VAVO Academie Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs
PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING 2014-2015
HAVO
1
INHOUD bladzijde Inleiding
2
Nederlandse taal en literatuur
5
Engelse taal en literatuur
6
Maatschappijleer
7
Maatschappijwetenschappen
8
Duitse taal en literatuur
9
Franse taal en literatuur
10
Aardrijkskunde
11
Geschiedenis
12
Economie
13
Management & Organisatie
14
Tekenen
15
Natuurkunde
16
Scheikunde
17
Biologie
18
Wiskunde A
19
Wiskunde B
20
Rekentoets
21
Examenreglement havo
22
2
Culemborg, 1 oktober 2014 PTA HAVO
Aan de examenkandidaten Havo, Hierbij ontvangen jullie het programma van toetsing en afsluiting 2014/2015 HAVO. Voor alle vakken staan de onderdelen van het schoolexamen aangegeven die dit examenjaar aan de orde komen. Het is in verband met een goede planning absoluut noodzakelijk de navolgende pagina’s uiterst zorgvuldig door te lezen. Het officiële examenreglement is tevens toegevoegd. Enkele belangrijke punten breng ik nadrukkelijk onder de aandacht: 1. Algemeen Je bent zelf verantwoordelijk voor je leerproces en studievoortgang. Aan het begin van het schooljaar heb je voor ieder vak een studiewijzer ontvangen waarin precies staat aangegeven wat er van week tot week wordt behandeld. In deze studiewijzer staat tevens de stofomschrijving van de in het PTA vermelde schoolexamenonderdelen nader uitgewerkt. Studiewijzer en PTA zijn derhalve cruciaal voor een goede planning van je studie. De school stelt zich niet verantwoordelijk voor mededelingen over zaken betreffende schoolexamen en eindexamen, gedaan door andere personen dan de voorzitter en de secretaris van de examencommissie vavo. Met klem raad ik je aan dit soort informatie uitsluitend bij de laatstgenoemden in te winnen. 2. Onregelmatigheden Indien je je ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of hebt gemaakt zoals het integraal overnemen (kopiëren, knippen, plakken) van internetinformatie of het niet tijdig inleveren van opdrachten, werkstukken e.d., kan de examencommissie vavo maatregelen nemen. De maatregelen kunnen o.a. zijn het toekennen van het cijfer 1 voor een toets of het uitsluiten van het schoolexamen of het centraal examen. Zie artikel 4 van het examenreglement. 3. Aanwezigheid De school stelt aanwezigheid tijdens alle onderdelen van het schoolexamen verplicht. Bij verhindering dien je je ’s morgens vòòr 9.00 uur, het liefst eerder, af te melden via telefoonnummer 0344-656200 (optie 2). Tijdens de toetsperiodes zal er op de dag een afwijkend rooster gelden. Neem hier goede nota van! De tijden van de mondelinge toetsen worden in overleg met de docent afgesproken. Tip: het is uitermate verstandig om mondelinge toetsen eerder te doen! Afwezigheid tijdens enig onderdeel van het schoolexamen wordt beschouwd als onregelmatigheid. 4. Inhalen/herkansen Het inhalen/herkansen van een schoolexamenonderdeel is onder voorwaarden mogelijk. Zie artikel 11, onderdeel 12 en 13, van het examenreglement. 5. Klachten/bezwaar Als je het niet eens bent met het verloop of de uitslag van een schoolexamenonderdeel dan kun je schriftelijk een klacht indienen bij de examencommissie vavo, uiterlijk 10 werkdagen na het ontvangen van de uitslag. Zie artikel 11, lid 14, van het examenreglement. Namens docenten en schoolleiding wens ik jullie veel sterkte en succes toe. Met vriendelijke groeten,
F. van Woesik voorzitter eindexamencommissie vavo
3 A. Normen eindexamen HAVO Geslaagd is de kandidaat: a. van wie het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is (de CE-eis); b. die voor één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en hij voor de andere vakken, genoemd in dit subonderdeel als eindcijfer 6 of meer heeft behaald (de kernvakkeneis); c. die onverminderd onderdeel b: 1) voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 2) voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; 3) voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; of 4) voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; d. die de rekentoets heeft afgelegd ongeacht het daarvoor behaalde eindcijfer. e. die voor het vak maatschappijleer en het profielwerkstuk niet lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald. Bij deze uitslagbepaling wordt het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van maatschappijleer en het profielwerkstuk aangemerkt als het eindcijfer van één vak, genaamd het combinatiecijfer. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. N.B. Voor havo geldt voor elke uitslag vanaf 1 augustus 2012 de zogenaamde kernvakkeneis: in het rijtje Nederlands, Engels en wiskunde mag ten hoogste één vijf als eindcijfer voorkomen. Dus om te kunnen slagen moet de kandidaat voor deze kernvakken halen: - één vijf en verder 6 of hoger, of - alles 6 of hoger. Voor deze kernvakkenregeling is een overgangsregeling vastgesteld die geldt t/m de uitslag van 2016. Deze overgangsregeling luidt: Als in 2013, 2014, 2015 of 2016 bij een vast te stellen uitslag een cijfer voor Nederlands, Engels of wiskunde wordt betrokken dat behaald is voor 1 augustus 2012, dan is de kernvakkenregeling niet van toepassing. Cijferlijsten zijn 10 jaar geldig (zie D). In het kader van de overgangsregeling mag de kandidaat dus een geldige cijferlijst uit 2012 of eerder inbrengen, die wordt ingezet bij het vaststellen van een uitslag in 2015 of 2016.
B. Normen deeleindexamen HAVO Geslaagd is de kandidaat die: voor het vak of de vakken waarin hij deeleindexamen heeft afgelegd, als eindcijfer 6 of hoger heeft behaald.
C. Herkansing centraal examen De herkansing van het centraal examen betreft ten hoogste één vak. Alle kandidaten, geslaagd of niet geslaagd, hebben het recht om in één vak te herkansen.
D. Het aantal vakken Het HAVO eindexamen omvat een profielwerkstuk, de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, de vakken van het profieldeel en het vak of de vakken van het vrije deel van elk profiel. Bij het volwassenenonderwijs is het mogelijk om via studie in één of meer van de voor het eindexamen voorgeschreven vakken een diploma te behalen. Iemand is geslaagd voor een deeleindexamen wanneer hij een voldoende behaalt voor alle vakken waaruit het deeleindexamen bestaat (zie B). Wanneer echter voor een voldoende aantal deeleindexamens zodanige eindcijfers zijn behaald dat de kandidaat voldoet aan de voorwaarden om te slagen voor een volledig eindexamen (zie A) en wanneer na het jaar waarin deze eindcijfers zijn vastgesteld nog geen 10 jaren verstreken zijn, ontvangt de kandidaat een volwaardig diploma.
4 E. Data toetsperiodes HAVO Toetsperiode 1: ma. 10 november Toetsperiode 2: ma. 26 januari Toetsperiode 3: di. 7 april
t/m t/m t/m
vrij. 14 november 2014 vrij. 30 januari 2015 ma. 13 april 2015
(wk 46) (wk 5) (wk 15/16)
Tijdens de toetsperioden van de opleiding havo wordt er overdag geen les gegeven; twee weken voor elke toetsperiode kunnen de leerlingen het toetsrooster op de vavo administratie (kamer 102) afhalen bij mevrouw Van den Berg. Profielwerkstuk Introductie in week 40 Stap 1: vak en onderwerpkeuze
uiterlijk donderdag 2 oktober 2014,
12.00 uur
Stap 2: planning/onderzoeks-, hoofd- en deelvragen uiterlijk donderdag 6 november 2014,
12.00 uur
Stap 3: conceptversie
uiterlijk donderdag 15 januari 2015,
12.00 uur
Stap 4: definitieve versie
uiterlijk donderdag 5 maart 2015,
12.00 uur
Handelingsdelen dienen uiterlijk donderdag 19 maart 2015, 15.00 uur naar behoren te zijn voltooid. Herkansen van een (tussen)toets/tussenopdracht (zie Examenreglement, artikel 11, lid 12) a. De herkansing van een gemaakte (tussen)toets/tussenopdracht vindt plaats in week 17. b. Het herkansen wordt centraal geregeld. Het rooster is op de administratie af te halen. c. De docent bespreekt met de kandidaat of en zo ja, welk onderdeel wordt herkanst. d. Het tijdstip van herkansen in week 17 van kijk-/luistertoetsen regelt de docent zelf met de kandidaat. e. Indien je in deze herkansingsweek binnen een vak herkanst, vervalt het recht op inhalen binnen datzelfde vak. Inhalen van een (tussen)toets/tussenopdracht (zie Examenreglement, artikel 11, lid 13) a. Het inhalen van een gemiste (tussen)toets/tussenopdracht uit periode 1 vindt plaats in week 48, uit periode 2 in week 7, uit periode 3 in week 17. b. De docent bespreekt met de kandidaat of en zo ja, welk onderdeel wordt ingehaald. c. De docent regelt het tijdstip van inhalen in week 48 en week 7 zelf met de kandidaat. d. Het inhalen in week 17 wordt centraal geregeld. Het rooster is op de administratie af te halen. e. Het tijdstip van inhalen in week 17 van mondelinge toetsen en kijk-/luistertoetsen regelt de docent zelf met de kandidaat. f. Indien je in week 17 inhaalt binnen een vak, vervalt het recht op herkansing binnen datzelfde vak. Examenrooster HAVO eerste tijdvak 2015 maandag 11 mei dinsdag 12 mei
woensdag 13 mei
maandag 18 mei
dinsdag 19 mei
13.30 - 16.30 economie 13.30 - 16.30 Nederlands 09.00 - 11.30 Duits 13.30 - 16.30 biologie
woensdag 20 mei
donderdag 21 mei
09.00 - 11.30 tekenen 13.30 - 16.30 wiskunde A en B 09.00 - 12.00 maatschappijwetenschappen 13.30 - 16.30 scheikunde
09.00 – 12.00 geschiedenis
vrijdag 22 mei
13.30 - 16.30 m&o
13.30 – 16.00 Frans
dinsdag 26 mei
09.00 - 12.00 aardrijkskunde
13.30 - 16.00 Engels
woensdag 27 mei
13.30 - 16.30 natuurkunde
Examenrooster HAVO tweede tijdvak 2015 Het tweede tijdvak begint op maandag 15 juni 2015. In de eindexamenmedelingen die de kandidaat kort voor de aanvang van het 1e tijdvak zal ontvangen, wordt een nadere indeling van de vakken bekend gemaakt. Onze Minister kan vakken aanwijzen waarin het centraal examen in het tweede tijdvak wordt afgenomen door het College voor examens. De examenafname zal dan plaatsvinden op vrijdag 19 juni 2015. Definitief bericht hierover volgt in de eindexamenmedelingen. Het derde tijdvak 2015 vindt plaats in augustus 2015. Na aanmelding worden door het College voor examens datum en plaats van de zitting meegedeeld.
