Veiligheid. Milieu-eisen. Europese Unie. Informatie over de batterij. Akoestische emissie

Veiligheid • Plaats het Kodak Scan Station 500 op een horizontaal werkvlak dat tenminste 13,6 kilo kan dragen. • Zorg ervoor dat het Scan Station zich binnen 1,52 meter van een wandcontactdoos bevindt, die makkelijk bereikbaar is. • Wanneer u het Scan Station verplaatst, wordt aanbevolen de scanner met twee mensen op te tillen en hierbij te letten op een juiste tiltechniek. • Plaats het Scan Station niet in een omgeving met veel stof, vochtigheid of stoom. Dit kan elektrische schokken en zelfs brand veroorzaken. Gebruiker het Scan Station alleen binnen in een droge omgeving. • Wanneer u de apparatuur van de netvoeding loskoppelt, pakt u de stekker vast en niet het snoer. • Zorg dat het netsnoer goed op de wandcontactdoos is aangesloten. Wanneer dit niet het geval is, kan dit elektrische schokken of brand veroorzaken. • Beschadig het netsnoer niet, zorg dat er geen knopen in komen, snijd hem niet door en pas hem niet aan. Gebruik ook geen beschadigd netsnoer. Dit kan elektrische schokken of brand veroorzaken. • Gebruik een speciaal voor het Scan Station bestemd en goed geaard stopcontact. Gebruik geen verlengsnoer of stekkerdoos in combinatie met het Scan Station. • Zorg dat er voldoende ruimte rond het stopcontact is, zodat u in geval van nood het Scan Station gemakkelijk kunt loskoppelen. • Gebruik het Scan Station niet als deze extreem heet wordt, een vreemde geur afgeeft, als er rook uitkomt of als hij vreemde geluiden maakt. Stop in dit geval het Scan Station onmiddellijk en verwijder het netsnoer uit het stopcontact. Neem contact op met Kodak Service. • Haal het Scan Station niet uit elkaar, pleeg geen onderhoud en pas het Scan Station niet aan, behalve zoals uitgelegd in de Gebruikershandleiding. • Verplaats het Scan Station niet als deze is aangesloten op het stopcontact en als de interfacekabel is aangesloten. Hierdoor kan het snoer of de kabel beschadigd raken. Verwijder het netsnoer uit het stopcontact voordat u het Scan Station verplaatst. • Volg de reinigingsprocedure die wordt aangeraden door Kodak. Gebruik geen lucht-, vloeistof- of gasverstuivingsreinigers. Deze reinigers verplaatsen het stof of vuil alleen naar een andere locatie in de scanner, wat mogelijk een slechte werking van het Scan Station veroorzaakt. • Material Safety Data Sheets (MSDS) (Informatiebladen over materiaalveiligheid voor chemische producten) zijn beschikbaar op de Kodak-website op: www.kodak.com/go/msds. Om deze informatiebladen te downloaden moet u het catalogusnummer opgeven van het verbruiksartikel waarvoor u het informatieblad wilt hebben.

Milieu-eisen • Het Kodak Scan Station 500 is zo ontworpen dat dit voldoet aan de wereldwijde milieu-eisen. • Er zijn richtlijnen beschikbaar voor het afvoeren van verbruiksartikelen die bij het onderhoud worden vervangen. Volg deze richtlijnen op of neem contact op met de dichtstbijzijnde Kodak-leverancier voor meer informatie. • Voor informatie over recycling of hergebruik neemt u contact op met uw gemeente, of gaat u, wanneer u zich in de VS bevindt, naar: www.kodak.com/go/recycle. • De verpakking van het product kan worden gerecycled. • Onderdelen zijn ontworpen voor hergebruik of recycling.

Europese Unie Met dit symbool wordt aangegeven, dat wanneer de laatste gebruiker dit product wil afvoeren, het product naar de juiste plaatsen voor recycling moet worden gebracht. Neem contact op met uw lokale Kodak-vertegenwoordiger of ga naar www.kodak.com/go/recycle voor aanvullende informatie over de inzameling- en recyclingprogramma's voor dit product. Raadpleeg www.kodak.com/go/REACH voor informatie over de aanwezigheid van substanties die op deze lijst met kandidaten worden vermeld in overeenstemming met artikel 59(1) van voorschrift (EG) nr. 1907/2006 (REACH).

Informatie over de batterij Dit product bevat een lithium ion celbatterij. Deze batterij kan alleen door een gekwalificeerde onderhoudstechnicus worden verwijderd of vervangen.

Akoestische emissie Maschinenlärminformationsverordnung – 3, GSGV Der arbeitsplatzbezogene Emissionswert beträgt <70 db(A). [Voorschriften met betrekking tot machinegeluid — 3, GSGV De toegestane geluidsemissiewaarde op de locatie van de operator bedraagt <70 dB(A).] phase est de 230 V.

EMC-bepalingen Verenigde Staten: Deze apparatuur is getest en bevonden te voldoen aan de limieten voor een digitaal apparaat Klasse A conform paragraaf 15 van de FCC-voorschriften. Deze limieten zijn opgesteld om een redelijke bescherming tegen schadelijke storing te bieden wanneer de apparatuur wordt gebruikt in een commerciële omgeving. Deze apparatuur genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructiehandleiding, schadelijke storing bij radiocommunicatie veroorzaken. De werking van deze apparatuur in een woongebied zal waarschijnlijk schadelijke storing veroorzaken, in welk geval de gebruiker verplicht is de storing op eigen kosten te verhelpen. Europese Unie: WAARSCHUWING: Dit is een product van klasse A. In een woonomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken, in welk geval de gebruiker verplicht kan worden adequate maatregelen te treffen. Japan: Dit is een product van Klasse A gebaseerd op de maatstaven van de Voluntary Control Council for interference by Information Technology Equipment (VCCI). Wanneer deze apparatuur in een woongebied wordt gebruikt, kan er radiostoring ontstaan. In dit geval kan de gebruiker verplicht worden de storing te verhelpen.

Taiwan: WAARSCHUWING: Dit is een product van klasse A. In een woonomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken, in welk geval de gebruiker verplicht kan worden adequate maatregelen te treffen.

Volksrepubliek China: WAARSCHUWING: Dit is een product van klasse A. In een woonomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken, in welk geval de gebruiker verplicht kan worden adequate maatregelen te treffen.

声明，该产此为A级产品，在生活环境中品可能会造成无线电干扰。在这种情况下，可能需要用户对其干扰采取切实可行的措施 Korea: Deze apparatuur heeft een EMC-registratie voor commercieel gebruik. Wanneer u niet het juiste apparaat hebt aangeschaft, vervangt u dit dan door een apparaat dat voor thuisgebruik is gecertificeerd.

INLEIDING

1-1

HET SCAN STATION GEBRUIKEN: INCIDENTELE GEBRUIKER

2-1

DE CONFIGURATIE INSTALLEREN EN GEBRUIKEN ORGANIZER: GEAVANCEERDE GEBRUIKER

3-1

PROBLEMEN OPLOSSEN

4-1

1 Inleiding Inhoud

Ondersteunende documentatie....................................................... 1-1 Accessoires..................................................................................... 1-1 Onderdelen van het Scan Station ................................................... 1-2 Vooraanzicht ............................................................................... 1-2 Binnenaanzicht ........................................................................... 1-3 Achteraanzicht ............................................................................ 1-4 Het Kodak Scan Station 500 is ontworpen als een toegankelijke scanner waarvoor minimale gebruikerstraining nodig is en die eenvoudig is in gebruik. Het Scan Station 500 is een zelfstandige oplossing, waarvoor geen hostcomputer of toepassingssoftware nodig is. Het werkt met een bestaand netwerk en maakt gebruik van bestaande gedeelde netwerkservices om met andere netwerkapparaten of bestemmingen te communiceren. Het kleurenaanraakscherm is eenvoudig in gebruik en biedt u de mogelijkheid om snel en met een enkele aanraking uw documenten via e-mail of fax naar netwerkstations, netwerkprinter of USB-flashstations te sturen. In deze handleiding wordt zowel het Kodak Scan Station 500 als het Kodak Scan Station 520EX het Kodak Scan Station 500 genoemd. Wanneer er verschillen tussen deze modellen zijn, dan wordt dit vermeld.

