde finisher op te lossen.
1 2
Verwijder het papier dat nog in de uitvoergleuf van de finisher zit. Verwijder de uitvoerlade.
(2)
(1)
3
Problemen oplossen
Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1.
6-17
4
Verwijder het vastgelopen papier.
5
Druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten.
6
Breng de uitvoerlade weer aan.
(1)
(2)
7
8
6-18
Draai aan de knop om de verwerkingsbak van de finisher te laten zakken.
Verwijder het papier uit de bak.
Problemen oplossen
9
Duw de bak omhoog om hem weer op zijn plaats te zetten.
Optionele documenttoevoer Volg onderstaande stappen om papierstoringen in de optionele documenttoevoer op te lossen.
A
1
Verwijder het origineel uit de originelenlade.
2
Open de bovenklep van de documenttoevoer.
3
Verwijder het vastgelopen origineel.
4 5
Zet de papierinvoereenheid A omhoog. Verwijder het vastgelopen origineel. Als het origineel scheurt, verwijdert u alle losse stukjes uit het apparaat.
Problemen oplossen
6-19
6 7 8
Verwijder het origineel door de knop te draaien zoals getoond in de afbeelding. Breng de papierinvoerheid A weer op haar plaats en sluit de bovenklep van de documenttoevoer. Plaats de originelen opnieuw op de documenttoevoerlade.
Optionele documentfinisher Als er zich een papierstoring voordoet in de optionele documentfinisher, raadpleegt u de Gebruikershandleiding van de documentfinisher om de papierstoring te verhelpen.
Optionele takenscheider Volg onderstaande stappen om papierstoringen in de optionele takenscheider op te lossen.
1
Als u vastgelopen papier in de papieruitvoergleuf ziet zitten, verwijdert u het door het naar u toe te trekken. Als het papier scheurt, verwijdert u alle losse stukjes uit het apparaat.
2
Trek de hendel van linkerklep 1 omhoog en open linkerklep 1.
3
Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier scheurt, verwijdert u alle losse stukjes uit het apparaat.
6-20
Problemen oplossen
4
Problemen oplossen
Druk op de aangegeven positie om linkerklep 1 te sluiten.
6-21
6-22
Problemen oplossen
7
Appendix
Dit hoofdstuk bevat uitleg over het invoeren van tekst, beschrijft de papiersoorten die kunnen worden gebruikt met het apparaat en geeft een overzicht van de specificaties van het apparaat. Tekens invoeren op het aanraakpaneel 7-2 Papier 7-5 Specificaties 7-6 Hoofdgedeelte ......................................................................... 7-6 Documenttoevoer (optioneel) .................................................. 7-8 Papierinvoer (optioneel) .......................................................... 7-8 Documentfinisher (optioneel)................................................... 7-9 Ingebouwde finisher (optie) ..................................................... 7-9 Takenscheider (optioneel) ..................................................... 7-10 Milieuspecificaties.................................................................. 7-10
Appendix
7-1
Tekens invoeren op het aanraakpaneel Volg de onderstaande procedures om tekens in te voeren op het aanraakpaneel, zoals namen van afdelingen (voor taakaccounting) of kopieerprogramma's, enz.
Invoerscherm Amerikaanse modellen Toetsenbord
1
6
7
9
10
Stoppen
Weer te geven naam
Einde
Tekenlimiet:32 inclusief # AllVerw
Hoofdlet.
2
Letter
3
Cijf./sym.
Vor. verw.
8
Spatie
4
5
1 2 3 4 5 6
Tekendisplay: geeft de ingevoerde tekens weer. [Hoofdlet.]: druk op deze toets om hoofdletters in te voeren. [Letter]: druk op deze toets om kleine letters in te voeren. [Cijf./sym.]: druk op deze toets om cijfers en symbolen in te voeren. [Spatie]: druk op deze toets om een spatie in te voeren. [AllVerw]: druk op deze toets om alle ingevoerde tekens te verwijderen. 7 [][]: druk op deze toetsen om de cursor naar links of naar rechts te verplaatsen. 8 [Vor. verw.]: druk op deze toets om het teken links van de cursor te verwijderen. 9 [Stoppen]: druk op deze toets om terug te keren naar het vorige scherm. 10 [Einde]: druk op deze toets om de ingevoerde tekens te bevestigen. Toetsenbord voor hoofdletters Stoppen
Weer te geven naam
Einde
Tekenlimiet:32 inclusief # AllVerw
Hoofdlet.