5
NEDERLANDS HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
week 44 week 45 week 47 week 48 week 49 week 3 week 4 week 7 week 8 week 10
S S S S S S S S S S
90 min. 90 min. 90 min. 90 min. 90 min. 90 min. 90 min. 90 min. 90 min. 90 min.
HANDELINGSDEEL TEKSTDOSSIER SCHRIJFDOSSIER TEKSTDOSSIER TEKSTDOSSIER SCHRIJFDOSSIER TEKSTDOSSIER TEKSTDOSSIER TEKSTDOSSIER TEKSTDOSSIER SCHRIJFDOSSIER
Let op: van bovenstaande handelingsdelen moeten er minimaal 8 voor de deadline (19 maart 2015, uiterlijk 15.00 uur) naar behoren afgerond zijn! week 8 is de deadline voor het LEESDOSSIER LITERATUUR [uitwerking 2 Nederlandstalige literaire werken aan de hand van opdrachten + boekenlijst (in totaal 7 boeken) + 10 gedichten] _______________________________________________________________________________________________ TOETSDEEL
WEGING
Toetsperiode 1
S
90 min.
LITERATUUR A 20 % (van SE literatuur) Literaire theorie en proza - Theorie en toepassing Aantekeningen en syllabus literatuur
Toetsperiode 2
S
90 min.
SCHRIJFVAARDIGHEID A 20 % (van SE schrijfv.) Argumentatieve vaardigheden - Theorie en toepassing Aantekeningen en gemaakte opdrachten
week 6
M
45 min.
SPREEKVAARDIGHEID 30 % (SE) Voorbereiding en afname in aanvang schooljaar samen te stellen groepen van maximaal zes cursisten. Aanwezigheid van alle groepsleden is verplicht! Onderwerp: profielwerkstuk (niet herkansbaar)
week 12, 13, week 14
M
20 min.
LITERATUUR B Balansgesprek over het leesdossier (niet herkansbaar)
S
90 min.
SCHRIJFVAARDIGHEID B 80 % (van SE schrijfv.) Betoog/beschouwing/uiteenzetting schrijven
Toetsperiode 3
80 % (van SE literatuur)
Het leesdossier bevat 7 boektitels van Nederlandstalige (niet vertaald!) literaire werken waarvan 2 boeken uitgewerkt zijn op basis van opdrachten, en een map met 10 Nederlandstalige gedichten. Voor de opdrachten wordt gebruik gemaakt van de in de studiewijzer genoemde syllabus. Eindcijfer schoolexamen:
het eindcijfer literatuur is 30 % cijfer schoolexamen het eindcijfer schrijfvaardigheid is 40 % cijfer schoolexamen het eindcijfer spreekvaardigheid is 30 % cijfer schoolexamen
Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
6
ENGELS HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
S
60 min.
A1
TUSSENTOETS 1
S
90 min.
B1
LITERATUUR (romantoets 1)
week 4
S
60 min.
C
LUISTER- EN KIJKVAARDIGHEID Cito kijk- en luistertoets
Toetsperiode 2
S
60 min.
A2
TUSSENTOETS 2
Toetsperiode 3
S
60 min.
A3
TUSSENTOETS 3
S
90 min.
B2+3
LITERATUUR (romantoets 2 en 3)
M
30 min.
D
GESPREKSVAARDIGHEID Na afspraak met docent
1
S
90 min.
E
SCHRIJFVAARDIGHEID
1
Toetsperiode 1
WEGING
1
Het gemiddelde van de drie tussentoetscijfers (A1 + A2 + A3) is 20 % cijfer schoolexamen; het gemiddelde van de drie literatuurcijfers (B1 + B2 + B3) is 20 % cijfer schoolexamen; elke verdere schoolexamentoets [Luister- en Kijkvaardigheid (C), Gespreksvaardigheid (D) en Schrijfvaardigheid (E)] is 20 % cijfer schoolexamen.
Eindcijfer schoolexamen: (A1 + A2 + A3) / 3 + (B1 + B2 + B3) / 3 + C + D + E 5
Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
7
MAATSCHAPPIJLEER HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING GEMEENSCHAPPELIJK DEEL
WEGING
Methode: Thema’s Maatschappijleer Havo (Essener)
week 40
Toetsperiode 1
S
60 min.
Tussentoets
½
S
90 min.
Pluriforme samenleving + Rechtsstaat
1
Praktische opdracht (een maatschappelijk probleem)
½
uiterlijk voor aanvang 2e toetsweek S
60 min.
Toetsperiode 2
S
90 min.
Verzorgingsstaat
1
Toetsperiode 3
S
90 min.
Politieke besluitvorming
1
Het gemiddelde van het SE-cijfer Tussentoets en het SE-cijfer Praktische opdracht telt als een schoolexamentoets; elke schoolexamentoets is 25 % cijfer schoolexamen.
Eindcijfer schoolexamen: het gemiddelde van de vier SE-cijfers Het eindcijfer schoolexamen wordt eerst afgerond op een decimaal en vervolgens op een geheel getal.
8
MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING PROFIELDEEL/VRIJE DEEL
WEGING
Methode: Katernen van Maatschappijwetenschappen (Essener)
week 40
Toetsperiode 1
S
60 min.
Tussentoets
½
S
90 min.
Multiculturele samenleving hfdst. 1, 2, 4, 5 + Werk hfdst. 1, 4, 5 + Massamedia hfdst. 1, 2, 3, 4
1
uiterlijk voor aanvang 2e toetsweek
Toetsperiode 2
Toetsperiode 3
S
60 min.
Praktische opdracht Strafrecht
½
S
90 min.
Massamedia hfdst. 5, 6, 7, 8 + Rechtsstaat
1
Politieke besluitvorming
1
S
90 min.
Het gemiddelde van het SE-cijfer Tussentoets en het SE-cijfer Praktische opdracht telt als een schoolexamentoets; elke schoolexamentoets is 25 % cijfer schoolexamen.
Eindcijfer schoolexamen: het gemiddelde van de vier SE-cijfers Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
Onderwerpen CSE 2015: -
Politieke Besluitvorming
-
Massamedia
-
Rechtsstaat
9
DUITS HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
S
60 min.
A1
TUSSENTOETS 1
week 50
S
90 min.
B1+2
LITERATUUR (romantoets 1 en 2)
week 4
S
60 min.
C
LUISTER- EN KIJKVAARDIGHEID Cito kijk- en luistertoets
Toetsperiode 2
S
60 min.
A2
TUSSENTOETS 2
week 11
S
90 min.
E
SCHRIJFVAARDIGHEID 1 Het schrijven van een zakelijke brief aan de hand van een in het Nederlands gestelde opdracht. Woordenboek toegestaan.
week 14
M
30 min.
D
GESPREKSVAARDIGHEID Na afspraak met docent
S
60 min.
A3
TUSSENTOETS 3
S
90 min.
B3
LITERATUUR (romantoets 3)
Toetsperiode 1
Toetsperiode 3
WEGING
1
1
Het gemiddelde van de drie tussentoetscijfers (A1 + A2 + A3) is 20 % cijfer schoolexamen; het gemiddelde van de drie literatuurcijfers (B1 + B2 + B3) is 20 % cijfer schoolexamen; elke verdere schoolexamentoets [Luister- en Kijkvaardigheid (C), Gespreksvaardigheid (D) en Schrijfvaardigheid (E)] is 20 % cijfer schoolexamen.