Ondersteunende documentatie

• Deze Gebruikershandleiding bevat informatie over en procedures voor het gebruik van het Scan Station 500 en voor het maken van uw eigen configuratiebestand met gebruikmaking van de configuratieorganizer. • De Naslaghandleiding voor onderhoud voor het Kodak Scan Station 500, A-61629_nl, bevat eenvoudige en geïllustreerde stappen voor het onderhoud van het Scan Station. • De Naslaghandleiding voor de gebruiker voor de Kodakconfiguratieorganizersoftware, A-61630_nl, bevat eenvoudige stappen voor het gebruik van de configuratieorganizer.

Accessoires

• Kodak A4-flatbedaccessoire — de Kodak A4 Flatbed is een accessoire dat de mogelijkheid biedt speciale documenten tot maximaal 8,5 x 11 inch (A4) te scannen met het Kodak Scan Station 500. Cat.nr. 867 7288 • Kodak A3-flatbedaccessoire — de Kodak A3 Flatbed is een accessoire dat de mogelijkheid biedt speciale documenten tot maximaal 11 x 17 inch (A3) te scannen met het Kodak Scan Station 500. Cat.nr. 179 6747

A-61627_nl december 2011

1-1

• Toetsenbord en standaard — benut uw werkruimte optimaal met dit optionele toetsenbord. Dit toetsenbord is kleiner dan een standaardtoetsenbord en kan op uw Scan Station 500 worden aangesloten om de invoer van gegevens te vergemakkelijken. Cat.nr. 826 3006

Onderdelen van het Scan Station

Vooraanzicht

Verlengstuk van invoerlade Invoerlade Zijgeleiders Aan/uit-knop

Klep van het Scan Station Knop Stoppen/Afmelden

Aanraakscherm Paneel van de uitvoerlade Startknop

Verlengstuk van uitvoerlade

Verlengstuk van uitvoerlade (niet afgebeeld) — trek dit verlengstuk uit wanneer u documenten scant die groter zijn dan 8 1/2 x 11 inch (A4). Invoerlade — is geschikt voor 75 pagina's van 75 g/m2 (20 lb.) papier. Zijgeleiders — schuif de geleiders naar binnen of naar buiten om deze aan het formaat van het document aan te passen. Klep van het Scan Station — biedt toegang tot de onderdelen binnen in het Scan Station. Aanraakscherm — u kunt met een enkele aanraking eenvoudig door de keuzemogelijkheden lopen. Startknop — druk hierop om het scannen van documenten te starten. Verlengstuk van uitvoerlade — trek dit verlengstuk uit wanneer u documenten scant die langer zijn dan 28 cm (11 inch). Paneel van uitvoerlade — bedekt het transportgebied wanneer het station niet in gebruik is. Wanneer dit geopend is, worden hierin de gescande documenten opgevangen. De klep van het Scan Station kan niet worden geopend wanneer het paneel van de uitvoerlade gesloten is.

1-2


Knop Stoppen/Afmelden — druk hierop om de huidige bewerking te annuleren of om terug te gaan naar het vorige scherm. Aan het eind van een scantaak kunt u op de rode X-knop drukken om u af te melden. Aan/uit-knop — hiermee zet u de stroom aan en uit. Wanneer de stroom is ingeschakeld, is het LED-lampje blauw.

Binnenaanzicht USB-poort Ontgrendelingshendel van separatiemodule Hendel voor dikke documenten Ontgrendelingshendel van Scan Station-klep

Separatiemodule Imaginggeleiders

sensor

Papiersensor Klep van invoermodule

Rollen

Invoermodule

USB port — sluit uw USB-flashstation op deze poort aan. Ontgrendelingshendel van separatiemodule — druk deze hendel omlaag om de separatiemodule te verwijderen voor reiniging of vervanging. Hendel voor dikke documenten — hiermee kunt u handmatig de ruimte aanpassen tussen de invoermodule en separatiemodule voor documenten die op een speciale manier moeten worden verwerkt. Ontgrendelingshendel van de klep van het Scan Station — hiermee opent u het Scan Station, zodat u bij het papierpad kunt komen om dit te reinigen of een vastgelopen document te verwijderen. Invoermodule, separatiemodule en rollen — vereenvoudigt de invoer en scheiding van documenten van verschillende grootte, dikte en structuur. Imaginggeleiders — houd deze geleiders schoon voor de beste beeldkwaliteit. Er zijn twee geleiders: één boven en één onder. Sensor voor detectie van dubbele invoer — signaleert of meer dan één document tegelijk het papierpad binnengaat. Papiersensor — detecteert de aanwezigheid van documenten in de invoerlade. Klep van invoermodule — u moet deze klep verwijderen wanneer u de invoermodule of de invoerbanden reinigt of vervangt. A-61627_nl december 2011

1-3

Achteraanzicht Aansluiting voor flatbed

Netaansluiting

Modempoort

Ethernet-poort

USB-poorten

Aansluiting beveiligingsvergrendeling

Aansluiting voor flatbed — hier sluit u het optionele A3/A4flatbedaccessoire aan op het Scan Station. Modempoort — voor aansluiting van het faxmodem op een telefoonlijn. Netaansluiting — hier sluit u het netsnoer aan op het Scan Station. Ethernet-poort — hier sluit u het Scan Station 500 op het netwerk aan. USB-poorten — hier kunt u randapparatuur (dat wil zeggen het toetsenbord, de muis en andere accessoires) op het Scan Station aansluiten. Aansluiting beveiligingskabel — hier sluit u een beveiligingskabel aan op het Scan Station. U kunt bij een kantoorwinkel een standaard beveiligingskabel kopen. Raadpleeg de instructies die worden meegeleverd bij de beveiligingskabel voor de installatieprocedure.

1-4


2 Het Scan Station gebruiken: Incidentele gebruiker Inhoud

Soorten gebruikers.......................................................................... 2-1 Het Scan Station gereedmaken voor gebruik ................................. 2-2 Uw documenten gereedmaken voor het scannen .......................... 2-3 Het Scan Station gebruiken ............................................................ 2-3 Het aanraakscherm leren kennen................................................... 2-8 Het scherm Bestemming.......................................................... 2-8 Beschrijving van pictogrammen: Het scherm Bestemming...... 2-9 Scherm Instellingen ............................................................... 2-10 Beschrijving van scaninstellingen ................................................. 2-11 Optie Snelkoppelingen instellingen ........................................ 2-11 Optie Instellingen bestandsnaam........................................... 2-12 Optie Scannen als.................................................................. 2-14 Optie Bestandstype................................................................ 2-15 Optie Invoerdocument Is ........................................................ 2-17 Optie Resolutie ...................................................................... 2-17 Optie Documenttype .............................................................. 2-18 Optie Zwart-wit aanpassen .................................................... 2-19 Optie Aantal afdrukexemplaren.............................................. 2-20 Optie Geavanceerd ................................................................ 2-20 Documenten opnieuw verzenden zonder opnieuw te scannen .... 2-21 De zoekfunctie gebruiken ............................................................. 2-22 Snelkoppelingen voor instellingen gebruiken ............................... 2-22

Typen gebruikers

•

•

Wanneer u iemand bent die de standaardinstellingen van het Scan Station gaat gebruiken, bent u een incidentele gebruiker. Het scannen is heel eenvoudig, maar u zult mogelijk geen toegang hebben tot uw eigen e-mailadresboek of de aangepaste scaninstellingen, zoals een Geavanceerde gebruiker dit heeft. Een geavanceerde gebruiker is iemand die aangepaste scaninstellingen wil maken met gebruikmaking van de Kodakconfiguratieorganizersoftware, deze instellingen op een USB-station opslaat en deze naar het Scan Station meeneemt voor een simpele bediening met één aanraking. Voor meer informatie over het instellen van aangepaste instellingen met gebruikmaking van de configuratieorganizersoftware raadpleegt u hoofdstuk 3 De configuratieorganizer installeren en gebruiken: Geavanceerde gebruiker.

Alle gebruikers dienen dit hoofdstuk door te nemen om te leren hoe het Scan Station en documenten worden voorbereid.


2-1

Het Scan Station gereedmaken voor gebruik

1. Zorg dat het Scan Station aanstaat en gereed is voor gebruik (het blauwe indicatielampje brandt constant en de toepassing staat op het aanraakscherm).