7-2
Letter
Cijf./sym.
Vor. verw.
Spatie
Appendix
Toetsenbord voor cijfers/symbolen Stoppen
Weer te geven naam
Einde
Tekenlimiet:32 inclusief # AllVerw
Hoofdlet.
Letter
Cijf./sym.
Vor. verw.
Spatie
Metrische modellen Toetsenbord
1
7
8
10
11
Stoppen
Weer te geven naam
Einde
Tekenlimiet:32 inclusief # AllVerw
Hoofdlet.
2
Letter
3
Symbool 1
4
Vor. verw.
Symbool 2
9
Spatie
6
5
1 2 3 4
Tekendisplay: geeft de ingevoerde tekens weer. [Hoofdlet.]: druk op deze toets om hoofdletters in te voeren. [Letter]: druk op deze toets om kleine letters in te voeren. [Symbool 1]: druk op deze toets om cijfers en symbolen in te voeren. 5 [Symbool 2]: druk op deze toets om overige symbolen in te voeren. 6 [Spatie]: druk op deze toets om een spatie in te voeren. 7 [AllVerw]: druk op deze toets om alle ingevoerde tekens te verwijderen. 8 [][]: druk op deze toetsen om de cursor naar links of naar rechts te verplaatsen. 9 [Vor. verw.]: druk op deze toets om het teken links van de cursor te verwijderen. 10 [Stoppen]: druk op deze toets om terug te keren naar het vorige scherm. 11 [Einde]: druk op deze toets om de ingevoerde tekens te bevestigen. Toetsenbord voor hoofdletters Stoppen
Weer te geven naam
Einde
Tekenlimiet:32 inclusief # AllVerw
Hoofdlet.
Appendix
Letter
Symbool 1
Symbool 2
Vor. verw.
Spatie
7-3
Toetsenbord voor symbolen 1 Stoppen
Weer te geven naam
Einde
Tekenlimiet:32 inclusief # AllVerw
Hoofdlet.
Letter
Symbool 1
Symbool 2
Vor. verw.
Spatie
Toetsenbord voor symbolen 2 Stoppen
Weer te geven naam
Einde
Tekenlimiet:32 inclusief # AllVerw
Hoofdlet.
Letter
Symbool 1
Symbool 2
Vor. verw.
Spatie
Tekens invoeren In het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd hoe u ‘Abcde’ invoert met het toetsenbord. Weer te geven naam A|
Hoofdlet.
Letter
Cijf./sym.
Stop
2
Druk op [Letter].
Spatie
AllVerw
Letter
Cijf./sym.
Spatie
Stop
Weer te geven naam Tekenlimiet:32 inclusief #
Abcde
7-4
Druk [Hoofdlet.] en [A] in op het toetsenbord.
Tekenlimiet:32 inclusief #
A
Hoofdlet.
1
AllVerw
Weer te geven naam
Hoofdlet.
Stop Tekenlimiet:32 inclusief #
AllVerw
Letter
Cijf./sym.
3 4
Druk op [b], [c], [d] en [e] in die volgorde. Wanneer alle tekens zijn ingevoerd, drukt u op [Einde].