Eindcijfer schoolexamen: (A1 + A2 + A3) / 3 + (B1 + B2 + B3) / 3 + C + D + E 5
Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
10
FRANS HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
Toetsperiode 1
S
60 min.
A1
week 4
S
60 min.
C
LUISTER- EN KIJKVAARDIGHEID Cito kijk- en luistertoets
Toetsperiode 2
S
60 min.
A2
TUSSENTOETS 2
week 13
M
30 min.
D
GESPREKSVAARDIGHEID Na afspraak met docent
1
week 14
S
90 min.
E
SCHRIJFVAARDIGHEID
1
S
60 min.
A3
TUSSENTOETS 3
B
LITERATUUR (8 verhalen)
Toetsperiode 3
Verspreid over S het schooljaar
WEGING
TUSSENTOETS 1
1
Het gemiddelde van de drie tussentoetscijfers (A1 + A2 + A3) is 20 % cijfer schoolexamen; het gemiddelde van de literatuurcijfers (B1 t/m B8) is 20 % cijfer schoolexamen; elke verdere schoolexamentoets [Luister- en Kijkvaardigheid (C), Gespreksvaardigheid (D) en Schrijfvaardigheid (E)] is 20 % cijfer schoolexamen.
Eindcijfer schoolexamen: (A1 + A2 + A3) / 3 + (gemiddelde B1 t/m B8) + C + D + E 5
Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
11
AARDRIJKSKUNDE HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
WEGING
Methode: De Geo: leer- en opdrachtenboek havo
Toetsperiode 1
S
90 min.
Arm en rijk hfdst. 1 en 2 Landbouw in Europa hfdst. 1 en 2
1
Praktische opdracht Eigen omgeving
1
Systeem Aarde hfdst. 1 t/m 4 Wonen in Nederland hfdst. 1
1
Indonesië actueel hfdst. 1 t/m 4
1
uiterlijk voor aanvang 2e toetsweek S
Toetsperiode 2
Toetsperiode 3
60 min.
S
90 min.
S
90 min.
Eindcijfer schoolexamen: elke schoolexamentoets is 25 % cijfer schoolexamen de praktische opdracht is 25 % cijfer schoolexamen Eindcijfer schoolexamen: het gemiddelde van de vier SE-cijfers Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
Onderwerpen CSE 2015: Wereld
|
Arm en rijk
SE/CE
Domein B1 + B2
Aarde
|
Systeem aarde
CE/SE
Domein C2 + C3
Gebieden
|
Indonesië actueel
CE/SE
Domein D1 + D2
Wonen in Nederland
CE
Domein E1
Leefomgeving |
12
GESCHIEDENIS HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
WEGING
Methode: Geschiedenis Werkplaats (Wolters-Noordhoff)
week 41
Toetsperiode 1
S
60 min.
Tussentoets
S
90 min.
Historisch overzicht hfdst. 1 t/m 7
½
Historische context Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515 – 1648
1
Praktische opdracht Wereldoorlog 1 als maatschappelijk verschijnsel
½
uiterlijk voor de 2e toetsweek inleveren en presenteren S/M
Toetsperiode 2
S
60 min.
90 min.
Historisch overzicht hfdst. 8 t/m 10 Themakatern Rechtsstaat en democratie
Toetsperiode 3
S
90 min.
1
Themakatern China en Europa Historische context Duitsland 1871 – 1945 Historische context Koude Oorlog 1945 – 1991 Historische context Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515 – 1648
Het gemiddelde van het SE-cijfer Tussentoets en het SE-cijfer Praktische opdracht telt als een schoolexamentoets; elke schoolexamentoets is 25 % cijfer schoolexamen.
Eindcijfer schoolexamen: het gemiddelde van de vier SE-cijfers Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
Onderwerpen CSE 2015: -
Historisch overzicht: kenmerkende aspecten van de 10 tijdvakken
-
Historische context Duitsland 1871 – 1945
-
Historische context Koude Oorlog 1945 – 1991
-
Historische context Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515 – 1648
1
13
ECONOMIE HAVO TIJDSTIP
Toetsperiode 1
Toetsperiode 2
Toetsperiode 3
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
S
90 min.
Lesbrief Rekenomie Lesbrief Crisis Lesbrief Jong & Oud
1
Lesbrief Vervoer en Werk Lesbrief Verdienen en Uitgeven Lesbrief Markten en Overheid
1
Lesbrief Europa Lesbrief Conjunctuur Lesbrief Geldzaken
1
S
S
90 min.
90 min.
Eindcijfer schoolexamen: het gemiddelde van de drie SE-cijfers Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
WEGING
14
MANAGEMENT & ORGANISATIE HAVO TIJDSTIP
Toetsperiode 1
Toetsperiode 2
Toetsperiode 3
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
S
90 min.
Lesbrief De Eenmanszaak Deel 1 Lesbrief De Eenmanszaak Deel 2
1
Lesbrief Stichting & Vereniging Lesbrief Marketing
1
Lesbrief Organisatie & Personeel Lesbrief De Naamloze Vennootschap
1
S
S
90 min.
90 min.
Eindcijfer schoolexamen: het gemiddelde van de drie SE-cijfers Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
WEGING
15
TEKENEN HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
WEGING
Methode: Beeldende begrippen, begrippen in beeldende vormgeving
TOETS 1 3 september – 13 oktober 2014 P 7 x 3 lesuren
Tekenen naar de waarneming
1
TOETS 2 27 oktober – 15 december 2014 P 7 x 3 lesuren
Werken naar de verbeelding/fantasie
1
TOETS 3 5 januari – 16 februari 2015 P
6 x 3 lesuren
Toegepaste werkvorm
1
TOETS 4 2 maart – 30 maart 2015 P
5 x 3 lesuren
Werkstuk naar aanleiding van een kunstenaar/stroming
1
TOETS 5 Toetsperiode 1
S
90 min.
Stof week 37 t/m 45
1
TOETS 6 Toetsperiode 2
S
90 min.
Stof week 47 t/m 4
1
TOETS 7 Toetsperiode 3
S
90 min.
Stof week 6 t/m 14
Eindcijfer schoolexamen: het gemiddelde van de zeven SE-cijfers, afgerond op één decimaal.
1
16
NATUURKUNDE HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
WEGING
Methode: Pulsar natuurkunde Binas 6e editie
Toetsperiode 1
Toetsperiode 2
Toetsperiode 3
S
S
S
135 min
135 min
135 min
Pulsar, deel 4 HAVO hfdst. 1: Bewegen in grafieken hfdst. 2: Bewegen en rekenen hfdst. 5: Trillen en golven hfdst. 7: Kracht en beweging hfdst. 8: Energie omzetten
3
Pulsar, deel 4 HAVO hfdst. 3: Elektriciteit 1 hfdst. 4: Automaten (keuze) hfdst. 6: Licht (keuze) hfdst. 9: Elektriciteit 2
3
Pulsar, deel 5 HAVO hfdst. 10: Straling hfdst. 11: Krachten in evenwicht hfdst. 12: Stoffen en materialen hfdst. 13: Functionele materialen hfdst. 14: Communicatie en beeldvorming
4
Eindcijfer schoolexamen: het gewogen gemiddelde van de drie SE-cijfers, afgerond op één decimaal.
17
SCHEIKUNDE HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
WEGING
Methoden: Chemie Overal 4 HAVO 4e editie + uitwerkingen Chemie Overal 5 HAVO 4e editie + uitwerkingen Binas 6e editie
Toetsperiode 1
S
90 min.
H1, H2, H3, H4, H5
3
Toetsperiode 2
S
90 min.
H6, H8, H9
3
praktische opdracht inleveren of een eigen onderzoek met uitwerking of een stoffenonderzoek en een titratie
2
H7, H10, H11
3
uiterlijk 10 februari 2015
Toetsperiode 3
S
90 min.
Eindcijfer schoolexamen: het gewogen gemiddelde van de vier SE-cijfers, afgerond op één decimaal.
18
BIOLOGIE HAVO TIJDSTIP
Toetsperiode 1
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
S
90 min
Biologie voor jou 4a HAVO Thema 1: Inleiding in de biologie Thema 2: Cellen Thema 3: Voortplanting Thema 4: Erfelijkheid Biologie voor jou 4b HAVO Thema 5: Evolutie
Toetsperiode 2
S
90 min
S
90 min
1
Biologie voor jou 4b HAVO Thema 6: Regeling en waarneming Thema 7: Ecologie Thema 8: Gedrag Biologie voor jou 5a HAVO Thema 1: Stofwisseling Thema 2: DNA
Toetsperiode 3
WEGING
1
Biologie voor jou 5a HAVO Thema 3: Mens en milieu Biologie voor jou 5b HAVO Thema 4: Voeding Thema 5: Transport Thema 6: Gaswisseling en uitscheiding Thema 7: Bescherming en evenwicht
Eindcijfer schoolexamen: het gemiddelde van de drie SE-cijfers Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
1
19
WISKUNDE A HAVO TIJDSTIP
AFN.