2. Stel de zijgeleiders af door deze naar binnen of buiten te schuiven voor het formaat van het document.

3. Zorg dat het paneel van de uitvoerlade omlaag is.

4. Pas zo nodig de uitvoerlade aan door het verlengstuk uit te trekken.

2-2


Uw documenten gereedmaken voor het scannen

1. Documenten met een standaard papierformaat kunnen gemakkelijk in het Scan Station worden ingevoerd. Wanneer u uw documenten sorteert voor scannen, moet u de documenten zodanig stapelen dat de randen zijn uitgelijnd en de documenten midden in de invoerlade liggen. Hierdoor kan de documentinvoer één document tegelijk in het Scan Station invoeren. 2. Verwijder alle nietjes en paperclips voordat u gaat scannen. Nietjes en paperclips kunnen het Scan Station en documenten beschadigen. 3. Inkt en correctievloeistof op het papier moeten droog zijn voordat u gaat scannen.

Het Scan Station gebruiken

1. Plaats de documenten die u wilt scannen in de invoerlade van het Scan Station. Zorg ervoor dat de voorzijde van uw document(en) is geplaatst tegen de invoerlade met de bovenkant van de document(en) in de richting van de invoerlade (zie ook het voorbeeld hieronder). Tweezijdige documenten worden in één keer gescand.

OPMERKINGEN: •

•


Afhankelijk van hoe uw Scan Station is geconfigureerd, is het mogelijk dat u uw gebruikersnaam, wachtwoord en domein bij het aanmelden moet opgeven. Als u zich aan het eind van de scansessie bij het Scan Station moet aanmelden, drukt u op de knop Stoppen/Afmelden (rode X) op de voorkant van het Scan Station om u af te melden.

2-3

2. Voer een van de volgende handelingen uit: • Als u uw eigen instellingen op een USB-station hebt, steekt u het USB-station in de USB-poort. Uw instellingen worden op het aanraakscherm weergegeven en vervangen de standaardinstellingen. Ga door naar stap 5. • Wanneer u geen eigen instellingen hebt, gaat u door naar de volgende stap. 3. Selecteer op het aanraakscherm de bestemming(en) waarnaar u uw gescande document(en) wilt verzenden. U kunt meer dan een e-mailadres, printer, netwerkmap, enzovoort, tegelijk selecteren. OPMERKING: Wanneer u een bestemming selecteert die u niet wilt gebruiken, selecteert u deze nogmaals om de selectie ongedaan te maken. 4. Wanneer u de scaninstellingen wilt wijzigen, raakt u de knop Instellingen aan en brengt u de gewenste wijzigingen aan. 5. Druk op Go. Afhankelijk van hoe uw Scan Station is geconfigureerd, verschijnt een van de volgende opties of verschijnen alle opties:

• Aangepast e-mailonderwerp: selecteer deze optie om het toetsenbord weer te geven en een aangepast e-mailonderwerp op te geven. • Veilig PDF-wachtwoord: hier kunt u een wachtwoord invoeren dat wordt gebruikt om uw PDF-bestanden te coderen en te beveiligen. • Voorvoegsel bestandsnaam: hier kunt u het voorvoegsel voor de bestandsnaam wijzigen. • Bijlage met spraakannotatie toevoegen: u kunt een audiobericht als bijlage aan uw gescande document(en) toevoegen voor bestemmingen als e-mail, FTP, netwerkmappen en USB-stations. Als u Bijlage met spraakannotatie toevoegen selecteert, verschijnt het scherm Opties voor audiobijlagen waar u Opnemen kunt selecteren om een bericht op te nemen. Selecteer Controleren om het opgenomen bericht af te spelen, of Verwijderen om het opgenomen bericht te verwijderen. • Faxkennisgeving: geeft het scherm Kennisgevingsstatus versturen aan? weer, waarin u een faxstatuskennisgeving aan een printer, een e-mailadres of beide kunt sturen. Als de velden leeg worden gelaten, wordt geen faxkennisgeving verzonden. 2-4


6. Klik op Gereed. Het scherm Bestemming controleren wordt weergegeven.

OPMERKING: Het kan zijn dat het bericht Lampen worden opgewarmd wordt weergegeven. Nadat de lampen zijn opgewarmd, worden de documenten ingevoerd. • Als u Scannen selecteert, wordt het scannen gestart. Terwijl het Scan Station de documenten invoert en verwerkt, verschijnen beelden op het statusscherm.

• Als u Uitvoer selecteert, wordt het scherm Instellingen controleren weergegeven, waarin u uw instellingen kunt controleren en wijzigen.


2-5

• U kunt in het scherm Instellingen controleren Voorbeeld selecteren, zodat u de gescande beelden kunt controleren voordat zij worden verwerkt.

Het scherm Voorbeeld bevat de volgende functies: Hiermee vergroot u het beeld. U kunt op op een beeld dubbelklikken om een deel van het beeld te vergroten. Hiermee verkeint u het beeld.

Hiermee draait u het beeld 90 graden rechtsom.

Hiermee verwijdert u het weergegeven beeld.

Hiermee kunt u het weergegeven beeld opnieuw scannen. Hiermee geeft u het vorige beeld weer. U kunt ook uw vinger langs de linkerkant van het beeld schuiven om het vorige beeld weer te geven. Hiermee geeft u het volgende beeld weer. U kunt ook uw vinger langs de rechterkant van het beeld schuiven om het volgende beeld weer te geven. Hiermee sluit u het scherm Voorbeeld.

Nadat alle pagina's zijn gescand, wordt in het statusscherm de status weergegeven terwijl de documenten naar elke geselecteerde bestemming worden verzonden.

2-6


OPMERKINGEN: •

• • • • •

•

•

Als uw Scan Station is geconfigureerd voor SNEL scannen, start het scannen onmiddellijk en wordt het scherm Bestemming controleren alleen weergegeven als er een fout is. Wanneer u op een knop op het scherm (inclusief de schuifpijlen) drukt, stopt de timer en moet u opnieuw op de knop Klaar drukken. Wanneer u instellingen wilt wijzigen, annuleert u de taak en gaat u terug naar het scherm Bestemming. Selecteer de knop Klaar nogmaals om meteen te beginnen met scannen. Selecteer de knop Annuleren om te stoppen met scannen. Als Omgekeerde paginavolgorde is ingeschakeld, worden de pagina's weergegeven in de volgorde waarin zij worden gescand (niet in omgekeerde volgorde). Afhankelijk van hoe uw Scan Station is geconfigureerd, kan het bericht Hebt u nog meer pagina's om te scannen? verschijnen. Hierdoor kunt u pagina's aan uw scansessie blijven toevoegen tot u Nee in het bericht selecteert of de time-outperiode van 30 seconden wordt bereikt. Als u Fax als bestemming kiest, kunt u meer gedetailleerde informatie over de status van uw fax krijgen door op het informatiepictogram te klikken.

Als er meer dan een fax in de wachtrij staat en u op het informatiepictogram klikt, verschijnt dit scherm.

U kunt op een van de locaties klikken om meer informatie te krijgen over de voortgang van uw fax op die locatie. A-61627_nl december 2011

2-7

Het aanraakscherm leren kennen

Het Kodak Scan Station 500 bevat een aanraakscherm waarmee u het apparaat eenvoudig kunt bedienen. Wanneer u het Scan Station gebruikt, worden de standaardinstellingen weergegeven die door uw beheerder zijn geconfigureerd. Indien toegestaan, kunt u deze instellingen wijzigen door de knop Instellingen onder aan het scherm aan te raken. Wanneer u deze instellingen wijzigt, gelden deze wijzigingen alleen voor de huidige sessie. Het aanraakscherm heeft twee hoofdschermen: het scherm Instellingen en het scherm Bestemming. U kunt met de knop Instellingen/Teruggaan (linksonder op het scherm) tussen deze twee schermen schakelen.

Het scherm Bestemming

Het scherm Bestemming bevat de beschikbare bestemmingstypen die door uw beheerder zijn geconfigureerd. Beschikbare bestemmingstypen zijn: Taak, E-mail, Mijn USB-station, Netwerkmap, FTP, Printer, Fax, SharePoint en Evernote. Gebruik de pijl-rechts en pijl-links om door de bestemmingen te lopen en de beschikbare bestemmingsgroep(en) weer te geven. Wanneer u een bestemmingstype selecteert, wordt het middelste gedeelte van het scherm gevuld met de gedefinieerde bestemmingen voor die groep. Wanneer u bijvoorbeeld een e-mailpictogram selecteert, worden alle e-mailadressen behorende bij deze e-mailgroep weergegeven. U kunt in deze lijst zo veel adressen kiezen als u wilt. Als een e-mailadres niet in de lijst staat, selecteert u Aangepast. Er verschijnt een toetsenbord waarop u de gewenste e-mailadressen kunt invoeren.