Spatie
Appendix
Papier Hierna worden de papierformaten en -soorten vermeld die kunnen worden gebruikt in de verschillende papierbronnen. Cassettes 1 en 2 en de optionele papierinvoer Ondersteunde soorten
Ondersteunde papierformaten
Aantal vellen
Normaal papier (60 tot 120 g/m²) Gerecycled papier (60 tot 120 g/m²)
11 × 17", 8 1/2 × 14", 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", 500 (80 g/m²) 5 1/2 × 8 1/2", 8 1/2 × 13" (Oficio II), 8 1/2 × 13 1/2", 8K, 16K, 16KR
Normaal papier (60 tot 120 g/m²) Gerecycled papier (60 tot 120 g/m²)
A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, Folio
500 (80 g/m²)
MF-lade (multifunctionele lade) Ondersteunde soorten
Ondersteunde papierformaten
Aantal vellen
Normaal papier (45 tot 200 g/m²) Gerecycled papier (45 tot 200 g/m²) Gekleurd papier (45 tot 200 g/m²)
11 × 17", 8 1/2 × 14", 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", 5 1/2 × 8 1/2", 8 1/2 × 13" (Oficio II), 8 1/2 × 13 1/2", Executive, A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, B6R, 8K, 16K, 16KR Andere formaten: Staand - 3 7/8 tot 11 5/8" of 98 tot 297 mm Liggend - 5 7/8 tot 17" of 148 tot 432 mm
200 (80 g/m²)
Overheads
11 × 8 1/2", A4, A4R
25
Briefkaarten OUFUKU HAGAKI (antwoordbriefkaart)
Briefkaarten (100 × 148 mm) Antwoordbriefkaart (148 × 200 mm)
80
Enveloppen
Envelop DL, Envelop C5, Envelop C4, Comm. #10, Comm. #9, Comm. #6-3/4, Monarch, ISO B5, Youkei 2, Youkei 4 Andere formaten: Staand - 3 7/8 tot 11 5/8" of 98 tot 297 mm Liggend - 5 7/8 tot 17" of 148 tot 432 mm
20
Appendix
7-5
Specificaties Opmerking Deze specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Hoofdgedeelte Beschrijving Item 25 kpm-model
30 kpm-model
Type
Tafelmodel
Kopieermethode
Elektrofotografie door halfgeleiderlaser
Ondersteunde origineelsoorten
Vellen, boeken en driedimensionale voorwerpen (maximaal origineelformaat: 11 × 17"/A3)
Invoersysteem originelen
Vast
Papiergewicht
Cassette 1, 2
60 tot 120 g/m² (dubbelzijdig: 60 tot 80 g/m²)
MF-lade
45 tot 200 g/m²
Cassette 1, 2
Normaal, Ruw, Velijn papier, Recycle, Preprint, Zwaar, Kleur, Geperf., Briefpap., Dik papier, Hoge kwaliteit, Vrij 1 tot 8 (dubbelzijdig: zelfde als enkelzijdig)
MF-lade
Normaal, Overheads, Ruw, Velijn papier, Etiketten, Recycle, Preprint, Zwaar, Karton kaart, Kleur, Geperf., Briefpap., Dik papier, Envelop, Hoge kwaliteit, Vrij 1 tot 8
Cassette 1, 2
Maximum: 11 × 17"/A3 (dubbelzijdig: 11 × 17"/A3) Minimum: 5 1/2 × 8 1/2"/A5R (dubbelzijdig: 5 1/2 × 8 1/2"/A5R)
MF-lade
Maximum: 11 × 17"/A3 Minimum: 5 1/2 × 8 1/2"/A6R
Mediatype
Papierformaat
Zoomniveau Kopieersnelheid
Handmatige modus: 25 tot 400%, stappen van 1% Automatische modus: Vooraf ingestelde zoom Enkelzijdig
11 × 17"/A3: 12,5 vellen/min. 8 1/2 × 14"/B4: 12,5 vellen/min. 11 × 8 1/2"/A4: 25 vellen/min. 8 1/2 × 11"/A4R: 17,5 vellen/min. B5: 25 vellen/min. B5R: 20 vellen/min.
11 × 17"/A3: 15 vellen/min. 8 1/2 × 14"/B4: 15 vellen/min. 11 × 8 1/2"/A4: 30 vellen/min. 8 1/2 × 11"/A4R: 22 vellen/min. B5: 30 vellen/min. B5R: 20 vellen/min.