Verspreid over lesperiode 1
S
Toetsperiode 1
S
Verspreid over lesperiode 2
S
Toetsperiode 2
S
Verspreid over lesperiode 3
S
Toetsperiode 3
S
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
WEGING
Tussentoetsen 90 min.
Getal & Ruimte, 10e editie, Havo A deel 1 hfdst. 1, 2, 3, 4 en vaardigheden
2
Tussentoetsen 90 min.
Getal & Ruimte, 10e editie, Havo A deel 2 hfdst. 5, 6, 7, 8 en vaardigheden
2
Tussentoetsen 90 min.
Getal & Ruimte, 10e editie, Havo A deel 3 hfdst. 9, 10, 11 en vaardigheden
3
Het schoolexamencijfer toetsperiode 1 (SE1) = gemiddelde van de tussentoetsen*0,2 + SE-toets*0,8 Het schoolexamencijfer toetsperiode 2 (SE2) = gemiddelde van de tussentoetsen*0,2 + SE-toets*0,8 Het schoolexamencijfer toetsperiode 3 (SE3) = gemiddelde van de tussentoetsen*0,2 + SE-toets*0,8 Eindcijfer schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de drie SE-cijfers.
Eindcijfer schoolexamen: SE1 x 2 + SE2 x 2 + SE3 x 3 7 Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
20
WISKUNDE B HAVO TIJDSTIP
AFN.
DUUR
STOFOMSCHRIJVING
WEGING
Methode: Getal & Ruimte (10e editie) Verspreid over lesperiode 1
S
Toetsperiode 1
S
Toetsperiode 2
Toetsperiode 3
S
S
Tussentoetsen wiskundige vaardigheden 90 min.
90 min.
90 min.
Getal & Ruimte, 10e editie, havo B deel 1 hfdst. 1 t/m 4
3
Getal & Ruimte, 10e editie, havo B deel 2 alle hoofdstukken
3
Getal & Ruimte, 10e editie, havo B deel 3 alle hoofdstukken
4
Het schoolexamencijfer toetsperiode 1 (SE1) = gemiddelde van de tussentoetsen*0,2 + SE-toets*0,8 Het schoolexamencijfer toetsperiode 2 (SE2) = SE-toets*1,0 Het schoolexamencijfer toetsperiode 3 (SE3) = SE-toets*1,0 Eindcijfer schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de drie SE-cijfers.
Eindcijfer schoolexamen: SE1 x 3 + SE2 x 3 + SE3 x 4 10 Het eindcijfer schoolexamen wordt afgerond op één decimaal.
21
REKENTOETS HAVO Het College voor Examens (CvE) heeft de afnameperiodes voor de rekentoets vo in het schooljaar 2014-2015 bepaald. Eerste afnameperiode 3F (havo/vwo): woensdag 11 maart t/m dinsdag 24 maart 2015. Tweede afnameperiode 3F (havo/vwo): donderdag 28 mei t/m dinsdag 9 juni 2015. Alle kandidaten die in het schooljaar 2014-2015 eindexamen doen, moeten de rekentoets als verplicht onderdeel van het eindexamen afleggen, tenzij ze gebruik kunnen maken van een vrijstelling. Voor die vrijstelling is het cijfer vijf of hoger nodig. Maar ook in het laatste geval mogen zij de twee kansen in hun eindexamenjaar benutten in een poging een hoger cijfer te halen. Het hoogst behaalde cijfer telt. Het resultaat van de rekentoets maakt in het schooljaar 2014-2015 nog geen onderdeel uit van de slaag-/zakregeling. Wel komt het cijfer verplicht op een cijferlijst die bij het diploma hoort.
22 EXAMENREGLEMENT ROC Rivor, afdeling VAVO HAVO Vernieuwde Tweede Fase
bladzijde Inleiding
23
Hoofdstuk 1. Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4.
Algemene bepalingen Begripsbepalingen Toelating tot het eindexamen en het afnemen eindexamen Indeling eindexamen; profielwerkstuk Onregelmatigheden
24 24 24 24 25
Hoofdstuk 2. Artikel 5. Artikel 6. Artikel 7. Artikel 8. Artikel 9.
Inhoud van het eindexamen Examenprogramma Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze kandidaten Eindexamen havo Vrijstellingen vavo Ontheffingen vavo op verzoek
26 26 26 26 27 27
Hoofdstuk 3. Artikel 10. Artikel 11.
Regeling van het eindexamen Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting Schoolexamen
28 28 28
Hoofdstuk 4. Artikel 12. Artikel 13. Artikel 14. Artikel 15. Artikel 16
Centraal examen Tijdvakken en afneming centraal examen Regels omtrent het centraal examen Beoordeling en vaststelling score en cijfer centraal examen Verhindering centraal examen De rekentoets
32 32 32 33 33 33
Hoofdstuk 5. Artikel 17. Artikel 18. Artikel 19. Artikel 20. Artikel 21. Artikel 22. Artikel 23.
Uitslag, Herkansing en Diplomering Eindcijfer eindexamen Vaststelling uitslag Uitslag Herkansing Diploma en cijferlijst Certificaat en cijferlijst Duplicaten en afgifte verklaringen
34 34 34 35 35 36 36 36
Hoofdstuk 6. Artikel 24. Artikel 25. Artikel 26.
Overige bepalingen Afwijking wijze van examineren Gegevensverstrekking Bewaren examenwerk
37 37 37 37
23 Inleiding Het bevoegd gezag van bovengenoemde instelling voor educatie en beroepsonderwijs voor zover het betreft de opleidingen vavo, dient ter uitvoering van artikel 31.1 van het "Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.m.a.v.o.” (verder genoemd Eindexamenbesluit) een examenreglement vast te stellen. Dit reglement beschrijft zo volledig en duidelijk mogelijk de gang van zaken betreffende het schoolexamen en het centraal examen. Het bevat een aantal wettelijk algemeen verplichte regels zoals de te nemen maatregelen bij onregelmatigheden. Daarnaast bevat het een aantal wettelijk toegestane schooleigen elementen. Het hier voorliggende examenreglement regelt in het bijzonder het eindexamen voor de afdeling havo in de Vernieuwde Tweede Fase die per augustus 2007 van start is gegaan. Waarin dit reglement de hoedanigheid of functie van personen met een mannelijk substantief aanduidt, dienen deze in voorkomende gevallen gelezen te worden als betrekking hebbende op zowel vrouwelijke als mannelijke personen. De gebruikte voornaamwoorden dienen telkens op dezelfde wijze te worden geïnterpreteerd.
24 HOOFDSTUK I.
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: bevoegd gezag: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel w, onder 1 en 2, van de Wet educatie en beroepsonderwijs; College voor examens College voor examens (verder genoemd CvE), genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet College voor examens; deeleindexamen: een examen in één of meer van de voor het eindexamen voorgeschreven vakken; eindexamen: een examen ten minste in het geheel van de voorgeschreven vakken; examencommissie vavo de directeur Educatie, de secretaris eindexamen vavo en twee leden; examenstof: de aan de kandidaat te stellen eisen; examinator: degene die is belast met het afnemen van het examen in een vak; gecommitteerde: een gecommitteerde als bedoeld in artikel 36 van bovengenoemd Eindexamenbesluit; herkansing: het opnieuw deelnemen aan een onderdeel van het centraal examen of het schoolexamen; inhalen: het alsnog deelnemen aan een onderdeel van het centraal examen of het schoolexamen; inspectie: de inspectie, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het onderwijstoezicht; kandidaat: ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen of deeleindexamen wordt toegelaten; leerling: een leerling aan een school voor voortgezet onderwijs of een deelnemer aan een opleiding vavo; Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap; school: een instelling voor educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft door deze verzorgde opleidingen vavo (voortgezet algemeen volwassenenonderwijs) voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) voor zover het betreft de theoretische leerweg, bedoeld in artikel 10 van de wet; schoolexamenonderdeel: een toets, een tussentoets, een tussenopdracht, een dossieropdracht talen of een praktische opdracht, alle met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten; schooljaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 augustus en eindigt op 31 juli van het daaropvolgende jaar, daaronder mede begrepen het studiejaar, bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel r, van de Wet educatie en beroepsonderwijs; wet: de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft opleidingen vavo;
Artikel 2. Toelating tot het eindexamen en het afnemen eindexamen 1. Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van de school in de gelegenheid om ter afsluiting van hun opleiding een eindexamen of in plaats daarvan een of meer deeleindexamens af te leggen. 2. Het bevoegd gezag kan tot het eindexamen of in plaats daarvan een of meer deeleindexamens kandidaten toelaten die niet als leerling van de school zijn ingeschreven. 3. De examencommissie vavo en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. Artikel 3. Indeling eindexamen; profielwerkstuk 1. Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. 2. Het schoolexamen omvat mede een profielwerkstuk. Dit is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het desbetreffende profiel. 3. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen. Ten minste één van deze vakken heeft een omvang van 320 uur of meer.