De pictogrammen rechts van de knop Instellingen, onder in het scherm Bestemming, geven de scaninstellingen weer die worden gebruikt voor het volgende document dat wordt gescand. Als u een instelling wilt wijzigen (bijvoorbeeld als u het document in zwart-wit wilt verzenden in plaats van in kleur), raakt u de knop Instellingen aan om het instellingenscherm weer te geven of selecteert u het gewenste pictogram om die instelling snel te wijzigen. OPMERKINGEN: • •

2-8

Meer informatie over het gebruik van de optie Zoeken vindt u in de sectie getiteld "De zoekfunctie gebruiken" later in dit hoofdstuk. Afhankelijk van hoe uw Scan Station is geconfigureerd, is het mogelijk dat u de standaardinstellingen niet kunt wijzigen. A-61627_nl december 2011

Beschrijving van pictogrammen: Het scherm Bestemming

Hieronder volgt een beschrijving van de pictogrammen die op het scherm Bestemming worden weergegeven. Pictogrammen op het scherm Bestemming Pictogram

Beschrijving Pijl links — raak deze pijl aan om door de lijst links van de huidige bestemming te lopen. Taak — hiermee geeft u een lijst met beschikbare taken weer, waarin scaninstellingen en bestemmingen aan elkaar zijn gekoppeld. E-mail — hiermee geeft u een lijst weer van beschikbare e-mailadressen.

Netwerkmap — hiermee geeft u een lijst weer van beschikbare netwerkmappen.

FTP — hiermee geeft u een lijst weer van beschikbare FTP-adressen.

Printers — hiermee geeft u een lijst weer van beschikbare printers.

Fax — hiermee geeft u een lijst weer van faxbestemmingen.

Mijn USB-station — als u een USB-station hebt aangesloten, raakt u dit pictogram aan om uw eigen instellingen te gebruiken. SharePoint — hiermee kunt u SharePoint-instellingen opgeven.

Evernote — hiermee kunt u Evernote-instellingen opgeven.

Pijl rechts — raak deze pijl aan om door de lijst rechts van de huidige bestemming te lopen.


2-9

Het scherm Instellingen

Het scherm Instellingen bevat de pictogrammen voor de scaninstellingen. Wanneer u een pictogram selecteert, worden de waarden behorende bij die scaninstelling in de lijst weergegeven. U hoeft deze instellingen alleen te wijzigen als het document dat u scant andere dan de standaardinstellingen vereist.

Meer informatie over de pictogrammen en functionaliteit van het scherm Instellingen vindt u in de volgende sectie.

2-10


Beschrijving van scaninstellingen

Hieronder vindt u gedetailleerde informatie over de scaninstellingen. Gebruik de pijl-rechts en scaninstellingen te lopen.

pijl-links om door de lijst met

Gebruik het pictogram Scannen op het scherm om het scannen te starten. Het aanraken van dit pictogram is hetzelfde als het drukken op de knop Go op het besturingspaneel. De optie Snelkoppelingen instellingen


Snelkoppelingen instellingen — u krijgt bij de installatie zes snelkoppelingen. U kunt deze gebruiken om snel een groep met veel gebruikte instellingen te selecteren en zo sneller en gemakkelijker te scannen. Wanneer u bijvoorbeeld vaak zwart-wit documenten scant om doorzoekbare PDF-bestanden te maken, selecteert u de instellingensnelkoppeling Zwart-wit document (OCR-kwaliteit). Hiermee wijzigt u alle scaninstellingen met een enkele aanraking. De wijzigingen worden weergegeven op de statusbalk onderaan het scherm.

2-11

Optie Instellingen bestandsnaam

Instellingen bestandsnaam — hier kunt u de naam van de map opgeven waar alle gescande documenten worden geplaatst, wanneer naar een netwerkmap, FTP-locatie of een USB-station wordt gescand. U kunt ook een voorvoegsel voor de bestandsnaam opgeven, die voor elk gemaakt document wordt gebruikt. Gescande documenten worden met dit voorvoegsel gemaakt en het voorvoegsel kan optioneel worden voorzien van een datum en tijd. Wanneer u bijvoorbeeld het voorvoegsel facturen en de mapnaam 2008 maakt, krijgt de bestandsnaam van het gescande document de volgende indeling: facturen_20080117_092219.tif en wordt het document in een map genaamd 2008 geplaatst.

1. Selecteer Mapnaam. Het toetsenbord wordt weergegeven. Geef de naam van de map op waarin uw gescande documenten worden geplaatst bij het scannen naar een gedeelde netwerkmap, een FTPlocatie of een USB-station. Wanneer u de Mapnaam leeg laat en u naar een netwerkmap, FTPlocatie of USB-station scant, wordt het bestand in de hoofdmap van de opgegeven bestemming gemaakt. 2. Selecteer Voorvoegsel bestandsnaam. Het toetsenbord wordt weergegeven. Voer het voorvoegsel in dat u als bestandsnaam wilt gebruiken. Dit voorvoegsel wordt aangevuld met de datum, de tijd en de bestandsextensie (.pdf, .jpg, .tif). Als u geen Voorvoegsel bestandsnaam opgeeft, wordt het standaardvoorvoegsel gebruikt.

2-12


3. Selecteer Geavanceerd als u één of meer van de volgende opties wilt selecteren:

•

•

•

•

•


Gescande bestanden interactief benoemen — wanneer deze optie is geselecteerd, zult u mogelijk voor elke gescande pagina een bestandsnaam moeten invoeren. Als JPEG of Enkele pagina TIFF als Bestandstype is geselecteerd, moet u voor elke gescande pagina en zijde een bestandsnaam invoeren. Datum-/tijdstempel toevoegen — elk bestand dat door het Scan Station wordt gemaakt, krijgt standaard een datum- en tijdstempel in de bestandsnaam. Wanneer u deze optie uitschakelt, worden alleen het voorvoegsel en de extensie voor de bestandsnaam gebruikt. Apparaatnaam als map — wanneer deze optie is geselecteerd, worden gescande documenten opgeslagen in een map die de naam heeft van het Scan Station. Deze map wordt gemaakt aan het eind van het pad voor de bestemming. Apparaatnaam als prefix — wanneer deze optie is geselecteerd, krijgen gescande documenten een bestandsnaam die begint met de naam van het Scan Station. Scheidingstekens weglaten — wanneer deze optie is geselecteerd, worden geen onderstrepingstekens geplaatst tussen de gemaakte bestandsnamen en paden, tenzij het onderstrepingsteken onderdeel is van de bestandsnaamprefix of mapnaam.

2-13

Optie Scannen als

Scannen als — beschikbare keuzen: Kleur, Grijstinten en Zwart-wit.

Wanneer u Zwart-wit selecteert, wordt het scherm Zwart-wit weergegeven. Selecteer Best (iThresholding) of Normaal (ATP).

•

•

2-14

Best (iThresholding) — het Scan Station kan elk document dynamisch evalueren om vast te stellen wat de optimale drempelwaarde is om een beeld van de hoogste kwaliteit te produceren. Op deze manier kunnen er sets van diverse documenten van wisselende kwaliteit (zoals vervaagde documenten of documenten met een gearceerde of gekleurde achtergrond) worden gescand met één instelling. Het voordeel hiervan is dat u de documenten niet hoeft te sorteren op soort of kwaliteit. Wanneer u Beste selecteert, kunt u alleen het Contrast wijzigen op het scherm Zwart-wit aanpassen. Normaal (ATP) (Adaptive Threshold Processing) — deze optie scheidt de voorgrondgegevens van een afbeelding (bijvoorbeeld tekst, afbeeldingen, lijnen, enzovoort) van de achtergrondgegevens af (bijvoorbeeld een witte of niet-witte achtergrond van het papier). Wanneer Normaal is geselecteerd, kunt u zowel de Drempel als het Contrast wijzigen op het scherm Zwart-wit aanpassen.


Optie Bestandstype

Bestandstype — dit zijn de beschikbare bestandstypen: PDF - Doorzoekbaar (beelden + tekst), PDF - Alleen beelden, JPEG, TIFF - Meerdere pagina's of TIFF - Enkele pagina.

OPMERKING: Het downloaden van grote bestanden neemt veel tijd in beslag en het is mogelijk dat deze niet bij de geadresseerde kunnen worden afgeleverd (bijvoorbeeld TIFF - niet-gecomprimeerd is een groot bestand). •


PDF - Doorzoekbaar (beelden + tekst) en PDF - Alleen beelden — hiermee maakt u een document of meerdere documenten die zowel tekst als beelden bevatten of alleen beeldgegevens. Bij beide bestandstypen verschijnt het volgende scherm. OPMERKING: Als u PDF - Alleen beelden selecteert, is de optie Taal niet beschikbaar.