Duplex
11 × 17"/A3: 9 vellen/min. 8 1/2 × 14"/B4: 9 vellen/min. 11 × 8 1/2"/A4: 19 vellen/min. 8 1/2 × 11"/A4R: 10 vellen/min. B5: 20 vellen/min. B5R: 11 vellen/min.
11 × 17"/A3: 9 vellen/min. 8 1/2 × 14"/B4: 10 vellen/min. 11 × 8 1/2"/A4: 20 vellen/min. 8 1/2 × 11"/A4R: 11 vellen/min. B5: 21 vellen/min. B5R: 11 vellen/min.
Snelheid eerste kopie (A4, invoer vanuit cassette)
4,7 seconden of minder
Opwarmtijd (22°C, Aanzetten 60%) Standbymodus
15 seconden of minder
Slaapmodus
7-6
10 seconden of minder 15 seconden of minder
Appendix
Beschrijving Item 25 kpm-model Papiercapaciteit
Capaciteit opvangbak
Cassette 1, 2
500 vellen (80 g/m²)
MF-lade
200 vellen (80 g/m²)
Bovenste opvangbak
250 vellen (80 g/m²)
met optionele ingebouwde finisher
100 vellen (80 g/m²)
met optionele takenscheider
150 vellen (80 g/m²)
Continu kopiëren
1 tot 999 vellen
Beeldschrijfsysteem
Halfgeleiderlaser en elektrofotografie
Beeldopslaggeheugen
64 MB (standaard)
Resolutie
600 × 600 dpi
30 kpm-model
Maandelijkse bedrijfscyclus
Gemiddeld
8000 pagina's
10.000 pagina's
Maximum
80.000 pagina's
100.000 pagina's
Bedrijfsomgeving
Temperatuur
10 tot 32,5°C
Relatieve luchtvochtigheid
15 tot 80 %
Hoogte
Maximaal 2500 m
Helderheid
Maximaal 1500 lux
Afmetingen (B × D × H)
570 × 640 ×767,2 mm (alleen hoofdeenheid)
Gewicht (zonder tonercontainer en tonerafvalbak)
75 kg
Vereiste ruimte (B × D)
725 × 640 mm (bij gebruik van MF-lade)
Stroomtoevoer
120 V wisselstroom, 60 Hz, 11,2 A/220 tot 240 V wisselstroom, 50 Hz, 6,0 A
Energieverbruik
1360 W
Opties
Documenttoevoer, papierinvoer, documentfinisher, ingebouwde finisher, takenscheider, sleutelteller, printerkit en faxkit
Appendix
7-7
Documenttoevoer (optioneel) Item
Beschrijving
Invoermethode originelen
Automatische invoer
Papiergewicht
45 tot 160 g/m²
Ondersteunde origineelsoorten
Vellen papier
Papierformaat
Maximum: 11 × 17"/A3 Minimum: 5 1/2 × 8 1/2"/A5R
Aantal originelen
75 vellen of minder (50 tot 80 g/m²) Originelen met diverse formaten: 30 vellen of minder (50 tot 80 g/m²)
Apparaatafmetingen (B × D × H)
559 × 487 × 131 mm
Gewicht
7 kg of minder
Papierinvoer (optioneel) Item
Beschrijving
Invoermethode papier
Frictie-invoer (aantal vellen: 500, 80 g/m², 2 cassettes)
Papiergewicht
60 tot 120 g/m²
Mediatype
Normaal, Ruw, Velijn papier, Recycle, Preprint, Zwaar, Kleur, Geperf., Briefpap., Dik papier, Hoge kwaliteit, Vrij 1 tot 8
Papierformaat
11 × 17", 8 1/2 × 14", 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", 5 1/2 × 8 1/2", 8 1/2 × 13" (Oficio II), 8 1/2 × 13 1/2", A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R, Folio, 8K, 16K, 16KR
Afmetingen (B × D × H)
570 × 618,7 × 309 mm
Gewicht
25 kg of minder
7-8
Appendix
Documentfinisher (optioneel) Item
Beschrijving
Aantal laden
1 lade