25 Artikel 4. Onregelmatigheden 1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de examencommissie vavo maatregelen nemen. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een onderdeel van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen, b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer onderdelen van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen, c. het ongeldig verklaren van één of meer onderdelen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen, d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de examencommissie vavo aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. 3. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat, indien deze minderjarig is. 4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de examencommissie vavo in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Het beroep wordt binnen vijf dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de examencommissie vavo en aan de inspectie. 5. De Commissie van Beroep voor de Examens bestaat uit 3 leden die werken conform het Reglement van de Commissie van Beroep voor de Examens. Het adres van de commissie: ROC Rivor Commissie van Beroep voor de Examens t.a.v. de Bestuurssecretaris Postbus 365, 4000 AJ TIEL
26 HOOFDSTUK II.
INHOUD VAN HET EINDEXAMEN
Artikel 5. Examenprogramma 1. Onze Minister stelt voor elk van de onderwijssoorten examenprogramma’s vast, waarin zijn opgenomen: a. een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak, en b. welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt. 2. Een examenprogramma wordt vastgesteld per vak of per groep van vakken.
Artikel 6. Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze kandidaten 1. De kandidaten kiezen, met inachtneming van dit hoofdstuk, in welke vakken zij examen willen afleggen. Voor leerlingen geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag – al dan niet in samenwerking met het bevoegd gezag van een of meer andere scholen - hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. Indien sprake is van samenwerking tussen scholen, is artikel 2 van het Besluit samenwerking VOBVE van toepassing. 2. De kandidaten kunnen, voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken examen afleggen dan in de vakken die ten minste tezamen een eindexamen vormen. Een examen als bedoeld in de eerste volzin heeft geen betrekking op vakken die overeenkomen met vakken die onderdeel zijn van dat eindexamen. 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op kandidaten die deeleindexamen afleggen.
Artikel 7. Eindexamen havo 1. Het eindexamen havo omvat: a. de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, genoemd in artikel 26c, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., daaronder tevens begrepen een profielwerkstuk; b. de vakken van het profieldeel, genoemd in artikel 26c, tweede t/m vijfde lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., en c. ten minste één vak met een normatieve studielast van tenminste 320 uur van het vrije deel van elk profiel, genoemd in artikel 26c, zesde lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., met dien verstande dat door het bevoegd gezag vast te stellen vakken onderdeel zijn van het eindexamen uitsluitend voor zover Onze Minister daarvoor goedkeuring heeft verleend; d. de maatschappelijke stage, en e. de rekentoets. 2. Het bevoegd gezag kan een kandidaat in de gelegenheid stellen de rekentoets af te leggen zoals deze voor het vwo is vastgesteld. 3. In geval van toepassing van artikel 14, achtste lid, van de wet, zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing. 4. In afwijking van lid 1 is de kandidaat bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel en van de maatschappelijke stage. 5. In afwijking van lid 1 is die kandidaat vrijgesteld van de rekentoets die in het bezit is van het diploma van een leerweg in het vmbo en die in plaats van de rekentoets zoals deze is vastgesteld voor het eindexamen van een leerweg in het vmbo, de rekentoets heeft afgelegd zoals deze is vastgesteld voor het eindexamen havo of vwo.
27 Artikel 8. 1. a.
2. 3. 4. 5.
Vrijstellingen vavo De kandidaat is vrijgesteld van de rekentoets of van het examen in een vak op grond van een examen vwo of havo, indien voor de overeenkomstige rekentoets of het overeenkomstige vak een eindcijfer 6 of hoger of een daarmee overeenkomende waardering is behaald. b. De kandidaat is vrijgesteld van het profielwerkstuk, indien reeds eerder een profielwerkstuk is gemaakt dat betrekking heeft op een of meer vakken van dezelfde schoolsoort, behorende tot het profiel van de kandidaat en waarvoor een eindcijfer 6 of hoger is behaald. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing indien na het jaar waarin het eindcijfer of de beoordeling is vastgesteld, nog geen 10 jaren zijn verstreken. De kandidaat is eveneens vrijgesteld wanneer het eindcijfer 5 of 4 is behaald, mits hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 18 van dit reglement om te slagen voor het eindexamen. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven voor de toepassing van het eerste lid. Bij toepassing van dit artikel wordt ten hoogste één cijferlijst, die is uitgereikt aan een school voor voortgezet onderwijs, betrokken.
Artikel 9. Ontheffingen vavo op verzoek 1. Indien de kandidaat op grond van eerder gevolgd onderwijs aantoonbaar in het bezit is van voldoende kennis en vaardigheden ter zake van een examenvak of de rekentoets, kan het CvE op verzoek van de kandidaat ontheffing verlenen voor het desbetreffende vak respectievelijk de rekentoets. De ontheffing kan slechts worden verleend op basis van een diploma, getuigschrift, certificaat of ander bewijsstuk, al of niet behaald in Nederland, dat door het CvE wordt aanvaard als bewijs van voldoende kennis en vaardigheden. Indien het CvE dit nodig oordeelt, onderzoekt het college of de kandidaat in het bezit is van voldoende kennis en vaardigheden. 2. Het eerste lid is uitsluitend van toepassing indien na het jaar waarin het in dat lid bedoelde diploma, getuigschrift, certificaat of ander bewijsstuk is vastgesteld, nog geen tien jaren zijn verstreken. 3. Tot de in het eerste lid bedoelde diploma’s, getuigschriften, certificaten en andere bewijsstukken behoren in elk geval die betreffende het Internationaal Baccalaureaat, het Europees Baccalaureaat en die betreffende het overeenkomstige onderwijs in een lidstaat van de Europese Unie. 4. Indien het CvE de gevraagde ontheffing verleent, verstrekt het college de verzoeker een bewijs van ontheffing, en zendt het college onze Minister een afschrift daarvan. 5. Het bewijs van ontheffing vermeldt de gronden van de ontheffing, het tijdstip van het verrichten van de onderwijs- en examenprestatie waarop de ontheffing berust, en gaat in voorkomend geval vergezeld van een verklaring betreffende het in het eerste lid bedoelde onderzoek naar de kennis en de vaardigheden van de examenkandidaat, of naar de in het eerste lid bedoelde bewijsstukken. 6. Onze Minister stelt het model van het bewijs van ontheffing vast. 7. Een verzoek om ontheffing wordt schriftelijk ingediend bij het CvE, onder overlegging van een uittreksel uit het geboorte- of persoonsregister en een gewaarmerkte fotokopie van het diploma, getuigschrift, certificaat of andere bewijsstuk waarop het verzoek om ontheffing berust.
28 HOOFDSTUK III.
REGELING VAN HET EINDEXAMEN
Artikel 10. Examenreglement en programma van toetsing en afsluiting 1. De examencommissie vavo stelt een examenreglement vast. Het examenreglement bevat in elk geval de maatregelen, bedoeld in artikel 5 van het Eindexamenbesluit, en de toepassing daarvan, alsmede regels met betrekking tot de organisatie van het eindexamen, de gang van zaken tijdens het eindexamen, de herkansing van het schoolexamen en de samenstelling en het adres van de commissie van beroep. Ten aanzien van de herkansing wordt in elk geval bepaald, in welke gevallen een herkansing mogelijk is. 2. Jaarlijks voor 1 oktober stelt de examencommissie vavo een programma van toetsing en afsluiting vast. Hierin staat voor het desbetreffende schooljaar in elk geval aangegeven: a. welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst; b. de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen; c. de wijze waarop en de tijdvakken waarbinnen de schoolexamenonderdelen plaatsvinden, de herkansing daaronder mede begrepen; d. de wijze van herkansing van het schoolexamen, alsmede e. de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. 3. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de examencommissie vavo voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie en verstrekt aan de kandidaten.
Artikel 11. Schoolexamen 1. Het bevoegd gezag bepaalt het tijdstip waarop het schoolexamen aanvangt. 2. Het schoolexamen wordt afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak, bedoeld in artikel 12 van dit examenreglement. 3. De examencommissie vavo kan in afwijking van het tweede lid een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen in één of meer vakken niet heeft kunnen afsluiten voor de aanvang van het eerste tijdvak, in de gelegenheid stellen het schoolexamen in dat vak of in die vakken af te sluiten vóór het centraal examen in dat vak of die vakken, doch na de aanvang van het eerste tijdvak. 4. Het geheel van de onderdelen van het schoolexamen wordt per vak gedocumenteerd in een examendossier. Dit dossier bestaat minimaal uit de opgaven, het gemaakte werk, de beoordelingsnormen en de behaalde resultaten der verschillende schoolexamenonderdelen. 5. Van iedere beoordeling die bij het bepalen van het eindoordeel over een kandidaat meetelt, stelt de examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis. 6. De examinator levert de eindcijfers voor het schoolexamen op een jaarlijks vast te stellen datum voor de aanvang van het centraal examen in bij de secretaris van het eindexamen, met dien verstande, dat de cijfers voor de afzonderlijke onderdelen per vak zo spoedig mogelijk na de gehouden toets bij de secretaris van het eindexamen moeten worden ingeleverd. 7. Voor de aanvang van het centraal examen maakt de examencommissie vavo aan de kandidaat bekend, voor zover van toepassing, welk cijfer of welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen. 8. a. Het eindcijfer van een vak met alleen een schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. Dit eindcijfer komt tot stand door eerst af te ronden op één decimaal en vervolgens op een geheel getal. Indien na afronding op de decimaal het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, wordt naar beneden en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. b. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, worden schoolexameneindcijfers gebruikt van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. 9. Het profielwerkstuk moet uiterlijk zijn afgesloten in maart van het eindexamenjaar. In geval van ziekte van de kandidaat of een bijzondere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid kan de docent in overleg met de betrokken kandidaat en de examencommissie vavo een andere uiterste datum ter voltooiing van het profielwerkstuk vaststellen. De kandidaat dient zich daartoe zo spoedig mogelijk in verbinding te stellen met de docent. Indien hij dit verzuimt, kunnen maatregelen getroffen worden overeenkomstig artikel 4, tweede lid van dit examenreglement.