2-15

Op dit scherm kunt u kiezen uit verschillende opties voor het maken van PDF-bestanden. - Kwaliteit: hiermee opent u het scherm Kwaliteit. U kunt Goed, Beter of Beste selecteren. Hoe hoger de kwaliteit, des te groter wordt het bestand. - Taal is alleen beschikbaar wanneer u PDF - Doorzoekbaar (beelden + tekst) selecteert. Wanneer u deze optie selecteert, wordt het scherm Taal weergegeven. Hierin kunt u de taal opgeven van het document dat u scant. Wanneer u bijvoorbeeld een Italiaans document scant, selecteert u Italiano als de taal die bij het scannen van het document moet worden gebruikt. - Enkele pagina's: hiermee kunt u een PDF-bestand maken van elke pagina die wordt gescand. Wanneer u een dubbelzijdig document scant, wordt voor elke voorzijde en achterzijde van een pagina een bestand gemaakt. - Veilig: biedt u de mogelijkheid een wachtwoord in te voeren dat wordt gebruikt om het bestand te coderen, voordat het bestand kan worden afgeleverd. Het wachtwoord wordt in een aparte e-mail verzonden als E-mail een van de gekozen bestemmingen is. •

JPEG — deze optie is alleen beschikbaar als u bij Scannen als Kleur of Grijstinten hebt geselecteerd. Bij deze optie worden meerdere bestanden gemaakt, één voor elke voorzijde en achterzijde van een pagina. Als JPEG is geselecteerd, hebt u de keuze uit de kwaliteiten Concept, Goed, Beter, Best of Superieur.

•

TIFF - Meerdere pagina's — hiermee maakt u een enkel bestand dat alle gescande pagina's bevat. U kunt Ongecomprimeerd, JPEG of Groep 4-compressie kiezen.

•

TIFF - Enkele pagina — hiermee maakt u meerdere bestanden, één voor elke zijde van een gescande pagina. U kunt Ongecomprimeerd, JPEG of Groep 4-compressie kiezen.

OPMERKINGEN: • TIFF-documenten in kleur/grijstinten kunnen alleen ongecomprimeerd of JPEG gecomprimeerd zijn. Zwart-wit documenten kunnen Ongecomprimeerd of JPEG gecomprimeerd zijn, of gecomprimeerd met Groep 4-compressie. • Alle gefaxte documenten worden afgeleverd als zwart-wit, Groep 4 gecomprimeerde TIFF-afbeeldingen.

2-16


Optie Invoerdocument is

Invoerdocument is — afhankelijk van het type documenten dat u scant, selecteert u een van de volgende opties: • •

•

Optie Resolutie


Dubbelzijdig — de voor- en achterzijde van een document worden in één bewerking door het Scan Station gescand. Enkelzijdig - Omlaag — selecteer deze optie als in uw organisatie gewoonlijk enkelzijdige documenten worden gescand. Wanneer u deze optie selecteert, moeten de documenten omlaag gericht in de invoerlade worden geplaatst (de zijde die u wilt scannen naar de invoerlade gericht). Enkelzijdig - Omhoog — selecteer deze optie als in uw organisatie gewoonlijk enkelzijdige documenten worden gescand. Wanneer u deze optie selecteert, moeten de documenten omhoog gericht in de invoerlade worden geplaatst (de zijde die u wilt scannen naar u gericht).

Resolutie (dots per inch) — hiermee kunt u de scanresolutie selecteren. Deze instelling heeft geen effect op PDF-bestanden. U kunt kiezen uit 75, 100, 150, 200, 240, 300, 400 en 600. Bij een hogere resolutie krijgt u een betere beeldkwaliteit, maar ook grotere bestanden.

2-17

Optie Documenttype

Documenttype — hier kunt u het type inhoud van uw documenten selecteren.

•

• •

2-18

Tekst met afbeeldingen: als het document een combinatie bevat van tekst, grafieken (staaf-, cirkeldiagrammen, enzovoort) en lijntekeningen. Tekst: als het document voornamelijk tekst bevat. Foto's: als het document voornamelijk foto's bevat.


Optie Zwart-wit aanpassen

Zwart-wit aanpassen — hiermee kunt u de waarden voor Contrast en Drempel aanpassen. Deze optie is alleen beschikbaar als u bij Scannen als Zwart-wit hebt geselecteerd. • •

Wanneer u Best (iThresholding) op het scherm Scannen als hebt geselecteerd, kunt u alleen de waarde voor Contrast wijzigen. Wanneer u Normaal (ATP) hebt geselecteerd, kunt u zowel de waarde voor Contrast als de waarde voor Drempel wijzigen.

Contrast ⎯ past het verschil tussen zwart en wit aan, waardoor een beeld scherper of zachter wordt. Bij een instelling met laag contrast is het verschil tussen zwart en wit klein, waardoor het beeld zachter wordt. Bij een instelling met hoog contrast is het verschil tussen zwart en wit groot, waardoor het beeld scherper wordt. Selecteer een contrastwaarde tussen 1 en 100. De standaardwaarde is 50. Drempel — hiermee zet u een beeld in grijstinten om in een zwart-wit beeld. De drempelwaarden lopen van 0 tot 255. De standaardwaarde is 90. Een lagere drempelwaarde produceert een lichter beeld en u kunt dit gebruiken om achtergronden en nauwelijks zichtbare, onnodige informatie te temperen. Met een hoge drempelwaarde wordt een donkere afbeelding geproduceerd. Een hoge drempelwaarde kan worden gebruikt om vage afbeeldingen duidelijker te maken. 1. Wanneer u Contrast of Drempel selecteert, wordt het scherm Contrast (of Drempel) weergegeven.

2. Gebruik de pijl omhoog en pijl omlaag om de waarde aan te passen en klik vervolgens op de knop links van de waarde om de nieuwe waarde op te slaan. A-61627_nl december 2011

2-19

Optie Aantal afdrukexemplaren

Aantal afdrukexemplaren — selecteer het aantal exemplaren (1-99) dat moet worden afgedrukt.

•

Optie Geavanceerd

Gebruik de pijl omhoog en pijl omlaag om het aantal exemplaren aan te passen en klik vervolgens op de knop links van het aantal om de nieuwe waarde op te slaan.

Geavanceerd — biedt de volgende opties:

•

•

Detectie blanco pagina's — Deze optie wordt gebruikt voor het detecteren van blanco pagina's (bijvoorbeeld de achterzijde van een document), zodat u deze pagina's kunt negeren. Gebruik deze optie bij het scannen van zwart-wit documenten naar TIFF of PDF. De standaardwaarde is 1 %. Documentbeelden die onder het percentage liggen, worden genegeerd. Bijsnijden — u kunt Automatisch of Agressief selecteren. - Automatisch: detecteert automatisch de rand van een afbeelding en maakt deze zo nodig recht. - Agressief: detecteert automatisch de rand van een afbeelding, maakt deze zo nodig recht en verwijdert een overgebleven zwarte rand op afbeeldingsranden. Mogelijk gaat hierbij een klein gedeelte van de beeldgegevens aan de rand van het document verloren.

2-20


•

Ultrasonische detectie van dubbele invoer gebruiken — zorgt voor een betere verwerking van documenten door te signaleren dat documenten elkaar bij de invoer overlappen. Dit kan komen doordat documenten zijn geniet, hechtmiddelen bevatten of elektrostatisch zijn geladen. Selecteer deze optie als u wilt dat het Scan Station dubbel ingevoerde documenten detecteert. OPMERKING: Als deze optie aan staat en een dubbele invoer wordt gedetecteerd, geeft het Scan Station een signaal. Controleer of de gescande beelden correct zijn. Het is mogelijk dat u opnieuw moet scannen.

•

Automatisch oriënteren inschakelen — indien ingeschakeld, analyseert het Scan Station elk document om te bepalen hoe dit werd ingevoerd en draait het beeld naar de juiste stand. Omgekeerde paginavolgorde — als deze optie is ingeschakeld legt het Scan Station de gescande afbeeldingen in omgekeerde volgorde van de volgorde waarin de documenten zijn gescand. Kleuraanpassingen — wanneer deze is ingeschakeld, wordt het scherm Kleuraanpassingen weergegeven, waarin u de intensiteit van de kleuren Rood, Groen en Blauw kunt aanpassen.

•

•

U kunt ze opnieuw verzenden zonder ze opnieuw te hoeven scannen.