Papiergewicht
Met nieten: 80 g/m² of minder
Papierformaat en maximumaantal vellen (zonder nieten)
11 × 17", 8 1/2 × 14", 8 1/2 × 13" (Oficio II), 8 1/2 × 13 1/2", A3, B4, Folio, 8K: 500 vellen 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", A4, A4R, B5, 16K: 1000 vellen
Maximumaantal vellen voor nieten (papiergewicht 80 g/m² of minder)
11 × 17", 8 1/2 × 14", 8 1/2 × 13" (Oficio II), 8 1/2 × 13 1/2", A3, B4, Folio, 8K: 20 vellen 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", A4, A4R, B5, 16K: 30 vellen
Afmetingen (B × D × H)
558 × 526 × 916 mm
Gewicht
Circa 25 kg
Ingebouwde finisher (optie) Item
Beschrijving
Aantal laden
1 lade
Papiergewicht
60 tot 105 g/m² of minder
Papierformaat en maximumaantal vellen (zonder nieten)
11 × 17", 8 1/2 × 14", 8 1/2 × 13" (Oficio II), 8 1/2 × 13 1/2", A3, B4, Folio, 8K: 250 vellen 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", A4, A4R, B5, 16K: 500 vellen
Maximumaantal vellen voor nieten (papiergewicht 80 g/m² of minder)
11 × 17", 8 1/2 × 14", 8 1/2 × 13" (Oficio II), A3, B4, Folio, 8K: 20 vellen 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", A4, A4R, B5, 16K: 30 vellen
Afmetingen (B × D × H)
325 × 450 × 165 mm
Gewicht
17,6 8 kg of minder
Appendix
7-9
Takenscheider (optioneel) Item
Beschrijving
Aantal laden
1 lade
Papiergewicht
45 tot 160 g/m²
Mediatype
Normaal, Ruw, Velijn papier, Recycle, Zwaar, Kleur, Dik papier
Papierformaat
11 × 17", 8 1/2 × 14", 11 × 8 1/2", 8 1/2 × 11", 7 1/4 × 10 1/2", 5 1/2 × 8 1/2", 8 1/2 × 13" (Oficio II), 8 1/2 × 13 1/2", A3, B4, A4, A4R, B5, B5R, A5R
Maximumaantal vellen
100 vellen (80 g/m²) Zwaar, Dik papier: 20 vellen
Apparaatafmetingen (B × D × H)
545 × 450 × 70 mm
Gewicht
Circa 1,5 kg
Milieuspecificaties Beschrijving Item 25 kpm-model Geluidsniveau
Energieverbruik
In stand-by
47 dB (A) (L wad)
Tijdens het kopiëren
64,7 dB (A) (L wad)
Tijdens het kopiëren (met alle optionele apparatuur)
1360 Wh
In stand-by
160 W of minder
In de laagverbruikmodus
60 W of minder
Hersteltijd vanuit de laagverbruikmodus
10 seconden
Hersteltijd vanuit slaapmodus
15 seconden
In de uitschakelmodus (standaardinstellingen)
3,2 W of minder
In de slaapmodus (met alle optionele apparatuur)
13 W of minder
Tijdsperiode tot laagverbruikmodus (standaardfabrieksinstelling)
1 minuut
Tijdsperiode tot slaapmodus (standaardfabrieksinstelling)
9 minuten
Met ingestoken netsnoer
0,1 Wh of minder
30 kpm-model
66,5 dB (A) (L wad)
Het energieverbruik met ingestoken netsnoer kan alleen worden beëindigd door de stekker uit het stopcontact te halen. Dubbelzijdig afdrukken
Standaard
Invoermogelijkheden papier
Papier dat 100 % is gerecycled, mag worden gebruikt
Opmerking Raadpleeg uw dealer of servicevertegenwoordiger voor de aanbevolen mediatypen.