29
10.
-
-
-
-
-
Ten aanzien van de te toetsen schoolexamenonderdelen geldt het volgende:
Toetsen toetsen worden op school gemaakt op vastgestelde momenten in de toetsperioden of tijdens de les; de examinator beoordeelt een gemaakte toets met een cijfer uit een schaal van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal; een gemaakte toets is onder voorwaarden herkansbaar; zie lid 12 van dit artikel; een gemiste toets kan onder voorwaarden alsnog afgelegd worden op een door de school vastgesteld uiterst tijdstip; zie lid 13 van dit artikel; wie een toets of toetsen niet heeft gemaakt, heeft voor de betreffende toets(en) géén schoolexamencijfer gescoord en kan derhalve het schoolexamen van het betreffende vak niet afronden. Dit leidt bij de vakken met een centraal examen tot uitsluiting van het centraal examen van het betreffende vak (in geval van bijzondere omstandigheden zie lid 3 van dit artikel).
Tussentoetsen en Tussenopdrachten tussentoetsen/tussenopdrachten worden op school gemaakt op vastgestelde momenten tijdens de les of in de toetsperioden; de examinator beoordeelt een gemaakte tussentoets/tussenopdracht met een cijfer uit een schaal van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal; een gemaakte tussentoets/tussenopdracht is onder voorwaarden herkansbaar; zie lid 12 van dit artikel; een gemiste tussentoets/tussenopdracht kan onder voorwaarden alsnog afgelegd worden op een door de school vastgesteld uiterst tijdstip; zie lid 13 van dit artikel; wie een tussentoets/tussenopdracht of tussentoetsen/tussenopdrachten niet heeft gemaakt, heeft voor de betreffende tussentoets(en)/tussenopdracht(en) géén cijfer gescoord; bij de bepaling van het schoolexamencijfer tussentoetsen/tussenopdrachten wordt/worden de betreffende tussentoets(en)/tussenopdracht(en) wel meegewogen; wie geen enkele tussentoets/tussenopdracht heeft gemaakt, heeft géén schoolexamencijfer tussentoetsen/tussenopdrachten gescoord en kan derhalve het schoolexamen van het betreffende vak niet afronden. Dit leidt bij de vakken met een centraal examen tot uitsluiting van het centraal examen van het betreffende vak (in geval van bijzondere omstandigheden zie lid 3 van dit artikel). het schoolexamencijfer tussentoetsen/tussenopdrachten wordt bepaald: bij 1 t/m 5 voorgeschreven tussentoetsen/tussenopdrachten door het behaalde cijfer (de behaalde cijfers) voor de betreffende tussentoets(en)/tussenopdracht(en) bij 6 of meer voorgeschreven tussentoetsen/tussenopdrachten door de vijf hoogste tussentoetscijfers/tussenopdrachtcijfers.
De praktische opdracht zaakvakken wordt op school of thuis gemaakt en op een vastgesteld uiterst moment ingeleverd; de examinator beoordeelt een gemaakte praktische opdracht met een cijfer uit een schaal van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal; de praktische opdracht is niet herkansbaar; zie lid 12, onderdeel c, van dit artikel; een op het uiterst tijdstip niet ingeleverde praktische opdracht kan niet alsnog ingeleverd worden; zie lid 13, onderdeel c, van dit artikel; wie de praktische opdracht op het vastgestelde uiterste tijdstip niet ingeleverd of wie de praktische opdracht niet gemaakt heeft, heeft voor dit onderdeel géén schoolexamencijfer gescoord en kan derhalve het schoolexamen van het betreffende vak niet afronden. Dit leidt bij de vakken met een centraal examen tot uitsluiting van het centraal examen van het betreffende vak (in geval van bijzondere omstandigheden zie lid 3 van dit artikel).
30
-
-
Handelingsdelen handelingsdelen (zoals dossieropdrachten talen) worden op school of thuis gemaakt en/of op vastgestelde momenten tijdens de les of in de toetsperioden voltooid c.q. ingeleverd; de handelingsdelen worden als afgerond beschouwd indien zij met minimaal “naar behoren” zijn beoordeeld; wie een handelingsdeel niet maakt, scoort geen “naar behoren”; een gemist of niet gemaakt handelingsdeel kan onder voorwaarden alsnog gemaakt worden tot een door de school vastgesteld uiterst tijdstip; zie lid 13, onderdeel d, van dit artikel; indien een gemaakt handelingsdeel niet met minimaal “naar behoren” beoordeeld is, wordt de kandidaat de gelegenheid geboden te werken aan de voltooiing dan wel verbetering ervan tot een door de school vastgesteld uiterst tijdstip; zie lid 13, onderdeel d, van dit artikel; indien het handelingsdeel dan opnieuw niet met minimaal “naar behoren” is beoordeeld, volgt uitsluiting van het toetsdeel van het schoolexamen van het betreffende vak. Dit leidt bij de vakken met een centraal examen tot uitsluiting van het centraal examen van het betreffende vak (in geval van bijzondere omstandigheden zie lid 3 van dit artikel).
11.
Aanwezigheid tijdens schoolexamenonderdelen a. De school stelt aanwezigheid tijdens alle onderdelen van het schoolexamen verplicht. De school verplicht de kandidaat zich bij verhindering voor de aanvang van het betreffende schoolexamenonderdeel af te melden bij de administratie van de school. Deze stelt de docent, de voorzitter of de secretaris van de examencommissie vavo hiervan in kennis. b. De kandidaat stelt de voorzitter of de secretaris van de examencommissie vavo persoonlijk in kennis van langdurige afwezigheid op grond van zeer bijzondere omstandigheden (bijv. ernstige ziekte). c. Afwezigheid tijdens enig onderdeel van het schoolexamen wordt als onregelmatigheid beschouwd. De examencommissie vavo kan maatregelen nemen volgens artikel 4 van het examenreglement.
12.
Herkansingsregeling schoolexamen a. Het recht op herkansing binnen een vak vervalt indien tijdens de door het bevoegd gezag vastgestelde herkansingsdata (zie onderdeel e) gebruik wordt gemaakt van het recht op inhalen binnen datzelfde vak. b. Eenmaal per schooljaar heeft de kandidaat in ieder vak recht op herkansing van maximaal één van de volgende onderdelen van het schoolexamen: of één (tussen)toets of één tussenopdracht, mits hij bij dit vak in het betreffende schooljaar minimaal 80 % aanwezig is geweest. Het maximaal aantal vakken waarin herkanst mag worden, bedraagt per schooljaar drie. c. De praktische opdracht zaakvakken is niet herkansbaar. d. Mondelinge toetsen zoals spreek-/gespreksvaardigheid bij de talen en het balansgesprek over het leesdossier bij Nederlandse taal en literatuur zijn niet herkansbaar. e. Herkansing van een (tussen)toets of tussenopdracht vindt eenmaal per schooljaar plaats, en wel op door het bevoegd gezag vastgestelde uiterste data. f. Het hoogst behaalde cijfer telt als definitief eindcijfer voor een (tussen)toets of tussenopdracht. g. Herkansing is niet mogelijk indien de (tussen)toets of tussenopdracht met een 1 is gehonoreerd ten gevolge van fraude.
13.
Inhaalregeling schoolexamen a. Indien tijdens de door het bevoegd gezag vastgestelde herkansingsdata (zie lid 12, onderdeel e) gebruik wordt gemaakt van het recht op herkansing binnen een vak, vervalt het recht op inhalen binnen datzelfde vak. b. Na een toetsperiode heeft de kandidaat in ieder vak recht op het inhalen van maximaal één van de volgende onderdelen van het schoolexamen: of één (tussen)toets of één tussenopdracht. c. De praktische opdracht zaakvakken is niet inhaalbaar. d. Per vak heeft de kandidaat recht op het inhalen van gemiste handelingsdelen, en wel tot een door de school vastgesteld uiterst tijdstip. e. Inhalen van het betreffende schoolexamenonderdeel vindt driemaal per schooljaar plaats, en wel op door het bevoegd gezag vastgestelde uiterste data. f. De examencommissie vavo kan in afwijking van het gestelde in lid d en e een kandidaat die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen niet heeft kunnen afsluiten, alsnog in de gelegenheid stellen het betreffende schoolexamen voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen af te ronden, bij de vakken met een centraal examen zelfs na aanvang van het eerste tijdvak, doch uiterlijk vóór het centraal examen in dat vak.