Aan het eind een scansessie hebt u de optie uw bestemming en scaninstellingen opnieuw te verzenden zonder dat u de documenten opnieuw hoeft te scannen.

Wanneer u Opnieuw verzenden selecteert, verschijnt het hoofdscherm met uw oorspronkelijke bestemmingen scaninstellingen. Vanaf dit scherm kunt u instellingen wijzigen en het gescande document opnieuw verzenden, zonder dat u dit opnieuw hoeft te scannen. Wanneer u Gereed selecteert, verschijnt het bericht Wilt u de huidige selecties verwijderen?. • • •


Selecteer Nee wanneer u uw bestemmingen scaninstellingen voor de volgende scantaak wilt behouden. Wanneer u Ja selecteert, worden uw bestemmings- en scaninstellingen ingesteld op de standaardwaarden van het Scan Station. Wanneer u dit scherm negeert, wordt het scherm van het Scan Station na twee minuten teruggezet op de incidentele modus. 2-21

De zoekfunctie gebruiken

Voor het zoeken naar een e-mailadres in een bepaalde e-mailgroep of bepaald netwerkadresboek en het zoeken naar een netwerkmap of specifieke taak gebruikt u dezelfde procedure. 1. Selecteer de E-mailgroep, Netwerkmapgroep of Taak waarin u wilt zoeken.

2. Selecteer Zoeken om het toetsenbord weer te geven. 3. Voer uw zoekcriteria in (bijvoorbeeld een voornaam of achternaam voor een e-mailadres of een padnaam of een deel ervan voor een netwerkmap of een taaknaam). U ziet de resultaten die met uw zoekcriteria overeenkomen. OPMERKING: Als LDAP door uw beheerder is geconfigureerd, verschijnt de knop Meer. Klik op Meer om te zien of er nog meer is gevonden. 4. Klik op de namen, netwerkmappen of taken die u aan uw groep wilt toevoegen. 5. Klik op Gereed wanneer u klaar bent.

Snelkoppelingen voor instellingen gebruiken

Met Snelkoppelingen instellingen kunt u groepen met persoonlijke scaninstellingen maken, waarmee u het scannen gemakkelijker maakt. Als er instellingen zijn die u vaak gebruikt, kunt u hiervoor een snelkoppeling maken en deze in uw configuratie opslaan. De software bij het Scan Station bevat zes voorgedefinieerde snelkoppelingen met instellingen. OPMERKING: Voor informatie over het maken van snelkoppelingen met instellingen raadpleegt u uw systeembeheerder.

2-22


3 De configuratieorganizer installeren en gebruiken: Geavanceerde gebruiker

Inhoud

De configuratieorganizer voor de gebruiker installeren .................. 3-2 Configuratiebestanden voor gebruikers .......................................... 3-2 Venster Configuratieorganizer ........................................................ 3-3 Menu's ........................................................................................ 3-4 Werkbalk..................................................................................... 3-6 Statusbalk ................................................................................... 3-6 Configuratiebestanden maken en wijzigen ..................................... 3-7 Bestemmingsgroepen instellen....................................................... 3-8 Een e-mailgroep en adressen toevoegen................................... 3-8 De naam van een e-mailgroep wijzigen ..................................... 3-9 Een e-mailgroep verwijderen...................................................... 3-9 Een e-mailadresboek importeren ............................................. 3-10 Een wachtwoord voor een USB-station instellen .......................... 3-11 Het configuratiebestand testen ..................................................... 3-12 U kunt met de configuratieorganizer voor de gebruiker van het Kodak Scan Station 500 configuratiebestanden maken met uw eigen instellingen voor bestemmingen en het scannen. Wanneer u uw eigen configuratiebestand hebt gemaakt, kunt u deze opslaan op een USBstation en deze meenemen naar een Scan Station en voor uw scansessie gebruiken. De configuratieorganizer voor de gebruiker wordt uitgevoerd op een aparte pc met de volgende besturingssystemen: • Windows XP, Service Pack 2 en 3 • Windows Vista, Service Pack 1 • Windows 7


3-1

De configuratieorganizer installeren

OPMERKING: De toepassing Scannerbeheer en de configuratieorganizer voor de gebruiker kunnen niet op dezelfde pc worden geïnstalleerd. 1. Plaats de cd getiteld 'Configuratieorganizer voor de gebruiker en ondersteunende documentatie' in het cd-romstation. Het installatieprogramma wordt automatisch gestart. 2. Klik op Volgende in het welkomstscherm. 3. Klik op Akkoord wanneer u de bepalingen van de Softwarelicentieovereenkomst hebt gelezen en hiermee akkoord gaat. 4. Voer de map in of ga naar de map waar u de configuratieorganizer wilt installeren. U kunt ook de standaardinstelling gebruiken. U kunt ook aangeven of u de toepassing voor Iedereen of alleen voor Uzelf wilt installeren. Klik vervolgens op Volgende. 5. Klik op Volgende op het bevestigingsscherm. De installatie wordt gestart en de voortgang wordt weergegeven. OPMERKING: Als Microsoft .NET 2.0 niet is geïnstalleerd, kan de installatie veel langer duren (ongeveer 20 minuten). 6. Klik op Sluiten wanneer de installatie voltooid is. 7. Verwijder de cd uit het cd-rom-station.

Configuratiebestanden voor gebruikers

U maakt configuratiebestanden voor gebruikers met behulp van de configuratieorganizer voor de gebruiker van het Kodak Scan Station 500. Als geavanceerde gebruiker kunt u een aangepast configuratiebestand maken dat precies voldoet aan uw wensen op het gebied van scannen en bestemmingen. Wanneer u eenmaal een configuratiebestand hebt gemaakt, kunt u dit op uw USB-station opslaan en naar het Scan Station meenemen. Zo kunt u met één aanraking op het scherm een scantaak uitvoeren met gebruikmaking van uw eigen e-mailadresboek of netwerkmap. OPMERKING: Afhankelijk van hoe uw beheerder uw Scan Station heeft ingesteld, is het mogelijk dat u de standaardinstellingen niet kunt wijzigen of uw eigen, aangepaste configuratiebestand kunt maken.

3-2


Venster Configuratieorganizer


• Dubbelklik op de snelkoppeling Configuratieorganizer. Het venster Configuratieorganizer verschijnt.

3-3

Menu's

De Configuratieorganizer bevat de volgende menu's: Bestand, Bewerken, Opmaak, Gebruiker en Help. Menu Bestand — het menu Bestand bevat de volgende opties: Standaard — hiermee gaat u terug naar de laatst opgeslagen versie van het configuratiebestand. Opslaan — hiermee slaat u de wijzigingen in het configuratiebestand op. Openen — hiermee opent u een bestaand configuratiebestand. Afsluiten — hiermee sluit u de configuratieorganizer af. Menu Bewerken — het menu Bewerken bevat de volgende opties: Groep toevoegen — hiermee kunt u een nieuwe taakgroep, e-mailgroep, faxgroep, USB-stationmap, netwerkmap of FTP-locatie en de 'cloud'-bestemmingen SharePoint of Evernote als bestemmingstype opgeven. OPMERKING: Alleen de beheerder kan een een printergroep of een item aan een printergroep toevoegen. Naam groep wijzigen — hiermee kunt u de naam van de geselecteerde groep wijzigen. Groep verwijderen — hiermee verwijdert u de geselecteerde groep en alle items in deze groep. Item toevoegen — hiermee kunt u een nieuw item aan de geselecteerde groep toevoegen (bijvoorbeeld een e-mailadres aan een e-mailgroep, een taak aan een taakgroep, enzovoort). Eigenschappen item — hiermee kunt u de naam van het geselecteerde item wijzigen. Item verwijderen — hiermee kunt u het geselecteerde item verwijderen. E-mailadressen importeren — hiermee kunt u e-mailadressen importeren uit een tekstbestand met komma's als scheidingstekens (csv). Zie het gedeelte getiteld 'Een e-mailadresboek importeren' later in dit hoofdstuk voor meer informatie. Search — hiermee kunt u in het adresboek van het netwerk naar e-mailadressen zoeken.