7-10
Appendix
Index A
Reinigen ....................................................................5-2 Gridreiniger ......................................................................5-8
Aanduidingsplaten origineelformaat ................................ 1-2 Aanraakpaneel ................................................................. 1-6 Automatische laagverbruikmodus ..................................3-17 Automatische slaapmodus .............................................3-17
B Bedieningspaneel .....................................................1-2, 1-5 Beeldkwaliteit selecteren ................................................. 3-4 Bovenste opvangbak ....................................................... 1-4
C Cassette Cassette 1 ................................................................1-2 Cassette 2 ................................................................1-2 Mediatype opgeven ..................................................2-9 Papier plaatsen ......................................................... 2-3 Papierformaat opgeven ............................................2-8 Papierstoringen .......................... 6-10, 6-11, 6-12, 6-15
D
Groene knop ....................................................................1-3
H Hendel linkerklep 1 ..........................................................1-2 Hoofdlader .......................................................................1-3 Reinigen ....................................................................5-5 Hoofdschakelaar ..............................................................1-4 Houder voor paperclips ....................................................1-2
I Ingebouwde finisher .........................................................4-3 Nietjes toevoegen .....................................................4-4 Nietstoringen oplossen .............................................4-6 Papierstoringen .......................................................6-17 Specificaties ..............................................................7-9 Instelmechanisme voor papierbreedte .............................1-4
K Klep papierinvoereenheid ................................................1-3 Kopieersnelheid ...............................................................7-6
Dichtheid aanpassen ....................................................... 3-5 Documentfinisher .............................................................4-6 Papierstoringen ......................................................6-20 Specificaties .............................................................. 7-9 Documenttoevoer ............................................................ 4-3 Onderdeelnamen .................................................... 2-16 Originelen plaatsen ................................................. 2-17 Papierstoringen ......................................................6-19 Reinigen ...................................................................5-2 Specificaties .............................................................. 7-8 Draaghendels .................................................................. 1-4
Kopiëren Beeldkwaliteit selecteren ..........................................3-4 Dichtheid aanpassen ................................................3-5 Duplexmodus ..........................................................3-10 Onderbrekingskopiëren ..........................................3-16 Procedures voor basishandelingen bij kopiëren .......3-2 Sorteermodus .........................................................3-15 Spitsmodus .............................................................3-13 Zoomen .....................................................................3-6
L
Duplexeenheid Papierstoringen .............................................6-14, 6-15
Laagverbruikmodus .......................................................3-17
Duplexmodus .................................................................3-10
Lampje voor geplaatste originelen .................................2-16
F
Linkerklep 1 ......................................................................1-2 Papierstoringen .......................................................6-13
Faxkit ............................................................................... 4-8 Foutberichten ...................................................................6-4
G Glasplaat .......................................................................... 1-2 Originelen plaatsen ................................................. 2-15
Linkerklep 2 ......................................................................1-2 Papierstoringen .......................................................6-13
M MF-lade ............................................................................1-4 Mediatype opgeven ................................................2-14 Papier plaatsen .........................................................2-5 Papierformaat opgeven ..........................................2-10
Index-1
Papierstoringen .......................................................6-13
Documenttoevoer ................................................... 6-19 Duplexeenheid .............................................. 6-14, 6-15 Ingebouwde finisher ............................................... 6-17 Linkerkleppen 1, 2 en 3 .......................................... 6-13 MF-lade .................................................................. 6-13 Papierinvoer ........................................................... 6-12 Papierinvoereenheid .............................................. 6-16 Storingslampjes ........................................................ 6-9 Takenscheider ........................................................ 6-20 Voorzorgsmaatregelen bij papierstoringen ............. 6-10
N Namen Aanraakpaneel ..........................................................1-6 Bedieningspaneel .....................................................1-5 Hoofdgedeelte ...........................................................1-2
O
Printerkit .......................................................................... 4-8
Omgevingsspecificaties .................................................7-10
R