31 g.
14.
15.
16. 17.
Bij langdurige afwezigheid op grond van zeer bijzondere omstandigheden (bijv. ernstige ziekte van de kandidaat) is het alsnog afleggen van een reeks gemiste schoolexamenonderdelen als uitzondering mogelijk. Elk geval wordt door de examencommissie vavo in overleg met de examinatoren afzonderlijk beoordeeld.
Bij mogelijke geschillen doet de examencommissie vavo, in overleg met de examinatoren en na de betrokkenen te hebben gehoord, een uitspraak. Voor zover het geschil betrekking heeft op een toegekend cijfer schoolexamen dan wel op de wijze waarop het schoolexamenonderdeel is afgenomen, de zwaarte van de opgaven e.d., dient de kandidaat binnen een termijn van 2 weken, nadat hij van de beoordeling van zijn werk op de hoogte is gesteld, schriftelijk en gemotiveerd zijn bezwaar aan de examencommissie vavo mee te delen, die daarop de kandidaat hoort. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De examencommissie vavo deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift verzonden aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat, indien deze minderjarig is. De kandidaat kan tegen een beslissing van de examencommissie vavo in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de Examens genoemd in artikel 4. Het beroep wordt binnen drie dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het schoolexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, de examencommissie vavo, de inspectie en aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat, indien deze minderjarig is. Eventuele nadere voorschriften zullen tijdig aan de kandidaat worden meegedeeld. De school stelt zich niet verantwoordelijk voor mededelingen over zaken betreffende schoolexamen en centraal examen, gedaan door andere personen dan de voorzitter en secretaris van de eindexamencommissie vavo.
32 HOOFDSTUK IV.
CENTRAAL EXAMEN
Artikel 12. Tijdvakken en afneming centraal examen 1. Het centraal examen kent een eerste, tweede en derde tijdvak. 2. Het eerste en tweede tijdvak worden afgenomen in het laatste leerjaar. 3. Het derde tijdvak wordt aansluitend aan het laatste leerjaar afgenomen door het CvE. 4. Het CvE kan vakken aanwijzen waarin wegens het zeer geringe aantal kandidaten, het centraal examen in het tweede tijdvak wordt afgenomen door het CvE. 5. Bij toepassing van het derde of vierde lid gelden de volgende regels: a. de examencommissie vavo deelt aan Onze Minister mee welke kandidaten het centraal examen zullen afleggen en in welke vakken; b. de kandidaten leveren de opgaven, de door hen gemaakte aantekeningen alsmede andere door hen gemaakte stukken in bij een van de toezichthouders. Het CvE bepaalt, in welke gevallen wordt afgeweken van de eerste volzin, alsmede in welke gevallen en op welk tijdstip de opgaven, de aantekeningen en de andere stukken, bedoeld in die volzin, aan de kandidaten worden teruggegeven; c. het CvE deelt het door de kandidaat behaalde cijfer voor het centraal examen mee aan de examencommissie vavo. 6. Het CvE kan bepalen dat een toets wordt afgenomen op een tijdstip dat is gelegen voor de aanvang van het eerste tijdvak.
Artikel 13. Regels omtrent het centraal examen 1. De examencommissie vavo zorgt ervoor, dat de opgaven voor het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. 2. Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan, uitgezonderd mededelingen van het CvE. 3. De examencommissie vavo draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij het centraal examen wordt uitgeoefend. 4. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. 5. Het is de kandidaten niet toegestaan om binnen een uur na aanvang van de toets te stoppen met die toets en vervolgens het examenlokaal te verlaten. 6. Gedurende het examen is het de kandidaat niet geoorloofd zich zonder vergunning van de toezichthouders uit het examenlokaal te verwijderen. 7. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets. 8. De toezichthouders nemen het gemaakte werk van de kandidaat in; aan het einde van de zitting controleert één van de toezichthouders of alle kandidaten hun werk hebben ingeleverd. 9. De toezichthouders maken een proces-verbaal op en leveren dit samen met het gemaakte examenwerk in bij de examencommissie vavo. 10. Het werk wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door of vanwege de examencommissie vavo, tenzij door het CvE ander papier is verstrekt. De kandidaat voorziet het papier van zijn naam en examennummer. Kladpapier wordt gewaarmerkt en verstrekt door of vanwege de examencommissie vavo. 11. De kandidaat mag slechts die hulpmiddelen gebruiken die het CvE heeft toegestaan. Deze hulpmiddelen kunnen door de examencommissie vavo of de toezichthouder gecontroleerd worden. 12. De examencommissie vavo maakt voor de aanvang van het examen de kandidaten nadrukkelijk opmerkzaam op de voorschriften vastgelegd in de voorgaande leden van dit artikel en in artikel 4, eerste en tweede lid.
33 Artikel 14. Beoordeling en vaststelling score en cijfer centraal examen 1. De examencommissie vavo doet het gemaakte werk van het centraal examen met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en met het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator in het desbetreffende vak. Deze kijkt het werk zo spoedig mogelijk na, onder strikte toepassing van de beoordelingsnormen die zijn voorgeschreven door het CvE. De examinator drukt zijn beoordeling uit in een score en zendt deze met het beoordeelde werk aan de examencommissie vavo. 2. De examencommissie vavo doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score, bedoeld in eerste lid, onverwijld aan de directeur van de school van de betrokken gecommitteerde toekomen. 3. De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score, bedoeld in het eerste lid, strikt toe. Daarnaast voegt de gecommitteerde bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. 4. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. 5. Indien de examinator en de gecommitteerde een onoverkomelijk geschil hebben, wordt dit voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. Deze kan een onafhankelijke corrector aanwijzen. De beoordeling van deze corrector komt in de plaats van de eerdere beoordelingen. 6. De examencommissie vavo stelt het cijfer voor het centraal examen in een vak vast op grond van de in het vierde lid bedoelde score en met inachtneming van de door het CvE gegeven regels voor de omzetting van de scores in cijfers voor de centrale examens.
Artikel 15. Verhindering centraal examen 1. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de examencommissie vavo, is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste twee toetsen per dag alsnog te voltooien. 2. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van het CvE zijn eindexamen te voltooien. 2. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de examencommissie vavo aan bij het CvE. In dat geval deelt de examencommissie vavo aan het CvE mede, wanneer dat zich voordoet, dat ten behoeve van de kandidaat toepassing is gegeven aan artikel 24, eerste, tweede dan wel derde lid van dit examenreglement, en waaruit deze toepassing bestaat. 3. Na afloop van het derde tijdvak deelt het CvE het resultaat mede aan de examencommissie vavo.
Artikel 16. De rekentoets 1. Het CvE stelt regels voor de uitvoering van de rekentoets. Het CvE stelt in ieder geval een regeling vast voor de uitvoering van de correctie voor zover de rekentoets bestaat uit open vragen. Deze regeling treedt slechts in werking na goedkeuring door Onze Minister. Onze Minister kan zijn goedkeuring onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. 2. De rekentoets wordt afgenomen in het laatste leerjaar. In afwijking daarvan kan de examencommissie vavo een leerling uit het voorlaatste leerjaar toelaten tot de rekentoets. 3. Het CvE kan bij regeling bepalen dat de rekentoets niet onder toezicht van een of meer gecommitteerden staat.
34 HOOFDSTUK V.
UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING
Artikel 17. Eindcijfer eindexamen 1. Het eindcijfer voor de rekentoets en alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. 2. De examencommissie vavo bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 3. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. 4. Het cijfer voor de rekentoets is tevens het eindcijfer.