3-4


Menu Opmaak — het menu Opmaak bevat de volgende opties: Groep naar links verplaatsen— hiermee verplaatst u de geselecteerde groep één positie naar links. Groep naar rechts verplaatsen — hiermee verplaatst u de geselecteerde groep één positie naar rechts. Item omhoog verplaatsen — hiermee verplaatst u het geselecteerde item één positie omhoog in de lijst. Item omlaag verplaatsen — hiermee verplaatst u het geselecteerde item één positie omlaag in de lijst. De positie van groepen en items is belangrijk, omdat de eerste groep links het standaardbestemmingstype is bij gebruik van het configuratiebestand op het Scan Station. Menu Gebruiker — het menu Gebruiker bevat de volgende opties: Wachtwoord configureren— hiermee geeft u het dialoogvenster Wachtwoord configureren weer waarin u een wachtwoord voor het configuratiebestand kunt invoeren. Wanneer u deze optie gebruikt, wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren om toegang te krijgen tot de informatie in het bestand. E-mailadres — hiermee geeft u het dialoogvenster E-mailadres weer waarin u het e-mailadres kunt invoeren waarnaar een kennisgeving wordt gestuurd als de e-mail of fax niet kon worden afgeleverd. Menu Help — het menu Help bevat de volgende opties: Inhoud — hiermee geeft u een lijst met Help-onderwerpen weer voor de configuratieorganizer. Index — hiermee geeft u een alfanumerieke lijst met trefwoorden weer voor de configuratieorganizer. Info — hiermee kunt u een venster weergeven met copyright- en versiegegevens van de software.


3-5

Werkbalk

Via de werkbalk kunt u snel naar veelgebruikte functies gaan. De werkbalk wordt altijd weergegeven. U kunt geen werkbalkknoppen toevoegen, verwijderen of verplaatsen. Pictogram

Beschrijving Hiermee slaat u het configuratiebestand op in het USB-station of op de harde schijf. Hiermee voegt u een nieuw item aan de huidige groep toe.

Hiermee kunt u naar een item zoeken.

Hiermee wijzigt u de naam van het geselecteerde item.

Hiermee verwijdert u het geselecteerde item. Hiermee verplaatst u het geselecteerde item één positie omhoog in de lijst. Hiermee verplaatst u het geselecteerde item één positie omlaag in de lijst.

Statusbalk

De statusbalk onder in het scherm bevat de knop Instellingen/Teruggaan, evenals de pictogrammen die de huidige scaninstellingen aangeven.

Wanneer u de huidige instellingen wilt wijzigen, selecteert u de knop Instellingen. De scaninstellingen worden weergegeven en u kunt deze aanpassen aan uw eigen voorkeuren. Een beschrijving van de scaninstellingen vindt u in het gedeelte getiteld "Het scherm Instellingen" in hoofdstuk 2.

3-6


Configuratiebestanden maken en wijzigen

U kunt een nieuw configuratiebestand maken op basis van de standaardwaarden of u kunt een bestand wijzigen dat al bestaat op het geplaatste USB-station, in een lokale back-up of een map op de computer of het netwerk. 1. Selecteer Bestand>Openen. Het dialoogvenster Configuratie openen vanaf wordt weergegeven.

2. Selecteer de locatie van waaruit u het configuratiebestand wilt openen. 3. Klik op Openen. 4. Wanneer de instellingen van het configuratiebestand worden weergegeven, kunt u bestemmingsgroepen en -items toevoegen of verwijderen of de naam hiervan wijzigen. Zie het volgende gedeelte "Bestemmingsgroepen instellen" voor meer informatie en procedures. 5. U kunt desgewenst Instellingen selecteren en een of meer scaninstellingen wijzigen. De huidige scaninstellingen worden onder aan het scherm weergegeven. Raadpleeg: "Het scherm Instellingen" in hoofdstuk 2 voor meer informatie. 6. Selecteer Bestand>Opslaan. Het dialoogvenster Configuratie opslaan naar wordt weergegeven.

7. Selecteer de locatie(s) waarin u het bijgewerkte configuratiebestand wilt opslaan. Gebruik indien nodig de knop Bladeren om de juiste map te zoeken. 8. Klik op Opslaan. Het bericht De configuratie is op alle geselecteerde locaties opgeslagen wordt weergegeven. 9. Klik op OK.


3-7

Bestemmingsgroepen instellen

U kunt de volgende bestemmingsgroepen instellen: • • • • • • • •

E-mail USB-stationmap NetwerkmapFTP Fax Taak SharePoint Evernote

De procedures voor het instellen van de verschillende bestemmingsgroepen zijn vrijwel hetzelfde. In de volgende gedeelten wordt beschreven hoe u de bestammingsgroep E-mail instelt, verwijdert en hernoemt. Volg deze basisprocedures ook voor het instellen van andere bestemmingsgroepen. Raadpleeg uw systeembeheerder als u hulp nodig hebt bij het instellen van een bestemmingsgroep. Een e-mailgroep en adressen toevoegen

Als u een adres wilt toevoegen aan een bestaande e-mailgroep, gaat u verder met stap 2. 1. Ga in het venster Configuratieorganizer naar het scherm Bestemming en selecteer Bewerken>Groep toevoegen>E-mail. Het e-mailpictogram wordt toegevoegd aan de werkbalk in het venster Configuratieorganizer.

2. Selecteer de e-mailgroep waaraan u adres(sen) wilt toevoegen en selecteer Bewerken>Item toevoegen. Het dialoogvenster Toevoegen verschijnt.

3. Typ de naam en het adres en klik op OK. OPMERKINGEN: • Als u niet wilt dat het e-mailadres in alfabetische volgorde in de groep wordt geplaatst, schakelt u Aan lijst toevoegen (alfabetisch) uit. • U kunt ook de naam van items wijzigen en items uit een groep verwijderen met de menuselecties Bewerken>Itemnaam wijzigen en Bewerken>Item verwijderen.

3-8


Het e-mailadres wordt toegevoegd aan de geselecteerde e-mailgroep en het adres wordt in het venster Configuratieorganizer weergegeven.

4. Herhaal stap 2 en 3 voor elk e-mailadres dat u aan een e-mailgroep wilt toevoegen. De naam van een e-mailgroep wijzigen

Als u een e-mailgroep toevoegt, krijgt deze standaard de naam E-mail. 1. Ga naar het scherm Bestemming en selecteer de e-mailgroep die u wilt verwijderen. 2. Selecteer Bewerken>Naam groep wijzigen. Het dialoogvenster Naam groep wijzigen verschijnt.

3. Breng de gewenste wijziging aan in het veld Beschrijving en klik op OK. De nieuwe groepsnaam wordt weergegeven in het hoofdvenster van de configuratieorganizer. Een e-mailgroep verwijderen

Als u een e-mailgroep verwijdert, worden alle e-mailadressen binnen die groep ook verwijderd. 1. Ga naar het scherm Bestemming en selecteer de e-mailgroep die u wilt verwijderen. 2. Selecteer Bewerken>Groep verwijderen. Het volgende bericht verschijnt:

3. Klik op Ja om de e-mailgroep te verwijderen.


3-9

Een e-mailadresboek importeren

CSV-bestanden zijn gegevensbestanden met databasegegevens. Elke rij bevat gegevenswaarden die door middel van komma's worden gescheiden. Elke komma op een tekstregel stelt een kolom gegevens uit de originele database voor. In het onderstaande voorbeeld ziet u gegevens die uit Microsoft Outlook Express zijn geëxporteerd. OPMERKING: De eerste rij bevat mogelijk kolomkopinformatie en niet de feitelijke gegevens. Eerste rij

Voornaam, Achternaam, E-mailadres Jan,Smit,[email protected] Tom,Bakker,[email protected] Willem,Nemo,[email protected]

U kunt uw e-mailadresboek uit Outlook Express exporteren naar een CSV-bestand. Wanneer u uw e-mailadresboek exporteert, kunt u de gegevenskolommen kiezen die u wilt exportern. OPMERKING: In andere mailprogramma's kunt u mogelijk niet de gegevenskolommen selecteren die u wilt exporteren Aanbevolen wordt alleen de voornaam, de achternaam en het e-mailadres te exporteren. Nadat het bestand is geëxporteerd, kan het in de configuratieorganizer worden geïmporteerd. U importeert het e-mailadresboek als volgt: 1. Selecteer de e-mailgroep waarin u uw e-mailadresboek wilt importeren. 2. Selecteer Bewerken>E-mailadressen importeren. Het dialoogvenster E-mailadressen importeren verschijnt.

3. Typ de naam van het bestand dat de e-mailadressen bevat die u wilt importeren, in het veld Bestand. Gebruik indien nodig de knop Bladeren om het bestand te zoeken.