Onderbrekingskopiëren ..................................................3-16 Onderhoud .......................................................................5-1 Optie Documentfinisher ......................................................4-6 Documenttoevoer ......................................................4-3 Faxkit ........................................................................4-8 Ingebouwde finisher ..................................................4-3 Overzicht van optionele apparatuur ..........................4-2 Papierinvoer ..............................................................4-3 Printerkit ....................................................................4-8 Sleutelteller ...............................................................4-7 Takenscheider ...........................................................4-7 Opvangbak .......................................................................3-3 Opwarmperiode ................................................................3-2 Origineel In de documenttoevoer plaatsen .............................2-16 Op de glasplaat leggen ...........................................2-15 Origineelklep ....................................................................1-2 Reinigen ....................................................................5-2
P Papier ...............................................................................7-5 Mediatype opgeven ......................................... 2-9, 2-14 Opmerking ................................................................2-2 Papier in cassette 1 en 2 plaatsen ............................2-3 Papier in de MF-lade plaatsen ..................................2-5 Papier in de papierinvoer plaatsen ...........................2-3 Papierformaat opgeven ................................... 2-8, 2-10 Papierbreedtegeleider ......................................................1-4 Papierinvoer .....................................................................4-3 Mediatype opgeven ...................................................2-9 Papier plaatsen .........................................................2-3 Papierformaat opgeven .............................................2-8 Papierstoringen .......................................................6-12 Specificaties ..............................................................7-8 Papierinvoereenheid ........................................................1-3 Papierstoringen .......................................................6-16 Papierlengtegeleider ........................................................1-4 Papierstoringen ................................................................6-9 Cassette 1 ..................................................... 6-10, 6-15 Cassette 2 ...............................................................6-11 Cassettes 3 en 4 .....................................................6-12 Documentfinisher ....................................................6-20
Index-2
Reinigen Hoofdlader ................................................................ 5-5 Origineelklep, documenttoevoer en glasplaat .......... 5-2 Scheider ................................................................... 5-3 Sleufglas .................................................................. 5-2 Transferrol ................................................................ 5-4 Reinigingsborstel ............................................................. 1-3 Reinigingsstaaf ................................................................ 5-8
S Scheider Reinigen ................................................................... 5-3 Slaapmodus .................................................................. 3-17 Sleufglas Reinigen ................................................................... 5-2 Sleutelteller ...................................................................... 4-7 Zo plaatst u de sleutelteller ...................................... 4-7 Sorteermodus ................................................................ 3-15 Specificaties Documentfinisher ..................................................... 7-9 Documenttoevoer ..................................................... 7-8 Hoofdgedeelte .......................................................... 7-6 Ingebouwde finisher ................................................. 7-9 Omgevingsspecificaties ......................................... 7-10 Papierinvoer ............................................................. 7-8 Takenscheider ........................................................ 7-10 Spitsmodus .................................................................... 3-13 Stopper tonercontainer .................................................... 1-3 Storingen oplossen .......................................................... 6-2
T Taal ............................................................................... 2-19 Takenscheider ................................................................. 4-7 Papierstoringen ...................................................... 6-20 Specificaties ........................................................... 7-10 Tekens invoeren op het aanraakpaneel .......................... 7-2 Tonerafvalbak .................................................................. 1-3 Vervangen ................................................................ 5-7 Tonercontainer ................................................................ 1-3
Vervangen ................................................................5-7 Transferrol Reinigen ...................................................................5-4
U Uitvoerstopper ................................................................. 1-4
V Voorbereiding .................................................................. 2-1 Voorklep ...........................................................................1-4
Z Zoomen Automatische zoom ..................................................3-6 Handmatige zoom .............................................3-6, 3-7 Vooraf ingestelde zoom .....................................3-6, 3-7 XY-zoom ............................................................3-6, 3-8
Index-3
Index-4
Voor optimale resultaten en prestaties van het apparaat raden wij aan uitsluitend onze originele verbruiksartikelen te gebruiken voor uw producten.
E6
GEBRUIKERSHANDLEIDING
KM-2540 KM-3040
*870CKBE10008* 870CKBE10008