Artikel 18. Vaststelling uitslag 1. De examencommissie vavo stelt in geval van een eindexamen de uitslag vast met inachtneming van artikel 19 van dit examenreglement. 2. De uitslag luidt “geslaagd” of “afgewezen”. 3. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen, betrekt de examencommissie vavo één of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een eindexamen te vormen. 4. Indien de kandidaat eindexamen heeft afgelegd en in datzelfde jaar deelstaatsexamen heeft afgelegd of deeleindexamen aan een andere instelling voor educatie en beroepsonderwijs, worden de met het deelstaatsexamen respectievelijk deeleindexamen behaalde cijfers, indien de kandidaat daarom tijdig en schriftelijk heeft verzocht, betrokken bij de uitslagbepaling. 5. Met het afleggen van het eindexamen in enig jaar wordt gelijkgesteld het in dat jaar afleggen van de rekentoets of examen in een of meer vakken met het oogmerk, in dat jaar het diploma te behalen door de combinatie met het overleggen door de desbetreffende kandidaat aan de examencommissie vavo van: a. een in artikel 52, eerste lid, of artikel 52a, van het Eindexamenbesluit, bedoelde cijferlijst van een school die is uitgereikt in een eerder jaar; b. een in artikel 52b, van het Eindexamenbesluit, bedoelde voorlopige cijferlijst van een school die is uitgereikt in een eerder jaar; c. een in artikel 52, eerste lid, of artikel 53, eerste lid, van het Eindexamenbesluit, bedoelde cijferlijst, afgegeven door een andere instelling voor educatie en beroepsonderwijs; d. een cijferlijst als bedoeld in artikel 30, eerste of tweede lid, of artikel 31, eerste lid, van het Staatsexamenbesluit VO; e. een of meer bewijzen van ontheffing als bedoeld in artikel 9, vierde lid, van dit examenreglement, of als bedoeld in artikel 11, vierde lid, van het Staatsexamenbesluit VO. 6. Cijferlijsten worden uitsluitend bij de vaststelling van de uitslag betrokken, indien na het jaar waarin zij zijn vastgesteld, nog geen 10 jaren zijn verstreken. Bewijzen van ontheffing worden uitsluitend bij de vaststelling van de uitslag betrokken, indien na het jaar waarin het onderliggende diploma, getuigschrift, certificaat of ander bewijsstuk is vastgesteld, nog geen 10 jaren zijn verstreken. 7. De kandidaat toont in voorkomend geval ten genoegen van de examencommissie vavo aan dat hij recht heeft op een vrijstelling of ontheffing. 8. De examencommissie vavo vergewist zich ervan dat het eindexamen de in artikel 7 voorgeschreven vakken en rekentoets omvat.
35 Artikel 19. Uitslag 1. De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd, is geslaagd indien: a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is; b. hij voor één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en hij voor de andere vakken, genoemd in dit subonderdeel als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; c. hij onverminderd onderdeel b: 1) voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; 2) voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; 3) voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; of 4) voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; d. hij voor geen van de onderdelen, genoemd in het tweede lid, lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald. e. hij de rekentoets heeft afgelegd ongeacht het daarvoor behaalde eindcijfer. 2. Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid wordt het gemiddelde van de eindcijfers van maatschappijleer en het profielwerkstuk aangemerkt als het eindcijfer van één vak, genaamd het combinatiecijfer, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald. 3. De examencommissie vavo bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het tweede lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 4. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag is vastgesteld, maakt de examencommissie vavo deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 20 van dit examenreglement bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 20, eerste lid, geen toepassing vindt. [N.B. Voor havo geldt voor elke uitslag vanaf 1 augustus 2012 de zogenaamde kernvakkeneis: in het rijtje Nederlands, Engels en wiskunde mag ten hoogste één vijf als eindcijfer voorkomen. Dus om te kunnen slagen moet de kandidaat voor deze kernvakken halen: één vijf en verder 6 of hoger, of alles 6 of hoger. Voor deze kernvakkenregeling is een overgangsregeling vastgesteld die geldt t/m de uitslag van 2016. Deze overgangsregeling luidt: Als in 2014, 2015, 2015 of 2016 bij een vast te stellen uitslag een cijfer voor Nederlands, Engels of wiskunde wordt betrokken dat behaald is voor 1 augustus 2012, dan is de kernvakkenregeling niet van toepassing. Cijferlijsten zijn 10 jaar geldig. In het kader van de overgangsregeling mag de kandidaat dus een geldige cijferlijst uit 2012 of eerder inbrengen, die wordt ingezet bij het vaststellen van een uitslag in 2015, 2015 of 2016.]
Artikel 20. Herkansing centraal examen 1. De kandidaat heeft voor één vak van het eindexamen waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat ingevolge artikel 19, tweede lid, de eindcijfers zijn bekendgemaakt, het recht om in het tweede tijdvak of, indien artikel 15, eerste lid, van toepassing is, in het derde tijdvak opnieuw deel te nemen aan het centraal examen. 2. De kandidaat stelt de examencommissie vavo vóór een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht. 3. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. 4. Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 18 en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt. 5. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de vakken waarin in een examenjaar deeleindexamen is afgelegd. De kandidaat die in een examenjaar zowel eindexamen als een of meer deeleindexamens aflegt, oefent het in het eerste lid bedoelde recht per examenjaar ten hoogste eenmaal uit. 6. De kandidaat heeft recht op één herkansing in de rekentoets binnen de periode waarin de rekentoets wordt afgenomen, bedoeld in artikel 16, tweede lid. Het tweede tot en met vierde lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing.
36 Artikel 21. Diploma en cijferlijst 1. De examencommissie vavo reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd, een cijferlijst uit waarop, voor zover van toepassing, zijn vermeld: a. de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het centraal examen, b. het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk, c. de eindcijfers voor de examenvakken, en d. de uitslag van het eindexamen. 2. De examencommissie vavo reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat, daaronder mede begrepen de kandidaat die zijn eindexamen met gunstig gevolg heeft voltooid ten overstaan van het CvE, een diploma uit waarop het profiel of de profielen zijn vermeld die bij de uitslag zijn betrokken. 3. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die ten minste samen een eindexamen vormen, worden de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit. 4. Onze Minister stelt het model van de cijferlijst vast. 5. Voor de vermelding op de cijferlijst van vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling of ontheffing is verleend bij het eindexamen geldt het volgende: a. de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel en de maatschappelijke stage waarvoor de kandidaat ingevolge artikel 7, lid 4, is vrijgesteld, worden niet vermeld op de cijferlijst; b. vakken waarvoor de kandidaat is vrijgesteld op grond van artikel 8 van dit examenreglement of artikel 10 van het Staatsexamenbesluit VO, worden vermeld op de cijferlijst, met vermelding van het eerder behaalde cijfer; c. vakken waarvoor de kandidaat is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd eindexamen vmbo waarvan deze vakken dan wel de overeenkomstige vakken, bedoeld in artikel 14, achtste lid, van de wet, deel uitmaakten, worden vermeld op de cijferlijst, met vermelding van het eerder behaalde cijfer; d. andere vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling of ontheffing is verleend, worden vermeld op de cijferlijst, zonder vermelding van een cijfer. 6. De voorzitter van de examencommissie vavo en de secretaris van het eindexamen tekenen de diploma’s en de cijferlijsten. 7. Indien de kandidaat in een bepaald jaar is geslaagd voor het eindexamen, draagt de examencommissie vavo er op verzoek van de kandidaat zorg voor dat de behaalde cijfers voor de vakken waarin in datzelfde jaar deeleindexamen of deelstaatsexamen is afgelegd, worden vermeld op de cijferlijst.
Artikel 22. Certificaat en cijferlijst 1. De examencommissie vavo reikt aan de kandidaat die deeleindexamen heeft afgelegd een cijferlijst uit waarop zijn vermeld, voor zover van toepassing: a. de cijfers voor het schoolexamen en het centraal examen, b. het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk, en c. de eindcijfers voor de examenvakken. 2. De examencommissie vavo reikt aan de in het eerste lid bedoelde kandidaat, alsmede aan de kandidaat aan wie op basis van de definitieve uitslag niet op grond van artikel 21, tweede lid, een diploma kan worden uitgereikt, een certificaat uit, waarop zijn vermeld, voor zover van toepassing: a. het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en b. het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk. 3. Onze Minister stelt het model van het certificaat en de cijferlijst vast.
Artikel 23. Duplicaten en afgifte verklaringen 1. Duplicaten van afgegeven diploma’s, certificaten, bewijzen van ontheffing en cijferlijsten worden niet verstrekt. 2. Een schriftelijke verklaring dat een in het eerste lid bedoeld document is afgegeven, welke verklaring dezelfde waarde heeft als dat document zelf, kan uitsluitend door Onze Minister worden verstrekt. 3. Een document ter vervanging van een diploma, certificaat of cijferlijst kan uitsluitend door Onze Minister worden verstrekt indien op grond van artikel 4, vierde lid, artikel 7, eerste lid, of artikel 28b, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek de voornaam onderscheidenlijk de geslachtsnaam van de kandidaat is gewijzigd.
37 HOOFDSTUK VI.
OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 24. Afwijking wijze van examineren 1. De examencommissie vavo kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de examencommissie vavo de wijze waarop het examen zal worden afgelegd, met dien verstande dat aan de overige bepalingen in dit examenreglement wordt voldaan. Zij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen of de rekentoets in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. 3. De examencommissie vavo kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij examen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a. het vak Nederlandse taal en literatuur; b. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. 4. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbende op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. 5. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
Artikel 25. Gegevensverstrekking Het bevoegd gezag verstrekt examengegevens op grond van artikel 103b, tweede lid, van de wet, samen met het persoonsgebonden nummer aan Onze Minister.
Artikel 26. Bewaren examenwerk 1. Het werk van het centraal examen en de rekentoets der kandidaten wordt gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de examencommissie vavo, ter inzage voor belanghebbenden. 2. De examencommissie vavo draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte opgaven gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school. 3. Een kandidaat die voor een vak ten overstaan van het CvE centraal examen aflegt met geheime opgaven, kan omtrent zijn werk gedurende genoemde periode van zes maanden inlichtingen inwinnen bij het CvE.