3-10


4. In veel e-mailtoepassingen worden automatisch de kolomkoppen als eerste gegevensrij geëxporteerd. Als u de kolomkoppen niet als eerste rij wilt exporteren, selecteert u Eerste rij met gegevens overslaan. OPMERKING: Sommige e-mailtoepassingen exporteren de gegevens ook met extra dubbele aanhalingstekens om de gegevens. Bij het importeren van gegevens worden de aanhalingstekens verwijderd. 5. Voer de nummers van de kolommen in met Voornaam, Achternaam en E-mailadres in het CSV-bestand. Nadat u een CSV-bestand en kolomlocaties hebt geselecteerd, wordt een voorbeeld weergegeven met het resultaat van de selectie van kolomlocaties in het bestand. Wijzigingen in de kolomselectie worden steeds weergegeven in het voorbeeld. Als de drie waarden voor Kolomlocatie bestand 1, 2, en 3 zijn, ziet u het volgende in het voorbeeld: Voornaam Achternaam

E-mailadres

De voor- en achternaam worden gecombineerd tot weergavenaam voor het e-mailadres. Het e-mailadres wordt gebruikt om het feitelijke e-mailadres te maken. Als alle drie kolomlocatiewaarden op 1 zouden zijn ingesteld, zou het voorbeeld er als volgt uitzien: Voornaam Voornaam

Voornaam

6. Klik op Importeren. De e-mailadressen worden aan de geselecteerde e-mailgroep toegevoegd. Een wachtwoord voor een USB-station instellen

U kunt een wachtwoord instellen, zodat onbevoegden geen toegang tot uw configuratiebestand hebben. Wanneer er een wachtwoord is toegewezen, verschijnt het toetsenbord en wordt de gebruiker van het Scan Station of de configuratieorganizer gevraagd dit wachtwoord in te voeren voordat het bestand kan worden geopend. 1. Selecteer Gebruiker>Wachtwoord configureren. Het dialoogvenster Wachtwoord configureren verschijnt:

2. Voer een wachtwoord in. 3. Voer het wachtwoord opnieuw in en klik op OK. OPMERKING: Als de wachtwoorden niet overeenkomen, verschijnt een bericht en wordt het dialoogvenster Wachtwoord configureren opnieuw weergegeven. A-61627_nl december 2011

3-11

Het configuratiebestand testen

Nadat u het configuratiebestand hebt gemaakt, de gewenste bestemmingen hebt toegevoegd, voorkeursinstellingen voor het scannen voor het apparaat hebt geselecteerd en een wachtwoord hebt ingesteld (optioneel), kunt u het bestand opslaan en testen. 1. Sluit een USB-station aan op de USB-poort van de computer. 2. Selecteer Bestand>Opslaan. Het dialoogvenster Configuratie opslaan naar wordt weergegeven.

3. Selecteer de locatie(s) waarin u het configuratiebestand wilt opslaan. Gebruik indien nodig de knop Bladeren om de juiste map te zoeken. 4. Klik op Opslaan. 5. Wanneer u klaar bent, sluit u de configuratieorganizer af en verwijdert u het USB-station uit de computer. 6. Test het USB-station door het in de USB-poort van het Scan Station te plaatsen. Wanneer het Scan Station een geldig configuratiebestand vindt, worden de nieuwe pictogrammen voor uw aangepaste bestemmingen weergegeven. OPMERKINGEN:

3-12

•

U kunt ook eventueel aangepaste scaninstellingen controleren door de knop Instellingen te selecteren.

•

Als dit de eerste keer is dat uw USB-station op een Scan Station wordt gebruikt, is het mogelijk dat het toepassingsscherm driemaal oplicht terwijl het USB-stuurprogramma voor uw USBstation wordt geconfigureerd.


4 Problemen oplossen Inhoud

Problemen oplossen ....................................................................... 4-1 Indicatielampje op de aan/uit-knop ................................................. 4-2

Problemen oplossen

Het is mogelijk dat het Scan Station op een gegeven moment niet naar behoren functioneert. Probeer aan de hand van de informatie in de onderstaande tabel uw probleem op te lossen voordat u contact opneemt met Technische ondersteuning.

Probleem Documenten zijn vastgelopen of er worden meerdere documenten ingevoerd

Mogelijke oplossing Zorg dat: • de invoer en de zijgeleiders zijn afgesteld op de breedte van de documenten die u scan. • de uitvoerlade is afgesteld op de lengte van de documenten die u scant. • alle documenten voldoen aan de vereisten voor formaat en gewicht: Maximale documentgrootte: 215 x 863 mm (8,5 x 34 inch) - kan voor bepaalde resoluties beperkt zijn Minimale documentgrootte: 50 x 63,5 mm (2 x 2,5 inch) Invoer met meerdere pagina's tegelijk: 75 x 125 mm (3 x 5 inch) Papiergewicht: 413 g/m2 (110 lb.) papier en identiteitskaarten met een dikte tot 1,25 mm (0,05 inch) • het Scan Station en banden schoon zijn. • de veer op de pre-separatiemodule is ingesteld op de juiste spanning. Zie de procedure in hoofdstuk 7, Onderhoud in de Beheerdershandleiding. • de invoeren separatiemodule op de juiste manier zijn geïnstalleerd, schoon zijn en goed op hun plaats zitten. Zie de procedure in hoofdstuk 7, Onderhoud in de Beheerdershandleiding. Ga als volgt te werk om vastgelopen papier te verwijderen: • Open de klep van het Scan Station. BELANGRIJK: Zorg dat het paneel van de uitvoerlade omhoog staat voordat u de klep opent.

• Verwijder vastgelopen documenten uit het Scan Station. • Sluit de klep van het Scan Station en hervat het scannen.


4-1

Probleem

Mogelijke oplossing

Er worden geen documenten in het Scan Station ingevoerd/gescand

Zorg dat: • het netsnoer goed is aangesloten achter op het Scan Station en op het stopcontact. • de aan/uit-schakelaar op AAN staat. • het stopcontact goed werkt (bel eventueel een bevoegde elektricien). • document(en) contact maken met de invoerrollen.

Er worden geen afbeeldingen weergegeven

Als u enkelzijdige documenten scant, moet u ervoor zorgen dat de zijde die u wilt scannen naar de invoerlade is gericht wanneer Enkelzijdig Omlaag op het scherm Invoerdocument is is geselecteerd; of dat de zijde die u wilt scannen naar u toe is gericht wanneer Enkelzijdig - Omhoog op het scherm Invoerdocument is is geselecteerd. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte "Uw documenten gereedmaken voor het scannen" in hoofdstuk 2.

Er verschijnen na het scannen rolsporen op het document

Reinig de rollen. Zie de procedure in hoofdstuk 7, Onderhoud in de Beheerdershandleiding.

Op afbeeldingen worden delen van de Als u doorschijnende documenten scant, kunnen er zwarte vlekken op achterkant zichtbaar als zwarte vlekken de afbeelding ontstaan doordat delen van de achterkant zichtbaar zijn aan de voorkant. Om dit effect tot een minimum te beperkten past u de op de voorkant contrastwaarde op het scherm Zwart-wit aanpassen aan. Aflevering van fax niet gelukt

• Controleer of het e-mailadres voor retour correct is geconfigureerd. • Controleer of het faxnummer van de ontvanger correct is. Probeer het hierna opnieuw. Neem contact op met uw beheerder als u de fout niet kunt oplossen.

Aanraakscherm reageert niet

• Zorg dat het Scan Station is aangesloten en ingeschakeld. • Als er een A3/A4-flatbed is toegevoegd en deze niet is aangesloten wanneer het Scan Station draait, is het mogelijk dat het aanraakscherm niet reageert. Zet het Scan Station uit en weer aan.

Indicatielampje op de aan/uit-knop

De aan/uit-knop fungeert behalve als aan/uit-knop voor het Scan Station ook als indicatielampje. Bepaald aan de hand van dit diagram de status van het Scan Station. Indicatiela Probleem mpje

4-2

Oplossing

Brandt blauw

Scan Station is gereed

Knippert blauw

Scan Station is bezig

Wacht tot het indicatielampje stopt met knipperen en het Scan Station gereed is.

Knippert rood

Geeft een fout aan: de klep is open of er is papier vastgelopen.

Verhelp de fout, dat wil zeggen sluit de klep van het Scan Station of verwijder het vastzittende papier, en ga door.

Brandt rood

Scan Station werkt niet Zet het Scan Station uit en weer aan. Bel service als deze fout zich blijft voordoen.


Veiligheid. Milieu-eisen. Europese Unie. Informatie over de batterij. Akoestische emissie

Recommend Documents